Het Meisje van hiernaast
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
BERICHT.
VOLHARDING'» TARWEBLOEM
No. 5456
DINSDAG 20 SEPTEMBER 1921
49e JAARGANG
Zij, die zich vanaf heden voor
minstens 3 maanden op dit blad
abonneeren, ontvangen het tot
1 October GRATIS.
BUITENLAND.
Een conferentie onmogelijk
De Toonrede,
DUITSCHLAND.
De „Vorwfirts" en de önantieele plannen.
De ekonomische sanktlea.
De „Freitehit" en de uitzonderingstoestand.
Ingezonden mededeellng.
WATERZUCHT EN DE NIEREN.
's Morgens optredende verschijnselen, van
waterzucht (pafferdgheid onder de oogen en
in het gezicht) wijzen bp een nieraandoening.
Zwellingen van de voeten en 'handen na in
spanning, vooral 's avonds, kunnen aantoo-
nen, dat het hart is aangedaan.
is door zijn buitengewone blankheid en fijnheid, uitermate geschikt tot het samenstellen van alle soorten
gebak en meelspijzen. PROBEERT U HET EENS!!! Prijs per pakje 18 cents.
FEUILLETON.
„Dan is Don maar twee jaar ouder," zeide
COURANT
ABONNEMENT PER 3 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING;
Heldersche Courant f 1.50; fr. p. p. binnenland f 2.—, Ned. 0. en W.
Indië p. zeepost f 2.60; id. p. mail en overige landen f 4.20. Zondagsblad
resp. f 0.576, f 0.75, f 0.85, f 1.25. Modeblad resp, f 0.95, f 1.25,f 1.25, f 1.60
Losse nummers der Courant 4 ct., fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
RED ACTEUR-UITGEVER: 0. DE BOER Jr., HELDER
Bureaiu: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 50
Past-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN
20 et. p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombr. als redac. tekst) 60 ot.
Kleine adv. (gevr., te koop, te huur) v. 1—4 reg. 50 ct., elke reigel meer
10 et. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder no. 10 ct. p. adv.
extra)Bev.-mo. 4 ct. Alle prijzen tijd. verh. met 10% papierduurtetoesl.
Licht op
voor auto's en fietsen:
Dinsdag 20 September
Woensdag 21
7.33 uur.
7-80
IERLAND.
Londen 17 Sept. De Valera heeft vanavond
Lloyd George telegrafisch geantwoord. De
Valera zegt o.m.:
„Wij streven slechts naar één ding: het
beleggen van een conferentie, gebaseerd op
een zoodanige basis van waarheid en op
rechtheid, dat wij het resultaat zullen kun
nen bereiken, waarnaar het volk van de beide
eilanden zoo vurig verlangt."
Het vlugge antwoord van de Valera aan
Lloyd George op diens herroeping van de
conferentie heeft, naar de algemeens opvat
ting, een hoopgevender toestand geschapen.
De Sinn-Feinledders waren zich blijkbaar
(bewust geworden dat in heel Ierland ont
steltenis was ontstaan bij het voorzien van
de ernstige gevolgen, die uit den nieuwen toe
stand zouden kunnen voortkomen en dat
de verantwoordelijkheid voor het overhaaste
uitlokken van dó crisis op hen zou komen
te rusten. In elk geval heeft de Valera geen
tijd verloren laten gaan met het hervatten
van zijn correspondentie met den eefste-
mixuster en het is opmerkelijk, dat onver
wijld een telegram werd verzonden in plaats
van een nota met koeriers"
Zooals gewoonlijk is moeilijk te ontdek
ken, wat de Valera precies bedoelt, maar
het telegram schijnt aan te geven dat Sinn-
Feiin van de erkenning van Ierland als soe
vereine staat door de Engelsche regeering
geen voorafgaande voorwaarde voor verde
re onderhandelingen wil maken. Men izal af
dienen te wachten of de Valera's toelichting
door Lloyd George voldoende geacht zal
worden. De zaak van den vrede zou stellig
bevorderd zijn, indien de Valera nauwkeuri
ger termen gebruikt en openhartig de aan-
spraken herroepen had, die de zaak op het
doode punt hadden gebracht. De openbare
meening is echter geneigd te denken dat hij
een stap heeft gedaan om het aanbod van
Lloyd George zonder voorbehoud te aan
vaarden.
