1ELIERSC1ECOURANT Derde Blad. VAN ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1921. PLAATSELIJK NIEUWS. Bij het gisteren te 's-Gravenhage ge houden examen slaagden voor eersten offi cier groote stoomvaart de heer KI. de Jong en voor derden officier groote stoomvaart de heer H. Bax. Werklleden-Vereeniging O. S. W. Beroepskeuze. Onder verwijzing naar achterstaande ad vertentie van de Gemeentelijk Oommissie tot voorlichting bij de Beroepskeuze alhier, meenen wij goed te doen even op het groote nut dezer Commissie de aandacht te ves tigen. Deze Commissie stelt zich ten doel om aan ouders en verzorgers 'kosteloos advies te verstrekken, nopens de keuze van een be roep, ten behoeve hunner kinderen. Ons wordt hierbij medegedeeld, dat bij het ver strekken van adviezen steeds rekening zal worden gehouden met aanleg en neigingen en met die lichamelijke geschiktheid van de kinderen. Oudera die straks, wanneer hunne kinde ren de Lagere School gaan verlaten^ de vraag hebben te beantwoorden: „Wat moet mijn kind worden?" raden wij aan bij bovengenoemde Commis sie advies in te winnen. Binnenkort hopen wij in een uitvoeriger artikeltje over de Beroepskeuze nog nader uit te weiden. GEMEENTERAAD. Benoeming leeraren Burger-avondschool. Ontheffing bouwverordening. Restitutie belastinggelden. Uitkeering aan de Gemeente. Salaris Inspecteur van politie. Aanvraag van gelden voor de stichting van een Cbr. School. V ervolgonderwfls. 10-Jarlg bestaan Bond van korporaals der Kon. Marine. Op de bovenzaal van de Werklieden-Ver- eeniging O. S. W. in de Koningstraat, is Donderdagmiddag een meubelmagazijn en -winkel geopend, dat in een bestaande be hoefte voor de leden bleek te voorzien, ge tuige het succes, dat deze nieuwe zaak reeds aanstonds had. Het doel is den leden dezer vereeniging op gemakkelijke betalingsvoor waarden goedkoope meubelen, beddegoed etc. te leveren; terwijl ook voor niet-leden ge legenheid is om zich een en ander aan te schaffen. De bovenzaal der Vereeniging die nim mer gebruikt werd, bood een goede gele genheid voor de inrichting van deze nieuwe afdeeling, en, zooals we zeiden was door de goedkoope prijsnoteering gevoegd bij de uit stekende kwaliteiten der artikelen het suc ces op dezen eersten avond dadelijk reeds zeer groot. Vergadering van den Raad der Gemeente Helder, op Dinsdag 20 September 1921, des namiddags 8 uur. De agenda vermeldt de volgende onder werpen: *v' Ingekomen stukken, ten aanzien waarvan wordt voorgesteld ze voor kennisgeving aan te nemen: a. Bericht van aanneming der benoeming tot reserve-onderwijzer in deze Gemeente van J. Sohreuder, E. Llgteringon en L. Srnelik. b. Bericht aanneming der benoeming tot leeraar aan de Zeevaart- en Machinisten- avondschool van R. Th. Luijckx. c. Bericht van aanneming der benoeming tot onderwijzer in deze Gemeente van W. J. Veth. d. Bericht van aanneming der benoeming tot onderwijzer in deze Gemeente van J. P. Mol. e. Schrijven Gedep. Staten van Noord- Holland, waarbij afschrift Koninklijk Besluit, tot verleening van vrijstelling van de ver plichting tot net oprichten van een gymna sium tot 1 September 1926, wordt toege zonden. f. Goedkeuring op de Raadsbesluiten tot le. Intrekking der Verordening op de hef fing van rechten voor werkzaamheden van den Gemeente-Reinigingsdienst; 2e. kohier No. 4 der plaatselijke directe belasting naar het inkomen; 8e. Raadsbesluit van 9 Augustus j.1. tot aanwijzing van de plaats der nieuw te bouwen school voor lager onderwijs aan de Van Galenstraat; 4e. Raadsbesluit d.d. 23 Augustus jl. tot het aangaan van een geidleening ad 300.000 ter voorziening in de behoefte aan 'kasgeld; 6e. Raadsbesluit van 9 Augustus jj. tot vaststelling der