HEIDEISCHE C11IANT
Tweede Blad.
VAN ZATERDAG 15 OCTOBER 1921.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Een gomden echtpaar.
In de Middenstraat lig woont het echtpaar
de Jong dat 2 November 60 jaar getrouwd
is. De Jong is oen oud zeeman, die inder
tijd vele reizen om de Kaap heeft gemaakt
toen de zeilschepen naar Indië nog dezen
weg namen. Niet minder dan 14 maal heeft
hij de reis gemaakt. Die duurde toen 14
maanden, eens zelfs is hij 28 maanden weg
geweest. Na zijn reizen op de groote vaart
heeft hij als scheepstuig-er en soheensrunner
getracht zijn kostje te verdienen, en is ten
slotte haringvissoher geworden. Hij heeft de
„Brambletie" die met katoen geladen was,
naar Londen gebracht, waarbij dit schip aan
den grond geraakte.
VOOR EEN BETERE SPOOR-
DIENSTREGELING.
De Economische Commissie heeft besloten,
eene krachtige actie te voeren, om ln 1922
een betere Zomerdienstregeling te verkregen
ZIJ noodlgt daarom alle belanghebbenden
alt, de Commissie (Stationstraat 8) schrif
telijk ln te lichten over de nadeelen, die zij
uit hunne ervaring kannen mededeelen en
die een gevolg zijn van de gebrekkige dienst
regeling.
Deze mededeellngen moeten zoowel het
personen- als het goederenvervoer omvatten.
Helpt allen mede, om de Commissie een
groot aantal gegevens te verschaffen, om een
krachtige actie te kannen voeren.
Namens de Commissie,
A. W. MICHELS, Secretaris.
Te Is-Gravenhage slaagde voor het
voorloopig machinisten diploma de heer L.
H. Veldhuizen alhier.
Bij het te VGravenhage gehouden exa
men slaagden voor le officier groote vaart,
de hoeren, C. J. Kikkert, K. Troost, en S.
Koorn, 'alhier.
Leveringen.
De levering van aardappelen voor het gar
nizoen Helder la toegewezen aan den heer
O. van Os, Spüorgracht alhier, tegen den
prijs van 6.07 de 100 KX3-.
De beide oude menschen de Jong Is
thans 88 jaar leven geheel op zichzelf. Zij
hebben ikinderen, die zelf al een zilveren
bruiloft achter den rug hebben.
Men zou zoo gaarne dezen ouden menschen
een feestelijkheid je bereiden en verzocht ons
dit hun gouden feest in de courant te willen
zetten. Hetgeen wij met genoegen doen.
Aanbesteding.
Onderhoudswerken Marine-bakkerij.
Door de Directie vun 's Rijkswerf te Wil
lemsoord werd Vrijdagmorgen aanbesteed
het verrichten van onderhoudswerken aan
de Marine-Bakkerij aldaar. Ingekomen wa
ren 12 biljetten, nJ.M. C. van der Plas
5915, I. L. van Os 5300, Gebr. Ran 5250,
A. Krijnen ƒ5082, K. Zeeman ƒ4932, Gebr.
Van Pelt f 4777, R. N. van Os 4575, H. Rie-
mers 4565. Sterrenburg Boerdijk 4500,
H. Freeke 4436, T. Drijver 4849, J. Stee
man 4260. Allen te Helder.
Aanbesteding.
Verbouwing Scholen Nos. 3, i en 5.
Door Burgemeester en Wethouders van
Helder werd Vrijdagmiddag ten raadhuize
aldaar aanbesteed het verbouwen en uitbrei
den van diverse scholen, alsmede het leveren
en plaatsen van sohoolmeubedon. Hiervoor
waren de volgende biljetten ingekomen:
a. Het verbouwen en uitbreiden van
School No. 3 aan de Schoolstraat:
S. Butter, Alkmaar, 86068,85; A. Krijnen,
Helder, 84591.G. Lastdrager, Helder,
82526; K. Zeeman, Helder, 81554; Gebr.
Smit, Helder, f 80850; H. Riemers, Helder,
ƒ30625; Sterrenburg Boerdijk, Helder,
ƒ80600; J. Steeman, Helder, ƒ27890.
Glas-, schilder- en verfwerk hiervoor:
P. Vermeulen, Helder, 1150; H. Freeke,
Helder, ƒ945; S. Sohellinger, Helder, ƒ896;
J. de Kok, Helder, f 887.
h. 'let verhouwen en uitbreiden van
School No. 5 aan de Weststraat:
S. Butter, Alkmaar, ƒ26500; Gebr. Van
Pelt Helder, 25996; G. Lastdrager. Helder,
f°4999; A. Krijnen, Helder, ƒ24961; Gebr.
Smit. Helder, ƒ24800; H. Riemers, Helder,
f 28983: A. van der Wouw, Helder, ƒ22500.
