der Btren^te bepalingen nalaten. Maar biyft
het zoo doorgaan, dan «ai het ten slotte hard
togen hard mpoten gaan. Het odium rust dan
uitsluitend op den heer Duys o. s., ook ln de
oogen van die onbevooroordeelde lieden, die
uitstel van behandoling van het wetsontwerp
tot bestrijding van revolntlonnalre woelingon
volstrekt niet erg zonden hobben gevonden.
Air de heeren der uiterste linkerzijde - ook
de moiaal-demooraten zijn Immers thans Wl1n*
kooplanen niet tot Inkeer komen, kunnen
er nog «onderlinge dingen gebeuren. Zien «U
dat zelf niet ln V Den voorzitter krijgen z(j
niet licht klein i die verklaarde reedi desnoods
het gansoho reces te willen prijsgeven voor
de behandeling der agenda, waarop nog veel
meer onderwerpen zullen worden geplaatst.
Wie zal den hoeren aan het verstand brengen,
dat z\j met een zakelijke, waardige bestrijding
van de anti-revolutiewet veel meer indruk
maken dan met kinderachtige obstructieprak-
tyken.
eifloher. op zulke oude „rechten" jeffrocd zijn
kan men zloh niet verwonderen, dat de ge
heel® Belgische pers er zloh tegen verklaart
D e 8. D. A. P.
In een nabetrachting over het Ptnkster-
oongTos der S.D.AJF. wnarsohuwt de „Nieuwe
Öourant", om zloh niet. door de reformistische
wending, welke de ÖD.A.P. als politieke
partij, schijnt te nemen, te laten ui Blaap
sussen! Want krachtenz hare beginzelen la
de 8, D, A. P. revolutionair of *U ia het
geheel niet. Het beeld van de Innerlijke ver
oudlngen ln de partij, zooala mr. Troelstra
dit schetste, door vast te stellen, dat er ln
het partijbestuur weliswaar verschil van
temperament is, doch dat de omgang tus
schen partijbestuurders te zeer gegrond is
op wederzijdsch vertrouwen, dan dat, wan
neer het oogenblik daar is, dat men langs
anderen weg dan langs de platgetreden par
lementaire banen, zijn doel kan bereiken,
men niet aanstonds het verschil van gevoe
len op zijde zou zetten en tot de meest for-
sche daad zijn toevlucht zou nemen, bevat
een ernstige en duidelijke waarschuwing,
tegen wat ons volk nog altijd van de S.D.A.P.
kan en moet verwachten.
Burgerlijke Stand van Anna Paulowna,
Burgerlijke Stand van Wieringen,
Ondertrouwd t P, C, Blftnkmftn en M. Kejrzer,
Getrouwd i N. Orais en C. A 8!!kkor; Jb'
Kult en M. Koorn; V. Koorn en E. de Wit-
Rootnorh-Katholiekp Militairen. I dat beteek&nt, weet nwn, Allen moeten weg.
e.v. Generale Heilige Ooemtmle^voor d»| geen mogelijk-
Burgerlijke Stand der gemeente Helder
marineberichten.
legerberichten.
De geschiedenis van een Joodsch gezin
ln Gallciö.
Men Bchrjjft aan het „Hbl.":
held, om ook maar iets mee te nemen.
Het heele gezin trekt weg, naar Lemburg
Ook de oude vader der vrouw. De stad wordt
door de Russen Ingenomen; de Oostenrij
kers trekken weg. Van wnt er ln do stad is,
blijft dus niets over. De doortrekkondo Rus
sen rooven alles, wat maar eenlgszins van
hun gading ls. De rest wordt vernield. Het
heele bezit van het arme gezin if totaal vor-
nletlgd.
Ze zijn doodarm, In Lemburg leven ze nu,
moeder, zoon, twee dochters en de oude
grootvader. Ze lijden er gebrek. Hoe ze
leven, moet men niet vragen. Zoo gaan de
verdere oorlogsjaren voor ehn voorbij.
En de broeder met zijn verpletterde bee-
nen op zijn ziekbed in het ziekenhui» wacht
op zijn zusj»..,, wacht wacht...
Het vetgehalte der vlsschen.
Het vetgehalte van visch 1» niet alleen 'af
hankelijk van de vi»ohsoort, maar ook van
t WAT DE KRANTEN ZEGGEN.
Het verdrag met België.
Het „N. v. d. D." verwacht, dat onze re
geering zeer spoedig haar lezing van de
kwestie over de Wielingen tegenover de
Belgisohe zal stellen.
Maar het "blad acht het niet twijfelachtig,
uit welken hoek hier de wind waait, wan
neer men het oog houdt op de hernieuwde
actie van het Nationale Comité ln België, en
op de jongste uitlatingen van de Fransch-
gezinde Belgische pers.
