Er is nog niet beslist, wanneer de motie in
steming zal worden gébracht.
De „New York Times" verneemt uit
Washington, dat in Knox' vredeer evolutie
waarschijnlijk de verklaring zal worden op
genomen, dat zoo de vrede van Europa we
derom mocht worden bedreigd, de Veree-
nigde Staten een dergelijken toestand zullen
beschouwen als een bedreiging van hun ei
gen vrede en de ander mogendheden zullen
raadplegen, teneinde vast te stellen oi mid
delen kunnen worden gevonden om aan een
dusdanigen toestand een einde te maken.
Gemeenteraad van Helder,
Vergadering van Dinsdag 5 April.
Afwezig met kennisgeving de heeren
Grunwald en Baak.
1. Notulen.
Notulen van 15 Februari, 8 en 29 Maart
1921 worden zonder op- of aanmerkingen
vastgesteld.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
a. Berichten van aanneming der benoe
ming van J. Gottmer, F. W. A. Habermann en
N. J. Vinken tot leden van het Burgerlijk
Armbestuur.
b. Goedkeuring van Ged. Staten op:
het Raadsbesluit van 24 Februari j.1., inzake
aankoop van bouwterrein en uitgifte daarvan
in erfpacht,
de 4e en 5e suppl. Begrooting, dienst 1920,
het Schoolgeldkohier no. 1, dienst 1920.
c. Beschikking van Ged. Staten op de
bezwaarschriften van N. W. Korver, O. Sta
dig, P. A. van Rees, F. E. Jochim van Noot
dorp en M. Ouwehand tegen hun aanslag in
de PI. Dir. Belasting naar het Inkomen,
dienst 1919.
d. Proces-verbaal van verificatie van boe
ken en kas van den Gemeente-Ontvanger, op
25 Februari 1921.
De stukken a. tot en met d. worden voor
kennisgeving aangenomen.
Kennisgeving van den heer J. J. Schoeffe
lenberger, dat hij bedankt als lid der Com
missie tot herziening der Belastingverorde
ningen.
3. Bouwvoorschot.
Voorstel tot toekenning van een bouwvoor-
'sohot en bijdragén aan de Woningbouwver
eniging „Verbetering zij ons streven", ten
behoeve van woningbouw (werd 30 Maart
1921 aangehouden).
(No. 74 en 87 der Bijlage).
Hierop is ingekomen een amendement-
Van Breda, strekkende om het voorstel van
B. en W., onder b. genoemd, n.1.: „de aanbe
steding onder verplichting voor den aanne
mer om de benoodigde deurkozijnen en der
gelijk zoogenaamd fabriekswerk, in deze ge
meente te doen vervaardigen," te doen ver
vallen.
De heer VanBreda, door den Voorzitter
daartoe uitgenoodigd,' licht dit amendement
kortelijks toe. In de Bijlage zelf wordt ge
zegd, dat de Commissie voor de Bedrijven
genoegen nam met dit soort aanbesteding,
spr. meent, dat zij echter alleen bij heer-
schende werkloosheid reden van bestaan
heeft. En daar er thans geen werkeloosheid
heerscht, zal het aannemen van de clausule
onder b. vrijwel zijn het paard achter den
wagen spannen en vertraging in de aanbe
steding geven. Er zal trouwens wel geen aan
nemer te vinden zijn, die op deze voorwaarde
wenscht in te schrijven. Ook zal het de ge
meente financieele offers kosten als deze
voorwaarde wordt gehandhaafd.
De heer Scheeffelenberger kan
veel van hetgeen de heer Van Breda aan
voert onderschrijven. De clausule onder b.
acht spr. overbodig, omdat hier geen werke
loosheid heerscht. Het tegendeel is eerder
waar, dat er te kort aan arbeidskracht komt.
Spr. is het evenwel niet met den heer Van
Breda eens, waar deze zegt, dat geen aanne
mer de clausule zou willen aanvaarden. In
tegendeel, zij komt juist veelvuldig in aan
bestedingen voor. Spr. zou èn de clausule b.
van B. en W. èn het amendement-Van Breda
willen zien ingetrokken.
De heer De Zwart betoogt, dat er hier
misverstand heerscht bij-den heer Van Bre-
olausule wel steunen, hoewel hij haar bij voor
baat een mislukking acht.
