87-90 Weststraat.
Lederwaren:
fi. I. VIIIMUM.
IMIHST1UT.
Theebladen.
Serviezen.
Theelichten.
Olie- en Azijnstellen.
Eierstellen.
Portemonnaies,
Damestasch,
Sigarenkokers.
Portefeuilles.
City-bags.
buitenland.
de volkenbond.
box-calf, f 3.25.
reclame, f 3.50.
TTSSCHERUBERICHTBlf.
25 Nov. Aangebracht door 33 kortere: 760 ton-
rsn p. st. f 0.65 k f 0.60, 4050 middeltongen p. et.
0.40 k f 0. 30, 2450 kiene tongen p. et. f 0.20 k
t 0.15, 6 tarbottenp. et. f 8.k t 6.110 roggen
p. et. f1.25, 26 kisten mïddelgr. schol p. kist f 25.
k f 18.3S kisten zetechol p. kist f 17.a f 13.
62 kisten kl. schol p. kiet 10.— k i 6.—, 130
schalvsch p. kiet f 23.— k I 20.—; door gamalen-
TBBchere: 330 K.G. gekookte garnalen p. K.G.f 0.17
26 Nov. Aangebracht ooor 31 kortere: 60 tongen
p. etnk f 0.65, 200 middeltongen p. stok f 0.45.
150 kleine tongen p. stuk f 0.40, 10 roggen p.
stuk f 1.25, 2 kasten middelgr. schol p. kiet f 20.
2 kisten zetscbol p. kist f 13.10 kisten kleine
schol p. kist f 9.40 kisten schar p. kiet f 6.
k f 4.2 kisten schelvisch p. kiet f 22.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag 26 Nov.
De onderwij eer ssalarissen.
Aan de orde is de interpellatie van den
heer Ossendorp (s.-d.) naar aanleiding van
den brief van den minister van onderwijs aan
de Kamer in zake de onderwijzerssalarissen.
De heer Ossendorp 'betoogt, dat elke
salarisregeling een verbetering moet zijn. Maar
zoo goed als den vorigen keer, is ook nu weer
een overgangsbepaling vastgesteld, waardoor
duizenden zullen achteruitgaan. De regeling
van 1919 was op enkele punten, vooral voor
bijzondere onderwijizers goed, maar over het
algemeen schriel. De minister zal het natuur
lijk niet zoo hebben bedoeld, maar het was
of men dacht; „bet is maar voor de onder
wijzers".
Op allerlei wijzen zijn de onderwijzers ach
terop gekomen: de duurtebijslagen werden pas
heel laat uitgekeerd, evenals het extra-maaind-
salaris. Zóó kon spreker wel doorgaan.
Op 9 November hebben de 'leiders der
fracties een onderhoud gehad met den mi
nister-president en den minister van onder
wijs over de terugbetaling der 7 pet. pen
sioenskorting. In een communiqué werd als
gevolg daarvan (medegedeeld: dat er met
spoed aan de terugbetaling wordt gewerkt op
de departementen. Dat was 9 November. En
nu, den 2Ósten .hebben de onderwijzers nog
niets. Wat verstaat men hier toch onder par
lementairen spoed? Spreker durft voorspel
len, dat het wel December worden zal, vóór
de terugbetaling is geschied.
Hij wil nog meer gevallen noemen, die
de onderwijzerswereld wel in beroering moes
ten brengen. De vergoeding, een jaar geleden
toegezegd, voor het geven van handwerkon-
derwijs buiten de schooluren, is pas laat afge
komen, en zeer gebrekkig. Er zijn tal van on
derwijzers en onderwijzeressen, die gedu
rende twee jaren uren en uren les hebben ge
geven buiten de schooluren, zonder dat ze er
iets voor hebben ontvangen. Hieraan zouden
nog meer gevallen zijn toe te voegen, maar
spreker zal het er bij laten. Toen de Commis
sie voor georganiseerd overleg aan de regee
ring voorstelde, de onderwijzers 2200 tot
ƒ4500 te geven, bleek dé geheele pers de
anti-revolutionaire wat matiger, de Roomsche
sterker daarvóór te wezen. De regeering
luisterde echter naar dit voorstel niet, maar
diende 16 November haar eigen voorstel in,
dat door de onderwijzerswereld een onbe
schaamd stuk werd genoemd, een negeering
van de onderwijzers en bet onderwijs.
