JACK DE ZANGER
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
vóór 15 Januari
MACISTE, Serie-films.
MAZAMATenIRMAVEP.
ELMO DE MACHTIGEN.
WILLIAM S. HARTI
Abonnements-
feuilleton.
familie-bioscoop.
No. 5346
DONDERDAG 6 JANUARI 1921
49e JAARGANG
Vefreohijirt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER: 0. DB BOER Jr„ HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Intero. Telefoon 50
Poet-Girorekening No, 10066,
Aan onze lezers bulten de
gemeente doen wij het verzoek
de abonnementsgelden over het
eerste kwartaal
ten bedrage van f 1.70 over te
maken per postwissel. Na dien
datum wordt daarover met 10 ct.
verhooging beschikt.
Over de abonnementsgelden
in de stad wordt dezer dagen
per iooper beschikt, en verzoe
ken wij beleefd de kwitantie bij
eerste aanbieding te voldoen.
DE GEMEENTEBEGROOTING
OVER 1921.
Een pleidooi voor een meer ratloneele
lastenverdeellng.
I.
Burgemeester en Wethouders deden sedert
tal van jaren, gelijk trouwens in vrijwel alle
andere gemeenten des lands eveneens het ge
bral is, de aanbieding der gemeentebegrocxting
vergezeld gaan van een voorwoord, waar
in dan de voornaamste beginselen, die het
College bij de opstelling der begrooting had
den geleid, werden uiteengezet en verdedigd.
Van die goede gewoonte is het Dagelijksch
Bestuur der gemeente Helder thans afge
weken.
Wij betreuren diit.
Juist nu behartiging van de sociale taak
der gemeente steeds nieuwe uitgaven vordert,
die van ruim maatschappelijk standpunt be
zien niet kunnen worden nagelaten, juist nu
was het van belang geweest te weten hoe
Burgemeester en Wethouders zich een rede
lijke vervulling hunner bestuurstaak denken,
vooral ook in verband met den tot ongekende
hoogte gestegen belastingdruk. Want als er
op den ouden voet wordt doorgegaan met de
behoeften te bevredigen (en er is geen enkele
aanleiding om .te vermoeden, .dat dit niet ge
beuren zal), dan zal meer principieel moeten
worden overwogen op welke wijze de daar
mede gepaard gaande uitgaven, moeiten wor
den bestreden. Meer principieel.
Van dergelijke overwegingen geeft 'de be
grooting voor 1921 niet veel blijk.
Een enkel bewijs.
Op de begrooting voor 1919 is de hoofde
lijke omslag uitgetrokken tot een bedrag van
300.000, de hondenbelasting voor 3000.
Op de begrooting voor 1921 is de hoofdelijke
omslag opgevoerd tot bijna 800.000, terwijl
de hondenbelasting nog steeds voor 3000
staat vermeld.
Wat is hier de reden van?
De heffingsverordening betr. de honden-
belading dateert van Mei 1914, d. i. dus uit
een tijd, toen het geld nog ongeveer het dub
bele waard was van thans. Indien dus de hef
fing werd verdubbeld, zou nog niet één hon
denbezitter zich kunnen beklagen, dat hij ver-
door
HULBERT FOOTNER,
voor Nedbrland bewerkt door
J. KUYLMAN.
44)
Binnen een half uur was hij reeds weder
terug... met een ontevreden gelaat Dege
nen die 'zioh in de tent bevonden, zaten
nog vrijwel zooals hij hen een half uur ge
leden had verlaten, doch Jack voelde uit de
nu nog grooter opwinding van hunne gezich
ten, en uit de kruiperige houding van Jean
Paul, dat de halfbloed zich zijn afwezigheid
ten nutte had gemaakt.
,,'t Is waar," zeide Jack kort. „Ze zijn weg
gedreven."
Dit klonk hun vreeselijk en angstaanja
gend in de ooren. Zij keken hem met groote
oogen aan.
