HELDERSCHE COURANT Tweede Blad. VAN ZATERDAG 22 JANUARI 1921. PLAATSELIJK NIEUWS. VERGADERING VAN DEN RAAD. De ■voortzetting van Üe behandeling der •begrooting, welke aanvankelijk was bepaald op Vrijdagmiddag, is later ^uitgesteld tot Maandag. Later werd dit weer veranderd in Dinsdagmiddag. Ter voorkoming van mis verstand verzocht men ons dit even te willen releveeren en er op te wijzen, dat alléén Dinsdagmiddag de voortzetting van de be groeting plaats heeft en de voor Maandag middag uitgeschreven vergadering alzoo vsrvallen is. "TT,*11 te Amsterdam gehouden wed strijd van lantaarnplaten (projectiefoto's) uitgeschreven door de Ned. Am. Fot. Ver. werd de inzending van Jac. de Boer, foto graaf, Helder, den eersten prijs toegekend, zijnde diploma met medaille. Dnbbelmannenkwartet „Inter Nos". Dlr. A. J. Leewens. Naar men ons mededeelt geeft bovenge noemd, alhier gunstig bekend staand kwar tet op 31 Januari een concert in Casino. Na veel moeite is het gelukt daaraan medewer king te doen verleen-en door de altzangeres Meta Reideil uit Amsterdam. Mej. Reddel is een zangers van groote be- teekenis, die nog onlangs onder leiding van Willem Mengelberg in het Concertgebouw te Amsterdam optradt; trouwens moet die eer „Inter Nos" worden gegeven, dat de solisten op haar concerten, getuige het laatste optre den van den beroemden cellist Maux Loeven- sohm, steeds uitmuntende kunstenaars zijn. Kritieken betreffende de solisten zullen tijdig gepubliceerd worden. Door „Inter Nos" zelf zal een bijna geheel nieuw programma worden uitgevoerd, waaronder het mooie „Vaarwel o zomer", waarmede het kwartet in Aug. 1920 te Amsterdam werd bekroond. Vanaf Maandag zijn bij den boekhandel kaarten te bekomen. Men raadplege betref fende de toegansprijs de biljetten en adver tentie. Lezing ds. Schermerhorn. Betreffende de lezing, welke a.s. Maandag 24 dezer door den N. Niedorper predikant ds. N. J. C. Schermerhorn voor de vereeni- ging „De Dageraad" gehouden wordt, vol gen hier nog eenige persuittreksels: Schager Courant: We kunnen hier volstaan met het heerlijke talent van den spreker te roemen, die de moeilijke taak, verschillende rollen weer te geven, zoo kunstvol volbracht en met zijn voordracht alle aanwezigen eenige uren zoo heeft geboeid, dat de volle aandacht onafge broken met blijkbaar genieten van zijn op treden werd gegeven. N. Arnh. Ort.: De heer Schermerhorn, die over een mooi stemgeluid beschikt, en de gave van voordra gen uitnemend meester bleek te zijn, wist de aanwezigen gedurende den geheelen avond te boeien. De toehoorders gaven, na elk bedrijf luide hun instemming te kennen. „Ondergang" heeft een anti-militairisti- sche strekking en al zal niet ieder het met den schrijver eens zijn, toegegeven moet wor den, dat het een stuk is, dat in staat blijkt te zijn, de aandacht van velen te trekken. Den bezoekers wordt verzocht vóór 8 uur aanwezig te zijn, daar niemand gedurende de voordracht van Ds. Schermerhorn wordt in gelaten. Schaken. Hedenavond 8 uur zal de sterke Amster- dlamsche EDoofdklassespeler, de heer H. v. Bantingsvelt in de Heldersche Schaakver eniging „Morphy" een Simuitaan-seance geven. Zooals altijd bij zulk een schaakfeest zal het clublokaal in het Alg. Mil. Tehuis, Spoor straat, voor iedere schaakliefhebber geopend zijn. Ook voor niet-leden is er gelegenheid hun krachten met den Sdmultaanspeler, die een 26 borden tegenover zich zal krijgen, te meten. Nu komt 't vaak voor, dlat niet aange sloten spelers, die hun kracht dus dikwijls niet kennen, zich niet graag aan zoo'n partij wagen. Maar waarom eigenlijk? 