Waarom atheist VRAAGT UW¥L£VEMNCIER DINSDAGAVOND 9 NOVEMBER, Maximum snelheid. GEMENGD NIEUWS. INGEZONDEN. Schagen. Weet u wel, dat de woningen te UIT DEN OMTREK. Ingezonden mededeellng. Hierover spreekt de Heer N. J. PABON, die kortgeleden de Kerk, als predikant verliet omdat hij vrijdenker is geworden, om 8 uur, in de Qroote Zaal van CASINO. Ieder voor- en tegenstander, die belangstelt in den geestesstryd onzer dagen, zorge aanwezig te zijn.' De vergadering gaat uit van de Vereeniging „De Dageraad" en dient ter verbreiding der vrijden kersbeginselen. Debat vrij. Entrée 20 cents. Zorgt tijdig aanwezig te zijn. Elders moesten velen teleurgesteld worden. Geeft U op als Lid van „De Dageraad". Ds. SCHERMERHORN spreekt 15 November a.s., zelfde zaal en tijd. Onderwerp: Afbraak en opbouw. gende schema: 1922 het ontwerpen der 30 sluizen in den grooten afsluitdijk aan te brengen: 1923: djjkvoorzieningen ten be hoeve o.a. van den Frieschen Wal; 1924: het bouwen van het „eiland" in de open hals der Zuiderzee, halfweg tusschen Wieringen en Piaam, het belangrijke steunpunt voor dit groote dijkvak. Eerst daarna kan de dam- aanleg beginnen van Frieslandsteunei- aanleg beginnen van Friesland—steuneüand WieringenHoll. kust. De zuiderzee-visschers deelen in deze op vatting omtrent den vischtrek niet. Zij mee- nen, zooals door afgevaardigden in de zittin gen van den Zuiderzeeraad naar voren is gebracht, dat terstond bij het beperken van het Amsteldiep voor de toekomst de inkom sten minder worden, daar zij uit. ervaring konden getuigen, dat de ansjovis die den trek neemt langs den Helder om de bank Har- sens, door het Amsteldiep langs Wieringen zich in de Zuiderzee verspreidt, en bevestig den dit door aan te toonen dat nooit deze vischsoort beoosten Wieringen de Zuiderzee heeft bereikt. De practijk zal nu moeten uitwijzen in hoe verre de werkzaamheden in de Zuiderzee (tot den damaanleg) al of niet op den visch. stand van invloed zijn. De Amsterdamsche Raad stelde in handen van B. en W. om p ra e-ad vies een adres van de Buurtvereeniging „Westelijk Amsterdam", strekkende tot vaststelling van een maxi mum-snelheid voor motorrijtuigen van 15 KJVI. per uur voor de geheele Gemeente of voor een aantal nader aangeduide wegen in de Gemeente. Omtrent het vraagstuk van het vaststellen van een miaximum-snelheid voor motorrijtui gen heeft de hoofdcommissaris van politie rapporten uitgebracht en hij komt, op grond van te dezer zake, ook in het buitenland, op gedane ervaringen, tot de slotsom, dat het bepalen van een maximum-snelheid voor. ge heel Amsterdam niet doelmatig is te achten. Een dergelijk voorschrift blijkt in de practijk uiterst moeilijk te handhaven te zijn; slechts op drukke verkeerswegen kunnen bij voort during agenten van politie aanwezig zijn, die op de nakoming daarvan toezicht oefenen. Het is niet te vermijden, dat op andere wegen gereden zal worden met een zoodanige snel heid, als het straatverkeer op eenig oogen- blik toelaat. Een algemeene waarborg tegen te snel rijden is te vinden in art. 15 der mo tor- en rij widlwet. De hoofdcommissaris toonde voorts aan, dat, onafhankelijk van de vraag of vaststel ling van een maximum-snelheid voor geheel Amsterdam wenschelijk moet worden geacht, een maximum-snelheid van 15 K.M. in elk geval te laag ia Zoowel door wielrijders als door paarden in draf zouden de motorrijtui gen dan kunnen worden voorbij gereden. De in sommige groote buitenliandsche Steden vastgestelde maxima zijn in den regel niet lager dan 20 of 25 K.M. per uur; een maximumsnelheid van 25 KM. per uur^is te Amsterdam voorgeschreven voor d$ be stuurders van stationeerende motorrijtuigen. Anderzijds echter zijn snelheden als de zooeven genoemde