Wij gelooven intusschen, zoo besluit het
„Nieuws" zijn beschouwing, dat het noch
aan deze Fransche boulevard-pers, noch
aan de Belgische of andere imperialisten
gelukken zal, Nederland te betrekken in de
ellende der „groote" politiek, die voor het
kleine België sedert den oorlog een nood
lottige aantrekkingskracht schijnt te bezit
ten. Men weet aan den overkant van onze
Brabantsche hei heel best dat we ons even
min zenuwachtig als bang laten maken.
Weigert de Belgische regeering, een ver
drag met ons te sluiten, dan zal men dit in
Nederland met gelatenheid dragen.
Hun belang bij een nieuwe overeenkomst,
is grooter dan het onze.
Voor ons land, zegt „Het Vaderland', zou
in het vastloopen der onderhandelingen
niets bedenkelijks zitten, want onaerteekent
België niet, dan blijft het Scheldebewind
gelijk het is, en daar hebben wij niets tegen.
Voorts komt er dan niets van de conces
sies, die ons land België doet inzake de ka
nalen, hetgeen ons zou spijten voor de Bel
gen. Moesten we dus het behoud van onze
reohten op de Wielingen koopen met prijs
geving van het verdrag, dan zouden we
niets verliezen, dan alleen het uitzicht
op een spoedige betere verstandhouding
met België, en dat zou ons spijten zoowel
voor ons zelf ais vóór Belgen.
De „Haagsche Post" zegt;
Willen de Belgen liever een leege dop dan
een half el, zoo is dat hun zaak. Te betreu
ren zou het echter zijn, wanneer tengevolge
van deze dingen de verhouding tusschen
ons land en België stroever zou worden dan
imet een dragelijke buurschap in overeen
stemming is te brengen. In eoonomischen
zin hebben we elkaar noodig, of wellicht
juister zouden we elkaar zulke goede dien
sten kunnen bewezen. Zooals de zaken nu
staan, zal daarvan wel niet veel terecht ko
men. Dat is te betreuren, temeer omdat Bel
gië nu zoo te zeggen zijn laatste houvast
verliest en geheel door Frankrijk wordt in
gepikt, wat niet onmogelijk op den duur
tengevolge zal hebben gematigde Vlaam-
sche bladen wijzen er reeds voorzichtig op
dat het land in twee stukken uit elkaar
valt: een door Frankrijk geannexeerd Wal
lonië en een vrijen, onafhankeiijken staat
Vlaanderen. Noch voor België, noch voor
ons land is deze oplossing gewenscht. Een
krachtig, eensgezind en gezond België zou
ons het aangenaamst zijn. Maar het noodlot
schijnt het anders te beschikken.
De „N. R. Ot." erkent, dat do Belgische
regeering voor haar standpunt in zake de
kwestie der Wielingen stevige argumenten
te voorschijn heeft gebracht. Maar toch ge
looft het blad, dat er achter de plotselinge
frontverandering van die regeering een an
dere di-ijfveer zit. Het is niet aan te nemen,
dat België voor een neven-kwestie van be
trekkelijk zoo weinig belang alle voordee-
lén, die het politieke en het economische
verdrag met Nederland aan dat land deel
achtig zou doen worden, overboord zou
gaan werpen. Maar welke geheime drijfveer
aan het werk is geweest, zal voorloopig nog
wel in het duister blijven.
Er zijn in België enkele stemmen opge
gaan, om het politieke tractaat van het eco
nomische te scheiden, cn alleen het laatste
tot stand te brengen. Hierop kan, volgens
de „N. R. Ct." onzerzijds slechts een „non
possumus" volgen. Want het éénige tegen
wicht, hoe betrekkelijk gering ook, dat ons
tegenover de oonsessies, die wij in het oeco-
rvomisch tractaat aan België doen, wordt
gegeven, ligt juist in de politieke tractaten
verscholen, waardoor voor den vervolge Bel
gië de vrijheid erlangen zal, die het 'be
hoeft, om op den duur eene aangename
tegenpartij bij oeoonomische zoowel als po
litieke onderhandelingen te kunnen zijn.
Dat België aldus „de Tijd" belang
heeft bij een kwestie, welke zoo nauw de ha-,
ven van Zeebrugge raakt, die aan de Bel
gisohe kust ligt, waarlangs de betwiste geul
zich uitstrekt, is dezerzijds nooit ontkend.
Maar geen enkele Belgische pretentie kan
de oude historische rechten van Nederland
en hpt volkenrechtelijk beginsel te niet doen,
dat de souverein van een riviermond ook
de verbinding daarvan met de volle zeehe-
heeracht.
„De Telegraaf' steunt de Belgisohe aan
spraken door te schrijven, dat on4e regee
ring over de verdeeling der Wielingen een
compromis moet zoeken met de Belgische;
anders heft zij kans ertoe gedwongen te
worden.