't Is zeker geen. schande tegen iemtand als den heer v. Harttegsveld te sneuvelen I Bovendien, de kans op een overwinning is bij zoo'n seance voor een zwak speler niet veel kleiner dan voor een meer geoefend tegenstander. Wenscht iemand echter toch niet mee te spelen, miaar alleen (het Verloop van den strijd tegen de anderen te volgen, dan is hij ook als toeschouwer van harte welkom. Het bestuur van „Morphy" zou gaarne zien dat t lokaal te klein was om vanavond de lief hebbers van ons edel spel, dat hier zeker nog •en groot aantal beoefenaars moet hebben, te bevatten. Prof. Sebestyén. Door de afd. Helder van de Geref. Ver. voor drankbestrijding, het bestuur der afd. Helder van de Nat. Christen Ond.-Off.-Ver. en de mil. afd. Helder van de Nat. Ver. „Pro Rege" was gisterenavond in de Geref. Kerk alhier een openbare vergadering belegd, waar als spreker optrad Prof. Sebestyén uit Boedapest met het onderwerp: Het bolsje wisme uit christelijk oogpunt beschouwd. Zijn werking in Hongarije. Door den voorzitter van laatstgenoemde ver., Ds. Warners, werd de vergadering te half acht geopend met gebed na vooraf te laten zingen Ps. 33 6. Hierna heette hij alle bezoekers (die in grooten getale waren opgekomen), hartelijk welkom, Inzonderheid Prof. Sebestyén, en gaf deze hierna het woord. Na een korte inleiding, hierin wijzende op den tegenwoordigen toestand van de Geref. kerken in Hongarije, den zwaren strijd, dien deze kerken hebben moeten doormaken, ook tijdens den vierjarigen oorlog, gaat spr. over tot behandeling van zijn onderwerp. He«t bolsjewisme is niets anders dan een zuiver revolutionnaire beweging. Theolo gisch is bolsjewisme het atheïsme. Het evangelie van den haat, inplaats van de -liefde. Op politiek gebied de terreur van het pro letariaat. Het brengt niets anders dan klas senhaat en hebzucht. De eerste gedachte, die zich vaak bij ons naar voren dringt, is deze. Als het bolsje wisme en zijn moeder heit socialisme eens in een land de leiding heeft, hoe leeft men er dan? Allereerst vernietiging van den ouden staatsvorm. De koninklijke familie wordt weggejaagd of gedood. Het geheele leger- wordt onmiddellijk ontwapend, en de socia listische arbeiders gewapend. De gevange nissen worden geopend en alle misdadigers in vrijheid gesteld. Zoo ging 'het ook in Hon garije, alle gevangenen werden vrijgelaten door de dictatuur en terreur van het prole tariaat. In de roode couranten kon men iederen dag berichten al-s onderstaand lezen: Er is te weinig bloed vergoten. Laat ons de lijken der burgers hoog op stapelen in de straten van -Boedapest en ver der berichten over moorden, plunderingen, enz. In de eerste dagen werd alle privaat bezit onteigend, de banken werden onmid dellijk gesloten en alle betalingen gestaakt. Meer dan 2 kamers mocht men niet bewo nen. Zoo gebeurde het, dat in kasteelen pro letariërs woonden en de prachtigste kamers gebruikt werden om keukengerei in op te bergen. Geen voorraad levensmiddelen mocht men in huis nemen. De kelders wer den nagezien of er zich geen voorraad brandstof in bevond. Wapenen mochten niet in bezit zijn. Alles behoort U en alles behoort ons was het spreekwoord van den communist. Tot zelfs in den nacht werd men nog niet met rust gelaten. Vele menschen zijn zenuwziek geworden. En -bij dit alles kwam nog de honger, er was geen vet, suiker, melk, vleesch en zelfs geen aardappelen meer. Kinderen en ouden van dagen stierven van den honger. Ook de moraal van de bolsjewisten stond op een laag peil, Mannen en vrouwen kon den om een Klein© oneenigheid scheiden. Onvolwassen jongens en meisjes konden met een eenvoudige aanmelding trouwen. De geestelijken werden op één lijn gezet met de krankzinnigen en haddten geen stem recht. De religie is voor den oommunist opium voor de ziel. Het optreden tegen kerk en religie was radicaal, men trachtte ze eenvoudig uit te roeien, inzonderheid de