De N. Rott. Ot. vat haar oordeel over de
houding van de Valera als volgt samen:
Ligt het aan de Valera's Spaansohe bloed
dat zijn terminologie anders is dan die van
het geijkte gebruik en het gezonde verstand?
Als gij het huis van een Spaansohen gast
heer binnengaat, noodigt hij' u uit, het u
gemakkelijk te maken in „uw huis", dat toch
het zijne ia Het is een Spaansche hoffe
lijkheid. Aan hoffelijkheid kan de Valera
echter misschien nog loeren, en hij moet ook
geen brieven meer schrijven over vitale
vraagstukken, als men met hun oplossing
vorderen wil. Half Augustus was door de
Valera's rhetoriek een dergelijke kink in den
kabel gekomen, die er weer spoedig uit ge-
werict kon worden. Het gezag van den pre
sident van de Iersche „republiek" lijdt er
stellig onder als de woorden, die hij ge
bruikt, geen zin meer hebben. Daarom is
het goed, dat aan het hoofd van de nieuwe
deputatie een man met fijnen en scherpen
geest als Arthur Griffith staat, de republi-
keinsche minister van buitenlandsche zaken,
een man ook van zuiver Ierschen bloede, die
dieper kan voelen welke groote belangen er
voor zijn volk op het spel staan dan de Vale
ra, die zijin grootste rol in de propaganda
dn Amerika heeft gespeeld.
In elk geval, de Valera heeft moeten te
rugkrabbelen en hij' wringt zich in kronkels
om dat te verklaren. Het plechtig nadruk
leggen op Ierland's onafhankelijkheid van
souvereinen staat was Slechts het innemen
van een stelling, die, naar men nu moet
schijnen te begrijpen, opgegeven kan wor
den, zooals een militaire stelling, die niet
houdbaar meer is. Wij worden dus voorbe
reid op een terugtocht. De Valera wil nu
onderhandelen zonder eenige voorwaarden
en vraagt dus precies hetzelfde wat Lloyd
George aan hem gevraagd heeft, toen En
geland den eersten stap tot onderhandelen
deed. Men is ook nog even ver, behalve dan
dat de Dail een gezaghebbende afvaardi
ging tot onderhandelen heeft benoemd en
dat er veel papier orinoodig beschreven is,
om stellingen te bepalen, die opgegeven zul
len moeten worden, indien de onderhande
lingen tot iets willen leiden. Wij vermoeden,
dat Lloyd George, die aldoor getoond heeft
zooveel waarde te hechten aan het slagen van
de onderhandelingen en zelfs in zijn laatste
antwoord tusschen de regels door aan Sinn
Fein een paar dagen nieuwen bedenktijd
liet den onhandigen briefschrijver niet
te hard zal vallen en uit zijn laatste telegram
vooral zal lezen, dat de gezaghebbende man
nen van de _,4nner circle" van 'Sinn Fein de
onderhandelingen in dit stadium niet wen-
schen te laten afspringen.
Na veel bittere woorden 'zwart op wit, zul
len de eigenlijke mondelinge onderhande
lingen dan beginnen, waarbij elk misver
stand sneller uit den weg geruimd kan wor
den dan met stroeve pennen.
Lloyd George schreef: „Ik moet....
met mijn collega's beraadslagen over de
handelwijze, welke door de nieuwen toestand
noodig is geworden. Ik zal u daaromtrent
zoo spoedig mogelijk mededeelingen doen,
doch aangezien ik op het oogenblik bedle
gerig ben, is een vertraging van enkele da
gen onvermijdelijk".
Londen, 18 (Sept. Vanmiddag heeft Lloyd
George een telegram aan De Valera gezon
den, waarin hij' zegt: Uw telegram van gis
teravond brengt geen wijziging in uw eisch,
dat uw afgevaardigden met ons zouden' sa
menkomen als vertegenwoordi; ars van een
souvereinen en onafhankelijken staat. Gij
hebt zulk een voorwaarde niet van te voren
gesteld, toen goj mij in Juli kwaamt bezoeken.