voor de drukke verkeers wegen te groot. De hoofdcommissaris acht het dan ook wenschelijk, dat voor de Leid- schestraat, de Nieuwe Spiegelstraat, de Spiegelgracht, de Haarlemmerstraat, den Haarlemmerdijk en de Utrechtschestraat, een maximum van 12 K.M., zoowel ten aan zien van motorrijtuigen als ten aanzien van rijwielen, wordt bepaald. B. en W-. kunnen zich bij dit oordeel vol komen aansluiten; in verband hiermede hebben zij besloten krachtens art. 161 der Alg. Poltieverordening ten aanzien van de genoemde wegen te bepalen, dat daarop door motorrijtuigen en rijwielen met een niet grootere snelheid mag worden gereden dan die van 12 K.M. per uur. De vleet gekapt. Schipper D. C. Pronk, van den logger VL. 30, heeft, naar de Res.bode meldt, bij zijn binnenkomst te Vlaardingen bij de politie aangifte gedaan, dat een Engelschman (vis- scher), die den vorigen dag zijn voornemen daartoe te kennen gaf, zoodanig schade £)an zijn vleet heeft toegebracht, dat 17 netten en 15 breels verloren gingen. Gasverstlkking. Thuis komende in zijn woning aan de Lange Torenstraat te Rotterdam, vond de werkman G: J. K. zijn vrouw in de keuken dood op den vloer liggen. Tengevolge van gasontsnapping is zij bewusteloos geworden en gestikt. Het vertrekje was geheel met gasdampen gevuld. Een mislukt plannetje. Een reiziger van de /irma Gebrs. van Grinsven, fabriek van gouden werken te 's-HertogerAosch, heeft voorgewend op het perron te Utrecht onwel te zijn geworden en dat- hem toen een koffer met monsters ter waarde van f7000 is ontvreemd. Het bleek, dat de reiziger H. L. uit Arnhem de gouden voorwerpen hij Oosterbeek begraven had. Hij is gearresteerd en de firma heeft de ge stolen waar terugontvangen. Diefstal. Er is aan» het licht gekomen, dat den laat sten tijd te Amsterdam belangrijke diefstal len zijn gepleegd bij het vervoer van goe deren uit de haven naar de plaatsen van be stemming. Twee koetsiers, in dienst van een der scheepvaartmaatschappijen, die verdacht worden groote hoeveelheden goederen, waar onder handschoenen, manchetknoppen, lap pen stof en lappen fluweel, te hebben ge stolen, zijn betrapt en door de politie aange houden. Vervolgens heeft de politie gear resteerd een winkelier uit den Jordaan, die de gestolen goederen van de koetsiers ge kocht heeft en deze in een bewoond huis in de Wittenburgerstraat had opgeslagen. Alle goederen, die een aanzienlijke waarde ver tegenwoordigen, zijn door de politie in be slag genomen .De twee dieven en de heler zijn in bewaring gesteld. Stakende tramreizigers. Reeds tallooze malen zijn klachten geuit over de weinige zorg, die de tramwegmaat schappij VLissingenMiddelburg aan weg en materiaal besteedt, herhaaldelijk komen dan ook déraillementen en andere storingen voor. Een der ernstige grieven is ook de slechte toestand waarin de wagens verkeeren, die speciaal gebruikt worden in de' zgn. werk manstrammen, dat zijn de trammen waar mede de talrijke op de fabriek der Kon. Maatschappij te Vlissingen uit Middelburg werkende arbeiders heen en weer reizen. Deze wagens zijn oude derde klasse wagens van de voormalige stoomtram. Dinsdagmiddag is het zoo ver gekomen, dat, waar de talrijke klachten bij directie en autoriteiten niet tot verbetering leidden, de werklieden weigerden in die wagens plaats te nemen, daar verschillende ruiten stuk waren en ook verder deze vervoermiddelen verre van winddicht zijn. Zij zijn toen met de gereedstaande en de volgende tram met de gewone wagens huiswaarts gebracht. Het woningvraagstuk opgelost? Met aandacht en -groote belangstelling lus ik 1.1. Zaterdag 30 October de beschouwingen en cjjfers, die M. ten beste gaf omtrent het woningvraagstuk, en na het lezen daarvan kwam mij voor