roomsche. Er werd eenvoudig verkondigd, dat de kerkgebouwen omgebouwd zouden worden In concertzalen, schouwburgen, bioscopen en leeszalen. Boeken en brochures, handelend over Godsdienst en vaderland, werden vernietigd, bijbels in beslag genomen. Meer nog dan op religieus gebied heeft de roode vaan op zedelijk gebied onheil ge sticht. Hier bleek het eigenlijk hoe diep en diep onzedelijk het bolsjewisme is. Op -grond van de tien geboden toont spr. dit aan. Met verbazende energie hebben zij zióh op de Boholen geworpen, begrijpende, dat wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, Hier werd o. a. geleerd, dat God niet bestaat en wij onze ouders niet behoeven te gehoorzamen, daar zij verplicht zijn voor ons te zorgen. Een staaltje van onmenschelijkheid is wel het volgende. In een Geref. dorp, dioht bij Boedapest, werden 61 menschen opgehangen en gefotografeerd. 3000 menschen waren in korten tijd in de Donau -geworpen. Het privaatbezit bestaat niet. Hieruit had het proletariaat al spoedig een practisohe conclusie gemaakt. Wanneer er du-s -geen privaatbezit is, kunnen wij; ons alles toe eigenen, een -gevolg dat er vele proletariërs kapitalisten zijn geworden. Bet geheele economische -leven was ge dood, de fabrieken stonden stil. Rampspoed, hongersnood en haat, deze drie wijzen den weg, waar het bolsjewisme door -kan. Christendom en Inzonderheid het Calvi nisme, moeten de David zijn, die den rooden Goliath zullen dooden. Door Ds. Warners werd de vergadering gesloten met dankgebed, alvorens hij Prof. Sebestyén nogmaals dankt voor zijn -gehou den rede en heeft laten zingen Pa 90 1. Wapentegeltjes gemeente Helder. Men zal zich herinneren,- dat wij indertijd eene advertentie plaatsten van den heer P. Spruit Jz., destijds technisch student te Delft, die daarin mededeelde, dat ,4e Por- celeyne Fles" te Delft haar bekende wapen tegeltjes ook voor den Helder wilde aan maken, indien de deelname voldoende zou zijn. 'Blijkbaar is dit het geval geweest, want niet alleen ontvingen wij thans dit -tegeltje, maar de prijs, die oorspronkelijk was vast gesteld op 2.76, is teruggebracht op 2.60. De uitvoering is uitstekend geslaagd, hoewel het keel (de kleur van den achter grond van het eigenlijke wapen) wellicht iets donkerder gekund had. Bet zal niette min aan den wand een goeden Indruk maken. Het lichtschip Doggersban-k-Zuid is door de sleepboot „Drenthe", terugkeerende van de Weser, op sleep genomen en werd heden morgen alhier binnen verwacht. RAADSOVERZICHT. De Algemeene Beschouwingen bij de be handeling der gemeente-begrooting voor het loopende jaar zijn afgeloopen. Althans zoo góed als; bet is mogelijk, dat de hee-r Schoof- fölönibsrgsr, dio d6n ©örstöïi avond niot aan- wezig was, en dus den tweeden avond, toen de overige raadsleden aan hun „tweede in stantie" bezig waren, nog aan zijn „eerste" moest beginnen, het is mogelijk, zeggen wij, dat de-ze heer nog aanleiding vindt in de replieken vftn de wethouders om er a.s. Dins dag op terug te komen-. Maar overigens zijn de gemoederen weer ontlaat -van de een jaar lang opgehoopte gevoelens omtrent het ge meentelijk beleid, e. d. Laat ons aanstonds zeggen, dat, over het algemeen, de debatten kalm waren, zelfs ge moedelijk, en- de uitgeoefende kritiek op het emeentebeleid matig was en welwillend. Jensdeels is dit wel te verklaren uit het feit, dat oppositie-mannen als de heeren Bierste ker en De Geus thans van het tooneel ver dwenen zijn. Vooral aan den heer Biersteker had bijvoorbeeld iemand als de heer Verste gen de handen vol. Nu kon hij, zooals de -heer Tielrooij -zeer juist opmerkte, de kritiek spelenderwijs beantwoorden. Anderdeels kon men uitteraard van de woordvoerders der s4.a.p., die thans vrijwel de leiding