ADVERTEERT HELDERSCHE COURANT IET HEEST GELEZEN BLAD TE HELDER EN OMSTREKEN IN DE Dienstregeling Holl. Spoor. kan thans het gevaar voer allen als gevekon beschouwd worden. De oorzaak ls tot heden nog niet gevonden. Tegen prijsopdrijving. De nrelkslijters, die melk leverden In de nieuwe wijk aan de Brasserskade te Delft, hebben den prijs van 21 ets. per liter terug mjoeten brengen op 18 ets. per liter, omdat de aan dien weg wonende landbouwers die van do slijters 14 ets. per liter ontvingen direct uan de consumenten leverden tegen 18 ets. per liter; enkelen tegen 16 ets. per liter. Geheimzinnige brand. Zaterdagnacht kwart over twaalf bemerkten bewoners van de Sleeperssteeg, een der zij- stegen van de Kromboomsloot te A'dam, dat er brand was uitgebroken in heit achterhuis van Kroryboomsloot 7, dat in genoemde steeg uitkomt. Het wordt gebruikt als een pak- huisje voor oliën en verf. De vlam sloeg zoo geweldig fel uit, dat de ruiten van een tegen over liggende woning in de Sleeperssteeg sprongen, het houtwerk vlam vatte en het pleisterwerk van den muur omlaag viel. De consternatie in de buurt was groot en de brandweer ondervond door het dooreen loopende publiek hinder bij het uitleggen dei- slangen. Met twee slangen op de motorspuit werd onder leiding van den waarnemenden com mandant Lodewijks en hoofdbrandmeester Förch de brand gebluscbt. Gelijkstraats en één hoog, benevens een gedeelte van twee hoog brandden geheel uit. Wat er voor artikelen in het pakhuis wa ren, vermocht de brandweer niet te ontdek ken. Ook de eigenaar is zoek en is tot op dit ©ogenblik, nog niet gevonden. Eigenaardig is, dat buren hem vijf minu ten voor het uitbreken van den brand het huis zagen verlaten. Bedenkelijk verschijnsel. Hier en daar op de Veluwe ziet xnen een enkelen appel- of pereboom voor de tweede anaal reeds in dezen zomer in bloed staan. Als gevolg van de droogte zijn vele vruchtboo men reeds geheel bladerloos, zooals het loof- bosch nu dan ook al in de volle pracht van herfsttinten prijkt. De regen en de broeiige warmte van de laatste dagen doet echter aan de bladerlooze vruchtboomen de vruchtknop pen, die zich voor het volgend jaar reeds gezet hebben, zwellen en dientengevolge ra ken enkele hoornen nu reeds in bloei. Op 'n enkele plaats staat 'n appelboom, waaraan de appels van dit jaar nog hangen, in vollen bloei. In U-gehelen bij Apeldoorn is zulk een wonderlijk exemplaar te zien. Voor den fruitoogst in het volgend jaar voorspelt dit verschijnsel weinig goeds, 't Is te vreezen, dat, ook al loopen straks niet alle knoppen uit, toch de vruchtboomen in vollen bloei geraken, de knoppen te veel zwellen en niet sterk genoeg zijn, den winter met felle vorst door te komen. Kindermoord. Te Tiel werd een 66-jarige vrouw uit Rum/pt gevankelijk binnengevoerd, die op 6 Augustus een kind waarvan haar 26-jarige dochter in het geheim was bevallen, met een mes had gedood. Het lijkje werd op een mest vaalt begraven en varkens hadden het liphaampje blootgewoeld en geschonden. De dader-es legde reeds een volledige bekentenis af. Anto tegen een pui. Veel-liefhebbers. Door de woestijn. waarbU drie vllegstennpunUui rlobt, Op den terugweg verzamelde de oolonne 11 vraohtauto'i, die bU vroegere doorsuijdings pogingen waren blUven liggen en sleepte ze naar Algiers. Deze schitterend geslaagde proef van een doortrekking dwars door de woestUn geeft opnieuw een bewUs ervoor, welke gewichtige rol aan den motorwagen bU de ontsluiting van wegenlooze gebieden toe