I
MISS HAROEN AL RASJID
Tweede Blad.
VAN DONDERDAG 22 JULI 1920.
FEUILLETON.
'a Raads verval
BUITENLAND.
•1
DUITSCHLAND.
De dood van prins Joachim van Pruisen.
BAADSOVER ZICHT.
Welk een weelde, lieve lezer, welk een on
gekende weelde! Denk eens aan, de raadszaal
zwom in zeeën van licht Niet in een zee,
maar in zeeën; het was de Atlantische Oce
aan, de Stille Zuidzee en de Groote Oceaan,
die achtereenvolgens aangeknipt werden. Ja,
ja, dat is het woord: zij werden aangeknipt.
Om het maar dadelijk te zeggen: de raads
zaal was electrisch verlicht dezen Dinsdag
avond. Er waren drie groote lampen, twee in
do raadszaal, en een op de publieke tribune.
Voor wie de situatie kent, zal het duidelijk
zijn, dat deze electrificatie een ontzaggelijke
verbetering is. De bouw van de raadszaal is
zoodanig, dat des zomers de twee buitenra
men absoluut onvoldoende zijn voor de ver
lichting. De publieke tribune is nog ongeluk
kiger ingericht; men izit daar zichzelf in het
licht, en doordat men in het buitenlicht kijkt
van de beide ramen der groote zaal, zitten de
raadsleden in het schemerdonker. Zelfs de
gasverlichting was niet voldoende om dit te
verhelpen.
Thans is het leed der duisternis geleden;
met fier gebaar kniptf de bode het licht aan
en we zagen nu eerst recht de raadsleden in
volle glorie. We Bchrokken er eigenlijk van
zoo mooi was het. Toen we om ruim tien uur
afdaalden naar beneden gloeide het gaspitje
in de gang als een droevig symbool van den
ouden, verdwijnenden tijd
Het belangrijkste punt van do agenda,
waarvoor de geihoele tribune was volgeloopen:
de salarisregeling, werd „natuurlijk" ver
daagd. Men weet, dat indertijd deze kwestie
nogal wat stof opleverde. Er werd oppositie
gevoerd tegen de beide socialistische wethou
ders, en daartoe werd dit voorstel aangegre
pen om het Ooilogo te sommeeren binnen
eene mi and met een regeling te komen. Deze
opdracht werd niet aanvaard, maar wol werd
de belofte gegeven zoo spoedig moge-
lij k met een niouwo salarisregoling to ko
men. Thans was die regeling er, en nu, waar
lijk, wilde men weer uitstel. O, de wethouder
van sociale aangelegenheden had er niets
tegen, maar toch kon de heer Verstegen het
niet over zijn hart verkrijgen niet eens een
kleine wraak te nemen. Eigenlijk begon de
heer Schoeffelenberger er mede. De heeren
beweerden, dat zij wol kans zagen ln éene
maand zoo'n nieuwe regeling voor elkaar te
krijgen, aldus deze heer. Nu is zij er, binnen
drie maanden, en nu willen de heeren weer
veertien dagen uitstel om haar to bestudee-
ren. En de heer Verstegen zei: best, maar
dan ook binnen veertien dagen uw schrifte
lijke amendementen indienen. En allon, bo-
balve de fractie der s. d. a. p., stomdon vóór
uitstel. (De belde s.-d. wethouders stemden
nu ook vóór).
Er zat moer oppositie tegon de heeren De
Zwart en Verstegen in do lucht De vorigo
maal was er een verzoek van den heer Let-
schert om subsidie voor zHn adresboek. Dit
verzook werd toen verdaagd; behalve de heer
Van Breda was er niemand, die bijster veel
voor hot verzoek voelde. Thans had de heer
Bierstoker een vorm van een verkapt sub
sidie gevonden; een voorstel van dien heer
om, boven de reeds door de gemeente bestelde
25 «exemplaren nog een (75-tal meer te nemen,
en aldus de onderneming te steunen, werd
aangenomen. Tegen: de sociaal-democratische
fractie. De heer Verstegen wees op het ge
vaarlijke precedent, dat aldus ontstond.