„Ik vond hun sporen op den weg naar
Port Erskine," 'ging Jack voort. Ze reden in
gestrekten draf. De sporen waren zes uur
oud."
Sir Bryson staakte zijn heen en weer loo-
pen. „Weggedreven?" zèide hij opgewonden.
„Ben je daar zeker van? Kunnen ze niet uit
zichzelf weggeloopen zijn?"
„Kunnen wel," zeide Jack, „maar ze heb
ben het niet gedaan. Vijf van de paarden
hadden een blok aan 't been toen we ze
loslieten. De blokken waren er af genomen."
„Wat moeten we nu beginnen?" stamelde
oir Bryson.
houd'ingsgewijs meer moet betalen dan
vroeger.
Maar waarom stellen B. en W. dan niet
voor de hondenbelasting te verhoogen.
Het is alleszins begrijpelijk, dat men ge
durende de eerste jaren van den oorlog, toen
vrijwel alles onzeker was, met verhooging
van die belasting heeft gewacht, maar thans
had die vraag o. i. althans onder oogen moe
ten worden gezien. Beantwoorden Burgemees
ter en Wethouders haar ontkennend, welnu
dan zullen we weten waarom zij voor de eene
belasting wel, voor de andere geen verhoo
ging noodzakelijk achten.
Indien het hier slechts gold een bedrag van
enkele duizenden guldens, dan zouden we
geen aanleiding vinden daar langer bij sti
te staan.
'Ons 'bezwaar geldt evenwel niet alleen de
hondenbelasting.
Wanneer we de inkomsten der gemeente
post voor post nagaan, dan doet zich telkens
die vraag voor.
En het is thans, naar wij meenen, meer
dan ooit de tijd om haar te overwegen.
We staan aan den vooravond van een eco
nomische crisis, welker gevolgen wel niemanc
zal durven voorspellen, Intusschen wordt al
gemeen aangenomen, dat handel en industrie
eerj gevoeligen terugslag ervan zullen onder
vinden. Voor onze gemeente, die haar belas
tingen toch voor een goed deel uit die krin
gen zal moeten 'hebben, zou het wed eens zeer
ernstige gevolgen kunnen hébben. Want al
ramen we de ontvangst van een hoofdelijken
omslag op een hoog bedrag, óm de belasting
binnen te krijgen, pioeten de betrokkenen het
geld toch bezitten. En wie zegt ons hoe de
toestanden zijn als het kohier van 1921 wordt
ingevorderd? We zijn met de aanslagregeling
en dientengevolge met de invordering toch al
niet bijzonder vlug.
Hoe lager dus de H. O. kan worden ge
houden, des te meer kans zal er nu vooral zijn
om de belasting zoo goed mogelijk in te vor
deren.
Er is meer!
We hebben vroeger, reeds op deze plaats
gewezen op de wenschelijkheid van een beter
inzicht in onze begrooting en ter bereiking
van dat 'doel aangedrongen op een afzonder
lijk overzicht. Ten aanzien van enkele onder-
deelen van onze gemeentelijke bemoeiingen
hebben we voor ons zelf een dergelijk over
zicht trachten samen te stellen.
We laten het hier voor het lager onderwijs
volgen.
De laatste post onder de uitgaven vermeldt
geen bedrag, omdat dit niet mogelijk is zonder
te weten welke leeningen voor het lager on
derwijs zijn aangegaan. De stand van leenin
gen, die aan de begrooting is toegevoegd,
geeft op deze vraag ook geen antwoord.
Om de voorlaatste post der uitgaven te
verklaren, zouden we te zeer in bijzonderhe
den moeten afdalen. Het is eigenlijk een ge
deeltelijke teruggave van het rijkssubsidie.
LAGER ONDERWIJS.