komt. Steinach's bestrijding van den ouderdom Een enquête onder Japansche dienstboden. Een philantro-pische vereeniging in Japan heeft een onderzoek ingesteld naar de vraag, wat dienstboden het meest bezighoudt. Deze instelling richtte zich tot drieduizend gedien stigen en naar verluidt, moeten er re>- 'a tweeduizend antwoorden zijn binnengeko men. „Wat hindert tl het meest?" aldus luidde de eerste vraag; 1625 ondervraagden heb ben hier zonder aarzelen op geantwoord, dat onder de dingen, die' haar hinderden, in de eerste plaats de onverdiende verwijten vielen, die zij zoo vaak te slikken kregen. 1036 anderen vonden het vervelend, steeds ge noodzaakt te zijn, zoo laat naar bed te gaan. Men moet namelijk weten, dat het in Japan de gewoonte is, dat de vrouwelijke bedienden hare meesteres steeds goedennacht wen- schen, hoe laat deze ook mogen thuiskomen. Wat verschaft u het meeste genoegen?" luidde de tweede vraag. Een meerderheid van 1858 dienstboden was het er over eens, dat dit het ontvangen van verdienden dank van haar meesters was. „Een beetje geld" en „wat vrije tijd" konden leder slechts een stemmenaantal krijgen van 1055. De meest geliefde ontspanning van de Japanners ls natuurlijk ook de bioscoop. 1896 verklaarden dit zonder omwegen, terwijl het theater slechts een minderheid van 260 kon beha len. En slechts zeven kamermeisjes verklaar den, dat zij haar werk de aangenaamste be zigheid vondenI De laatste vraag luidde, wat of zij nu wel boven alles verkozen en 1673 antwoordden dat zij het allerpleizierigste vonden, als be- loorend-e tot de familie te worden behandeld; 723 stelden zich al met een .beetje vriend schap en goedheid tevreden en eenzelfde aantal verlangde niets meer dan slechts eens per maand een rustdag. Twee meisjes met elkaar verloofd. Voor de New Yorksche rechtbank diende dezer dagen een zaak tegen een meisje, dat zich had verkleed als een jongen en deze travestie maandenlang volhield. De vermom ming scheen zoo 'goed geslaagd te zijn, dat zij de dwaasheid aandurfde zich te verloven met een! ander meisje. Maar weldra kwam het bedrog uit en het bedrogen meisje diende een eisch tot schadeloosstelling. De beklaagde is een kamermeisje. Zij noemde zich Jack Brown. De idylle begon verleden jaar te Monticello, een zomerver blijf, zestig mijlen van New York, het slacht offer van het bedrog, kreeg een betrekking in oen! klein hotel, waar „Jack" bediende was. „WU wandelden dikwijls ln den mane schijn zoo vertelde Mary aan den rechter, „en wij verloofden ons, op voorwaarde dat wij pas zouden trouwen, als Jack genoog geld zou hebben opgespaard". ilenige maanden geleden werden] do min nebrieven van Jack schaar,scher en ton slotte lieven ze heelemaal weg. Daar zij het adres wist van Jack's ouders, schroot zij hun om berichten omtrent Jack. Doch do ouders ant woorden haar, dat zij geen zoon hadden. Een onderzoek bracht toon aan hot licht, dat haar verloofdo een meisje was geweest. De photo's van „Jack" toonen oen lcnap- ien clean-ahaven jongen man met oon hoog, ntelllgen-t voorhoofd. HIJ had Mary wljsgo- moakfc, dat hij oen middeltje gebruikte dat de haren van het gelaat met de wortels en al wegnam, waardoor soheren overbodig werd. Een voorgevoel bewaarheid. Te Clacton-on Sea in Engeland is dezer da gen een man, die daar met zijn vrouw een bad nam, plotseling door den sterken stroom gegrepen en meegesleurd, zonder dat men hem kon redden. Zijn weduwe vertelde later, dat zij voor eenige weken een vreeselijken droom had