Wij vinden het niet zoo erg, dat de ge
meente aldus een ündlxecten steun verleent
aan deze onderneming, die op zichzelf zeer
zeker prijzenswaardig is. Maar het is voor
de psyche in den Raad wel eigenaardig; een
hecht aaneengesloten blok tegen de d. a. p
Het voorstel voor die boschwacbterswoning
in de Donkere Duinen werd afgestemd. Vóór
uitsluitend de sociaaldemocraten. Het merk
waardige hiervan was, dat deze zaak alle
commissies doorloopen had, dat alle com
missieleden unaniem van meening waren
geweest, dat oen dergelijke dubbele woning
moest worden gebouwd, en dat de raadsleden
thans allen (met uitzondering natuurlijk van
de soc. dmworaten) van meening waren ver
anderd. Het ls een tweede vraag of inder
daad een plan als door do sooxlem voorge
steld, niet wat al to royaal was opgezet,
Voor do ontgonnen duinterreinen, die, zoo-
arts men weet, be/boecht worden, heeft do ge
meente bewaking noodlg. De minderheid
van het ooilogo had nu, aan de (hand van de
door
JESSIE DOUGLAfl KERRUISH,
tooi Nederland bewerkt door
L. ALETftJNO.
69)
Vervolg van het le Blad.
Piers en Evolyn reden aan het hoofd van
den chocoladekleurigen troep Arabieren, en
zongen mee hun oorlogszangen, waarin de
vreedzame mannen van houweel en mand
den tijd gedachten, dat een vrouw do natuur
lij! o (aanvoerder was van de horden vun
Hejaz, Nejd en Yemon wanneer zij tegen den
vijand optrokken, die herinnering wond
hen op; evenals honden dol worden by het
Êiiuil der jakhalzen, on zich herinneren wie
nn voorouders waren zij zouden desnoodn
onze mededingers hobbfcn vermoord, als dat
van hen werd verlangd.
Harvey Wilbur reed naast Papa, die de
achterhoede aanvoerde. Papa dacht, dat ik
ook hij hem zou blijven, maar het was ondoen
lijk Arjamaud gelijken tred te doen houden
met de mannen te voet over het ongelijke
terrein, vol wortels en met bladeren gevulde
greppels. Het dier was niet meer to ïvouden.
„Ik zie u straks wel weer, Papa!*1 riep ik ein
delijk, Arjaaiiand haar zin gevend, ondanks
zyn protest
De nazaat van Kubloh schoof vooruit, het
suisde langs mij heen, hoornen schenen voor
bij te snellen; wij galoppeerden over kuilen
adviezen der adviseerende oommissies, voor
gesteld een dubbele woning te bouwen, en
daarin twee gezinnen te huisvesten, die el
kander dan konden aflossen. Hiertegen ging
het verzet, en wij gelooven ook, dat dit niet
geheel onbillijk was. Als men ziet welke
enorme terreinen in andere streken van ons
land ressorteeren onder één boschwachter,
misschien met een assistent, dan is zeer ze
ker de vraag gewettigd of de zaak hier niet
te kostbaar was aangepakt. Maar.maar.
de heer Heyblok vroeg, na de stemming, on
deugend weg, of destijds in de oommissiefl
suffers en slapers hadden gezeten in plaats
van ernstige menschen. Want ze hadden het
allemaal goedgevonden. En de heer Verste
gen verklaarde, mede namens zijn collega
De Zwart, dat hij als Voorzitter van die Com
missies, verplicht was geweest te stemmon
in overeenstemming met den wensch der
leden, nj. vóór de woning.
De kritiek van den heer Biersteker over de
„woestenij" in de Donkere Duinen, was
meenen wij, in vele opzichten niettemin on
billijk. De Raad had indertijd besloten die
duinen in exploitatie te brengen, en des
kundige voorlichting had geadviseerd alles
om te spitten alvorens met den aanplant te
beginnen. Toen is de boel blijven liggen, en
door bet tegenwoordig ooilege weer aange
pakt. Nu moet er geplant worden natuurlijk,
maar dat een en ander thans een woestenij
is, is alleszins te begrijpen. Eerst over een
20,30 jaar wordt het daar goed, en dan ook,
volgens deskundigen, mooier dan te Schoort.
Enkele andere voorstellen werden aangeno
men, geheel of gedeeltelijk. Gedeeltelijk
een voorstel om voor het drukken der notulen
enz. eene verhooging toe te kennen. Hieraan
was vastgeknoopt de vraag om eene beslis
sing te nemen omtrent de handhaving, al of
niet, van dqg tegen woordigen vorm van het
raadsverslag. Zooals alles, wordt ook het
drukken duurder en duurder, en B. en W.
overwogen boe daaraan te ontkomen zou zijn.