De minister weet wel, dat er van zijn heele
onderwijswet niets zal terecht komen, wan
neer hij niet behoorlijk betaalt. Spr. weet niet
of de minister wan onderwijs schuldige dan
wel mede-schuldige is, maar wel weten we,
dat de minister van financiën heeft moeten
mede-oordeelen, en dus wel in de voorstel
len van zijn ambtgenoot zal hebben gekerfd.
Spr. bepleit opneming der onderwijzers in
tabel A van het bezoldigingsbesluit, opdat hun
arbeid gelijkwaardig gesteld wordt aan die
van andere ambtenaren. Voorts wijst de heer
Ossendorp op het verschil dat gemaakt wordt
tusschen de acten van de artikelen 77a en 77b.
Ten derde wijst spr. op t verschil in salaris
tusschen gehuwden en ongehuwden, evenals
in de wet van 1917.
Nu de getallen. Er is met klem gevraagd
22004500. De minister van financiën
zal opstaan en zeggen: volgens de nieuwe on
derwijswet kunnen ze deze getallen bereiken.
Ja! de onderwijzers kunnen ƒ4500 bereiken,
als ze: hoofdacte, Fransch, Duitsch, Engelsch
en enkele andere acten halen, zorgen, dat ze
45 jaar worden en drie kinderen hebben, ja,
dan kunnen ze ƒ4500 behalen!
Tot zijn spijt heeft spreker een interview
in de „Nieuwe Rott. Courant" gelezen, vol
gens hetwelk de heeren Dressethuys en Drion
22004500 toch ook wel wat veel von
den. Maar het geld heeft toch minder waarde!
Vergeet men dat dan? Wil men dan hebben,
dat de onderwijzers voortdurend tot het zoe
ken van bijverdienste worden gedwongen.
De commissie Raaymakers stelt voor om
aan ambtenaren 16002300 in zeven
jaar te geven, de regeering wil de onderwij
zers met gewone acte 16002200 in elf
jaar geven! Kan men een goed woord geven
voor de regeling der regeering?
Spreker stelt de volgende vragen:
Is de minister bereid:
10. de salarisregeling der onderwijzers op
te nemen in Tabel A, behoorende bij het Be
zoldigingsbesluit voor Rijksambtenaren?
20. het salaris voor de onderwijzers, in het
bezit van de akte, genoemd in artikel 77 on
der b. der wet op het lager onderwijs 1878,
gelijk te stellen met dat van de onderwijzers
in het bezit der akte, bedoeld bij artikel 134
der Lager Onderwijswet 1920?
30. het salaris voor de onderwijzers, in het
bezit der akte 77a der vigeerende wet en dat
van de onderwijzeressen in het bezit van di
ploma A, bedoeld bij artikel 135 der wet van
1920, gelijk te doen zijn?
40. om het bestaande verschil in salaris tus
schen onderwijzers met en zonder hoofdakte
van 300 in de nieuwe regeling te hand
haven?
50. om hét verschil in salaris van 400
tusschen gehuwden en ongehuwden te doen
vervallen?
60. om de nieuwe salarisbedragen in over
eenstemming te brengen met het advies, dat
door de commissie voor georganiseerd over
leg aan de regeering is uitgebracht?
De Minister aan het woord.
De Minister van Onderwas, de heer D e
Visser, zegt, dat de laatste vraag door zijn
ambtgenoot van financiën zal worden beant-
woord. De eerste vijf vragen, bevattende be».
stelsel van spreker, zal de minister zelf be
antwoorden.