Verordening tot rege ling van de wijze van bebouwing der gronden op het plan van Uitbreiding en 'bebouwing „West" en „Oost"; 6e. Raadsbesluit van 9 Augustus ji. tot het doen van betaling uit den post van „Onvoorziene Uitgaven". g. Bericht van ontvangst door Gedepu teerde Staten der Verordening op den ver koop van alcoholhoudenden drank in geval van demobilisatie. h. Proces-verbaal der opneming van kas en boeken van den Ontvanger der Gemeente Helder over het 3e kwartaal 1921. Ingekomen stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld ze in handen van Burge meester en Wethouders te stellen om prae- advies: Schrijven van J. Makelaar alhier, houdende verzoek van gemeentewege over te gaan tot den aankoop van een aan hem beboerende strook grond van 100 M'. 'Concept-overeenkomst met Departement van Marine nopens het weghalen van faeca- liën van schepen der Koninklijke Marine van 's Rijkswerven alhier. Voorstel tot wijziging der Verordening op de Winkelsluiting. Voorstel om aan A. F. Isaksson alhier ont heffing van art. 16, lid 1 der Verordening op hét bouwen en de bewoning in deze ge meente te verleenen. Voorstel om afwijzend te beschikken op het adres van A. J. Weijland, voorzitter der Geref. Zangvereeniging „Halleluja", om hem teruggave te verleenen van de hem opgeleg de boete door de Arr. Rechtbank te Alkmaar en de door hem 'betaalde belasting, geheel of gedeeltelijk, terug te betalen. Voorstel het salaris van den Inspecteur van Politie in deze gemeente te bepalen op 32003800, met 4 jaarljjksche verhoogin gen van 150. Voorstel het ingestelde beroep tegen het besluit van Gedeputeerde Staten, betreffende de vaststelling van het bedrag, dat de ge meente toekomt overeenkomstig de Wet van 24 Mei 1897 (Stbl. 166) (Inwoneruitkeerimg) in te trekken. Voorstel tot benoeming van leeraren aan de Burgeravondschool voor den cursus 1921/1922. Voorstel tot regeling van het Vervolgon derwijs in deze gemeente. Voorloopige vaststelling der Gemeente- Rekening, dienst 1920. Gewoon iBuiterigewoon Totaal Ontv. 3.436.301,85 3.473.25330» ƒ6,914.555,15» Uig. ƒ3.472.982,11 2.634.438,91 ƒ6.107.421,02 Slot 36.680,26 843.814,39' 807.134,13' nadeelig batig batig Goedkeuring van: a. de balans met verlies- en winstrekening der gasfabriek (Winst 72690.62»). b. de balans met verlies- en winstrekening van het electriciteitsbedrij'f (Winst 314.05»). c. de balans met verlies- en winstrekening der waterleiding (Verlies 11.200). d. de balans met verlies- en winstrekening der 'reiniging (Verlies 119.982,72). e. de balans met verlies- en winstrekening van het Levensmiddelenbedrijf (Verlies 43.916,71'). f. de balans met verlies- en winstrekening van het grondbedrijf (Verlies ƒ38.847.76'). g. de balans met verlies- en winstrekening van het zwembad (Verlies 2033,73»). h. de Jaarrekening over het jaar 1920 der Centrale Boekhouding. i. de rekening en verantwoording van het Burgerlijk Armbestuur (Voordeelig saldo ƒ1105,88). j. de rekening en verantwoording van het Algemeen Weeshuis (Voordeelig saldo ƒ102,68'). k. de rekening en verantwoording van de Kamer van Koophandel en Fabrieken (Voor deelig saldo 27,39'). Voorstel tot het verleenen van medewer king aan de Vereeniging „Laat de Kinder- kens tot Mij komen" voor het stichten' en inrichten eener zevenklassige school voor gewoon' lager onderwijs. In verband niet het feit, dat de Avon'dvak- teekenschool dit jaar haar beslag nog niet zal kunnen krijgen, zullen voor den cursus 1921/1922 wederom leeraren aan de Burger avondschool behooren te worden benoemd. ©e Directeur der school geeft aan B. en W. In overweging hiertoe over te gaan. De Inspecteur van het M. 