den geest het verhaal van Ooiumbus met het el, en ik dacht met bewon dering over het vernuft, het verstand en de begaafdheid, aan enkelen geschonken, om de grootste problemen, waar duizenden over zitten te tobben, op de eenvoudigste wijze op te lossen. Zoo was het met Columbus met het ei, en zoo gaat het nu hier met het woning vraagstuk, en ik vroeg mij af hoe is het nu toch mogelijk, dat deze oplossing niet eerder in 's menschen brein is opgekomen. Daar zit men nu overal mede te tobben en naar een oplossing te zoeken en ziedaar, M. lost het probleem in de Heldersche Courant van 30 Ocfcober 1920 zoo zakelijk, zoo degelijk en zoo eenvoudig op (al is het met wat veel cijfers en berekeningen), dat men werkelijk op het eerste gezicht geneigd zou zijn uit te roepen: Eureka, het is gevonden, van Den Helder zal de Victorie uitgaan. En het klonk mij zoo mooi en zoo ebnvoudig tegen, dat het mij werkelijk onaangenaam aandeed, toen ik bij eenig nadenken tot de conclusie moest ko men, dat wat M. voorstelt en beredeneert, in de practijk en werkelijkheid onuitvoerbaar zal blijken. En dus al dat moois voor mij als een zeepbel verdween. Maar nu in deze zaak eens ernstig, waarde M., ik ben natuurlijk aan U verschuldigd het bewijs, dat hetgeen u naar voren bracht, niet uitvoerbaar is, en tevens een antwoord over verschillende per sonen en zaken, die~U hierbij in 't geding brengt. Want M. zegt wel aan 't slot van zijn beschouwing, dat men dit onderwerp zonder bijzaken moet behandelen I maar hij haalt zelf hier alle, mogelijke personen en zaken bij, n.1. de heeren Grünwald en Everaard, Onderofficieren en Aannemers, S.D.AJ*. en Woningbouwverenigingen, Particulier kapi taal, Bouwers en Huurcommlssle, enz. Ik wil dan trachten M. te overtuigen en te beant woorden. Om dit evenwel te doen, moet ik in ver band met de bestaande woningen en woning voorziening 60 k 70 jaar terug in de geschie denis van Helder. Toen bestond er nog wei nig of niets van hetgeen wij gewoonlijk aan duiden me't het Nieuwediep. Wel was daar de z.g. Oude Helder met zijn Lange-, Midden- en Smidstraat en zijn Klok- en Kromme Elleboogsteeg en weet ik wat voor stegen en sloppen meer. Toen waren de daar beertaande woningen met hun vrijwel allen onboechoten en aangestreken daken, al op jaren. Maar onte voorvaderen waren niet zoo veë'lelschend ais thans, en woonden daar hun lief en leed uit. Tot dat de haven het Nieuwediep zloh als voorhaven van Amsterdam deed gelden, er gebrek -aan woningen kwam en men aan het Nieuwediep begon te bouwen. En wel ter plaatse wat toen vrijwel niet anders was dan moeras, kreek en slooten, welk terrein toen bestempeld werd met den naam van „het strooiendorp". Misschien heeft M. hier wel eens over hooren spreken, zoo niet, wij Hel- derschen, weten van onze voorvaderen wei wat hiermede werd aangeduid, n.1. een ver zameling van keeten, gedekt met stroo. Hier in moest noodzakelijk verandering komen, en werd aan de bebouwing van het Nieuwe diep den eersten en voornaiamsfcen stoot ge geven door de heeren Gebrs. Janzen, Aan nemers en timmerbazen te Helder, die binnen betrekkelijk zeer korten tijd achtereenvol gens bouwden een groot gedeelte Hoofd gracht met Achterstraat, Steengracht, Jon ker, Gas-, Harte-, Nieuw-, Brouwer-, Vijzel en Vischstraat, Onrust en Weltevreden, ter wijl Keizer-, Koning-, Spoor-, Molenstraat en Ankerpark enz. ook weer door Aannemers en timmerbazen, n.1. de heeren Vos, Gebrs. Klein e. a. tot stand werden gebracht! Door hen en anderen werd vrijwel regelmatig in de behoeften aan woningen voorzien. Het was over het algemeen genomen wel een lichte bouw, doch dat men hief geen groote en soliede panden stichtte, vond grootendeels wel zijn oorzaak in het