Het krediet aan Dultschland en de
oonfeotiefabrlkanten.
Aan de Tweede Kamer heeft de Landelij
ke Bond van Oonfeotiefabrlkanten een
adres gezonden, waarin hU er op aan dringt
dat de Kamer, alvorena het wetsvoorstel tot
verloenlng van een krediet van 200 mlllloen
aan Dultéohland aan te nemen, de Neder-
landache lnduatrloelen, bijzonderlijk die ln
textiel en confectie, hoort. Deze Induatrlee-
len hebben zich ernstig te beklagen over
de tallooze moeielljkheden en bezwaren en
de ongeoorloofde flnanoieele lasten van
Dultaohe zijde aan haar opgelegd bil ex
port harer produoten naar Duitsohland, ter
wijl de Duitsche concurrenten met een lut
tel invoerrecht van 5 pet. en vrijwel zonder
moeite in ons land importeeren naar belie
ven. Tegenover het belangrijke financieele
voordeel, dat dit wetsontwerp aan Duitsoh
land belooft, moet, naar de meening van den
Landelijken Bond van Oonfectiefabrikan-
ten, een behoorlijke faciliteit voor den Ne-
derlandsoben import worden verlangd.
Broodkaart
De directeur van het Rijtóbureau voor de
distributie van Graan en Meel maakt bekend,
dat als wittebroodkaart voor het 142ste tijd
vak, hetwelk loopt van 8 tot en met 11 dezer,
zal dienen de Rijksbroodkaart ln de oranje
kleur op paarsen ondergrond.
Marlnebegrootlng.
Verschonen Is het Vcorloopig Verslag op
de Staatsbegrooting van Hoofdstuk VL
Door sommige leden werd het betreurd, dat
geen nadere ontvouwing werd aangetroffén
van het door den nieuw opgetreden mini»,
ter te voeren beleid op maritiem gebied. An
dere leden daarentegen achtten dit volko
men begrijpelijk. Aangezien de minister
-deze begrooting beschouwt als een orediet-
wet zou men het op prijs stellen, indien
eenlge der posten op tiïz. 1 en 2 der M. v.
T. genoemd, nog van de begrooting werden
afgevoerd.
Eenige leden vestigden de aandacht op
het hooge eindcijfer, terwijl de marine meer
en meer verloopt.
Gevraagd werd wanneer de proeftochten
zullen kunnen worden gehouden met de
„Java" en „Sumatra" en wanneer die kun-
nen worden afgeleverd. Men vreesde, dat
de afbouw door de directie der werven
wordt gesaboteerd. Wil de minister, zoo
werd gevraagd, bijv. door het uitloven van
premies den afbouw bespoedigen.
Gevraagd werd of het juist is, dat de ma
rine voor zoover die tijdens de mobilisatie
naar Vllssingen ls gebracht, thans naar
Hellevoetsluls zal terugkeeren. Die over
brenging naar Vllssingen heeft schatten
gekost.
Dolk wenschte men dat de Minister de Ka
mer zou inlichten omtrent zijn plannen met
den vliegdienst. Wat denkt de minister te
doen, vroeg men, om het verloop der marine
tegen te gaan?
Het Zweedsche eskader.
- Thans ls bekend geworden, dat het Zweed
sche eskader, dat naar gemeld word, tijdens
een oefeningsrels ln de Noordzee, ons land
zal bezoeken, den 6den dezer te Amsterdam
verwacht kan worden.
Tijdens het verblijf der Zweedsche oor
logsschepen zullen '/twee torpedobooten der
Kon. Ned. Marine eveneens te Amsterdam
vertoeven.
Do luitenant ter zee le klasse de Josselin
de Jong wordt aan den Zweedschen eska-
deroommandant schout-blj-naoht Graaf
Wachtmeister, toegevoegd.
Weder en wind dienende, zullen de twee
bovenbedoelde Nederiandsche torpedoboo
ten het eskader op de grens onzer territo
riale wateren te gemoet varen opdat de
vreemde schepen, bij hun aankomst op Ne-
derlandsch gebied verwelkomt kunnen
worden.
De stakers van 8 Juni.
Aan de „Nederi." wordt gemeld:
Van zeer betrouwbare zijde verneem ik
thans, dat de meerderheid van het ooilege
van B. en W, te Amsterdam, van meening
ls, dat de gemeentewerklieden, die op 8 Juni
festaekt hebben, gestraft moeten worden.
evens verneem ik, dat daardoor voor een
ernstig oonflict met wethouders Wibaut en
De Miranda moet worden gevreesd, eeh con
flict, dat zeer wel zal kunnen lelden tot een
aftreden van die wethouders.
De Haagsche tramquaestle.
Tusschen B. en W. en de H.T.M. is over
eenstemming verkregen omtrent de voor
waarden van de tariefsverhooging op de
grondslagen door B. en W. aangegeven.
Een Staking van het trampersoneel wordt
thans a.a Zondag niet meer verwacht
Van de grens.