'O. schrijft, dat het voorstel van den Directeur, voor wat in 't al gemeen betreft de vaste en tijdelijke aanstel lingen, bij hem geen' bedenking ontmoet. Echter kan hij' zich, wat het opdragen van het aantal lesuren aangaat, er niet mede ver- eenigen, in welk verband hij ernstig in over weging geeft 'bij het uitreiken der aanstel lingen het aantal op te dragen lesuren daarbij uit te schakelen; m. a. w. de vrijheid voor te behouden het aantal op te dragen lesuren naar behoefte eiken cursus opnieuw vast te stellen. Een en ander ziet hierop, dat indien de Burgeravondschool gereorganiseerd is, •deze school bij toekenning van Rijkssubsidie onderworpen zal zijn aan de 8-uren bepaling, waarbij aan leeraren, die een volledige dag- betrekking bij het onderwijs bekleeden, niet meer dan 8 klok-ureri avondonderwijs mogen worden opgedragen. Naar aanleiding hiervan meenen B. en W. den Raad dan ook te moeten voorstellen in den door den Inspecteur aan gegeven zin te besluiten. Zij zouden het op dragen der lesuren dan ter regeling aan den Directeur wenschen over te laten. B. en W. stellen voor te benoemen aan de Burger avondschool: a. tijdelijk voor het cursusjaar 1 October 1921 tot 1 October 1922: W. Heeroma, als leeraar in de natuur- en werktuigkunde; C. Rab, als leeraar in de wiskunde; W. M. de Draaijer, als leeraar ln het elec- tro-techinlsch lijn- en vakteekenen; H. Verkerk, als leeraar ln het vakteekenen en de theorie voor electriciens; P. B. Plasmeijer, als leeraar in het electro- technisch lijn- en vakteekenen; b. tot vast leeraar D. 'Schippers, als leeraar in het lijn- en vakteekenen aan meubelma kers. Op een adres van A. F. Isaksson, inzake ontheffing van het bepaalde bij art. 16, lid 1, der Verordening op hik bouwen en de bewo ning in deze Gemeente ten behoeve van een door hem op het perceel Sectie O, No. 4009, aan de Stakman Bossestraat te bouwen woon huis, stellen B. en W. voor de gevraagde ont^ heffing te verleenen. In een aan den Raad overgelegd adres verzoekt A. J. Weijland, voorzitter der Gere formeerde Zangvereeniging „Halleluja'' al hier teruggave van de boete hem door de ArrondissementSHRechtbank te Alkmaar op gelegd en de door hem betaalde belasting of althans van een gedeelte daarvan. In de begeleidende toelichting op dit adres komen eenige onjuistheden voor, die B. en W. even wenschen recht te zetten. Adressant betoogt, dat soortgelijke uitvoe ringen vroeger geheel werden vrijgelaten en dat hij hierop afgaande in de meening ver keerde, dat de door hom te geven uitvoering niet belastingplichtig was. Opgemerkt wordt, dat B. en W. de beschuldiging van partijdig heid niet aanvaarden en dat de ondernemers van uitvoeringen niet te beoordeelen hebben, of zij al of niet belastingplichtig zijn. In alle geval had adressant kunnen voldoen aan de uitnoodiging van den' Contróleur der belas tingen om de toegangsbewijzen af te halen. Wanneer A. J. Weijland voornoemd de overtuiging had, 'dat hij niet belastingplichtig was, had hij, mits vooraf de 'berekende belas ting voldoende, in beroep kunnen gaan bij Burgemeester en Wethouders, zooals de ver ordening voorschrijft. Dat door deze wijze van beroep de 'belas tingplichtigen zich hebben te onderwerpen aan het oordeel van een ambtenaar kunnen B. en W. niet toegeven, omdat de betrokken ambtenaar in een dergelijk gev J alleen maar van advies dient. Ten overvloede merken B. en W. op, dat het hoofd van den contróieddenst bevoegd is de door hem noodig geachte middelen van con trole toe te passen. Aan deze contróle, be staande o. m. in het laten waarmerken van toegangsbewijzen, ook voor de van belasting vrijgestelde uitvoeringen, heeft adressant zich niet willen onderwerpen. Hij wen3chte blijkbaar niet den wettigen weg te bewandelen en liet