Ontvangsten:
Volg-
nummer
Hoofd
stuk
Omschrijving
Begroo
ting 1921
III
Schoolgelden
f 40.000
31
IV
Bijdrage -van het Rijk
vólgens de wet op het
Lager Onderwijs.
f162.779
32
IV
Rijksbijdrage in de kos
ten van herhalings-
onderwijs.
f 1.880
Nadeelig saldo
f144.061
f338.720
„Laat me voor tien dagen voedsel uit den
voorraad nemen," zeide Jack, „dan neem ik
op me om Garrod terug te brengen en ten
minste een van de paaiden."
„Zou je ze dan te voet willen volgen?"
barstte Linda uit.
.Jack richtte het antwoord tot Sir Bryson.
„Ze kunnen niet hard opschieten met hun
gezinnen en bagage."
Het was niet Jack's vedligneld waar Sir
Bryson bezorgd voor was. „Maarmaar
wou je ons dan hier laten zonder paaiden?'
zeide hij zenuwachtig.
Jack glimlachte even. „Hoe zou ik u hier
van dienst kunnen zijn? Ik sta onder arrest.
U volgt Jean Paul's raad op. Waarom hebt
u aan hem niet genoeg?"
Sir Bryson deed' net alsof hij dit laatste
niet hoorde. „We moeten terug gaan," zeide
hij zenuwachtig. „Hier kunnen we niet blij
ven zonder paarden."
Jack's hart zonk hem in de schoenen.
„Wat hebben de paarden er nu mee te ma
ken?" vroeg hij. „U is hier veilig. U heeft
voedsel genoeg voor piaanden."
Sir Bryson keek den halfbloed aan. „Jean
Paul zegt, diat de Indianen het misschien ge
daan hebben," zeide hij. „Hij zegt dat ze de
paarden misschien weggedreven hebben
vóór ze onszelve aanvallen."
„Dat heb ik niet gezegd," zeide Jean, Paul
snel. Ik zei dat wé er goed aan zouden
doen klaar te zijn."
„Zoo, dus op die manier denkt hij te be
reiken wat hij wil!" zeide Jack verschrikt.
„Hij houdt u voor den mali 't Is een oude
Roodhuiden-truc om de paarden weg te drij
ven om vervolging onmogelijk te maken.
Maar wat betreft 't opnemen tegen blanken
ik ben bereid om er heen te gaan en mijn
Uitgaven
bC Q
•O 1
Hoofd
stuk
Omschrijving
Begroo
ting 1921
143
VI
Jaarwedden der onder
wijzers.
f220.000
144
Toelagen en Bijdragen
tot opleiding van onder
wijzers.
f 400
145
Kosten van het her-
halingsonderwijs.
f 2.280
146
Kosten van instandhou
ding van schoollokalen
en onderwijzerswonin
gen.
f 6 695
147
Kosten van aanschaffen
en onderhouden van
schoolmeubslen.
f 4.230
148
9
Kosten van,aanschaffen
en onderlwuden der
schoolboeken, leerboe
ken en schoolbehoeften.
f 31.500
149
9
Kosten van verlichtin
gen, verwarming en van
het schoonhouden der
schoollokalen.
f 83 250
150
Kosten van het plaatse
lijk toezicht.
f 50
161
Kosten van examens.
f 860
152
9
Kosten van de school
bibliotheken.
f 500
153
9
Kosten van belooningen
en eereblijken.
f 1.000
154
9
Kosten van de Normaal
school.
f 1.565
155
r
Jaarwedde, v. d. school
arts en kosten genees
kundig schooltoezicht
f 1.600
156
M
Kosten der commissie
tot wering van school
f 100
verzuim
157
Subsidie aan bewaar- en
kleinkinderscholen.
f 11.150
Aftrek volgens art. 9bis
der wet van 24 Mei 1897.
f 24.050
Rente en aflossing van
ten behoeve van het
onderwijs aangegane
leerlingen.
onbek.
f338.720
Het overzicht doet ons zien, dat de kosten
voor het lager onderwijs voor onze gemeente
bedragen 144.061, Hierbij komen natuur
lijk nog de uitgaven voor rente en aflossingen
die wij niet kunnen nagaan.