Zich krampachtig vast te houden aan oude
„aanspraken" tot ver voorbij een vreemde
kust en zelfs tot in de open zee (buiten de
drie-zecrnjjlenHtrook) kan niet goed zijn.
Vooral niet, wanneer ze dateereu uit de vroe
gere eeuwen, toen de heerschafppij over doe
len van de zee op niet veel anders dan wille
keur berustte.
Inderdaad, wanneer de Nederlandsche
Steenkoolpol lt lek.
De „N. R. Ct"- levert critiek op de steen
kool-politiek der regeering, welke er op
neerkomt, dat aan de huisbrandstokers tot
op zekere hoogte een vorkeursreoht op de
productie der Limburgsche mijnen wordt
toegekend, ten koste van de andere groepen
van brandstof verbruikers.
Dit acht het blad bedenkelijk. Op ge
noemd nationaal bezit, zoo schrijft het, kun
nen de spoorwegen, de gasfabrieken en de
industrie evengoed rechten doen gelden als
de particuliere verbruikers. Er is in een
staat van gelijkgerechtigden goenerlei re
den, de huiskachels met de Limburgsche
goedkoopere kolen te stoken cn alle andere
belanghebbenden met dure buitenlandsche
steenkolen op te schepen.
Nu weten wij wel, dat de huisbrandsto
kers ook buitenlandsche kolen krijgen toe
gemeten, maar dit maakt voor den hun toe-
gerekenden prijs geen verschil, en evenzoo
maakt het voor de gasfabrieken, de spoor
wegmaatschappijen en de industrie geen
onderscheid of zij Nederlandsche of vreem
de steenkolen verkrijgen, want ook al krij
gen zij de eefrste, zij moeten toch den hoo-
gen prijs betalen. Aan deze bedenkelijke
subsidieering van particuliere kolenverbrui-
kers door gasfabrieken, spoorwegmaat
schappijen en industrieën worde zoo spoe
dig mogelijk een einde gemaakt
Hetzelfde nummer der „N. R. Ot", dat
bovenbedoelde beschouwing bevatte, bracht
een officieus berlht over de brandstofcfen-
distributie. Daarin leest men allereerst, dat
er in afzienbaren tijd nog geen sprake zal
kunnen zijn van opheffing dezer distribu
tie; en voorts, dat de regeering n i et kon
voldoen aan den van de zijde der industrie
kenbaar gemaakten wensch, om den prijs
van huisbrand- en industriekolen gelijk te
maken. Zij blijft zich op het standpunt stel
len, dat de Limburgsche kolen, die thans
aan de huisbrandverbruikers tegen kost
prijs verstrekt worden, in de eerste plaats
moeten dienen voor verwarming.
UIT DEN OMTREK.
Wlerlngen.
j. 1. Dinsdag herdacht de heer A. Zomerdijk
zyn 25-jarig jubeleum als Keurmeester bij de
gemeentelijke Zeegras-Exploitatie. In de ver
gadering van B. en W. werd de heer Zomer
dijk door de voorzitter hartelijk toegesproken
gefeliciteerd en hem tevens een stoffelijk blyk
van waardeering in den vorm van een leuning
stoel aangeboden. De heer Zomerdijk getrof
fen door deze hartelijke toespraak enz. dankte
er B. en W, voor. Op de receptie ten huize
van den heer Zomerdijk gehouden, kwamen
velen hun geluk wenschon en kwamen nog
diverse presenten binnen. Wij hopen dat het
de heer Zomerdijk nog lange jaren gegeven
mag zijn zyn betrekking te vervullen.
over de maand Mei 1920.
GEBORENJan, z. v. L. Star en van T. Hol
lander; Leonardus, z. v. Marceles Weljers en
van C. van Emmerik; Roelofke, z. v. P. Tysen
en van L. BrilAriaantje, d. v. A. Schenk en
van J. van Egmond; Wilhelmus Cornelis, z.
v. W. Tamis en van D. G. van Koningsbruggen
Petrus Johaunes, z. v. T. A. F. Zylmans en
▼an S. Kok; Nantje, d. v. K. Nieuwland en van
M. Grin j Cornelis Iman, z. v. I. C. Geluk en van
A. Bakker; Cornelis Petrus, 2. v. P. Huiberts en
van 0. M. Schilder; Harmen, z. v. J.Lynsveld
en van A. Visser; Anna, d. v. J. van den Hoek
en van N. van der Valk; Margaretha Geer-
truida Catharina, d. v. J. F. van den Berg en
van C. H. BergmanPetronella, d. v. W. H. de
Haan en van A. Buitelaar.
ONDERTROUWD: Jan Kistemaker en Neel
tje Tysen; Evert Komen en Catharina Jonker;
Gerrit Rampen en Anna NannisPetrus Duin-
meijer en Haartje KooijPetrus Johannes Nieu-
wenhuizen en Grietje VoorthuijsenJohannes
Petrus de Goede en Anna Antonia Timmer;
Cornelis Johannes Blaauboer en Margaretha
Kersloot; Adrianns van Kooten en Geertje
Koster.
