makkelijk over verschillende uitgaven heen zouden ioopen. Laat de heer Grunwald dit nu niet meer zeggen. Het betreft hier een bedrag aan loon, dat gevoteerd is door den Raad. Overigens herinnert spr. den heer Grunwald aam het bedrag van millioen, dat stond te worden gedaan en dat door mijn tussohenkêmst niet heeft plaats gehad. De heer Grunwald: Absoluut onjuist 1 De Voorzitter: Laten we nu bij het onderwerp blijven 1 De heer Verstegen wil er even op wij zen, omdat de heer Grunwald zegt, dat spr. gemakkelijk over de uitgaven heenglijdt. Spr. weerlegt op verschillende punten nog de beweringen des heeren Grunwald. Juist zij, die (minder hebben dan de gemeente werklieden en dus weten wat een arbeider toekomt, verzetten zich niet tegen deze uit gave; het verzet komt van hen, die meer hebben. De heer Grunwald meent nog iets te mioeten rechtzetten, dat een ongunstigen in druk zal maken; de Voorzitter merkt op, dat hetgeen de heer Verstegen meende te moeten zeggen, niet met spr. instemming geschiedde. Spr, zou gaarne zien, dot men zich aan het onderwerp hield. Overigens staat spr. aan de zijde van den wethouder van fi nanciën. De begrootiog werkt met tekorten. Toen de bedragen gevoteerd zijn, was er een stijgende tendenz; thans is er een dalende. In stemming komt thans het voorstel van de meerderheid vam het College om de gelden te (bestemmen ter dekking van het tekort op de begrooting. Het wordt verworpen met 16 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heeren Bok, Van dór Veer, Adriaanse en Grunwald. Hiermede is dus het voorstel der minderheid aangenomen en wordt het bedrag als duurte- toeslag uitgekeerd. De heer Staalman vraagt of hierin nu alle ambtenaren en werklieden zijn begre pen. De heer H e ij b 1 o k bepleit de opname ook van het personeel van het voormalige Levensmididelenbedrijf. Hierover beslist het georganiseerd overleg. De heer Adriaanse verklaart, dat hij, gezien den uitslag der stemming, zijn taak als wethouder van financiën wenscht te zien geëindigd. Voorstel tot vaststelling van het 2e kohier Hondenbelasting, de kohieren van School- geldheffing No. 6, dienst 1920, en Nto. 1, dienst 1921, alsmede het 2e en 3e suppl. ko hier der Pi. Directe Belasting naar het In komen, dienst 1920. Aangenomen. Voorstel met betrekking tot de aanstelling van een Ujnwerker-monteur aan het gemeen-- telijk eleatricitedtsbedrijf. (Held. Crt. 4 Jan.). Aangenomen. Voorstel, tot het sluiten van een overeen komst, ter verkrijging van grond in erfpacht, ten behoeve van een nieuw te stichten visch- afslaggebouw. (Held. Crt. 4^Jan.). De heer Bot verheugt zich over dezen stap in de goede richting. Uit de Bijlage blijkt, dat de nieuwe Visehafslag vooreerst nog niet gebouwd wordt. Kam de oude daar van nu niet in beteren staat worden gebracht, vraagt spr. De viseh staat tegenwoordig te bederven in regen of zon, omdat er geen plaats is. Laat men het gebouw wat verlen gen. De heer Adriaanse zegt in dezen een onderzoek toe. Het voorstel wordt vervolgens aange nomen. Voorstel con te besluiten tot verbetering van de abri van school No. 3. (Held. Crt. 4 Jan.). Aangenomen. Voorstel tot vaststelling eener Verorde ning tot wijziging en aanvulling der Alge meene Politie-verordening, tot het plaatsen van 'borden en het verleenen vam een blanco orediet aan Burg. en Wetihs. (Held. Crt. 18 Jan.). Op verzoek van den heer Grunwald ver daagd tot nadere bestudeerimg. Voorstel betreffende de chirurgische be handeling door Dr. Tamge vam patiënten in het Ziekenhuis en het gebruik van toestellen van het Marlnehospitaal. (Held. Crt. 8 Jan.). De heer