van de overtreding proces-verbaal opmaken, waardoor hij zich blootstelde aan alle gevolgen daarvan. Terecht wees de Rechtbank te Alkmaar in deze zaak op 7 Juni 1921 een veroordeeiend vonnis. B. en1 W. zijn dan ook van meening, dat om 'bovenvermelde redenen het verzoek niet wel voor inwilliging vatbaar zou zijn en zulks te meer, omdat de Raad in geen geval de zijde kan kiezen van hen, die zonder eerbied voor recht en wet, de door den Raad vastge stelde verordeningen overtreden, ware het niet, dat de Raad niet bevoegd is een beslis sing in dezen te nemen. Het recht tot kwijtschelding en verminde ring van de door den rechter opgelegde straffen komt uitsluitend aan de Kroon toe ingevolge artikel 68 der Grondwet. B. en W. stellen den Raad mitsdien voor in overeenstemming met het overgelegde advies van den Contróleur der belastingen, het adres van de hand te wijzen. Op advies van B. en W. werd door den Raad besloten bij H. M. de Koningin beroep in te stellen tegen het besluit van Gedepu teerde Staten, betreffende de vaststelling van het bedrag, dat de Gemeente toekomt over eenkomstig de Wet van 24 Mei 1897 (St. 156) (Inwoner-uitkeering). Dat College geeft B. en W. thans, namens den Minister van Financiën, in overweging het ingestelde beroep in te trekken, om rede nen in bedoeld schrijven nader uiteengezet. Overeenkomstig dat schrijven stellen B. en W. den Raad voor hen te machtigen aan H. M. de Koningin mede te deelen, dat het aan hangig gemaakte beroep wordt ingetrokken. Op 1 Juli 1921 is aan den Inspecteur van Politie D. G. Muntinga eervol ontslag ver leend. Voor de ontstane vacature hebben zich na oproeping 31 sollicitanten aangemeld, met een enkele uitzondering alle onervaren jeug dige krachten. Slechts één der sollicitanten beschikt over meer ervaring en is in het bezit van het In specteursdiploma, doch deze is niet genegen bij het thans geldende salaris naar de be trekking van Inspecteur te dingen. 'D:e bezoldiging is van dien aard, dat be voegde krachten bij de tegenwoordige salaris- grenzen niet naar hier wenschen te solll- olteeren. De Burgemeester geeft daarom ln over weging het salaris voor den Inspecteur van Politie te 'bepalen op 32008800 met 4 één-jaarlijksche veifooogingen van 150. B. en W. kunnen zich daarmede geheel ver eenigen en stellen den Raad mitsdien voor het salaris van den Inspecteur dienovereen komstig vast te stellen. B. en W. hebben aan den Raad het volgend schrijven gericht. Bij adres van 28 Juni j.1. vraagt het Be stuur der Vereeniging „Laat de Kinderkens tot Mij komen" alhier welke vereeniging rechtspersoonlijkheid heeft verkregen bij K. B. van 14 December lSl No. 23, van 14 De cember 1891 No. 20 en van 18 April 1910 No. 17 de benoodigde gelden te verstrekken voor de stichting van een zeven-klassige school. Het ligt ln de bedoeling deze school te stichten op het aan de gemeente in eigen dom toebéhoorende perceel Sectio E, No. 108, gelegen aan den Polderweg. Bij het verzoek legt het Bestuur over de stukken, welke krachtens art. 78 der L. O.- wet 1920 verelscht zijn. Dientengevolge zal Uwe vergadering ter voldoening aan art. 75, 2e lid van genoemde wet, krachtens welk artikel medewerking slechts mag worden ge weigerd wanneer niet aan de in art. 78 om schreven verelsohten is voldaan, zijne mede werking moeten .verleenen. Het verleenen van deze medewerking kan op meer dan één wijze geschieden, n.1.: lo. de gevraagde gelden voor den bouw aan de Vereeniging beschikbaar te stellen; 2o. een bestaand gebouw geheel of ten deele, al of niet verbouwd, als schoolgebouw beschikbaar te stellen; 8o. de stichting van de school door de ge meente zelf te doen plaats hebben. In de eerste plaats is door ons College