heeft, geen scherpe kritiek op een in hun geest ge voerd beleid verwachten. Van de vrijzinnigen was het <jan ook uit sluitend de heer Grunwald, die kritische be schouwingen leverde. Vooraf hadden we-de gebruikelijke Nieuwjaarsspeeoh van den Burgemeester gehad, die daarin aan zijne beschouwingen omtrent den algemeenen toe stand en het aspect der gemeente uiting gaf, Het onverwoestbaar optimisme, dat In deze rede doorstraalde, bracht al aanstonds warm te in de -raadszaal; het was merkbaar, dat het bij den Raad in -goede aarde viel, al zijn er dan ook wel leden, die dezen optimistisohen kijk omtrent onze toekomst niet deelen. De heer Bok als oudste raadslid gaf aan de ge voelens van den Raad uiting in een kort en hartelijk speechje, waarin hij den burge meester dankte. (Bij den aanvang was de heer De Geus aan wezig om, nu zijn nieuwe ambt zijn werk krachten naar Hellevoetsluis heeft ver plaatst, nog een ©ogenblikje in 's Raads midden te zijn en afscheid van de oud-col lega's te kunnen nemen. Natuurlijk kreeg hij van den Voorzitter en daarna van den heer Bok het gebruikelijke vriendelijke speechje, en de heer De Geus, die daarvoor bedankte, n-am toen persoonlijk afscheid van de leden en verliet de verga-dering. De beschouwing van den beer Grunwald omtrent den finantiëelen toestand der ge meente was niet zoo optimistisch als die van den Voorzitter. Deze heer viel het College aan over het weglaten dit jaa-r van een „voorwoord" der begroeting. Dit „voor woord" (het is een leelijk germanisme, maar daar zullen wij nu maar niet over vallen an ders konden wij uit het Algemeen Rapport nog veel meer stijl- en taalbloempjes bijeen lezen) is pas eene Instelling van de laatste jaren. De begrooting van 1917 -had vpo-r het eerst zoo'n voorwoord". Inderdaad gaf het dikwijls een kijk op verschillende begroo- tin-gsposten; het was eene soort handleiding, die niet zonder beteekenis voor een juist be grip van den toestand was. Thans was 't weer weggelaten. Waarom? Omdat van al die be schouwingen en becijferingen toch niets uit kwam in deze onzekere tijden, zeiden de wet houders. Neen, omdat jelui er eigenlijk niet voor durven uitkomen, hoe desolaat de toe stand is; omdat je bang bent, dat de finan ciers, als ze den waren toestand kennen, voor verdere leeningen zullen passen, zeiden de critici. Wel foei, riepen toen de wethou ders weer, hoe kunt gij zooiets denken 1 Die financiers zijn gaar genoeg om het uit de -begrootinigscijfers te kunnen halen, vertrouw daar maar op. En bovendien, de toestand is niet zoo erg; van een déböcle is geen sprake. Aldus de heer Adriaanse. Hoe het zij, de heer Grunwald vond den toestand ernstig: een hoofdelijke omslag, volgens de eigen bewoordingen van B. en W., tot een bedrag, dat tot een maximum is op gevoerd wat betreft de draagkracht van de gemeentenaren. Daarnaast een geraamde sluitpost van ni-et minder dan 400.000, zijn de dit opbrengst uit de O.W.-belasting, bui tengewone rijksuitkeering, alsmede vermoe delijke winst van de gasfabriek, welke ra ming deze heer bedenkelijk vond. Wij moeten voor deze beschouwingen en voor het 'antwoord van den wethouder naar ons uitvoerig verslag verwijzen, omdat -dit alles buiten het bestek van een kort overzicht ligt. Wethouder Adriaanse -toonde met de cijfers aan, hoe*men aan deze raming, die niet zoo willekeurig is als de heer Grunwald -meende, gekomen was, en die wel degelijk op vaste basis berustte. Wij moeten natuur lijk in -dezen vertrouwen hebben in de juist heid van 's heeren Adriaanse's beweringen, en hopen, dat inderdaad de hoofdelijke om slag niet zal worden verhoo-gd. Omtrent den voor dit jaar geraamden- post dezer b *g zeide de heer Adriaanse, dat de geschiede- d-enls uitwijst, dat steeds de raming van de -begrooting wordt ontvangen en zelfs over schreden. Een nieuw geluid werd bij deze Algemeene Beschouwingen gehoord, dat door zijn frisch- heid en originaliteit opviel. De heer Tielrooij nJ. hield beschouwingen, die, vooral die, welke hij in tweede instantie uitte, niet na lieten in-druJk te maken. Natuurlijk, dat de heer Tielrooij' tegenstander is van de politiek der soc.