(hieruit te verklaren, dat de Grieken eerst
een aanval voor de leus hadden gedaan,
waarbij de Turken de overhand behielden,
maar de hoofdstoot van het offensief ten
slotte op een ander punt van het front is
losgekomen. De Grieken) zijn op de vervol
ging, maar de strijd kan pas als beslist gel
den, indien hij uitloopt op de vernietiging
van hun vijand
MAROKKO.
Een nieuwe nederlaag der Spanjaarden?
De betrekkelijke rust, welke ls gevolgd
op de zware nederlaag, die de Spanjaarden
in Juli in het Rifgebied hebben geleden;
toen zij onverwachts door de Kabyllen-
stammen werden aangevallen en met ern
stige verliezen moesten wijtoen, werd tot dus
ver nog telkens onderbroken door gevechten
van kleineren omvang, die op een voortdu
rende roerigheid der Kabyllen wijzen. Aan
Spaansche zijde wordt alles in het werk ge
steld om de troepenmacht in Marokko te
herstellen van den jongsten slag, en gesta
dig worden versterkingen naar Marokko ge
zonden, Er heerscht bovendien eenige be-
zorgheid over de houding van Raisoeli, die
de Spaansche strijdmacht bij! Tetoaan zou
heben aangevallen. De vorige maand ver
luidde dat Rasoeli zich op de voorwaarden
der Spanjaarden zou hebben overgegeven,
en' zou hebben toegezegd zich met het hand
haven der orde in Spaansóh Marokko te
zullen belasten mits men hem tot Kalief
over de Spaansche zone zou benoemen.
Er is nimmer gemeld of die Spaansche
regeering dezen zonderlingen eisch in over
weging heeft genomen. Wel echter heette
het dat Raisoeli brieven van de leiders der
Rifa zou hebben ontvangen], waarin zij van
hem eisohen eens en voor al de wapenen
tegen de Spanjaarden op te nemen, en waar
in hij met den dood werd bedreigd* indien
hij dit mocht weigeren!. Het onverwachte
ingrijpen van Raisoeli zou dus hiermede in
verband kunnen staan-
Intusschen verzekert de oorrespondent
van het „Journal-1 te Madrid dat een nieu
we ernstige nederlaag de Spanjaarden ge
troffen heeft Een bataljon jagers te voet,
dat de stellingen van Orlaoelerie en Teffir
bezet hield, heeft deze mloeten ontruimen
voor de verwoede aanvallen1 van een steeds
in aantal toenemenden vijand De Span
jaarden, onder aanvoering van luitenant-
kolonel Valcarcel, streden heldhaftig en de
strijd ontaardde in een gevecht van man
tegen mam Alvorens hun stellingen te ver
laten, bliezen] de overlevenden de kruitka
mer op. Er wordt van duizenden dooden en
gewonden gesproken.
Kaukaslê en Georgië.
Volgens de jongste te Konstantinopel ont
vangen berichten -uit Eriwan is in Kauka-
sië en in Georgië de ontevredenheid over
het Bolsjewistische regiem algemeen. Het
uitgehongerde bolsjewistische leger plundert
de dorpen. Alle parijen hebben zich aaneen
gesloten tegen de sowjeta
Op een conferentie van vertegenwoordi
gers der drie Kaukasische republieken is
men gereedgekomen met de afbakening der
Armeensch-Georgische grens. Het Amfcaka-
laki-gebied is aan Georgië toegewezen. De
neutrale strook van Bortschaloe blijft aan
Armenië. Georgië maakt echter moeilijkbe
den over de tenuitvoerlegging van de over
eenkomst is onderteekend.
In Azerbeidgjan zijn de Bolsjewiki onbe
twist meesters van het land. Zij hebben aan
Tiflis een schatting opgelegd van 25 milliard
roebels. De in beslag genomen graanvoor
raden worden in allerijl naar Rusland ge
zonden.
VEREENIGDE STATEN.
De werkloosheid.
Over geheel Amerika zullen conferenties
worden gehouden ter bespreking van de
quaestie der werkloosheid. Op het oogenblik
zijn er oa. een millioen personen zonder werk
en men vreest, dat de a.s. winter er een zal
worden van ongekende ontbering.
De eischen der V. S. tegen Duitschland.
