87-90 Weststraat. Lederwaren: fi. I. VIIIMUM. IMIHST1UT. Theebladen. Serviezen. Theelichten. Olie- en Azijnstellen. Eierstellen. Portemonnaies, Damestasch, Sigarenkokers. Portefeuilles. City-bags. buitenland. de volkenbond. box-calf, f 3.25. reclame, f 3.50. TTSSCHERUBERICHTBlf. 25 Nov. Aangebracht door 33 kortere: 760 ton- rsn p. st. f 0.65 k f 0.60, 4050 middeltongen p. et. 0.40 k f 0. 30, 2450 kiene tongen p. et. f 0.20 k t 0.15, 6 tarbottenp. et. f 8.k t 6.110 roggen p. et. f1.25, 26 kisten mïddelgr. schol p. kist f 25. k f 18.3S kisten zetechol p. kist f 17.a f 13. 62 kisten kl. schol p. kiet 10.— k i 6.—, 130 schalvsch p. kiet f 23.— k I 20.—; door gamalen- TBBchere: 330 K.G. gekookte garnalen p. K.G.f 0.17 26 Nov. Aangebracht ooor 31 kortere: 60 tongen p. etnk f 0.65, 200 middeltongen p. stok f 0.45. 150 kleine tongen p. stuk f 0.40, 10 roggen p. stuk f 1.25, 2 kasten middelgr. schol p. kiet f 20. 2 kisten zetscbol p. kist f 13.10 kisten kleine schol p. kist f 9.40 kisten schar p. kiet f 6. k f 4.2 kisten schelvisch p. kiet f 22. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag 26 Nov. De onderwij eer ssalarissen. Aan de orde is de interpellatie van den heer Ossendorp (s.-d.) naar aanleiding van den brief van den minister van onderwijs aan de Kamer in zake de onderwijzerssalarissen. De heer Ossendorp 'betoogt, dat elke salarisregeling een verbetering moet zijn. Maar zoo goed als den vorigen keer, is ook nu weer een overgangsbepaling vastgesteld, waardoor duizenden zullen achteruitgaan. De regeling van 1919 was op enkele punten, vooral voor bijzondere onderwijizers goed, maar over het algemeen schriel. De minister zal het natuur lijk niet zoo hebben bedoeld, maar het was of men dacht; „bet is maar voor de onder wijzers". Op allerlei wijzen zijn de onderwijzers ach terop gekomen: de duurtebijslagen werden pas heel laat uitgekeerd, evenals het extra-maaind- salaris. Zóó kon spreker wel doorgaan. Op 9 November hebben de 'leiders der fracties een onderhoud gehad met den mi nister-president en den minister van onder wijs over de terugbetaling der 7 pet. pen sioenskorting. In een communiqué werd als gevolg daarvan (medegedeeld: dat er met spoed aan de terugbetaling wordt gewerkt op de departementen. Dat was 9 November. En nu, den 2Ósten .hebben de onderwijzers nog niets. Wat verstaat men hier toch onder par lementairen spoed? Spreker durft voorspel len, dat het wel December worden zal, vóór de terugbetaling is geschied. Hij wil nog meer gevallen noemen, die de onderwijzerswereld wel in beroering moes ten brengen. De vergoeding, een jaar geleden toegezegd, voor het geven van handwerkon- derwijs buiten de schooluren, is pas laat afge komen, en zeer gebrekkig. Er zijn tal van on derwijzers en onderwijzeressen, die gedu rende twee jaren uren en uren les hebben ge geven buiten de schooluren, zonder dat ze er iets voor hebben ontvangen. Hieraan zouden nog meer gevallen zijn toe te voegen, maar spreker zal het er bij laten. Toen de Commis sie voor georganiseerd overleg aan de regee ring voorstelde, de onderwijzers 2200 tot ƒ4500 te geven, bleek dé geheele pers de anti-revolutionaire wat matiger, de Roomsche sterker daarvóór te wezen. De regeering luisterde echter naar dit voorstel niet, maar diende 16 November haar eigen voorstel in, dat door de onderwijzerswereld een onbe schaamd stuk werd genoemd, een negeering van de onderwijzers en bet onderwijs. De minister weet wel, dat er van zijn heele onderwijswet niets zal terecht komen, wan neer hij niet behoorlijk betaalt. Spr. weet niet of de minister wan onderwijs schuldige dan wel mede-schuldige is, maar wel weten we, dat de minister van financiën heeft moeten mede-oordeelen, en dus wel in de voorstel len van zijn ambtgenoot zal hebben gekerfd. Spr. bepleit opneming der onderwijzers in tabel