gehad, waaruit zij had kunnen opmaken, dat er op den eersten verjaardag van hun huwelijk iets vreeaelijks zou gebeu ren. Dit had haar zelfs zoo aangegrepen, dat zij ©enigen tijd in een sanatorium had moe ten doorbrengen. Op den eersten verjaardag van hun huwelijk was zij daaruit ontslagen en voor haar gezondheid met haar man naar Clacton gekomen; denzelfden dag werd haar vreeselijke droom werkelijkheid. Slavinnen in de Lampongs. „Minak Njoekang" vestigt er in de „Kaoem Moeda" de aandacht op, dat er thans in de Lampongs nog vele vrouwen zijn, die als sla vinnen leven. Die vrouwen zijn zij, die de mannen, tot tweede vrouw tot zich nemen. Het is daar gewoonte, verklaart schrijve^, dat een dochter van gegoede ouders bij haar huwelijk een meisje, verwekt bij een tweede vrouw, mee krijgt, dat de man dan tot 2e vrouw aanneemt. Dit heet althans zoo, maar in werkelijkheid dient dat meisje als hulp in de huishouding en wordt zij behandeld als een slavin. Vele mannen wier vrouwen geen slavin nen van de ouders meerkrijgen, nemen dan een tweede vrouw om als zoodanig dienst te doen. Ze komen zelfs op Java, trouwen daar onder mooie beloften een vrouw, nemen haar naar hun land mee, waar ze reeds een 1ste vrouw hebben, en die vrouw ondergaat het zelfde lot als ae ander 2e vrouwen der Lam- pongers. Schrijver noemt het bestaan dier 2e vrouwen zeer ellendig. Het Europeesche bestuur treedt in den Iaatsten tijd wel streng op tegen dit slaven stelsel, zegt schrijver, maar het vermag niet veei, aangezien er in geheel Lampong slechts 6 Europeesche bestuursambtenaren zijn ter- lijk er nog vele Inlandsche ambtenaren zijn, die er zelf nog die zoogenaamde „bini da- poer" (keuken-echtgenoote) op na houden. Papoea-sterrenkunde. Over dit onderwerp heeft pater Vertenten geschreven in de laatste aflevering (1 van dl. 77) der Bijdragen tot de taal-, land- en vol kenkunde van N.-I. Een dierenriem kennen de Marinid-anim van Nieuw Guinea's zuid kust niet; al weten zij vrij nauwkeurig wan neer het zonnewende is, den stand der ster ren raadplegen ze daarbij niet in de eerste plaats; dagelijks zien zij waar de zon opkomt en ondergaat, en dat zegt hun in welken tijd van het jaar zij zijn. Zij hebben 8 sterretoeel- den: hunne bewondering daarvoor is van korten duur, een -krab in den modder of een knappend vuurtje heeft meer aantrekkelijk heid voor hen. Zij beschouwen de sterren als levende wezens uit den ouden tijd, die des nachts aan het uitspansel zitten, zooals uit volksgezegden blijkt. Het meest bekende en besproken sterrenbeeld zijn onze Pleiaden; niet zoo gauw zijn deze 's morgens weer zichtbaar of een iegelijk weet het: de Poers zijn weer te voorschijn gekomen. Men denke eraan, dat de Marindinees vele nachten wa kende doorbrengt, daar de feesten tot 's mor gens vroeg duren, en) dat zij altijd, weten wat er aan den hemel gaande is. Voorts do Hyaden, de gordel van Orion, de Canoer; en het meest merkwaardige ster renbeeld is de ngoes of groote krab, omdat het samenvalt met ons sterrenbeeld de krab. Kreeft, zegt de schr. is een minder juiste vertaling van Cancer, deze toch is volgens de oude sterrenkaarten en! het toeken in den dierenriem geen kreeft maar eem groote krab. Dan de Zuidor-kroon of de dangoi, dat is het hoofdsieraad van vederen bij feesten, dat rytmiscih zwiept bij elke beweging; de vissdherinnen of vrouwen met de groote visöhn-etten, en naar haar toe komt gezwom- mien ons sterrebeeld de Dolfijn; vervolgens twee sterren van do eerste grootte van