Men schrijft uit Dinxperloo aan het „Hbl..":
Aangelokt door advertenties in de Duitsche
bladen, dat hier in den omtrek levensmidde
len tegen billijke prijzen verkrijgbaar zijn.
kwamen hier Dinsdagavond ongeveer 10.000
Dultschers uit het W'estfaalsche mijngebied
langs de grens. De grensweg stond geheel
Vol. De reizigers werden teleurgesteld, daar
er goen levensmiddelen waren, wel koffie,
reep en tabak, en wilden nu het dorp blnnon-
dringen. De politie, die versterkt was, on de
komm lezen hadden moeite, de mensohen te
rug te drijven.
De motie-Ossendorp inzake voorschot aan
onderwijzers ls door de Tweede Kamer
aangenomen.
Het subsidie aan de .Nationale Opera is
door de Tweede Kamer goedgekeurd.
Correspondentie.
Een lezer wijst ons op hetgeen tijdens de
kennis te Groningen gebeurd is, toen aldaar
een vloer van een toboggan bezweek. Hij
aoht het zeer noodig, dat, nu sommige tenten
en Inrichtingen allicht tijdens den oorlog niet
gebruikt zijn, terdege toezicht wordt gehou
den op de constructie van die inrichtingen.
GEMENGD NIEUWS.
Inbraak.
Te Volkel (Nbr.) la Ingebroken ln do wo
ning van den kassier van den N.-Br. Chr.
Boerenbond. Er werd voor 40.000 aan gelds
waarden en geldswaardige papieren ont
vreemd, waarvan voor ƒ18.000 aan effecten
ln de nabijheid, ln een sloot werd terugge
vonden.
In beslag genomen.
Wij lozen In „Het Volk", dat de Haagsohe
politie heeft verboden het tentoonstellen van
het jongsto nummer der .Notenkraker", als
aanstootelijk voor de eerbaarheid. Later is
het exemplaar teruggegeven, doch het mocht
niet meer voor het raam uitgestald worden.
WAT ONZE MARINE IN OORLOGSTIJD
HEEFT GEDAAN.
Huldiging Burgemeester Wljdenea
Spaans te Anna Paulowna.
Toen te Anna Paulowna bekend werd dat
Burgemeester Wljdenea Spaans, wegens
zijne benoeming tot Dijkgraaf van 't Hoog
heemraadschap Noord-Hollands Noorder*
kwartier, als Burgemeester zou bedanken,
vormde zich een comité om den scheiden
den Burgemeester te huldigen. Deze ge
beurtenis had plaats Woensdagavond 80
Juni, in Veerburg. Op het podium, sierlijk
met bloemen en groen versierd, hadden
plaatsgenomen leden van den Raad, beamb
ten der gemeente, 't comité, familieleden
van den Burgemeester, benevens de oudste
wegwerker van den Polder. De zaal was
gevuld met genoodigden, de leden van de
Zangvereeniging „Zanglust" te Kleine Sluis,
de leden van „Harmonie" te Breezand, be
nevens tal van belangstellenden. Vertegen
woordigd waren: de afd. van de Holl.
Maatsch, van Landbouw, de Tuinbouwver-
eeniglng, de Middenstandsvereeniging, de
„Post" en de. VisschersvereenlgLng te van
Éwljcksluis. Te ruim 8 uur werd het echt
paar Wijdenes Spaans binnengeleid, waar
bij alle aanwezigen zich van hunne zitplaat
sen verhieven. De voorzitter van 't oomitó,
de heer N; Raap, richtte het woord tot
Z. E. A., ln welgekozen woorden schetsen
de, wat de heer Wljdenea Spaans, vooral
tijdens de laatste 4 jaren, voor deze ge
meente is geweest. De watersnood eischte
iemand met buitengewone capaciteiten; al
tijd zorgende, altijd regelende, alles over
ziende. Wat de Burgemeester toen voor
Anna Paulowna is geweest, hebben alle
burgers ondervonden. Na die eerste periode
kwam de watersnoodsultkeerlng, waarbij de
grootste zorg was, de gelden zoo eerlijk mo
gelijk te verdoelen, Toch waren er ontevre
denen. De tweede voorziening was het ver?
schaffen van zaalzaad en ook hier, was niet
ieder voldaan. Daarna kwamen weder an
dere voorzieningen en dit alles eischte van
het Hoofd der Gemeente reuzenwerk aan
oorrespondentle, bezoeken enz. Gezorgd
werd voor de landbouwende bevolking en
daardoor ook voor de andere ingezetenen.
Zoo zou spreker door kunnen gaan, doch
hij wil slechts enkele dingen naar voren
brengen. Namens bijna de geheele burgerij
verzocht de heer Raap den Burgemeester
een stoffelijk blijk van hooge waardeering
in ontvangst te willen nemen, bestaande uit
2 schilderijen van Wesseling en 1 van Miol-
lee. De woorden van den heer .Raap werden
door de aanwezigen met een luid applaus
onderstreept.
De Burgemeester betuigt den heer Raap
hartelijk dank voor de woorden tot hein ge
sproken. Gaarna zal hij het gesohenk accep
teeren en de schilderijen 't beste plaatsje in
zijne woning geven. Gedurende 18 jaren
heeft hij met vreugde te Anna Paulowna
gewoond, omdat de burgerij hem zoo goed
heeft begrepen, 't Is hem en ook zijne echt-
genoote zeer aangenaam dat zijne nieuwe
betrekking hem niet dwingt Anna Pau
lowna te verlaten. Na deze sympathiebe
tuiging is hunne genegenheid voor deze ge
meente versterkt, doch hij gevoelt, dat de
heer Raap te veel heeft gezegd. Hij heeft
alleen zijn plicht gedaan, daarbij getrouw
bijgestaan door zijne echtgenoote, die dik
wijls kleine bezwaren wist weg te nemen.