V a n O s zou de olausule sub b. willen uitbreiden.1) Spr. zou eraan toege voegd willen zien „en de daarmee gelijkge stelde personen, die geen lid zijn van een ziekenfonds en een inkomen hebben lager dan 2000.per jaar" of iets dergelijks. Want er zijn i\eel wat zulke menschen, die dan buiten de geneeskundige hulp zouden vallen. Omgekeerd zijn er verscheidenen, die nog lid zijn van zoo'n fonds, maar zeer goed geneeskundige hulp zouden kunnen be telen. De heer VanOs: Maar waarom moet die clausule van dde ziekenfondsen er dan in? De heer Verstegen: Maar hoe moeit het dan? Iemand met een inkomen van ƒ1600.en veel kinderen verkeert in veel ongunstiger positie dan iemand met hetzelf de inkomen zonder kinderen of een onge huwde. Deze laatste bijv. kan best een ope ratie betalen. De heer VanOs begrijpt, dat die grens bepaling tot moeilijkheden aanleiding zal geven. Maar het is onbillijk het lidmaatschap er aan te verbinden. De heer Verstegen: Wij moeten ten deize vertrouwen hebben in bet inzicht van dr. Tamge. De heer Van Os zou gaarne nog nader overleg willen plegen met den chirurg. De 'heer Verstegen verzet zich daar tegen; het ontwerp heeft al te lang gelegen en had al afgehandeld moeten zijn. Krachtens de bestaande reglementen moeten thans tal van mensohen gratis geholpen worden, die zeer goed kunnen betalen. Het voorstel wordt vervolgens met alge meene Btemmen aangenomen. Voorstel om aan de Commissie tot wering van Schoolverzuim een presentiegeld toe te kennen voor het bijwonen van vergaderin gen. (Held. Crt. 8 Jan.). Mevrouw Van der Hulst begrijpt niet goed dat de Oommissie thans met dit ver zoek komt. Vroeger, toen er geen Leer plichtwet bestond, bad de Commissie reden van bestaan, maar met de leerplicht is zij niet zoo erg noodig meer. Opheffen kunnen wij haar niet, omdat zij door het Rijk inge steld is. Maar er zijn cammissiee, die nutti ger werk verrichten dam deze en daarvoor geen presentiegeld krijgen. De heer De Zwart meent, dat de Com missie is ingesteld op grond van de Leer plichtwet, teneinde klachten omtrent nala tigheid etc. te kunnen oontroleeren. Zij vormt de schakel tusschen de ouders en de autoriteiten en zeker is er werk voor haar te verrichten. De Voorzitter zegt, dat de Commissie reglementair tweemaal 's weeks moet ver gaderen. En er is nog al wat werk voor haar. Zij vroeg thans presentiegeld en B. en W. vonden het verzoek niet onbillijk. De heer Staalman staat aan de zijde vam Mevr. Van der Hulst, zij het dan op eenigszims andere gronden. Spr. is tegen het geven van presentiegeld; ook de raadsleden doen veel pro deo en spr. is van meening, dat wie een dergelijk ambt bekleeden wil, dat voor niets behoort te doen. Het voorstel komt in stemming. Tegen stemmen de heeren Baak, Staalman, Bok, Van der Veer, Van Os, Tielrooij, Van Loo, Bot, Grunwald en Mevr. Van der Hulst. Zoodat de stemmen staken en in de volgende vergadering opnieuw moet worden gestemd. Voorstel met betrekking tot de invoering vam lichamelijke oefening van het Politie korps. (Held. Crt. 18 Jan.). De heer Boogaard zal zidh niet tegen het verzoek verzetten, hoewel spr. het oogen- blik thans niet het meest geschikte vindt voor de agenten om tot invoering over te gaan. Een 20-tal hunner moeten nJ. in het najaar examen doen en nu zou het hen kun nen schaden in hun werken daarvoor als dit thans aamgenomen wordt. Want de oefenin gen worden dan dienst en er zou voor hunne studie weinig tijd overblijven. Spr. dringt er dus op aan, indien het aangenomen wordt, het vooralsnog niet in te voeren. Nuttiger acht spr. een cursus in eerste hulp bij