feit, dat Den Helder eene onzekere plaats bleef voor de toekomst. Men wilde eenvoudig geen kapitaal voor Den Helder geven op vast goed en hypotheek werd aarzelend gegeven; particulieren waren bang hun geld te geven, dus moest men zich wel beperken tot lichten bouw. Inmiddels was men begonnen met plannen voor de doorgraving van Holland op zijn smalst en hoewel dit eerst door de inwoners van Helder licht werd opgenomen, daar zij in hun een voud meenden, dat een kanaal gegraven dwars door de duinen niet bestaanbaar zou blijken op den duur, en noodzakelijk zou moeten verzanden, bleek al spoedig, dat men verkeerd had gedacht. Want toen de opening van het Noordzee-Kanaal te IJmuiden een fedft geworden was, kwam de débacle voor Den Helder, en liep het vaste goed hier aan Den Helder in waarde zoo verschrikkelijk terug, dat men op de beste standen, als Kei zer-, Koningstraat, enz., de huizen voor 6 700 gulden per stuk kocht, en de grootere panden haast onverkoopbaar waren. Men was bang geworden van Helder. In den loop der jaren herstelde zich gelukkig de toestand doordat Marine en -werf zich uitbreidden, en kwam de tijd weer, dat er hier gebrek aan woningen ontstond. Ook toen werd, evenals voorheen, hier vrij goed in voorzien, en het waren in hoofdzaak ook weer Aannemers en timmerbazen, die dit tot stand moesten bren gen, maar nu gesteund door eenige onderne mende burgers, als Govers, Schagen, Bas, Graaff e. a, die met betrekkelijk geringe middelen en groote lasten doorzetten en aan pakten, de Gover-, Schagen-, Bas-, Graven-, Breewater- en andere straten aan lieten leg gen en bebouwden. Ook toen kreeg men weer geen kapitaal genoeg voor Helder om wat grooter en solieder panden te stichten. De onzekerheid of Marine en Marinewerf hier al of niet gevestigd zouden blijven, maakten het kapitaal en menschen voorzichtig, en bleef een open vraag. En dat dit niet geheel denkbeeldig was, en groot van invloed, be wijst wel, dat 15 k 20 jaar terug aan Hoofd gracht, Kerkgracht, P. H. Laan en Stations straat de z.g. heerenhuizen in grooten getale met een bordje „Te Huur" prijkten. Evenzoo was het met de Nieuwstraat (waarin voor dien tijd de z.g. Middenstandswoningen ston den met een huurprijs van 2.40 per week), waar de woningen bij tientallen tegelijk te huur stonden. Het was toen dus voor ver- schdllemje huiseigenaren en bouwers weer een zeer zorgzame tijd om er doorheen te komen. Toen kregen wij hier aan Den Helder ook onze eerste woningbouwvereeniging, niet van de S.D.A.P., maar van de vereeniging „Patri monium", die aan Janzen- en Sluisdijkstraat bouwde. Dit was tenminste iets gedaan in het belang der Volkshuisvesting. Het bleek evenwel al spoedig, juist gezien het feit, dat hier, zooals M. nu ook zegt, voor een betrek kelijke lage huur een vrij aardige woning te bekomen was, dat het beter was, het maar weer aan Aannemers, timmerbazen en parti culieren over te laten, daar de gemaakte win sten tan huizen in gedachten veel grooter waren dan men vermoedde. En eindelijk werd in Juli 1910 opgericht de Vereeniging voor Volkshuisvesting „HeldeT", in welks bestuur vrijwel alle partijen, ook de S.D.A.P. vertegenwoordigd waren. En nu doet het vreemd aan waar M. zegt dat het de S. D. A. P. in 1910 was die op wo ningnood wees. Ik dacht dat M. het woning vraagstuk zonder bijzaken wilde behandelen. Ik vraag mij af, waarom wilde de S. D. A. P. het op de schouders der gemeente schuiven? Wat belette haar en waarom deed zij het niet om met voorschotten van het Rijk volgens de Woningwet b.v. voor de bewoners der krotten gelegen aan stegen, sloppen en hofjes, tusschen Visch- en Vijzelstraat, ouden Helder, en in het centrum der gemeente eenigszins dragelijke woningen te