-dem. Maar wat hij als ohr. historisch raadslid zeide over de sociaal-democratie als partij, en speciaal over de gebeurtenissen van November 1918, zullen inderdaad, om de woorden des heeren T. te gebruiken, „weinig chr. hist. hem nazeggen". Een poli ticus zal misschien zeggen: het is taktiek om dergelijke denkbeelden te verzwijgen; jawel, maar het is moedig, oon er voor-uit te komen en „waarheid siert den m-ensoh" (woord van den heer Staalman bij deze Alg. be-soh.) En daarom was het applaus, dat bij de woorden van den heer Tielrooij uit den Raad opklonk, dan ook terecht; niet, zooals men wellicht denken zou (want het kwam in hoofdzaak van soo. zijde), omdat die heer het met hun stelling in deze eens was, maar juist omdat hij -als tegenstander niettemin voor deze zijne meening uitkwam. De 'heer T., die helaas geen improvisatorische gaven heeft en zijn rede op papier had gesteld, heeft ongetwij feld aan invloed gewonnen. De heer Staalman had het over het „bur gerlijke" dezer begrootdng. Deze heer bedoel de daar vermoedelijk mede het „on-sociaal- democratische", omdat men van een College als het huidige een ander soort begrootte? mocht hebben verwacht. Maar zooals door de wethouders werd aangetoond, kan het niet anders of eene begrooting, opgemaakt voor een periode, zoo kort na een vrijzinnig be wind, moet nog de sporen dragen van dit vrijzinnig beheer. Bovendien is er toch nog geen sprake van een „socialitisch" bewind; de soc.-dem. vormen niet meer dan een sterke minderheid. Ook deze heer leverde kritiek op de gestie van het College in verschalend opzicht. Op één, ietwat ondeugende, vraag -moeiten wij nog even de aandacht vestigon. Is er, vroeg de heer Staalman, nog een Le- vensmiddelenbedrijf? Zoo ja, waarom is daar over geen begrooting opgemaakt? Het Le- vensmiddelenbedrijf, aldus wethouder Ver stegen, is in liquidatie; maar opgeheven is iet nog niet, omdat het welicht voor de bruin- mooddstributie nog noodig is. Maar era be- S-ootteg is er inderdaad niet van opgemaakt, et „waarom niet" liet de heer Verstegen er af. D» hssr Borkert viel in hoofdzaak den heer Staalman en diens politiek aan, verweet dezen heer, dat hij zijn ten vorigen jare met zooveel aplomb voorgelezen beginselprogram niet nakwam en wel heel wat beloften gaf. maar ais het op daden aankwam tekort schoot. Een humoristisch speechje over de Burgerwacht wekte de hilariteit (van den Raad. Van verschillende zijden werd overigens hulde gebracht aan de werkzaamheid van het College,, en over lhet algemeen ademden, zooals wij reeds zeiden, de discussies een vriendschappelijken en waardeerenden geest, zij het dan, dat er natuurlijk verschillende inzichten bleven bestaan. De neer Heyblok releveerde nog eenige desiderata op onder wijsgebied en verweet speciaal den heer Staalman de commissie-vergaderingen zoo slecht bij te wonen. Op een positieve vraag van dien heer aan den wethouder van on derwijs of daardoor de belangen van het on derwijs benadeeld werden, bon deze laatste uitteraard niet zoo positief antwoorden, zei de echter, dat in het algemeen het vergade- ringbezoek beter kon zijn.