iELDERSCHE COURANT Tweede Blad. VAN DONDERDAG 14 APRIL 1921. De Oudercommissie#. PLAATSELIJK NIEUWS. De heer J. H. Wijlter, adj.-commies ter gemeente-secretarie alhier, is benoemd: tot secretaris van Rynsaterwoude. Onderzeebooten O 6 en O 8. Naar wij vernemen, zullen de onderzee booten „O. 6" en „O. 8" in het begin van Mei een oefentocht van eenigen duur maken in de Noordzee en het Emgelsche Kanaal. Ver moedelijk zal van 610 Mei verbleven wor den te Le Havre. De ,fi). 6" zal vanuit Vlis- aingen, de „O. 8" van hieruit den tocht aan vangen. De Oudercommissie van School 8 (oude Helder) telt 7 leden en is samengesteld uit de volgende dames en heeren: lo. Mevr. Heijblok, Dijkstraat 18; 2o. Stuart, P. Heinstraat 45; 3o. den heer B. Heringa, Langestraat 74a; 4o. F. J. Kerstiens, Langestr. 12a; 5o. L. van Loo, Middenstr. 45; 6o. H. J. Nel, Langestr. 54bov.; 7o. a O. Ottervanger, Artillerie- Btraat 24a. School 4 (Parallelweg): De heeren: H. W. van Urk; J. Kater; M. de Jong; J. D. Kalt; J. F. Heiman en de dames: Mej. v. Ballegooien en Mej. de Gooijer. Adres Tweede Kamer. Door de afdeeling Helder van heit Natio naal Verhond van Gemeente-Ambtenaren is onderstaand adres verzonden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te 's^Gravenhage. Geeft met verschuldigden eerbied te ken nen, de Afdeeling Helder van het Nationaal Verbond van Gemeente-Ambtenaren in Ne derland, dat zij kennis genomen heeft van het bij Uw College ingezonden verzoekschrift van het Comité van Neutraal Overheidspersoneel, betreffende herziening der Pensioenwet, ■dat de inhoud van bedoeld verzoekschrift hare volle instemming kan wegdragen. Reden waarom zij Uw College beleefd ver zoekt de opneming daarvan in de Pensioen wet te willen bevorderen. „Esona". Tengevolge van het wisselen der booten, bestaat er a.s. Zondag gelegenheid voor de reis per boot naar Amsterdam en voor een uitstapje naar Alkmaar en omstreken. Daar de tarieven in verhouding tot de spoorprij- zen zeer laag zijn, zullen zeker verscheldenen van deze gunstige gelegenheid willen profi- teeren. Afloop der veiling van hulzen en erven, gehouden op Woensdag 13 April 1921, ten overstaan van Notaris Baas 1. Het winkelhuis en erf aan de le Vroon straat No. 28, kad. Sectie E, No. 2321, groot 1 are 3 centiare; kooper H. Wijker q.q voor f 1.400.— 2. Het huis en erf aan de le Vroonstraat No. 30, kad. Sectie E, No. 2320, groot 1 are 3 centiaren kooper P Thomas q.q voor f 1 380. 3. Een blok van 4 huizen en erven aan de Walvischstraat Nos. 3, 5, 7 en 9, kad. Sectie D, Nos. 831, 832, 833 en 834, samen groot 2 aren 17 centiaren; kooper J. Vonk q.q., voor f 1.305. 4. Het huis en erf aan de Achterstraat No. 27, kad. Sectie D, No. 2094, groot 78 centiaren; kooper P. Verberne q,q., voor f 296. 6. Het huis en erf aan de Wachtstraat Nos. 21 en 23, kad. Sectie D, No 3560, groot 1 are 27 centiarenkooper P. Bontes q.q., voor f 964. 9. Het huis en erf aan de Van Galenstraat No. 9, kad. Sectie E, No. 2662, groot 84 centi aren kooper J. Smit q.q., voor f 2.425. Rectificatie. In het stukje van den heer Storm van Za terdag j.1. is, behalve enkele taal-drukfouten, een storende drukfout ingeslopen. Er staat: De bioscoop, zooals zij nu gedreven wordt is geen nafuizr-verschijnsel; dit moet zijn: De bioscoop, zooals zij nu gedreven wordt, is geen cuZtuur-verschijnsel, maar een ver schijnsel van decadentie, dat is geestelijk verval. BINNENLAND. Een adres van het C. A. M. B. O. Het Comité tot behartiging van de alge- meene belangen van het marine-personeel be neden