bouwen, al was het nu juist niet met 5 kamers, dubbele schoorsteenen en closet met waterspoeling. Ik vind dat dit werkelijk toen van de S. D. A. P. een groot verzuim is geweest. Zij vond het blijkbaar gemakkelijker en beter om het hij het woord te laten en dit niet in de daad om te zetten. Wat nu verder de werkzaamheden van Volkshuisvesting betreft, zeker, wat zij deed is te prijzen; maar als men evenwel nagaat wat zij in haar 10-jarig bestaan tot stand bracht, is zij nu juist niet erg voortvarend en gelukkig geweest en het is maar goed dat de Heldersche aannemers en timmerba zen haar in de woningvoorziening, zoo lang hun dat maar eenigszins mogelijk was, en nog mogelijk is, geholpen hebben en nog helpen zullen, trots alle bezwaren van dure materialen, duur gel<^ en andere oorlogs ellende. Anders zag het hier ter plaatse met de woningvoorziening heel wat treuriger uit dan het nu reeds is. Daarom vind ik de uitdrukking van M. tegenover de aannemers zeer misplaatst, waar hij zegt: „De klaagto nen daar tegenover steeds weer aangeheven voor en namens de plaatselijke aannemers over de hier gebouwde woningen en de ge voerde woningpollt ek brengen ons evenmin verder". Neen, M., de aannemers hieven geen klaagtonen aan, zij hebben enkel als prao- tlsche menschen, wlen ook de woningvoorzie ning der gemeente na aan 't hart lag, ge waarschuwd en geprotesteerd, toen' zij zagen en begrepen, dat door verkeerd gegeven ad viezen, en te lage begrootingen eenerzijds, en het drijven van verkeerde politiek ander zijds, het de gemeenschap heel veel geld zou kosten, en de woningvoorziening zeer zou belemmeren. Dit was hun goed recht en wa ren zij verplicht. Nu blijkt dan ook, dat zij zeei- juist gezien hadden. Zij voorzagen dat elke dag oponthoud duizenden guldens zou kosten. En waar men Uiet een inschrijvings som voor 2900 per stuk toen een woning gebouwd kon krijgen, hebben dezen nu 4300 en 6140 per stuk gekost en niet zooals'M. voor de laatsten meent 5000. En nu de vergelijking van M. ten opzichte der prijzen der woningen, die gebouwd wor den in andere gemeenten. Het blijkt dat M. daar in het geheel geen kijk op heeft (en het niet kan beoordeelen). In zijn gedachten is een huls een huis, waar, hoe, en door wie het gebouwd wordt, doet niets ter zake. Het is een hvzis, gebouwd door de Vereeniging voor olkshuisvesting, dus dat moet voldoende waarborg zijn, dat het in orde is. Ik wit-nu trachten ook hier M. aan te toonen, dat hij het mis heeft door eenige voorbeelden uit door hem zelf genoemde plaatsen aan te halen. B.v. Zaandam. Weet u wel, waarde M., dat men te Zaandam onder de geheele woning duur heiwerk moet maken? Vlieland. Is u wel eens op Vlieland geweest? Er behoort al reeds, moed toe om er heen te komen, laat staan als men daar woningen moet bouwen. Wat het aan transport en arbeidsloon kost is niet te begrooten; ik spreek uit ondervin ding, daar ik 20 jaar geleden daar zelf heb gebouwd. Terschelling. Wat voor Vlieland geldt, Is Vrijwel voor Terschelling ook van toepassing. Ingezonden mededeellng. DROS' ADVOCAAT Schagen gebouwd, veel grootsoher en royaler van opvatting zijn? Zoo zou ik door kunnen gaan, doch ik zal het hier bij laten. Maar u voelt wel, waarde M., dat uw vergelijking totaal niet opgaat. En nu wat uw ideaal plan betreft, om met verhoogde huur der oude woningen de tekor ten op den nieuwbouw te dekken. De eige naars van pl.m. 5500 bestaande woningen extra belasten met pl.m. 0.45 per week en per woning, en dit zijn dan juist de woningen van af 1 tot 3.75 of gemiddeld 2.40 per week. Heeft u, waarde M., er wel aan ge dacht, dat ook voor die verhuurders van wo ningen in den tegenwoordigen tijd een gul den ook geen vijftig cent meer waard