Nu schijnt er een inrichting to bestaan,
„Multigraph" genaamd, die voldoende resul
taten oplevert. Er waren proeven van werk
aanwezig, de gemeente Arnhem heeft er oen
in gebruik, en dat werk zag er inderdaad niet
kwaad uit, al is het natuurlijk niet zoo fraai
als drukwerk. De aanschaffing van zoo'n
toestel zou 'n 1000 kosten, terwijl natuurlijk
oen ambtenaar noodig zal wezen voor de be
diening. Over deze en nog andere daarmee
verband houdende kwesties, zal later worden
bcaliat. Do heer Borkert sprak van een druk
pers van 2000, de heer Zondervan ging zelfs
nog vorder en kon er, naar hij beweerde, een
leveren voor 600. Dan een 1800 letterma
teriaal, en men was klaar. (Plus een bekwaam
typograaf tperkte do burgemeester ter snede
op). De „Multigraph" wij kennen het toe
stel niet schijnt door iedereen, na eenige
oefening te kunnen worden bediend.
Hopen wij, dat de gemeente, mocht zij er
toe overgaan, pleizier beleeft van zoo'n toe-
stol, hetgeen wij ernstig betwijfelen. Derge
lijke kostbare installaties worden nog zeer
weinig gebruikt, en dan nog alleen op som
mige kantoren waar men zoo snel mogelijk
iets wil gedrukt zien, zonder te letten op
den kostprijs.
De exploitatiekosten zuilen, indien deze
zuiver worden geboekt, na verloop van
oen jaar wel aantoonon, dat men in geen
geval goedkooper uit ia
Wy zouden nl -over en over hetgeen door
de heeren Borkert en Zondervan is aange
voerd, nog veel kunnen zeggen, doch wij
zullen hot voorloopig hjerbij laten.
Tenslotte releveeren wy nog de verfraai
ingsplannen omtrent het kerkhof. Verma
kelijk was de kritiek van den heer Bchoef-
felenberger op de toekening van den direc
teur der reiniging, die zJ. zeer geschikt was
voor een moestuin, maar geenszins voor een
kerkhof. De heer Maas had 270 graven ont-
woroen, en daar per jaar 16Q graven ln ge
bruik worden genomen, zou men na twee
jaar alweer „uitverkocht" zijn. Aldus de heer
Schoeffelenberger, die inmiddels eene an
dere teekening gemaakt had, waarop 1754
graven voorkwamen. Het gevraagde blanco
orediet werd toegestaan. Voorts werd voor
ƒ6000.aangekocht het zwembad In het
Bassin, waardoor de gemeente in bezit is
gekomen van een bad waar jarenlang naar
verlangd is. Hopen wij, dat velen ervan pro-
fiteoren! Nog eenig ander kleingoed vindt
de lezer in het verslag.
Do Utrcohtsche correspondent van de
„Nieuwe Rott. Courant" geeft, naar aanlei
ding van het bedanken door een der oudste
en meest bekwame leden van den Utrecht-
schen raad, den 'heer Mr. J. E. Hooft Graaf
land, een beschouwing over de verhoudingen
in do tegenwoordige gemeenteraden, waar
aan wij o. a. het volgende ontleenen:
Dat juist deze man, dat óók hy tbaua,
on gevallon boomstammen, door een netwerk
van droge kruip- on slingerplanten vol groo
te, groene hagedissen, on kwamen ciudcljjk
in hot open veld; een kleine helling lag voor
ons. Op hotzolfdo oogenblik 'hoorde ik achter
mij een gedempt geluid van paordohooven:
«le Amerikaan galoppeerde door het kruip-
plaiitenboschje.
„Uw vader verzocht my, met u moe te gaan
hy moet zelf bij de gravers blijven, Mis#
JerIllngbanl,', zoido hy.
Ik bod werkelijk ln de vreugdo, «ilo de rit
mij gaf, zyn bestaan een oogenblik vergeten.
Hem nu weei te zien, was ais een kou«lo
douche. „Dat ls overbodig," antwoordde Ik,
de wenkbrauwen fronsend; toon kreeg mijn
lovensbiyiiokl, die dien dag al heel sterk moet
geweest zijn, weer do overhand, en ik liet er
<ip volgen:
„Maur nu u er toch ls Mr. Wilbur wat
zou u denken van een wedren, wie het eerst
op «Ion Tel ls? De weg is vlak."
Van de hoogte, waarop wy stonden, kon ik
don Jebel Hamrin zich zien afteekonen tegen
de nevelige verton; dichter by ons waren de
twoo toppen van Tel Abou Khatoun duidelijk
te onderscheiden. Achter ons worstelden do
andoren zich nog door het moeras: nu en dan
drongen klanken tot ons door, die toonden,
dat zij langzaam naderden.