De heer De Zwart: Wtf hebben met
deze clausule juist getracht de zaak tot eene
oplossing te brengen. De heer Van Breua
zeide: de aannemers zullen bij werkeloosheid
wel werkeloozen in dienst nemen. I)at zullen
ze juist niet, en van hun standpunt hebben
ze daar groot gelijk in ook, omdat het voor
hen gaat op welke meest economische wijze
zij kunnen werken. Bij vroegere gelegenhe
den zeide de aannemer: ik kan die menschen
niet aannemen, ik betrek mijn deuren etc.
van de fabriek. Bij de tweede aanbesteding
van Volkshuisvesting konden we niet tot een
vergelijk komen, omdat het eenmaal anders
was gedaan en het niet mogelijk was den
boel weer uit elkander te halen. Nu is dat
anders. Nu kan het College aan den Raad
cijfers voorleggen. De bouw gaat bij partijen,
en het is zeer goed mogelijk, dat het laatste
deel van deze aanbesteding een volgenden
winter wordt uitgevoerd. Dan kan er wel
werkeloosheid heerschen en zou de clausule
er niet in staan. Spr. zet nader de bedoeling
ervan uiteen. In de praktijk zal de aannemer
bij aanbesteding onder a. wat meer rekenen
en men kan dan zien wat het meer kost bij b.
't Gaat er alleen om. dat B. en W. zoo noodig
hieromtrent voorstellen aan den Raad kun
nen doen.
De heer Adriaanse: De clausule is
ontstaan uit vroegere aanbestedingen. Toen
was de bouw te ver om er nog verandering
in aan te brengen. Maar spr. vraagt den heer
Van Os of deze inderdaad meent, dat met
deze clausule invloed zal worden uitgeoefend
op den prijs der aanbesteding.
De heer V a n O s zal trachten duidelijk te
maken, dat hetgeen B. en W. willen, een
ramp zou zijn voor den woningbouw. Bij een
massaproductie van 50 of 60 woningen wordt
geen handenarbeid verricht, maar alles ma
chinaal evrvaardigd. Stel nu,dat men 50 of 60
werkeloozen aan het werk zet, wat zou er dan
van den bouw terechtkomen? Die zou immers
vertraagd worden. Misschien zouden diege
nen, die de deuren enz. maakten, de anderen
wel van hun werk afhalen omdat zij anders
niet op tijd gereed zouden komen. Bij wer
keloosheid zou men inderdaad op deze wijze
in den put komen,
De heer Staalman acht het een loffelijk
streven van het College om de werkeloosheid-
te willen bestrijden. De werkeloozenkassen,
die maar credieten verleenen zonder dat er
arbeid voor geleverd wordt, zijn in discrediet
geraakt. Is het plan van B. en W. uitvoerbaar
waarom dan ook niet andere groepen, schil
ders, etc. in de bestekken opgenomen? Spr.
acht evenwel de clausule alleen voor fabrieks
werkplaatsen van eenig nut. Wat is er tegen,
dat de Bond van Timmerlieden het initiatief
neemt voor de aanbesteding en een aanbod
aan de gemeente doet?
De Voorzitter: Een sprong in het
duister 1
De heer Staalman: Deze clausule is
een sprong in het duister! En de opmerking
van den heer Van Os als zouden eventueel de
arbeiders, die de deuren etc. zouden moeten
vervaardigen, anderen van hun werk afhalen
is volkomen juist. Spr., die het eens is met
den heer Van Os, vraagt of niet een andere
weg kan worden gevonden,
De heer De Zwart merkt op, dat de hee
ren niet hebben kunnen aantoonen, dat aan
besteding onder a. duurder zou komen. Wel
is gesproken over de clausule (b., maar dat a.
duurder zou worden heeft men niet kunnen
waar maken. Deze clausule staat al in vele
contracten. Op de overige opmerkingen zal
spr. niet ingaan; indien de heer Van Os. of
een der andere heeren kan waarmaken, dat
inderdaad door b. de aanbesteding duurder
wordt, zullen B. en W. nader overleg plegen
hieromtrent.
De heer V a n O s betoogt, dat de aannemer
thans tweeledig moet inschrijven. Tengevolge
van de clausule b. hebben B. en W. het recht
in zijn werk in te grijpen en natuurlijk heeft
dit invloed op de aanbesteding. Spr. betwist
niet, dat in verschillende contracten deze
clausule zou opgenomen zijn, maar steeds is
zij gebleken een fiasco te zijn. In Wormerveer
bijvoorbeeld zitten ze er mee aan den grond
Juist zij, die er buiten staan, willen hier de
practijk op zij zetten.