is? Heeft u er wel aan gedacht, dat van die 6500 woningen een groot deel .van de besten in de jaren 1919 en 1920 door verkoop ieder een nieuwen eigenaar ontvingen, menschen, die opgejaagd en nog "eens opgejaagd door den woningnood,van armoed ten laatste maar een huis kochten. Soms geheel op schuld, door anderen, die eenig geld bespaard, met de rest op hypotheek a 6 pet. plus grondlas ten, waterleiding, verbouw, onderhoudskos ten enz. En dat die menschen nu ook al op zware lasten beginnen te zitten. En u, die nu nog weer eens geen extra belasting op mag leggen, heeft u wel er aan gedacht,' dat de meesten der dan overblijvende perceelen, die zijn, welke het eerst aan het Nieuwediep gebouwd, en om de doqr mij reeds genoemde redenen, licht van constructie zijn en nu vrij wel zijn versleten en zware herstellingen of reparatie noodig hebben? Heeft u er wel aan gedacht dat er eigenaars van die wo ningen zijn, die van hun weekgeld, in zuinig overleg van man en vrouw, hun spaargeld belegd hebben in huisjes, om op hun ouden dag niet geheel afhankelijk te zijn van huD kinderen of de gemeenschap? En heeft u wel overdacht, hoe zwaar en onbillijk u die men- schen wilt belasten? Heeft u wel overwogen, dat er onder het restant van die bestaande woningen eene groote masa zijn, waarvoor, als men ze binnen betrekkelijk korten tijd niet onbewoonbaar verklaard wil zien, de on kosten van herstel, zoo beduidend zullen zijn aan schilder-, vloeren-, gooten-, hek-, straat- en rioolwerk, dat ook de huren met guldens tegelijk omhoog gebracht, zullen moeten wor den, om onkosten en lasten te bestrijden, en U ook deze nog niet eens extra moogt be lasten, daar het, al worden zij goed hersteld, nog niaar oude huisjes blijven, en niet ver geleken kunnen worden met nieuwbouw. En wat er nu nog als rest van die bestaande wo ningen overblijft, is van dien aard, dat als niet spoedig wordt ingegrepen, herstellen niet meer mogelijk is, en zij binnen betrek kelijk zeer korten tijd onbewoonbaar ver klaard zullen moeten worden, zoodat er dus riets meer van te halen valt. Zoo zou men hier in den Helder met de woningvoorzie ning voor een niet meer te herstellen ver warring komen te staan, terwijl het voor ver schillende van die eigenaars, die onmachtig zijn om de noodige herstellingen te laten ver richten, hun ondergang beduidt, daar ge woonlijk ook dat soort woningen nog met hypotheek bezwaard is. En nu zal M. mij misschien beschuldigen van overdrijving, be krompenheid, of dat mfjn blik niet breed ge noeg is. Ik voeg M. toe: zoo zijn op heden hier in den Helder de toestanden, en niet anders. En juist het feit, dat ik als Helder sche van geboorte, en het wel en wee onzer gemeente mij na is, en ik uit den aard van mijn bedrijf, vrijwel met den toestand onzer gemeente op de hoogte meen te zijn, geeft mij de moed, en ook het recht, te zeggen, dat wat M. wil, niet bestaanbaar is. Ik stel mij ter beschikking om den toestand der oude woningen, door u bedoeld, en door mij ge schetst, eens in oogenschouw te nemen; in den ouden Helder, met zijn straten, sloppen en stegen, idem in de Visch-, Vijzel- en dwarsstraten, in Molen-, Vlaming-, Oost- sloot-, Vroon Hoog- en Achterstraten, aan Achtergracht W. en Z.zijde enz. Kortom naar alles wat wij onder ouden Helder en Nieu wediep verstaan. En ik weet zeker, waarde M., dat U tot de oonclusle zult komen, dat uw plan niet uitvoerbaar is, en dat gij ver steld zult staan over hetgeen gij te aan schouwen krijgt. U zult mij misschien toe voegen, wat kan dan wel? En dan is mijn antwoord: dit: Om hier de weg aan te wijzen die bewandeld moet worden, ls een groot Srobleem, voor welks oplossing van Regeer- ers en bestuurderen veel zorg en overleg