Cen- taurus (tussohen Zuiderkruis en Altaar); en d^ ongtapa-li, de roode sterren1, als Vonken van brandende klapperschaal in den nacht; van de sterren zeggen ze ook, dat ze fon- len, van de planeten d'at ze met onbeweeglijk oog voor zich uit staren. Ovom is in de eerste plaats de morgen ster Venus, die ginds heerlijk blinkend kan oprijzen als een blanke vlam; zij weter dat Venus de avondster dezelfde planeet n,. In het regenseizoen gaat Venus een tijd na de zon onder; wanneer ze dicht 'bij den ho rizon is onttrekken de nevelenl haar aan het oog en laten haar dan weder doorschijnen, daaraan dankt zij haar naam. Vallende ster ren ziet mJen op de zuidkust dikwijls en zeer mlooie; beenderen van overledenen, en. dik wijls hoort men wanneer de Marindinees het verschijnsel ziet, hemi roepen: „O, groot vader!" En een komeet of staartster is een vrouw met lange haarvlechten. Maar een diepgaande studie van de astronomie maken deze primitieve menschen' rfiet. Zij hebben namen voor de sterrebeelden en verklarin gen van die namen, samenhangende met ver tellingen die erbij bebooren. Dat is alles. BRIEVEN VAN HET PLATTELAND. XVII. De Erftante. Het is -toch wonderlijk, welk een leuteren den invloed peet Dieuwer, onze erftante, op ons schijnt -te hebben 1 NauwelUks had ze haar komst gemeld, of mijn vrouw en Doortje vlogen naar de logeer kamer, -om die zoo gezellig en aangenaam mogelijk in te richten, opdat tantelief zich toch vooral behagelljk hy ons zou gevoelen. En ofschoon het een snlkhoete dag was, had ik mli het genoegen toch niet willen ontzeg gen, haar zelf van de tram te halen. Onderweg deed het paard wat schichtig, het geen ten Ie de niet zeer vleiende vraag ontlokte: „Je hewwe toch niet ©ertt ln de herberg d'rc.s of-kes opstoken wul Ik hope'?" „Maar tentet. „Nou, nou m'n teat, je kwatte d'r aAra toch Ak lang niet lu, zou 'k interne!" Natuurlijk zou lk tegen ©en ander, <11© zich zoo'n gezegde zou veroorloofd hebben, on middellijk opgestoven zijn. Maar hoe zou ik me boos kunnen maken op ©en overigen» zoo beminnelijk menaoh als onze lieve erftante! lk antwoordde dan ook allertmderdanlgat „Maar tantelief, hoe ondeugend van u, om zóó Iets te durven onderstellen 1 lk ruik or toch Immer*. hoelomaal niet naar!" „Ooh kom, m'n oud, as of de mallle deer niet alderhande foefles op wefce', -met kruid nagels en koffieboontjes en zoo! Och man skoi uit, 'k heb ju!"© jn m'n diessek, hoort" Ik glimlachte, om daarmee een stille hulde te brengen aan -tante's menschenkennis en inmiddels waren we de eerste herberg ge naderd. „Ken je er nag voorbaaikomme vroeg tante nu, met een zydelingsche hoofdbewe ging het café aanduidend: „Al had ik nog zoo'n trek in een potje hier, dan zou ik het nu toch onmogelijk over me kunnen verkrijgen, -om even halt te houden," antwoordde ik allervriendelijkst, „want u begrijpt natuurlijk, tante, dat Maantje en Doortje al verlangend naar u uitzien!" „Hoor is, Siemerr, je hewwe niet zoo alle -kitokemi'kko „tante" teugen me te zeggen, dat hey'k je alders meer 'zoid. Zeg jij gerust maar „peet" hoor, zoo as we dat baai ons op Langed'oik 'wend bennel Ik hou niet van dat flikflooien 1" Onder deze en dergelijke aangename ge sprekken waren we al tamelijk dicht by huis gekomen, toen i>eet Dieuwer plotseling ont steld uitriep: „Heere m'n toid, Siemenl nou hew'k warèmpel m'n Haarlemmerolie verge ten mee te nemen, en 'k heb teugenwoondig net zoo'n last van stekings in m'n reg, alle eivende! Is 't te veul van je 'vergd soms, as we nag efkes