den rang van officier (O. A. M. B. O) heeft zich tot de Tweede Kamer gewend met een verzoekschrift, waarin leedwezen wordt uitgesproken over het feit, dat in het door den heer Ketelaar ingediende voorstel vaïl wet tot het verstrekken uit de staatskas van een vergoeding voor gestorte bijdragen aan het weduwen- en weezenfonds aan gepen- sionneerden en op wachtgeld gestelden niet worden genoemd de gepensionneerde mili tairen van land- en zeemacht, die, evenmin als de burgerlijke ambtenaren, een vergoe ding voor de te storten bijdragen ontvangen. Verzocht wordt het bedoelde voorstel van wet zoodanig aan te vullen, dat daaronder ook de gepensionneerde militairen komen te vallen. Beambten Marinewerf. Vragen van den heer Ter Hall aan den Minister van Marine a. i.: lo. Is het juist, dat de rechtspositie en salarisregeling voor de beambten van 's Rijks Marinewerf, welke Jan. 1920 zou moeten zijn ingegaan, nog steeds niet ingevoerd is? 2o. Is het juist, dat deze zaak van de eene naar de andere commissie verwezen wordt en dat dit de oorzaak is van het op de lange baan schuiven der invoering? 3o. Zoo ja, wil de Minister dan de noodige maatregelen treffen, opdat de invoering der bedoelde rechtspositie en salarisregeling thans zoo spoedig mogelijk haar beslag krijg©? De Nederlandsche transportarbeiders en het Engelsche mijnwerkersconflict Door het Bestuur van den Centralen Bond van Transportarbeiders is ernstig overwogen welke houding zou moeten wor den aangenomen door de Nederlandsche ha venarbeiders en zeelieden in geval in En geland de havenarbeiders tot staking zou den overgaan. In dergelijk geval zou, over eenkomstig de gewoonte der laatste jaren, ook van Nederlandsche zijde steun aan de Engelsche arbeiders dienen te worden gebo den en dientengevolge de havenarbeiders en zeelieden van ons land worden opgeroepen hun medewerking te weigeren aan elk ver voer van goederen naar havens van het Ver- eenigde Koninkrijk. Hollandsche visschers op den Engelsche kust Munro, de minister voor Schotland, heeft in antwoord op verschillende vragen in het Lagerhuis betreffende de schade, die vreem de treilers in de Firth (golf) van Moray toe gebracht zouden hebben, gezegd: Een aan tal vreemde treilers, meerendeels Nederland sche, hebben onlangs in de golf van Moray gevischt. Ik vermeen, dat zij geen inbreuk hebben gemaakt op de driemijls grens, maar de netten van plaatselijke visschers hebben averij gekregen. In die gevallen waarin er bewijzen zijn voor de indentiteit van den treiler die de schade heeft aangericht, zal de kwestie van een gerechtelijke procedure teneinde vergoeding te krijgen, overwogen worden, maar zulk een procedure kan alleen ondernomen worden in het land van den overtreder. Ik acht den tegenwoordigen toe stand hoogst onbevredigend en doe stappen, om na te gaan hoe hij verholpen kan worden. Munro voegde er bij, dat de kwestie van de driemijlsgrens daarbij betrokken zou worden. De hoefijzeroorrespondent van het H.bl. teekent hierbij aan: Hier hebben wij nu een geval, waaraan Hollandsche Kamerleden en Hollandsche Regeeringen een voorbeeld kunnen nemen. Het zeldzame feit doet zich voor, dat een Hollandsche treiler de vleet van een Brit be schadigt (dat het opzettelijk zou zijn ge schied, staat er niet bij). Onmiddellijk een vraag in het Parlement. En de Regeering in actie. Maar wat hoort men bij ons ooit van de tallooze gevallen, waarin de vleet van een Hollandschen visscher, soms in 't zicht van de Nederlandsche kust, opzettelijk en boos aardig door een Brit werd