-Het gaat met die kwesties echter aldus: de raadsleden krijgen van het 'goede wel eens te veel, en het een moet vaak lijden ter wille van het ander. Deze heer kreeg het met den heer Grun wald aan den stok over eene in de sectie vergaderingen gebezigde uitdrukking. Blij kens het Alg. Rapport zou door een der le den de uitdrukking „stommiteit" gebezigd zijn ten opzichte van de verkiezing als wet houder van den heer de Zwart. Het bleek nu dat de heer Heyblok deze uitdrukking gebezigd had; maar zooals deze heer be toogde was zij in ietwat ander verband ge zegd dan uit het verslag van den Alg. Rap porteur bleek. De heer Grunwald betwistte dit en hield staande dat de heer Heyblok gesproken had als-in het Alg. Rapport was weergegeven, en beriep zioh op den heer van Loo die deze bewering bevestigde. Niet temin meende de heer Heyblok zijne lezing te moeten volhouden en voegde hij den heer Grunwald het onvriendelijkheidje toe als zou hij onwaarheid spreken. Ook ten opzichte van onze redactie was de heer Heyblok on juist; wij veranderen nimmer de Ingezon den stukken des heeren Schoeffelenberger ten zijnen gunste zooals hij in den Raad be weerde; integendeel wij veranderen lang niet altijd zelfs de fouten en verkeerde zins wendingen waaraan die heer (als verreweg de meeste ingezonden stukken-schrijvers trouwens) zich schuldig maakt. Vian rechts werd van verschillende kanten kritiek geleverd op de verdeeling der func ties in ht Ooi-lege. Men weet, diat de rechter zijde den heer Adriaanse niet als haar ver tegenwoordiger erkent, en meende dat het voor de -goede samenwerking beter zou zijn, indien een sociaal-democraat de portefeuille van financiën kreeg. Wij zouden het jam mer vdmd-en, omdat wij gelooven, dat de hui dige verdeeling, waarbij deze -aan den heer Adriaanse is toevertrouwd, ons inderdaad de beste lijkt. Het was wel een mooi gebaar, toen de heer de Zwart zeide, dat hij, zoo noodig, die portefeuille óók nog wel op zijn schouders wilde nemen, en het maakte in den Raad ook wel indruk, maar wij geloo ven toch, dat het een stap achteruit zou zijn. De heer Adriaanse Is uit hoofde van zijn functie -beter met geldaangelegenheden op de hoogte dan iemand als de heer de Zwart, die zich geheel in deze materie zou moeten inwerken. Ten vorigen jare betoogde de heer Heij- blok bij de behandeling van het salaris der wethouders, dat dit ambt hoe langer hoe meer den geheelen persoon gaat eisohen, hetgeen de waarnemende wethouder, de heer Biersteker, beaamde. Maar hoe zal het dan straks -gaan, als de heer De Zwart, die toch ook zijn particuliere werkzaamheden -heeft, behalve deze nog twee wethouders- portefeuilles op zijn schouders neemt? Met alle waardeering voor de goede bedoe ling lijkt ons dit -toch bedenkelijk. Den tweeden avond kwam de heer Schoef felenberger nog eens met een vijftiental punten. Behalve op enkele onderdëelen van het gemeentelijk beleid kwam zijn klacht in hoofdzaak neer op het feit diat men hem te weinig au sérieux nam, en hem alleen liet staan, en bovendien, hem het vrije woord ni-et of niet voldoende geeft. Van soc. dem. kant zoowel uit den Raad zelve als van de bestuurstafel, werd den heer Sch. geantwoord dat hij aan dit alles zelve grootendeels schuld is. De heer Borkert zeide dat de heer Sch. veel te veel het oor leent aan allerlei vermeende klachten over onrechtvaardigheid e. d. en die dan zonder verder onderzoek in den Raad brengt. Zoo nu weer over die pennen. De heer Sch. be pleitte de instelling van een Bezuinigings- oommlssie. Het was onlangs gebeurd, dat een leverancier 120 gros pennen op de secre tarie bracht, toen daar nog 120 gros pennen onuitgepakt stonden! Zoo iets moest niet kunnen gebeuren, -meende de heer Sch. Wat blijkt nu, naar wethouder de Zwart zeide? Dat de secretarie eenvoudig het centraal magazijn voor de scholen is, waar alles wordt afgeleverd. Had de heer Sch. dit nu even ter secretarie zelve geïnformeerd, dan had men hem dit verteld. Nu komt dit weer