iELDERSCHE COURANT
Tweede Blad.
VAN DONDERDAG 14 APRIL 1921.
De Oudercommissie#.
PLAATSELIJK NIEUWS.
De heer J. H. Wijlter, adj.-commies ter
gemeente-secretarie alhier, is benoemd: tot
secretaris van Rynsaterwoude.
Onderzeebooten O 6 en O 8.
Naar wij vernemen, zullen de onderzee
booten „O. 6" en „O. 8" in het begin van Mei
een oefentocht van eenigen duur maken in
de Noordzee en het Emgelsche Kanaal. Ver
moedelijk zal van 610 Mei verbleven wor
den te Le Havre. De ,fi). 6" zal vanuit Vlis-
aingen, de „O. 8" van hieruit den tocht aan
vangen.
De Oudercommissie van School 8 (oude
Helder) telt 7 leden en is samengesteld uit
de volgende dames en heeren:
lo. Mevr. Heijblok, Dijkstraat 18;
2o. Stuart, P. Heinstraat 45;
3o. den heer B. Heringa, Langestraat 74a;
4o. F. J. Kerstiens, Langestr. 12a;
5o. L. van Loo, Middenstr. 45;
6o. H. J. Nel, Langestr. 54bov.;
7o. a O. Ottervanger, Artillerie-
Btraat 24a.
School 4 (Parallelweg):
De heeren: H. W. van Urk; J. Kater; M.
de Jong; J. D. Kalt; J. F. Heiman en de
dames: Mej. v. Ballegooien en Mej. de
Gooijer.
Adres Tweede Kamer.
Door de afdeeling Helder van heit Natio
naal Verhond van Gemeente-Ambtenaren is
onderstaand adres verzonden aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal te 's^Gravenhage.
Geeft met verschuldigden eerbied te ken
nen, de Afdeeling Helder van het Nationaal
Verbond van Gemeente-Ambtenaren in Ne
derland,
dat zij kennis genomen heeft van het bij
Uw College ingezonden verzoekschrift van
het Comité van Neutraal Overheidspersoneel,
betreffende herziening der Pensioenwet,
■dat de inhoud van bedoeld verzoekschrift
hare volle instemming kan wegdragen.
Reden waarom zij Uw College beleefd ver
zoekt de opneming daarvan in de Pensioen
wet te willen bevorderen.
„Esona".
Tengevolge van het wisselen der booten,
bestaat er a.s. Zondag gelegenheid voor de
reis per boot naar Amsterdam en voor een
uitstapje naar Alkmaar en omstreken. Daar
de tarieven in verhouding tot de spoorprij-
zen zeer laag zijn, zullen zeker verscheldenen
van deze gunstige gelegenheid willen profi-
teeren.
Afloop der veiling van hulzen en erven,
gehouden op Woensdag 13 April 1921, ten
overstaan van Notaris Baas
1. Het winkelhuis en erf aan de le Vroon
straat No. 28, kad. Sectie E, No. 2321, groot
1 are 3 centiare; kooper H. Wijker q.q
voor f 1.400.—
2. Het huis en erf aan de le Vroonstraat
No. 30, kad. Sectie E, No. 2320, groot 1 are
3 centiaren kooper P Thomas q.q voor f 1 380.
3. Een blok van 4 huizen en erven aan de
Walvischstraat Nos. 3, 5, 7 en 9, kad. Sectie D,
Nos. 831, 832, 833 en 834, samen groot 2 aren
17 centiaren; kooper J. Vonk q.q., voor f 1.305.
4. Het huis en erf aan de Achterstraat
No. 27, kad. Sectie D, No. 2094, groot 78
centiaren; kooper P. Verberne q,q., voor f 296.
6. Het huis en erf aan de Wachtstraat
Nos. 21 en 23, kad. Sectie D, No 3560, groot
1 are 27 centiarenkooper P. Bontes q.q.,
voor f 964.
9. Het huis en erf aan de Van Galenstraat
No. 9, kad. Sectie E, No. 2662, groot 84 centi
aren kooper J. Smit q.q., voor f 2.425.
Rectificatie.