GETROUWD: Dirk Vlaar en Margaretha
Heddes; Abraham Dekker en Carolina Josina
Jacoba Crum; Cornelis Koorn en Adriaantje
Spigt; Tijmen Houtlosser en Guurtje Wuis;
Dirk Kleen en Trijntje Vogelenzang; Jan
Kistemaker en Neeltje Tysen; Evert Komen
en Cathrina Jonker; Gerrit Rampen en Anna
Nannis. Petrus Johannes Nieuwenhnizen en
Griekje Voorthuysën. Johannes Petrus de Goede
en Anna Anthonia Timmer. Cornelis JohAnnes
Blaauboer en Margaretha Kersloot.
OVERLEDEN: Neeltje Noorden, Wed. van
Albert Zegers, oud 76 jaar; Franciscns Wil
denburg, oud 16 dagen, z. v. A. C. Wildenburg
en van C. MesmanPetrus Johannes van Kessel
oud 2 jaar. z. v. J. F. van Kessel en van A. Beers'
over do maand Maart 1920.
Geboren: Trijntje, d. v. M. C. Hollander
en M. ButterDiewertje, d. v. Jb. Hgyblok
en G. Bakker; Dina Maria, d. v. J. Rotgans
en G. Visser; Neeltje, d. v. A. Doves en N.
GlimGeertruida Agatha d. v. J. M. Leendertz
en C. E. Waardenburg;
Overleden: Maartje Koorn, echtgen, v. C.
Everts, oud 87 Jaron; Jaoob VisBer, oud 2
Jaren, z. v. 0. Vissor en M. Mulder; Maria
Duynkor, oud zes maanden, d. v. Jb. Dnynkor
en W. Koorn; Hendrik Cornelis Engel oud
negen maanden s. A. Engel on G. Koorn;
Trijntje Muldor oud 54 Jaren oohtgen, van
D. Heybloki Geertje Zomerdijk, oud 69 Jaren
eohtgon. van Corn. Vermeulen.
Be -
Roomsoh-Katholieke militairen van het Garnizoen
to Den Helder, zal worden gehouden op Zaterdag
5 Junt a.8„ ln do Roomech-Katholieike Kork in de
Nieuwstraat alhier.
Dicnstverlatln» van militairen.
Door den Min. v. Oorlog ia aan de autoriteiten
der landmacht oeno opgave gevraagd van het aan
tal jaat-wedde-genietomlo mllltatron beneden den
tang van officier, dat. met toopassing van do voor
hën nopens dlonstvorlatlng bestaande bepalingen,
vóór of op 1 April 1021, al of niet onder tookon-
uing van ponsioen, uit deu militairen dienst meet
worden ontslagen,
van 2 en 8 Juni 1920.
ONDERTROUWDH. L. Galló en B. Schepel;
J. Kramer en A. PasterkampA. Kramer en
E. Hammor; H. Baanen en 0 Schenk; A. J.
van der Laan en D. Heydenrjk.
BEVALLENA. van Tol—Berveling, z.
T. de Boer—Molenaar, z.
OVERLEDENJ. Louwhoff; 10 d.O. Note-
baart—Hoppe, 78 j. j B. van LeeuwenVer
meulen, 29 j.
Departement van Marine.
Bij Kon. Besluit van 29 Mei is, met ingang van
16 dezer:
lo. vice-admiraal W. Th. de Booy, eervol ont
heven van de betrekking van ohef der afdeeling
materieel bij het departement van marine;
2o. aan genoemden vice-admiraal, op zijn ver
zoek, wegens langdurigen dienst, eervol ontslag
uit den zeedienst verleend, onder toekenning van
pensioen en onder dankbetuiging voor de vele
goede en gewichtige diensten, door Bbm aan den
lande bewezen;
3o. aan kapitein ter zee M. Wi.it, wegens onge
schiktheid voor de verdere waarneming van den
militairen dienst tengevolge van lichaamsgebre
ken, eervol ontslag uit den zeedienst verleend, ou
der toekenning van pensioen;
4o. de betrekking van chef der afdeeling mate
rieel bij het departement van marine opgedragen
aan kapitein ter zee J. H. Zeeman.
Bij K. B. is bii het Dep.
aan den admin. W. N. M. Huart, op verzoek,
van Mar., met 1 Aug.
ontslag uit 's lands dienst verleend, onder dank
betuiging voor de veeljarige zeer goede diensten
door hem aan |len lande bewezen; benoemd tot
adviseur-honorair, de eervol ontslagen administra
teur W. N. M. Huart
Bevorderd tot hoofd-commies aan het Departe
ment van Buitenlandsche Zaken E. L. F. Themps
Jr, thans commies.