kapot gevaren? Tallooze gevallen. Men moet daarover onze visschers eens hooren en men zal dan be grijpen waarom zoo velen van ben in 't begin van den oorlog anti-Engelsch waren. Doch men verneemt nooit iets van eenige actie dier Nederlandsche Regeering tegen zulk stelselmatig wangedrag der Britten. "Wint, indien er onzerzijds ooit ai iets meer tegen wordt gedaan dan, misschien, protes teeren, de Kamers trekken zich deze zaken niet aan. Die hebben, vooral de Tweede, an dere dingen aan haar HoogEdelGestrenge hoofden. Doch in Engeland springt dadelijk een lid op, als eraan de visschers wordt geraakt. En de regeering handelt. Gedeeltelijke herziening Leerplichtwet. De heeren Bakker, Weitkamp, Schokking, Van Veen en Snoeck Herakemans hebben een amendement Ingediend om in art. 13 der Leerplichtwet (betreffende het landbouw- verlof van ten hoogste twee weken) in te voegen, na die woorden ,ytwee weken": „en voor zoover het zevende leerjaar betreft jaarlijks voor ten hoogste vier weken." De Burgemeester van Rotterdam. Een bericht, hetwelk gisteren door het „Dagblad van Rotterdam" gelanceerd was, dat mr. Zimmerman zou zijn teruggekomen op zijn ontslagaanvrage, is, naar de „Maas bode" uit de beste bron wordt medegedeeld, absoluut onwaar. Wel is, zooals reeds bekend was, sterke drang uitgeoefend van regee- ringszijde om mr. Zimmerman te bewegen zijn ontslagaanvrage terug te nemen. Mr. Zimmerman heeft echter gemeend aan dit verzoek geen gevolg te moeten geven. In verband met het benoemen van een nieuwen functionaris is bet niet uitgesloten, dat mr. Zimmerman ook nog na dien datum van zijn ontslag (1 Mei) het burgemeester schap tijdelijk zal blijven waarnemen. DE VEENBRANDEN IN DRENTE. Te Weerdingerveen zijn Dinsdag uit Kam pen vijftig militairen (kader) en twee offi cieren aangekomen. Verder is daar de politie macht met twaalf rijksveldwachters versterkt. Maandag zijn opnieuw vijftig dagwerk turf hf Emmer Erfscheidenveen verbrand. De vijf in Weerdingerveen aangehouden werklieden, die verdacht werden van brand stichting, zijn, nadat zij twee dagen in be waring waren gehouden, wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten. De „PrOv. Dr. en Asser Crt." schrijft: Nu de toestand in de venen beter is te overzien, vervalt alle twijfel of er kwaadwil ligheid in het spel is. De burgemeester van Emmen, de heer G. Kootstra, bevestigt ons ■zeer nadrukkelijk, dat de turfhoopen in een halve maan om de gemeenten Exloo, Odoorn en Emmen zijn aangestoken en wel voorna melijk Zaterdagmiddag tusscben 2 en 4 uur. Ongeveer tegelijkertijd begon het te branden te Barger-Oompascuum, Emmer-Erfscheiden- veen, Roswinkelerveen, Nieuw-Weerdinge, Siepelveen, Noordveen en Valthermond. De burgemeester van Emmen schatte de aan de turf toegebrachte schade tot nu toe op een 300.000, welke turf echter grootendeels was Verzekerd, evenals de verbrande huizen. Wat de kwaadwilligheid bij den brand aan gaat, de burgemeester van Emmen deelde nog mee, dat bij verschillende turfhoopen lucifers, kaarsen en in petroleum gedrenkte doeken gevonden werden. De politie, die de laatste weken in het veen surveilleerde, heeft tal van aanwijzingen van brandstichting aange troffen. De laatste nachten vóór Zaterdag werden verdachte personen bij de turfhoopen gezien en er werd geschoten. Men was er zeker van, dat de communisten een vast. plan voor de brandstichting hadden. Geruchten loopen ook, dat enkele verveners niet on schuldig zijn. Eenigen tijd geleden werd reeds een vervener wegens brandstichting gear