De heer DeZwart zegt, dat het niet gaat
doening, dat B. en W. er in geslaagd zijn te
voldoen aan den wensch van den Raad.'Er
heerschte inderdaad onrust onder het publiek
en die kan door een dergelijk onderzoek
worden.weggenomen. Er is bij de vorige ge
legenheid gezegd, dat zoo'n onderzoek veel
geld zou kosten. Thans blijkt, dat wij voor
da. Toen hier ter stede werkloosheid heersch-1 om het verschil in prijs tusschen a. en b.; dit luttele bedrag een volledig rapport kun-
te, was juist de aanbesteding van Volkshuis-alleen om aanbesteding onder a. of tezamen nen krijgen, en wij moeten deze gelegenheid
6. Begrooting Armenraad.
Voorstel inzake de begrooting van den
Armenraad, dienst 1921.
(No. 80 der Bijlage).
Door de aanneming van het vorig punt, is
dit ook stilzwijgend goedgekeurd. De Voor
zitter zegt, dat het natuurlijk geenszins
de bedoeling was, dit als het ware bij ver
rassing te doen aannemen en biedt den heer
Staalman, die bij de begrooting dit punt ter
sprake gebracht heeft, excuses aan.
De heer Staalman antwoordt, dat hij
volstrekt niet van plan was zich tegen de aan
name van dit punt te verzetten. Het doet spr.
genoegen te zien, dat de Armenraad de les
leeft begrepen en thans beterschap heeft be
loofd. Spr. hoopt, dat dit lichaam, wiens taak
een zeer nuttige is, nog lang werkzaam zal
mogen wezen op de manier als in de "wet is
aangegeven.
Aangenomen.
7. Vragen van Raadslid Zondervan.
Beantwoording.vragen van den heer Zon
dervan, inzake toepassing van de artt. 23 en
24 der Gemeentewet.
(No. 78 der Bijlage).
8. Onbewoonbaarverklaring.
Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van
de woning Gasstraat 31 a.
(No. 81 der Bijlage).
Aangenomen.
9. Garantiestelling.
Garantiestelling ten behoeve van de Lie
dertafel Helders Mannenkoor.
(No. 82 der Bijlage).
Namens enkele medeleden van de rechter
zijde verklaart de heer Adriaanse, dat
zij hun stem aan deze voordracht zullen ont
houden, niet omdat zij hen onsympathiek is
of omdat zij minder waardeering voor het'
plan van „Helders Mannenkoor" hebben,
maar alleen omdat deze feestelijkheden zullen
plaats hebben op Zondag, waartegen het
principieele standpunt van spr. en de andere
leden zich verzet.
De heer V a n O s zou op dien grond óók
willen tegenstemmen, indien dat mogelijk
ware. Maar spr. begrijpt, dat het hier arbei
ders betreft, die op andere dagen van de
week onmogelijk zouden kunnen deelnemen,
en zal daarom vóór de voordracht stemmen.
De heer Bok vindt het bezwaarlijk, dat de
gemeente garant blijft voor dit bedrag. Liever
zou deze heer zien, dat wij een slag om- den
arm houden en trachten dit geld later weer
terug te krijgen.
De Voorzitter licht toe, dat het geld
enkel voorgeschoten wordt, omdat het dade
lijk moet worden betaald. Van tekort is voor-
loopig nog geen sprake; dat is een kwestie
van later. Maar de Vereeniging beschikt niet
over voldoende kasgeld, dat is hier de kwestie.
De heer Bot verklaart namens de chr.-
dem. fractie tegen te zullen stemmen op de
bekende principieele gronden.
De heer Tielrooij staat principieel op
hetzelfde standpunt als de andere heeren van
rechts. Spr. vindt het evenwel niet juist zijn
persoonlijke meening te willen opdringen
aan anderen, die er niet zoo over denken, en
zal zich daarom met de voordracht vereeni-
gen.