De beheerder der eigendommen van vreem
delingen adviseert om de fondsen in zijn be
zit, hoofdzakelijk afkomstig van de inbeslag
neming van Duitsche eigendommen tijdens
den oorlog, te bezigen voor de regeling der
Amerlkaansohe vorderingen op Duitsch
land, die voornamelijk voortspruiten uit het
in den grond boren van de „Lusitania" en
andere schepen en die vierhonderd millioen
dollars bedragen. De fondsen in het bezit
van den beheerder zijn meer dan voldoende
om aan die vorderingen te voldoen! Er is
Seenerlel aanwijzing voor de houding van
landing nopens dit voorstel.
De onlusten in West-VlrglnlB.
Wij hebben reeds meermalen geled, dat er
den laatsten tijd in de streek van Mingo, in
het West-Virglnische kolenbekken, ernstige
onlusten aan den gang zijn. De mijnwer
kers zijn verwoed over de aanwezigheid in
het district van de gewapende burgermacht,
die op eigen houtje een soort staat van beleg
handhaaft. De mijnwerkers toonen hun ver
stoordheid door het platteland af te loopen
en te plunderen.
President Harding heeft een proclamatie
uitgevaardigd, waarin hij de uit den band
gesprongen mijnwerkers sommeert, weer
naar hun woningen terug te keeren* voor of
op den lsten September. Voorals nog schijnt
de proclamatie weinig te hebben uitgewerkt.
De onlusten in het kolenbekken houden aan,
en maar de politie meldt komt het voort
durend tot kloppartijen. Te Logan zijn een
politieman en een mijnwerker doodgescho
ten.
Er worden in allerijl staatstroepen naar de
streek dér onlusten gestuurd.
JAPAN.
De correspondent te Washington van de
New-York Herald meldt, dat baron Koeto,
de voorzitter van de begrootings-commissie
van den Japanschen Landdag, die op bezoek
is te Washington, dezer dagen aan een maal
tijd een belangrijke verklaring heeft afge
legd. Koeto zeide, dat Japan bereid was om
met de Ver. Staten samen te werken ten
einde de wapeningen zoowel te land als ter
zee te beperken. Gaarne zou Japan toestem
men in een vergelijk tot grooto verlaging
van de uitgaven.
Deze verzekering van baron Koeto werd
beantwoord door Hadden, den voorzitter van
de commissie voor ds kredieten uit het Huis
van Afgevaardigden te Washington. De Ver
eenigde Staten zullen gaarne snoeien op hun
militaire en maritieme uitgaven, indien een
behoorlijke sohikking kan worden bereikt.
BINNENLAND.
Uitstel pensioenregeling.
Aan den voorzitter van de Tweede Kamer
zijn de volgende twee brieven gericht:
lo. door den Minister van Financiën:
,,'s-GraVenhage, 80 Aug. 1021.
Daar de ondergeteekende voornemens is
in het ontwerp betreffende pensioenregeling
voor de ambtenaren hunne weduwen en wee
zen in overleg met zijn ambtgenooten, die het
ontwerp mede-onderteekend hebben, eenige
wijzigingen aan te brengen, die. ook met
het oog op den vereischten tijd ter bestudee
ring door de Kamer, niet tijdig haar beslag
kunnen krijgen), verzoekt hij u HoogEdelGe-
str. de Tweede Kamer in overweging te ge
ven, het ontwerp af te voeren van de agen
da voor 7 Sept as. Bij de in te dienen Nota
van Wijzigingen, waarbij mede zal worden
overgenomen, zij het in technisch verbeter
den vorm, groep I van de amendementen-
Van Stapel© c.a, zal tevens van antwoord
worden igediend op het uitvoerige, tot dusver
onbeantwoord gebleven Eindverslag.
De Minister van Financiën
(get.) De Geer."
2o. door den Minister van Oorlog:
„s-Gravenhage, 80 Aug. 1021.
In aansluitinig aan en in verband met het
schrijven van mijn ambtgenoot van Finan
ciën in zake de ontworpen Burgerlijke Pen
sioenwet, heb ik de eer U HoogetLGestr. fe
verzoeken, eveneens de behandeling van de
bij de Tweede Kamer aanhangige ontwerp-
Fensioenwetten voor land- en zeemacht voor-
loopig aan te houden.
