VRAAGT Het Meisje van hiernaast NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. VOLHAWPING'S BROOD is van de allerbeste hoedanigheid. No. 5440 ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1921 49e JAARGANG BUITENLAND. DE OPPERSTE RAAD. Het bezette gebied. De Dardanellen. Engeland en Frankrijk. DUITSCHLAND. De verdeeling van Opper-Silezië. FRANKRIJK. ..En zoo maar voort.. Uitstellen. IERLAND. ITALIË. Loonsverlaging. RUSLAND. Ingezonden mededeellng. WERK, ONTSPANNING, SLAAP. FEUILLETON. „Het is nog net een jongen, niet?'' vroeg zij. Wordt vervolgd. COURANT ABONNEMENT PER 3 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING: Heldersche Courant f 1.50; fr. p. p. binnenland I 2.—, Ned. 0. en W. Imdië p. zeepost f2.60; ld. p. mail enoveiige landen f4.20. Zondagsblad resp. f 0.57°, f 0.75, f 0.85, f 1.25. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25,f 1.25, f 1.60 Losee nummers der Courant 4 ct., fr. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag REDACTEUR-UITGEVER: O, DE BOER Jr., HELDER Bureaiu: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 60 Poet-Giro rekening No. 16066. ADVERTENTIEN 20 ct. p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombr. als redac. tekst) 60 ct. Kleine adv. (gevr., te koop, te buur) v. 14 reg. 60 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitto.(adres: Bur. v. d. bl. en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra)Pew.-no. 4 ct. Alle prijzen tijd. verb. met 10% papierduurtetoesl. Op- en ondergang van Zon en Maan en tl|d van hoogwater (Texel). (Z o m e r t y d). Maan Zon Hoogwater Aug. Zondag 14 a. Maand. 15 Dinsdag 16 Woensd.17 Dond.d. 18 Vrijdag 19 Zaterd. 20 op: 5.43 m. 6.21 6.54 7.23 7.49 8.12 8.35 ond.: op: ond.: v.m.:n.m.: 1.47 5.42 8.26 2.41 5.43 8.24 1.38 5.45 8.22 4.38 5.46 8.20 5.39 5.47 8.18 6.42 5.49 8.16 6.— 7.10 8.— 8.35 9.5 6.45 7.40 8.25 9.5 9.35 9.4010.5 7.46 5.51 8.1410.15 10.40 De verdeeling van Opper-Sllezlë. Over de nieuwe voorstellen der Commissie van deskundigen is men het al evenmin eens kunnen worden. Het aangenomen stelsel van toekenning der steden met meer da'n 2/8 Duitsche meerderheid aan Duitschland geeift den Duitsohers een grooten voorsprong. Van de vijf groote steden in de nijverheidsdrie hoek hebben vier: Kattowitz, Königshütte, Beuthen en Gleiwiitz hij de volksstemming een Duitsche meerderheid van meer dan 2/8 opgeleverd, zoodat ze zonder meer aan Duitschland zullen worden toegekend. Slechts in Hindenburg blijft de Duitsche meerder heid, hoewel groot, beneden de 2/3. Deze groote steden en hun omgeving toeslaan ech ter niet het geheele nij verh eidsgetoied. De deskundige Commissie had nu uit te maken in hoeveel van elkaar onafhankelijke sferen de industrie-driehoek: kon worden verdeeld. Haar voorstel kon echter de goedkeuring van Lloyd George en Briand niet wegdragen. Donderdag werd er nog den heelen morgen over gepraat, doch tot een resultaat kwam het niet. De Parijsche Avondbladen, die eerst op verzoek van hoogerhand Lloyd George ontzagen, lieten Donderdagavond dan ook een scherper geluid hooren. Zij merkten op, dat het Frankrijk's schuld niet is, als alles misloopt, omdat Lloyd George slechts een minimaal stuk van Opper-Silezië aan Polen wil geven. Hier zit zegt de correspondent van de „N. Rott Crt." te Parijs blijkbaar een dreigen op consigne achter. Desniette min zien de dingen er nog niet gevaarlijk uit. Men is het principieel eens geworden