„Het lijkt rnjj niet geraden om ons te schei
den van de overigen," antwoordde mijn bege
leider. „Uw vader zeide, dat oonigo Hamma-
wand hts
„De Koerden van Hamnnowand vervullen
hlor do rol van boeman, Mr. Wilbur. Zij wa
gen zioh nooit zoover naar het Westen, en
op bet oogenblik zit hun moest invloedrijke
en avontuurlijke aanvoerder, Aziz Bey, te
Mot*M in de gevangenis, om eerstdaags aan
tusschentyds, het bijltje er by neder legt, dat
hij, die lret zoo lang uithield en uit wilde hou
den, Wijl hy het zijn plicht tegenover de ge
meenschap achtte, thans verklaren moet geon
tijd meer te kunnen vinden om al den arbeid,
welke het raadslidmaatschap eischt, naar be-
hooren te kunnen verrichten en derhalve
liever heengaat dan te kort te schieten in het
geen hy zich tot taak had gesteld deze
ontslagneming kan niet als oen op zichzelf
staand feit, als een privé-aangelegeniheld be
schouwd worden; zij typeert den ongezonden
toestand, waarin de Utreohtschlyraadi waarin
de gemeenteraden van al onze groote steden
verkeeren: een mate van overwerKtheid, wel
ke een zorgvuldige behartiging der gemeen
tezaken op orgeriyke wyze schaadt en, ge
paard gaande met den moreelen achteruit
gang van den raad zelve, de ontwikkeling der
gemeente in banen leidt, die voor de toekomst
op weinig goeds moeten uitloopen.
Gemeente en raad beiden zullen zich op
het gebied van hun bemoeienissen eens
grondig dienen te herzien. Ten deele moge
ook het rijk er toe bijgedragen hebben om
het arbeidsveld der gemeente uit te breiden,
zijzeive, de gemeente, heeft in den loop der
laatste jaren wel wat al te lichtvaardig en
liohtgeloovig toegegeven aan den steeds toe-
nemenden zin om verschillende zaken van
algemeen en' semi-algemeen belang gemeen
telijk te exploiteeren en terwijl aldus, veelal
onvoorbereid, meer en meer de gemeenten
optraden als exploitanten van industrieele
ondernemingen, die oommercieele behande
ling vernachten, werden raadsleden uit in
dustrieele en handelskringen of althans van
zoodanigen aanleg en opleiding, dat zij
technische zaken in groote lijnen konden
overzien, uit de bestuurscolleges geweerd
en vervangen door propagandistische krach
ten als zaakwaarnemers optredend voor de
eischen en grieven van partijen en groepen,
voor wier uitsluitende en eenzijdige behar
tiging zy vóór hun raadslidmaatschap ten
dentieuze en speculatieve propaganda had
den gevoerd.
In de gemeente-bemoeial treedt de laatste
jaren de raad in nog meerdere mate be
moeizuchtig op. De raadscommissies halen
alles over hoop, wat maar over hoop te ha-
Ion valt; de schrifturen hopen zich op tot
bergen druks, die het vrije uitzicht over het
maatschappelijk leven meer en meer moeten
belemmeren. Bij elk voorstel en elke inter
pellatie wordt in commissievergadering of
raadszitting oen caleidoscoop van alle mo
gelijke theorieën aan het draaien gezet. En
bet hok der wel- on slechtsprekcndheid is
van den dam. De raad is langzamerhand een
praat-orgaan, een discussie-apparaat over
alles en neg wat geworden. Hebben de sa
menkomsten der gemeenteraadsleden vóór
1851 zich berucht gemaakt door „vertrouw-
lijkheid", de gemeenteraadszittingen uit het
begin der XXe eeuw zullen historische voor
beelden blijven van publieke lang-, véél- en
kwaadsprekerij. Alle zaken worden bespro
ken, doch slechts weinige schijnen door
dacht Spreken onvoorbereid, zoomaar
voor de vuist (en welk een vuist!) wèg is
van middel geworden doel: speeches pour la
gallerio èn voor de zéér eenzijdige verslag
jes in de partij-pers. Het eigenlijke doel der
raadsvergaderingen: door kalm beleid, over
leg en berading den koristen weg tot besluit
on handeling te vinden, is gansohelijfc uit
het oog verloren gegaan. De democratische
verwording laatste stadium van den mor
bus democraticus teekent zich reeds zeer
duidelijk af in de voorkeur der meerder
hcids-kiezors voor vertegenwoordigers, die
bet scheutigst zijn met giften of beloften uit
andermans beurs, in het steeds lucratiever
worden van het raadslidmaatschap (yrij
trammen, straks vrij zwemmen enz.), dat
dan voor velen reeds een „baantje" is ge
worden, in onbeduidende, slecht verzorgde
voorstellen, dikwijls met dwaze opgeblazen
heid als parade-paardjos vóórgeleidi, in het
bedenkelijke 'gehalte der redevoeringen, die
in lengte winnen wat zy 'aan degelijkheid
verliezen en last not least in een hand over
hand toenemende veronachtzaming der vor
men, zich uitende in persoonlijkheden, in
terrupties, onordeiykheden, obstructie en
gemeenteraad-strikes. Hoe juist gezien en
gevoeld was Thorbecke's gehechtheid aan
goede vormen, die „welwillendheid, welke
tot de schatten des levens behoort, maar
waarbij ook de volbrenging van de publieke
taak overleg en regeering zullen winnen"!