Het komt mij n.L voor, dat waar de Bur
gerlijke Pensioenwet is te beschouwen als de
hoofdwet op het gebied der pensioenwetge
ving, het niet raadzaam is om, nu de behan
deling van dat wetsontwerp voor het oogen
blik wordt aangehouden, de ontwerpen Mili
taire Pensioenwetten tot onderwerp van be
spreking te maken.
Van het uitstel van behandeling der Bur
gerlijke Pensioenwet stel ik mij voor gebruik
te maken om bij Nota van Wijziging in de
Militaire Pensioenwetsontwerpen de wijzigin
gen aan te brengen; welke noodig zullen
blijken om die wetsontwerpen zooveel doen
lijk te doen aansluiten bij eerst-bedoeld her
zien wetsontwerp.
De Minister van Oorlog,
(get) Van Dijk."
Een Rijksinkoopbureau.
Van rijkswege ds opgericht het „Rijksin
koopbureau", gevestigd in de Laan van
Meerdervoort N.o 104 te 's-Gravenhage.
Genoemd bureau heeft tot taak om voor
den aankoop der ten hehoeve van den Staat
benoodigde artikelen onderling overleg tus-
schen1 en gemeenschappelijk optreden van
de Departementen, Staatsbedrijven en Rijks
administraties te bevorderen, opdat door ge-
centraliseerden aankoop de gunstige voor
waarden voor den Staat en derhalve bezui
niging worden verkregen.
Die voordeelen kunnen echter alleen wor
den behaald, indien de aankoop van artike
len van een en dezelfde of nagenoeg een en
dezelfde soort voor de verschillende open
bare instellingen gecentraliseerd plaats heeft
en naar normalisatie van de aan die artike
len te stellen eischen wordt gestreefd.
Het Bureau stelt zich voor om zijn werk
zaamheden aan te vangen met den gecon
centreerd en aankoop en de normalisatie van
de volgende groepsgewijs genoemde artike
len:
Groep L Imprimés en andere drukwer
ken, enveloppen, papier, bestemd voor de ver
vaardiging van drukwerken, pakpapier,
stroo- en leerbord, kartonsoorten, papiersoor
ten, gebezigd bij de vervaardiging van bind
werk, vloeipapier, carbonpapier, enz.
Groep II. Huishoudelijke artikelen als
borstelwerk, matten, dweilen, sponzen, zeem
lappen, emmers, stof- en werkdoetoen, hand
doeken, lucifers, zeep, enz.
Groep IH. Bureaubehoeften als: kalen
ders, schrijfmappen, dossier-omslagen, pa
piermanden, pennen, inkt, dextrine, gom,
lak, bindgaren, gom-elastlok, potlooden, pa-
plerblnders, inkpotten, vioolblokken, porte
feuilles, kartonnen doozen voor berging van
stukken en bescheiden, oaoutohouo-stempels,
blocnotes, memorandums, schrijfmachinelin-
ten. enz.
Groep IV. Meubilaire goederen als, bu-
reaux, kasten, schrijftafels, stoelen, banken,
karpetten, kleeden, looperstoffen, enz.
Groep V. Brandstoffen als: steenkolen,
turf, antraciet, gietookes, smeedkolen, brand
hout, petroleum, enz.
Groep VI. Kleeding- en liggingstukken
en andere geconfectioneerde artikelen, ge
weven stoffen (katoen, wol, hennep, jute, lin
nen', enz.) garens voor de vervaardiging van
geweven stoffen, van gebreide en tricotgewe-
veiiartikelen en voor het repareeren (stop
pen]) van gebreide goederen. Naaigarens
(hand- en machine-.)
Groep VII. Touwsoorten (met uitzonde
ring van de bindgarens, bedoeld onder 'groep
III) en de van touw vervaardigde artikelen.
(„Tel.")
Het asylrecht van den vroegeren
Dultschen Keizer.
Reuter meldt uit Londen:
Inlichtingen uit kringen die nauw verbon
den zijn met Downingstreet, toonen aan, dat
de Britsohe regeering, met groote aandacht
de gebeurtenissen in Duitschland volgt en
den terugkeer en den invloed van persoon
lijkheden in Duitschland's binnenlandsche
aangelegenheden, die verantwoordelijk zijn
voor den ooriog, niet zal gedogen.