en wist eigenlijk vrij nauwkeurig hoe de dingen stonden, toen de eerste toenadering plaats vond, Het lijkt nu het meest nog op een laat ste worsteling voor de eindstreep. In ieder geval moet voor het einde dezer week uitge maakt zijn hoe Europa er verder in politiek opzicht zal uitzien. De „Temps" geeft eenige inlichtingen over het werk der deskundigen, dat nu afgeloopen is. Zij hebben het indus triegebied vergroot, zoodat dit begrip nu een land met een bevolking van 520 duizend zie len omvat, waarvan 280 Duitsch en 240 Poolsch gestemd hebben. Dit gebied is in gedeeld, maar de verdeeling in districten is heel erg lastig. Toch is het tenslotte gelukt, en nu zal de Opperste Raad de grens daar- tusschen moeten vaststellen. De Engelschen, hierbij gesteund door Ita lië, schenen evenwel niet tot concessies be reid en houden vast aan de z.g. Marinis-linie. De Franschen achten dit voorstel echter on voldoende. Intusscbon is Lloyd George naar Londen vertrokken, hetgeen verband houdt met de Iersche quaestie. Lord' Curson ln wlen de Franschen nog meer dan in Lloyd George een tegenstander zien is evenwel te Parijs gebleven. Naar de „Corrière della Sera" uit Parijs verneemt, is de Italiaansche minister van financiën in die financieele conferentie opge- ikomen voor een aanmerkelijke verlaging van de kosten der militaire bezetting in het Rijn land, die thans aan Duitschland's draagkracht te zeer afbreuk doen. De leden van den Oppersten Raad hebben met Lloyd George ingestemd1, toen deze be treffende de kwestie der Dardanellen, op de wenscheljjfcheid wees, om de groote uitga ven, welke de bescherming van de zeeëngten van de geallieerden eischen, te beperken. Een beraadslaging met de militaire deskundigen werd echter noodig geoordeeld, voordat een officieel plan aan de conferentie kon worden voorgelegd, dat de vrijheid en de veiligheid der Dardanellen zou kunnen verzekeren met een minimum van kosten. Naar de lezer zich zal herinneren, was de rede, die Lloyd George over de verdeeling van Opper-Silezië in den Oppersten Raad hield,heftig en scherp ten opzichte van Frankrijk. Daarom baarde het eenige ver wondering, dat de Fransche pers, die een vorige maal zoo uiterst fel tegen Lloyd Ge orge optrad), thans zijn woorden trachtte te verzachten. Blijkbaar op aandrang van de Fransche regeering. Alleen Pertinax van de „Echo de Paris" heeft geen blad voor den mond willen nemen. Hij schreef: De heer Lloyd George heeft zich laten ver leiden een redevoering te houden, waarin hij de buitensporige geschiedkundige theorieën heeft herhaald, welke zijn beruchte rede van 13 Mei kenmerkten. Opper-Silezië heeft lan ger aan het germanisme behoord dan Nor- manddë deel heeft gehad aan het leven van de Fransche gemeenschap! Normandië n.b., dat, in de Xle eeuw, zoo krachtig en zoo duurzaam onze beschaving aan Engeland heeft meegedeeld! Silezië, dat, ingelijfd bij het Bohemien van de XlVe eeuw, onder de Habsburgers en zelfs onder de Hohen'zollerns zoozeer de kern van zijn Poolsch karakter heeft behouden, dat de langdurige overheer- sching, welke het ondergaan heeft, niet de zwakheid, maar de kracht van zijn oorspron kelijke nationaliteit deed kennen I In naam van deze beweringen, welke on vermijdelijk leiden tot de meest partijdige interpretatie van het plebisciet van 20 Maart, stelt men ons voor de keuze om öf de rege ling in Downing Street voorbereid, te aan vaarden, öf niet meer te rekenen op de En tente