De tegenwoordige raad wordt in alles ge
moeid en bemoeit Zich met alles en doet het
bovendien op oen uitermate vermoeiende
wijze: in alles het tegendeel van een era of
good feelinga Ernstige menschen geven van
zulk weiken de brui.
PROV. STATEN VAN NOORD-HOLLAND.
Dinsdagmorgen ls de zomerzitting van de
Staten geopend. Begonnen werd met de behan
deling van de voorstellen. Verschillende sub-
de brug te'worden opgohaiigon. Maar als u
bang lk bedoel, als u te voorzichtig bent,
wil u dan tonminsto zoo goed zyn, aan udju
vader to zeggen, waur ik heen ben?"
Ik wierp hom een spottenden lach over
myn schouder toe, on galoppeerdo omlaag, ik
was nog geen tien meter verder, toon lk
reeds Alpha's hoeven mot zwaar gestamp
uchter mij hoorde. Ik fluisterde Arjamaud m
't Arabisch een commando in bet oor, dat
bUna als eeu bedreiging klonk. Haar kleine
hoeven raakten tusschon de rhythmische
strekkingen van haar krachtig lichaam den
grond haast niet; haar zyachtige manen wap
perden langs mijn knieën, hot pad schoen
onder haar weg to vloeion als een rivier in
lentewas. Eu achter haar dreunden in vast
rhythme vier hoeven, on de Amerikaan richt
te rustig <1 ringende vertoogen tot mti.
Dut hinderde my genoog. Dat hy in staat
woe, met Alpha Arjaniund by te houden, en
hy dientengevolge my als rijder respect
moest afdwingen, was om dol te wordeil? Hot
was do derde koer sinds ik haar in mijn bezit
had, dat ik myn Arjamaud de sporen gaf; in
de hoop mijn vervolger zoo af to schudden,
stpurde ik haar naar oen pad, dat omlaag
leiddo, naar een nullah, oen byna opgedroog
de stroombedding, dik begroeid met heesters
en struikgewas. De Amerikaan volgde; hy
verspilde /jjn woorden thans niet verder,
maar ik kon hooien, dut hy krachtig de rij-
«v iep hanteerde. Alpha zou weldra door het
bloed van Kobleh geslagen zyn.
Arjamaud nam de helling zeker als een
luipaard, plaste in het water in de koele scha
duw en begon plotseling wild te steigeren
toen vier gestalten te paard uit «le struiken te
voorschijn sprongen en mij omsingelden.
Harvey Wilbur, die nog steeds mij volgde,
sidievoorstellen werden aangenomen, zooals
ze door Ged. Staten waren ingediend. De drie
communisten vroegen aanteekening, dat zij
stemmen tegen subsidie aan onderwysinstel-
lingen, gebaseerd op godsdienstigen grondslag.
In behandeling kwam daarna het voorstellen
om een byslag te geven op de pensioenen. De
heer De Jong Schouwenburg wees er op, dat
het Ryk 40 byslag geeft. Nu willen Ged.
Staten van Noord-Holland geven. De gron
den voor dit hoogere percentage achtte spreker
niet voldoende gemotiveerd,
De heer Gerhard betoogde, dat de biliykheld
eischt om 50 aan te nemen. In de Tweede
Kamer gevoelden velen dit ook, maar de regee
ring wilde niet meer dan 40% geven.