een onderzoek ingesteld naar de mogelijkheid een bestaand schoolgebouw aan het Bestuur af te staan, wat met het oog op de financiën der gemeente zeer zeker was te prefereeren. Zooals uit het hierbij overgelegde rapport van een drietal Hoofden van openbare scho len, die op verzoek van den Voorzitter van ons College, zich met het onderzoek naar de mogelijkheid om een bestaande school af tc staan, hebben belast, blijkt, komen deze Hoof den tot de conclusie, dat zulks niet mogelijk is, daar bij het afstaan van een bestaande school, na reorganisatie van het lager onder wijs ln deze gemeente, zelfs niet alle leer lingen van het openbaar onderwijs op de dan aanwezige scholen geplaatst kunnen wor den. De Commissie van Bijstand voor het On derwijs, wier advies wij over deze aangele genheid inwonnen en welk advies wij hier bij tevens overleggen, vreest, dat, indien aan de Vereeniging gelden voor de stichting van een nieuwe school worden gegeven, in de toe komst, waar ook van andere zijden pogingen in het werk worden gesteld om tot stichting van scholen te geraken, een zoodanig aantal leerlingen aan de openbare scholen onttrok ken zal worden, dat de gemeente meer plaats ruimte voor het openbaar onderwijs heeft, dan inderdaad noodig is. De Commissie aoht daarom een nader onderzoek wenschelijk. De door de Commissie geuitte vrees komt ons niet zeer gegrond voor. Zooals uit het rapport van de Hoofden der Scholen blijkt, zal voor de leerlingen van het openbaar on derwijs bij het afstaan van een bestaande school plaatsruimte te kort zijn voor 6 leer lingen, waarbij dan tevens gerekend is dat overigens in iedere school het maximum aan tal leerlingen aanwezig zal zijn. Dit laatste zal alleen dan mogelijk zijn, Indien steeds leerlingen van de eene naar de andere school worden overgeplaatst, wat in de practijk zeer zeker tot moeilijkheid en tot ontevredenheid bij de ouders der leerlingen aanleiding zal geven, terwjjl het tot nadeel van het open baar onderwijs zal strekken. Bovendien zul- lon leerlingen uit andere gemeenten komen de, niet tot de openbare school kunnen wor den toegelaten. Een en ander is zeker in strijd met het bepaalde in art. 19, le lid der Lager onderwijswet, volgens welk artikel in elke gemeente voldoend lager onderwijs moet worden gegeven in een genoegzaam aantal scholen. Bij ons College staat bovendien vast dat door den bouw eener nieuwe school het aan tal plaatsen voor het onderwijs in deze ge meente niet te groot zal worden. Het aantal leerlingen in de kom der gemeente toch be droeg volgens opgave van de Hoofden van Scholen 2942, welk getal met 69 zal worden vermeerderd bij uitbreiding der Leerplicht wet, zoodat dit stijgt tot 3011. Tot het zeven de leerjaar behooren daarvan 118 leerlingen, zoodat alsdan over 6 klassen der 14 scholen (aannemende dat de nieuwe bijzondere school, waarop dit voorstel betrekking heeft, wordt gesticht) moeten worden verdeeld 2893 leer lingen, hetgeen per klasse zal uitmaken een getal van 35 leerlingen, wat ons zeker niet te laag voorkomt. Ook voor de vrees dat de jaarwedde van de leerkrachten, bij vermindering van het aan tal leerlingen bij het openbaar onderwijs niet door het Rijk zal worden vergoed, bestaat naar onze meening geen 'grond. Aannemende dat er van het aantal leerlingen der open bare scholen omiddellijk bij de totstandko ming der bijzondere school een lOOtal, zoo als de Hoofden der o. 1. scholen verwachten, af zullen gaan en bij het tot stand komen van een R.