Cordiale. Werkelijk, dat is toch wel wat al te veel verwaandheid! Het slappe antwoord van Briand heeft de Fransche positie niet hersteld. En hier is iets buitengewoons gebeurd-. Besloten om toe te geven, heeft Briand zijn Engelschen collega doen opmerken, dat diens uitingen het Fransche volk niet tot het oefenen van geduld zullen brengen. Hoe zouden die uitingen weggemoffeld kunnen worden? Lord Riddell, belast met de voor lichting van de pers, had reeds aan de jour nalisten de hoofdzaak van de toespraak van 2ijn chef meegedeeld. Geen nood! Het Fran sche ministerie van buitenlandsche zaken zal officieel verklaren, dat de tekst, meegedeeld door den Britsohen voorlichter, niet een ge trouwe weergave Is. Aldus is geschied. Tus- fech-en haakjes zij hier opgemerkt, dat de Quai d'Orsay zich wel gewacht heeft den juisten tekst te doen kennen. Aan het dejeuner, door Briand Lloyd Ge orge aangeboden, is tot de manoeuvre beslo ten en is het accoord ln beginsel tot stand Ingezonden mededeetlng. Dros' Advocaat gekomen. De chef van het Londensche ka binet staat er niet langer op, dat de indus- triee-le driehoek beschouwd zal worden als een ondeelbare eenheid. Hij aanvaardt de verdeeling, maar welk een verdeeldn-g! En onze premier berust. „Men ma-g de Entente Cordiale niet verbreken voor O.-S. en voor Polen!" Restte nog slechts de deskundigen óp de kaart de zoo juist genomen beslissing te doen uitwerken. 'En Pertinax eindigt zijn bittere boutade aldus: 'Terwijl men den terugtocht aanvaard' heeft op de hoofdzaak van het probleem, heeft de Fransche zaak al niet beter stand gehouden ln de quaestie der versterkingen;, een quaes tie, welke, volgens de hoogste autoriteiten, door den Raad beslist moest worden vóór alle andere zaken. Het Fransche volk zal zeer voldaan zijn te vernemen, dat generaal Le- rond toegestaan is te pleiten voor verster king van het geallieerde garnizoen. Hij heeft inlichtingen gegeven over het leger van 40.000 man, door generaal Hoefer gevormd. Hij heeft uiteengezet, dat dit leger steeds bij de hand is, verborgen in Ben-ed-en-Sllezië en Midden-Silezië. Zijn vrijwilligers zijn terug gekeerd noch naar Beieren, noch naar Prui sen, nooh naar Wurtemberg, waar zij thuis hooren. Eenige duizenden Stosstruppen, o. w. 4000 Beieren, zijn, vermomd als land- bouwarbeiders, gebleven in de districten Lo-ebnitz, Kosel en Ratibor, bereid om op het eerste sein te antwoorden. De ontwapening heeft 250 geweren en een mitrailleur opge leverd! Maar waartoe al- die bijzonderhe den, daar tenslotte toch de Du-itschers in hoofdzaak hun zin krijgen? De woorden van generaal Lerond zijn ins Blaue hinein ge sproken. En terwille van die quaestie der ver sterkingen hebben wij een paar weken ge leden te Berlijn gedreigd en sloegen wij te Londen een bijna brutalen toon aan! Bestaat er eigenlijk wel een Fransche politiek? De Berljjnsche correspondent van het (Pa rijsche) Journal heeft een onderhoud gehad met Wlrth, den Duitschen rijkskanselier, die oja. verklaarde dat bij een voor Duitschland ongunstige beslissing inzake Opper-Silezië rekening dient gehouden met een geweldi gen terugslag in Duitschland. HJj wraakte verder met den grootsten nadruk de aantij ging dat hij zou hebben getracht In de kwes tie der versterkingen een wig tussohen Frankrijk en Engeland te drijven. Duitsch land toch heeft het grootste belang ,bij een vredespolitiek. De kanselier herhaalde dat de Duitsche re geering vastbesloten is de