als een „kritiek op het beleid" in den Raad. En zoo gaat het met meerdere dingen. Eén punt was er, dat de heer Sch. óók nog aan roerde, n.1. het feit, dat kwesties betreffen de het Levensmiddelenbedrijf (en ook wel andere dingen waarbij geen personen wor den besproken) in een geheimen raad wor den behandeld, inplaats van in den open baren. Maar van de zijde der bestuurstafel ging men daar jammer genoeg, niet op in... Wij gelooven het hierbij wel te kunnen laten. Dinsdagmiddag wordt aan de arti kelen begonnen. De reis van de „K V" AdenColombo. Colombo, 21 Deoember 1920. De overtocht Aden—Colombo -heeft de „K V" gedaan In 12 etmalen. Zoo lang achter elkaar was men nog niet in zee geweest. Over het algemeen verliep alles vlot geduren de dien -tijd. Geen ernstige machinedefecten en -goede 'gezondh-eldstoestand van de opva renden. Het weer was, den tij-d van het jaar in aanmerking genomen, ni-et bijzonder ig-oed. De N.O. moesson stond vrij goed door en er stond daardoor een behoorlijke deining en wat zee, zoodat van vertredln-g aan dek -geen sprake was, een enkelen dag uitgeslo ten, en de ventilatie niet door de voortrunk geschiedde. Dit laatste was oorzaak, dat de temperatuur vrij warm was, alhoewel de kunstmatige ventilatie goed werkte. Voor de goede spijsvertering ware het ook beter ge- alle vermeerderingen te zien. Alleen dié bij weest indien men wat op dek kon op en neer wandelen. Bovendien was nu het wasschen onder de douche ook niet absoluut veilig. De boot slingerde vrij hevig, door de dwars in komende zeeën, men moest zich gced schrap zetten tegen dit schokkende geslinger. Gedurende de eerste helft stond er tegen stroom, -hetgeen verwacht was. Daarna was de stroom of zeer gering of mee een mee vallertje, die de goede stemming onder de opvarenden erin hield. Veell schepen kwamen we overdag toevalli gerwijs niet -tegen, alhoewel geregeld door observaties de plaats van het schip gecontro leerd werd en wij ons over het algemeen op het gewone traject bevonden. Het draad-loos station luisterde van -tijd tot tijd uit of er, en zoo ja, welke sohepen In de -buurt waren, Zoo hoorden wij dan ook de „Patria", die op de thuisreis was. Helaas, ook deze -reis waren wij niet gelukkig wat het ontmoeten van mailbooten betreft. De „Patria" werd gezien, d. w. z. zijn schoorsteenen en masten op pl.m. 16 mij) afstand benoorden ons om de West stoomend. Op den -avond van den lOen dag kwam Mimikoi, de vuurtoren o-p één der eilandjes der Maladinengroep in zicht, geheel op tijd volgens bestek en begon het eind te naderen. Het weer werd- er niet -beter op daarna, doch de stroom werd zeer -gunstig. We hoopten zelfs inplaats van Vrijdag 17 Deoember 12 u. reeds in den nacht daarvoor -te Colombo te zijn, doch des avonds werden we overvallen door zware regens en. het voor de meeaten vreemde St. Elmus vuur van mast en andere uitsteeksel-s van de 'boot. Reeds vreesden wij nog slecht weer te krijgen, in a-lle geval was het zicht zoo slecht, dat het ni-et -raadzaam was de kust van Ceylon -te naderen zonder •te looden en om te looden was het noodig elecbrisch „langzaam" te varen. Toen ten 12 u. no-g steeds „66 Meter geen -grond" werd ge lood, werd op en neer gehouden en h-et aan breken van den dag afgewacht. Op de D.W. kreeg de officier van de Wacht sterrebestek en bleek de boot vrij ver -om de Zuid gezet te 'zijn. De Dieselmachine werd -weer aangezet en in N.O.lijke richting gevaren. Ten 8 u, doemde de kust op en te 1 u, ongeveer kwa men we op de haven -en meerden aan de boeien. Ruim 2000 mijl hadden we In 12 dagen afgelegd. BINNENLAND. De Rijksmiddelen. Met een bedrag van 41.161.000 hebben de gewone ontvangsten in December die van verleden jaar met bijkans 9 millioen over troffen, al