Bevorderd tot administrateur, de referendaris
Th. D. C. Meyneke; tot referendaris de hoofd-
oommiee E. H. Schmidt en E. A. Becbt; tot hoofd
commies, de commies D. J. Sonne.
De indertijd nog door den vroegeren minister
van marine, mr. Byleveld, onder presidium van
mej. J. H. Kuyper ingestelde damee-conunissie van
advies, inzake de verzorging van militairen der
zeemacht in de hospitalen der Koninklijke marine,
heeft Maandag haar verslag uitgebracht aan den
minister van marine ad interim.
De machinist 3e kl. S. Jarlng is met 7 Juni ge-I
plaatst bij 's Rijks werf te Willemsoord; de offi
cier-machinist 3e kl. C. de Vries is met 1 Juni ge-1
steld op non-activiteit, op verzoek.
Bij Kon. Besl. van 29 Mei zijn met 31 Juli be-1
vorderd tot officier van gezondheid le kl. de offi
cieren van gezondheid 2e kl. W. Dooren, C. W.
Bottema, A. J, F. Tkorbeoke en G. O. van Nieu-
wenhuizen.
De luitenant ter zee le kl,
wordt 7 Juni geplaatst in
Wachtschip Willcmaooul.
J. J. van der Linden
de rol van Hr. Mij
Met ontslag uit den Zeedienst.
Met 2 Juni: matroos 3e kl. I. N. Gunneweg,
G.
H. de Jager; op 6 Junimatroos le kl. G. B. Stuur-1
man; op 7 Juni: matroos 3e kl. B. Sjerp; op 8 Juni:
stoker 2e kl. A. Douw; op 16 Juni: matroos 2e kl.
J. C. Gioeokam; op 16 Juni: matrooB 3e kl. W. do
Haan; op 19 Juni: matroos le kl. H. Tasseron; op
20 Juni: schoordor F. Duermeijer: op 25 Juni: E.
J. Altorfop 27 Juni: marinier 2o kl. EL A. Jacobs.
Woningnood.
Door den Min. v. Oorlog is bepaald: Indien de
belangen van den dienst zich in het algomeen niet
tegon heen- en weerreizen verzetten, behoort voor
de gehuwde beroepsmilitairen, die tengevolge van
woningnood gescheiden van hun gezin leven, zoo
dra mogelijk oen aanvraag voor eon abonnement
op Rijkskosten op trein, tram of boot naar dol
woonplaats van hot gezin aan hot Dop. v. Oorlog
tie worden gerioht. Wordt gebruik gemaakt van
oen eigen riiwiel of motorrijwiel, dan kan eon
voorstel worden ingediend tot het toekennen van
een vergoeding. De verbiijftoelagen worden alsdan
niet genoten. Over het tijdvak tot aan den datum
waarop een abonnement wordt verstrekt, behoort
de belanghebbende zoo mogelijk al dadelijk van
een bestaande reisgelegenheid gebruik to maken,
De deswege door hem gemaakte reiskoeten kunnen
aan het Rijk ln rekening worden gebracht.
Vrije Geneeskundige Behandeling. (Nieuwe
Bepalingen).
Door den Min. v. Oorlog is bepaald: In nlaateen,
waar in vredestijd officieren van gezondheid
voortdurend aanwezig zijn en de genees- en ver
bandmiddelen uit een militaire apotheek worden
verstrekt, of in plaatsen, waar ln vredestijd voo.r
rekening van het Dep. v. Oorlog voortdurend, in
den algem. mil. genoesk. dienst wordt voorzien,
zijn gerechtigd tot het erlangen van genees- en
hoolkundige hulp door offic. van goz. of door ge
neeskundigen, dio aangewezen zijn, en tot het ver
krijgen van genees- en verbandmiddelen door do
zorg van het Dep. v. Oorlog: le. de beroepsoffi
cieren in workelijken dienst, met verlof of op non
activiteit (zoowel met als zonder bezwaar der
schatkist) en hunne inwonende vrouwen en (of)
zij, die deze bij ziekte of na overlijden vervangen,
alsmede hunne inwonende eigen en aangehuwde
kinderen en vaste inwonende dienstboden, ook dan
wanneer zij zich ophouden in eene plaats, als hier-
omschreven, doch buiten de verblijfplaats
't Is maar een staaltje, wat lk u vertel. Do
geschiedenis is werkelijk gebeurd. Ze is
woord voor woord waar. Er is niets bij ver
zonnen, geen kleinigheid, geen onderdeeltje,
niets. Enhet is een staaltjel
In een of andere stad in GaUclë, Boracze
of Kamorcze of zoo iets, dat we hier niet
kunnen onthouden, woonde een aanzienlijk
Joodsch man. Hij behoorde tot de bestuur
ders der Joodsche gemeente in zijn stad en
hij verzorgde haar aangelegenbeden met
hart en ziel. Hij kon het doen, hij had er den
tijd voor; want hij was een rijk man. Zoo be
steedde hij zijn tijd aan „goede daden".