aangegane ver plichtingen na te komen en gaf ten slotte een uitvoerig overzicht van het financieele program en de nieuwe belastingen, wier op brengst op 80 milliard wordt geschat. Een rooverbende. Naaide Lokal Anzeiger uit Bromberg ver neemt, is een rooverbende het kasteel Kru- schin binnengedrongen en heeft het geplun derd, na den eigenaar Altoert Ulrich, zijn vrouw, zijn schoonvader en dienö zoon, een knecht en een dienstbode te hebben ver moord. Sleohts een kind van zes nüaanden is gespaard gebleven. Hoezeer men in Frankrijk nog leeft onder den druk der Duitsche bedreiging blijkt wel uit het volgende bericht, dat de „Homme Libre" aan zijn lezers in vollen ernst voor zet. Het blad weet te vertellen, dat er dezer da gen te Berlijn eene vergadering van den oor logsraad is gehouden, waaraan Ebert, Wirth, twee of drie ministers en hooge militaire autoriteiten, onder wie Ludendorff, deelna men. Men heeft zich bezig gehouden met de vraag of Duitschland, ingeval de oplossing van de Silezische kwestie het niet zou be vallen, in staat zou zijn oorlog te voeren te gen Frankrijk en Polen. Het antwoord' der vergadering, was met uitzondering van de opvatting van een jongen generaal en een, staf-kolonel, eensluidend en wel, dat het oogenblik slecht gekozen was voor een oor log daar Duitschland niet voldoende gereed was, en het beter was te wachten. Twee nieuwe treinberoovingen. Toen Dinsdagmorgen om vijf uur de snel trein BordeauxParijs het station Aubrais verliet, wierp een reiziger in een derde klasse coupé zich op een medereiziger, die ingeslapen was, wien hij zijn portefeuille ontrukte. De aangevallene, die ontwaakte, riep om hulp, met het gevolg, dat de roover, die inmiddels uit den trein was gesprongen, door een stationsbeambte werd gegrepen! Dienzelfden morgen meldde zich een hoog leeraar van de universiteit van Oxford bij den stationchef van St Brieux, met klacht, dat hem gedurende zijtn slaap tijdens de reis tusschen Llson en Lamballe—Ï5t Brieux, zijn portefeuille met 8000 fra wtas ontstolen. Met de grootste zorg blijkbaar was de zak van zijn jas van buitoni opengesneden. De professor kon geen enkele nadere aandui ding geven van den dief, die ongetwijfeld een „vakman" moet geweest zijn. Het volgende vinden wij in „Het Laatste Nieuws": Uitstellen. Een groot openbaar gebouw dreigt gedeel telijk in te storten. Een afgevaardigde zal er verslag over uit brengen. Het bestuur zal er eens over na denken. De raad zal de kwestie in overweging nemen, onderzoeken en beschouwen. Een kommissie zal er zich mede bezig houden. Een tweede verslag zal er over uitgebracht worden. De gouverneur zal het in beraad houden. In de bureelen zal men het bestu- deeren. Een derde verslag zal uitgebracht worden. De ministerieele hooge ambtenaren zullen er al hun aandacht aan wijden.De quaestie is zoo omslachtig, dat men ze aan alle zijden dieper en nader zal bekijken. Be trokken overheden zullen eerst nog geraad pleegd worden. Een vierde verslag zal uitge bracht worden. De regeering zal haar best doen om het tot een goed einde te brengen zelfs als er nog geen begin is. De Kamer zal er eens over interpelleeren. De Senaat zal er een vraag over stellen. Een vijfde verslag zal uitgebracht worden. De minister zal zalvend verzekeren, dat alles in orde is. Alles zal ook in orde zijn. Het geheele ge bouw stort in. Als het niet ingestort was, zou het een mirakel geweest zijn. En mirakels behooren niet meer tot de orde dezer wereld. Uitstellen, verdagen, verschuiven, rekken, aarzelen, wachten; de Vlaamsche kwestie; de tutoerculose-toestrijding; de hervorming van hvt onderwijs; de drinkwatervoorziening in {te verwoeste gewesten; de toepassing van tientallen wetten, besluiten, regelingen, maat regelen, bevelen, voorschriften.... 