Bij de plaatsing in schaal B moest met al
lerlei factoren rekening gehouden worden,
die met de salarisregeling der gewone ambte
naren niets te maken hebben. Die bijzondere
faotoren golden het middelbaar onderwijs,
maar ook het lager onderwijs. De commissie
voor g.o. is er niet in geslaagd de onderwij
zers in schaal A te brengen, omdat zij met de
bijfactoren rekening houden moest. Zij deed
er zelfs geen enkele poging toe.
Spreker komt thans tot het materieele punt
van het stelsel der commissie. Deze stond
principieel op het standpunt, dat geen cent
werd gegeven voor andere ac.ten. (Geroep:
een zeer juist stelsel). De minister kan dit
stelsel niet waardeeren, staat principieel op
een tegengesteld standpunt. In alle onderwijs
kringen juicht men het toe, dat de bezitters
van bijzondere acten daarvoor worden ge
waardeerd.
In het stelsel van de commissie wordt elke
prikkel om verdere ontwikkeling en acten te
bereiken, weggenomen. Wie eenmaal een acte
heeft gehaald, wordt zijn heele leven daar
voor gelijk betaald als een ander, die nog
ging studeeren. Een jongen van 18 jaar, die
de lagere acte haalt en niets meer doet, zou
volgens het stelsel van de commissie een eind-
salaris van ƒ4200 kunnen bereiken! Wie
acht dit nu in overeenstemming met zijn ver
dienste voor het onderwijs? Is zijn traotement
in overeenstemming met de verhoudingen,
vergeleken bij andere ambtenaren? Mag dit
salaris worden gegeven aan iemand, van wien
men berekend heeft dat hij zijn vacantie
in rekening gebracht 21/, uur per dag
werkt? Menigeen heeft niet den ruimen
vrijen tijd, dien de onderwijzer tot zijn be
schikking heeft.
Men moet bedenken, dat spreker bezig is de
schaduwzijden van het stelsel der commissie
aan te toonen. De hoofdacte wordt thans ge
taxeerd op 300, het Fransch, Duitsch en
Engelsch heeft spreker getaxeerd op 100
voor elke acte. Vandaar dat hij voor de be
zitters van de tegenwoordige hulpacte van die
2200 600 afgetrokken heeft en hun aan
vangssalaris op 1600 gebracht. Die rege
ling is natuurlijk en volkomen juist.
Spreker heeft juist aan degenen, die pas
enkele jaren in de school zijn, een prikkel
willen geven om te trachten de hoofdacte te
halen. En omdat hij weet, dat de nooden thans
grooter zijn, heeft hij het verschil tusschen de
gewone acte en de nieuwe op 700 gebracht.
Zijn stelsel als zoodanig dit houdt spreker
staande zal het onderwijs veel beter'moeten
dienen, dan het stelsel van de commissie.
De Minister heeft van verschillende zijden,
ook van de groote gemeenten, stukken ont
vangen, volgens welke verschillende onder
wijzers achteruit zouden gaan. Maar dat
komt: omdat men de zoogenaamde extra-
maand maar voor vast bij de salaris heeft op
geteld. Niemand heeft echter heit recht dat
te doen! Voorts vergeet men, dat voor de
bij-acten afzonderlijk wordt betaald. Een
staat uit Rotterdam rekent nog met den pen-
sioenaftrek van 7 pet., hetgeen evenmin mag.
Mocht in het debat echter blijken, dat in
de salarisregeling, zooals hij die heeft ge
consigneerd, eenige plooien mochten zijn ge-
Dieven, die met niet te veel moeite kunnen
worden gladgestreken, dan is spr. bereid om
wijziging daarin te overwegen.
Minister De Vries wijst er op, dait de
door de Comm. van georg. Overleg vastge
stelde regeling (maximum 45°°) gelijk
stond met het maximum voor een leeraar
d. O., zoodat dus allerlei andere salarissen
zouden moeten worden verhoogd. De Minister
zet voorts uiteen, dat een dergelijke regeling
voor 1922 ruim 78 millioen meer aan de
schatkist zou kosten. Een meisje dat van
de normaalschool komt, zou op 21-jarigen
leeftijd 1900 hebben gehad, terwijl onze
derken met 1300 beginnen. Dan zouden er
dus nog wel 60 millioen noodig zijn geweest
voor verhooging der ambtenaarssalarissen,
dus 140 millioen in 't geheel meer dan thans.