Het-bedrag, zooals wij het hier zien, komt
dus ongeveer néér op 5.per inwoner
(De burgerij betaalt inderdaad voor dit doel
meer, maar dit vormt de redhtstreeksche be-
lastingbij'drage aan de gemeente).
De eenige ontvangstposten, waarop het
gemeentebestuur invloed kan uitoefenen, het
komt in het staatje duidelijk uit, betreft die
inzake de schoolgelden. Ook hier weer trekt
het onze aandacht, dat de 'heffingsverorde
ning dateert van 1907, zoodat de vraag of
herziening niet noodzakelijk is, zeker wel
mag worden gesteld.
Ingezonden mededeellng.
VerwachtBinnenkort
man en mijn paarden mee te nemen waar
het heele dorp Roodhuiden bij staat."
Sir Bryson schudde heftig het hoofd. Jack
zag wel in dat Garrod's lot niet het minste
gewicht in de weegschaal legde bij Sir Bry
son. „We zijn volkomen hulpeloos!" riep hij
uit. „En dat terwijl wij voor de vrouwen moe
ten zorgen I Het Is mijn plicht de terugtocht
aan te nemen I"
Jack trok minachtend zijn lip op.
Sir Bryson's stem werd hoe langer hoe
schriller. „Boe komen we nog ooit terug?"
riep hij uit.
„O, dat is gemakkelijk genoeg,- zeide Jack.
„Twaalf mijl naar de doorwaadbare plaats
naar Fort Geikle, en dan pe/ vlot de rivier
af. In twee dagen kunnen we 't doen."
„Kunnen we van morgen nog op weg
gaan?"
Jack kleurde. „Neenl" riep hij uit. „Onze
uitrusting in den steek latent Dat zou schan
delijk zijn. 't Heele land zou ons uitlachen I
Daar doe ik niet aan meel We zullen alles
vandaag opbergen, dan kunj; u morgen ver
trekken."
„Heel goed," zeide Sir Bryson zenuwach
tig. „Ondertusschen moeten we scherp op-
etten."
Voor Jack heenging smeekte hij Sir Bry
son opnieuw naar Garrod te mogen gaan
zoeken. Hij had het evengoed kunnen laten.
Sir Bryson en degenen die hem vergezelden,
behalve dan misschien mevrouw Woraley,
waren door een paniek aangegrepen. Het
was nutteloos te trachten "deze menschen ge
rust te stellen, die hun denkbeelden over
hdlanen ontleenden_ aan de Aimard-verha-
len van een vorig geslacht. Jack kwam woe
dend uit de tent Met hen naar het fort te
BUITENLAND.
DUITS CHL AND.
De ontwapening.
Naar gemeld wordt zal een conferentie van
geallieerde premiers te Parijs worden ge
houden tegen het einde dezer maand, ter be
spreking van de Duitsche ontwapening, ten
einde te beslissen over de houding tegenover
Duitsdhland en over de Duitsche schadever
goeding.
De toestand in Griekenland zal ook worden
besproken.
Men verwacht dat zich omtrent de noodza
kelijkheid Duitschland erop te wijzen, dat het
zijn te Spa gedane beloften heeft na te ko
men, geen verschil van meening zal voor
doen. Waarschijnlijk zal aan Duitschland een
termijn van twee of drie maanden worden ge
laten om zjjn militaire politie tot op het ge
oorloofde aantal af te danken, en zal tevens
daarbij gevoegd worden, dat de bepaling van
het bezetten van nieuw gebied, te Spa ge
maakt, zonder verder in gebreke stellen za"
in werking treden, wanneer na dien nieuwen
termijn Duitschland nog niet aan zijn ver
pUohtlngen voldaan heeft.
