HELDERSCHEC91IAIT
Tweede Blad.
VAN DINSDAG 24 MEI 1921.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Te 's-Gravenihage slaagde voor het
machinisten-examen diploma A de heer L.
Wessels alhier.
Concert In het Plantsoen.
Hedenavond te 8 uur geeft het Stafmuzidk-
korps der Marine een concert in het plant
soen.
Op de volgende nummers der H. O. F.-
verloting van de Ver. tot bev. d. gez. in de
graf. vakken zijn nog prijzen gevallen:
10025, 10088, 10118, 10134, 10184, 10194,
10242.
Nederlanders in den vreemde.
De alhier gehouden collecte ten behoeve
van onze landgenooten in den vreemde heeft
opgebracht de som van 277.29. Het comité
betuigt zijn hartelijken dank aan de milde
gevers voor hunne bijdragen en aan de da-
mes-collectrices voor haar hulp.
Eindexamens Zeevaartscholen.
Tri verband met de mededeeling in de Held.
Crt. van 21 Mei omtrent de instelling door
den Min. van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen van eene Commissie, welke wordt
belast met het afnemen in 1921 van eindexa
mens aan de van Rijkswege gesubsidieerde
Zeevaartscholen, kan het voor hen, wier kin
deren zich aangetrokken voelen tot de zee
vaart, misschien van nut zijn te weten wat
daarvan eigenlijk de bedoeling is.
Tot dusverre werd het eindexamen aan de
zeevaartscholen afgenomen door directeur
en leeraren dier scholen zelf.
Aan de scholen stelde men dus aan de leer
lingen uiteenloopende eischeru Het onder
wijs op elke school afzonderlijk was verschil
lend ingericht.
Het gevolg daarvan was, dat de waardee
ring voor de einddiploma^ dier scholen nogal
uiteen 'liep.
De Minister wil meer eenheid in dat onder
wijs brengen en stelde voorloopig 2 soorten
eindexamens in.
De le soort is: eind-diploma A voor jon
gelui mpt 1 jaar H. B. S. en dan 2 jaar zee
vaartschool;
de 2e soort: eind-diploma B voor jongelui
met 3 jaar H. B. S. en dan 2 jaar zeevaart
school. Mogelijk krijgen bezitters van B vrij
stelling van sommige examenvakken voor
derden stuurman.
In 1921 zal voor het eerst een algemeen
eind-examen worden afgenomen, waarvoor
dan de bovengenoemde commissie is inge
steld.
Het schriftelijk examen zal plaats hebben
aan elke zeevaartschool van 14 t/m. 18 Juni.
Het gemaakte werk wordt beoordeeld door
bedoelde commissie.
Het mondeling examen wordt daarna ge
houden, doch vóór 10 Juli. Bij het mondeling
gedeelte zijn gecommiteerden aanwezig, ter
wijl de regeling ongeveer is als bij de eind
examens der gymnasia.
De bedoeling is, dat over eenige jaren
zooveel mogelijk alle zeevaartscholen oplei
den voor einddiploma B, zoodat dan unifor
miteit bestaat voor al deze inrichtingen.
Er kan dan geen sprake meer zijn van
voorkeur voor eenige zeevaartschool en dat
is het groote nut van dat examen.
Gymnastlek-vereenlglng O. K. K.
Door bovengenoemde vereeniging zal op
Zaterdagmiddag 4 Juni a,s. eene openlucht
uitvoering worden gehouden op het Sport
terrein aan den Bol weg. Deze zal worden
voorafgegaan door een optocht der deelneem
sters en deelnemers vanaf het lokaal der
vereeniging in de Weezenstraat naar het ter
rein, waarvoor bereids de toestemming van
het Gemeentebestuur is verkregen.
Een en ander zal worden opgeluisterd door
muziek van het Stedelijk Muziekkorps.
De uitvoering zal worden besloten met een
estafetteloop van 400 M. voor alhier geves
tigde Sportvereenigingen, waartoe wij ver
wijzen naar achterstaande advertentie. De
organiseeren.de vereeniging heeft voor de
zen wedstrijd 3 medailles beschikbaar ge
steld, t. w. één verguld zilveren, één zilveren
en één bronzen medaille.
a_
Nieuwe Uitgave.