De Minister van Onderwijs moest dus met
een aannemelijke regeling komen. Het Kahi-
net heeft zich met zijne voorstellen kunnen
vereenigen, omdat uit een salaris van 1450
op 18-jarigen leeftijd een maximum van
4500, gelijkstaande aan 't Middelbaar On
derwijs, de onderwijzers in 't ambtenaren
corps een gunstige plaats zullen innemen.
De rede van den Minister veroorzaakt een
geweldig rumoer, zoodat de vergadering een
half uur moet worden geschorst. Na herope
ning deelt de Voorzitter mede, dat niet min
der dan 17 sprekers zijn ingeschreven. Over
de verdeeling van den beschikbaren spreek
tijd wordt nog eenigen tijd van gedachten ge
wisseld, totdat tenslotte een voorstel-Kete-
laar, om eiken spreker een half uur te geven,
wordt aangenomen.
De heer Ossendorp is de eerste, die
repliceert. Het argument van minister De
Visser dat de onderwijzers zoo weinig te
doen hebben, heeft bij spr. een sterk gevoel
van ontstemming gewekt, en bewijst, dat de
Min. hoegenaamd geen inzicht heeft in on
derwijszaken. Spr. zou niet weten waarom
men de onderwijzers niet in tabel A kan plaat
sen, zooals zij gevraagd hebben. Hij critiseert
op verschillende punten de regeling. Zijn ge
zegde, dat hij het betreurt twee jaar geleden
zijn vertrouwen in dazen Minister te hebben
uitgesproken, ontlokt den heer W ij n k o o p
de sarcastische opmerking: „Zegt u dat wel!
waarop de heer D u y s repliceert: „Ja, jelui
hebben 't makkelijk, jelui vertrouwen nie
mand!"
De heer Ossendorp, voortgaande, be
toogt, dat de Ministers van Finantiën en On
derwijs thans de doodsklok luiden over ons
onderwijs. Moet een onderwijzer altijd blij
ven boeten voor de lage salarissen vvan an
deren? Voor Oorlog en Marine is er geld,
maar de onderwijzer wordt altijd in een hoek
gedrukt, 't Volksonderwijs gaat op deze ma
nier te gronde. Tenslotte dient spr. namens
den heer Kolthek en de soc.-dem. de volgen
de matie in:
„De Kamer, van oordeel dat de salarisrege
ling voor de onderwijzers der openbare en bij
zondere gesubsidieerde scholen behoort te
worden vastgesteld overeenkomstig het ad
vies van de Centrale Commissie voor Geor
ganiseerd Overleg van 27 Augustus 1920,
gaat over tot de orde van den dag."
Onder groot rumoer en na heftige discus
sies wordt een voorstel-Albardaom des
avonds te vergaderen verworpen met 42 tegen
41 stemmen (rechts tegen links).
De heer Ketelaar merkt op, dat men
er haast toe zou komen, gelet op de resultaten
der poststaking, te wenschen, dat er maar
eene staking uitbrak. (Het is de eenige ma
nier, roept de heer Wijnkoop). Spr. had wei
nig hoop, toen hij naar de Kamer ging, maar
dat de verdediging der Ministers zóó dun
zou zijn, had hij niet verwacht. Waar het peil
zoo lang onbevredigend is geweest, mag te
gen de kosten niet worden opgezien. Spr.
vindt de regeling een schande, waarop de
Voorz. hem verzoekt zich te willen matigen.
Iemand met liefde voor 't onderwijs, aldus
spr., kan niet anders spreken als ik thans
doe. De Minister van Financiën is nu einde
lijk zuinig geworden, maar op 't verkeerde
oogenblik. Over een paar weken wordt weer
125 millioen voor oorlog en marine gevraagd.
Nogmaals gebruikt spr. het woord schande
tegenover de handelwijze van min. De Vries,
zelf uit het onderwijs voortgekomen, zooals
de heer Oud uitroept (dat is hij allang weer
vergeten, zegt de heer Ketelaar).