A van het bezoldigingsbesluit, opdat hun arbeid gelijkwaardig gesteld wordt aan die van andere ambtenaren. Voorts wijst de heer Ossendorp op het verschil dat gemaakt wordt tusschen de acten van de artikelen 77a en 77b. Ten derde wijst spr. op t verschil in salaris tusschen gehuwden en ongehuwden, evenals in de wet van 1917. Nu de getallen. Er is met klem gevraagd 22004500. De minister van financiën zal opstaan en zeggen: volgens de nieuwe on derwijswet kunnen ze deze getallen bereiken. Ja! de onderwijzers kunnen ƒ4500 bereiken, als ze: hoofdacte, Fransch, Duitsch, Engelsch en enkele andere acten halen, zorgen, dat ze 45 jaar worden en drie kinderen hebben, ja, dan kunnen ze ƒ4500 behalen! Tot zijn spijt heeft spreker een interview in de „Nieuwe Rott. Courant" gelezen, vol gens hetwelk de heeren Dressethuys en Drion 22004500 toch ook wel wat veel von den. Maar het geld heeft toch minder waarde! Vergeet men dat dan? Wil men dan hebben, dat de onderwijzers voortdurend tot het zoe ken van bijverdienste worden gedwongen. De commissie Raaymakers stelt voor om aan ambtenaren 16002300 in zeven jaar te geven, de regeering wil de onderwij zers met gewone acte 16002200 in elf jaar geven! Kan men een goed woord geven voor de regeling der regeering? Spreker stelt de volgende vragen: Is de minister bereid: 10. de salarisregeling der onderwijzers op te nemen in Tabel A, behoorende bij het Be zoldigingsbesluit voor Rijksambtenaren? 20. het salaris voor de onderwijzers, in het bezit van de akte, genoemd in artikel 77 on der b. der wet op het lager onderwijs 1878, gelijk te stellen met dat van de onderwijzers in het bezit der akte, bedoeld bij artikel 134 der Lager Onderwijswet 1920? 30. het salaris voor de onderwijzers, in het bezit der akte 77a der vigeerende wet en dat van de onderwijzeressen in het bezit van di ploma A, bedoeld bij artikel 135 der wet van 1920, gelijk te doen zijn? 40. om het bestaande verschil in salaris tus schen onderwijzers met en zonder hoofdakte van 300 in de nieuwe regeling te hand haven? 50. om hét verschil in salaris van 400 tusschen gehuwden en ongehuwden te doen vervallen? 60. om de nieuwe salarisbedragen in over eenstemming te brengen met het advies, dat door de commissie voor georganiseerd over leg aan de regeering is uitgebracht? De Minister aan het woord. De Minister van Onderwas, de heer D e Visser, zegt, dat de laatste vraag door zijn ambtgenoot van financiën zal worden beant- woord. De eerste vijf vragen, bevattende be». stelsel van spreker, zal de minister zelf be antwoorden. Bij de plaatsing in schaal B moest met al lerlei factoren rekening gehouden worden, die met de salarisregeling der gewone ambte naren niets te maken hebben. Die bijzondere faotoren golden het middelbaar onderwijs, maar ook het lager onderwijs. De commissie voor g.o. is er niet in geslaagd de onderwij zers in schaal A te brengen, omdat zij met de bijfactoren rekening houden moest. Zij deed er zelfs geen enkele poging toe. Spreker komt thans tot het materieele punt van het stelsel der commissie. Deze stond principieel op het standpunt, dat geen cent werd gegeven voor andere ac.ten. (Geroep: een zeer juist stelsel). De minister kan dit stelsel niet waardeeren, staat principieel op een tegengesteld standpunt. In alle onderwijs kringen juicht men het toe, dat de bezitters van bijzondere acten daarvoor worden ge waardeerd. In het stelsel van de commissie wordt elke prikkel om verdere ontwikkeling en acten te bereiken, weggenomen. Wie eenmaal een acte heeft gehaald, wordt zijn heele leven daar voor gelijk betaald als een ander, die nog ging studeeren. Een jongen van 18 jaar, die de lagere acte haalt en niets meer doet, zou volgens het stelsel van de commissie een eind- salaris van ƒ4200 kunnen bereiken! Wie acht dit nu in overeenstemming met zijn ver