De heer Louis A. Pollock, reserve-luite
nant van het Engelsche vliegercorps, heeft
een aardig minneliedje gemaakt, dat hy „The
Vale of Charm" (,yde vallei der liefde") be
titelde. „Ver van het drukke gewoel des dags
midden tussohen de zeldzaamste schatten,
heb ik, liefste, een hemelsch plekje voor je
ingericht in mijn gedachten. By 't ochtend
krieken wordt je door liefiyke feeën begroet
met vrooiyke zangen, die door de lucht klin
ker;, en als de maan ryst en klanken der lief
de opstygen, zitten' wij aan den weg en luis
teren". Zoo ongeveer dichtte de heer Pollock,
die in zyn vaderland reeds bekend is voor
meerdere lyrische ontboezemingen in dezen
trant, zooals „Until you came" en „Our smi-
ling Prince". Voor dit laatste gedicht mocht
hy van den Prins van Wales een vleiend
schrijven ontvangen.
Tot zoover is dit niets bizonders, want zoo
lang de wereld bestaat, zullen er gelukkig
dichters worden gevonden, die de liefde be
zingen. Maar het by zonder e is, dat de heer
Pollock in onzen stadsgenoot Maurits B.
Polak, een muzikaal talent vond, dat bereid
was en in staat op dit bekooriyke liedje een
bekoorlijk melodietje te componeeren. Het is
een melodieus liedje geworden, waarby het
eigenaardige Engelsche rhythmus bewaard
gebleven is, met een aardig refreintje.
Ten opzichte van den satz ,,'Neath the
sllvery moonrise calm" lykt ons de rhythmiek
van de melodie niet in overeenstemming met
die van den tekst. Het is in f-gr. terts ge
schreven, en de omvang, van c tot g zal voor
de meeste dames- en «tenorstemmen wel ge
schikt zyn.
Het liedje is uitgegeven door de Eclipse
Music Publishihg Company, St. Martin's
Lane, Londen, en 60 cent by den heer De
Graauw, Kanaalweg, alhier, verkrygbaar.
BINNENLAND.
De pensioenwetten voor de land- en
zeemacht.
In een van een uitvoerige memorie van
toelichting vergezeld adres heeft het Federa
tief Bureau van oud- en actief-dienende mili
tairen, waarby zyn aangesloten 17 vereeni-
gingen met ongeveer 12.500 leden, zich ge
wend tot de Eerste en de Tweede Kamer.
Adressant verklaart, dat hy met groote vol
doening heeft kennis genomen van den in
houd van het voorloopig verslag der Com
missie van Rapporteurs over de wetsontwer
pen betreffende de pensionneering van mili-'
tairen der land- en zeemacht, meer speciaal
wat betref* de voorstellen daarin vervat om
de pensioenen der oudere gepensionneerde
militairen zoodanig te herzien, dat zy in over
eenstemming komen met de eischen, die. de
tegenwoordige levensstandaard stelt;
dat dan ook na het verschynen van het
Voorloopig Verslag aan den tydelyken Voor
zitter van den ministerraad een request werd
verzonden, houdende het verzoek de voor
stellen van de Commissie van Rapporteurs
over te nemen;
dat in de memorie van antwoord op boven
genoemd Verslag door den minister van oor
log a. i. van marine, op deze voorstellen wordt
geantwoord op een wyze, die adressant zeer
teleurstelt;
redenen waarom adressant de Staten-Gene-
raal verzoekt met den meesten ernst te wil
len medewerken tot een herziening der pen
sioenen van de oudere gepensionneerde mi
litairen, tot de bedragen, welke volgens de
nieuwe pensioenwetten zullen worden toege
kend aan hen, die volgens de daarin vervatte
bepalingen zullen1 worden gepensionneerd,
met inachtneming van den rang of graad,
welke die ouderen by de land- of zeemacht
hebben bekleed.
Overheidspersoneel
.Zaterdag en Zondag is in Den Haag het
congres van het Alg. Comité ter behartiging
van de belangen van het Overheidspersoneel
gehouden.