resteerd. Men zegt, dat eenige verveners met het oog op de zeer snel dalende turf prijzen en gemis aan afnemers, de assurantiepennin gen hebben willen veroveren. Assuradeurs, die in de venen kwamen om den toestand op te nemen, moeten het voornemen geuit heb ben, de zaak voor de rechtbank te brengen. Herhaaldelijk is gezien, dat het branden begon boven den wind. Woensdagmiddag werd uit Emmen ge meld: Door heit opsteken van den wind, die te vens geheel van richting veranderde, is de veenbrand in het Weerdingerveen opnieuw aan het woeden. De weg tussohen Nieuw Weerdinge en' Weerdinge is weer bezet met vluchtelingen, die hun have opnieuw in veiligheid trachten te brengen,. Woensdagmiddag is in de versbhillemde venen te Berger-Compascuum, Emmer-Erf- scheidenveen, Roswinkel en Nieuw-Weer dinge opnieuw brand uitgebroken. Een vergadering uiteengejaagd. Aan „Het Volk" wordt uit Emmen gemeld: Dinsdagavond had helt revolutionnaix ko- mitee in Klazienaveen een vergadering be legd, die matig bezet was. Er was veel politie aanwezig. Brommert zou spreken. Een groote groep veenarbeiders, men zegt van den ka tholieken bond, kwam de zaal binnen en be gon het Wilhelmus en dergelijke liederen te zingen. Er ontstond daardoor rumoer, waar na de vergadering door de politie werd ge sloten en de bezoekers uiteengejaagd. Dinsdagnacht heeft het veen weer op en kele plaatsen gebrand. Verveners aanvaarden arbitrage. Uit Nieuw-Amsterdam wordt aan hetzelfde blad geseind: De algemeene vergadering van de verve- nersvereeniging Bargeroosterveen en om streken besloot Maandag arbitrage te aan vaarden, indien de arbeiders met een loon genoegen willen nemen, dat 80 pet. bedraagt van het loon, in 1920 betaald. Tal van woningen verwoest. Uit Emmen werd Woensdagavond aan de „Tel." gemeld: De brand woekert nog steeds voort. In het Weerdingerveen (Nieuwweerdinigen) is een ware nood ontstaan. De huizen zijn tot over een lengte van 3 K.M. ontruimd. Tal van woningen in Weerdingerveen, Siepelveen, Roswinkelveen en Noordveen zijn reeds in vlammen opgegaan. Zoo juist begint het te regenen. Houdt de regen aan, dan is het grootste gevaar geweken. Het straatje van Vermeer. Als een stilleven van Jan Davidszoon de Heem is „gegaan" voor tien duizend acht honderd gulden; een tweede stilleven voor dertien duizend drie honderd; Nature Morte van Abraham Hendricksz van Beyeren voor een-en-twintig mille en een sprookjesstille, gouddoorweven Ruysdael voor een kwart ton gouds, vaart even een huivering door de veilingzaal van Frederik Muller, waar veel wonderlijks zich al heeft afgespeeld, maar waar nu toch een historisch moment te ge beuren staat. Een rilling van verwachting, van nerveuse belangstelling gaat door de honderden, onder wie bankdirecteuren: kopstukken der Am- sterdamsche financieels wereld, industriee- len, voormannen uit den groothandel, rech terlijke ambtenaren, wier maatschappelijke positie hun veroorlooft, ook bij tijd en wijle als kunstbeschermer te fungeeren, de hoofd directeur van het Rijksmuseum, bestuurde- ren van het Koninklijk Oudheidkundig Ge nootschap, antiquairs en kunstkoopers bij tientallen, belangstellenden, journalisten. Ook de eigenaaar van het eeuwen-oude .schilde rijtje, dat zooveel emotie wekt, nu het uit de groensaai gecapitonneerde kist wordt getild en geplaatst op den ezel, vlak vóór het plat form. „Een millioen!" zet de afslager in, „un million!" Geen antwoord. „Neuf cent mille florins!" Stilte in de onrustig-verbeidende zaal. „Huit cent mille florins!" De klare stem van den jongeman op het podium wordt drin gender. Als ook op de uitnoodiging om „Het Straatje van Vermeer" voor zeven ton te koopen geen der aanwezigen reageert, zet de afslager een half millioen in en gaat bij op bod verder. Honderden paren oogen zijn gericht op bet rustig, blanke schilderijtje, dat in zijn ont róerenden eenvoud als te wachten staatop wie het in gelukkig eigendom zal krijgen. Reeds is het cijfer tot 'boven de zesmaal honderdduizend gulden gestegen. 