Admiraal von Scheer over den oorlog ter zee,
Admiraal von Soheer, bevelhebber van de
Duitsche vloot in den zeeslag bij Jutland,
geeft in „die Woche" een beschouwing over
de oorlogvoering ter zee. Hij wijst er eerst op
dat er in Engeland twee stroomingen 'beston
den aangaande het optreden der Engelsche
vloot. Aan den eenen kant pleitte men voor
een offensief optreden, aan de andere zijde
hield men het met een defensieve tactiek.
Engeland koos het laatste, uif vrees dat zijn
vloot te veel verliezen zou lijden. Het trok
liever de vloot samen in het hooge noorden,
zelfs ten westen van de Britsche eilanden.
Om op zoo grooten afstand de blokkade van
Duitschland te verwezenlijken was het noo-
dig, dat alle onzijdige oeverstaten aan de
Noordzee binnen het blokkadegebied wer
den getrokken en dat de oorlog lang genoeg
duurde om Duitschland uit te hongeren.
Inderdaad heeft de Engelsche vloot de mi
litaire operaties van de geallieerden niet
noemenswaard gesteund. Het plan van Fis
her werd terzijde gelegd, de oorlog kreeg ter
zee het karakter van een uithongermg®-
blokkade.
Deze strijdwijze berust op de door 't vol
kenreoht nog altijd niet uit den weg ge-
ruimde onbesoberradheid van het particulier
eigendom ter zee, welke het mogelijk maakt
zonder schending van het gecodificeerde
zeerecht den handel van den vijand te ver
nietigen en zijn koopvaarders te kapen. In
den wereldoorlog heeft Engeland om dat
doel te hereiken er geen been in gezien de
rechten der onzijdigen met voeten te treden.
Het controleerde het geheele zeeverkeer van
alle neutralen, verhinderde 'bijv. Nederland
om zijn eigen producten aan Duitschland te
verkoopen en dwong staten als China en
Brazilië, die niet het minste belang hij
Duitschland's ondergang hadden, zich bij
den wereldbond tegen Duitschland aan te
sluiten.
Die handelwijze heeft den duikbootoorlog
tegen koopvaarders in het leven geroepen.
Men mag over de rechtmatigheid daarvan
denken," gelijk men wil, Duitschland had uit
noodweer het moreele recht, naar het duik
bootwapen te grijpen. De vroegere vijanden
van Duitsdhland, die zich tijdens den oorlog
vol afschuw over dat wapen uitlieten, spre
ken trouwens thans heel andera
De Royal United Service Institution, de
voornaamste militaire vereeniging van En
geland, heeft een geschrift van C. M. Faure
over den invloed der duikboot op den zee
oorlog in de todkomst met een prijs be
kroond, en dat geschrift komt tot de slotsom
dat de duikboot een onontbeerlijk wapen en
zijn gebruik in den strijd tegen koopvaar
ders zonder voorafgaande waarschuwing
volkomen reohtmatig is.
brengen zouden er vijf kostbare dagen ver
loren gaan. Weliswaar kon hij daar paarden,
en zoo noodig hulp krijgen, maar het verlies
van vijf heele dagen was om dol van te
worden.
Jack dacht er een oogenblik over om tegen
Sir Bryson op te treden en tóch te gaan,
doch hij gaf dit denkbeeld op. Een blanke,
die een gezelschap dat hij op zich genomen
had als gids te leiden, in den steek liet, het
deed er niet toe om welke reden, zou voor
goed onteerd zijn in 't moederland! Dat is een
kwestie waar eenvoudig niet over te rede
neeren valt. Dit gevoel van verantwoordelijk-
beid als gids is sterk ontwikkeld bij de blan
ken, omdat de inboorlingen het heelemaal
niet bezitten. Zij zijn maar al te zeer - ge
neigd zich onaangename lasten van den
hals te schuiven bij de geringste provocatie.