Het congres nam met algemeen© stemmen
een resolutie aan, waarin te kennen wordt
gegeven: x
dat het wetsontwerp tot regeling van den
rechtstoestand ten nadeel© van de ambtena
ren op vele punten afwykt van het oorspron-
kelyke ontwerp van de staatscommissie-Dres-
selhuys;
dat de regeering met het indienen van dit
ontwerp en de langzame wyze van werken by
de ^ihriftelyke voorbereiding, de totstand
koming van deze regeling ten zeerste heeft
vertraagd.
Het congres dringt er by de Tweede Ka
mer ten sterkste op aan, om het wetsontwerp
tot regeling van den rechtstoestand en dat
tot regeling van de pensioenen der ambte
naren en hun weduwen en weezen een zoo
danige plaats op haar agenda te geven, dat
de totstandkoming in dit jaar worde verze
kerd en verzoekt met nadruk het wetsont
werp voor den rechtstoestand in overeen
stemming te brengen met de wenschen, welke
daaromtrent in het adres van het A. O. O. P
worden geuit.
De resolutie vervolgt:
Het congres, oonstateerende ve,rder:
dat by de behandeling der interpellatie in
de Tweede Kajner van het lid J. v. d. Tempel,
in 'October 1920, de regeering verklaarde van
oordeel te zyn, dat de 'salarissen van het ryks-
ersoneel over de geheele linie moesten w or
en herzien, maar dat thans ruim een half
jaar later, door de houding der regeering
deze herziening niet verder dan in het aller
eerste stadium van voorbereiding verkeert;
dat uit de correspondentie, door de regee
ring met de centrale commissie voor georga
niseerd overleg gevoerd, blijkt, dat de regee
ring poogt haar in October. 1920 afgelegde
verklaringen tot zoo gering mogelyke betee-
kenis terug te brengen en dat de wyze, waar
op zy deze correspondentie voert, oorzaak is
van belangryke vertraging in de totstand
koming;
spreekt als zyn meening uit, dat het peil
der salariëering van tal van groepen van
rijkspersoneel moet worden verhoogd en dat
noch in de economische omstandigheden,
noch in de prijzen der levensbenoodigdheden
zoodanige wyzigingen zyn ingetreden, dat
hierdoor de regeering gedwongen wordt, op
haar in October 1920 gedane beloften terug
te komen en dat ook dë verhoudingen van'
het salaris der verschillende groepen met
spoed over de geheele linie behooren te wor
den herzien. -0
Het congres ging uiteen1 onder het zingen
van de internatlontie.
De loodsdlenst In de Wielingen.
In een reeks artikelen onder het hoofd
,jLoods aan boord" schryft de Hoefyzer-
correspondent van het ,Hbl." over een tocht
naar de Wandelaar. Hy vertelt daarvan o. m.:
We geraakten omstreeks half vier aan ons
doel. De steeds dikkere en meer frequente
mistbanken hadden het zoeken bemoeiiykt.
Meer dan eens hadden de Sohroeversen
met wiens motorlbotter de correspondent er
op uit ging in wat zy ,,'n oventje" noem
den en waarmede zy een' soort van gewelf van
eenige klaarte bedoelden, dat zich in den
mist vooruit soms opende, iets meenen te
zien. Telkens was het toch weer niets ge
weest dan een van die schimmige spooksels,
die zoo'n slierende mistbank samenstellen
tot een wemelende menigte van vale, vloeien
de, haastig vervlottende geestgedaanten.
Maar opeens voeren we zoo'n samenscholing
van gevaarlyke schimmen weer uit en riep
een van de gebroeders: „Daar ligt de Wan
delaar!" „En daar is de Belgl" „En
ginder de schoenerl"
Ja, ineens was het open. We drumden
langs den yzeren gevangene aan den keten,
die door het grimmige lot van zijn plaatsing
by een zandbank, den naam vah die bank
heeft gekregen. Arme yzeren drommel die
„De Wandelaar" heet en als een erfhond aan
zyn ketting ligt te snokken, die hem onver-
wrikkeiyk vasthoudt. En toen naar den
schcener^ die daar met zyn twee slanke mas
ten luchtig lag te schommelen tegen den op-
schuivenden hemel.
Wel, er op mochten we niet. Maar de zee
is vry (in vredestyd althans). Wè zyn er
naast gaan liggen. En de lucht is óók vry.