'Zesmaal honderd vijftig duizend. Nu vordert de stij ging al langzamer en langzamer.totdat na zesmaal honderdtachtig geen der aanwe zigen meer reageert, noch door een hoofd knik, noch door het opsteken van den wijs vinger, noch door een nadrukkelijk: „Ja!" Dan valt de hamer. En met dien korten haimertik *is „Het Straatje van Vermeer" overgegaan uit de collectie Six in eigendom van? „Kooper is Frederik Muller", deelt de heer Mensing mede. Dat is èl. „Wie de bezitter zal worden?" vragen wij, geïnteresseerd als iedereen zal zijn. „Blijft het schilderij in Nederland?" „Kan ik niet zeggen. Dat is 't geheim van den smid", is het bescheid. Hoe lang moet dit geheim blijven? („Hbl."). De omgeslagen reddingsboot van Schiermonnikoog. Omtrent de 'beide slachtoffers van de om geslagen reddingsboot uit Schiermonnikoog meldt het „N. v. h. N." de volgende bijzon derheden: Bruins Dubhlinga was vroeger postschip- per en als zoodanig in wijden kring bekend. Hij was 59 jaar en heeft twee volwassen zoons en een weduwe nagelaten. Visser was vroeger kapitein op 'het motorbootje dat ja ren tusschen Groningen en Schiermonnikoog voer. Hij was weduwnaar en laat een zoontje achter. Beiden waren geheel onbemiddeld. Toen de reddingsboot door de branding was omgeslagen, waren, zoo hebben de go- redden meegedeeld, alle inzittenden natuur lijk te water geraakt. Ieder trachtte zwem mende de boot weer te bereiken wat aan elf hunner gelukte, waaronder ook de kapi tein Dubhlinga, die zelf nog een dei an deren, een oiid-gezagvoerder, die vrijwillig meegegaan was, op de boqt geholpen had en hem nog aangeraden had zich goed vast te houden. Zelf had Dubhlinga, die als „een oude waterrot" bekend stond, zich niet toe verzekerd, zoodat hij door een overslaande golf werd weggeslagen en wel 2b meter van de boot afraakte. Zwemmende poogde hij de boot weer te bereiken, wat hem echter niet is mogen gelukken. Men heeft hem niet om hulp hooren schreeuwen. Visscher, de eenige van de bemanning der boot, die de omgeslagen boot niet had kunnen bereiken, heeft men nog wel ander half uur hooren schreeuwen om hulp. Maar de mannen, die op de omgeslaen boot zaten, waren zelf hulpeloos en konöen niet helpen. Zij hebben hun beide makkers voor hunne oogen 'zien verdrinken. Het lijk van Dub- blinga hebben zij later nog zien drijven met het hoofd omlaag, dat van Visser hebben zij niet weer gezien. Vreeselijk werd hun toestand toen er een mist kwam opzetten. Van een riem, die langs de zijde der boot dreef hebben zij een mast maakt, waaraan een der mannen zijn olie- jas Uvestigde Dit is hun reding gew st, daar zij anders waarschijnlijk niet zouden zijn opgemerkt door den stoomtrawler „Delf zijl". Twee mannen waren reeds bewusteloos, zij waren door hun makkers met touwen aan de riem vastgebonden. Het lijk van schipper Dubhlinga is op Terschelling aangespoeld. GEMENGD NIEUWS. Wegbrengen van schepen. Verdacht van het z.g. wegbrengen van twee schepen zijn te Hilversum gearresteerd A. Smidt en F. baron Sloet tot Everlo, beiden aldaar woonachtig. Zij zijn ter beschikking van de