-K. school nog een lOOtal leerlin gen de o.l. school zal verlaten, dan nog blij ven' voor de openbare scholen over 3011 200 is 2811 leerlingen, waarvan, laat ons aan nemen er 110 de 7e klasse zullen bezoeken, zoodat voor de klassen 1 tot en met 6 zullen overblijven 2701 leerlingen of gemiddeld 208 leerlingen per school, wat voor een zeven klassige school met ongeveer 17 zal moeten worden vermeerderd. Bij 181 leerlingen reeds vergoedt het Rijk de jaarwedde van 6 leer krachten en bij 226 de jaarwedde van 7 leer krachten. Wij achten het dan ook voor het openbaar onderwijs niet verantwoord, dat een bestaan de school aan de Vereeniging wordt afge staan. In verband met het vorenstaande stellen wij U dan ook voor medewerking aan de Ver- eenigling „Laat de Kinderkens tot Mij1 ko men" .te verleenen. Hierdoor wordt nog niet gezegd dat Uwe vergadering met den bouw zelve en de eerste inrichting daarvan accoord gaat. Eerst wan neer aan ons College de beschikbaarstelling der geraamde kosten wordt gevraagd, wordt ingevolge art. 77, 5e lid overlegging van de bestekken en beschrijving der terreinen en de omschrijving van de eerste inrichting, het advies van den Inspecteur, benevens een uit gewerkte raming van kosten geëischt en kan een positief oordeel, zoowel over de keuze van het terrein, als voor den bouw en eerste inrichting der lokaliteiten en de kostenra mingen geveld worden. Een concept-besluit voegen wij ter vaststel ling hierbij. Volgens het bepaalde in art. 21 der L. O.- wet 1920 zal, te beginnen in 1921, aan hen, die hét gewoon of buitengewoon lager on derwijs hebben genoten en niet meer onder de verplichting vallen dit onderwijs te vol gen, zoodra ten minste zes leerlingen zich daarvoor hebben aangemeld, van gemeente wege gelegenheid moeten worden gegeven tot het genieten van vervolgonderwijs. Het herhalingsonderwijs, dat ook in deze gemeent steeds gegeven werd aan de scholen No. 1, 2 en 7a Is hierdoor komen te vervallen met het eindigen van de cursussen idle in 1920 zijn aangevangen. Mede als gevolg hiervan zal de verorde ning tot regöllng van het herhalingsonder wijs, vastgesteld in de raadsvergadering van 8 Maart 1904, komen te vervallen en een nieu we verordening, regelend hét vervolgonder wijs, behooren te worden vastgesteld. Tevens zullen de tegenwoordige onderwijzers der herhalingsscholen behooren te worden ont slagen om daarna wederom bij het vervolg onderwijs te worden benoemd. Zooals hiervoren reeds Is medegedeeld, zal een nieuwe verordening behooren te worden vastgesteld. Met betrekking hiertoe ls door B. en W. te voren overleg gepleegd met den In specteur van het L. O. en de Hoofden van de o.l. scholen, waarna een concept-verordening bereids is ontworpen, en waarmede de Com missie van Bijstand voor het Onderwijs zich kan vereenigen. B. en W. dienen aan den Raad een voorstel in ter regeling van het bovenomschrevene, welk voorstel is verge zeld van de bedoelde ontwerp-verordening. Ter herdenking van het 10-jarig bestaan van bovengenoemden Bond was een feest vierende vergadering uitgeschreven, die gis terenavond in de ruime en feestelijk verlichte „Casino"-zaal gegeven werd ten aanhoore van een groote menigte belangstellenden. Nadat bet „Stedelijk Muziekcorps" zich had doen hooren met een pittigen openings- marsch, trad allereerst de Voorzitter, de heer Buurman, naar voren om de bijeenkomst te openen. Hij heette alle aanwezigen welkom, ln 't bizonder leden en oud-leden, die van elders waren gekomen, alsook de afgevaar digden van zusterorganisaties. Doordat de oorspronkelijke datum een week verlengd was, was thans de „Zeeland" afwezig, alsook de Stafmuziek; spr. brengt den leden van dit corps dank voor hunne bereidwilligheid. Dank zij de bereidwilligheid van de leden, brengt deze feestvierende vergadering nage noeg geene kosten mede voor de bondskas. Met het jubileum van den Bond hangt dat van den heer De Zwart als administrateur samen. Lang heeft men gepeinsd wat men den heer De Zwart het ibest kon aanbieden om die hulde te symboliseeren; tenslotte be sloot men den wethouder van financiën een stel wetboeken cadeau te doen. 