dienste voor het onderwijs? Is zijn traotement in overeenstemming met de verhoudingen, vergeleken bij andere ambtenaren? Mag dit salaris worden gegeven aan iemand, van wien men berekend heeft dat hij zijn vacantie in rekening gebracht 21/, uur per dag werkt? Menigeen heeft niet den ruimen vrijen tijd, dien de onderwijzer tot zijn be schikking heeft. Men moet bedenken, dat spreker bezig is de schaduwzijden van het stelsel der commissie aan te toonen. De hoofdacte wordt thans ge taxeerd op 300, het Fransch, Duitsch en Engelsch heeft spreker getaxeerd op 100 voor elke acte. Vandaar dat hij voor de be zitters van de tegenwoordige hulpacte van die 2200 600 afgetrokken heeft en hun aan vangssalaris op 1600 gebracht. Die rege ling is natuurlijk en volkomen juist. Spreker heeft juist aan degenen, die pas enkele jaren in de school zijn, een prikkel willen geven om te trachten de hoofdacte te halen. En omdat hij weet, dat de nooden thans grooter zijn, heeft hij het verschil tusschen de gewone acte en de nieuwe op 700 gebracht. Zijn stelsel als zoodanig dit houdt spreker staande zal het onderwijs veel beter'moeten dienen, dan het stelsel van de commissie. De Minister heeft van verschillende zijden, ook van de groote gemeenten, stukken ont vangen, volgens welke verschillende onder wijzers achteruit zouden gaan. Maar dat komt: omdat men de zoogenaamde extra- maand maar voor vast bij de salaris heeft op geteld. Niemand heeft echter heit recht dat te doen! Voorts vergeet men, dat voor de bij-acten afzonderlijk wordt betaald. Een staat uit Rotterdam rekent nog met den pen- sioenaftrek van 7 pet., hetgeen evenmin mag. Mocht in het debat echter blijken, dat in de salarisregeling, zooals hij die heeft ge consigneerd, eenige plooien mochten zijn ge- Dieven, die met niet te veel moeite kunnen worden gladgestreken, dan is spr. bereid om wijziging daarin te overwegen. Minister De Vries wijst er op, dait de door de Comm. van georg. Overleg vastge stelde regeling (maximum 45°°) gelijk stond met het maximum voor een leeraar d. O., zoodat dus allerlei andere salarissen zouden moeten worden verhoogd. De Minister zet voorts uiteen, dat een dergelijke regeling voor 1922 ruim 78 millioen meer aan de schatkist zou kosten. Een meisje dat van de normaalschool komt, zou op 21-jarigen leeftijd 1900 hebben gehad, terwijl onze derken met 1300 beginnen. Dan zouden er dus nog wel 60 millioen noodig zijn geweest voor verhooging der ambtenaarssalarissen, dus 140 millioen in 't geheel meer dan thans. De Minister van Onderwijs moest dus met een aannemelijke regeling komen. Het Kahi- net heeft zich met zijne voorstellen kunnen vereenigen, omdat uit een salaris van 1450 op 18-jarigen leeftijd een maximum van 4500, gelijkstaande aan 't Middelbaar On derwijs, de onderwijzers in 't ambtenaren corps een gunstige plaats zullen innemen. De rede van den Minister veroorzaakt een geweldig rumoer, zoodat de vergadering een half uur moet worden geschorst. Na herope ning deelt de Voorzitter mede, dat niet min der dan 17 sprekers zijn ingeschreven. Over de verdeeling van den beschikbaren spreek tijd wordt nog eenigen tijd van gedachten ge wisseld, totdat tenslotte een voorstel-Kete- laar, om eiken spreker een half uur te geven, wordt aangenomen. De heer Ossendorp is de eerste, die repliceert. Het argument van minister De Visser dat de onderwijzers zoo weinig te doen hebben, heeft bij spr. een sterk gevoel van ontstemming gewekt, en bewijst, dat de Min. hoegenaamd geen inzicht heeft in on derwijszaken. Spr. zou niet weten waarom men de onderwijzers niet in tabel A kan plaat sen, zooals zij gevraagd hebben. Hij critiseert op verschillende punten de regeling. Zijn ge zegde, dat hij het betreurt twee jaar geleden zijn vertrouwen in dazen Minister te hebben uitgesproken, ontlokt den heer W ij n k o o p de sarcastische opmerking: „Zegt u dat wel! waarop de heer D u y s repliceert: „Ja, jelui hebben 't makkelijk, jelui vertrouwen nie mand!" De heer Ossendorp, voortgaande, be toogt, dat de Ministers van Finantiën en On derwijs thans de doodsklok luiden over ons onderwijs. Moet een onderwijzer altijd blij ven boeten voor de lage salarissen vvan an deren? Voor Oorlog en Marine is er geld, maar de onderwijzer wordt altijd in een hoek gedrukt, 't Volksonderwijs gaat op deze ma nier te gronde. Tenslotte dient spr. namens den heer Kolthek en de soc.