Zijn vrouw dat was een figuur in het
stadje. Waar het weldadigheid gold, door
geld of door zelf-handelend te helpen, nam
zij de eerste plaats in. Niet uit roemzucht
om in de courant te komen; want met zelf
naar de armsten te gaan, als ze ziek waren,
en ze te verplegen, in stilte, kom je niet in
de courant. Ook niet met 's avonds als nie
mand het ziet, naar de huizen der armen te
gaan, en zelf hout te gaan brengen voor ver
warming. En zulke dingen deed zij. Alle be
sturen van weldadigheidsvereenigingen had
den haar noodig en verkregen baar hulp.
En alle armen hielp zij, Joden en niet-Joden,
zonder onderscheid van gezindte. En menig
een was haar dankbaar voor met verstandig
inzicht bewezen hulp. De niet-Joodsche ar
men wisten, dat ze nooit voor niets bij haar
kwamen, als ze ook maar eenige aanspraak
op hulp konden maken.
Ze hadden drie kinderen, twee dochters
en een zoon. De zoon was op het gymnasium;
zat ln de hoogste klas.
Een groot huis bewoonden ze en ze leef
den er grootscheeps. Er was altijd open huis
en open tafel. De gasten gingen er ln en uit
En de arme, die hongerig aan de dein* klop
te, vond steeds een plaats aan de tafel en
verliet het huis verzadigd. De ijzerhandel
leverde ook voor deze onbeperkte weldadig
heid genoeg op. Het behoeft wel niet ver
klaard te worden, dat de vader van de vrouw
des huizes, die er in huls was, er een geluk
kige levensavond had. In zijn tijd was hij
een aanzienlijk man in de stad geweest; had
flink gearbeid, veel voor anderen gedaan, en
de rust op zijn oude jaren wel verdiend.
Maar nu breekt de oorlog uit!
Galicië wordt door de Russische legioenen
overstroomd. Overal begint de Russische
verovering der steden met een Jodenvervol-
ginkje. Gewoonlijk worden de voornaamsten
dpr Joodsche gemeente om te beginnen maar
vast opgehangen of doodgeschoten. Of wel;
de Russen gaan naar de Synagoge tijdens
den eersten dienst na hun komst en hangen
daar een stuk of tien der aanwezigen op.
Hier gaat 't een weinig anders; d.w.z. niet
ln 't algemeen, maar met het gezin, waar we
over spreken.
De vader is bestuurder der Joodsche ge
meente; dus een vertegenwoordiger der Jo
den; dus wordt hij, daar hij niet dadelijk ver
moord is, valsch aangeklaagd. Een- Rus
sophiel klaagt hem bij de Russen aan, Aus-
trophiel te zijn; dat wil zeggen: iemand, die
met de veroverende Russen goede vrien
den is, klaagt hem aan, dat hij met het land,
waar hij eigenlijk toe behoort, Oostenrijk,
goede vrienden is. Als je Jood bent, mag je
dat niet; dus moet je altijd goede vrienden
zijn en bewijzen steeds geweest te zijn, met
de partij, die nu «juist de macht heeft, je te
mishandelen en te vermoorden. Kan dat niet,
dan wordt je mishandeld en vermoord.
De aangeklaagde wordt derhalve geboeid
naar den Russischen commandant gevoerd.
Hij wordt bij den commandant mishandeld
en geslagen. Zoo hevig, dat zijn lichaam
overal gewond is. Die wonden, die in de ge
vangenis der Russen niet hygiënisch behan
deld worden, maken hem hevig ziek. Daar
bij komen de slechte voeding, de gevange
nistoestanden, de geestelijke ellende. Hij
wordt zóó ziek, dat de artsen, die hem onder
zoeken, verklaren, dat zijn leven aan een zij
den draadje hangt. Zijn familie en zijn vrien
den koopen hem vrij. Dat wil zeggen: ze be
talen een paar duizend aan den Russischen
commandant en daarvoor mag de haast ster
vende de gevangenis verlaten. Hij is vrij; hij
komt thuis; doodziek, in een vreeselijken
toestand.
Na een paar weken verandert de militaire
constellatie. De Russen worden verjaagd en
de Oostenrijkers rukken de stad binnen. Of
het daar denzelfden man was, dien Russo-
voren ppm gQ d „wl/
van het hoofd van het gezin; 2e. de militairen bo-1 de vader wordt bii da^Oosfftririikers aange'
neden den rang van officier, tijdens hun verblijf if UOStenryaers on
Waarvan? Men gelooft het mis-
niet, maar 't is zoo: hij wordt aange-
klaagd, in de stad voor de Russen propa
ganda gemaakt te hebben. Daar hij een jood
Eindelijk komt de wapenstilstand. En die
brengt een massa verstandige bepalingen
mee. O.a. een, waarvan het gevolg is, dat
Lemberg aan de Oekrajieners komt. Deze
zijn nu meester daar en regeeren er. Maar
dan komen de Polen en belegeren Lemberg.