onge lukken en dit juist is iets, dat zij zicbzelven maar moeten leeren. We hebben daar toch een direoteur van den geneeskundigen dienst voor. De heer Zondervan staat, nogal sym pathiek tegenover dit voorstel. Door het aanleeren van worstelen zullen de agenten minder gebruik behoeven te maken van hun ne revolvers. Maar naar spr. vermeent te weten, is de organisatie der agenten hier omtrent niet gehoord en spr. meent, dat de meerderheid van het corps er tegen is. Een paar slechts zijn er op wier aandringen dit voorstel er is gekomen. Spr. zou gaarne zien, dat daarom eerst de organisatie gehooid werd en de zaak met haar besproken. De heer Sohoeffelenberger kost het moeite ernstig te blijven bij dit voorstel. Het lijkt wel of de Heldersche burgerij Sinn- Feiners zijn. Een 20, 25 jaren terug had dit voorstel wellicht zin, maar voor do burgerij van thans is het absoluut niet noodig, dat een agent boksen kan. Spr. vindt het voor stel oudemooratlsah en begrijpt niet, dat de sociaal-democraten als de neeron Zondervan en Borkert het slikken. Krachtens hun be ginsel moesten zij tegen de politie als corps zijn. In het voorstel staat, dat een honorarium aan een instructeur zal worden betaald van 500.Bovendien moet die meneer nog een maand vacantie hebben. Is dat een per manent onderwijzer? Als er nu een jaar lsmg eens geen agent bijkomt en de anderen heb ben het Jiu-jitsu voldoende onder de knie, moet dde onderwijzer dan maar rondloopen? Kan men dan niet veel beiter een agent-in structeur aanstellen. Spr. vindt het voor een zoo kalme plaats als den Helder een idioot voorstel. De heer Verstegen: De heer Sohoeffe lenberger heeft gelijk20 jaar geleden stonden de sociaal-democraten anders tegen over de politie dan nu. Er is een tijld geweest, dat de sociaaldemocraten, als zij de hoofden maar opstaken, den knoet of de sabel zagen. Maar dde tijden zijn voorbij; de politie.... /De heer Baak: Is zelf sociaal-democraat geworden. De heer Verstegen: Is als insti tuut nooidig om de orde te handhaven en de wijze waarop zij dit doet verschilt van die van 25 jaar terug. Ook de politie heeft een andere kijk 'gekregen op de sociaal-demo cratie. Thans is het anders waar wij de po litie gebruiken als een corps dat de eene mensch tegen de andere beschermt. Ook de heer Schoeffelemberger zal niet kunnen ont kennen dat niet alle menschen engelen zijn. En de overheid dient de politie te bescher men tegen anti-sociale wezens als er nu een maal zijn. Vandaar dat ze thans vuurwape nen gekregen heeft. Het is nu maar de kwes tie hen te leeren dat ze die alleen moeten ge bruiken in het alleruiterste geval, nameliik ter zelfverdediging als hun eigen leven in gevaar ia Daar kan tooh de heer Schoeffe- lenberger niets tegen hebben. De lichamelijke oefeningen zijn bedoeld om hen zooveel zelfbeheersching te geven dat zij hun tegenstanders met de handen kunnen beheerschen. Is dat ondemocratisch vraaet spr. Ook de heer Sohoeffelenberger moet zoo'n corps in standhouden. Iets minder is de kwestie van die organi satie. Daarover kan spr. niets zeggen want het is een zaak, die geheel ressorteert ander den burgemeester. De heer Staalman vindt dat er nog al rare dingen verteld zijn over de politie en spr. wenscht den schijn te vermijden alsof hij het daanmedle eens zou zijn. De heer Sohoeffelenberger stelt het voor alsof ieder die voor dit voorstel stemt een idioot is of een barbaar. Bij een dergelijke uitlating dient men zijne stem te motiveeren indien men niettemin voor het voorstel is, al heeft spr. dan ook dezelfde grief van den heer Zandervan. De heer Verstegen zegt dat de soo.