De heer De Jong Schouwenburg achtte een
heid in byslag op pensioenen zeer gewenscht.
De heer Bomans steunde het betoog van den
vorigen spreker. Hy achtte het een misgreep
van Ged. Staten om 50 voor te stellen. Nu
er evenwel geen amendement is om 40 te
gevon, zou spreker onder protest 50 willen
geven.
De heer Pothuis zeide, dat in deze verschil
lende provincies en gemeenten het rijk zyn
voorgegaan. De provincie kon dus zelfstandig
beslissen.
De heer Kleerekooper was tegen het leidend
parool uit Den Haag. Vader Staat behoeft niet
alles te bepalen. De provincie moet zelfstandig
beslissen, wat zy voor haar gepensionneerde
ambtenaren en beambten wil doen.
Zonder stemming werd ten slotte het voorstel
50% aangenomen.
By de voorstellen over subsidie aan het
Witte Kruis, ten dienste van de zuigelingen-
bescherming en ten behoeve van de Wykver-
pleging, dienden de heeren Kooiman c.s. een
motie in, om vanwege de provindie een des
kundig hoofd-amtqenaar met personeel aan te
stellen, ten einde meer centralisatie te ver
krijgen in de bemoeiing van de provincie op
het gebied van de volksgezondheid. De heer
Kooiman gaf een toelichting van de motie.
De heer Wibaut meent, dat de motie eigeniyk
vraagt om een provincialen geneeskundigen
dienst. Spr. vindt, dat men zieh daarvan moet
onthouden. Bovendien wordt de motie onvoor
bereid ter tafel gebracht. Spr. vraagt om prae-
advies van Ged. Staten.
Op voorstel van den voorzitter, wordt de
motie in handen gesteld van Ged. Staten om
praeadvies.
De subsidievoorstellen werden daarop aan
genomen.
Het voorstel tot het bouwen van een kolonie
huis voor door tuberculose bedreigde kinderen
werd uitgesteld tot de volgende vergadering,
daar de commissie, die over deze zaak rapport
zou uitbrengen, nog niet met haar taak gereed
is, zooals de heer Heerkens Thij azen namens
de commissie mededeelde.
Het voorstel tot aankoop van grond en het
verleenen v van een crediet ten behoeve van
den bouw van een derde provinciaal zieken
huis werd van de agenda afgevoerd. Dit punt
zal worden behandeld in de eerstkomende
buitengewone zitting.
In de middagzitting js tot suppletoir lid van
Ged. Staten gekozen mr. J. N. E. Heerkens
Thyszen.
Een voorstel van mr. Heerkens Thyszen c.s.,
tot regeling van de Jaarwedde en het pensioen
van Ged. Staten, is z. h. s. aangenomen. Hier
mede ia de jaarwedde van Ged. Staten vast
gesteld op f 5000 per jaarhet jaarlyksch pen
sioen zal bedragen f125 voor elk half jaar of
overblijvend gedeelte daarvan, gedurende het
welk de pensioengerechtigde zoo vóór als na
de invoering van de verordening lid van Ged.
Staten is geweest, tot een maximum per jaar
van een bedrag gelijk aan de helft der bezol
diging.
Aangenomea werd zonder discussie het voor
stel om een crediet beschikbaar te stellen ten
behoeve van de commissie inzake de verbe
tering van de scheepvaartwegen in het noor-
delyk deel van Noord-Holland; evenzoo het
voorstel tot het overnemen van gebouwen en
werken van het waterleidingbedrijf der ge
meente Hoorn.
De heer Staalman wilde het voorstel tot
subsideering van den stoombootdienst Kampen
Urk—Enkhuizen aanhouden omdat, als de
N. V. Eerste Urker Stoombootmaatschappij
„Urks Belang" gesteund wordt, dan zal er
onder de belanghebbenden twist ontstaan.
Bovendien werkt de maatschappy niet zuinig,
er wordt voorgesteld een boot te kooi n T00r
f 120.000 terwijl deze maar f80.000 waard zou
zyn. De reserveboot is ongesehlkt. Beter is te
trachten om dezen dienst tot een provincialen
dienst te maken.
De heer Van Royen wees op do lage be
zoldigingen die ,Urks Belang" aan het per
soneel betaalt.