'De afdeeling Peking zond een schrijven met afbeelding van een' voorzittershamer, dien men, wegens de slechte postverbindin gen, nog niet heeft kunnen zenden. De af deeling bestaat slechts uit drie leden, welke, tezamen met 'het oud-lid Mulder, dit cadeau aanboden, waarvoor spr. hen hulde brengt. Schriftelijke gelukwenschen zijn ingeko men van het oud-lid G. Brands, thans korp.- kok 'bij de landmacht; van het partijbestuur der S.D.A.P. met een fraai 'bloemstuk; een telegram van het afd.-bestuur Vlissingen en de hoofdafdeeling Indië (dit zal, op. voorstel van het bestuur, met een telegram van dank betuiging worden beantwoord); telegram van den Boitd van Vaklieden bij de landmacht; van de afd. Amsterdam van den Bond, waar van ook een vertegenwoordiger aanwezig is. •Spr. deelt tenslotte mede, dat men meende, waar de heer De Zwart gehuldigd moest wor den, mevrouw De Zwart niet te mogen verge ten; het bestuur biedt haar een abdijklok aan. Moge haar, als zij op haar man wacht, de tijd minder lang vallen door het spelen, elk kwar tier, van deze klok. Alsnu wordt het doek weggetrokken en worden de geschenken, een stel wetboeken en een fraai 'boekenkastje, benevens de klok, aan het publiek onthuld, dat door applaus zijne instemming betuigt met een en ander. Vervolgens wordt het woord gevoerd door den heer Prins, voorzitter van den O.O.-bond. Spr. is niet gewend op eene feestvierende vergadering het woord te voeren; de Bond was uiteraard meer een zuivere strijdorgani satie. Strijd naar 'binnen en buiten is gevoerd in die 10 jaar; eigenaardig dat spr. thans na mens de onderofficieren een feestrede uit spreekt, waar hij voor 10 jaar een der felste bestrijders was van dezen korporaalsbond. Spr. releveert de gebeurtenissen van voor 10 jaar. Bijna alle vroegere leden zijn er niet meer; met spr. is er nog slechts één over. De strijd van vroeger heeft heel wat hoofd brekens gekost; de korporaals en hoogere onderofficieren konden het niet met elkander vinden en een afzonderlijke Bond voor kor poraals werd gesticht. Hoewel niet alles pais en vree was onder die bonden, hebben de Bond van Onderofficieren en de Korporaals- bond nooit scherp tegenover elkander ge staan. De lof, om het scheepje tusschen de klippen door te laveeren, mag hen niet wor den onthouden, 't Was altijd een lastige po sitie voor dien Korporaalsbond. Ook aan den heer De Ziwart komt de eer toe alle bonden tot innige samenwerking te hebben gebracht in de Oamibo. Daarvoor brengen wij hem huidel Namens het Hoofdbestuur van den' Onder- officiersbond biedt spr. een fraai bloemstuk aan in de symboliseerende kleuren der drie Bonden. Moge de samenwerking van thans blijven bestaan tot heli van het gansche Ma rinepersoneel! De heer Clercq, voorzitter van het Hoofd bestuur van den Bond v. M. M. P., brengt thans zijn felicitaties. Wij hebben elkander niet gevonden in Cambo; daarvóór hadden wij elkander allang gevonden. Moge gij stand houden om den reactionnairen wind, die thans waait, het hoofd te bieden. Met den O.O.-Bond hebben wij mogelijk wel eens ge kibbeld, met den Korporaalsbond nooit. Daar om biedt spr. namens den B. v. 