Jack ging ontstemd aan het werk. Hij
werkte zijn pijnlijk gekwetst gevoel weg door
zelf hard te werken en het de Ind'aansche
jongens eveneens te laten doen. Zware en
langdurige arbeid was ee*i onaangename
bezigheid voor hen; voor er vele uren waren
voorbijgegaan, waren ook zij gemelijk.
Er werd onmiddellijk een hakploeg naar
het bosoh gestuurd, en tegen den middag
waren er voldoende stevige popuüerenboo-
men gehakt en in het kamp gesleept, om een
kleine schuur van te maken. Tegen het
avondeten waren de wanden opgetrokken,
en was het dak van palen er op gelegd,
waarna het gedekt werd met dikke zoden. De
overige tijd dat het nog licht was werd door
gebracht .met er alles in te borgen wat zij
bpzaten. Het was tien uur voor zij het werk
staakten. Onderwijl had Sir Bryson tot ver
maak van Jack, Vassall en Ferrie al» voor-
De Fransohe Revue Maritime schrijft: ,/t
Is ook volkomen onjuist, dat men een vijan
delijk schip voor de torpedeering zou moe
ten waarschuwen. Het gebruik van de
duikboot als beslissende factor in den zee
oorlog, die aohter ons ligt, was derhalve vol
komen correct."
De zedelijke verontwaardiging der Geal
lieerden over den duikbootoorlog is dus ge
huicheld geweest, zegt v. Scheer, die van
oordeel blijkt, dat het maar een haar heeft
gescheeld of Duitschland fyad met de duik
boot den strijd gewonnen. Indien Duitsch
land reeds bij 't begin over zijn latere onder
zee vloot had beschikt, zou de uitslag ver
moedelijk heel anders zjjn geweest dan nu
•het midden in den strijd het wapen feitelijk
nog moest smeden. Aanvankelijk had
Duitschland maar enkele kleine duikbooten
van geringe tonnemaat, die slechts korte
reizen konden doen en geringe snelheid
hadden. Eerst tegen het eind van den oor
log versohenen de duikkruisers van 1200
2000 ton, die tochten van 3 maanden konden
ondernemen en met 12 tot 18 knoop boven
en met 7 tot 9.5 knoop onder water voeren.
Later zijn die snelheden nog opgevoerd; nu
heeft een Engelsche duikboot al een snel
heid van 24 knoop boven water ontwikkeld.
En naar de overtuiging van admiraal Von
Soheer zal de techniek niet rusten voor er
duikkruisers van zoodanige grootte en snel
heid zijn, dat ze niet alleen tegen koopvaar
ders kunnen optreden maar ook in zeeslagen
een zeer belangrijke rol kunnen spelen.
Dat brengt een nieuw moment in den zee
oorlog en het zal zich daaruit niet meer laten
verdringen. Terwijl de gewone oorlogssche
pen de grens van volmaking reeds hebben
bereikt en toch geenzins onkwetsbaar zijn,
staat de duikboot nog in bet eerste stadium
van ontwikkeling. Door Duitschland tot die
ontwikkeling te dwingen heeft Engeland zijn
overheerschende positie ter zee zelf onder
mijnd.
De volmaking van de duikboot zal in de
toekomst elke groote mogendheid in de ge
legenheid stellen, een zelfstandige overzee-
sche politiek te voeren, zonder zich bezorgd
te maken over een vloot, die de zeeën be-
heerscht, m.a.w. de duikboot is bestemd de
zee werkelijk vrij te maken. De Duitsche
vloot, die tot de verwezenlijking van dat
hooge ideaal van het volkenrecht den stoot
heeft gegeven, heeft aldus v. Scheer aan
het slot van zijn besohouwlng niet tever
geefs gestreden, ook al is zij daarbij zelf te
gronde gegaan.