Ik moedigde u toen uit volgens de woorden
van mijn brief „als de gekozen leider van de
groote meerderheid van Zuid-Ierland" en1 gij
hebt die uitnoodiging aangenomen. Van het
allereerste begin van onze gedachtenwisse-
lingen af heb ik u gezegd, dat wij van Ierland
verwachten, dat het trouw aan de kroon zou
zijn en zijn toekomst zou vormen als lid van
het Britsche gemeenebest. Dat was de grond
slag van ons voorstel en wij kunnen hem
niet wijzigen. De status, die gij van te voren
voor uwe afgevaardigden opeischt, is feite
lijk een verloochening van dien grondslag.
Ik ben bereid uwe delegatie te ontmoeten ge
lijk ik u in Juli ontmoette, namelijk in de
hoedanigheid van gekozen woordvoerders
De 'economische toestand van ons land
geeft ernstige reden tot bezorgdheid. In bij
na iedere branche blijft de koopwaar omtzet-
tenid duur. Alleen komen er uit het Noor
delijke puntje van Noord-Holland, betreffen
de de textiel-goederen bevredigende betich
ten tot -ons. Waar b.v. in Den Haag en Am
sterdam nog ver over de 100 'gulden voor
een goede winterjas betaald moet worden
koopt men in den Helder bij de firma I.
Grunwald, Keizerstr. 116 (boven) een mag-
nefieke jas 40 beneden iedere concurren
tie, daar deze firma dank zij de lage valuta
in Duitschland de prachtigste stoffen voor
vredesprijs opgekocht heeft.
In de afdeeling damesconfectde schitte
rendste allernieuwste modellen, die in die
hoofdsteden van Duitschland, Frankrijk en
Engeland toonaangevend zijn.
De firma I. Grunwald geeft dan ook op
gebied van stoffen, confectie en heerenklee-
ding naar maat den toon aan. Daarom noe
men wij deze advertentie de Toonrede. Over
tuigt u van onze schitterende collectie. Wat
wij schrijven zijn geen ijdele klanken, doch
werkelijkheid.
In Frankrijk kochten wij een partij prach
tige dekens. De prima Leidsche dekens zijn
in ons magazijn, Keizerstr. 116, beneden lede
re concurrentie te verkrijgen. (Adv.)
van uw volk, om te beraadslagen over de ver-
eeniging (association) van Ierland met het
Britsche gemeenebest. Mijn collega's en ik
kunnen niet met hen samenkomen als ver
tegenwoordigers van een1 souvereinen, onaf
hankelijken staat zonder ontrouw te zijn aan
kroon en rijk. Ik moet derhalve herhalen, dat
tenzij de tweede alinea van uw brief van 12
dezer herroepen wordt, een conferentie tus
schen ons onmogelijk is.
(De alinea in kwestie, die volgde op de me-
dedeeling dat Sinn Fein de uitnoodiging tot
een conferentie aannam, luidde: „Onze natie
heeft plechtig hare onafhankelijkheid ver
klaard en 'zichzelf als souvereinen staat er
kend. Alleen als vertege nwoondigers van dien
staat en als zijn gekoze i hoeders hebben wij
eenig gezag of macht, >m uit naam van ons
volk te handelen".
De heele moeilijkheiidie de opschorting
van de onderhandeling m tengevolge had, is
ontstaan uit Sinn Fein'handhaving van die
alinea).
Maandagavond heeft de Valera een ant
woord aan1 Lloyd George gezonden, waarin
hij o.m. ze;gt:
„Wij hebben er nimmer aan gedacht, u te
vragen om voor het houden van de confe
rentie eenige conditie te aanvaarden. Wij
zouden het even onredelijk hebben gevonden,
van u te verwachten vooraf de Iersche repu
bliek formeel of informeel te erkennen, als
dat gij van ons zoudt verwachten, reedg te
voren hetzij formeel of informeel ons na
tionalisme te verzaken. Er bestaat een ge
schil, juist omdat geen van heide partijen het
standpunt van de andere aanvaardt. De con
ferentie is noodig, om te zoeken naar een
zoodanige regeling, door welk het geschil
kan worden bijgelegd. Een associatie van
harmonie en vriendschap zal een behoor
lijken vrede tusschen de volken van deze
beide eilanden en tusschen Ierland en de
groep van staten, die het Engelsche gemee
nebest vormen, verzekeren.