Daarom is het hem recht aangenaam, dat
ook zijne echtgenoote hier is uitgenoodigd.
Hierna bood de heer Raap aan mevrouw
'VS ijdenes Spaans aan een bloemstuk, bene
vens eene schilderij, voorstellende eene
mand met bloemen, er op wijzende dit ge
schenk te willen beschouwen als een bewijs
van erkentelijkheid voor den bijstand den
Burgemeester bewezen, waardoor 't dezen
mogelijk ls geweest, zooveel voor deze ge
meente te doen. Nadat de Burgemeester
voor dit geschenk had bedankt, voerden
nog 't woord de heer O. Slewers voor de
vereeniging „Vissohersbelangen" te van
Ewijcksluls, de heer D. Stnmnn*, namens
do landbouwers, do hoor A. de Boor, namens
de Boorenleonbnnk, de hoer O. Provdo na
mens de bloembollonkweekers en do hoor W.
Komen, namens de leerlingen van don iSiln-
bouwcursus. Elke toespraak werd door den
Burgemeester beantwoord, terwijl verschel-
dono malen de Znngvereenlirlng on do Har.
monie zieh op verdienstelijke wijze lieten
hooren. Met een toepawciylc woord werd do
bijeenkomst te bijna 12 uur door den heer
Raap gesloten, waarna de heer Wljdonos
Spaans ieder hartelijk dankte, die voor de
zen avond heeft medegowerkt, de verzeke
ring gevende, dat deze dag voor hen tot
eene onvergetelijke is gemaakt.
BUITENLAND.
Oneenlgheld ln de conferentie te Brussel.
Tengevolge van den elsoh der Itallaan-
sohe regeering dat Belgiö van een gedeelte
der aan dit land toe te kennen schadever
goeding van Duitsohland zal afzien, ls er
oneenigheid in de conferentie te Brussel
ontstaan. De werzaiamhedken zijn geschorst
Het dienstbodenvraagstuk.
In Frankrijk tracht men thans het inter
nationale dienstbodenvraagstuk op te los
sen door Ghineesche vrouwen in dienst te -
nemen. Te Parijs zijn met dit doel veertig
dochters van het Hemelsohe rijk aangeko
men. Clément Vautel spreekt er ln het
„Journal" zijn vreugde over uit, dat deze
meisjes, die wel „theebloem" of „mane
schijn" of „zucht-van-den-wind in het riet"
zullen heeten, tenminste geen neef zullen
hebben bij de brandweer of een tante moe
ten begraven als er gasten komen dineereh.
De woekerrechtbank te Keulen.
De woekerrechtbank te Keulen heeft een
aantal boeren wegens het vragen van woe
kerprijzen voor fruit tot zeer strenge straf
fen veroordeeld. Teneinde te voorkomen,
dat de boeren de eene of andere stad boy-
ootten, zijn de verschillende steden over
eengekomen, alle dezelfde maatregelen toe
te passen. Mochten de boeren hun bedrei
ging, het fruit te laten verrotten, ten uit
voer brengen, dan zal het in beslag geno
men en ambtshalve geplukt worden.
Burgerlijke Stand der gemeente Helder
van 1—2 Juli.
GETROUWD: O. A. van den Heuvel en
P. Stipkes; P. Garstenveld en G. de Vries;
J. J. Karsman en G. M. Huber; B. J. van
Tol en O. O. Koster; E. de Boer en T. Put
ting; W. J. Hulpusoh en J. Dijkstra.
BEVALLEN: H. O. Schouten—de Keu-
ning, z.\ T. MolenaarOverk ampd.; J.
BoonOtter, z.: J. M. BakkerBoersma, z.;
L. JongeplerWalhroek, d.
OVERLEDEN: A. W. Freeken, 51 jaar.
BINNENLAND.
In een nota naar aanleiding van het verslag over
do Marinobegrootlng voor 1920 deelt de Minister
van Marine a. i. mede, dat er op gereikond wordt,
dat do proeftochten met de kruisers „Java" en
„Sumatra" zullen kunnen gehouden worden in Sep
tember of October 1923. Omtrent de aflevering be
staat nog geen zekerheid. Terugbrenging der Ma
rine naar Hellevoetsluls ligt niet ln ae bedoeling.
Door eon logische organisatie en, voor zooveel
zulks mogelijk zal blijken, door samenvoeging van
de vliegdieneten van land- en zeemacht. Loopt de
Minister tot bezuiniging te komen. Deze aangele
genheid is bij een commissie in onderzoek. Ver
eenvoudiging van de opleiding der officieren komt
niet aanbevelenswaardig voor. Aanstelling van een
adviseur voor sociale zaken ligt niet in de bedoe
ling. In beginsel hoeft de Min. geen bezwaar tegen
instelling van een vlootoommiesie.
Spoorwegpersoneel.