We hebben gepraat met enkele loodsen, die
op den schoener waren en waarvan er een,
die sohipper was geworden, nog een kennis
was, die we gemaakt hadden op de No. 9 in
het Oostgat. En zoo vernamen we dat ze nu,
in een week tijds, 95 schepen hadden geno
teerd, waarvan ze er 8, zegge acht, hadden
bemand. Dat was, gezien de 5 die de Wie
lingen ons gewoonlyk leveren, waarachtig
nog mooil
Er kwam weldra weer een mistbank opzet
ten. De Wandelaar, de Belg en heel de rest
van de wereld dompte er in weg. En in dien
mist zyn we gebleven, de schoener (toevallig
óók een No. 9) en het bootje van de Schroe-
versen, tot 's anderen daags twaalf uur. Be
houdens een korte gedeeltelijke opklaring
tusschen 11 en 12 uur 's nachts.
De schrijver zegt dan verder, dat met het
door den mist in zekeren zin juist byzonder
trof. Want zoo vervolgt hy wy konden
nu het werken van den loodsschoener waar
nemen onder de, voor dat vaartuig allergun
stigste omstandigheden.
Immers, hoe is de toestand by goed zicht?
We hebben dat nu niet toygewoond, maar we
kunnen ons levendig voorstelen hoe het
moet zyn naar wat we van de loodsen hoor
den. Dan kruist de Hollandsche schoener in
de buurt van het lichtschip en de Belgische
stoomkotter hangt er als een bulhond aan.
Zóó dicht, dat ze bij den Belg met het bloote
oog alles kunnen zien wat er aan boord van
den Holander gebeurt, liefst zelfs zóó, dat ze
de commando's kunnen hooren. Elke wen
ding van den schoener wordt door den
stoomkotter gevolgd en zoodra de Belgen
merken, dat er aan boord van den schoener
iets byzonders gaande is, letten ze op en zoe
ken de zee af om te zien' wat de Hollander
ziet. En dan gaan ze met hun stoomvermogen
den schoener voorby en laten hem over aan
de machteloosheid van zyn zelen en van
zyn spytigheid.
Kort vóór wy by den Wandelaar kwamen,
enkele dagen tevoren, was het den HoUand-
schen loodsen gelukt, den Belg op een onge
wone wyze te verschalken. Hy was wat afge
dreven, scheen in zyn bulhondenwaakzaam-
'heid wat te zyn verslapt. Er was muziek by
hem aan boord en er scheen minder goed uit-
kyk te worden gehouden. Daar verkende
men op den schoener een aaristoomend schip.
Onopzichtig en zonder eenige drukte wendde
men er langzaam heen, het schip naderde
„full speed", de schoener had al het zeil, dat
hy hyschen kon. Nu scheen er dus een mooie,
kans te komen.... daar, opeens, beweging
in den Belg, hy wendt óók, komt aanstoomen,
zal straks den schoener voorbyloopen.
Maar toen kwamen de Hollanders op den in
val cxm snel en stiekum de jol te strijken en
naar het aankomende schip te roeien, ten
einde het tydverlies van het manoeuvrëeren
met het zelschip te ontgaan. En waarachtig,
dat lukte nog net door dien de roeiers men
onthoude wél dat deze mensohen evenmin
als de loodsen eênig geldelyk belang hebben
by het al of niet beloodsen van een schip
al hun krachten gaven om in dezen wedstrijd
te winnen.
Maar op zulke uitzonderingen na een
ander maal gebeurt het wel eens, dat de Belg'
te ver weg is naar een ander schip, hoewel
hy dan gewoonlyk zyn eerste jol daar maar
tydelyk in den steek laat om de tweede naar
een tweede schip te brengen dient de Hol
lander alleen tot uitkyk voor den Belg.
Tot loodsmannetje voor den Belgischen
haai.
Is het wonder, dat onze loodsen, zich ver-
byten van spyt by zulk ellendig werk?
En moet men geen bewondering hebben
voor de geestkracht van deze mensohen, die,
door een hooghartig onwillig bestuur ge
doemd tot een belacheiyk ongeiyken strijd,
den moed tóch niet opgeven en tóch nog al
hun krachten geven om ten minste, het „Je
maintiendrai" In de Wielingen niet geheel
te schande zien maken?
De financieele verhouding tusschen rijk
en gemeenten.
Mr. J. Dyckmeester schrijft in de N. Rott.