In het stukje van den heer Storm van Za
terdag j.1. is, behalve enkele taal-drukfouten,
een storende drukfout ingeslopen. Er staat:
De bioscoop, zooals zij nu gedreven wordt
is geen nafuizr-verschijnsel; dit moet zijn:
De bioscoop, zooals zij nu gedreven wordt, is
geen cuZtuur-verschijnsel, maar een ver
schijnsel van decadentie, dat is geestelijk
verval.
BINNENLAND.
Een adres van het C. A. M. B. O.
Het Comité tot behartiging van de alge-
meene belangen van het marine-personeel be
neden den rang van officier (O. A. M. B. O)
heeft zich tot de Tweede Kamer gewend met
een verzoekschrift, waarin leedwezen wordt
uitgesproken over het feit, dat in het door
den heer Ketelaar ingediende voorstel vaïl
wet tot het verstrekken uit de staatskas van
een vergoeding voor gestorte bijdragen aan
het weduwen- en weezenfonds aan gepen-
sionneerden en op wachtgeld gestelden niet
worden genoemd de gepensionneerde mili
tairen van land- en zeemacht, die, evenmin
als de burgerlijke ambtenaren, een vergoe
ding voor de te storten bijdragen ontvangen.
Verzocht wordt het bedoelde voorstel van
wet zoodanig aan te vullen, dat daaronder ook
de gepensionneerde militairen komen te
vallen.
Beambten Marinewerf.
Vragen van den heer Ter Hall aan den
Minister van Marine a. i.:
lo. Is het juist, dat de rechtspositie en
salarisregeling voor de beambten van 's Rijks
Marinewerf, welke Jan. 1920 zou moeten zijn
ingegaan, nog steeds niet ingevoerd is?
2o. Is het juist, dat deze zaak van de eene
naar de andere commissie verwezen wordt en
dat dit de oorzaak is van het op de lange baan
schuiven der invoering?
3o. Zoo ja, wil de Minister dan de noodige
maatregelen treffen, opdat de invoering der
bedoelde rechtspositie en salarisregeling
thans zoo spoedig mogelijk haar beslag
krijg©?
De Nederlandsche transportarbeiders en het
Engelsche mijnwerkersconflict
Door het Bestuur van den Centralen
Bond van Transportarbeiders is ernstig
overwogen welke houding zou moeten wor
den aangenomen door de Nederlandsche ha
venarbeiders en zeelieden in geval in En
geland de havenarbeiders tot staking zou
den overgaan. In dergelijk geval zou, over
eenkomstig de gewoonte der laatste jaren,
ook van Nederlandsche zijde steun aan de
Engelsche arbeiders dienen te worden gebo
den en dientengevolge de havenarbeiders en
zeelieden van ons land worden opgeroepen
hun medewerking te weigeren aan elk ver
voer van goederen naar havens van het Ver-
eenigde Koninkrijk.
Hollandsche visschers op den Engelsche kust
Munro, de minister voor Schotland, heeft
in antwoord op verschillende vragen in het
Lagerhuis betreffende de schade, die vreem
de treilers in de Firth (golf) van Moray toe
gebracht zouden hebben, gezegd: Een aan
tal vreemde treilers, meerendeels Nederland
sche, hebben onlangs in de golf van Moray
gevischt. Ik vermeen, dat zij geen inbreuk
hebben gemaakt op de driemijls grens, maar
de netten van plaatselijke visschers hebben
averij gekregen. In die gevallen waarin er
bewijzen zijn voor de indentiteit van den
treiler die de schade heeft aangericht, zal
de kwestie van een gerechtelijke procedure
teneinde vergoeding te krijgen, overwogen
worden, maar zulk een procedure kan alleen
ondernomen worden in het land van den
overtreder. Ik acht den tegenwoordigen toe
stand hoogst onbevredigend en doe stappen,
om na te gaan hoe hij verholpen kan worden.
Munro voegde er bij, dat de kwestie van
de driemijlsgrens daarbij betrokken zou
worden.
De hoefijzeroorrespondent van het H.bl.
teekent hierbij aan:
Hier hebben wij nu een geval, waaraan
Hollandsche Kamerleden en Hollandsche
Regeeringen een voorbeeld kunnen nemen.
Het zeldzame feit doet zich voor, dat een
Hollandsche treiler de vleet van een Brit be
schadigt (dat het opzettelijk zou zijn ge
schied, staat er niet bij). Onmiddellijk een
vraag in het Parlement. En de Regeering
in actie.