De directeur der Nederiandsche Spoorwegen
heeft tot hex personeel een dienstorder gericht,
waarin, na een uiteenzetting van het besprokene
in het laatste onderhoud met de personeelvertegen:
woordigers, waarbij de directie een advies van den
loonraad inzake de nieuwe loonregeling als nood
zakelijk voor beoordeeling, of verhooging van der
duurtebijslag wenschelijk s. op den voorgrond had
gesteld, medegedeeld wordt, dat, mochten tot het
tijdstip, waarop zij tot oordeelen beter in staat is
de resultaten van het bedriif zicsh gunstig bliiver
ontwikkelen, zooals thans in Mei gebleken is be-
geval te ziin, zi.i bereid zal zijn. aan hen. aan wi>
dan een verhooging van inkomsten wordt verleend
deze toe te kennen met terugwerkende kracht te'
1 dezer.
KORTE BERICHTEN.
D«'Min. v. Landb. zegt ln de Kamer, dat
by de melk zal vrijlaten en de ultvoerheffing
op kaai verhoogon.
Nederlandiohe vakvereenigingen znllen een
groot aantal Weensche arbeiderskinderen naar
ona land doen komen.
De Amsterdamsche Raad heeft Donderdag
avond besloten den heer Kolthek niet tot het
raadslidmaatschap toe tp laten, wyi hl) in
Den Haag woont.
Brntalo treinberooving.
Een zeer brutaal stukje heeft zich Woensdag
avond afgespeeld ln den trein van ongeveer 9 uur
EascbenRoosendaal.
Een Zwitser, horlogemaker van beroep, had to
Essehen in een compartiment Ille klas plaats ge
nomen, toen twee ongure kerels binnen stapten.
Deze spraken tot elkander een vreemde taal. Hal-
verwego vroeg een dor kerels vuur. De Zwitser
wilde dit geven, doch kreeg een geweldigen slag
op het achterhoofd en een steek met een mes ln
den hals. In de nu volgende vechtpartij kreeg hii
nogmaals oen verwonding in de linkerzij, waarop
Lij bewusteloos ineen zeeg. De kerels vatton ham
nu aan en smeten hem buiton. Hier bleef do onge
lukkige tegen den spoordijk liggen.
Na eenlge uren kwam hij tot bewustzijn doordat
hij ln de verte een torenklok hoorde luiden. Hij
struikelde in die richting en belandde in Nispen
onder Roosendaal. Direct werd geneeskundige hulp
Ingeroepen, torwijl de justitie met de beroovlng
op de hoogte werd gesteld. De man vermiste een
portefeuille met 800 frs., horloge met ketting en
vingerringen, dasspeld en valies met kleeding.
Aanstonds stelde de marechaussee van Roosen
daal bijgestaan door eenlge rechercheurs een uit
gebreid onderzoek in.
Men vermoedt dat de daders, welke Russen moe
ten zijn, Holland Ingevlucht zijn.
Do Zwitser ls por auto naar hot R.-K. Gasthuis
Gharitas, te Roosendaal, overgebracht.
Duur bouwen.
De Berlljn8che voorstad Schöneberg heeft een
mooi groot raadhuis, dat een tiental jaren geleden
gebouwd werd voor 8.6 mlllloen mark. Verleden
jaar keurde de raad het voorstel van het dago-
lijksch bestuur goed een betrekkelijk kleine vleu
gel er bij te bouwen,hetgeen toon 1.5 millioon
mooet kosten. Door gebrek aan materiaal word
deze bouw vertraagd. Nu is men or toe overgegaan,
doch deze kleine vleugel zal thans 6.2 millioon
moeten kósten. Dus ongeveer het dubbele van wat
het heele, reusachtige gebouw tien jaren geledon
heeft gekostl
De heer Rademaker heeft tijdens zijn verblijf
alhier een onderhoud gehad met verschillende per
sonen uit de Marine, die bijzondere gebeurtenis
sen hadden medegemaakt. Hij vertelt daarvan;
Daar zaten we dan in grooten, grooten kring
van allemaal vrijwilligers, die eindelijk er toe ge
bracht waren, om aan een landrot wat van de
doode kameraden te vertellen. Dit ls het lokmid
del geweest. Over den dooden, nu door den bur
ger haast al vergeten kameraad ging het, anders
nergens over. Dat we er, toen het ijs gebroken
was, meer uit gekregen hebben, schrijven we ne
derig en bescheiden toe aan het feit, dat we met
dat riempje meer hebben geroeid.
't Was een bonte kring: officier-commandanten
van torpedobooten, torpedojagers, mijnvegers,
mijnleggers, wacht-patrouilles, maar ook sergeant-
majoors, bootsmannen, matrozen, allemaal ln één
kring, doodgewoon en broederlijk naast elkaar.
Een enkele, heel hooge ls nog zoo goed geweest,
voor de algemeene zee-catechesatie bij ons te
komen.
Voor we het verhaal uit den grooten kring doen
eerst nog een voorbehoud. We zitten hier niet
verklaarden de vertellers om te kankeren noch
minder om ons zelf in de hoogte te steken. Wij
spreken, omdat wij uw doel op prijs stellen en om
dat we blij zijn, dat een poging wordt gedaan, om
veel misverstand omtrent de marine weg te rui
men. En zeker, we zijn een beetje jaloersch cp de
gunst, waarin het Leger heeft gestaan, tetwtjl wij
voor niet vee! meer dan afbraakrommel schijnen
te gelden.