't Is meer dan Belgisch; 't is Europeesch. Waar blijft het Nederlandsch-JRelgische ver drag? Wanneer schaft men de toepassing heelemaal af? Wanneer beslecht men voor vast de Opper-Silezische kwestie? Als geheel Rusland één pesthol zal zijn, en de eene helft er aan honger en de andere aan de vreeseiijkste ziekten zal bezwekën zijn, dan zal men de maatregelen om het te roei den in overweging nemen. Het antwoord van de Valera op de Engel- sche regeeringvoorstellen nopens een Ier sche regeling is Donderdag aan Chamber- lain, bij afwezigheid van Lloyd George, over handigd. Ghamberlain zeide, toen hij dit feit in het Lagerhuis mededeelde, dat hij de Valera's antwoord onmiddellijk aan den eersten mi nister te Parijs had doorgezonden. Deze keerde Vrijdag naar Londen terug. Uit goed ingelichte bron verneemt men, dat het antwoord van de Valera beschouwd wordt, het voortzetten van de onderhandelin gen mogelijk te maken, en niet erop bere kend is, hun toekomstigen loop in de waag schaal te stellen. De federatie der textielarbeiders te MUbbji in congres bijeen, heeft in antwoord op den eisoh der patroons om de loonen te wijzi gen ten einde de concurrentie te kunnen vol houden, besloten tot algemeens staking op- heden, indien de industrleelen bij hun be sluit blijven. Uit Kopenhagen wordt gemeld, dat de volkscommissaris voor opvoeding, Loenat- jarski, in de Prawda een verschrikkelijke schildering geeft van den toestand der Rus sische kinderen in de hongergebieden. In Saratof huizen duizenden kinderen on- Work, ontspanning en slaap, van elk aohit uren per dag, doen wonderen voor do ge zondheid. Duizenden genieten eobter veel te weinig slaap en besteden te wednig tijd aan ontspanning zij verstoren heit even wicht der lichamelijke gezondheid door over matig werk. Overwerking overlaadt het bloed met af gewerkte stoffen en urinezuur. De nieren warden overspannen en verzwakt door hun eindeloozen strijd om een dusdanige hoe veelheid uit het bloed te filtreeren .Dienten gevolge doen zich verschijnselen voor als rugpijn, urinekwalen, rheumatische pijnen, waterzuchtige zwellingen, duizeligheid* hoofdpijn, een vermoeid gevoel, enz. Paster's Rugpijn Nieren Pillen geven de nioodige hulp, als de nieren verzwakt njjig. Gepaard gaande met een verstandige leef wijze vermijding van ©verwerking, i«n* naar bed gaan, zwaar verteerbare spijzen en alcohol; en door te zorgen voor de noodiae ontspanning en slaap versterken Posters Pillen de nieren en regelen zij de blaas. Zfl doen de pijnlijke waarschuwingen van nier- zwakte verdwijnen en voorkomen de ontwik keling van rheumatiek, steen in de nieren en blaas, waterzucht, Ischias, iüar- en blaas ontsteking enz. Onthoudt echter, dat als -gij weder 'gezond zflt, gij moet trachten gezond te bleven zon der geneesmiddelen. Iedere echte dqps Faster's Rugpijn Nieren Pillen draagt de handteekenlng va» James Poster. Te Helder verkrijgbaar bij A. ton Klooster, Keizerstr. 