-dem. anders tegenover de politie staan dan een 25 jaar geleden. Dat wisten we; maar het is wat al te mal Om te zeggen dat ze van idee veranderd zijn omdat nu aoa-dem. in de col leges zitten. Voorzitter verzoekt den spr. bij het onderwerp te willen blijven. De heer Staalman: Ja meneer de Voor zitter, maar ik kan het niet op me laten zit ten dat de voorstelling gewekt wordt als zou de politie door de soc.-dem. geworden zijn wat ze thans is. De agenten van politie zou den zoo fatsoenlijk zijn geworden dat ze de sociaal-democraten1 thans anders bezien. De kwestie is niet, dat de agenten veranderd zijn maar diat de .soa-democraten zijn ver anderd. De heer Tlelrooy zal tegen de voor dracht stemmen. Spr. meent dat de agenten van politie meer last hebben van hen die niet boksen kunnen dan van hen die dit wel kunnen in oasu 'de matro'zen, waarvoor dato toch in hoofdzaak de verordening be doeld is. De Voorzitter heeft aan het betoog van den heer Verstegen weinig itoe te voe gen. De politie vormt hier een klein corps en het is waar dat de bevolking rustig is. Maar een agent die behoorlijk is toegerust zal zich tegenover een dronken iman bijvoor beeld veilig voelen. Juist de matrozen vor men het 'gedeelte der bevolking waarmede het minst te doen is dus dit onderwijs is niet noodig omdat de matrozen boksen 'kun nen. Den heer Boogaard antwoordt spr. dat de jeugd de beste leertijd ia Den iaatsten tijd heeft een vrij groote aanvulling plaats van het corps de bezoldiging is hooger dian die van andere categoriën. Er zijn door spr. hoogere eischen aan hun ontwikkeling ge steld door de verplichting omtrent het po- litie-diploma. Thans wordt behoorlijke licha melijke oefening vereisdht. Wat georganiseerd overleg 'betreft, dit wordt in een dergelijk (geval met geen en kel gemeente-beambte gepleegd. Spr. is per soonlijk voor het oorps verantwoordelijk en wenscht dan ook te bepalen aan welke eischen zijne agenten zullen hebben te vol doen. De heer Baak: Dat gaat te ver! Spr. had aanvankelijk gemeend voor de voordracht te zullen stemmen. Nu zegt zegt de Voorzit ter niet te willen onderhandelen. Voor de matrozen is het (boksen niet noodig zegt de Voorzitter. Voor wie dan wel. De burgerij heeft het tooh zeker niet noodig; die is mee gaand1 genoeg. Vroeger ware 'het wat anders. Spr. zal thans tegenstemmen. Den Voorzitter spijt het dat de heer Baak aldus spreekt. Spr. heeft alleen be streden hetgeen de heer Tielrooy opmerkte. Spr. 'bedoeling is alleen den agenten zelx- vertrouwen te geven. Het hoofd der gemeen te is verantwoordelijk voor de oude. Wij be spreken toch met de arbeiders der gasfa briek ook niet de toestanden der fabriek. De heer Zandervan verkeerde in de meening dat de organisaties der agenten alsnog gehoord' zouden worden. Het kan niet in het belang van het ooms zijn als men werkt met menschen die niets voelen voor hetgeen men van hen eischt Wij wenschen de organisatie hieromtrent te hooren, dan komt men tot 'een goede oplossing. De V o o r z it t e r kan ten1 opziohte van do politie geen uitzondert nu maken waar bij geen enkele categorie dit overleg wordt too- gopast. Dan stemme mem het voorstel maar af. De heer S t a a 1 m a n: U ziet verkeerd in dien u denkt dat dit eene poging ia van den raad om aan uw bevoegdheden te tornen. Maar het 'betreft hier een sport die van den agent geëischt wordt. Van geen enkele be ambte dor gasfabriek wordt geëischt dat hij boksen kan. Men kan van hen eischen1 dat zij zioh netjes kleeden. Ook kan men de noo- dige bekwaamheden .van hen eischen. Aan die bevoegdheden wenschen wij volstrekt