We hebben uitdrukkelijk beloofd dit goed te
doen uitkomen en kwijten ons bij deze van die be
lofte, met te meer genoegen, waar het ook ons
niet te doen is, om allerlei schuld en verantwoor
delijkheidskwesties op te rakelen, doch enkel om
onrecht te herstellen, uit te doen komen hoe pa
raat onze marine-mannen zijn geweest, hoe kloek
zij hun leven gaven, al wisten ze de waarde van
hun materiaal en eindelijk om iets bij te dragen
tot verheldering van het marinevraagstuk voor de
toekomst, dat zoo dringend om oplossing vraagt.
Werkelijk in het laatste opzicht is een alarm op
zijn plaats. En omdat het om een zaak in de eerste
plaats gaat, zullen wij met het noemen van namen
uiterst spaarzaam zijn.
Het gesprek is allereerst over Indië gegaan.1)
Geheel onverwacht kwam 't mobilisatiebevel. Het
werd in de beste stemming ontvangen en in min
der dan geen tijd waren de torpedodivisies ge
reed. Te Soerabaja was dit b.v. in «en luttel aan
tal uren het geval. Zonder één verzet werkte men
36 uur aan één stuk. Men moet zich dat niet ge
ring voorstellen, zei een torpedist-majoor. In Indië
is een torpedoboot in vredestijd een drijvende
menagerie. Ieder heeft er zijn kooitje, huisdiertje
of wat ook. Alles moest natuurlijk weg, om de
zaak zeeklaar te maken. Je moest telkens voor 14
dagen varen. In den vaartijd kom je geen oogen
blik tot rust. Als je niet direct dienst heb, moet
je altijd wat anders doen. Van slapen ls eigenlijk
geen sprake. Alle gemnkken en zonnedekken zijn
van boord verdwenen. Zon en staal wedijveren in
uitstraling van warmte. Op de jagers li het noa
veel erger, 't Zijn levende kolenmijnen met een
gewone temperatuur van 120 graden. Onder alle
omstandigheden moest kolen geladen worden.
Onze matrozen hebben zich, hoewel het uiterste
van hen gcëiecht werd, voorbeeldig gedragen. Ge
vaar zagen ze niet. Men kon alles van hen gedaan
krijgen, omdat ze zagen, dat het noodig was, Dag
en nacht waren ze op hun hoede, Merkwaardig
was, hoe Iedereen zich volbloed Nederlander voel
de. Zco waakzaam was Jantje en zoo ongevoelig
voor aanbiedingen, dlo telkens gedaan zijn, dat
zoowel de commandant van de „Embden" als Ja
panners en Engelsche autoriteiten te Huil, Edln-
burgh en elders den Nederlandschen torpedoboot-
dienst hoogelijk hebben geroemd. De commandant
der „Embden" moet getuigd hebben, dat hij in de
Indische wateren geen kans had.
Op het stuk van neutraliteit verstond Jantje
geen gekscheren, maar voor den ongelukkigcn,
vreemden wapenmakker heeft hij steeds een goed
hart getoond, 't Was een lust, vertelde een offi
cier, die de bemanning van de Fransche to'pedo-
boot „Mousquet" geborgen had, onze jongens met
de grootendeels Annamitische matrozen te zien
omgaan. De naakte kerels waren in een ommezien
in de Zondagsche baatjes van onze jongens gesto
ken en met zoetige en pittige weldaden overladen,
ja een enkele zat met zijn ongelukkigen kameraad
uit den vreemde diens zeemanslot te begrienen.
Ja maar, vroegen wij, hoe ging dat met de taal?
Och mijnheer, was het antwoord, als een matroos
vloekt of zijn hart uitstort, doet-ie dat internatio
naal. Hoe, mag onze Lieve Heer weten, maar
matrozen verstaan elkaar altijd in 31/» minuut.
Deze officier borg ook de bemanning van het
Russische schip „Tsjemsjoeg". De eerste officier
en tamboer-majoor stierven kort na hun redding.
Zij zijn met militaire eer begraven. Het patriotis
me der Duitschers gaf ons veel te stellen. Op het
draadloos station te Sabang was gemerkt, dat de
geinterneerde Duitsche schepen, hoewel de draad-
looze installatie er natpurlijk af was gehaald, sei
nen gaf, vermoedelijk voor de „Embden". Na lang
zoeken vond men eindelijk den schuldige, 't Was
de „Preussen", die buitengewoon vernuftig, ach
ter zijn mast van allerlei hulpmateriaal een toestel
had weten samen te pruiken, dat nota bene seinen
kon afgeven. De commandant verklaarde, dat het
„bloss Spielerei" was, maar na de verwijdering
van het speelgoedje, bleef het op de draadlooze te
Sabang rustig. De heer van Nie we zullen hem
nog meer ontmoeten, want hij heeft zich voor het
heele mijnwezen in Indië en hier groote verdien
sten verworven verklaarde, dat op den mijnen
veger „Serdang" te Sabang, 36 uur na het mo
bilisatiebevel, alle mijnen gemonteerd en opgesteld
waren. Zulk rusteloos zwoegen had hij van zijn
personeel nog nimmer gezien.