justitie gesteld Overreden. Dinsdag is op het Weerpad (Voormalig Buiksloot) te Amsterdam een wielrijder, die zonder licht reed, dóór een auto overreden en gedood. Volgens een ingesteld 'Onderzoek zou den chauffeur géén schuld treffen. Diefstal van recepten. In een hotel te Essen zijn twee kooplieden uit Rechlinghausen, die ruim .200 geheime recepten van de bekende kleurstoffabriek Braun te Quedlinburg voor twintig millioen mark in het 'buitenland wilden verkoopen, ingerekend. De recepten waren afkomstig van iemand, die in de fabriek had gewerkt en ze had weten af te schrijven. Tegen de waterleiding. In de gemeente Wijde Wormer was veel verzet tegen het plan tot aansluiting aan de Provinciale waterleiding, met het oog op de aanlegkosten en op grond, dat er voldoende goed regenwater'zou zijn. Ook enkele raadsleden, o. w. een wethouder, waren er tegen, terwijl het bestuur van het waterschap „De Wijde Wormer" aan het Pro vinciaal Waterleidingbedrijf geen toestem ming wilde geven voor het leggen van de buizen door dijken en wegen van dien polder. De meerderheid van B. en W. stelde echter voor, om tot aansluiting aan het P. W. N. over te gaan, welk voorstel in de vorige raadsvergadering werd aangehouden. In de Maandag gehauden vergadering zou nu een beslissing genomen worden. De directeur van het P. W. N. had verzocht vóór 11 April de beslissing tot aansluiting te mogen vernemen, met het oog op den aan vang van het leggen der buizen. Tevens had de directeur bericht, dat on danks de weigering van het polderbestuur de buizen tóch door de dijken en wegen van het waterschap gelegd zullen worden, het geen wordt mogelijk gemaakt door de des betreffende belemmeringenwet en de Provin- 'ciale wet. Ook was nog ingekomen een lijst, waarop alleen vermeld: „Handteekeningen van in gezetenen te Wijde Wormer, welke tegen aansluiting aan het Provinciaal Waterlei dingbedrijf zijn".'Op deze lijst stonden 117 handteekeningen. De voorzitter, burgemeester Ter Cock, sprak er zijn groote bevreemding over uit, dat deze tegenstanders met geen enkel woord zeggen, waarom zij zoo tegen de waterleiding zijn. Overigens wees hij op het groote nut van de waterleiding en pleitte hij krachtig voor aansluiting in het belang vooral van de volks gezondheid. Ook een paar raadsleden bleken voor de waterleiding te zijn, doch anderen tegen, op grond, dat de aanlegkosten voor de ingezetenen (meest boeren en tuinders) te hoog zijn en „omdat ze het nut er niet van inzien" en „dat zij leidingwater toch niet drinken," enz. Met 4 tegen 3 stammen werd tenslotte be sloten niet tot aansluiting over te gaan. Bij de tegenstemmers was ook een vee houder, die even vóór de stemming verklaar de, dat hij drie regenwaterbakken had, van welke er ,geen één goed" is. Aansprakelijkheid van ouders voor hunne minderjarige kindeken. In 1918 brandde te Ridderkerk een schuur met gereedschappen enz. af. Verzekering dekte de schade. De brand bleek te zijn aan gestoken door een jongen van 8 jaren. De verzekeringmaatschappij, die de schade ver goedde, eischte daarna van den vader van den jeugdigen dader, dat deze haar de be taalde schadevergoeding zou teruggeven, welke ongeveer 11.000 bedroeg. De vader ontkende, dat hij voor die schade zou. aan sprakelijk zijn en dat hij ook in de onmoge lijkheid had verkeerd die te verhoeden. Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft toen be slist, dat, indien de vader bewijst hetgeen door hem is gesteld, hij dan de schade niet zal behoeven te betalen. De voorstelling van de zaak, door den vader gegeven, kwam dan hierop neer: Hij zelf was voor de beroeps bezigheden van huis. Zijn vrouw was zijn zieke moeder gaan bezoeken. De zorg voor zijn beide kinderen van 7 en 8 jaar was over gelaten aan een volwassen zuster en een dienstbode. De kinderen zijn toen, met toe stemming van die zuster en dienstbode, gaan spelen in een schuur van een buurman, welke schuur steeds open was. Toen heeft de jongen met een lucifer het daar aanwezige hooi aan gestoken, met het bovenvermelde gevolg. Het Hof was van oordeel, dat, indien de hierbedoelde jongen een normale jongen was, dus niet iemand, die bijzonder toezicht ver- eischte, de vadeT dan in dit geval kon geacht worden in de onmogelijkheid te hebben ver keerd de daad van zijn zoon te voorkomen. Met deze „onmogelijkheid" wordt dus blijk baar bedoeld een relatieve onmogelijkheid en niet een absolute onmogelijkheid, want voor het laatste zou men toch kunnen eischen, dat ouders de kinderen direct onder hun toe zicht hielden en dat zij, dit toezicht aan an deren overlatend of het slechts slap uitoefe nend, dit deden voor eigen rekening en risico. Men heeft eT wel eens zóó over gedacht en voor de beslissing van deze quaestie is de bedoelde uitspraak zeker van belang. Of het opgelegde bewijs nu al dan niet wordt gele verd, doet natuurlijk voor de vraag, hoever de aansprakelijkheid van ouders voor de da den hunner kinderen gaat, minder ter zake. (,A- Crt"). Een geheimzinnige moord. In Juni 1.1. werd te New-York het lijk ge vonden van James Bowne Elwell, een ver mogend houder van een renstal en expert op het gebied van verschillende kaartspelen. De man was reeds op leeftijd, doch nog een Don Juan. Hij was in zijn woning vermoord, vermoe delijk in verband met een vrouwengeschie denis. In het huis van Elwell was n.1. dames ondergoed aangetroffen, dat men in de wo ning van een hejaard en eenigszins aftandsch vrijgezel bezwaarlijk zou hebben verwacht. De dame van wie deze kleediijgstukken wa ren is wel opgespoord, maar er schijnen geen termen jfce zijn om haar in de moordhistorie te betrekken. De misdaad blijft onopgehelderd en het zonderlinge geval doet zich daarbij voor, dat reeds tal van lieden zichzelf als dader hebben aangegeven, zonder dat zij hun zelfbeschul diging voldoende konden aannemelijk ma ken. Thans is de achtste man gedetineerd, die zich als moordenaar van Elwell heeft aangemeld. Het is zekere Roy Harris, die te Buffalo was in hechtenis gesteld, en wiens uitlevering door de 'Canadeesche justitie wordt gewenjscht wegens valschheid in ge schrifte. De Amerikaansche politie was aan vankelijk geneigd aan te nemen, dat Harris zich zelf van den moord had beschuldigd om aan de Amerikaansche justitie een motief te verschaffen, hem niet uit te leveren aan de Canadeesche autoriteiten; maar bij een lang durige en uiterst nauwgezette ondervraging door de politie bleek Harris zoo in alle onder- deelen van de moordzaak-ElwelI op de hoogte te wezen, dat de politie in haar ongeloof aan het wankelen is gebracht. Maar vast over tuigd van Harris' schuld is zij evenmin. En met recht. Volgens een later bericht heeft Harris aan de politie bekend 'gemaakt, dat zijn verhaal omtrent den gepleegden moord eenvoudig een verzinsel was geweest. Hij had rondgeloopen met het voornemen, zich van kant te maken, maar het had hem daartoe aan den noodigen durf ontbroken. Daarom bad hij gemeend, dat deze mystificatie voor hem een uitweg kon zijn. Indien de politie en justitie gemakkelijk hadden geloof gesla gen aan zijn verhaal, zou