Ct ojm.:
Er is sedert het najaar ter zake nog iets
gebeurd. Geen minder dan de heer Van Ni©-
rop heeft het omstreeks Kerkmis uitgespro
ken, dat een nieuwe onbevredigende opzet
mogeiyk was en dan ook niet mocht worden
nagelaten.
Bescheiden, dloch met overtuiging schaar
ik my aan zyn© eyde.
De sedert verloopen maanden hadden niet
behoeven verloren te gaan.
Er is een tot dit doel volkomen voldoende
maatstaf voor de draagkracht dér gemeen
ten, die ten tyde van de werkzaamheid dpr
Staatscommissie-van Nierop, op welker im
potentie men zoo gaarne zegevierend wyst,
niet bestond. Het is het kohier van de rijks-
inkomstenbelasting. Het is niet zoo moeie-
lyk, de gemeenten aan de hand daarvan op
een lijst te brengen, niet naar het totaal der
aanslagen en evenmin naar het totaal zuiver
of belastbaar inkomen (want het maakt voor
de draagkracht groot verschil of 100.000
door tien of dbor honderd aangeslagenen
wordt genoten), maar naar zeker puntenstel-
sel, dat de draagkrachtverhouding uitdrukt.
Het ls ook niet zoo moeieiyk, de millioenen,
dl© men voor het „goede doel" geven wil,
naar die verhouding over de gemeenten te
vordeelen. Daarmede verricht men al dade-
iyk een juiste berekening, die door begrij-
peiyfcheid en objectiviteit bevredigen moet
en te 'bevredigender is, omdat het rijkskohier
als maatstaf aardig constant is.
Maar daarmede ls men er niet Ik kom
terug op ndjn vorig betoog. De splitsing van
de algemeen© uitgaven over de begrootingen
van rijk en gemeenten is willekeurig en niet
principiëel. Datgene wat op de Staatsbegroo-
ting thuis 'behoort, wordt door slechts 40 pet.
der staatsburgers, nameiyk alleen door de
inwoners der stetden gekweten. Het is billijk
dit aan het adres der enkelen die in het
denkbeeld een. aanslag op het platteland
zien het is biliyk dat de belasting in dorp
lager blyft dan in de stad (al verzeker ik
dat menig stedeling er een offer voor over
zou hebben om vèr van de stad te mogen
wonen), doch het is niet biliyk dat zy
twaalf maal zoo laag blyft. Ieder hoofd
stuk van de stadsbegrooting telt onderwer
pen ter zake waarvan het beleid, het bestuur,
het bestuut de autonomie dus, aan de stede-
ïyke besturen biyven moet (het dreigement
dat de steden, als ze niet zoet zyn, de auto
nomie zullen moeten missen, gaat daarom
niet op, omdat ieder ander stelsel duurder
zou uitkomen), doch waarom de kosten op
de gemeenschap behooren te drukken.
Dezen factor tot gelding brengen kan' op
twee wyzen geschieden. Men kan de uitkee-
ring hooger doen zyn naar het zielental, be
houdens eenige correctie naar zekere bijom
standigheden. Men kan ook de kosten van
bepaalde hoofdstukken onderwijs, politie,
armenzorg voor rekening van het Ryk
nemen zooals nu reeds met die van het lager
onderwys.het geval is. Voor de armenzorg
ware dat niet juist; deze factor wordt in de
verdeeling van de hoofdsom naar draag
kracht voldoende verdisconteerd. Voor de
politie evenmin, omdat die inderdaad voor
een belangrijk deel alleen ten bate van de
eigen gemeentenaren arbeidt. Voor het on
derwijs wèl, en indien de kosten van school-
bouw, van technisch onderwys en van mid
delbaar onderwys van de centrumgemeenten
werden afgewenteld, dan ware reeds veel
gewonnen.