Naast zeemanskunst was niet minder diploma
tieke kunst noodig. We weten, hoe onze zeelieden
door dc strijdende partijen beloerd en bevit wer
den en hoe zij telkens hun best deden, om door
dreigement of vriendelijk woord, bijzondere gunst
af te dwingen. Zoo kwam op zekeren dag te Sa
bang de „Hampshire" aanzetten. Onze gezagvoer
der wees er op, dat men aan den rand van het ter
ritoriale water was. „Ik heb niets meer aan boord",
riep de commandant, „geen druppel whisky noch
andere dranken. Kan ik niet even binnen varen?"
„Onmogelijk" was het antwoord. En toen de com
mandant, die blijkbaar dolgraag eens even neuzen
wou in Sabang, bleef lamenteeren, riep de Ne
derlander: „U krijgt een mooie kist whisky van
on9, zuiver uit beleefdheid". En aldus geschiedde.
Ook de heer van Nie was enkel lof over zijn
mannen. Nacht en dag sliepen ze bij de kanonnen.
Geen inspanning was te groot. Ik kon er alles
mee doen. Wezenlijk, in die gloeiende tempera
tuur op de gloeiende schepen, nacht en dag in ge
vaar, met de wetenschap, dat ieder oogenblik de
vriend van gisteren, morgen een vijand kon zijn,
voortdurend beloerd en bespied, was de dienst niet
gemakkelijk. Onze minnen hebben zich hun oude
traditie waardig gemaakt.
Heeft dus onze marine in Indië volgens inter
nationaal getuigenis haar eer en daarmee de eer
van het Vaderland gehandhaafd, uit den aard der
zaak stelden wij het meest belang in haar werk in
onze wateren, niet alleen voor de handhaving van
onze neutraliteit, maar ook voor het beveiligen
van onze kust en de bescherming van voedsel
voorziening, handel en industrie.
Dat werk is oorlogswerk geweest. Weet men
wel, dat zes officieren, zeven gemilitairiseerden
van het loodspersoneel en een-en-veertig onderof
ficieren en manschappen hun leven bij dat werk
hebben gelaten en dat geen enkele Militaire Wil
lemsorde is uitgereikt?
Nauwelijks was de oorlog verklaard, of de
strijders strooiden geweldige mijnvelden om ons
land. Vliegtuigen, luchtschepen, vlogen er over
heen, onderzeeërs schoten onder de golven door.
De machtige oorlogvoerenden hadden daarbij de
neiging, op onze rechten niet te veel acht te slaan.
Zij vonden eigenlijk den kleinen kijk-op-de-vlngers
lastig en toen we toch deden, wat we onzen plicht
achtten, beproefden zij niet zelden, zich achter
ons te verschuilen. Trouwens, de trouwe Oranje-
boeklezer weet, hoe door de partijen telkens diplo
matiek over onze zeemannen geklaagd is, maar
hij weet ook, dat onze Regeering altijd achter
haar bevelvoerders ter zee is kunnen gaan staan,
omdat die mannen in den moeilijksten werktijd
een koel hoofd en een onwrikbaar rechtsgevoel
bewaarden.
Hoe dikwijls heeft men getracht, als er een
waardevol object van den vijand óp ons gebied
gevallen of gestrand of onklaar gemaakt was, dat
te vermeesteren, om kennis te verzamelen, omtrent
de oorlogskeuken der tegenpartij. Wat een gesjl-
kaneer over territoriale wateren, welk een ge-
dreig, maar het slot is, dat alle strijdende partijen,
die met onze marine in aanraking kwamen, haar
dapper, eerlijk en loyaal optreden erkennen. Alleen
het Nederiandsche volk schijnt nog niet voor de
helft tc weten, welk een plichtsbetrachting, moed
en toewijding aat heeft gekost. Herhaaldelijk stond
onze zeewacht onmiddellijk voor den vijand. On
voorzichtige drift, een oogenblik gebrek aan be
leid had de schromelijkste gevolgen kunnen heb
ben. En niet alleen dit, maar onze zeeman stond
ieder oogenblik aan levensgevaar bloot Onder
haar scheepjes dreigden de mijn en de onderzeeër^
boven vliegtuig en luchtschip.
Daarbij kwam nog wat zeer belangrijks. De
zeewacht ls tevens verkenning van het allerhoogst
belang geweest. Immers, de wapenen van de vij
anden konden elk oogenblik ;tegen ons worden
gekeerd. Te weten, hoe hun mijnen werkten, hun
weermiddelen en aanvalswapenen waren samen
gesteld, wie de overtreder was bij onrechtmatige
schade ons toegebracht, was direct landsbelang
van de eerste orde. De marine heeft dat allemaal
gedaan, zonder ommezien en zonder aarzeling.
Over het mijnwezen en al wat er bij hoort vll-
1 len we in een afzonderlijk artikel vertellen, thans
nog Iets over de gewone zeewacht.