Een zoodanige regeling zou, naar wij mee»
nen te moeten gelooven, het geschil voor
u'uit de wereld te helpen en beide naties in
staat stellen, ieder volgens haar eigen ont
wikkelingsgang tot rust en vrede te komen,
en het hare bij te dragen tot de beschaving,
door vrije en vriendschappelijke samenwer
king in zake de erkenning van gemeenschap
pelijke belangen.
Voor het onderhandelen over zulk een
verdrag moeten de vertegenwoordigers van
beide naties elkander ontmoeten. Indien gij
tracht, vooraf voorwaarden op te leggen, die
wij. moeten beschouwen als inhoudende een
verzaking van geheel ons standpunt, dan
kan een dusdanige conferentie niet worden
gehouden."
Berlijn, 17 Sept. De „Vorwfirts" is over een
plan van de industrie, landbouw en banken,
die voor het rijk een geldleening bijeen wil
den brengen om daarmede de betaling van
den volgenden termijn van de schadeloos
stelling mogelijk te maken, waartegenover
zij toegevendheid bij de belastingen verlan
gen, niet goed te spreken. Het blad ver
neemt, dat het rijksverbond der Duitsdhe
industrie behalve deze toegevendheid bij de
belastingen, ook een verbreeding van de te
genwoordige ooalitie naar rechts heeft ge
vraagd. Als men veel vraagt, moet men ook
veel aanbieden. Het Rijksverbond der Duit
sdhe industrie heeft echter medegedeeld, dat
men slechts verwacht 1 k l1/» milliard gou
den marken bijeen te zullen krijgen. Het
aanlbod der industrie is volgens de „Vor
wfirts" niet anders dan een leening ter ver
gemakkelijking van de vervulling van het
vredesverdrag. Geen verantwoordelijke re
geering zou het op zich kunnen nemen, op
grond van een dergelijke toezegging politie
ke concessies te doen. De sociaal-democratie
heeft dan ook geen aanleiding om van haar
principtieelen eisch tot „Erfassung der Gold-
werte" eek maar een haarbreed af te wij
ken, vóór de tegenpartij door een zeer dui
delijke omschrijving der voorstellen zeker
heid geeft, of het hier gaat om hulp voor de
republiek of om bluf.
Het groote plan van het rijksverbond van
de Duitsche nijverheid, om mede te werken
aan de verzekering van een geregelde afbe
taling van den Duitschen ooriogscijns door
het opnemen van een particuliere goudlee-
ning in hét buitenland, met het crediet van
de Duitsche nijverheid en landbouw als on
derpand, heeft, hoewel het nog in staat van
wording is, gelijk gemeld is, groote geest
drift gewekt. De gedachte die er aan ten
grondslag ligt, is volmaakt gezond en de
uitvoering van het plan moet bijdragen tot
stabiliseering van den toestand in de heele
wereld. Men verwacht er vooral van, dat er
aan het gespeculeer met het Duitsche ruil
middel, dat een bron is van binnenlandsche
onrust, een einde zal komen. Daalt de mark,
dan wordt 't leven in Duitsdhland duurder en
komt er loonstrijd. Bovendien kan de indus
trie bij1 zulk een toestand moeilijk leverings
contracten sluiten. Men zal daarom begrij
pen, dat de Duitsche nijverheid ook uiit wel
begrepen eigenbelang mee wil werken, maar
een eigenbelang dat de goede zijde heeft, dat
het algemeene belang erbij' gebaat wordt.
Nijverheid en landbouw dekken op de voor
gestelde wijze met hunn arbeid de Duitsche
mark, een dekking welke die van den goud
voorraad vervangt. En in Duitschland werkt
men hard misschien harder dan in eenig
land van Europa, behalve dan Frankrijk. Een
geval als zich pas dn Engeland voordeed,
waar werklieden aan een werf het gebruik
van een zuurstof-acetyleen-brander, voor
welks bediening 2 man voldoende zijn, niet
wilden toelaten, als er niet 23 anderen met
de handen in de zakken bij „aan het werk"
gesteld werden, is in Duitschland niet denk
baar. Men is daar boe langer hoe meer door
drongen van de juistheid van de leer, dat
er geen andere rijkdom is dan die door den
arbeid van hersenen en banden geprodu
ceerd wordt, en dat verzuimde productie, ge
lijk dn Ruéland, door het volk zelf met hon
gersnood betaald wordt. Op het Engelsche
vakvereenlgingscongres bepleitte daarente
gen de voorzitter dezer dagen nog in ernst
het oa' canny-toestel, als middel om de
werkloosheid te bestrijden.