Maar wat hoort men bij ons ooit van de
tallooze gevallen, waarin de vleet van een
Hollandschen visscher, soms in 't zicht van
de Nederlandsche kust, opzettelijk en boos
aardig door een Brit werd kapot gevaren?
Tallooze gevallen. Men moet daarover onze
visschers eens hooren en men zal dan be
grijpen waarom zoo velen van ben in 't begin
van den oorlog anti-Engelsch waren.
Doch men verneemt nooit iets van eenige
actie dier Nederlandsche Regeering tegen
zulk stelselmatig wangedrag der Britten.
"Wint, indien er onzerzijds ooit ai iets meer
tegen wordt gedaan dan, misschien, protes
teeren, de Kamers trekken zich deze zaken
niet aan. Die hebben, vooral de Tweede, an
dere dingen aan haar HoogEdelGestrenge
hoofden.
Doch in Engeland springt dadelijk een
lid op, als eraan de visschers wordt geraakt.
En de regeering handelt.
Gedeeltelijke herziening Leerplichtwet.
De heeren Bakker, Weitkamp, Schokking,
Van Veen en Snoeck Herakemans hebben een
amendement Ingediend om in art. 13 der
Leerplichtwet (betreffende het landbouw-
verlof van ten hoogste twee weken) in te
voegen, na die woorden ,ytwee weken": „en
voor zoover het zevende leerjaar betreft
jaarlijks voor ten hoogste vier weken."
De Burgemeester van Rotterdam.
Een bericht, hetwelk gisteren door het
„Dagblad van Rotterdam" gelanceerd was,
dat mr. Zimmerman zou zijn teruggekomen
op zijn ontslagaanvrage, is, naar de „Maas
bode" uit de beste bron wordt medegedeeld,
absoluut onwaar. Wel is, zooals reeds bekend
was, sterke drang uitgeoefend van regee-
ringszijde om mr. Zimmerman te bewegen
zijn ontslagaanvrage terug te nemen. Mr.
Zimmerman heeft echter gemeend aan dit
verzoek geen gevolg te moeten geven.
In verband met het benoemen van een
nieuwen functionaris is bet niet uitgesloten,
dat mr. Zimmerman ook nog na dien datum
van zijn ontslag (1 Mei) het burgemeester
schap tijdelijk zal blijven waarnemen.
DE VEENBRANDEN IN DRENTE.
Te Weerdingerveen zijn Dinsdag uit Kam
pen vijftig militairen (kader) en twee offi
cieren aangekomen. Verder is daar de politie
macht met twaalf rijksveldwachters versterkt.
Maandag zijn opnieuw vijftig dagwerk turf
hf Emmer Erfscheidenveen verbrand.
De vijf in Weerdingerveen aangehouden
werklieden, die verdacht werden van brand
stichting, zijn, nadat zij twee dagen in be
waring waren gehouden, wegens gebrek aan
bewijs vrijgelaten.
De „PrOv. Dr. en Asser Crt." schrijft:
Nu de toestand in de venen beter is te
overzien, vervalt alle twijfel of er kwaadwil
ligheid in het spel is. De burgemeester van
Emmen, de heer G. Kootstra, bevestigt ons
■zeer nadrukkelijk, dat de turfhoopen in een
halve maan om de gemeenten Exloo, Odoorn
en Emmen zijn aangestoken en wel voorna
melijk Zaterdagmiddag tusscben 2 en 4 uur.
Ongeveer tegelijkertijd begon het te branden
te Barger-Oompascuum, Emmer-Erfscheiden-
veen, Roswinkelerveen, Nieuw-Weerdinge,
Siepelveen, Noordveen en Valthermond.
De burgemeester van Emmen schatte de
aan de turf toegebrachte schade tot nu toe op
een 300.000, welke turf echter grootendeels
was Verzekerd, evenals de verbrande huizen.