Men wete dan, dat na de mobilisatie, torpedo
patrouilles eiken dag en nacht, weer of geen weer
zelfs noodweer heeft nooit den dienst onder
broken bij gedoofd kustlicht, onze kust hebben
afgevaren van Noord tot Zuid. Elke patrouille
had haar sector. Men controleerde elkaar, doch
dat was niet noodig, verzekerden eenige comman
danten van die patrouilles ons met schitterend
oog, niet één man heeft er ooit over gedacht, zijn
traject te bekorten. Rust had je nooit, want als
je niet voer, was je in reserve. Alles moest ge-
vechtsklaar aan boord blijven, omdat ieder oogen
blik bevel van uitvaren kon komen. De dienst
duurde 48 dagen en langer aan één stuk.
Heeft men het goed gehoord, eiken dag en ln
het begin ook eiken nacht, zijn onze jongens, ook
in het vliegendst stormweer uitgevaren navl-
gare necesse erat: Er moest gevaren worden
om voor onze veiligheid te waken. Elke patrouille
bestond uit 2 torpedobooten. Men weet, dat de
kustlichten waren gedoofd, zoodat de mannen op
de brug een ontzettende verantwoording droegen.
Elke tocht kon een doodevaart zijn. Helaas, we
hebben er nooit aan gedacht, dat ejn warm klee-
dingstuk, een pittige sigaar, een pijp tabak, een
stuk kwatta, een deuntje muziek aan die moedige
kerel» óók heel welkom zou geweest zijn.
Nog zwaarder lijkt ona de dienst aan de zee
gaten. Wij hadden daar mljnvcraperrlngen gelegd
en die versperringen moesten worden bewaakt,
Ieder die onze zeegaten kent vooral het Ame-
landschc gat is berucht weet, dat daar de zee
het dolst doet. Welnu, daar lag men voor anker
met zijn scheepje, 8 man gewoonlijk aan boord,
Achter zich het eigen mUnyeld, Brak de ketting,
in een oogwenk zou de zee het schip op de mijnen
hebben geworpen. Nog erger. In de buurt lagen
dc mijnvelden der strijder». Het ls verder in die
zeegaten zoo gesteld, dot de vloed hetgeen de rb
mocht meegezogen hebben, altijd weer let» ver
der het zeegat inbrengt. Zoo is het in menigrn
stormnacht gebeurd, dat men losgeslagen en het
zeegat blnncngestuwde mijnen onder het eigen
schip hoorde doorbonsen en doorkolderen. Een
ongelukkige stoot en het was gedaan met allen.
Zoo lag men daar in den stikdonkeren storm
nacht en geen enkele vuurtoren straalde licht uit.
't Is voorgekomen, dat men 12 weken aan één
stuk daar in dien toestand de wacht betrok; in
het zicht van den vasten wal en toch die wal niet
mogend betreden. Eén keer per week werd post
gebracht, tweemaal per week voedsel. Het voedsel
werd soms met paard en wagen over de wadden
in ebtijd aangevoerd, maar het i9 voorgekomen,
dat de eb den weg niet droog maakte en dan
kon het paard niet komen. Een onbegrijpelijk be
leid had het bovendien nog zoo beschikt, dat het
Amelandsch wachtschip b.v. bij de Limburgsche
theedistributie was ingedeeld, zoodat die verzor
ging heel veel te wenschen overliet. Een dokter
was niet aan boord. Men kon dien bij ziekte uit
Ameland per sein ontbieden. Het duurde minstens
een halve dag, voor de goeie man er zijn kon. In
deze omgeving gold een bezoekje aan Terschelling
als een gang naar Parijs en den Helder ging door
voor de stad der steden. Men had er iets op ge
vonden, om het distributiebrood te bakken, opdat
het eetbaar zou blijven. Maar een feestdag was
het, als de zee voor de arme ballingen van een
wrak in de buurt een vaatje rum, een zakje meel
of eenige andere versnapering haalde. Dan wer
den pannekoeken gebakken en zat alle9 bij elkaar
te smullen en te vertellen uit lang vervlogen dagen
in moedershul9. Je leert toch altijd wat. Wij vroe
gen naar de smaak van het door de zee aange
bracht meel. O, best. U moet weten, dat het zee
water een harde schaal om het meel vormt en
daardoor het binnenste geheel versch bewaart.
Zie, aan eenige versnapering voor de mannen
op deze verschrikkelijke wachtposten is ook nooit
gedacht In den laatsten tijd hadden een paar
schepen een oude gramofoon gekregen.
Ook de wachtschip-commandanten verklaarden,
dat hun toannen prachtig van plichtsbetrachting
zijn geweest. Som9 had men wel eens eenige moei
te gehad, maar dan bleek dat geschokte zenuwen
de oorzaak der ontstemming waren, 't Spreekt
vanzelf, zei de commandant, dat ln ons kleine ge
zelschap alle rang en stand één was geworden en
wij alleen als mensch bij elkaar zaten. Voor me
nigeen is dat zeer nuttig geweest en er werd heel
wat levenswijsheid opgedaan.
Zóó heeft de marine in den oorlogstijd over
ons allen gewaakt t
De daden van onze vloot in Indië zijn uit
voerig en spannend beschreven in het boek van
admiraal Bauduln.
Het raadsel van den droom.