98, f 1.75 per doos. Naar het Engelsch van RUBY M. AYRES door W. J. A. ROLDANUS JR. o 1) HOOFDSTUK I. Zij woonde in het huis naast me. Ik heb nooit veel om vrouwen gegeven en ik igeloof izeker, dat ik gedurende mijn aardsch bestaan naast deze geleefd zou kun nen hebben zonder haar te kennen, wanneer het Noodlot en Don onderling niet besloten hadden^ dat mijn aandacht tot haar getrok ken moest worden. Tenminste in den beginne schreef ik zulks toe aan het Noodlot en Don, maar later was ik daar zoo zeker niet meer van en nog latex begon de overtuiging langzamerhand vaster voet 'bij mij te krijgen, dat het Noodlot en Don er absoluut niets mede te maken hadden, en kwam ik tot de conclusie, dat het het meisje zelf was. Zooals gezegd heb ik nooit veel om vrou wen gegeven; in de eerste plaats heb ik ze nooit goed begrepen wie onzer doet dat Jtel? maar ik vermoed, dat, wanneer twee ™inenj aan elkaar grenzen met als afschei- p11!? een heining van 6 voet en wanneer te mand boven op die heining zit en tegen j6 rug op bevelenden toon: „Hei daar!" zegt, te minder dan een mensch moet zijn, ala je niet omkijkt. Ik mag nu vele dingen zijn, maar ik ben niet minder dan een mensch; dus keek ik verbaasd en verwonderd om «n ik zag, voor zooYer ik weet voor het eerst van mijn leven, het gezicht van het meisje naast me. Wanneer u mij een beschrijving van haar vraagt, moet ik bekennen, dat het me op het eerste gezicht niet op viel, dat zij knap WflS. Om te beginnen had zij kort geknipt haar, het leelijkste kapsel vond Ik, dat ik totdus- verre ooit gezien had niet dat ik ooit bij zonder veel notitie genomen heb van het hiaar van een vrouw, maar het viel mij op, omdat het, zooals gezegd, zoo buitengewoon leelijfc gekapt was en de stralen van de avondzon er een als door vlammen gekleurd aureool om het hoofd van het meisje van ■maakten. Daar zij de eenige persoon _was,die ik zag, trok ik de conclusie, dat zij„Hei daar!" tegen me gezegd moest hebben. Derhalve legde ik mijn courant neer eü vroeg haar koud-beleefd: „Pardon, maar hebt u tegen; mij gespro ken?" (Het meisje gichelde. „Ja," zeide zij kalm. „Ik wou graag weten of Don er al is, daar hij gezegd heeft, dat hijinet de thee hier zou zijn." Het is geloof Ik, maar het beste, dat ik hier dadelijk zeg, dat Don een buitengewoon knappe jonge man is en toentertijd toen hij zijn koning en zijn Vaderland nog niet als dapper lid van den Koninklijken Luchtvaart dienst diende bij mij woonde. We zijn geen familie, maar zijn vader was mlijn grootste vriend, en toen hij stierf, liet hij Don bij wijze van legaat, waarvoor ge zorgd en dat opgevoed moest worden, na. Don was toen veertien, een schrale jongen met lange beenenl en een neus vol sproeten en een grooten mond en een talent om zich ln moeilijkheden te brengen, een euvel, waar aan zelfs de tijd en de discipline van Zijner Majesteits strijdkrachten) hem nog niet had den kunnen genezen op den dag, dat het meisje naast me over de heining keek en „Hei daar!" zeide. Later heb ik mij afgevraagd, of dat wel een damesachtige manier was om zich aan mij voor te stellen, maar het was zooals zij mjj later verklaarde de eenige manier, die haar toen in de gedachte vieL Don zou dien middag met verlof komen een' laatste verlof, voor hij de zee over trok en hoewel ik den geheelen dag op den verwelkomenden klank van zijn stem gewacht had, vond ik het toch erg vervelend te merken, dat iemand aan den anderen kant van de heining met blijkbaar evenveel onge duld op hem wachtte. Ik hoop, dat zulks aan mij te zien was, toen ik stijf antwoordde: „Donald, als u tenminste Domiald bedoelt, Is nog niet thuis." Het meisje lachte hartelijk. „Kom nou, u noemt hem nooit Donald," zeide zij. „Hoe weet u dat?" vroeg ik geprikkeld. „Omdat ik het weet!" antwoordde zij. „U schijnt heel veel te weten!"