Wat de kwaadwilligheid bij den brand aan
gaat, de burgemeester van Emmen deelde nog
mee, dat bij verschillende turfhoopen lucifers,
kaarsen en in petroleum gedrenkte doeken
gevonden werden. De politie, die de laatste
weken in het veen surveilleerde, heeft tal
van aanwijzingen van brandstichting aange
troffen. De laatste nachten vóór Zaterdag
werden verdachte personen bij de turfhoopen
gezien en er werd geschoten. Men was er
zeker van, dat de communisten een vast. plan
voor de brandstichting hadden. Geruchten
loopen ook, dat enkele verveners niet on
schuldig zijn. Eenigen tijd geleden werd reeds
een vervener wegens brandstichting gear
resteerd. Men zegt, dat eenige verveners met
het oog op de zeer snel dalende turf prijzen
en gemis aan afnemers, de assurantiepennin
gen hebben willen veroveren. Assuradeurs,
die in de venen kwamen om den toestand op
te nemen, moeten het voornemen geuit heb
ben, de zaak voor de rechtbank te brengen.
Herhaaldelijk is gezien, dat het branden
begon boven den wind.
Woensdagmiddag werd uit Emmen ge
meld:
Door heit opsteken van den wind, die te
vens geheel van richting veranderde, is de
veenbrand in het Weerdingerveen opnieuw
aan het woeden. De weg tussohen Nieuw
Weerdinge en' Weerdinge is weer bezet
met vluchtelingen, die hun have opnieuw
in veiligheid trachten te brengen,.
Woensdagmiddag is in de versbhillemde
venen te Berger-Compascuum, Emmer-Erf-
scheidenveen, Roswinkel en Nieuw-Weer
dinge opnieuw brand uitgebroken.
Een vergadering uiteengejaagd.
Aan „Het Volk" wordt uit Emmen gemeld:
Dinsdagavond had helt revolutionnaix ko-
mitee in Klazienaveen een vergadering be
legd, die matig bezet was. Er was veel politie
aanwezig. Brommert zou spreken. Een groote
groep veenarbeiders, men zegt van den ka
tholieken bond, kwam de zaal binnen en be
gon het Wilhelmus en dergelijke liederen te
zingen. Er ontstond daardoor rumoer, waar
na de vergadering door de politie werd ge
sloten en de bezoekers uiteengejaagd.
Dinsdagnacht heeft het veen weer op en
kele plaatsen gebrand.
Verveners aanvaarden arbitrage.
Uit Nieuw-Amsterdam wordt aan hetzelfde
blad geseind:
De algemeene vergadering van de verve-
nersvereeniging Bargeroosterveen en om
streken besloot Maandag arbitrage te aan
vaarden, indien de arbeiders met een loon
genoegen willen nemen, dat 80 pet. bedraagt
van het loon, in 1920 betaald.
Tal van woningen verwoest.
Uit Emmen werd Woensdagavond aan de
„Tel." gemeld:
De brand woekert nog steeds voort. In het
Weerdingerveen (Nieuwweerdinigen) is een
ware nood ontstaan. De huizen zijn tot over
een lengte van 3 K.M. ontruimd. Tal van
woningen in Weerdingerveen, Siepelveen,
Roswinkelveen en Noordveen zijn reeds in
vlammen opgegaan. Zoo juist begint het te
regenen. Houdt de regen aan, dan is het
grootste gevaar geweken.
Het straatje van Vermeer.
Als een stilleven van Jan Davidszoon de
Heem is „gegaan" voor tien duizend acht
honderd gulden; een tweede stilleven voor
dertien duizend drie honderd; Nature Morte
van Abraham Hendricksz van Beyeren voor
een-en-twintig mille en een sprookjesstille,
gouddoorweven Ruysdael voor een kwart ton
gouds, vaart even een huivering door de
veilingzaal van Frederik Muller, waar veel
wonderlijks zich al heeft afgespeeld, maar
waar nu toch een historisch moment te ge
beuren staat.
Een rilling van verwachting, van nerveuse
belangstelling gaat door de honderden, onder
wie bankdirecteuren: kopstukken der Am-
sterdamsche financieels wereld, industriee-
len, voormannen uit den groothandel, rech
terlijke ambtenaren, wier maatschappelijke
positie hun veroorlooft, ook bij tijd en wijle
als kunstbeschermer te fungeeren, de hoofd
directeur van het Rijksmuseum, bestuurde-
ren van het Koninklijk Oudheidkundig Ge
nootschap, antiquairs en kunstkoopers bij
tientallen, belangstellenden, journalisten. Ook
de eigenaaar van het eeuwen-oude .schilde
rijtje, dat zooveel emotie wekt, nu het uit de
groensaai gecapitonneerde kist wordt getild
en geplaatst op den ezel, vlak vóór het plat
form.