Een officieus bericht uit Parijs zegt dat
de economische sancties aan den Rijn voors
hands niet kunnen worden ingetrokken daar
Duitschland primo nog niet net geallieerde
toezicht op de consenten van in- en uitvoer
naar en van het bezette gebied heeft erkend
en secundo wensoht dat deze controle na
afgifte dier consenten geschiedde, terwijl
de geallieerden willen dat ze daaraan voor
afgaat. De eerste geallieerde nota omtrent
de voorwaarde der intrekking van de econo
mische sancties is door Berlijn met een uit
voerig stuk beantwoord, waarin het aan-
knoopen van onderhandelingen werd' voor
gesteld. Later heeft Mayer, de Duitsche ge
zant, dienaangaande met de Quai d'Orsay
overlegd doch dit heeft nog geen besluit op
geleverd. Frankrijk en Engeland zijn het in
dit opzicht volkomen eens en het is Frankrijk
allerminst om inmenging in Duitsche aan
gelegenheden te doen.
Berlijn, 17 Sept. De „Freiheit", het or
gaan van de onafhankelijke sociaal-demo
craten, stelt heden in een hoofdartikel on
der den titel: „De plieht van den rijkspresi
dent" den eisch tot onmiddellijke op
heffing van den uitzonderingstoestand in
Beiren. De groote meerderheid van het
Duitsche volk, zegt het blad, heeft zich bij
de massa-demonstraties, de rijfcs-regeering
en de vertegenwoordigers van de groote
meerderheid van den Duitschen Rijksdag
hebben zich herhaaldelijk tegenover de con-
tróle-oommissie voor de opheffing van den
uitzonderingstoestand uitgesproken. Desniet
tegenstaande bestaat deze in Beieren nog
steeds, en dat niet alleen, hij wordt zelfs met
groote scherpte tegenover de arbeiders ge
handhaafd. De rijfcspresident moet eindelijk
van zijn recht om den uitzonderingstoestand
op te heffen gebruik maken.
Waterzucht is een ophooping van water in
het lichaam, doordat de nieren niet ha staat
wiaren om het af te voeren. Het is niet een
ziekte op zich zelf, maar een verschijnsel
van een organische ziekte. Of gebrekkige
nieren, of een hartkwaal kunnen de oorzaak
zijn, doch daar nierkwalen zoo vaak het hart
aantasten, zijn gewoonlijk de nieren schuldig.
Dikwijls treedt waterzucht doof mlerzwekte
tijdens zwangerschap op. Dit wordt ver
klaard door het feit, dat de nieren dan meer
bloed te filtreeren hebben. Deze overspan
ning ban de nieren verzwakken.
Andere Indirecte oorzaken van waterzucht
zijn bloedarmoede, ©verwerking en zorgen.
In verwaarloosde gevallen kunnen de bee-
nen en het lichaam enorm opzwellen, en de
buik, de borst en de hersenen worden aan
gedaan.
Heete luchtbeden zijn nuttig, doordat zij
de huidporiën openen en reinigen, en gere
gelde 'Stoelgang is noodzakelijk. Deze beide
voorzorgen verlichten het werk van de nie
ren. Maar gebruik om deze organen te hel
pen en te versterken Postex's Rugpijn Nie
ren Pillen. Duizenden zijn 'blijvend gebeterd
door dit speciale niergenee smiddel.
Te Helder verkrijgbaar bij A. ten Klooster,
Keizerstr. 93, h f 1,75 per doos.
Naar het Engelsch
van RUGBY M. AYRES
door W. J. A. BOLDANUS JR.
17)
Het leek een onbetwistbaar argument.
We liepen een poosje zwijgend verder;
dan vroeg ik:
„En later als u een ander ontmeet
en merkt,, dat u meer van hem houdt dan
van Don wat wilt u dan doen?"