Hierna stelt de heer W ij n k o 0 p voor de
debatten Zaterdagmorgen voort te zetten,
waarvoor slechts eene minderheid van 27
stemmen te vinden is.
De heer De Buisonjé krijgt onder ru
moer het woord. Hij vertelt niets nieuws,
hoopt dat de Minister den teruggang verhin
deren zal.
Daarna de heer Van Wijnbergen.
Deze oordeelt de teleurstelling der onderwij
zers verklaarbaar en „tot op zekere hoogte"
gerechtvaardigd. Het stelsel van de Comm.
voor georg. overleg acht spr. voor het onder
wijs funest. Maar de adviezen van die comm.
hadden niet moeten worden gepubliceerd,
meent spr. Er moet inderdaad iets meer wor
den gedaan dan plooien gladstrijken, er moet
eene verbetering komen, die tot verhooging
leidt. Het stelsel van den Minister is echter
onaantastbaar. Het geld moet gezocht wor
den in bezuiniging op het onderwijs zelf, dat
op te grooten voet is ingericht. Spr. bepleit
de instelling van eene staatscommissie hier
voor.
De heer Juten en na hem de heer Bul
ten repliceeren. Laatstgenoemde critiseert
onder voortdurend rumoer de regeling. Als
hem toegeroepen wordt: waar is je motie, zegt
hij nog niet met eene motie te willen komen,
maar 's Ministers antwoord af te wachten.
(Ga nou maar naar huis! roept de heer
Duys).
De heer O 11 o spreekt in den geest der an
dere sprekers van links. Dat het onderwijs
thans zoo duur is, is het gevolg van de paci
ficatie. Maar daarvoor mag men de onderwij
zers niet laten boeten. Mede namens de hee
ren Dresselhuys en De Buisonjé dient ook
deze spr. een motie in, luidende:
de Kamer verzoekt de Regeering de ont
worpen salarisregéling voor de onderwijzers,
in dien zin te wijzigen, dat de in functie zijnde
onderwijzers met hoofdakte bezoldigd worden
op den voet van de regeling volgens de wet
van 1920 en dat de onderwijzers zonder
hoofdakte op gelijke wijze worden bezoldigd,
behoudens het verschil van 300."
De heer DeKanter spreekt onder voort
durend rumoer; de heer Wijnkoop sluit
zich aan bij den heer Ketelaar, uit wiens rede
liefde voor het onderwijs sprak. Door 's Mi
nisters systeem wordt de openbare school ver
laagd tot armenschool, en tengevolge van het
slechte systeem, moet ook noodwendig het
onderwijzerscorps slecht blijven.
De heer Van Wijnbergen zei heel eerlijk:
als ge de adviezen maar niet openbaar ge
maakt had, maar stiekum den boel had klaar
gespeeld, dan zou deze herrie niet zijn ver
oorzaakt. Men wil geheime diplomatie!
De heer Duys: Weet je dat nou pas
De heer Wijnkoop: Jullie zijn degenen
geweest, die het mogelijk maakten, dat jaren
lang mannen als Van Wijnbergen de meer
derheid behaalden! (Rumoer).
Spreker wijst erop, dat de eerste taak der
Sovjet is geweest, om de ovlksschool te stich
ten; onderwijs schenkende, koeteloos, aan
alle kinderen. (Rumoer.)
De iheer DUYS: Op papier!
De heer WIJNKOOP: In werkelijkheid!
Nu u dit durft te zeggen, zal ik cijfers geven 1
Spreker deelt vervolgens e enen ander mede
over de salarissen en het onderwijs in Rus
land. De cijfers wijzen uit, dat het onderwijs
verbetert, de onderwijzers toenemen. Maar
hier rekent men ze tot stumpers. Wat het
beste moest wezen: de steun en de opvoeding
der natie, wordt verguisd.