niet te tornen maar wat thans geëischt wordt grijpt dieper in. Daarom is het .beter dat met hen gesproken1 wordt. De Voorzitter: Indien mij blijkt dat de politie niet gediend is van dit onderwijs schei ik er mee uit. Zij moet er zelve voor voelen en spr. wil wel do toezegging geven dan het onderwijs te staken. Spr. meende evenwel met deze voordracht juist in den geest van het oorps te handelen. De heer Kuiper: Welk bezwaar kan er ziin eerst eens met de menschen te praten. Het is toch beter vóór dien tijd overleg te plegen dan later de zaak stop te zetten. De Voorzitter: Ik was een van de eer ste burgemeesters die een Scheidsgerecht instelde; ook heb ik georganiseerd overleg toegezegd. Men heeft dus daaromtrent niet te Magen. Den beer Boogaard' antwoordt spr. dat bereids maatregelen worden getroffen voor cursussen in eerste hulp aan drenke lingen. De heer Bok verklaart te zullen tegen stemmen uitsluitend om de kosten. De heer Zondervan zou gaarne zien dat de Voorzitter spr. voorstel overnam. Want daardoor alleen kan het voorstel wor den gered. Anders valt het. De Voorzitter is bereid agenten welke een bepaalden leeftijd hebben bereikt van de oefening vrij te stellen. Voor spr. prestige gaat het niet aan nu weder met dit voorstel bij het oorps terug te komen. zaak van het georpandseesrd overleg, en me dezeggenschap in een bepaald 'bedrijf. In 1919 hebben we een' ernstig debat gehad 'hier over en over georganiseerd overleg voor zoo ver dat de arbeidsvoorwaarden betreft. Met geen enkel woord is toen een lans gebro ken om deo arbeiders ook nog recht van medezeggenschap voor bepaalde bedrijven te geven. Men moet de kwestie principieel be handelen en niet bij dit eene voorstel met dezen edsch komen. Dat is onzuiver, want daardoor zouden menschen die principieel er voor zouden zijn tegenstemmen en omge keerd. Laat men dhs enkel stemmen over dit vooïstel en dan een afzonderlUk voorstel indienen over de medezeggenschap. De heer Borkert: Het gaat hier niet over een principieel debat over medezeggen schap. Maar hier worden nieuwe lasten opge legd aan een corps ambtenaren en wij vra gen nu of hieromtrent die menschen zelve niet geraadpleegd kunnen worden nu wij we ten dat zij met weerzin er aan deelnemen zullen. De vraag ls ook voor den goeden geest onder het oorps gewettigd. De Voorzitter sluit zich bij de woorden van den heer de Zwart aan. In stemming cebracht wordt het voorstel vervolgens verworpen met 18 tegen 7 stem men. Vóór de heeren Verstegen, Adriaanse, van Os, Boogaard, Grunwald, Poll en de Zwart Voorstel tot toekenning van een jaariijkscfh subsidie aan de Vereeniging van Reclassee- rinesinstellingen', ten behoeve van den door die vereenigina ondernomen arbeid. (Held. Ort 18 J«sl) Aangenomen. Voorstel tol wijziging van den titel „Ge meente-Bouwmeester" in „Directeur van Ge meentewerken", tot aanstelling van een Ad junct-Directeur van Gemeentewerken en be treffende de bezoldiging van deze functiona rissen. (Held. Ort B Febr.) De heer Bok wenscht als lid van de min derheid Van de Camim. v. d. Pubi. Werken zijn standpunt in dezen uiteen te zetten. Het spijt spr., dat deze zaak niet bij de begrooting is behandeld. Volgens spr. meening moet de Raad de gelden der gemeente zoo zuinig mogelijk voteeren en het ambtenaarscorps zoo klein mogelijk houden. Daarom was spr. blijde, dat in de laatste zitting van den Raad het voorstel voor een adjunct-verificateur afgestemd werd. Dat is een eerste stap in de goede richting. Het zou er al heel slecht met ons voorstaan, als wij de ƒ400.000.moes ten missen uit de O.W.