nei dat kleine winkeltje terug raaie', je weet wel, dat winkeltje baai de halt, om een vlessie op te doen. Ik mien wel te weten, dat ik 't deer vroeger ók welders 'kocht heb." Nu moet men begrijpen, dat het om den drommel niet „efkes" was, daar weer naar toe te rijden. Maar er -gaat nu eenmaal zoo'n bfwo>^eren8waard'igen invloed ten goede vnn peet Dieuwer uit, dat haar tégenwoordlghc alleen mij reeds tot den inschlkkelijkst held mij reeds tot den insohlkkelljksten mensch ter werekl weet te maken. Zonder dralen, zonder de minste tegenwer ping zelfs wendde ik dus den teugel, kocb een flesohje van het wereldvermaarde bruine vocht en uit voorzorg tevens een potje kloos terbalsem, welke artikelen ik tante nederig verzocht, wel van mij te willen aannemen, Natuurlijk, dat wij ver over den tijd de Plaats opreden en Maartje en Doortje vlogen dan ook de deur al uit, vol 'bezorgdheid dat aan tantelief iets mocht overkomen zijn. I-k zelf scheen plotseling door de tegenwoordig held van dit door ons allen zoo -teer beminde wezen, geheel op den achtergrond te zijn ge- raakt. Bepaald aandoenlijk was het, een oogen blik later mijn vrouw te zien scharrelen om tante's kussen op te schudden en haar iets aan te bieden. Nauwelijks echter was ze gezeten, of ze klaagde over tocht, met een verwijtenden blik op de ramen, die wegens de warmte op geschoven stonden. Die enkele blik van hel aangebeden wezen was voldoende, om ons alle drie naar een raam te doen vliegen, ten einde het zoo spoedig mogelijk neer te -la ten! Ja, zóó groot was mijn vreugde, tante een plezier te kunnen doen, dat ik in mijn ijver liet ongeluk had, mijn hand duchtig te beknellen. „Heb je je puur bezeerd, Siemen?" vroeg peet Dieuwer. „O, 't is niemendal, hoor!" verzekerde ik met een glimlach, terwijl ik op mijn ont velde vingertoppen staarde. „Gelukkig, -neef, dat je mit-ien wat klöos- terbalsen "kocht hemme! Zoo zie je, dat 'n mensch d'n goeiigheid toch altoid beloónd wordt"! merkte tante wijsgeerig op, „want nou ben je zelf werèpel de eerste, die er fin toe is!" Dadelijk maakte de goeie ziel het zalfpotje open, Maartje repte zich om een strook lin nen te zoeken en weldra had ik, op tante's advies, mijn ontvelde vingers in een kloos- terzalfverband. Had Maartje mij den raad gegeven, zonder twijfel zou ik uitgevaren zijn dat zij met haar kwakzalverij wel naar de maan kon loouen. Maar hoe zou ik het ooit over mij ver kregen hebben, om die goeie tante in eenig opzicht onaangenaam te zijn! In de Tootste onderworpenheid was de kloosterbalsem dan ook door mij aanvaard en met de meeste gelatenheid ook zaten wij in een hermetisch gesloten kamer bij een hitte die ons van benauwdheid schier stik ken- deed. Ja, de louterende Invloed van tante's aan wezigheid ls ongemeen. Zoo zat Doortje, die anders aan breien den grootsten hek-el heeft, heel dien middag met een breikous in de handen, wetend tantelief daarmee aange naam te zijn en schoon zij dol is op muziek ben ik stellig overtuigd, dat de piano geslo ten blijft zoolang het onze logée behagen zal ons haar aangenaam gezelschap te sohenken, wijl peet Dieuwer dat „getin-geltangel" niet kan uitstaan. Bij het middagmaal kreeg tante natuurlijk het beste stuk vleesch en daar thee haar een gruwel is, dronken wij heel dien dag slechts koffie. 