De onderwijzers moeten niet 200 onver
standig zijn nog iets van deze Kamer en deze
regeering te verwachten. Zij moeten een an
dere tactiek foroeeren hun eisdhen stellen,
niet bouwen op den Bond en de S.D.A.P. Ook
het standpunt van den Bond was dat de re
geling onaannemelijk was. Maar desondanks
hebben de afgevaardigden deT S.D.A.P. ge
draaid. (Rumoer). Zij maken bedelaars van
de onderwijzers, verzwakken hun strijdwil.
Inden zjj staakten, zouden ze hun zin wel
krijgen. Spr. noodigt de onderwijzers uit tot
een daad te komen en in stakng te gaan.
Laatste spreker voor dezen middag is de
heer Dresselhuijs, die de aanneming
bepleit der motie-Oito. Dinsdag voortzetting.
(Ongecorrigeerd).
Tf
Aangaande den stand van het vraagstuk
betreffende bet internationaal gerechtshof,
meldt de bijzondere correspondent van de
„N. Rott. Cit." te Genève:
Waarschijnlijk zal het bestaande ontwerp
niet al te zeer gewijzigd worden. Op een
zeer gewitfitig punt komt echter een groote
verandering: het ontwerp van Februari en
de latere bewerking van Juli bevatten het
beginsel, dat een staat voor het Hof kan
worden gedagvaard. Dit kenmerkte juist het
verschil tusschen gerechtshof en arbitrage.
Bourgeois had dat beginsel ook aanvaard,
maar de oommissie bleek van een andere
meeuing. Bourgeois zag zich door zijn land-
gemwt enverloochend en vooral de Engel-
schen hebben het recht van dagvaarding he
vig bestreden. Het was dus duidelijk,dat
deze bepaling geen kans van aanneming bad.
De Engelschen noemden haar b.v. in strijd
met den tekst van bet Volkenbondsverdrag,
wat o. a. de Nederlandsche afvaardiging be
streed in een krachtig pleidooi voor het dag-
vaardingsrecht. Onze vertegenwoordiger
wist echter met veel tact den strijd af te bre
ken, daar verder aanhouden bij de ondubbel
zinnige houding van de groote mogendheden
toch nutteloos was en de totstandkoming van
het Hof alleen maar schaden kon. Men meen
de ook, dat het vraagstuk in de praktijk zich
zelf zou oplossen.
Dat het Hof te Den Haag gevestigd zal
zijn is reeds buiten twjjfeL
De correspondent deelt voorts een en an
der mede over de algemeene toestand der
conferentie. Waar'men zoo schrijft hij -
de constitutie van den Volkenbond ook be
kijkt, overal staat alles nog op losse schroe
ven. Men krijgt den indruk, dat wij bier met
een poging te doen hebben, die vooral mo-
reele beteekenis heeft, als eerste oefening
op den weg naar het ideaal van een wereld-
parlement. In ieder geval is er veel ijver en
goeden wil, al weet men die nog geen be-
paaldep vorm te geven.
Opmerkelijk is nog het wantrouwen der
Franschen, die achter alles pogingen of mo
gelijkheden tot vergemakkelijking voor de
Duitschers zien. Dit heeft weer tengevolge,
diat men in conferentiekringen niet precies
weet wat men aan de Franschen heeft. In dit
opzicht heeft de conferentie nog weinig wij
ziging in de internationale politieke atmos
feer gebracht.
Tegen Zaterdag was de volgende Openbare
zitting aangekondigd; deze is echter weer tot
Dinsdag uitgesteld.
De Nederlandsche delegatie heeft Donder
dag twee belangrijke voorstellen gedaan. In
de eerste commissie heeft de Nederlandsche
gedelegeerde voorgesteld, dat de Raad van
den Volkenbond een bijzondere oommissie
zal benoemen voor de bestudeering van de
■Scandinaafsche voorstellen tot wijziging van
het statuut van den Volkenbond. (Deze voor
stellen betreffen o. a. de verplichte arbitrage
en de instelling van onpartijdige commissies
van onderzoek en verzoening). Daar de eerste
oommissie besloten had, dat dit jaar geen
enkel voorstel tot herziening van het statuut
in overweging zal worden genomen, hadden
de Scandinaafsche voorstellen niet de minste
kans op aanneming. De Nederlandsche dele
gatie wil nu een ernstig onderzoek van de
Scandinaafsche amendementen en overwe
ging daarvan door de Alig. Ver£ van het vol
gend jaar waarborgen.