-dem. de volgen de matie in: „De Kamer, van oordeel dat de salarisrege ling voor de onderwijzers der openbare en bij zondere gesubsidieerde scholen behoort te worden vastgesteld overeenkomstig het ad vies van de Centrale Commissie voor Geor ganiseerd Overleg van 27 Augustus 1920, gaat over tot de orde van den dag." Onder groot rumoer en na heftige discus sies wordt een voorstel-Albardaom des avonds te vergaderen verworpen met 42 tegen 41 stemmen (rechts tegen links). De heer Ketelaar merkt op, dat men er haast toe zou komen, gelet op de resultaten der poststaking, te wenschen, dat er maar eene staking uitbrak. (Het is de eenige ma nier, roept de heer Wijnkoop). Spr. had wei nig hoop, toen hij naar de Kamer ging, maar dat de verdediging der Ministers zóó dun zou zijn, had hij niet verwacht. Waar het peil zoo lang onbevredigend is geweest, mag te gen de kosten niet worden opgezien. Spr. vindt de regeling een schande, waarop de Voorz. hem verzoekt zich te willen matigen. Iemand met liefde voor 't onderwijs, aldus spr., kan niet anders spreken als ik thans doe. De Minister van Financiën is nu einde lijk zuinig geworden, maar op 't verkeerde oogenblik. Over een paar weken wordt weer 125 millioen voor oorlog en marine gevraagd. Nogmaals gebruikt spr. het woord schande tegenover de handelwijze van min. De Vries, zelf uit het onderwijs voortgekomen, zooals de heer Oud uitroept (dat is hij allang weer vergeten, zegt de heer Ketelaar). Hierna stelt de heer W ij n k o 0 p voor de debatten Zaterdagmorgen voort te zetten, waarvoor slechts eene minderheid van 27 stemmen te vinden is. De heer De Buisonjé krijgt onder ru moer het woord. Hij vertelt niets nieuws, hoopt dat de Minister den teruggang verhin deren zal. Daarna de heer Van Wijnbergen. Deze oordeelt de teleurstelling der onderwij zers verklaarbaar en „tot op zekere hoogte" gerechtvaardigd. Het stelsel van de Comm. voor georg. overleg acht spr. voor het onder wijs funest. Maar de adviezen van die comm. hadden niet moeten worden gepubliceerd, meent spr. Er moet inderdaad iets meer wor den gedaan dan plooien gladstrijken, er moet eene verbetering komen, die tot verhooging leidt. Het stelsel van den Minister is echter onaantastbaar. Het geld moet gezocht wor den in bezuiniging op het onderwijs zelf, dat op te grooten voet is ingericht. Spr. bepleit de instelling van eene staatscommissie hier voor. De heer Juten en na hem de heer Bul ten repliceeren. Laatstgenoemde critiseert onder voortdurend rumoer de regeling. Als hem toegeroepen wordt: waar is je motie, zegt hij nog niet met eene motie te willen komen, maar 's Ministers antwoord af te wachten. (Ga nou maar naar huis! roept de heer Duys). De heer O 11 o spreekt in den geest der an dere sprekers van links. Dat het onderwijs thans zoo duur is, is het gevolg van de paci ficatie. Maar daarvoor mag men de onderwij zers niet laten boeten. Mede namens de hee ren Dresselhuys en De Buisonjé dient ook deze spr. een motie in, luidende: de Kamer verzoekt de Regeering de ont worpen salarisregéling voor de onderwijzers, in dien zin te wijzigen, dat de in functie zijnde onderwijzers met hoofdakte bezoldigd worden op den voet van de regeling volgens de wet van 1920 en dat de onderwijzers zonder hoofdakte op gelijke wijze