-helasting. Spr. acht de voorgestelde uitgave niet strikt noodza kelijk en zal dus tegenstemmen. De gemeente-bouwmeester is een zeer be kwaam man, door iedereen geacht om zijn nauwgezetheid. Spr. kan wel zeggen, dat hij de meest plichtgetrouwe ambtenaar is in de geheele gemeente. Het groote bezwaar is thans, dat hij wat hoog in jaren wordt. Nu heeft bij een adjunct aangevraagd. Spr. meent evenwel, dat het niet aangaat hier een nieuwe betrekking te oreëeren, die ons zoo veel geld zal kosten. Bij al zijn goede hoeda nigheden heeft onze bouwmeester een ver keerde opvatting, n.1. deze, dat hij het be langrijkste werk liefst geheel zelf doet en dat is naar spr. meening verkeerd. Hij moet wat meer aan zijn ambtenaren overlaten; hij krijgt het daardoor zelf gemakkelijker en bovendien werkt dit voor hen ambitieuser. Zij zuilen zich dan beter in den werkkring van den Bouwmeester kunnen inwerken en tevens wordt het doel beredikt van deze voor dracht. De lange lijst van werkzaamheden, door den Bouwmeester opgesteld, die nog ver richt moeten worden, moet ons niet met al te veel zorg vervulen, daar dit naar spr. meening meer lijkt dan het is. Op die manier kan ieder onizer wel een lange lijst samen stellen waar men van schrikt. De burgemees ter zou er van schrikken, indien wij eens gingen voorrekenen, dat hij in een jaar 6000 maal zijne handteekening of paraaf moet zet ten, 1000 gespreikken met den secretaris moet voeren, 2000 met anderen en 82 raads vergaderingen ledden moet, benevens 100 vergaderingen van B. en W., waar ongeveer 7000 stukken behandeld moeten worden, enz. enz. Waar dit ales over 800 dagen verdeeld wordt, lijkt het meer dan het inderdaad is. En zoo zal het ook met de werkzaamheden van den Bouwmeester zijn, Spr. advisoert daarom: laat de zaak blijven zooals zij thans is en benoean geen adjunct-bouwmeester. Bovendien zou een advies van de in te stel len Bozulnigingsoomimiasie hier op zijn plaats zijn. Mocht de meerderheid van don Raad niet met ddt voorstal meegaan, dan wil spr. nog wijzen op een ander deel van dit voorstel, waarin gezegd wordt, dat de meerderheid van de Commissie thans medogaat om voor de nieuwe functie een olviel of bouwk. inge nieur aan te stellen. Spr. is van dit voorstel als lid der Oom missie niets bekend. Spr. betwijfelt ook of het voor den heer Kasteljju wei wenschelijk is iemand met dergelijke opleiding onder zich te heibben, doch wat bij spr. zwaarder weegt is, dat hiermede de kans op promotie aan den eerstaanwezend opzichter ontnomen wordt, wat naar de meening van spr. zeer onbillijk is. De 'bedoelde ambtenaar is zeer bekwaam en uitstekend berekend voor zijn taak en met den plaatselijken toestand goed op de hoogte. De kaïnson moeten bij eventueeie oproeping ook voor dezen amb tenaar openstaan. De heer Schoeifelenherger be toogt, dat het voorstel indirect van hem af komstig is en in de Commissie voor de Be drijven werd besproken. De lijst van werk zaamheden is en blijft uitgebreid, want er gaat wel wat af, maar steeds kamt er bij. Spr. heeft uit zuinigheid en oOk uit praktisch oogpunt dit voorstel aldus gedaan. Als er één hoofdambtenaar is die bekwaam is en eerlijk voor zijn werk is het wel de heer Kastelijn. Als wij straks een oiv. of bouwk. ir. tot adjunct benoemen moet die ook practische ervaring bezitten; die eisch dienien wij te stellen. En met een zoodanig ambtenaar zijn wij meer verantwoord. Daar om bepleit sur. de aanname van het voor stel. De heer Bot protesteert tegen de woor den van den heer Sohoeffelenberger. De ge heele commissie was het volstrekt niet eens. Het was trouwens oOk geen voorstel van den heer Sch. 