's Avonds verbeeldde tante zich, een muis achter het behang te hooren ritselen, waar om zij doodsbenauwd was alléén op die lo geerkamer te moeten 'zijn. Onmiddellijk bood echter Doortje met de meeste edelmoedig heid haar gezelschap aan, schoon tante steeds een nachtlichtje moet hebben, terwijl Doortje met licht onmogelijk slapen kan. Thans logeert onze lieve erftante hier reeds een week en dank zij haar veredelenden in vloed is mijn gezin gedurende al dien tijd een toonbeeld van welwillendheid, minzaam heid en zelfopoffering. SIMON GRASHEUVEL. Nieuwe uitgaven. Wij -ontvingen ter aankondiging die belde boven genoemde werkjes u-lt de bekende kinderbibliotheek onder redactie vnn J. Stnniperlua Hot eerstgenoemde! is een lndng boekvorm geschreven reisverhaal, een ver volg op ©en vroeger uitgegeven' verhaal waarin- de zeereis naar Genua beschreven wordt per s.s. „Renibraudt". Willem Volt- man, die met oom en tante dit (heerlijke uit- flapje doet, schrijft illu ondervindingen in een dagboek op, en B, Relth zorgde voor aardige lllustratlos. Hot ls een boek om vnn te watertanden «ls men leest van al het heer- Ulke, dat Willem bezichtigt; «IJ reizen van Milaan naar het domo- on Luganomoor, hot ,Lago Maggloro met. de flprookjesachtitf- moote eilandjes van d© grafelijke familie Dor- romol. door don Slmplontunnol naar Zor- matt, naar don Monto Rosa on Mattorhorn, Genève, Vevey, Interlaken, Lauteitorunnen-, Luzern, vandaar terug naar den St. Gotha-rd, tot Gösclienen, dus vlak vóór den grooten tunnel, dan den Gothard over, het V-ierwald- stfittermeer en vandaar naar Basel. Een prachtreis dus, maardie dan ook alles en alles een maand- duurde. Voor jongens en meisjes om van te watertanden -en Willem te benijden. Niet alleen -als leesboek is het ge schikt, -ook is het een aardig reisgidsje. Het -tweede hoekje is het verhaal van oude Wytske, een braaf oud vrouwtje, die met -melk en- koek op het ijs staat en van haar schrale verdienste nog in 't -geheim weldoet aan het gezin Haaks, waarvan vader lan-g werkloos is. H-oo het met Wytske afloopt, de jongens en -meisjes moeten dit zelf maar lezen, maar het vriendelijke oude vrouwtje krijgt nog een goeden ouden dag. Het is een boekje met opvoedkundige waarde; er is ge voel in en karakter, -en -het is allemaal een-- voudig-weg toeschreven, zonder pretentie. Mij dunkt, geen jongen of meisje legt het weg, als hij het een-maal in handen heeft. Het einde is wel een- beetje onnatuurlijk, maar per slot- van rekening is dat niet zoo erg. Ook hiervoor toekende B. Reith pittige plaatjes. Universiteit van Brtstol (Engeland). De Engeisohe havenstad Bristol is zeker bij velen onzer zeevarende -lezers wel be kend. De stad bezit een oude universiteit en deze -hoogeschool zendt thans een geschriftje rond om de aandacht op haar bestaan te ves tigen. Fet is fraai geïllustreerd met allerlei k>kjes tut ie stad en de universiteitsgebou wen, terwijl onze landgenoot Loui» Ra «na- kers een suggestief omslag ontwierp; op den voorgrond een krachtige jongeinannenfi- guur, op den aohtergrond een gezicht op stadsindustrieën en -nijverheid. „De wel vaart van ons rijk ligt in de opvoeding, de leiding en entwikkeling van den geest onzer jonge mannen" aldus -luidt het onderschrift als motto. Het smaakvol uitgevoerd© ge schriftje geeft a-l-le gewenschte toizonderhe- den ever. deze onderwys-instelling. Tot zoover is dit niet buitengewoon. Het buitengewone vangt aan met ©en begeleidende circulaire, aan de redacties der bladen gezon den. Die circulaire is n.1. in het Hollandsch gesteld! Het is er wel het Hollandsch naar, maar het teekent wel de ook in Engeland veranderde -mentaliteit, dat men daar pogin gen doet ,in het Nederlandisch