worden bezoldigd, behoudens het verschil van 300." De heer DeKanter spreekt onder voort durend rumoer; de heer Wijnkoop sluit zich aan bij den heer Ketelaar, uit wiens rede liefde voor het onderwijs sprak. Door 's Mi nisters systeem wordt de openbare school ver laagd tot armenschool, en tengevolge van het slechte systeem, moet ook noodwendig het onderwijzerscorps slecht blijven. De heer Van Wijnbergen zei heel eerlijk: als ge de adviezen maar niet openbaar ge maakt had, maar stiekum den boel had klaar gespeeld, dan zou deze herrie niet zijn ver oorzaakt. Men wil geheime diplomatie! De heer Duys: Weet je dat nou pas De heer Wijnkoop: Jullie zijn degenen geweest, die het mogelijk maakten, dat jaren lang mannen als Van Wijnbergen de meer derheid behaalden! (Rumoer). Spreker wijst erop, dat de eerste taak der Sovjet is geweest, om de ovlksschool te stich ten; onderwijs schenkende, koeteloos, aan alle kinderen. (Rumoer.) De iheer DUYS: Op papier! De heer WIJNKOOP: In werkelijkheid! Nu u dit durft te zeggen, zal ik cijfers geven 1 Spreker deelt vervolgens e enen ander mede over de salarissen en het onderwijs in Rus land. De cijfers wijzen uit, dat het onderwijs verbetert, de onderwijzers toenemen. Maar hier rekent men ze tot stumpers. Wat het beste moest wezen: de steun en de opvoeding der natie, wordt verguisd. De onderwijzers moeten niet 200 onver standig zijn nog iets van deze Kamer en deze regeering te verwachten. Zij moeten een an dere tactiek foroeeren hun eisdhen stellen, niet bouwen op den Bond en de S.D.A.P. Ook het standpunt van den Bond was dat de re geling onaannemelijk was. Maar desondanks hebben de afgevaardigden deT S.D.A.P. ge draaid. (Rumoer). Zij maken bedelaars van de onderwijzers, verzwakken hun strijdwil. Inden zjj staakten, zouden ze hun zin wel krijgen. Spr. noodigt de onderwijzers uit tot een daad te komen en in stakng te gaan. Laatste spreker voor dezen middag is de heer Dresselhuijs, die de aanneming bepleit der motie-Oito. Dinsdag voortzetting. (Ongecorrigeerd). Tf Aangaande den stand van het vraagstuk betreffende bet internationaal gerechtshof, meldt de bijzondere correspondent van de „N. Rott. Cit." te Genève: Waarschijnlijk zal het bestaande ontwerp niet al te zeer gewijzigd worden. Op een zeer gewitfitig punt komt echter een groote verandering: het ontwerp van Februari en de latere bewerking van Juli bevatten het beginsel, dat een staat voor het Hof kan worden gedagvaard. Dit kenmerkte juist het verschil tusschen gerechtshof en arbitrage. Bourgeois had dat beginsel ook aanvaard, maar de oommissie bleek van een andere meeuing. Bourgeois zag zich door zijn land- gemwt enverloochend en vooral de Engel- schen hebben het recht van dagvaarding he vig bestreden. Het was dus duidelijk,dat deze bepaling geen kans van aanneming bad. De Engelschen noemden haar b.v. in strijd met den tekst van bet Volkenbondsverdrag, wat o. a. de Nederlandsche afvaardiging be streed in een krachtig pleidooi voor het dag- vaardingsrecht. Onze vertegenwoordiger wist echter met veel tact den strijd af te bre ken, daar verder aanhouden bij de ondubbel zinnige houding van de groote mogendheden toch nutteloos was en de totstandkoming van het Hof alleen maar schaden kon. Men meen de ook, dat het vraagstuk in de praktijk zich zelf zou oplossen. Dat het Hof te Den Haag gevestigd zal zijn is reeds buiten twjjfeL De correspondent deelt voorts een en an der mede over de algemeene toestand der conferentie. Waar'men zoo schrijft hij - de constitutie van den Volkenbond ook be kijkt, overal staat alles nog op losse schroe ven. Men krijgt den indruk, dat wij bier met een poging te doen hebben, die vooral mo- reele beteekenis heeft, als eerste oefening op den weg naar het ideaal van een wereld- parlement. In ieder geval is er veel ijver en goeden wil, al weet men