'het lag ter tafel en wij hadden het eenvoudig maar te slikken. Alleen we gens de afwezigheid van den heer Bok werd het uitgesteld. De heer Boy blok zegt d'at het voorstel inderdaad is uitgegaan van den gem. bouw meester. Wij zijn meegegaan met het voor stel om een adj.-bouwm. toe te voegen. In de tweede vergadering van de Commissie was spr. niet aanwezig. Als de heer Kasteliin veel voelt voor het plan van een ingenieur kan spr. medegaan hiermee. Maar het perso neel wijst er op dat de heer Kastelijn nim mer met een woord' over het vele werk sprak en dijt is voor spr. een bezwaar. Spr. zou daarom willen voorstellen: neem het voor stel terug en confereer eerst eens met het personeel. Dit meent d'at uun perspectief ten opzichte van promotie thans vermindert. De heer Staalman: Door dit voorstel wordt een ambtenaar 'benoemd, het salaris van den heer Kasteliin wordt verhoogd en zijne ambtenaren warden gedupeerd. Dat ziet men over 't hoofd. Zij kunnen mee sol- lioiteenen zal men zeggen. Jawel maar nie mand hunner heeft het» diploma voor inge nieur in zijn zak. We kunnen er ons niet afmaken door te zeggen dat we hen gele genheid geven zullen tot solliciteeren want daar is het salaris niet naar geregeld, Is voor onze 'gemeente vraagt spr., die zoo be scheiden is en voor grootere werken toch telkens een ambtenaar, architect e.d. van buiten haalt wel noodig een ingenieur aan te stellen. Is het niet beter het ra-poort van de Oodmn. voor de Bezuiniging eens af te wach ten. We hebben nu die f 80000 gevoteerd; laat ons trachten die op ee<n of andere wUze weer terug te krijgen. Die uitgaaf van f 80000 was voor ambtenaren die we al reeds hadden; thans schennen we een nieuwe be trekking en dit is een luxe uitgaaf. Want niet omdat de heer Kastelijn zooveel presteert wordt dit salaris voorgesteld, maar alleen omdat men iemand onder hem plaateen wil, die meer moet hebben. Men kan alles niet in het openbaar bespreken, anders zou het de vraag zijn of er geen voorstel zou ko men voor minder. De heer De Zwart: De heer Staalman merkt terecht op, dat het debat tot nog toe onpersoonlijk bleef. Het College had geen oogeniblik het voornemen een ambtenaar te dupeeren. Maar zoomin als alle commiezen ter secretarie zich moeten voorstellen, dat ze ooit secretaris zullen worden, zoo min kan het personeel van den gem.-bouwmeester verlangen, dat het adjunct wordt. De kwestie waarom het voor ons gaat is, welke edsch men dn de toekomst aan een hoofdambtenaar wil stellen. Ook wat de heer Heijblok wil: overleg ple gen, gaat niet aan. Men krijgt dan een chao tische verwarring van meeningen. De heer Bok acht de uitgave niet strikt noodzakelijk. Daaromtrent zal wel altijd ver schil van inzicht 'blijven bestaan. B. en W. achten eene uitgave dan strikt noodzakelijk als zij er een ambtenaar door verkrijgen, waarop zij 'kunnen bouwen en wiens advie zen de gemeente gelde besparen. Nog op andere punten beantwoordt spr. de gemaakte opmerkingen. De heer Van der Veer zegt, dat men eerst Iemand de leidBels in handen moet ge ven, alvorens imen weet of hij sturen kan. De heer VanOs blijft bij zijn voorstel om te wachten totdat de heer Kastelijn weg is. Met een beetje overleg ia het werk nog wel te regelen. Na nog e enige gedadhtenwisseldnig toomt het voorstel in stemming. Tegen stemmen de heeren Baak, Staalman, Bok, Van der Voer, Van Os, Tielrooij, Van Loo, Bot, Poll en Mevr. Van der Hulst. Ook hierbij staken do stemmen, zoodat in de volgende vergade ring overgestemd zal worden. Voorstel tot uitbreiding van het korps onderwijzers met vooriooplg 8 vaste reserve- onderwijzers. (Held. Ort. 8 Febr.) Aangenomen. Voorstel om aan de Afd. Helder van de Hollandsahe Maatschappij van Landbouw, ten behoeve van een tuinbonwwlntercuraus te Helder, een tuinbouwwintercursus voor volwassenen, eveneens te Helder, en een lamdbouwwintemirsus te Koegras, een sub sidie te verleenen van 350.