De Britsche regeering zou zich met het
Haagsche kabinet in verbinding gesteld heb
ben en in krachtige termen haar zienswijze
hebben doen weten betreffende 'het fameuze
telegram van den vroegeren Keizer aan zijn
getrouwen in Duitschland. (Een telegram,
waarin Wilhelm II antwoordde op een hulde
betuiging van betoogende Duitsche monar
chisten on waarin hij gewaagd moot hobbou
van het „onverslagen legerHet lnoident
wordt, heet het, door het kabinet te Londen
als een vergrijp tegen het asylrecht be
schouwd, hetwelk den vroegeren Keizer te
Doorn is verleend.
Ook de Morning Post bespreekt in een
hoofdartikel de jongste gebeurtenissen) in
Duitsohland en spreekt de hoop uit, dat de
Nederlandsche regeering zorgvuldig de rol
overweegt, welke de Doornsohe banneling in
de huidige beroering, in Duitschland speelt.
Die regeering neemt, aldus het blad, een
zware verantwoordelijkheid op zich door den
gewezen Keizer toe te staan zoo dicht bij
de gevaarlijke zone te blijven en klaarblijke
lijk een leidende rol te spelen in samenzwe
ringen met zijn trawanten over de grenjs.
Van Doorn naar Potsdam is niet ver. Een
beslissing om hem naar een Nederlandsch
Si Helena te zenden mag een buitensporig
compliment voor hem zijn, maar zou tege
lijkertijd een wijze voorzorg kunnen blijken.
De berichtgever van H.bL te Parijs meldt:
Men heeft hier met voldoening vernomen
dat de Nederlandsche regeering ekent dat
de provoceerende telegrammen van den ex-
keizer aan zijn aanhangers een inbreuk be-
teekenen op het asylrecht en1 hem deswege
ernstige vermaningen heeft doen toekomen.
(Het H.bL teekent hierbij aan, dat men in
Nederland hieromtrent niets heeft verno
men.) De Fransche regeering heeft geen en
kelen stap bij de Nederlandsche regeering
willen ondernemen; maar hecht haar goed
keuring aan de correspondentie, te dier zake
gewisseld tusschen Londen en Den Haag.
Met dat al is men hier van meening, dat
het verblijf van den ex-keizer, zoo dicht bij
Duitschland, altijd van madeeliigen invloed
zal blijken voor den! algemeenen vrede on
men voorziet reeds de mogelijkheid dat de
geallieerden zich verplicht zullen zien terug
te keeren tot een vroeger voornemen door
de Nederlandsche regeering te verzoeken,
den ex-keizer en den voormaligen kroon
prins over te brengen naar een Nederland
sche kolonie.
Ik ontveins (mij niet, dat het resultaat van plaats heeft van het eskader, dat onderweg
uw arbeid van dien aard zal kunnen zijn, weer oompleet gemaakt wordt met de te IJ.
dat aanzienlijke offers van 's rijks sohatklst muiden achtergebleven Jagers,
zullen worden gevorderd. Op het oogenblik, Aan den sonout-bij-nacht Hodgos wordt
dat ook 's rijks financiën in een hoogst be- tüdens zitn verblllf in Nederland toegevoegd
dehkelijken toestand verkeeren en dat de de luitenant ter zee le kt Bruinsma.
Bij informatie aan bet departement van
buitenlandsche zaken is aan de N. Ot. geble
ken, dat daar van een nota van de Britsche
aan de Nederlandsche regeering naar aan
leiding van een telegram van den gewezen
Duitschen keizer aan zijn getrouwen niets
bekend was.
Installatie staatscommissie financleele
verhouding tusschen Rijk en gemeenten.