die nog geen be- paaldep vorm te geven. Opmerkelijk is nog het wantrouwen der Franschen, die achter alles pogingen of mo gelijkheden tot vergemakkelijking voor de Duitschers zien. Dit heeft weer tengevolge, diat men in conferentiekringen niet precies weet wat men aan de Franschen heeft. In dit opzicht heeft de conferentie nog weinig wij ziging in de internationale politieke atmos feer gebracht. Tegen Zaterdag was de volgende Openbare zitting aangekondigd; deze is echter weer tot Dinsdag uitgesteld. De Nederlandsche delegatie heeft Donder dag twee belangrijke voorstellen gedaan. In de eerste commissie heeft de Nederlandsche gedelegeerde voorgesteld, dat de Raad van den Volkenbond een bijzondere oommissie zal benoemen voor de bestudeering van de ■Scandinaafsche voorstellen tot wijziging van het statuut van den Volkenbond. (Deze voor stellen betreffen o. a. de verplichte arbitrage en de instelling van onpartijdige commissies van onderzoek en verzoening). Daar de eerste oommissie besloten had, dat dit jaar geen enkel voorstel tot herziening van het statuut in overweging zal worden genomen, hadden de Scandinaafsche voorstellen niet de minste kans op aanneming. De Nederlandsche dele gatie wil nu een ernstig onderzoek van de Scandinaafsche amendementen en overwe ging daarvan door de Alig. Ver£ van het vol gend jaar waarborgen. Het tweede door mr. Fock in de zesde oom missie ingediende voorstel betreft de ontwa pening. Fock stelt voor in de bestaande mili taire commissie, wier leden op het oogenblik Uitsluitend militairen zijn, in het belang der ontwapening ook burgerlijke leden, als poli tici, ekononüsten, geschiedkundigen en aard rijkskundigen te benoemen. SPANJE. Sociale onrust Terwijl in Madrid ernstige moeilijkheden verwacht worden in verband met de bak kersstaking, duurt te Saragossa de algemeene staking voort, terwjjl te Barcelona de syndi calisten hun agitatie steeds krachtiger voe ren. In Astnrie is de algemeene staking van de mijnwerkers afgekondigd, terwijl de onrust in het gebied der Rio Tintomjjnen niet ver mindert. De autoriteiten te Barcelona doen al het mogelijke om een einde t« maken aan de syn dicalistische excessen. Verschillende bekende syndicalisten zijn met hun leider gearresteerd. In Catalonië duren de aanslagen voort. Er z\jn verscheidene dooden. Wegens gedane arrestaties is als protest de algemeene staking afgekondigd. GEMENGD NIEUWS. De bankbiljettendlefstal bij de firma J. Enschede en Zonen. In de maand Januari van dit jaar werden bij de firma J. Enschede en Zonen te Haar lem, die de bankbiljetten voor het Rijk ver vaardigt, een groot bedrag aan onafge werkte bankbiljetten gestolen. Donderdagavond heeft de Haarlemsche recherche onder leiding van den hoofdin specteur E. H. Tenckinck, op verschillende plaatsen in de stad een inval gedaan. Een zevental personen werd aangehouden; bo vendien werden alle gestolen bankbiljetten, voor een bedrag van ongeveer vier ton, in beslag genomen. De hoofdinval geschiedde in het perceel Anthoniestraat 55, bewoond door W. de Wilde. De politie verschafte zioh toegang met mokeiy en bijlen. Toen de recherche de kamer binnenkwam, was men blijkbaar be zig met het „verwerken" der bankbiljetten, n.1. het veranderen van de nummers. Bij de komst der politie had De Wilde dadelijk de vlucht genomen. Hij klom eerst op het dak van zijn woning. Er werden twee schoten op hem gelost, waardoor hij van het dak af viel, imaar juist aan den kant, waar de poli tie niet stond. Schoon bloedende wist De Wilde door enkele straatjes te ontkomen. Op zijn vlucht drong hij eenige woningen binnen, na ruiten vernield te hebben. De politie volgde het bloedspoor en wist De W. tenslotte aan te houden in de Ossen- hoofdisteeg, waar hij zich op een zolder ver- horgen had. Het bleek, dat hij een schot wond in de linkerhand