verelsoht zal worden. En lk zal mij dan ook wel wachten om evenals M. doet, de regee- ring van fouten te betichten, waar M. zelf in dit vraagstuk zulke groote fouten begaat. Wat lk wel mogelijk acnt ls, dat door de be woners der nieuwgebouwde en te bouwen hulzen een huur betaald wordt, volgene hun Inkomen, en zoo ik (mij niet vergis, geschiedt dit in andere plaatsen ook al reeds, 'b.v. te Velsen. Daar moept een binnenloods (die te IJmuiden zijn werkkring heeft, door den woningnood te IJmuiden, verplicht was een huis van Volkshuisvesting te Velsen te be trekken) voor een betrekkelijk kleine wo ning (te klein voor zijn gezin) een half uur gaans van zijn werk gelegen, toch volgens zijn Inkomen 7 per week verwonen. En waarom zou dit hier niet mogelijk zijn? Mis schien omdat, zooals M. zegt, (naast het vele kwaad, dat men van de gemeente Helder spreekt, deze altijd een bijzonder voorrecht gehpd' heeft, n.1. lage huishuren, die, ook thans nog, bij andere gemeenten vergeleken, nog laag zijn?). Maar dit mag toch in de te genwoordige omstandigheden geen motief blijven. Wat M. zegt over het Instituut Huur- oommissie, ik ben volmaakt met hein eens, dat deze nog niet gemist kan wonden, om misbruiken tegen te gaan. Wel heeft de Hum-commissie ten opzichte van huiseigenaren, die werkelijk aan hun woningen met groote kostèn gepaard gaande herstellingen, verbeteringen en verbouwin gen ten uitvoer brengen, een breed en recht vaardig standpunt in te nemen, en zich niet laten afschrikken als voor die perceelen een vrij groote huurverhooging wordt aange vraagd. Want dit zou de woningvoorziening zeer schaden, en tot gevolg hebben, dat bin nen korten tijd verschillende personen on machtig zouden blijken hunne huizen in een bewoonbaren toestand te houden, waarbij zij dan nog liever de voorkeur zullen geven aan onbewoonb%arheid, dan aan een jaarlijks terugkeerende schadepost. En nu hoop ik, dat M., in het belang onzer woningvoorziening, eenigszins overtuigd is. Ik zou hem willen vragen, als hij door den aard van zijn positie er toe in staat isl niet mede te werken aan het te stichten woning fonds, dalt volgens M. uit vertrouwbare bron, de Regeering overweegt (tenminste niet voor Helder), maar veel eer te trachten een fonds te vormen tot verbetering en instandhouding van bestaande woningen. Anders zou het, naar ik vrees, juist een andere werking heb ben, dan als M. (zij het dan ook te goeder trouw) bedoelde. Toch zou ik M. nog wel een raad willen geven, n.1. voor en aleer hij weer in zulke aangelegenheden de pen opvat en becijferin gen publiceert, eerst goed te overwegen en zich te laten voorlichten, want nu is er, zeg ik, gelijk wethouder Verstegen onlangs in een Raadsvergadering zeide, „ins blaue hinein" oftewel in goed Nieuwediepsch, in de ruimte gezwamd. Want U zal met mij eens zijn, waarde M., dat men op deze wijze veel stof opjaagt, onrust en ontevredenheid kweekt, en dat is er tegenwoordig al meer dan genoeg. Men moet dit zoo mogelijk voor komen door overleg, samenwerking en op bouw. v. O. Veel geschreeuw, maar weinig wolhet spijt mij wel, geachte heer v. O., dat dit en geen ander oordeel mij na de lezing van uw stuk overbleef. Uw historisch overzicht is interessant, maar uwe bestrijding der S.D.A.P., die gij bij elke gelegenheid en ongelegenheid ten beste geeft, heeft met het zeer belangrijke vraagstuk absoluut niets te maken. Of de timmerbazen vroeger hier huizen hebben gezet, is de vraag niet. Zij deden dit overal en evenals hier zijn zij er zeer terecht mede opgehouden, toen er niets meer meê viel te verdienen. En daarom is de oplossing der volkshuisvesting sinds jaren onherroe pelijk overheidstaak geworden. Dat de S.D.A.P. in 1910 gemeentelijke wo