Laat my, voor het te laat is, nog eenmaal
dringend pleiten voor een schema in dezen
geest. Het gaat niet aan om het crediet der
gemeenten, of om den tydelyken stand der
kas, maar om de gewone begrooting, en
een afdoende regeling in bet najaar is ver
te verkiezen boven een onbevredigende vóór
het reces, die de zaak ook voor de toekomst
bederft. De drenkeling ligt wel op het uiter
ste; dat 'blykt ook uit het advies der Ver
eeniging van Nederlandsche Gemeenten, die
na hare gewestelyke vergaderingen ad hoe
beter dan wie ook met de bezwaren tegien
de beide wetsontwerpen bekend moet zyn,
en toch strydensmoede tot aanvaarding neigt,
aan heter wanhopende. Maar een coup de
désespoir zy niet de keus van den wetgever
en zoolang niet aangetoond wordt dat een
deugdelijke schaal onmogelyk is, dient het
mogelijke beproefd te worden.
Ten slotte, by de behandeling van deze
zaak verbolgenheid tegen de spilzieke ge
meentebesturen als uitgangspunt te nemen,
gaat om honderd redenen niet op. Ook niet
juist is het, de gemeenten tegenover het
Ryk te stellen als Oonstantinopel tegenover
Spanje, die niets met elkaar te maken heb
ben. De gemeenten zy samen bet Ryk; de
staatsburger is als onsplitsbaar belastingob
ject door Ryk en gemeente beide te beschou
wen; en verhooging van Staatsbegrootlng
wegéns ultkeering aan de gemeenten is vol
strekt geen kwaad, wanneer de belasting
druk in de teizwaar belaste steden dienten
gevolge verlaagd wordt
De boterprijs.
In de laatste weken gaat in Friesland de
prijs van de consumptie-boter al maar op en
neer. Door zuivelfabrieken wordt in de eene
week de prijs per kilo"met 30 ct. 'verlaagd, de
volgende week is de prijs 10 ct. hooger, en
de derde week komt er weer 10 ct. by, in de
vierde week een daling van 15 ct. Zaterdag
j.1. kwam er in eens weer 25 ct by.
Men begrypt er niets van, te minder daar
de prijs van de melk in die weken constant
bleef.
Schijndoodplstolen en -revolvers.
Eenigen tyd geleden werd de aandacht
van den minister van justitie gevestigd op
den mogelyfcen invoer hier te lande van z.g.n.
schyndoodpistolen en schyndoodrevolvers.
Deze voorwerpen, vuurwapenen in den zin
der Vuurwapenwet 1919, met de daarby be-
hoorende partonen zouden het voordeel heb
ben, dat aan getroffen personen geen bly-
vend letsel wordt toegebracht, doch de ge
troffene gedurende ongeveer tien minuten
buiten staat wordt gesteld te handelen.
Door het schot wordt de getroffene
n.1. overstroomd met een wolk van
gas, welke door aantasting van de oogen het
zien onmogelyk maakt, voorts op de adem
halingsorganen werkt en tevens een sterk
angstgevoel gedurende den werkingeed kan
doen optreden.
De minister acht het bevorderen van de
aanwezigheid eni het gebruik 'hier te lande
van deze revolvers en patronen niet onbe
denkelijk, mede omdat die voorwerpen wel
in hoofdzaak zullen worden aangewend voor
verboden doeleinden en kwaadwilligen daarin
een gemakkelyk middel hebben, hun doel te
bereiken door b.v. by beroovingen, enz. hun
slachtoffer tydelyk weerloos te maken, ter-
wyi zy mogeiyk voor biyvende gevolgen en
een gestrenge straf, waartoe het gebruik van
gewone vuurwapenen zou kunnen leiden, niet
beangst behoeven te zyn.
De minister heeft thans aan de. commissa
rissen der Koningin te kennen gegeven, dat
het afgeven van consenten voor den invoer
van schyndoodpistolen ern -patronen onge-
wensóbt wordt geacht, er tevens de aandacht
op vestigende, dat 'bedoelde vuurwapenen en
patronen wel te onderscheiden zyn van de
z.g.n. hondenpistolen en knalkurkpistolen,
die een z.g.n. knalkurk tot ontploffing bren
gen, welke ontploffing slechts geluid ver
wekt. Het sohynt toch te zyn voorgekomen,
dat onder de benaming henden- en knalkurk
pistolen ook bedoelde schyndoodpistolen
werden ingevoerd of verkocht.
Voorts heeft de minister er op gewezen,
dat het hem ter voorkoming van net in om
loop brengen van die pistolen, enz., gewenScht
voorkomt, dat alle door de hoofden van plaat-
seiyke politie af te geven machtigingen tot
het voorhanden hebben van vuurwapenen
slechts worden verleend onder de beperking,
dat zy niet gelden voor die z.g. schyndood
pistolen en -revolvers.