Ze ztrljden met alle mogelijke twintigste
eeuwsche middelen, dus ook met bommen.
Heel gewoon.
Op het huis, waarin de moeder met haar'
vader en haar drie kinderen gebrek lijden,
slaat een shrapnell neer. Het dak wordt ver
nietigd, de zolderihg wordt uiteengeslagen
en de moeder wordt getroffen. Ze blijft op
de plaats dood.
Hiertegen is de geest der oudste dochter,
pa alles, wat ze reeds doorstaan ha<\, niet
meer bestand. Bij het lijk van haar moeder
wordt ze waanzinnig en in baar waanzin
springt ze het raam uit.
Haar broeder, die dit alles ziet gebeuren,
wil haar redden. Hij snelt naar het venster
om haar te grijpen. Hij is echter te opgewon
den, om goed toe te zien, op wat hij doet.
Hij heeft te veel vaart, buigt zich uit het
raam voorover, om zijn zuster nog te kun
nen pakken maar, doordien hjj te veel
vaart heeft, schiet hij te ver het raam uit en
valt naast zijn zuster op de straatsteenen.
Het meisje sterft daar, waanzinnig, na
enkele minuten. Haar broeder ligt daar
naast, ziet dat voor zijn oogen gebeuren,
maar kan zich niet bewegen, want zijn bee-
nen zijn verpletterd. Hij wordt eindelijk op
genomen en naar een ziekenhuis gebracht.
De grootvader, de oude man, is daar ook
niet tegen bestand. Hij ziet zijn dochter ster
ven, zijn kleinkinderen zóó eindigen en Ijj-
den, hem treft een hartslag. Een dag later
gaat hij de groote rust in.
Twee zijn er dus nog: de zoon, die in het
ziekenhuis ligt en het jongste zusje. Dat
zusje zorgt voor het eten van haar broer; ze
maakt het ritueele eten voor hem gereed en
brengt het hem van hui» uit naar het zie
kenhui». En iederen dag wacht die broer op
zijn zu»ter, ziet er met verlangen naar uit,
dat ze weer aan zijn ziekbed komt.
Na eenige dagen namen de Polen de stad
in. Er heeft natuurlijk dadelijk een pogrom
plaat». Het zusje, dat eten naar haar broer
wil brengen, wordt aangegrepen, mishandeld
en vermoord. Gewoon, een slachtoffer van
het pro grom. En baar lijkje ligt daar ergens
op straat.
de toebereiding en andere omstandigheden.
De grootste tegenstellingen bestaan bii ver-
sche visschen.
Het minste vet heeft de om zijn smakelijk
heid graag gegeten zeetong, die slechts voor
V* pot. vet en voor 86 pot water bestaat. Over
het algemeen gaat trouwens bij versche visch
gering vet- en hoog watergehalte steeds sa
men. De grootste vetrijkdom bezit zalm, die
zelfs versch voor meer dan een tiende uit
vet bestaat, en slechts 67 pet. water heeft.
Zeer vetarme visschen zijn schelvisch,
dorsch, snoek en baars. De schol heeft even
eens weinig vet Tot de vetrijke visschen er
kent men na den zalm in neergaande lijn de
haring, de makreel en verder de heilbot.
Vooral de haring heeft een hoog vetgehalte
van 85 pet. Daarentegen is van alle genpem-
de visschen behalve de zeetong de haring
het armst aan eiwitstoffen. Zeer gering is
het vetgehalte van gedroogde visschen, b.v.
bij den stokvisch, maar toch altijd nog groo
ter dan bij versche schelvisch en zelfs bij
zeetong. Bovendien bestaat de zeetong voor
meer dan 4/5 van zijn droge stof uit eiwit
stoffen. Van de gezouten visschen wint het
de haring met bijna 17 pet. vetgehalte en
maar 46 pet. watergehalte. De gerookte sprot
heeft 16 pet. vetgehalte, terwijl de zalm in
gerookten toestand maar weinig meer vet
heeft dan in verschen. Gerookte haring of
bokking heeft 8 9 pet. vet.
De sardines in olie 'bezitten, hoewel ze in
olie zwemmen, zelf minder vet dan de ge
rookte zalm, de sprot of zelfs de gezouten
haring.
Interessant is het pas sinds korten tijd we
tenschappelijk vastgestelde feit, dat het vet
gehalte van den haring en ook van andere
vissollen veel afhankelijk is van het jaarge
tijde, waarin de visch gevangen is. Een in
Mei gevangen haring had slechts het zeer
phiel, als de vorige keer, weet ik niet; maar i g^^ge vetgehalte van 25 pet., terwijl een
r vou omcier, ujuens nuu verDüjf2?WOrdt W1 ^«^erS «an2e' 1
onder de wapenen, ook dan, wanneer zij zich metl
Bewoon- of klein-verlof of met verlof tot herstel I SChien
van gezondheid ter plaatse bevinden, en hunne
inwonende vrouwen, kinderen, dienstboden, enz.