—. (Held. Ort. 8 Febr.). Aangenomen. Voorstel tot toekenning van een gratifi catie over 1921 aan H. J. van Woudenberg. Belastingkohieren. Electriciteitsbedrijf. Erfpacht grond. Schoolbouw. Politieverordening. Gemeente-Ziekenhuis. De heer Adriaanse antwoordt, dat in derdaad deze aangelegenheid in het College besproken is. Er is ongetwijfeld iets waars in hetgeen de heer Van Os zegt: Benige na dere aanvulling ware wellicht niet overbodig. De heer Verstegen adviseert den Raad deze voordracht aan te nemen. Zij heeft we gens de voorgenomen hervormingsplannen van het Ziekenhuis een tijdelijk karakter en de chirurg, die zich beschikbaar heeft ge steld, staat reeds op het standpunt van den heer Vam Os. Maar met een bepaald bedrag is zoo'n regeling niet te iimiteeren. Men kam dit veilig aan het inzicht van den chirurg overlaten; hij helpt ieder, die het niet beta len kan. Fondspatiënten met hooge inkomens zullen wel tot de uitzonderingen hooren. Als dit voorstel wordt aangenomen, vait daaron der het grootste deel der bevolking. En de ndet-leden van fondsen worden naar het in zicht van dr. Tamge behandeld. l) Deze luidt als volgt: „De chirurg ver leent zonder daarvoor aan de patiënten iets te berekenen op de algemeene zaal van het Gemeente-Ziekenhuis te Helder chirurgische en oogheelkundige hulp aan: ab. pa tiënten, die krachtens hun lidmaatschap van een der algemeene ziekenfondsen werkzaam te Helder, recht hebben op vrije geneeskun dige hulp. Toekenning presentiegelden. Lichamelijke oefening Politiekorps. De heer De Zwart is van meening dat bij vele leden van' den Raad misverstand heerscht ten opziohte van de principieele Toekenning subsidie. Gemeentewerken. Tegen hot veranderen van den titel heeft spr. geen bezwaar. Mocht de Raad oordeelen, dat door de naamsverandering het salaris moet worden gewijiziigd, dan kan daar later op terug worden gekomen. Oonciudeerende stelt spr. voor niet in te gaan op het voorstel. De heer VanOs kan voor een groot deel dit betoog onderschrijven. Spr. begrijpt niet, dat de heer Kastelijn zelf een adjunct vraagt, die In capaciteiten boven hem staat en in salaris onder hem. Dat moet tot conflicten leiden, waarbij de heer Kastelijn wijken moet. Tenminste als bedoelde ingenieur wat haar op zijn tanden heeft. Laten we dus doen wat de heer Bok wil en door opschuiving in de vacature voorzien. Dan kan de heer Kasteliin wat meer aan zijn adjunct overlaten. En als hij wellicht over een jaar of wat weggaat is het altijd nog tijd genoeg een andere rege ling te maken. Tevens ware dan de vraag te o.erw gen of het niet tijd is een splitsing te mak n door een afzonderlijken dienst vo- r Bouw- en Woningtoezicht. Onderwijzerspersoneel Toekenning subsidie. Gratificatie. Aangenomen. De rest der agenda wordt met het oog op het gevorderde uur verdaagd. Rondvraag. De heer Schoeffelènberger vraagt naar eene verordening op de staangelden voor de markt op het Koningsplein. Vol gende raad. Voorts vraagt genoemde heer naar leegstaande huizen, die door een truc van den eigenaar onbewoond blijven en vraagt maatregelen. De heer De Zwart zegt dat die genomen worden in verband met het wetsontwerp tot onttrekking van weningen aan hunne bestemming. Daarna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 6