OOST-INDIE.
Van een dame en een panter.
Het „Soerab. Handelsblad'' schrijft: Het
zal zeker weinig of mogeUjk wel in 't ge
heel niet voorgekomen zy.n in de jaohtanna-
len van Java, dat een dame op panters en
tygers jacht maakte.
Dat zéér zeldzame geval heeft zich nu in
het Banjo ewangische voorgedaan.
Naar alle regelen by jacht op zulke bees
ten gebruikeiyk, n.L: het vooraf uitzetten
van levend aas in casu 'n geit en nadat
het aas was aangeslagen en een fcoeboek
(een soort van wachthuisje) gemaakt was,
kon, omstreeks twaalf uur 's middags, de
zitting aanvangen.
De eerste proef harerzyds trof ditmaal al
byzonder fortuiniyk. Omstreek» twee uur
tooh kwam het beest (een volwassen imanne-
tjespanter) op zyn prooi aanzetten, om twee
seconden later met alle geitjes der wereld
afgerekend te hebben.
Dit geval nu, met name de positieve moed,
het kalme zelfvertrouwen van deze kranige
Diana, is daarom te merkwaardiger, daar
men vooruit niet met volstrekte juistheid
had hunnen uitmaken, of er een panter dan
wel een koningstyger naar het aas zou uit
komen; de zwaar begroeide boschbodem be
lette n.1. om de sporen goed te kunnen waar
nemen.
Trein bandiet
In den sneltrein van Baitavia naar Cherbou
is by de halte Poerwantara een Ohineeeche
handelaar, afkomstig van Indramajoe, van
een tasch, inhoudende 1800, beroofd.
De berooving geschiedde nog al op bru
tale wyze. Even voor genoemde balei, moet
de trein eenigszins langzaam rijden, met het
oog op de versterking van de baan. De dief
maakte daarvan gebruik, sprong op den
trein, trok zich aan een der zijstangen op
en stak zijn hand door het raampje. Hy greep
de op het tafeltje staande tasch en liet zich
toen weer vallen. Hy verdween in de duis
ternis, eigenlijk vóór iemand wist Wht er
gebeurd was.
LUCHTVAART.
Naar men aan het Haagsche Aneta-kantoor
meedeelt, zullen de Vioker Viking toestellen
voor Nederlandsch-Indië niet voorzien zyn
van 350 P.K. Rolls Roye Eagle motoren, doch
van 450 PJL Napier Lion-motoren. De totale
last van dit type bedraagt 600 K.G. met een
actie radius van 1300 K.M.
Naar Aneta verneemt, heeft de Engelsche
minister van luchtvaart in een Vickers Vi
king vliegtuig een tocht gedaan van Parijs
naar Londen, in 1 uur 55 minuten van de
Seine tot de Theems voor het. House of Com-
mons, vergezeld van den Engelschen minis
ter voor luchtvaart sir Henry Sykes. De
Fransche minister steeg daarna van de
Theems op om te landen op het Vickers-
vliegterrein by Weybridge, waar hy de Vic
kers vliegtuigenfabriek bezocht en o. a. met
groote belangstelling de in aanbouw zynde
vliegtuigen voor den Nederlandsch Indisch en
vliegdienst in ©ogenschouw nam.
Een bekend chirurg uit Londen kreeg Za
terdag te Sudbury in Suffolk een telegram
om dadeiyk te Parijs te komen voor een drin
gende operatie..Hy sprong in een auto em
liet zich naar het vliegveld te Croydon bren
gen1, waar een inmiddels besteld vliegtuig
reeds „slagklaar" stond. Twee uur en 35 mi
nuten later betrad de dokter den Franschen
bodem, waar een auto hem met groote snel
heid te Parijs bracht.
Of de operg#e gelukt is, vonden wy; niet
vermeld.
WAT DE KRANTEN ZEGGEN.
De D j am b i-q u a e s 11 e.
Het „Hbld." schrijft
Het Oranjeboek is thans uitgekomen en
bevat de toegezegde publicatie van de ter
zake der Djambi-o'ntginning met den Ameri-
kaanschen gezant gevoerde briefwisseling.