te correspon- d-eeren. Terwijl zelfs de Parijsche winkelier Engelsoh leert om zijn Enge-lsche en Ameri- kaansche cliöntèle te kunnen verstaan, be gint men in Engeland Hollandsche briefjes te schrijven. Het epistel is intusschen te merkwaardig om het aan onze -lezers -te onthouden: onge twijfeld heeft het den goeden professor, die het samenstelde, eenige zweetdroppels ge kost! Hier volgt het: „Aldaar bijzondere gewicht aan de opmer kingen verknocht -gemaakt wordt, die in de naar buiten van Groot-Brittanje uitgegeven© journaals ingevoegt worden zijn, verzoekt m-en bijzonder de uitgevers de goedheit te hebben, aan de University Bureau, 51 Corn Street, Bristol, Engeland, behoorlijk gemerk te exemplaars van eenige nomer te zenden, Waarin er zij aanmerkingen aangaande de inhoud van de ingeslotene bekendmaking." Welnu, wij zullen zorgen dat een nummer van dit blad aan het University Bureau ver zonden wordt, en geven onzerzijds gaarne de verzekering, dat wij deze linguïstische aber raties ten zeerste appreoieeren, al zal eenige intensievere studie van het Nederlandsch nog wel n-oodig zijnl In La Métropole vinden wij de volgende anecdote over -Caruso meegedeeld: Eens wilde de groote zanger te New-York aan het postkantoor een aangeteekenden brief in ontvangst nemen, maar wat hij ook voor den dag haalde als bewijs, van inden- iteit, paspoort, brieven, contracten de ambtenaar vond niets voldoende. Wat te doen? „Welnu" zei de ambtenaar „als gij Caruso zijt, bewijs het en zing een stuk je". Caruso aarzelde een oogenblik, haalde toen diep adem en zette met week geluid de -beroemd© aria uit de derde acte van Tos- ca in. De postbeambten kwamen allen toe- loopen en toen de zanger ophield, klonk een geestdriftig applaus „En nu" hernam de postbeambte „iziehier uw brief. Ik "had u wel herkend, maar daar gij het arme publiek idiote prijzen laat betalen om naar u te luis teren, heb ik de gelegenheid waargenomen u voor niets te hooren. Dank u hartelijk". 6.30 7.28 10.27 12.37 1.52 4.12 4.25 7.30 9.11 9.11 1.31 3.24 4.42 6.36 8.39 9.44 5.20 7.52 9.16 12.19 3.06 6.07 8.56 11.15 Zondags niet snultruln Zondags aankomst album Zondags 8.36 9.45 11.42 3.11 9.06 8.47 10.68 11.18 1.03 N.V. Toxola Elgon Stoomboot-Ondornemlng. Dienstregeling Ingegaan 1 Juni 1031. Op Werkdageni Vortr. Toxel 0 v.m. 11 v.m. 3.4» n.m. I.lftn.m. Vortr.Helder 9.15 v.m. 12,10n.m.4n.m.8.86 n.m. Dienstregeling E.S.O.NJL In den nacht van Zaterdag op Zondag is in de Ferdinand Bolstraat te Amsterdam een auto gereden tegen het perceel 28, waarin is gevestigd Hamburgers' Modebazar. De anto reed met volle vaart tegen de linkerpui, welke geheel werd ingedrukt. De groote spiegelruit was in gruizelementen en het hardsteen had op tal van plaatsen scheuren; in de etalage was een ware chaos aangericht. De auto, welke nogal was beschadigd, be hoorde aan de firma Douwes en Fernig. Het schynt, dat één der inzittenden plotse ling lust kreeg ook eens te sturen, en het rad in handen nam. Dientengevolge ging de auto wild slingeren en reed recht op den winkel aan. Een voorbijganger, een huisknecht van een tandarts, kwam tusschen de auto en don muur en liep vrij ernstige verwondingen op, HU kon echter te voet naar huis gaan. Zondagmorgen verzamelden zloh in do 8do- klasse-wachtkamer der llollandscho Spoor ln Den Haag 800 h 800 raonsohen, naar aanleiding van oen advertentie lu oen dagblad, waarin do metaalgletorU Holland, gevestigd te Amster dam, personen vroeg, die met oolportago f26 per dag konden