„Een millioen!" zet de afslager in, „un
million!"
Geen antwoord.
„Neuf cent mille florins!"
Stilte in de onrustig-verbeidende zaal.
„Huit cent mille florins!" De klare stem
van den jongeman op het podium wordt drin
gender.
Als ook op de uitnoodiging om „Het
Straatje van Vermeer" voor zeven ton te
koopen geen der aanwezigen reageert, zet de
afslager een half millioen in en gaat bij op
bod verder.
Honderden paren oogen zijn gericht op bet
rustig, blanke schilderijtje, dat in zijn ont
róerenden eenvoud als te wachten staatop
wie het in gelukkig eigendom zal krijgen.
Reeds is het cijfer tot 'boven de zesmaal
honderdduizend gulden gestegen. 'Zesmaal
honderd vijftig duizend. Nu vordert de stij
ging al langzamer en langzamer.totdat
na zesmaal honderdtachtig geen der aanwe
zigen meer reageert, noch door een hoofd
knik, noch door het opsteken van den wijs
vinger, noch door een nadrukkelijk: „Ja!"
Dan valt de hamer. En met dien korten
haimertik *is „Het Straatje van Vermeer"
overgegaan uit de collectie Six in eigendom
van?
„Kooper is Frederik Muller", deelt de heer
Mensing mede. Dat is èl.
„Wie de bezitter zal worden?" vragen wij,
geïnteresseerd als iedereen zal zijn. „Blijft
het schilderij in Nederland?"
„Kan ik niet zeggen. Dat is 't geheim van
den smid", is het bescheid.
Hoe lang moet dit geheim blijven?
(„Hbl.").
De omgeslagen reddingsboot van
Schiermonnikoog.
Omtrent de 'beide slachtoffers van de om
geslagen reddingsboot uit Schiermonnikoog
meldt het „N. v. h. N." de volgende bijzon
derheden:
Bruins Dubhlinga was vroeger postschip-
per en als zoodanig in wijden kring bekend.
Hij was 59 jaar en heeft twee volwassen
zoons en een weduwe nagelaten. Visser was
vroeger kapitein op 'het motorbootje dat ja
ren tusschen Groningen en Schiermonnikoog
voer. Hij was weduwnaar en laat een zoontje
achter. Beiden waren geheel onbemiddeld.
Toen de reddingsboot door de branding
was omgeslagen, waren, zoo hebben de go-
redden meegedeeld, alle inzittenden natuur
lijk te water geraakt. Ieder trachtte zwem
mende de boot weer te bereiken wat aan
elf hunner gelukte, waaronder ook de kapi
tein Dubhlinga, die zelf nog een dei an
deren, een oiid-gezagvoerder, die vrijwillig
meegegaan was, op de boqt geholpen had
en hem nog aangeraden had zich goed vast
te houden. Zelf had Dubhlinga, die als „een
oude waterrot" bekend stond, zich niet toe
verzekerd, zoodat hij door een overslaande
golf werd weggeslagen en wel 2b meter van
de boot afraakte. Zwemmende poogde hij de
boot weer te bereiken, wat hem echter niet
is mogen gelukken. Men heeft hem niet om
hulp hooren schreeuwen.
Visscher, de eenige van de bemanning
der boot, die de omgeslagen boot niet had
kunnen bereiken, heeft men nog wel ander
half uur hooren schreeuwen om hulp. Maar
de mannen, die op de omgeslaen boot zaten,
waren zelf hulpeloos en konöen niet helpen.
Zij hebben hun beide makkers voor hunne
oogen 'zien verdrinken. Het lijk van Dub-
blinga hebben zij later nog zien drijven met
het hoofd omlaag, dat van Visser hebben
zij niet weer gezien.
Vreeselijk werd hun toestand toen er een
mist kwam opzetten. Van een riem, die langs
de zijde der boot dreef hebben zij een mast
maakt, waaraan een der mannen zijn olie-
jas Uvestigde Dit is hun reding gew st,
daar zij anders waarschijnlijk niet zouden
zijn opgemerkt door den stoomtrawler „Delf
zijl". Twee mannen waren reeds bewusteloos,
zij waren door hun makkers met touwen
aan de riem vastgebonden.