„Dan zal ik u om raad komen vragen,"
zeide ze lichtzinnig. Dan zal ik zeggen: „Zeg
mij als het u belieft wat ik doen moet! en u
zult het zeggen en dan
„Zult u natuurlijk precies het tegenover
gestelde doen," voltooide ik den) zin voor
haar.
„Zou ik? Wie 'zal het zeggen?" zeide zij
raadselachtig.
„En wanneer ik in dien tussohentijd aan
Don zeg wat u zooeven tegen mij gezegd
hebt?"
„Dat zult u niet doen," antwoordde zij vol
vertrouwen. „En al deed u het, dan zou
hij u toch niet gelooven."
Wat ook een onbetwistbaar feit was, dat
wist ik zeker.
„Kijk eens," zeide zij dan, „toen ik dien
eerstenl keer naar u toekwam u weet wel
dien keer, dat u zoo onhebbelijk tegen me
was was ik van plan u te zeggen, dat ik
Don nou laten schieten, als u daar werke
lijk op stond." Zij zuchtte spottend. „Ja ze
ker, dat was ik van plan. Ik wilde braaf
•zijn net als jonge meisjes in comedie-
stukken en beloven, dat ik hem nooit meer
zien en hem nooit meer schrijven zout"
„Maar u hebt het niet gedaan."
„Neeni," stemde zij toe. „En dat was uw
schuld."
„En nu?" vroeg ik.
„Nu is het te laat," zeide zij luchtigjes. „Ik
heb Don beloofd, dat ik met hem zou trou
wen, en dat doe ik nu ook."
Ik deed geen poging om haar van haar
ongelijk te overtuigen; ik wist, dat het ver
spillen van moeite zou zijn, maar zij ver
wachtte blijkbaar, dat ik bet doen zou, want
na een korte stilte vroeg zij plotseling:
„Waar denkt u nu aan?"
„Wilt u dat werkelijk weten?"
Zij' knikte; zij had haar hoed weer opge
zet, maar de graspluim zat er nog op en toen
zij knikte, knikte die op een absurde manier
mede.
„Ik vroeg mij af," zeide ik, „of het moge
lijk zou zijn .ergenis op de wereld een barte-
loozer vrouw te vinden dan u bent."
Zij gaf een klein gilletje van protest, maar
ik ging onverbiddelijk voort.
„U hebt Don niet lief,' maar u bent vol
komen bereid met hem te trouwen en de
kans te loopen zijn leven te ruïneeren voor
eigen bevrediging. Ik beteeken niets voor u
en toch schijnt u er een duivelsch genoegen
in te stellen om alles te doen wat u kunt om
mij door Don te treffen. Waarom, in 's he
melsnaam, waarom? We waren volkomen
gelukkig en tevreden) tot u in ons leven
kwam; u hadt toch zeker wel uw keus op
iemand anders van al de mannen, die u te
Heston kende, kunnen laten vallen."
„Alle mannen te Hestoni" riep zij uit. „Ik
haat ze! Ik haat ze allemaal behalve Don.
Zij gingen alleen met me uit, omdat zij
dachten, dat er niemand was, die er wat om
gaf wat ik deed; zij kwamen 's avonds laat
bij ons thuis, wanneer Zij zweeg, beet
op haar lip en keek me verschrikt aan.
„Daar weet ik alles van," zeide ik hitter.
„Dat verklaart me tevens grootendeels waar
Don's geld al dien tijd gebleven is."
„Ik heb er nooit een shilling van gehad,"
barstte zij uit. „Ik haatte de heele zaak. Ik
was blij', toen bet ontdekt werd en er een
eind aan gemaakt werd. Dat gelooft u zeker
niet?"
„Waarom zou ik het niet gelooven?" vroeg
ik. Ik was de discussie meer dan moe; hoe
meer wij zeiden, des te erger schenen we in
moeilijkheden te komen.
Over twee dagen zou Don naar Frank
rijk gaan; het was afschuwelijk, dat zijn
laatste verlof bedorven zou worden door dit
kibbelen en twisten. De oprechtheid van het
meisje had mijn woede opnieuw doen ont
branden; het kwam zoo goed bij haar inper-
tinentie om Don een ring te 'laten koopen
voor haar en mij kalm te zeggen, dat zij hem
niet liefhad.