De minister van financiën, jhr. inr. De
Geer, heeft Donderdag de Staatscommissie
met opdracht, te onderzoeken, hoe op de
meest doeltreffende wijze de financleele ver
houding tusschen het Rijk en de gemeenten
zal zijn te regelen, geïnstalleerd met de vol
gende rede:
Mijne heerent
Het zij mij vergund u in de eerste plaats
den dank der regeering te brengen dat gij u
wel hebt willen belasten met de moeilijke
taak die het lidmaatschap dezer Staatscom
missie oplegt. Het vraagstuk der financieele
verhouding tusschen het Rijk en de gemeen
te is niet van vandaag of gisteren. Nadat
men* na lang zoeken, in 1897 eene bevredi
gende oplossing meende gevonden te heb
ben, bleek reeds enkele jaren later, dat groo
te fouten baar aankleefden, inzonderheid in
zoover zij aanpassingsvermogen miste aan
de zich voortdurend wijzigende omstandig
heden. In 1903 werd eene Staatscommissie
benoemd, die onder meer tot taak had eene
betere voorziening te dezer zake te ontwer
pen. Zij is daarin niet kunnen slagen. Wel
werden door 9 van de 14 leden in een 4-tal
minderheidsnota's belangwekkende denkbeel
den over dat vraagstuk ontwikkeld, doch tot
eenstemmigheid, of ook maar tot eene aan
de meerderheid deugdelijk voorkomende re
geling, heeft zij het niet 'kunnen 'brengen. De
woorden, in één der nota's van destijds voor-
tomende, dat, zoo niet binnenkort ee<ne_ op-
.ossing gevonden werd, het te bestrijden
euvel een zeer acuut karakter zou aannemen,
zijn maar al te juist gebleken en hebben
vooral in de laatste jaren eene zeer beden
kelijke bevestiging gevonden. De factoren
die in 1918 de wanverhouding schiepen, heb
ben1 voedsel ontvangen. De zaken van alge
meen Rijksbelang, die zonder voldoende
schadeloosstelling aan de gemeenten ter gel
delijke behartiging werden overgelaten, zijn
toegenomen, met het noodlottig gevolg eener-
zijds, dat gemeenten van bepaalde ligging
en1 sociale structuur in zeer grooto moeilijk
heden kwamen, anderzijds, aat het gevaar
toenam, dat de gezamenlijke publieke uitga
ven de algemeens draagkraoht te boven gin
gen, in zoover de macht, die de uitgaven de-
oreteerde veelszins eene andere was dan die
haar te finanoieren kreeg.
Het staat te vreezen, dat de allerjongste
wetgeving, met name op het stuk van het
onderwijs, in dit opzicht nieuw materiaal zal
bijeenbrengen.
Tot welke onhoudbare lasten een en ander
in sommige gemeenten heeft geleld, behoef
ik u wel niet te herinneren. Terwijl in 1903
een gemeentelijk heffings-percentage van 6
hl reeds als een noodstand werd gevoeld,
wordt thans in menige gemeente het dubbele
en meer gevorderd, ja, is een enkele reeds
overgegaan tot een beffing van 24 pet. De
schuld van dergelijke toestanden uitsluitend
te leggen op de gemeenten, ware wel gemak
kelijk, maar niet in overeenstemming met de
feiten. Het moge juist zijn; dat door sommige
gemeentebesturen niet steeds de noodige
voorzichtigheid is betracht geworden, een al
gemeen en uitsluitend werkende oorzaak is
dit allerminst geweest, terwijl bovendien de
opmerking mag gemaakt worden, dat ook de
gewraakte onvoorzichtigheid, waar zij voor
kwam, ten deeie is uitgelokt, althans in de
hand gewerkt, door het langdurig uitstel van
een definitieve oplossing van het vraagstuk.
Waar naar algemeen gevoelen een regeling
op den duur niet kon uitblijven en deze tel
kens vertraagd weid, kwam de gemeente
te verkeeren in een afwachtingsstemming,
die op de bezonnenheid en vastheid van haar
financieel beleid niet anders dan ongunstig
kon inwerken.
Meer <lan tijd wordt het, dat de gemeenten
weten waar zij aan toe zijn; dat de finan
cieele verhouding tusschen het rijk en haar
op rechtvaardigen, logischen en duurzamen
grondslag komt te berusten; maar dat de ge
meenten dan ook de wetenschap hebben, dat
zij verder de verzorging harer eigen autono
me belangen uit eigen middelen zullen moe
ten bekostigen.
uiterste grens van wat de natie aan publieke
lasten kan torsen, vrijwel bereikt schijnt, is
dit op zich zelf niet aanlokkend, In dit ver
band 'behoort echter niet uit het oog verloren
te worden, dat eene doeltreffende regeling
van de financieele verhouding tusschen het
rijk en de gemeenten zeer wel tot een ver
schuiving van lasten kan leiden, die niet een
algemeene verzwaring, eer het tegendeel be
duidt. De druk, waaronder op het oogenblik
de natie gebukt wordt gewoonlijk gedemon
streerd aan heft gezamenlijk heffingspercen
tage van de inwoners der zwaarstbelaste ge
meenten. Terecht, waar immers juist dódr het
duidelijkst blijkt, dat, ook voor den rijksbe
last ingheff er, de uiterste limiet bereikt is.