hij' zijn zin hebben •gekregen en zou men hem hebben geëlec- trocuteerd. Ongelukkig (of liever gelukkig) voor Harris vertrouwde de politie het moord- verhaal niet; er komt dus niets van dezen zelfmoord-lan'gs-een-omweg. Het jongmensch, dat getrouwd is, was le vensmoe, omdat hij het in zijn carrière tot dusver vrij leelijk had laten liggen, hetgeen o. m. had geleid tot verwijdering tusschen hem en zijn vrouw. Een aartsmlsdadlger. Te Kopenhagen is een proces begonnen tegen den geneesheer dr. Nordentoft, die volgens de dagvaarding beschuldigd wordt van 't opwekken van abortus, moord op zijn eerste vrouw, medeplichtigheid aan tal van moorden, poging tot afdreiging verduiste ring, valschheid in geschrifte en brandstich ting. Het dossier omvat 150 pagina's druk. Het geding wordt met'gesloten deuren behandeld. LUCHTVAART. Volgens „Extrabladet", hebben twee Deen- sche ingenieurs een vliegtuig ontworpen, waarbij de schroeven worden gedreven door gecomprimeerde lucht in plaats van benzine. Bijzonderheden zijn niet bekend, maar naar het blad berioht moet deze vinding reeds goede resultaten hebben opgeleverd. Vliegongeluk. Katerdag werd te Brussel op het terrein van de voetbalclub Öercle Sportif Brugeois een gedenkteeken ter eere van den gesneu velden speler Domien Baes onthuld. Tijden» de inleidende rede van minister Ruzette cir kelde een militair vlieger boven het terrein, die een krans op het monument liet vallen. 'Opeens zag men het toestel loodrecht naar beneden vallen. Een groote vlam' sloeg uit het benzine-reservoir, dat in brand was ge vlogen, en toen men te hulp snelde, vond men de vliegers, luitenant Elus en sergeant Oarbonelle, den eersten op de stuurbank le vend verbrand, de ander onder het toestel verpletterd. Een Morane Sanlnier-verkeersvliegtnlg. MoraneSaulnier, die nog steeds behoort tot de zeer weinige constructeurs, die in het geheel geen aandacht schenken aan den bouw van verkeersvliegtuigen, is eindelijk met een groot voor passagiers-vervoer bestemd toe stel voor den dag gekomen. Dit toestel, ont worpen door ingenieur Saulnier, is 'n een dekker van 27 meter vlucht en 116 M\ dra gend oppervlak, uitgerust met 3 Lorraine- Dietrich motoren van elk 370 pik. Eén der motoren zit voor in den romp; de beide an dere rechts en links daarvan in den voor kant van de dik geprofileerde geheel vrij dragende vleugels. Alle drie de motoren drijven een trekschroef. De bovenkant van het draagvlak ligt op één hoogte met den bovenkant van den ramp. Het landingsgestel heeft een zeer breede wielbasis; de wielen staan tot onder den bakboord- én stuurboord motor. De zeer ruime cabine biedt plaats voor 16 personen; de piloten en mecanicien zitten geheel voorin en kijken boven den romp uit. Wanneer bet toestel op den grond staat, ligt de lange romp opvallend laag boven den grond. Als bouwstof voor dit nieuwe type is metaal gekozen. Alleen voor de vleu gel- en rompbekleeding wordt doek aange wend. Of dit nieuwe toestel- in een behoefte zal voorzien, valt te betwijfelen. Totnogtoe is duidelijk gebleken, dat voor den huidigen stand van zaken toestellen van meer dan 1000 p.k. ingericht voor het vervoer van 16 personen, veel te groot en dus on-econocnisch zijn. Aan de huidige eischen voldoen het best vliegtuigen als de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij thans in gebruik heeft. 'Dit zijn machines ingericht voor het vervoer van 6 personen, bij een geringe en dus economi sche motorsterkte van 220 paardenkracht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 5