Met 4 stemmen tegen aangenomen. De
stond, dat „met ingang van Maandag 4 April"
het kantoor voor de Cassa is geopend van
2 tot 3 uur. Voor de muntgasverbruikers, die
op dat uur hun penningen moeten halen,
geeft dat een groote stagnatie, en spr. hoopt
dan ook, dat de maatregel zoo spoedig moge
lijk ongedaan wordt gemaakt. Bovendien is
het een groot bezwaar, dat men maar 10 stuks
kan krijgen.
De heer De Zwart antwoordt, dat het
onjuist is, dat uitsluitend van 2 tot 3 uur
munten verkrijgbaar zijn. De kwestie is, dat
een aantal menschen zijn opgeroepen, die
nalatig waren in hun betaling van belasting.
Alleen deze eene dag en op dit uur zijn toen
munten verkocht. Overigens is aan den ge
meente-bouwmeester een andere regeling in
zake den toegang tot de cassa opgedragen.
Hierover wordt nog nader van gedachten
gewisseld. De heer Kuiper laakt het, dat
enm aan het loket maar 10 stuks kan krijgen,
terwijl winkeliers voor 30 of 40 gulden tege
lijk halen en die met woekerwinst verkoopen.
De heer Borkert zegt, dat de beschik
bare voorraad niet toelaat meerdere munten
te geven. Als er woekerwinsten gemaakt
worden, zal de Oommissie natuurlijk dienen
in te grijpen.
De agenda is hiermee afgehandeld, en de
Raad gaat hierna in comité ter behandeling
o. a. van reclames.
Rectificatie.
In ons vorig raadsverslag komt een ''on
juistheid voor, die aanleiding kan geven tot
verkeerde opvattingen. Bij de debatten over
het al of niet in beroep gaan van de niet-
goedkeuring der begrooting, zeide de heer
Grunwald in tweede instantie, door den heer
Borkert te zijn vastgehouden aan diens oude
plunje. IA ons raadsverslag wordt dit als
volgt weergegeven:
De heer Grunwald is door den heer
Borkert aan diens oude plunje vastgehouden.
Het is nog hetzelfde pakje van 20 jaar
terug....
De heer Borkert: 't Is erg verschoten,
meneer Grunwald!
De heer Grunwald: Het laat - me overi
gens koud.
De heer Grunwald bedoelde te zeggen: de
opinie van den heer Borkert laat me koud.
Dit is in het verslag weggevallen.
\Jit de opname van bedoeld verslag in
dit nummer blijkt, dat de Raad later op zijn
besluit teruggekomen is. (Red. H. Ct.).
vesting," waarin deze clausule niet stond. We i onder a. en b. En wat hiervan het verschil is,
zaten hier toen met een aantal werkeloozen. S heeft de heer Van Os niet duidelijk gemaakt.
Als men onder de clausule a. aanbesteedt kan i Ingrijpen in eenig bouwwerk geschiedt niet,
men met b. niet meer aankomen, en men j maar de clausule is noodig om te voorkomen,
krijgt als gemeentebestuur nimmer voldoen- dat er onberekenbare gevolgen zullen komen,
de gegevens. Het is daarom noodig in alle Het zal in spr. hoofd niet op komen bij een
volgende werken van gemeentewege de clau
sule b. op te nemen, opdat den Raad steeds
gegevens inzake werkeloosheid etc. ten dien
ste staan. Nu er geen werkeloosheid heerscht,
is het vanzelf buitengesloten, dat het Ooilege
bij den Raad komt om deuren en ramen apart
te laten vervaardigen, waardoor de bouw
duurder zou worden. Het is alleen een for
mule die noodig is, opdat de Raad controle
over de voor werkeloosheid uitgetrokken gel
den verkrijge.
Den heer Van Breda doet het genoegen,
dat ook de heer Schoeffelenberger aan spr.
zijde staat. Echter is spr. amendement noodig
om de clausule er uit te krijgen. Spr. verde
digt nader zijn voorstel op reeds genoemde
gronden en handhaaft het.
De heer Van Os: De uitbesteding van
woningen is massa-productie. Wie dit uit
voert moet ook alles kunnen uitvoeren. Het
is dan ook noodig, dat de uitvoerder reeds
bij voorbaat beschikken kan over de noodige
deuren, kozijnen, ramen, etc., anders zou dit
den bouw vertragen. Wil men dit toch hand
haven, men neme er dan de deuren uit, dat
maakt niet zooveel uit.