Het lijk van schipper Dubhlinga is op
Terschelling aangespoeld.
GEMENGD NIEUWS.
Wegbrengen van schepen.
Verdacht van het z.g. wegbrengen van
twee schepen zijn te Hilversum gearresteerd
A. Smidt en F. baron Sloet tot Everlo, beiden
aldaar woonachtig. Zij zijn ter beschikking
van de justitie gesteld
Overreden.
Dinsdag is op het Weerpad (Voormalig
Buiksloot) te Amsterdam een wielrijder, die
zonder licht reed, dóór een auto overreden
en gedood. Volgens een ingesteld 'Onderzoek
zou den chauffeur géén schuld treffen.
Diefstal van recepten.
In een hotel te Essen zijn twee kooplieden
uit Rechlinghausen, die ruim .200 geheime
recepten van de bekende kleurstoffabriek
Braun te Quedlinburg voor twintig millioen
mark in het 'buitenland wilden verkoopen,
ingerekend. De recepten waren afkomstig
van iemand, die in de fabriek had gewerkt en
ze had weten af te schrijven.
Tegen de waterleiding.
In de gemeente Wijde Wormer was veel
verzet tegen het plan tot aansluiting aan de
Provinciale waterleiding, met het oog op de
aanlegkosten en op grond, dat er voldoende
goed regenwater'zou zijn.
Ook enkele raadsleden, o. w. een wethouder,
waren er tegen, terwijl het bestuur van het
waterschap „De Wijde Wormer" aan het Pro
vinciaal Waterleidingbedrijf geen toestem
ming wilde geven voor het leggen van de
buizen door dijken en wegen van dien polder.
De meerderheid van B. en W. stelde echter
voor, om tot aansluiting aan het P. W. N.
over te gaan, welk voorstel in de vorige
raadsvergadering werd aangehouden.
In de Maandag gehauden vergadering zou
nu een beslissing genomen worden.
De directeur van het P. W. N. had verzocht
vóór 11 April de beslissing tot aansluiting te
mogen vernemen, met het oog op den aan
vang van het leggen der buizen.
Tevens had de directeur bericht, dat on
danks de weigering van het polderbestuur
de buizen tóch door de dijken en wegen van
het waterschap gelegd zullen worden, het
geen wordt mogelijk gemaakt door de des
betreffende belemmeringenwet en de Provin-
'ciale wet.
Ook was nog ingekomen een lijst, waarop
alleen vermeld: „Handteekeningen van in
gezetenen te Wijde Wormer, welke tegen
aansluiting aan het Provinciaal Waterlei
dingbedrijf zijn".'Op deze lijst stonden 117
handteekeningen.
De voorzitter, burgemeester Ter Cock,
sprak er zijn groote bevreemding over uit,
dat deze tegenstanders met geen enkel woord
zeggen, waarom zij zoo tegen de waterleiding
zijn. Overigens wees hij op het groote nut van
de waterleiding en pleitte hij krachtig voor
aansluiting in het belang vooral van de volks
gezondheid. Ook een paar raadsleden bleken
voor de waterleiding te zijn, doch anderen
tegen, op grond, dat de aanlegkosten voor de
ingezetenen (meest boeren en tuinders) te
hoog zijn en „omdat ze het nut er niet van
inzien" en „dat zij leidingwater toch niet
drinken," enz.
Met 4 tegen 3 stammen werd tenslotte be
sloten niet tot aansluiting over te gaan.
Bij de tegenstemmers was ook een vee
houder, die even vóór de stemming verklaar
de, dat hij drie regenwaterbakken had, van
welke er ,geen één goed" is.
Aansprakelijkheid van ouders voor hunne
minderjarige kindeken.