verdienen. Tegun Huur kwam er «en telegram „aan do wachtenden In do 8de klnsso-waohtkamer", inhoudende, dat zU niet in Den Haag konden worden te woord estann, doch dat z(j op het station te ltotter- ain 's mlddagB worden verwacht. Daar had men echter maatregelen genomen, dat deze menschen niet tot de wachtkamer werden toegelaten. Men dacht met een misplaatste grap te doen te hebben. De politie werd met het geval in kennis gesteldhaar bleek echter, dat de directeur van genoemde fabriek de advertentie had doen plaatsen. Hy had vele plaatsen af te reizen en voor het gemak als plaats van bijeenkomst de wachtkamers der stations uitgekozen. Dat er zóóveel liefhebbers zouden zyn had hij niet verwacht. In het vorige jaar hadden Fransche mili taire vliegtuigen beproefd over den Sahara te vliegen; deze proefneming mislukte echter door het gebrek aan voldoende benzine- en levensmiddelenstations evenals geschikte koel- watervoorraden langs het ongeveer 3200 K.M. lange vliegtraject. De Fransche regeering heeft nu, zooals Verkehrstechnik mededeelt, een trein van 23 vrachtauto's uitgerust, welke dergelUke stations evenals ontvanginrichtingen voor draadlooze telegrafie op het traject van Algiers naar Tamanrasset zal aanleggen. De voertuigen, die o.a. 4500 liter benzine mede voerden, hadden een draagvermogen van ieder 30 centenaars en waren aan de voor wielen met dubbele luchtbandeu voorzien, om het verzakken der wagens in het zand te verhoeden. De „weg" door den woestyn bestond in het gunstigste geval uit een smal kameelpad, dikwijls echter moest de transporttrein pad- looze zandvlakten of rotsbeddingen doorsnUden. Het 3000 K.M. lange traject van Algiers naar Tamanrasset werd in één maand overwonnen, Werden opge- Professor Steinach heeft in de „Wiener Med. Wochenschr." geprotesteerd tegen een bewering van prof. Fiebiger, als zou hy ge werkt hebben met schurftige, niet mot oude proefdieren. Hy verklaart met nadruk, dat de ratten, welke hy voor zyn experimenten gebruikte, onder zyn controle oud waren geworden. Hy paste zyn bewerking alleen toe by die dieren, die niet de minste verschijnselen van huid ziekte vertbonden, al waren ze dan ook kaal. Een of twee weken later was by hen weer haargroei merkbaar, terwyl inmiddels de oontróle-dieren nog kaler waren geworden. Het gelukte hem enkele malen een oude rat tot twee, drie maal toe op te' heffen uit zyn ouderdomsverval. Oude rat-wijfjes brach ten na een periode van onvruchtbaarheid, die tien maanden of langer had geduurd, opnieuw gezonde en krachtige jongen ter wereld. Hy geeft voorts te kennen, dat hjj aan zeer vele menschen een tot dusver gebleven her nieuwing heeft geschonken van hun arbeide- geschiktheid en levensvreugde. Door do Zwitsersclie borgen, door J. Stamperlus. Oudo Wytsko, dooT H. Brulnlng. (StamperiuB-blblloth,; ultg.-mij. E. J. Bosch Jbzu., Baani) De uren van vertrek en aankomst zijn sedert 1 Juni 1921 Vertrek van Helder: sneltrein Zondags niet alleen Zaterdags Zaterdags en Zondags niet Zondags niet Aankomst te Amsterdam De trein naar Schagen (des Donderdags) vertrekt 7.45 's morgens. Vertrek van Aankomst ts Amsterdam Zondags niet Bneltrein; Zondags niet Zondags niet Helder i Op Zon- en Feestdagen» Vertrek Texel 6.— v.m. 6.15 n.m Vertrek Helder 8.45 v.m. 6.85 n.m. Van Helder alle weekdagen, behalve Dinsdags, 's morgens 7.45. Van Amsterdam alle weekdagen 9.30 Zondags naar Alkmaar 's morgens 8 unr. Van Alkmaar n.m. 6 uur.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 6