„Droomen zijn bedrog, zooals het gist'ren was,
zoo is het morgen nog"zegt een oud spreek
woord. Alles goed en wel, maar een spreekwoord
is gewoonlijk een dooddoener, en ln dit geval ie
het dat zeker. Want wat geleorden er ook van
zeggen mogen, het raadsel van den droom ls nog
altijd niet opgelost. Dat beweert tenminste de heer
William Archer, die een hoek in 't licht heeft ge-
foven, dat den suggestieven titel van „Dreams!
raagt. Dit boek is geen „droomuitlegger", geen
verzameling van allerlei droom-formules en hocus-
pocus, maar een bundel droom-geschiedenissen, die
waar gebeurd zijn, een serie onwaarschijnlijke,
maar niettemin authentieke droom-verhalen, zorg
vuldig geboekstaafd en letterlijk gebeurd zooals
ze beschreven worden.
Als voorbeeld van zulk een onverklaarbaar
droom-geval moge hier volgen het verhaal van den
Norway-moord, die in het jaar 1839 bedreven werd
on waarvan de opheldering uitsluitend aan den
droom to danken was. Over dit geval is in de
„Physical Research Society" heel wat to doen ge
weest, maar een aannemelijke verklaring van de
zonderlinge geschiedenis is nooit gegeven.
De moord op den heer Norway, een burger van
het stadje Wadehridge in Cornwall, vond plaat»
op den weg van Wadehridge naar Bodmin. De ver-
slagene was een man van middelharen leeftijd, hij
leefde rustig, had geen vijanden en bezat weinig
geld. In een plas bloed werd zijn lijk op den weg
gevonden. Een belooning werd uitgeloofd voor de
ontdekking van de moordenaars, maar deze hadden
geen sporen achtergelaten en dus tastte men aan
gaande do daders volkomen in het duister. Nie
mand meldde zich aan, die ook maar eenige inlich
ting kon verschaffen. Het doode lichaam, aan het
hoofd gewond was op don landweg gevonden,
oenig geld had men den vorslagene afgenomen, en
dat was alles wat men wist. Langzamerhand begon
mon de hoop op te geven dat do misdadigers ooit
ontmaskerd zouden worden. Doeh de vermoorde
mr. Norway had een broer, een luitenant ter zoe,
die op het tijdstip van den moord met zijn schip in
do West-Indischo wateren kruiste. Een paar maan
den na don moord kwam deze broeder ln Wade
hridge aan, reeds op de hoogte van het tragisch
lot van den vormooido. Hiorover verbaasde men
zich, want in die dagon werd het nieuws nog niet
zoo vlug verspreid als thans, en het was onmoge
lijk. dat luitenant Norway bericht ontvangen kon
hebben van den moord en naar Engeland kon zijn
gereisd in den tijd, die er verloopen was tusschen
de misdaad en luitenant Norway's aankomst.
Onmiddellijk begaf lt. Norway zich naar het po-
litiebureau en vroeg om een privó-onderhoud met
den commissaris.
Hij vertelde dezen, dat hij op denzelfden nacht
dat de moord plaats vond, een merkwaardige»
droom had gehad. Hii bevond zich op dat tijdstip
met zijn schip in de West-Indische wateren, maar
zag duidelijk den landweg van Wadehridge naar
Bodmin voor zich. Daarover liep zijn broeder.
Achter een haag zaten twee mannen verscholen
met messen en knuppels gewapend. Duldellik kon
hij de gezichten zien. Toen ziin broeder langs de
haag kwam, wierpen de heide mannen zich onver
hoeds op hem, sloegen hem dood en namen hem
zijn geld af. De tweo mannen begaven zich daarop
naar Wadehridge, waar zij een zeker huls binnen-
fingen. Toen werd de droomer wakker en was hij
o eerste do 'beste gelegenheid naar Engeland ge
reisd, om daar, zooals hij verwachtte, de tijding
van zijn broeders dood te vernemen. Hij bood aan
de politie onmiddellijk naar het perceel te leiden,
waarin hij in ziin droom de heide moordenaars had
zien binnengaan. Hoewel eenigszins sceptisch
tegenover het hem gedane verhaal, stemde de
commissaris er in toe, zich naar het huis te laten
brengen. Vergezeld van een paar agenten begaf
men zich op weg.
Het huis, waar lt. Norway naar toe liep, werd
bewoond door de gebroeders James en William
Lightfloot, die toevallig beiden thuis waren, toen
men aanschelde.
De jongste, James, opende de deur. Nu geleek
lt. Norway als twee druppels water op zijn ver
moorden broeder, en James Llghtfoot ontstelde
hevig toen hij hem, vergezeld van politieagenten,
voor zich zag staan. Hij snelde een gang door naar
een achtorkamof,. maar word op den voet gevolgd
door lt. Norway. In de kamer zat William Llght
foot aan tafel. De luitenant beschuldigde de broe;
ders ronduit van moord, deed het voorkomen of hii
den aanslag mej eigen oogen had aanschouwd, en
faf zooveel bi 1 zonderheden op, dat de broeders
oor de mand vielen en bekenden den moord en de
beroovlng te hebben bedreven.
Zij werden onmiddellUk gearresteerd en spoedig
daarna ter dood veroordeeld. Op 18 April 184^
werd het vonnis aan hen voltrokken. En zo
leidde een droom tot de ontmaskering van mis
dadigers, en werd woer nieuwe twijfel gewekt óf
droomen wel (of tenminste wel altijd), „bedrog"
zijn, zooals algemeen wordt beweerd.