De heer Hendrix gaf een overzicht van de
onderhandelingen, die gevoerd zyn om een
regeling te treffen tnsschen de concurreerende
maatschappijen te Urk en te Kampen. Nu is
eindelyk een oplossing gevonden, f 12.500 sub
sidie is wel te rechtvaardigen voor een goeden
was midden in de groep, ,nog voor hy goed
had kunnen zien, dat zo er was. Hy greep
naar zyn zak, maar twee mannen hielden zyn
armen stevig vast: binnen twee minuten wa
ren zyn handc-n op zijn rug gebonden, en zyn
voeten aan elkaar vastgemaakt met een koord
dat onder zyn paard doorliep. Een der vier
aunvallers nam Alpha bij den teugel en ging
voorop; naast elkaar reden wy weldra voort
lungs do stroombedding, geflankeerd door de
Hummuwanders, die allen gewapend waren
met Sniders van het laatste model. Het hoofd
van het viertal droeg een dolk, waarvan het
boft met verscheidene turkooizen was inge-
iegd;hlj was nog jong: de andere drie waren
van middelbaren leeftijd, twee hadden het
echte Tartarentypo, de derde had, evenals
hun leidcz, de adelaarstrekkeu van den
Koerd.
De Amerikaan opende den mond tot spre
ken, maar do hoofdman stuitte hem dit voor
nemen door een ribbestoot met zyn geweer
kolf, die hem deed zwygen tot wy do andere
helling van de nuilah liudden bestegen. Een
geschreeuw ver achter ons deed ons omky.
ken. Wy zagen, heol in do verte, den moeras-
rand en een aantal gestalten daar vóór; van
de figuren te paard kon ik alleen Evelyn
herkennen aan haar witte japon. Drie der
gestalten voerden op hetzelfde moment een
zelfde beweging uit; «irie rookwolkjes ont
trokken hen een oogenblik aan het oog, drie
sdierpo knallen drongen tot my door en drie
kogels doden op drie annere plaatsen stof
opdwarrelen in het terrein aan de andere
zijde voor de nullah; twee andere gestalten
te paard kwamen hard op hen die schoten
toeryden, Piers en Papa, die de gendarmen
waarschuwden, dat zy my konden raken. De
Hammawanders lachten toen, gaven den
dieóst Ged. Staten zullen bevorderen dat er
behoorlijke arbeidsvoorwaarden by de maat
schappy komen.
De hco»8taalman stemde tegen de subsidie
voordracht.
By de vaststelling van de balans van het
provinciaal electriciteitsbedrijf over 1919 wees
de heer Wibaut er op, dat hoewel het bedrijf
grooter werd, het verlies stijgtin 1918 was
het ruim f200.000 en in 1919 f470.000. Dit
komt, omdat enkele grootlndustrieelen en en
kele polderbesturen weigeren de indertyd ge
sloten oontracten te veranderen en den kost
prijs van den stroom te betalen. Het betreft
42 pot. der gemeentendat is geen diefstal,
maar er worden door de reohtbanken wel
personen wegens diefstal veroordeeld, waar
voor spreker niet zooveel minachting heeft
(teekenen van instemming). Het is spr. bekend
dat aan de regeering tusschenkomst is ge
vraagd misschien komt er een wet. Wat zyn
Ged. Staten voornemens te doen?
De heer Koorman vroeg, welke gemeenten
nog niet de tariefverhooging hebben ingewil
ligd. De heer Hendrix (Ged. Staten), vond het
beter op dit moment het ïystjje der onwillige
gemeenten nog niet te publiceeren. Het betoog
van den heer Wibaut onderschrijft spr. van
a tot z. Over 1920 zal het tekort nog wel
veel en veel grooter zyn dan in 1919. Er zyn
gemeenten, die weigeren om de hoogere prijzen
te betalen om de belastingon lager te houden.
De Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten
heeft gedaan wat zy kon, maar alle gemeenten
zien de biliykheid niet in. Ged. Staten hopen
nog steeds, dat de regeering zal helpen. Als
ze dat niet doet, dan loopen de financiën van
de provincie in de war. Ged. Staten zullen, nu
de minnelijke weg niet gebaat heeft, zoover
mogely'k gaan, als eenigszins mogely'k is. Het
bedrijf moet weer gezond worden.
De voorzitter deelde op een vraag van den
heer Wibaut nog mede, dat de provincie bereid
is tot het uitqrste te gaan. Het is evenwel niet
verstandig de middelen hier te gaan noemen.
De heer van der Waerden betoogde, dat
verschillende gemeenten, die tenslotte in de
verhooging toegestemd hebben, geweigerd
hebben terugwerkende kracht aan dat besluit
te verleenen. De heer Hovy vroeg, of er vol
doende afgeschreven wordt in het provinciaal
eleetriciteitsbedryf. Gereserveerd wordt er in
het geheel niet. De heer Hendrix (Ged. Staten)
zei, dat als er verlies gemaakt wordt, er niets
te reserveeren is.