De Eerste Kamer is dus thans nog intyds
ingelicht, maar des te raadselachtiger wordt
het, waarom de Tweede Kamer van dat alles
niets mocht weten. Op 25 April vraagt de
Amerikaansche gezant namens den Ameri-
kaanschen Minister, op grond dat de Ameri
kaansche Senaat groot belang stelt in de
quaestie en de documenten heeft opgevraagd,
de toestemming van onze Regeering om de
nota van 19 April te mogen publiceeren. Die
toestemming is biykbaar gegeven en niettemin
rept de Minister in de Tweede Kamer met
geen woord van hetgeen gaande is. De Ame
rikaansche Senaat mocht dus wèl de stukken
kennen, die men aan onze Kamer onthoudt,
En terzelfder tyd, waarop de Kamer geroepen
wordt hare beslissing te geven, zendt men
de stukken ter perse voor het binnen enkele
dagen uit te geven Oranjeboek.
Wat hier gaande is geweest kan geen ster
veling benaderen. Boos opzet, kwade trouw
kan het niet geweest zyn; dat ware te dom,
waar immers de Eerste Kamer nog over de
zaak had te beslissen en deze in ieder geval
van de gewisselde stukken zou kunnen kennis
nemen, wyl de Minister van Buitehlandsche
Zaken ze in het Oranjeboek liet afdrukken.
Daar zal wel de noodige voeling tusschen de
beide departementen hebben ontbroken en
tevens by den Minister van Koloniën een
goed begrip zoowel omtrent de beteekenis
der Amerikaansche interventie als omtrent
hetgeen eene behooriyke parlementaire be
handeling beduidt.
Laten wy de betoonde onbenulligheid voor
wat ze is de Tweede Kamer zal daarover
nog wel het hare zeggen en vragen wy
ons liever af, welke beteekenis de gewisselde
stukken hebben voor bet fond der zaak.
Het Hbl. gaat -dan na, welke stukken ge
wisseld zyn, en komt tot de conclusie, dat
men elkaar heeft misverstaan, omdat van
veerszyden de zaak niet als „bussiness" heeft
begrepen en behandeld. Het blad vervolgt dan
Ware de zaak van het begin tot het eind
door kooplieden in de plaats van door regee-
ringspersonen behandeld, het misverstand
zoude zeker niet zyn ontstaan. Men zonde
zich dan niet hebben verdiept in vergeiykende
beschouwingen over de beginselen der belde
mynwetgevingen men zoude zich niet, terwyi
de eene party doènde was de Djambl-zaak af
te sluiten, van weerszyden met algemeenheden
hebben tevreden gesteld, maar men zonde
hebben gesproken over de eenige zaak, waar
over te spreken viel, de wyze van exploitatie
van de Djambivelden, toch waariyk niet eene
zaak van vandaag of gisteren. 'Hadde de
Amerikaansche Regeering positief gevr. agd,
of eene Amerikaansche maatschappy, ingericht
op den voet onzer mynwetgeving, deel zou
kunnen nemen in de ontginning, dan van
tweeën eenóf onze Regeering had dit ge
weigerd en men had in Amerika dadeiyk ge
weten, waaraan men toe was, öf zy had erin
toegestemd en dan had men dadelyk kunnen
preciseeren op welke wyze dit zou geschieden.
Thans heeft men op vriendschappelyke wyze
langs elkander heen gepraat, tot op het laatste
oogenblik bleek, dat men, wat de concrete
zaak betreft, elkander had misverstaan.
Vraagt men waar in dezen de grootste
schuld berust, dan gelooven wy, dat die aan
de Amerikaansche zyde moet worden gezocht.
Daar had men, wetende of ten minste behoo-
rende te weten, wat er ten onzent betreffende
de Djambivelden reeds te doen was geweest,
veel actiever en veel concreter in zyne voor
stellen moeten wezen; daar had men, lang
voor het Diambi-ontwerp werd ingediend, met
onze Regeering over de mogelyke deelneming
van Amerikaansche belangen in de ontginning
der velden in contact moeten treden; zeker
had men niet, toen in November 1920 uit het
ingediende ontwerp bleek, dat de Regeering
had besloten met de Bataafsche alleen in zee