zijn zij dan ook ongeveer 3 mil lioen lager geweest dan de verrassend hooge opbrengst van Juli JA, toen, hoofdzakelijk als een gevolg van een buitensporig groote bate uit de registratierechten, een record cijfer van ƒ44.22 millioen bereikt werd. Houdt men echter ook rekening met de in komsten uit de buitengewone bronnen, dan laat December zelfs de ovengenoemde re- cord-maand nog verre achter zich. Uit de belastingen, die nog altijd in verband met de buitengewone- omstandigheden worden geheven, bedroegen de ontvangsten in de afgeloopen maand ui. 26.8 millioen. dank zij de O.W.-belasting, die met 24*/, mil lioen bijkans het dubbele van November j.1. en ruim driemaal zooveel als in December 1919 opleverde. Zij overtroffen die van Juli met ruim 11 millioen, zoodat per saldo de laatste maand van het jaar de opcenten voor het leeningsfonds, die trouwens ook nog iets hooger waren, buiten -beschouwing gelaten yoor de schatkist toch nog circa 8 millioen meer heeft opgeleverd dan de veel geprezen maand van den afgeloopen zomer. Tot de vermeerdering uit de. gewone bron nen van inkomsten hebben, naar te ver wachten was, de ontvangsten uit het ge distilleerd in niet geringe mate bijgedragen. In het vooruitzicht van de in de eerste da gen van Januari afgekondigde drastische verhooging van dezen accijns, waardoor de heffing van 150 op 300 per H.L. ad 60 pot. is gebracht, (nog vermeerderd met 10 pet. of 30 opcenten voor het leeningsfonds) zijn er door de handelaars in den loop van December groote voorraden ingeslagen, met het oog op de verwachte en ook inderdaad ontstane vraag van den kant der verbrui kers en der slijters, die nog-profiteeren wil den van de bepaling, dat hoeveelheden van minder dan 26 L. niet door de verhooging zouden worden getroffen. Tengevolge daar van zijn de ontvangsten uit dit middel tot de tevoren ongekende hoogte van 8.530.000 gestegen, wat bijkans het dubbele is van de opbrengst in November j.1. en 8.4 millioen meer dan de toch reeds ongewoon hooge ba ten in December 1919. Behalve over December vermeldt de ver schenen middelenstaat ook de ontvangsten -over het geheele jaar 1920. Zooals in de laat ste maanden reeds met vrij groote zekerheid kon worden voorspeld, zou 1920 een jaar worden, waarin de ontvangsten der schat kist die van vorige jaren verre achter zich zouden laten. Inderdaad blijken de ontvang sten tot een ongewoon hoog peil geglommen te zijn. Met een totaal van 439.6 millioen overtreffen zij die van 1919 met niet min der dan 110.7 millioen, nadat verleden jaar reeds op een accres van 79.6 millioen in vergelijking met het toch reeds voorspoe dige jaar 1918 viel te wijzen. (In 1913 was de totale opbrengst 176.432.000). De Invoerrechten gaven een veel groot,ere baten terwijl de handel op zichzelf nog lang niet de hoogte van voor den oorlog bereikte. De zooveel kleinere omvang van onze han delsbeweging, althans voorzoover het ver keer over zee betreft, weerspiegelt zich in de opbrengst der loodsgelden, die, schoon voor 1920 een accres aanwijzend van 621.000 toch met ƒ1.841.000 nog niet de helft van de hoogte bereikten van die van 1913. Dat' er intussohen sedert de tijden der groote depressie van twee jaar geleden een aan merkelijke verbetering is gekomen, blijkt wel hieruit, dat h-et tegenwoordige bedrag 61/* maal zoo groot is als dat van 1918. De voornaamste bijdrage tot het hooge eind cijfer over 1920 heeft de inkomstenbelasting geleverd. Deze klom van 491/, millioen in 1919 tot ruim 84 millioen in 't afgeloopen aar (ƒ21 millioen meer dan geraamd was), een voordeeiig verschil van niet minder dan 84VJ millioen. De accijnzen geven voor 't afgeloopen jaar Lichtschip Doggersbank-Zuid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 5