Het tweede door mr. Fock in de zesde oom
missie ingediende voorstel betreft de ontwa
pening. Fock stelt voor in de bestaande mili
taire commissie, wier leden op het oogenblik
Uitsluitend militairen zijn, in het belang der
ontwapening ook burgerlijke leden, als poli
tici, ekononüsten, geschiedkundigen en aard
rijkskundigen te benoemen.
SPANJE.
Sociale onrust
Terwijl in Madrid ernstige moeilijkheden
verwacht worden in verband met de bak
kersstaking, duurt te Saragossa de algemeene
staking voort, terwjjl te Barcelona de syndi
calisten hun agitatie steeds krachtiger voe
ren. In Astnrie is de algemeene staking van
de mijnwerkers afgekondigd, terwijl de onrust
in het gebied der Rio Tintomjjnen niet ver
mindert.
De autoriteiten te Barcelona doen al het
mogelijke om een einde t« maken aan de syn
dicalistische excessen. Verschillende bekende
syndicalisten zijn met hun leider gearresteerd.
In Catalonië duren de aanslagen voort. Er
z\jn verscheidene dooden. Wegens gedane
arrestaties is als protest de algemeene staking
afgekondigd.
GEMENGD NIEUWS.
De bankbiljettendlefstal bij de firma
J. Enschede en Zonen.
In de maand Januari van dit jaar werden
bij de firma J. Enschede en Zonen te Haar
lem, die de bankbiljetten voor het Rijk ver
vaardigt, een groot bedrag aan onafge
werkte bankbiljetten gestolen.
Donderdagavond heeft de Haarlemsche
recherche onder leiding van den hoofdin
specteur E. H. Tenckinck, op verschillende
plaatsen in de stad een inval gedaan. Een
zevental personen werd aangehouden; bo
vendien werden alle gestolen bankbiljetten,
voor een bedrag van ongeveer vier ton, in
beslag genomen.
De hoofdinval geschiedde in het perceel
Anthoniestraat 55, bewoond door W. de
Wilde. De politie verschafte zioh toegang
met mokeiy en bijlen. Toen de recherche de
kamer binnenkwam, was men blijkbaar be
zig met het „verwerken" der bankbiljetten,
n.1. het veranderen van de nummers. Bij de
komst der politie had De Wilde dadelijk de
vlucht genomen. Hij klom eerst op het dak
van zijn woning. Er werden twee schoten
op hem gelost, waardoor hij van het dak af
viel, imaar juist aan den kant, waar de poli
tie niet stond. Schoon bloedende wist De
Wilde door enkele straatjes te ontkomen.
Op zijn vlucht drong hij eenige woningen
binnen, na ruiten vernield te hebben.
De politie volgde het bloedspoor en wist
De W. tenslotte aan te houden in de Ossen-
hoofdisteeg, waar hij zich op een zolder ver-
horgen had. Het bleek, dat hij een schot
wond in de linkerhand had.
Ook werd een inval gedaan in het perceel
Ossenhoofdsteeg 1, bewoond door G. van
Hofstee. Op den zolder werd een deel der
bankbiljetten in beslag genomen. De bewo
ner van dit perceel werd eveneens gearres
teerd.
Binnen een uur waren zeven verdachten
gearresteerd. Het zijn behalve de twee reeds
genoemden: B. van Aken, wonende Caecilia-
steeg; B. J. Snijders en zijn vrouw, wonende
Ursulastraat; M. Groeneveld, wonende Zoe-
testraat; P. Woutersen, wonende Sehoter-
singeL
Behalve in het perceel in de Anthonie
straat en de Ossenhoofdsteeg, zijn bankbil
jetten gevonden in een pakhuis in de Beek-
steeg, waar zij onder den grond verstopt
waren. Alle aangehoudenen zijn in bewaring
gesteld.