Hieruit volgt intusschen, dat een offer voor
's rijks schatkist, hetwelk waarborg biedt, dat
de gemeentelijke heffingen binnen redelijke
grenzen zullen worden teruggebracht een
waarborg, die wellicht ook wettelijk zou kun
nen worden vastgelegd; wat ik gaarne voors
hands aan uw beter oordeel overlaat uit
een ander gezichtspunt behoort te worden be
zien, dan een offer, hetwelk de gezamenlijke
publieke uitgaven opvoert.
De moeilijkheid van de taak waarvoor uwe
commissie staat, besef ik ten volle. Zij bevat
vele netelige kanten; vele mogelijkheden om,
bij het ontwijken van Scylla, in Öharybdis te
vallen. Temeer verheug ik mij, dat gij allen
de stuurmanskunst in dit enge vaarwater
zoo 'bij uitstek verstaat.
Zeer onderscheiden zijn de oplossingen,
die in den loop der jaren der voorziening
zijn aanbevolen. Ik laat ze u alle ter beoor
deeling over en spreek op dit oogenblik voor
geen enkele ©enigen voorkeur uit. De zaak is
bij uwe oom missie in buitengewoon goede
handen. Er zal zioh wellicht in den aanvang
menig verschil van gevoelen in uw midden
voordoen. Dit zal nuttig zijn* omdat de
daaruit voortvloeiende gedachtenwisseling u
dieper in de materie zal inleiden en uw in
zicht nog zal verscherpen. Ik vlei, mij; dat
ten slotte een zekere eenstemmigheid zal
worden bereikt. De kans daarop schijnt, na
al wat sedert 1903 over deze zaak geschre
ven en vooral wat sinds dien tijd gebeurd is,
heel wat grooter dan in dat jaar.
Ik behoef u tenslotte niet nog te zeggen,
dat de regeering dien spoed, die met een
grondige behandeling van de materie over
een te brengen is, op hoogen prijs zal stel
len. Ik weet immers, dat gij van de urgen
tie van het vraagstuk minstens evenzeer
overtuigd! izjjt als de regeering. Een verzoek
van uw voortvarenden voorzitter was aanlei
ding, dat deze installatie reeds drie dagen
nadat het benoemingsbesluit in de Staatscou
rant stond, plaats greep.
Hem in het bijzonder wensoh ik dank te
zeggen voor de bereidwilligheid, waarmede
Dij het praesidium van deze commissie heeft
willen op zich nemen. Als secretaris van de
staatscommissie van 1903, en later in de be
langrijke functies achtereenvolgens in het
gewestelijk bestuur van Utrecht vervuld,
heeft hij grondig met het vraaagstufc kennis
gemaakt en ik geloof, dat wij ons gelukkig
mogen achten; dat onder zijn bekwame lei
ding thans de zaak haar beslag gaat krijgen.
Ik stel mij voor, dat de commissie ook bui
ten haar midden de noodige adviezen zal
willen inwinnen en inzonderheid op de voor
lichting en medewerking van de Vereeni-
ging van Nederiandsohe Gemeenten prijs zal
stellen. Naar mij gebleken is, is deze desge
vraagd gaarne bereid, die in elk opzicht naar
vermogen te verleenen.
Men den wensch, dat uwe commissie tot
eigen' bevrediging en in het gemeenschappe
lijk belang van rijk en gemeenten haar taak
zal mogen volvoeren, verklaar ik haar bij de
zen geïnstalleerd.
Bezoek Engelsch eskader aan Nederland.
Omtrent het binnen enkele dagen te ver
wachten bezoek aan Rotterdam en Amster
dam van een eskader torpedojagers der Brit
sohe vloot onder commando van sohout-bij-
nacht Hodges, worden thans de volgende bij
zonderheden vernomen;
Het eerste gedeelte van het eskader, be
staande uit don kruiser „Ooventry" waar
op zich de schout-bij-nacht voornoemd be
vindt, en vier torpedojagers, wordt Maan
dag 6 September, des voormiddags te 8 u.
80 min. bij het lichtschip Maas verwacht.