- waa de eenige en vrij zwakke repMek, die op dat oogenhlik bedenken kon. Ik zat nog steeds omgekeerd ln mijn stoel, daar Ik mij had moeten omdraaien om naar haar te kijken, en daar dat geen) makkelijke houding was, zette ik mijn stoel heelemaal om, zoodat ik haar recht in haar gericht zien 'kon. „Dat Is beter," zeide zij. Haar blikken na men mij critisch óp. „U ziet er niet zoo oud uit als ik dacht dat u was," was haar vol gende opmerking. „Don heeft mij gezegd, dat hij dacht, dat u tegen de veertig liep, maar daar ziet niet naar uit." Nu vraag ik u, als onpartijdige lezers: wat zoudt U in deze omstandigheden gezegd 'heb' ben? Wat zoudt u hebben kunnen zeggen? Niets, vermoed ik, dus precies hetzelfde wat ik deed. Een stilte van eenige minuten volgde „Het is toch zeker, dat hij vandaag komt?" vroeg zij dan. Ik haalde een briefkaart uit mijn zak. „Die Is vanochtend gekomen," zeide ik koeltjes. „Misschien wilt u zelf wel even le zen wat hij schrijft" „Ik bedoelde het ais een berisping, maar daar zij haar hand gretig uitstek, bleef er voor mij niets over dan op te staan en haar de briefkaart te brenger! Don zond m|j nooit iets anders dan brief kaarten. Hij zeide, dat het leven te kort was, om den tijd te verknoeien met brieven schrij ven, maar voor deze gelegenheid bad hij tijd gevonden dit ulevel-rijmpje te dichten: „Om vier uur kan ik komen!, Dan is het werk gedaan; Aohtdagen blijf ik bij u, Voor wij de Hunnen straffen gaan." Het meisje las de briefkaart zwijgend en gaf die dan aan mij terug. Er speelde een flauw glimlachje in haar oogen, toen ze de imijne ontmoetten. „Donald," antwoordde ik, „is tween-en- twintig en een gediplomeerd vliegenier." „Dat weet ik, maar hij is toch precies eea jongen," hield zij voL Ik ging terug naar mijn stoel als een pro test tegen haar koppigheid en in de verwach ting, dat zij naar naar eigen tuin zou reti- reeren, doch zij bleef waar zij was, en keek, met een kleinen) rimpel tusschen haar oogen, over de rij tuinen, waarvan de hare er een, en de mijne er een waren. Nu ik haar weer eens opnam, moest ik tegen mijn zin bekennen, dat zij was wat heel veel mensohen, en ongetwijfeld Don incluis, knap zouden noemen. Zijhad heel blauwe oogen even blauw als het ruiker tjes viooltjes, dat zij in haar witte japon droeg, een mond, die zich dikwijls tot glim lachjes plooide, maar iets melancholieks had, wanneer zij ernstig was, en een vaste, ronde kin, die erop wees, dat de jonge dame een eigen willetje had daar hebt u nu per slot van rekening toch een; beschrijving van haar! En ik twijfel er niet aan, of iedereen, die meer belang stelt in vrouwen dan ik, kou haar een heel bekoorlijke verschijning in den iniddagzonnesohijn gevonden hebben. Zij scheen volkomen onbewust van mijn kritiek te blijven en zeide plotseling: „Er zijn in den laatsten' tijd verschrikke lijke ongelukken in den Lucht/dienst ge beurd." Ik kreeg een gevoel, als of zij mijn hart met onzachte vingers aangeraakt had. „Het feit, dat Don naar Frankrijk gaat, zal ze niet erger maken," zeide ik met een voor gewende onverschilligheid. Weer sprak zij mij vierkant tegen. „Dat zal het wei," zeld© zij. „Dat ml het wel, als u van hem houdt En u houdt toch zeker van hem?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 1