Een communist doodgeschoten,
In den nacht van 28 op 29 Deoember werd
de oommunist Paul Hoffmann te Flensburg
door beambten der veiligheidspolitie doodge
schoten. Volgens de Telegraphen-Union was
Hoffmann in zijn woning gearresteerd en in
een auto naar de kazerne gebracht. Daar
moet Hoffmann volgens opgave van den lei
der der veiligheidspolitie een wachtmeester
■een stomp tegen de borst hebben gegeven
om te kunnen ontsnappen. Daarop hebben
de hem begeleidende manschappen na drie
maal halt te hebben geroepen twee schoten
gelost. Op hetzelfde oogenblik vielen uit de
kazerne een paar schoten, waardoor Hoff
mann gedood werd.
ENGELAND.
Duurder steenkool.
Alles wijst er op, dat de steenkoolprijzen
in Engeland eerlang hooger zullen worden.
Ingezonden mededeellng.
Tegen leverkwalen,
galzucht, hartwater, verstopping en alle voe
dingsstoornissen gebruike men de zeer zacht
werkende Foster's Maagpillen, welke geen
krampen veroorzaken en geen verstoppende
reactie hebben. Prijs f 0 65 per flacon, alom
verkrijgbaar.
posten uitgezet, om gevrijwaard te zijn voor
een mogelijken overval.
Den volgenden morgen werd de gouver
neur door een nieuwen panischen schrik aan
gegrepen doordat de vier Indiaanéfche jon
gens verdwenen waren. Niemand had ze zien
heengaan. Ze waren oen voor een uit het
kamp verdwenen en men zag ze niet terug.
Jack vond dit niet zoo verbazingwekkend;
hij had er den vorigen dag al symptonen
avn waargenomen. Het was hem een bewijs
te meer, dat de andere Indianen nog in'de
buurt waren, en het griefde hem des te meer
dat 'hij terug moest zonder zelfs een poging
te hebben kunnen doen om Garrod terug te
halen.
Jack bleef Sir Bryson uit den weg. Tegen
wil en dank werden de blanken echter steeds
afhankelijker van Jack. Het denkbeeldige
roodhuiden-gevaar versterkte het rasgevoel,
en Jack's werkkracht en vindingrijkheid
werden hun hoe langer hoe onmisbaarder.
Zij kwamen hem telkens onbeholpen om hulp
vragen, maar zij kwamen dan toch.
„Wat denk je van deze verdwijning?"
vroeg Vassall bezorgd.
„O, ik vind het heelemaal niets ernstigs,"
zeide Jack. „Ik geloof dat Jean Paul hier
de hand in heeft, want hij legt het er op aan
om ons zoo gauw mogelijk de streek weer
uit te krijgen. Waarschijnlijk hebben ze 'm
op eigen initiatief gesmeerd. Toen we de
paarden kwijt raakten, zagen ze wel in dat
ïun goede tijd voorbij was. Ze hebben te goed
te eten gehad. Dat maakt ze te driest net als
paarden."
„Maar wat moeten we zonder hen begin
nen?''
Jack meende dat deze vra^g van Sir Bry
son kwam.
(Wordt vervolgd.)
I
COURANT
ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING i
Heldersche Ot. per 8 mud. 1,60, franco p, poet 1.70, Buitenl, 2,60
Zondagsblad 8 „0.67V», „0,66, „1,06
Modeblad 8 0,96, 1,06, 1,80
Loaae nummers der Courant 4 ct.
ADVERTENTIENi
20 et, p, regel(galjard), Ingez, meded. (kolombr, als redact, tekst) 00 et,
Kleine ad?, (gevr,, te koop, te buur) v, 1—4 reg, 60 et„ elke regel meer
10 ct, bij vooruitb, (adres: Bur, v, d, bl, en met br, onder no, 10 ct, p, adv,
extra), Bew.-ex. 4 et. Alle prijzen tijd, verb. m. 10% papierduurtetoeei.
te
22
u
P
0
'9
9
9
n
n
9
-