(als voor de officieren is bepaald)8e. de verlofB-
officieren en het verlofspersoneel tijdens hun ver
blijf onder de wapenen; 4e. de werklieden bij de
is en de oommandant eigenlijk een Pool,
M -- wordt hij op grond van die aanklacht dade-
korpsen en hunne gezinnen, voor «zoover zulks is lijk gevangen genomen De commandant zet
aangegeven in de nun betreffende voorschriften. hRm i.AA.],in genomen. i>e oomiii
1 nenb voorloopig maar eens, zonder eenig on
derzoek in de gevangenis. Er volgt echter
toch een proces, waarbij zijn schuld nader
onderzocht zal worden. In de gevangenis
wordt de man, die nog lang niet genezen was
zóó ziek, dat hij op advies der artsen en na
het storten van een hoogen borgtocht, de ge
vangenis weer veriaten mag. Hoe ziek hij
is, kan men wel denken. Wat zijn zenuwen
doorstaan hebben, is niet te beschrijven.
Daarbij komt de gerechtvaardigde angst I
voor den afloop van het prooes. Dit alles
grijpt den uitgeputten man zoo aan, dat hij
al zwakker en zieker wordt en sterft.
Ayn begrafenis heeft onder groote deel-
nt'innig plaats. En als hij juist ten grave
gedragen is en ln de diepste smart zijn
vrouw en k indexen, om hem treurende, ter
aarde zitten, komt er-officieel bericht van
de militaire rechtbank: de beschuldiging is
ongegrond gebleken en de beklaagde ls
vrijgesproken!
De militaire constellatie verandert weer.
De Kussen tasten de stad opnieuw aan. En
nu worden de inwoners geëvacueerd. Wat
in begin September gevangen haring 33 pot.
bezat. Daarna schijnt de vetrijkdom dan weer
tot het begin van den zomer af te nemen.
De gastronoom wist intusschen al lang,
dat de haring in Mei het lekkerst is en vormt
dit nationale zeebanket in dien tijd de groot
ste delicate*^(Maandbl. t. Ven
Bij beslissing van den Commandant der Ie Di
visie is de sergeant-majoor-instructeur H. C. van
Krimpen, van het 3e bat, 21e reg. inf. te Den
Helder, gedotaoheerd bij de Kon. Mil. Aoadeuiie te
Breda, overgeplaatst bii hot Co rag., aldaar Lu gar
nizoen.
To rekenen op 29 Mei 1920 lfl bevorderd tot kor
poraal bii het 21e rog. inf. de mll.-eoldaat W. van
der Werf, van het 2e bat. te Deu Helder.
Door den Inap. der Inf: is bepaald, dat, aanvan-
feude 8 Juni, aan de Uembrug wedor eene oplei-
ing zal plaats vinden voor korp.-mitrailleur-her-
s teller.
De korporaal C. van Rooyen, van het 2e bat., 21e
rog. inf. te Den Helder, wordt op 14 Juni a.a. ge
detacheerd bij het 20e reg. te Harderwijk.
Bij beslissing van den Insp. der Inf. is de ser
geant le kl. J. G. Buxinan, van het 7e reg. inf. te
Amsterdam, met ingang van heden, bevorderd en
aangesteld tot sorg.-niaj.-instruoteur bii het 21e
regiment, ln garnizoen te Helder.
Aan den sergeant N. Fokkene, van het korps
pantserfort-artillerie, is de bronzen medaille voor
12-jarigen trouwen dienst toegekend, met ingang
van 9 Juni.
Troef.
Engelschen en Amerikanen hebben het niet
zoo byzonder op elkaar begrepen. En als zy
elkaar de loef kunnen afsteken, laten ze het
niet. Onlangs zat een Amerikaan op een
Londenschen auto-bus en verklaarde smalend,
dat 't in Londen een saaie boel was by New-
York vergeleken. De theaters, de cinema's, de
cabarets, het was allemaul niet veel gedaan,
meende hjj, -
Waarop een Londenaar uitviel„Wel, als
je dan geen pleizier hebt in de theuters en
de cinema's hier, en als alles je verveelt, kan
ik je nog wel helpen aan een paar adressen
van restaurants, waar je de Amerikanen kunt
hooren eten 1"
„Juffrouw", zei de iandlooper, „lk heb ln
twee dagen geen wurm maal gehad".
„Zoo", antwoordde de boerin, terwijl ze den
waakhond van den ketting deed, „nou, hij
ook niet. Je zult hem dus wel niet kwalijk
nemen...."»