De heer Boogaard begrijpt niet, dat er
zoo tegen die olausule geageerd wordt. De
heer De Zwart heeft toch al gezegd, dat het
alleen te doen is om gegevens voor de ge
meente te verkrijgen en een overzicht te
krijgen van de meerdere kosten.
De heer H e ij b 1 o k heelt destijds met den
heer Schoeffelenberger. in eene oommissie
de "werkloosheid besproken. Nu er thans geen
werkeloosheid is, is de kans voor de gemeen
te gunstig om te zien wat het verschil in prijs
is als een timmerman dit maakt dan wel een
fabriek.
De heer Schoeffelenberger acht
bij bestaande werkeloosheid de clausule noo
dig. Op het oogenblik is zij een paskwil;
doordat geen werkeloosheid heerscht, be
draagt het verschil thans duizenden tusschen
a. en b. Spr. wil echter de handhaving dezer
bouw van 50 of 60 woningen een voorstel
aan den Raad in te dienen de kozijnen etc.
door timmerlieden te laten maken...
De heer V a n O s: U hebt er de macht toe.
De heer De Zwart: Die macht berust
bij den Raad, want die moet dan een derge
lijk vodrstel goedkeuren. Ik weet overigens
drommels goed, dat met een dergelijk voorstel
de volkshuisvesting zou worden tegengehou
den. Maar daar gaat het niet om. Bij de laat
ste aanbesteding heerschte er werkeloosheid,
en niettemin bleven nog een aantal werklie
den op straat. Den heer Staalman antwoordt
spr., dat schilders e. d. groepen niet zijn op
genomen, omdat daarbij collectieve contracten
bestaan, en schilderswerk etc. bovendien
geen machinaal werk is, dat elders en gros
wordt verricht.
De V o o r z i 11 e r stelt voor de discussies
te sluiten.
Het amendement-Van Breda om bedoelde
clausule uit de contracten weg te laten wordt
aangenomen met 10 tegen 9 stemmen. Tegen
de heeren Adriaanse, Kuiper, De Zwart, Ver
stegen, Schoeffelenberger, Zondervan, Heij-
blok, Borkert en Boogaard.
4. Burgeravondschool.
Voorstel tot voorloopige vaststelling der
pensioengrondslagen van leeraren aan de
Burgeravondschool (werd 30 Maart 1921 aan
gehouden).
(No. 69 der Bijlage).
Aangenomen.
5. Gemeentebegrootlng.
Voorstel inzake de gemeente-begrooting,
dienst 1921.
(No. 79 der Bijlage).
De heer VanBreda meent, dat de beste
oplossing inderdaad is het advies van B. en
W. te accepteren.
Conform besloten.
Gemeenteraad van Helder.
BESLOTEN ZITTING INZAKE HET
SPUIKANAAL.
Naar aanleiding van een in de raadsverga
dering van 30 Maart jJ. ingekomen schrijven
heeft de Raad besloten de notulen der be
sloten zitting, waarin de uitvoering van het
Spuikanaal is besloten, te publiceeren.
Voorzitter de heer W. Houwing, burge
meester.
Mede zijn tegenwoordig de raadsleden:
r, - ït j tt Mevr. G. van der HulstHeeroma en de
heeren Adriaanse, Staalman, Van der Veer j heeren A.G. A. Verstegen, D. C. A. de Zwart,
en Bot stemmen tegen. c. Adriaanse, J. van der Veer, J. J. Schoef-
felenberger, D. H. Grunwald, E. J. Bok, B.
Punt 10. Voorstel inzake vaststelling j 2Jondervan, R. N. van Os, L. van Loo, R. Boo-
eener verordening tot regeling van de voor- j d w. Poll j. H. Tielrooij, J. Borkert, C.
lichting by beroepskeuze en tot het verlee- fkybtok en S. Kuiper,
nen van een subsidie ad 1000 wordt van de &.wtapto de heer J. Kamman,
agenda afgevoerd, omdat deze voordracht i 0
nog niet gereed is. i Bij de opening der vergadering zegt de
•Voorzitter, dat de raadsleden Staalman,
11. Gemeentebedrijven. Heijblok, Van der Hulst—Heeroma, Van
ij Breda, Grunwald, Schoeffelenberger, Van der
Voorstel inzake economisch beheer der Veer> Bok) Van '0s> Bot ei; Poll |preker heb-
Gemeente-Bedryven. ben uitgenoodigd den Raad spoedig bijeen
g te roepen, teneinde in een besloten zitting te
De heer VanBreda constateert met vol- beraadslagen over de wijze, waarop het Spui-
t, -- ~i a kanaal wordt uitgevoerd.