Na 10 Jaar ontdekt
Tien jaar geleden 17 December 1910
werd in een bosch te Haskerhorne (Fr.) het
lijk gevonden van den bejaarden koopman
Tj. de Jong.
Het bleek, dat de man beroofd was: zijn
zakboekje met ongeveer ƒ125 aan bankpa
pier werd niet op het lijk gevonden. Thans
is het, na een instructie van eenige maan
den, dén opperwachtmeester der marechaus
see Woltjer té Heerenveen gelukt in deze
zaak klaarheid te brengen en den vermoe-
delijken dader, den 45-jarigen J. van W. te
Oudehaske, te arresteeren. Na een scherp
verhoor bekende deze tenslotte den ouden
koopman te hebben aangevallen, geslagen
en beroofd.
Een ton aan diamanten gestolen.
Te Oss is gearresteerd een vtouw uit een
berucht huis op den Berchemscheweg. Zij is
naar Amsterdam overgebracht.
Naar de „Hbl."-correspondent te Oss ver
neemt, betreft het hier een diefstal van meer
dan een ton aan diamanten. De gearresteer
de had hiervoor reeds eenigen tijd in voor
arrest doorgebracht en was weer vrijgelaten
wegens gebrek aan bewijs. Thans schijnt de
Amsterdamsohe recherche een nieuw spoor
ontdekt te hebben.
Een Hollandsche dame in Frankrijk
vermoord?
Een bericht, voorkomende in de „Matin"
van 24 October j.L, onder den titel: „On
repêche en Seïine le Cadavre d'une Hollan-
daise", betreft mejuffrouw A. M. Bodde, oud
57 jaar, gewoond hebbende te 's-Graven-
hage.
Aan het slot van dit bericht wordt gewezen
op de lijkschouwing, die zou plaats hebben
om uit te maken of men hier met een mis
daad of een ongeluk te doen heeft.
Naar wij vernemen, behelst het rapport
van den geneesheer, gerechtelijk aangewe
zen tot het verrichten van deze lijkschou
wing, de volgende mededeeling: „Het lijk
vertoont op verschillende gedeelten van het
lichaam, vooral aan de 'linker halsstreek,
sporen van geweld, die tijdens het leven aan
gebracht werden en die aan het werpen in
het water vooraf gegaan zijn." (Corr.-Bur.)
TE KOOP:
een beste GASKACHEL.
AdresBureau van dit blad.
BOEKHOUDEN.
LES in boekhouden gevraagd
voor praktijk-diploma van be
voegd lesraar.
Brieven onder Nr: 153, Bureau
van dit blad.
Te koop een mooi leegstaand
Woonhuis aan de Janzenstr. 78.
Te bevragenKerkgracht 2.
Te koop een zoo goed als
nieuwe MOTORFIETS, (merkU.S.)
Pr\js f400.
Adres: Bureau van dit blad.
Zes jonge KIPPEN te koop
tegen den leg, bij: RIS, Kooi-
steeg 1.
Te koop l-pers. Ledikant (ijzer),
met Matrassen, f 10.—1 eikenh.
Salontafel, f 30.1 koper Schemer
lamp met Matador Brander, f 7.50,
1 eikenhout Hoekstelletje (oud Hol-
landschi, f7 50
AdresBureau van dit blad.
TE KOOP:
een flink beklante Melkzaak.
Brieven onder Nr. 155, Bureau
van dit blad.
Te koop een goede 4/4 VIOOL en
een PETROLEUMKACHEL
Te bevragen: Koningdwars
straat 43.
I e koop een lichtloopend
HEERENRIJWIEL.
Adres: Wilhelminastraat 78.
Te koop aangeboden een Hee
renrijwiel, met nieuwe Miehelin-
banden, prijs f 52 50.
Adres: Hoofdgracht 67, na
4 uur.
Te koop wegens omstandig
heden een nieuw Heeren en Dames-
rljwiel, voor billijken prijs.
Adres: le Vroonstraat 52.
Te koop aangeboden het Woon
huis Loodsgracht 38.
Te bevragen aldaar.