In 1918 brandde te Ridderkerk een schuur
met gereedschappen enz. af. Verzekering
dekte de schade. De brand bleek te zijn aan
gestoken door een jongen van 8 jaren. De
verzekeringmaatschappij, die de schade ver
goedde, eischte daarna van den vader van
den jeugdigen dader, dat deze haar de be
taalde schadevergoeding zou teruggeven,
welke ongeveer 11.000 bedroeg. De vader
ontkende, dat hij voor die schade zou. aan
sprakelijk zijn en dat hij ook in de onmoge
lijkheid had verkeerd die te verhoeden. Het
gerechtshof te 's-Gravenhage heeft toen be
slist, dat, indien de vader bewijst hetgeen
door hem is gesteld, hij dan de schade niet
zal behoeven te betalen. De voorstelling van
de zaak, door den vader gegeven, kwam dan
hierop neer: Hij zelf was voor de beroeps
bezigheden van huis. Zijn vrouw was zijn
zieke moeder gaan bezoeken. De zorg voor
zijn beide kinderen van 7 en 8 jaar was over
gelaten aan een volwassen zuster en een
dienstbode. De kinderen zijn toen, met toe
stemming van die zuster en dienstbode, gaan
spelen in een schuur van een buurman, welke
schuur steeds open was. Toen heeft de jongen
met een lucifer het daar aanwezige hooi aan
gestoken, met het bovenvermelde gevolg.
Het Hof was van oordeel, dat, indien de
hierbedoelde jongen een normale jongen was,
dus niet iemand, die bijzonder toezicht ver-
eischte, de vadeT dan in dit geval kon geacht
worden in de onmogelijkheid te hebben ver
keerd de daad van zijn zoon te voorkomen.
Met deze „onmogelijkheid" wordt dus blijk
baar bedoeld een relatieve onmogelijkheid
en niet een absolute onmogelijkheid, want
voor het laatste zou men toch kunnen eischen,
dat ouders de kinderen direct onder hun toe
zicht hielden en dat zij, dit toezicht aan an
deren overlatend of het slechts slap uitoefe
nend, dit deden voor eigen rekening en risico.
Men heeft eT wel eens zóó over gedacht en
voor de beslissing van deze quaestie is de
bedoelde uitspraak zeker van belang. Of het
opgelegde bewijs nu al dan niet wordt gele
verd, doet natuurlijk voor de vraag, hoever
de aansprakelijkheid van ouders voor de da
den hunner kinderen gaat, minder ter zake.
(,A- Crt").
Een geheimzinnige moord.
In Juni 1.1. werd te New-York het lijk ge
vonden van James Bowne Elwell, een ver
mogend houder van een renstal en expert
op het gebied van verschillende kaartspelen.
De man was reeds op leeftijd, doch nog een
Don Juan.
Hij was in zijn woning vermoord, vermoe
delijk in verband met een vrouwengeschie
denis. In het huis van Elwell was n.1. dames
ondergoed aangetroffen, dat men in de wo
ning van een hejaard en eenigszins aftandsch
vrijgezel bezwaarlijk zou hebben verwacht.
De dame van wie deze kleediijgstukken wa
ren is wel opgespoord, maar er schijnen geen
termen jfce zijn om haar in de moordhistorie
te betrekken.
De misdaad blijft onopgehelderd en het
zonderlinge geval doet zich daarbij voor, dat
reeds tal van lieden zichzelf als dader hebben
aangegeven, zonder dat zij hun zelfbeschul
diging voldoende konden aannemelijk ma
ken. Thans is de achtste man gedetineerd,
die zich als moordenaar van Elwell heeft
aangemeld. Het is zekere Roy Harris, die te
Buffalo was in hechtenis gesteld, en wiens
uitlevering door de 'Canadeesche justitie
wordt gewenjscht wegens valschheid in ge
schrifte. De Amerikaansche politie was aan
vankelijk geneigd aan te nemen, dat Harris
zich zelf van den moord had beschuldigd om
aan de Amerikaansche justitie een motief te
verschaffen, hem niet uit te leveren aan de
Canadeesche autoriteiten; maar bij een lang
durige en uiterst nauwgezette ondervraging
door de politie bleek Harris zoo in alle onder-
deelen van de moordzaak-ElwelI op de hoogte
te wezen, dat de politie in haar ongeloof aan
het wankelen is gebracht. Maar vast over
tuigd van Harris' schuld is zij evenmin. En
met recht. Volgens een later bericht heeft
Harris aan de politie bekend 'gemaakt, dat
zijn verhaal omtrent den gepleegden moord
eenvoudig een verzinsel was geweest. Hij had
rondgeloopen met het voornemen, zich van
kant te maken, maar het had hem daartoe
aan den noodigen durf ontbroken. Daarom
bad hij gemeend, dat deze mystificatie voor
hem een uitweg kon zijn. Indien de politie
en justitie gemakkelijk hadden geloof gesla
gen aan zijn verhaal, zou hij' zijn zin hebben
•gekregen en zou men hem hebben geëlec-
trocuteerd. Ongelukkig (of liever gelukkig)
voor Harris vertrouwde de politie het moord-
verhaal niet; er komt dus niets van dezen
zelfmoord-lan'gs-een-omweg.