'M. M. P. een bloemstuk aan. Namens de oud-gasten spreekt de heer Van Stralen en herinnert aan de werkzaamheden, door de „roethanen" gedaan, hoopt dat in de voetstappen van thans wordt voortgegaan. Mogen we tenslotte allen in één organisatie werken en strijden! Ook spr. biedt een bloem stuk aan namens de oud-gasten als sympathie voor het werk. De Voorzitter wijst, in antwoord op de op merking van spr., dat 80% in Indië lid is van de organisatie, er op, dat dit percentage thans 92% bedraagt. Daarna laat de Muziekkapel zich hooren met eenige zeer goede en verdienstelijk uit gevoerde nummers, waarna als declamator optreedt de bekende heer Sternheim van Amsterdam, met een voordracht uit het 'be kende boek van Oh. de Coster „Uilenspiegel en Lamme Goedzak". Deze „'goede boerde" van den oübolligen Vlaming viel zeer in den smaak. De heer Sternheim droeg voorts een gedicht voor van v. Oollem, getit. „Slagveld". Wij hebben dezen declamator voor eenige jaren terug -gehoord! hij is veel' sterker geworden1, en zijn decla matie trof door innigheid van toon en kracht van uitdrukking. Vooral in het prachtige vers van Van Oollem kwam dit uit. Na den heer Sternheim trad de heer De Zwart, met apllaus begroet, naar voren. Het is spr. een behoefte alvorens te zeggen, hetgeen spr. van plan was, Hoofdbestuur en leden van harte te danken voor hetgeen ls aangeboden. Het was voor spr. een groote verrassing, en mede namens zijn echtgenoote, dankt spr. hartelijk voor de hulde. Ook voor 'hetgeen aan spr. persoonlijk ls gericht, brengt hij dank; er zijn wel moeilijke oogen- blikken geweest in die 10 jaar, maar zoo'm avond als deze maakt dit alles weer goed. Spr. is het met den heer Prins eens, dat op eene vergadering als deze een feestrede wellicht beter geschikt is. Men komt hier thans niet om allerlei dingen omtrent de or ganisatie te vernemen, maar enkel om feest te vieren. Daarom ook zal spr. het zoo kort mogelijk maken. iSpr. herinnert er aan, dat de Bond van Kor poraals zijn ontstaan dankt aan verschillend inzicht in de toenmalige bonden. Men zou misschien' mogen verwachten, dat dan ook een soort van vijandschap zou zijn blijven bestaan. Toen de Bond ln 1911 werd opge richt, was het marinepersoneel al geruimen tijd werkzaam geweest, en in de voorafgaande 10 jaren, toen de bonden onder elkander had den getwiSt, waren de resultaten ook niet schitterend. Toenmaals waren de levensvoor waarden bedroevend; de korporaals hadden 1.per dag, behalve het dekpersoneel, dat nog een toelage van 7'/« cent daarboven had- Om die „gunst" zaten ze elkander nog vaak in 't haar. Dat verschijnsel deed zich ook voor bij de verschillende rangen van het marine personeel'. Als men dan wordt aangezocht om de ad ministratie te voeren, en men komt dan op een droevigen winterdag op een zolderka mertje om te zien welke perspectieven zich in dien Bond opdoen, lijkt dat niet heel be moedigend. Bij hen, die toenmaals de zaak in handen hadden, leefde echter het vertrou wen in dé toekomst. Het was niet dat zolder kamertje, dat spr. deed besluiten „ja" te zeg gen, maar het goed vertrouwen in de toe komst van die leiders, het was het jeugdig vuur en enthousiasme. Niet hetgeen aan tast baars werd getoond, maar het vertrouwen was het. 'Met de oprichting hadden we 245 leden. Op 1 Jan. 1912 reeds 445, 1 Jan. 1913 661, 1 Jan. 1914 641. Tot 1 Augustus 1914 waren wij gestadig gegroeid tot een aantal ongekend vóór de organisatie. Toen kwam de oorlog. Op 24 Juli 1914 was een laatste Hoofdbe stuursvergadering gehouden; de eerstvol gende in October 1915. Onze geheele organi satie stond te worden uiteengerukt Niet lang duurde de inzinking. Spoedig kregen we aanknoopingspunten, zij het ook met horten en stooten: wij kregen de organisatie weer bij elkaar. Als ooit eene vereeniging een moeilijke tijd doormaakte, was het wel de onze toen. En het is weer de liefde, het ver trouwen, die de oorzaak ervan waren, dat alles terechtkwam. Ook de drang der omstan digheden, omdat men wist, dat alleen de orga-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 9