Spreker zegt, dat de uitvoerder van ge
noemd werk, de heer S. Krijnen, op uitnoo-
diging van B. en W., ten raadhuize is ver
schenen, ten einde desverlangd inlichtingen
te verstrekken, en vraagt of de Raad wenscht,
dat de heer Krijnen direct in de vergadering
zal worden toegelaten. De -Raad beslist toe
stemmend, waarop de heer Krijnen in de ver
gadering verschijnt.
De Voorzitter geeft daarna het woord
aan den heer Staalman, als eerste ondertee
kenaar van bovengenoemde uitnoodiging.
De heer Staalman zegt, er eigenlijk niet
op te hebben gerekend ter zake eerst het
woord te voeren. Toch zal hij dat gaarne
doen, omdat het in het gemeentebelang is,
dat deze aangelegenheid hier eens in ver
trouwen besproken wordt. Er is, gaat spr.
voort, ongerustheid in de gemeente omtrent
de kanaalwerken. We kennen de geruchten,
en ofschoon spr. weet, dat „men" zooveel
zegt, hijzelf is ook niet gerust, mede omdat
de Raad geen kosténopgave ontving en even
min een overzicht van wat de uitvoering nog
zal kosten. Als raadslid moet men zooiets
eigenlijk weten en ook dient men zich een
oordeel te kunnen vormen over de kritiek,
die van buitenaf gevoerd wordt. Door onder
linge bespreking met den heer Krijnen zal
er, hoopt spr., meer licht in de zaak komen.
Blijkt dan, dat de heer Krijnen dé uitvoering
doet, zooals het behoort, welnu, dan kunnen
we hem onze tevredenheid betuigen; komt de
Raad echter tot de conclusie, dat genoemde
heer verkeerd handelt, laten we hem dan te
kennen geven, dat hij moet heengaan.
De heer Schoeffelenberger wil al
aanstonds zeggen, dat hij in de beoordeeling
van den heer Krijnen heel wat verschilt met
den heer Staalman. Iipmers, deze geeft zoo
tusschen de regels doör te kennen, dat ge
noemde uitvoerder als zoodanig nog zoo mis
niet is, en spr. wil hier ronduit zeggen, dat
de heer Krijnen als uitvoerder heelemaal niet'
deugt, 't Is alles faliekant, wat die meneer
doet! Spr. zou, al was het alleen maar om zijn
naam, op zoo'n wijze niet werken willen
In Februari 1920 is, zoo gaat de heer Sch.
voort, in de commissie voor P. W. al de
w ensch te kennen gegeven, dat de werkzaam
heden zooveel mogelijk zouden worden uit
gevoerd by aanbesteding, doch de heer Kr
stoort zich nergens aan en doet zooals hij
verKi6St.
Spr. mijdt zooveel mogelijk den weg langs
het Spuikanaal, doch als hij toch eens een
enkele maal de uitvoering ziet, dan blijkt
'ii ?ens' ar 8fild vermorst
met beide handen aangrijpen.
De heer H e ij b 1 o k was destijds tegen
een onderzoek op grond van de kosten. Thans
is spr. er voor.
De heer Staalman brengt een woord
van dank aan het College voor de voortva
rendheid, waarmede dit aldus verkregen is.
Aangenomen zonder stemming.
De Voorzitter deelt thans mede, dat
voor de leden ter visie zijn gelegd de notulen
van het verhandelde in den geheimen raad,
waarin de kanaalkwestie is behandeld. De
bedoeling was deze notulen aan de pers te
verstrekken ter publiceering. Spr. vraagt of
de Raad hierover nog in comité wil verga
deren.
De heer Zondervan meent, dat deze
kwestie voldoende besproken is. De raads
leden hebben de gelegenheid gehad hun be
zwaren te berde te brengen, en spr. acht het
zuiverder in het openbaar te besluiten de
notulen aan de pers te verstrekken.
De Voorzitter bedoelde enkel het ver
slag in geheimen raad te laten goedkeuren.
De heer VanOs heeft niet de gelegenheid
gehad het door te lezen. De meeste leden
trouwens niet. En spr. vraagt daarom uitstel
van comité-vergadering.