De vreemd© schepen worden tot aan de
grens der Nederlandsche territoriale wate
ren tegemoet gevaren door de Nederiandsohe
torpedobooten Z. 2 en Z. 7, respectievelijk on
der commando van luitenante ter zee le klas
se Verloop en Staverman.
Dan stoomen de Engelsche en Nederland
sche schepen op naar Rotterdam waar Hr.
Ms. pantsordeksohip „Gelderland", onder
oommando van kapitein ter zee H. J. Albar-
da, ter ontvangst der Briteóhe schepen ge
reed ligt. De „Gelderland" voert de vlag van
den vioe-admiraal Van Bleijswyk Ris, com
mandant van de stelling van de Monden der
Maas en der schelde, In verband met het
te verwachten 'bezoek van den Engelsehen
schout-bij-nacht aan boord van dit Neder
landsche admiraalsschip.
De Engelsche schepen blijven tot den lOen
September te Rotterdam. Alsdan vertrekt
schoutebij-nacht Hodges met zijn torpedoja
gers en begeleid door de Ned. torpedobooten
De toestand der zeevisschertJ ln Juli.
De toestand der zeevisscherij was, naar de
Visscherij-lnspectie meedeelt, in Juli ongun
stig. Er namen) minder vaartuigen aan deel
en de opbrengst was veel lager, dan in Juli
van het vorige jaar.
Hoeveelheid en opbrengst der aangevoer
de vdsoh, de aanvoeren door vaartuigen van
vreemde nationaliteiten medegerekend, be
droegen blijkens de voorloopige opgaven
6,951,000 K.G. en 1,648,700 tegen] 6,007,000
K.G. en 2,005,600 in dezelfde maand van
1020.
De beëindiging van de werkstaking in de
Engelsche steenkolenmijnen in het begin van
Juli had tengevoge, dat in den loop van
die mlaand de aanvoeren door onze stooan-
treilers in Engelsche havens sterk vermin
derden. Tot deze vermindering droeg ook
bij, dat onze visschers daar nogal bemoei
lijkt werden. In het geheel voerden in deze
maand nog 23 van onze stoomtreiiers uitslui
tend en 7 gedeeltelijk in Engeland aan.
In onze havens vooral te IJmiuidem, wer
den weer groote hoeveelheden treilvisoh in
totaal niet minder dan 1.582,000 K.G. door
Duitsche visschers aangebracht, De visóh-
prijzen waren dientengevolge zeer laag en
verscheiden© reederijen waren genoodzaakt,
stoomtreilers op te leggen, en personeel te
ontslaan.
De Nederlandsche stoomtreilers brachten
blijkens voorloopige opgave slechte 057,600
K.G. visch aan wal, welke 201,900 opbracht
(in Juli van het vorige jaar 1,232,000 K.G.
met een opbrengst van 477,400).
Er namen minder stoom- en zeilkustvis-
schers, doch meer miotorkustvisschers en
zeilloggers aan de treilVissoherij deel, dan
toenmaals. Ook hielden thans een paar mo-
torloggers zich daarmede bezig, terwijl dit
destijds met geeft, dezer vaartuigen het geval
was. Daar voor de kustviaschers de vangst
van platvisoh en vooral van schol, weer
hoofdzaak is en betrékkelijk veel schol werd
bemachtigd, weitoe redelijke prijzen opbracht
waren de uitkomsten der vtescherij voor
deze vaartuigen, hoewel minder gunstig dan
verleden jaar Juli toch nog niet zoo heel
slecht
De zeilloggers vingen en beaomden gemid
deld per reis 112 KG- en 41, tegen 211
K.G. en' 130 in Juli 1920. de motorkustvis-
schers en de zedlvissobers respectievelijk
425 K.G. 172 en 150 K.G. 60 (respectóve-
lijk 506 K.G. en 267 en 158 K. G. en 80
in Juli 1920).
De beugvisscherij was van weinig betee-
kenis; zij werd slechts uitgeoefend met 2
stoom- en 0 zeilschepen (verleden jaar Juli
met 3 stoom- en '7 zeilschepen). De uitkom
sten dezer tak visscherij waren over het al
gemeen ongunstiger dan in Juli 1920.