had. Ook werd een inval gedaan in het perceel Ossenhoofdsteeg 1, bewoond door G. van Hofstee. Op den zolder werd een deel der bankbiljetten in beslag genomen. De bewo ner van dit perceel werd eveneens gearres teerd. Binnen een uur waren zeven verdachten gearresteerd. Het zijn behalve de twee reeds genoemden: B. van Aken, wonende Caecilia- steeg; B. J. Snijders en zijn vrouw, wonende Ursulastraat; M. Groeneveld, wonende Zoe- testraat; P. Woutersen, wonende Sehoter- singeL Behalve in het perceel in de Anthonie straat en de Ossenhoofdsteeg, zijn bankbil jetten gevonden in een pakhuis in de Beek- steeg, waar zij onder den grond verstopt waren. Alle aangehoudenen zijn in bewaring gesteld. Na 10 Jaar ontdekt Tien jaar geleden 17 December 1910 werd in een bosch te Haskerhorne (Fr.) het lijk gevonden van den bejaarden koopman Tj. de Jong. Het bleek, dat de man beroofd was: zijn zakboekje met ongeveer ƒ125 aan bankpa pier werd niet op het lijk gevonden. Thans is het, na een instructie van eenige maan den, dén opperwachtmeester der marechaus see Woltjer té Heerenveen gelukt in deze zaak klaarheid te brengen en den vermoe- delijken dader, den 45-jarigen J. van W. te Oudehaske, te arresteeren. Na een scherp verhoor bekende deze tenslotte den ouden koopman te hebben aangevallen, geslagen en beroofd. Een ton aan diamanten gestolen. Te Oss is gearresteerd een vtouw uit een berucht huis op den Berchemscheweg. Zij is naar Amsterdam overgebracht. Naar de „Hbl."-correspondent te Oss ver neemt, betreft het hier een diefstal van meer dan een ton aan diamanten. De gearresteer de had hiervoor reeds eenigen tijd in voor arrest doorgebracht en was weer vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Thans schijnt de Amsterdamsohe recherche een nieuw spoor ontdekt te hebben. Een Hollandsche dame in Frankrijk vermoord? Een bericht, voorkomende in de „Matin" van 24 October j.L, onder den titel: „On repêche en Seïine le Cadavre d'une Hollan- daise", betreft mejuffrouw A. M. Bodde, oud 57 jaar, gewoond hebbende te 's-Graven- hage. Aan het slot van dit bericht wordt gewezen op de lijkschouwing, die zou plaats hebben om uit te maken of men hier met een mis daad of een ongeluk te doen heeft. Naar wij vernemen, behelst het rapport van den geneesheer, gerechtelijk aangewe zen tot het verrichten van deze lijkschou wing, de volgende mededeeling: „Het lijk vertoont op verschillende gedeelten van het lichaam, vooral aan de 'linker halsstreek, sporen van geweld, die tijdens het leven aan gebracht werden en die aan het werpen in het water vooraf gegaan zijn." (Corr.-Bur.) TE KOOP: een beste GASKACHEL. AdresBureau van dit blad. BOEKHOUDEN. LES in boekhouden gevraagd voor praktijk-diploma van be voegd lesraar. Brieven onder Nr: 153, Bureau van dit blad. Te koop een mooi leegstaand Woonhuis aan de Janzenstr. 78. Te bevragenKerkgracht 2. Te koop een zoo goed als nieuwe MOTORFIETS, (merkU.S.) Pr\js f400. Adres: Bureau van dit blad. Zes jonge KIPPEN te koop tegen den leg, bij: RIS, Kooi- steeg 1. Te koop l-pers. Ledikant (ijzer), met Matrassen, f 10.—1 eikenh. Salontafel, f 30.1 koper Schemer lamp met Matador Brander, f 7.50, 1 eikenhout Hoekstelletje (oud Hol- landschi, f7 50 AdresBureau van dit blad. TE KOOP: een flink beklante Melkzaak. Brieven onder Nr. 155, Bureau van dit blad. Te koop een goede 4/4 VIOOL en een PETROLEUMKACHEL Te bevragen: Koningdwars straat 43. I e koop een lichtloopend HEERENRIJWIEL. Adres: Wilhelminastraat 78. Te koop aangeboden een Hee renrijwiel, met nieuwe Miehelin- banden, prijs f 52 50. Adres: Hoofdgracht 67, na 4 uur. Te koop wegens omstandig heden een nieuw Heeren en Dames- rljwiel, voor billijken prijs. Adres: le Vroonstraat 52. Te koop aangeboden het Woon huis Loodsgracht 38. Te bevragen aldaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 8