Rondvraag.
De heer Bok zou gaarne zien, dat thans
reeds een aanvang gemaakt werd met de
plaatsing van banken. Den vorigen keer was
spr. wat laat met zijn verzoek, zoodat de zo
mer bijna voortij was; vandaar thans bijtijds
dit verzoek.
De heer Boogaard bespreekt de ver
strekking van muntpenningen voor het gas.
Aan de Centrale Boekhouding zijn ze in be
perkte mate verkrijgbaar.
De Voorzitter zegt een onderzoek toe.
Op verschillende plaatsen in de stad zijn deze
penningen verkrijgbaar gesteld.
Wethouder De Zwart antwoordt, dat de
C. B. 70000 stuks besteld heeft. Deze zijn
evenwel nog niet ontvangen,
De heer Zondervan bespreekt de in
de Held. Crt. geplaatste advertentie. Daarin
sluis moet komen en we hebben al wel
300.000 moeten uitgeven, terwijl de oor
spronkelijke raming was 100.000. Waar
moet dat heen? En dan, zegt spr., verknoeit
de heer Kr. ook veel door ondeskundige
menschen te laten werken, b.v. thans laat hij
basalt zetten door gewone arbeiders, terwijl
het vakwerk is.
Spr. is geen vijand van den heer Kr. en
van antagonisme zooals de Heldersche
krant zegt is dus geen sprake, maar is
het niet te betreuren, dat de voor kort ge
maakte taluds reeds nu zoodanig verzakt
zijn, dat ze noodig hersteld moeten worden?
Er moest een krammat onder gelegd zijn
of andere dergelijke fundeering. Dat niet te
doen is een grove nalatigheid.
Spr. wenscht, dat thans den heer Krijnen
gevraagd wordt wat er nog moet worden uit
gevoerd. Verder hoopt spr., dat, als de heer
Kr. daarop geen antwoord zal hebben gege-
ven, de Raad hem opdracht geeft bestek te
maken en publiek aan te besteden.
De heer VanOs zegt, dat de ongerust
heid, waarover de heer Staalman sprak, niet
pas is ontstaan, doch zij inderdaad al meer
dan 2 jaar bestaat, want het is al zóó lang ge.
«leden, dat de heeren Staalman en Schoeffe-
lenberger over de uitvoering van het Spui-
kanaal een adres aan Ged. Staten zonden
Spr. verschilt met den heer Schoeffelenber
ger nogal van standpunt, want hij meent, dat
niet de heer Krijnen, doch de vorige Raad
hier de schuldige is. Het was van dat College
een onvoorzichtige daad om in zoo'n tijd,
zonder dat er een goed overzicht omtrent de
uitvoeringskosten en de gevolgen was, op.
dracht tot uitvoering te geven.
Al zegt spr. ook wel eens, dat dit of dat
beter had gekund, hij wil toegeven, dat de
heer Krijnen voor dit werk beter de capaci
teiten heeft dan hijzelf en, zoo meent hij, ook
beter dan de heer Schoeffelenberger. Doch
een fout van den heer Krijnen is, dat hij heel
vaak de'zaak te licht aanziet, b.v. ook ten op
zichte van de deskundigheid en betrouw
baarheid van het personeel. Voorts heeft de
heer Krijnen geregeld een cordon van werk
lieden om zich heen, die in alles hem ter
wille zijn. De Raad echter maakte de groote
fout aan den heer Krijnen onbeperkte macht
te geven, maar dat is natuurlijk geen blaam,
die dien heer treft.
Spr. zou wel eens willen weten, of de heer
Krijnen tevoren alles wel goed overzien heeft
wat de uitvoering betreft. Hij gelooft van
niet, en noemt als bewijs verschillende naar
zijn meening, onpraetisch uitgevoerde wer-
cen, zoo b.v. de wijze, waarop de damwand
werd aangebracht. Spr. wil, wanneer nu af
doende blijkt, dat er fouten gemaakt zyn,
niet, zooals de heer Staalman te kennen gaf,
dat we den heer Kr. zeggen: ga heen; neen,
zijn oordeel is, dat Kr. het werk moet vol
tooien, voorzoover mogelijk bij wijze van
aanbesteding, b.v. het maken van de sluis.
Natuurlijk gaat het niet aan het werk, dat nu
onderhanden is, nog aan te besteden.