Het jongmensch, dat getrouwd is, was le
vensmoe, omdat hij het in zijn carrière tot
dusver vrij leelijk had laten liggen, hetgeen
o. m. had geleid tot verwijdering tusschen
hem en zijn vrouw.
Een aartsmlsdadlger.
Te Kopenhagen is een proces begonnen
tegen den geneesheer dr. Nordentoft, die
volgens de dagvaarding beschuldigd wordt
van 't opwekken van abortus, moord op zijn
eerste vrouw, medeplichtigheid aan tal van
moorden, poging tot afdreiging verduiste
ring, valschheid in geschrifte en brandstich
ting.
Het dossier omvat 150 pagina's druk. Het
geding wordt met'gesloten deuren behandeld.
LUCHTVAART.
Volgens „Extrabladet", hebben twee Deen-
sche ingenieurs een vliegtuig ontworpen,
waarbij de schroeven worden gedreven door
gecomprimeerde lucht in plaats van benzine.
Bijzonderheden zijn niet bekend, maar naar
het blad berioht moet deze vinding reeds
goede resultaten hebben opgeleverd.
Vliegongeluk.
Katerdag werd te Brussel op het terrein
van de voetbalclub Öercle Sportif Brugeois
een gedenkteeken ter eere van den gesneu
velden speler Domien Baes onthuld. Tijden»
de inleidende rede van minister Ruzette cir
kelde een militair vlieger boven het terrein,
die een krans op het monument liet vallen.
'Opeens zag men het toestel loodrecht naar
beneden vallen. Een groote vlam' sloeg uit
het benzine-reservoir, dat in brand was ge
vlogen, en toen men te hulp snelde, vond
men de vliegers, luitenant Elus en sergeant
Oarbonelle, den eersten op de stuurbank le
vend verbrand, de ander onder het toestel
verpletterd.
Een Morane Sanlnier-verkeersvliegtnlg.
MoraneSaulnier, die nog steeds behoort
tot de zeer weinige constructeurs, die in het
geheel geen aandacht schenken aan den bouw
van verkeersvliegtuigen, is eindelijk met een
groot voor passagiers-vervoer bestemd toe
stel voor den dag gekomen. Dit toestel, ont
worpen door ingenieur Saulnier, is 'n een
dekker van 27 meter vlucht en 116 M\ dra
gend oppervlak, uitgerust met 3 Lorraine-
Dietrich motoren van elk 370 pik. Eén der
motoren zit voor in den romp; de beide an
dere rechts en links daarvan in den voor
kant van de dik geprofileerde geheel vrij
dragende vleugels. Alle drie de motoren
drijven een trekschroef. De bovenkant van
het draagvlak ligt op één hoogte met den
bovenkant van den ramp. Het landingsgestel
heeft een zeer breede wielbasis; de wielen
staan tot onder den bakboord- én stuurboord
motor. De zeer ruime cabine biedt plaats
voor 16 personen; de piloten en mecanicien
zitten geheel voorin en kijken boven den
romp uit. Wanneer bet toestel op den grond
staat, ligt de lange romp opvallend laag boven
den grond. Als bouwstof voor dit nieuwe
type is metaal gekozen. Alleen voor de vleu
gel- en rompbekleeding wordt doek aange
wend.
Of dit nieuwe toestel- in een behoefte zal
voorzien, valt te betwijfelen. Totnogtoe is
duidelijk gebleken, dat voor den huidigen
stand van zaken toestellen van meer dan
1000 p.k. ingericht voor het vervoer van 16
personen, veel te groot en dus on-econocnisch
zijn. Aan de huidige eischen voldoen het best
vliegtuigen als de Koninklijke Luchtvaart
Maatschappij thans in gebruik heeft. 'Dit
zijn machines ingericht voor het vervoer van
6 personen, bij een geringe en dus economi
sche motorsterkte van 220 paardenkracht.