Aan de drij fnetvisscherij op haring namen
nog slechts 813 (verleden jaar Juli 475) log
gers deel, waarvan 29 stoom-, 25 motor- en
289 zeilloggers (verleden jaar Juli 34 stoom-,
23 motor- en 418 zeilloggers). De vangsten
liepen nogal uiteen doch waren over het al
gemeen niet groot, daarbij waren de prijzen*
laag, zoodat de uitkomsten der visscherij on
gunstig waren»
Na de kellnersstaklng.
In een Donderdag gehouden conferentie
van de Utrechtsche afdeeling van H.O.R.E.
C-A.F. met den] Utrechtschen bestuurders-
bond* bij welke samenkomst ook de afdee
ling van den Personeelsbond aanwezig was,
is mten omtrent de terugneming van de ont
slagenen tot overeenstemming gekomen.
Bebouwing Damterrein te Amsterdam.
B. en W. van Amsterdam hebben een voor
dracht ingediend inzake het Damterredn. Het
Overzeeinstituut kan, indien het over de noo
dige fondsen beschikt, er een gebouw stichten
Naar Ned. Weyt-lndlë.
Naar Suriname:
Per zeepostvia
Amsterdam
Per mail via
Amsterdam
(Colonljjn)
Per mail over
Engelands)
20 Sept.
8 en 22 Sept.
Eiken Dinsdag
6.30 'sav.
6.30 's av.
11.30 's m.
Amsterdam
6.30 's av.
Eiken Dinsdag
11.30 's m.
20 Sept.
Per mail over
Engeland
Naar Aruba, Bonaire en Curagao:
Perzeepostvia
20 Sept.
8 en 22 Sept.
12 en 15 Sept.
6.30 's av.
6.30 's av.
11.30 's m.
7j 2 en Z 7 naar IJmuiden. Aldaar voegt zich Naar Saba, St. Eustatius en St. Martin
het tweede gedeelte van het Britsohe eska- Perzeepostvia
der, bestaande uit een flottille-leider en vier
torpedojagers van hetzelfde type als de reeds
aanwezige jagers, bij het eerste gedeelte, en
wordt van Nederlandsche zijde de begelei
ding overgenomen door de torpedobooten Z 5
en Z 6 onder commando onderscheidenlijk
van de luitenants ter zee 1 e. tol. de Ridder en
Mackaij uit Nieuwediep. De Z 2 en Z 7 kee
ren na die overneming naar Vlissineen te?
rug.
Het geheele Britsohe eskader loopt te IJmui
den binnen. Aldaar blijven dan de Engelsche
jagers die een bezoek aan Rotterdam heb-
ben, gebracht, terwijl het nieuw aangekomen Geen correspondentie voor Atjeh en on-
n L^' (-T' 0 fl°ttillegeleider derhoorigheden, Sumatra's Oostkust, Palem-
n P^ojagers vorengenoemd, be- bang, Riouw, Banka, Billiton en de Wester-
31£0tnaiSSChp te °<™mtry met afdeeling van Borneo.
sterdam. ^os doorvaren naar Am- 2) Alleen correspondentie voor Atjeh en on-
Te Amsterdam H<* n derhoorigheden, Sumatra's Oostkust, Palem-
reed Hr Ms Zeelandrmelkoming ge- bang, Riouw, Banka, Billiton en de Wester-
SKr"Je» D F k,! Z b6V1t1 TV*8" afdeeling van Borneo. De correspondentie voor
de vlavoert van Vife het overiSe ?edeelte ™n Ned. Oost-Indië wordt
dam, commandant van da StalUng bS"S
De Fngelsche schepen blijven tot den 15en Alleen °P verzoek van den afzender.
Sentember te Amsterdam, waarna het vertrek
Japan en de Vereenigde Staten.
Tijdstippen van verzending der brievenmalen.
Naar Ned. 0ost-lndl6.
Verzendings-
weg.
Datum der
ter post
bezorging.
Tijdstip der
laatste buslioh-
ting aan het
Postkantoor,
P«r zeepostvia
Amsterdam
of Rotterdam
Per Holl. mail
via Genua
of Marseille
Per Eng. mail
via Marseille j
10 en SOSept.
9 en 28 Sept.
10 en 24 Sept.
4 en 18 Sept.
18») en 16»)
Sept.
6.80 'sav.
6.80 'b av
6.80 's av.
6.80 'tm,
11.80 'sm.
Amsterdam
Per mail via
Amsterdam
(Colonljjn)
Per mail over
Engeland