Hield zij van iemand in de heele wereld?
Zij haatte haar vader en zeer zeker haatte
zij mij. Ik keek ongeduldig naar haar. Zij
was een zeer irriteerend persoontje, want
zoodra ik haar misnoegen goed wilde op
wekken, scheen zij onmiddellijk dat „kleine
meisjes"-air aan te nemen, dat mij dadelijk
ontwapende. Zij had het nu ook weer en
liep met gebogen hoofd en neerhangende
lippen en haar armen lusteloos langs haar
zijde, naast me.
En weer word ik, togon mijn boter woton,
er toe gebracht met haar te discussieeren.
Ik vertelde van zijn vader en van de
vrouw, met wie hij getrouwd was.
„Zij behoorde tot een derde rangs tooneel-
gezelschap," zeide ik, „en was een knap,
harteloos schepsel, dat zijn leven ruïneerde
en hem, twee jaar na Don's geboorte, ver
liet. Ik heb hem na den dood van zijn vader
grootgebracht en alles voor hem gedaan wat
in mijn vermogen was. Denkt u nu heusoh,
dat ik wil, dat hij zijn leven vernietigt, zoo
als zijn vader gedaan heeft? Gelooft u niet,
dat ik zekerheid wil hebben omtrent zijn
toekomst zekerheid hebben wil, dat die
ligt in de handen van de vrouw, die hij heb
ben moet? Als ik hard ben geweest tegen
over u, dan kwam dat door bezorgdheid voor
hem. Ik heb geen verstand van vrouwen
dat zal Don u ook kunnen zeggen."
„Ja," zeide zij. „Hij heeft het me 'gezegd;
hij heeft me alles omtrent u verteld, al lang
voor den dag bij de heining, toen u zoo boos
op mij werd, omdat ik tégen u sprak."
„Ik was niet boos."
„Dat was u wel," hield zij vol. „En mis
schien hadt u gelijk. Het was zeker niet
damesachtig om het te doen, maar ik ben
nu eenmaal geen dame. Ik heb nooit gele
genheid gehad het te worden."
Een diepe blos plekte op iedere wang en
ik voelde werkelijk wroeging, dat ik zulke
harde dingen tegen haar gezegd had. Impul
sief legde ik mijn hand op haar arm en zij
bleef stil staan, haar hoofd zóó afgewend,
dat ik slechts haar ééne wang en den rand.
van haar kortgeknipt, vlamkleurig haar
onder den breeden hoed kon zien.
„Hoe oud bent u?" vroeg ik vriendelijk.
„Twintig," zeide zij: fluisterend.
ik. „En ik ben bijna zoo oud als jullie twee
samen?"
„Neen, dat is niet waar," protesteerde zij
vrij heftig. „U bent nog geen veertig."
„In ieder geval ben ik oud 'genoeg om u
een raad te geven," antwoordde ik. „Maar
daar zullen we niet verder over discussiee
ren; er is maar één ding, dat van belang is
maar een ding, dat ik graag wil dat u
mij belooft."
„En dat is?" Zij keek mij nieuwsgierig
aan.
„Probeer hem gelukkig te.maken; al het
andere is bijzaak. Al het andere zal ik ver
geten, als u hem gelukkig maakt."
Een1 magnetische vlam kwam in haar
oogen.
„En ik?" vroeg zij heftig. „Wanneer kom
ik? Zult u hem ook vragen te prübeeren mij
gelukkig te maken, of tel ik niet mee?"
Zij hield een oogenblik op, ademde vlug
en diep en ging dan voort:
„O, wat zou ik u graag afranselen!"
Dan vloog zij weg met Rags blaffend ach
ter haar.
Op die manier kwam ik toch thuis thee
drinken 1
„Ik dacht wel, dat u het te warm zoudt
vinden om lang uit te blijven, Mr. David,"
zeide Castte op een ik-heb-je-het-wel-gezegd-
toon, toen zij de tafel dekte. „Ik dacht wel,
dat het u niet bevallen zou."
„Het beviel me ook niet," zeide ik 'grim
mig, maar ik dacht niet aan de warmte. Ik
keek naar het theeblad. „Twee kopjesl" riep
ik verbaasd. „Mr. Don komt niet theedrin
ken."
Wondt verroljjd.