By de vaststelling van den staat der schulden
vroeg de heer Verkouteren naast de schulden-
lyst over te leggen een overzicht van de be
zittingen. De voorzitter beloofde, dat Ged.
Staten dit zullen overwegen.
Vastgesteld werd de begrooting voor 1921.
De voorstellen tot het aangaan van eenige
geldleeningen werden goedgekeurd, evenzoo
de voorstellen tot verhooging van de opcenten
op de verschillende belastingen.
Daarna werd de zitting gesloten.
Zitting van Woensdag.
Eenige voorstellen worden zonder discussie
of stemming aangenomen, waarna aan de
orde komt de Provinciale begrooting voor
1921 en de heffing van opcenten.
De heer Van Stapele vraagt van Ged.
Staten de toezegging, dat zy in 1921 niet
meer zullen komen met duurtetoeslagen voor
het personeel der provincie.
De heer Kolkman (Ged. Staten) kan de
toezegging niet doen. In December is besloten
nog voor een jaar de toelagen te bestendigen
en is uitgemaakt dat in de najaarsvergade
ring van 1920 de quaestie definitief zou wor
den beslist. Als de heer Van Stapele meteen
motie komt plaats hy de Staten voor een ge
heel onvoorbereide beslissing.
De heer Van Stapele dient een motie
in met de uitspraak dat by de volgende sa
larisherziening met de duurtebyslagen moet
worden gebroken.
De motie-Van Stapele wordt om praeadvies
gesteld in handen van Ged. Staten.
De heer Mol stelt voor flen byslag op de
pensioenen der provinciale ambtenaren te
verhoogen van 40 tot 70
De heer Kolkman (Ged. Staten) zegt,
dat Ged. Staten de Ryksregeling wenschen
te volgen. Het is hem voorts bekend dat de
nieuwe Rykspensioenwet by den Raad van
State is. Als die wet is tot stand gekomen
kunnen de provinciale pensioenen daarmede
in overeenstemming worden gebracht.
Het vooritel-Mol wordt, na nog nader ver
dedigd te zyn door den heer Coltof, ver
worpen met 37 tegen 21 stemmen.
De begrooting en het opcentenbosluit wor
den z. h. stemming goedgekeurd.
Dinsdagmorgen vond in de „Friedenkir-
che" te Potsdam de lijkdienst voor den over-
paardon de zweep en wy renden weer voort
in oen balsbrekenden galop.
Een tijd lang ging het door dik en dun;
door boschjes, heesters en struiken, steeds
inaar verder weg van de rivier. Ik was stil
van woede, het was mijn eigen wertc; het
noodlot maakte mti nu ook altijd bespottelijk
in de oogen van Mr. Wilbur. Ik waa biy, ge
durende den rit gelegenheid te hebben mij
weer wat te horstellen. Na eenlgen tijd hiel
den wy de vaart wat in om wat langzamer
voort te gaan over een strook verdroogd gras.
„Allemachtig, Miss Haroen, dat is een be
roerde geschledenial" riep Mr. Wilbur toen
uit.
„Myn achternaam ia Jemingham,'* verbe
terde ik, terwyi ik een van ndjn losgeraakte
krullen weer vast stak. „Het is myn schuld,
dat wil ik gaarne bekennen, maar u hoeft
voor het oogenblik niet bang te zyn, er is
geen onmiddellijk gevaar. Onze aanvallers
zyn Hammawanders, het hoofd en die magere
zyn echte Koerden, on de andoren zyn
1gstwaarschyniyk deserteurs uit het Turk-
«;he leger of vogelvrij-verklaarden, uit welke
catagorieëD den stam van Hammawand voort
durend nieuwe leden toevloeien; zy zyn zeker
canaille-Turken. Ze zullen ons misschien wil
len uitwisselen tegen Aziz Bey. Maar wat my
het meest spyt is, dat wy in zuidelijke rich-
ting wegrijden van Abou Khatoun!"-
„Aliss Haroen Miss Jerningh/tm bedeel
ik - - dat u onder deze onislaiHiigiieden nog
in staai bent om aan Assyriologie te denken!
Het moet by u een allee overheeraufaende
hartstocht zyn! Denkt u, dat uw vader ons
zal inhalen?'-'
(Wordt vervolgd).