De heer Grunwald zegt, dat het hem
in de eerste plaats te doen is om den finan-
cieelen kant der zaak. We moeten weten wat
er verwerkt is en wal het werk nu nog kos
ten zal.
De heer H e ij b 1 o k wil gaarne alle moge
lijke inlichtingen.
De Voorzitter zegt, dat in 1916 io
uitvoeringskosten in totaal zijn begroot op
345.000, waarvan 88.000 alleen voor het
kanaal. Toen is, met 4 stemmen tegen, door
den Raad tot uitvoering besloten en later
met algemeene stemmen om den heer Krynen
de uitvoering in eigen beheer op te dragen.
Omdat op 30 November 1918 de van het Rijk
ontvangen concessie zou zijn verloopen, is
in het najaar 1918 langzamerhand met het
werk aangevangen. Na het sluiten van den
wapenstilstand, toen verwacht kon worden,
dat er door de demobilisatie van het leger er
groote werkloosheid zou komen, is op voor
dracht van B. en W. door den Raad besloten
het werk in eigen beheer uit te voeren en
den heer Krijnen opgedragen terstond met
kracht het werk voort te zetten voor werk
verruiming en onderwijl een definitieve be
grooting te maken in verband met de veran
derde omstandigheden. Later is van- den heer
Krijnen voor het kanaal alleen eene koster-
begrooting van pl. m. ƒ110.000 ontvangen.
Momenteel is voor alles en alles een bedrag
van 313.000 verwerkt.
De heer K r }j n e n, thans op 's Voorzitters
verzoek het woord nemende, zegt, dat het
hem genoegen doet eens een en ander to
mogen toelichten. Eerstens dan de opmer
king van den heeftSchoeffelenberger om
trent de bespreking in de Commissie voor
P. W. omtrent uitvoering bij aanbesteding.
Spr. heeft die wijze van uitvoering toegezegd
omtrent de sluis in de Liniegracht en de be
strating, alsook omtrent een gedeelte riolee-
ring en het grootere heiwerk. Dat nu ge*
beurt ook aldus, doch de overige werken zijn
nu eenmaal in eigen beheer in uitvoering en
waar het eene deel verband houdt met het
andere, is daar zeer moeilijk wijziging in te
brengen.
Toen spr. indertijd de opdracht tot uitvoe
ring kreeg, is er wel over gesproken om het
bij aanbesteding te doen, doch het Gemeente
bestuur wenschte, ook ter wille van werk
verruiming voor gemeentenaren, uitvoering
in eigen beheer. Spr. zou liever aanbesteen
hebben; dat was voor hem althans heel wat
gemakkelijker geweest.
Dat de kosten hooger worden, danaaB'
vankelijk werd begroot, is licht te begrijp^.1
waar alleen al de arbeidersbonen driema™
zoo hoog zijn dan toen de opdracht tot tut"
voering gegeven werd.
Dan de door den heer SchoeffelenbeiF
uitgeoefende kritiek op het bazaltz#_
Deze is toch minstens genomen zeer v0
barig, waar met dat wérk nog niet eeö»
begonnen. Wat echter de aanmerkingen s
dien heer op de taluds betreft, ja, deze 'I
gegrond. Spr. heeft zich te dien opzichte
de stroomsterkte vergist, en dat kost in*18
daad pl. m. 640.—. Vafl
Wat de aanmerkingen van den heer J
Os aangaat, zegt de heer K r ij n e n, dat w
neer hij den damwand had geslagen
die heer dat blijkbaar wenschte, e£,-aar
f 15000 mee gemoeid zou zijn geweest, w
de geslagen damwand nu nog weer w
gebruikt, zijn we thans nog heel wat g
koopier uit. En dan de bekwaamheid van
personeel. Spr. heeft de verzekering
er genoeg vakkundige menschen by^
bij
wordt. Nu zegt men, dat er nog een schut- beslist aan den meest aannemelijke11
Trouwens hij zelf is hoofduitvoerder en z
dat alles goed marcheert.
Verder deelt de heer Krijnen urn
bestelling van materiaal mede, dat ijJ
eenigszins belangrijke bestellingen
tevoren prijsopgave aan verschillende
ranciers vraagt. Hij gunt dan de
Besloten zitting van den Raad der ge
meente Helder, op Donderdag 17 Maart 1921,
des avonds om 8 uur.