ningbouw wilde, is zeer terecht, want ten slotte zal blijken, dat de bouw door bouwver- eenigingen op den duur niets anders wordt. Er komen reeds overal en ook hier bouwver- eenigingen, die blij zullen zijn, als de ge meente hun zaakje overneemt. Particulier initiatief, niet geld van de gemeenschap, is absoluut geen verdienste en als bestuurder van een der grootste vereenigingen aarzel ik niet, de verdienste dier vereeniging zeer ge woon te vinden. Zonder het geld van het Rijk met de Ge meente als borg, zou geen vereeniging iets hebben uitgevoerd en de Gemeente kan het dus zelf precies even goed. Wat de prijzen der woningen betreft, door mij genoemd, ik blijf beweren, dat wij hier met 4300.— per huis goedkoop uit zijn. O# Zaandam moet heien en de eilanden extra kosten aan vervoer hebben, doet aan de waarde van het lijstje, dat ik gaf, absoluut niets af. Op dat lijstje komen een aantal dorpen in Noordholland voor, die in denzelfden tijd ook veel en veel duurder bouwden dan wij hier, terwijl ik van de grootschheid der Schager- woningen nooit iets heb bemerkt. Tenslotte de groote vraag, door mij bespro ken, n.1. de dekking van den nieuwbouw door die winsten uit de bestaande woningen. Weet de heer v. O. niet, dat reeds een jaar geleden de heeren Schippers, v. d. Wal, Hiëmstra en Nieboer, allen vooraanstaanden in de S.D.A.P., in „Het Volk" en de „Socia listische. Gids" dit denkbeeld uitvoerig be spraken? En dat het denkbeeld door den oud inspecteur der Volksgezondheid Faber even eens wordt gehuldigd? Weet hij niet, dat het Koninklijk Instituut van Ingenieurs er zich eveneens gunstig over heeft uitgesproken? En zegt het hem niets, als Minister Aal-- berse het denkbeeld zeer sympathiek is en de Regeering ernstig overweegt om de in stelling van zoodanig Woningfonds mogelijk te maken? -> Wij bevelen den heer v. O. ernstig de lezing der a.s. Tweede Kamer-debatten aan, als daar de Huurwetten ln bespreking komen. Een ei van Columbus was het dus niet en zeker niet door mij uitgevonden. Bezwaren zijn er, maar er is eenvoudig geen ander middel, om van de huurtoeslagen uf te komen, tenzij men met bouwen wil op houden, iets, dat de heer v. O. toch niet voor zijne verantwoording zal durven nemen. Ik laat nu gaarne aan het oordeel der lezers over, wie er van ons tweeën „lm de ruimte gezwamd" heeft. Helder, 4 Nov. '20. M. ~U"Dat_dë Heldersche bevolking nu reden zon hebben, dankbaar te zijn tegenover die timmerba zen, die vroeger onze stad, evenals overal elders. hebDen volgebouwd met buizen, die aund z.g.j*. „koelen met schapenribben" ziin geweest en ra volgens den heer v. O. grootendeels .onbewoonbaar zijn, waag ik te betwijfelen. Dat al die goedkoope woningen met al aie arme menschen met 45 cent belast zouden worden, is een zeer oppervlakkige bewering. De hiAr dier woningen is gemiddeld ƒ2.40. de.yerESoging zou dus óók gemiddeld 45 cent zun, goedkoopsten minder, voor deduurderen meer. bovendien wordt de verhooging afgenomen van een huurstijging, die het gevolg zal zijnev|£r tueele verruiming en eindelijke opheffing Huureommissiewet, dit moet niet. uit het oog wor den verloren. Wieringen. Alhier had j.1. Woensdag een werkman op een baggermolen het ongeluk bij het vastzet- ten van een gebroken draad, zich tusschen de ketting der machine zoodanig te bezeeren. dat van zijn hand 3 vingeus gedeeltelijk wer den afgeknepen. Genees- en heelkundige hulp van dr. Piccardt werd direct ingeroepen. De heer Roelof Post alhier is benoemd tot adjunct-commies bij 's Rijks directe belas tingen alhier. In plaats van kaurten. Ondertrouwd LENA F0LMER en J. VALKH0FF, Uitgever. Den Helder, j i November 1920. Amersfoort,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 2