Starrenburg Boerdijk, Helder, 21960;
J. Steeman, Helder, f 20983.
Glas-, schilder- en verfwerk hiervoor:
P. Vermeulen, Helder, f 997Gebr. de
Boer, Helder, 796; J. de Kok, Helder, 685;
H. FrpeJke, Helder, f 680; S. Sohellinger, Hel
der, 589.
r. Het verbouwen en uitbreiden van
School No. 6 aan de Vischmarkt:
Van Os. Helder, ƒ24942; S. Butter, Alk
maar. 21213.47; G. Lastdrager. Helder,
f 19175; A. Krijnen, Helder, 19000; Gebr.
Van Pelt. Helder, ƒ17855; H. Riemers, Hel
der, ƒ17777; T. Drijver, Helder, ƒ16800;
Starrenburg Boerdijk, Helder, f 16530; A.
van der Wouw, Helder, 16500; J. Steeman,
Helder 14790.
Glas-, schilder- en verfwerk hiervoor:
P. Vermeulen, Helder,- f 1113; Gebr. de
Boer. Helder, 884; H. Freeke, Helder, 790;
J. de Kok, Helder, 720; S. Sohellinger, Hel
der, 697.
d. Het leveren en plaatsen van school-
meubelen voor de uitbreiding der Scholen
Nos. 3, 4 en 5:
J. Fabel, Haarlem, ƒ13644; N. V. de „Ne-
mico", Zeist, ƒ12428; Jac. Zijip Jz., Zuid-
Scharwoude, f 11102; H. R. Ritsma, Helder,
10549.75; T. Alkemai, Grootébroék, f 10500;
C; Quak, Helder, 10210; C. M. van La turn,
Alkmaar, ƒ10110.
„Voor hen die viel en".
De hoofdprijs der loterij.
De hoofdprijs van de marineloterij welke
2 Augustus getrokken heeft, is nog niet af
gehaald naar „Het Vad." meedeelt Hij be
staat, zooals men weet, uit een automobiel!
Welk gelukkig-zorgelooze of zorgeloos-
gelukkige heeft de trekkingslijst nog niet
geraadpleegd? Of moeten we denken, dat
het lot vernietigd is of verloren gegaan? In
het laatste geval is het zoo erg niet, want
dan komt de auto aan het comité en wordt
de opbrengst der verkooping in het Marine-
rampenfonds en' het fonds voor het Marine-
mOnument gestort.
Intusschen geven we nog eens het gelukki
ge nummer: 19676.
Gestrand.
Donderdagavond omstreeks 8 uur strand
de in de Bol een vermoedelijk Fransch mo
torjacht Alanae komende van Hamburg en
bestemd voor Ostende.
Intusschen is het scheepje door vletter-
lieden vlot gebracht, en werd de reis ver
volgd.
De militairs pensioenwetten.
Gisterenavond was door de gecombineerde
besturen der bestaande militaire bonden, ver-
eenigd in de z.g. Cambo, een openbare ver
gadering belegd ter bespreking van de mili
taire pensioenwetten.
Hoewel voor deze vergadering de pers niet
uitgenoodigd was, oordeelden wij nochtans
de zaak van genoegzaam belang voor ons
blad, om daarvan een verslag te maken. Toen
wjj om 8 uur „Casino" betraden, was de
Voorzitter, de heer Prins, -reeds bezig aan
zijn openingsspeech, zoodat wij het begin
daarvan niet hébben geboord.
'Spr. wees er op, dat trots de beloften van
de regeding deze steeds in gebreke is ge
bleven de toegezegde wijzigingen aan te
brenigen; de wijzigingen van 1915 waren op
denzelfden grondslag opgebouwd van 1902.
Uit verschillende Kamerverslagen, die spr.
citeert, blijkt, dat wel degelijk beloofd was
herziening van de militaire pensioenwetten,
zooals nog minister Alting v-on Geusau aan
het Kamerlid Wijk beloofde. Spr. gaat het
verloop van de -geschiedenis na, steeds kwa
men er allerlei vage voornemens en beloften.
Nu is het gemakkelijk te spTeken van agi
tatie-verwekken en tegen de Bonden te zeg
gen: gij moet trachten die agitatie te onder
drukken. Maar wij verwekken geen agitatie,
die agitatie is er en het lz o-nze taak ze in
vaste banen te leiden.
Ons vertrouwen is tot nog toe steeds be
schaamd geworden; tot op dit oogenblik zijn
de wetten er nog niet, en steeds scheept men
ons met vage beloften af. Wij- moeten er
voor zorgen, dat thans ook Inderdaad begin
November de wetten in behandeling komen.
Namens de samenwerkende besturen heet
'spr. de aanwezigen welkom. Het woord- zal
worden gevoerd door de heeren Tijssen uit
Leeuwarden en Everaard.
De eerste spreker begon met eenige woor
den van welwillende critiek aan het adres
van hen, die boven ons -gesteld worden en
voor de afgedankte militairen „vaderlijk"
zorgen, al is die zorg dan ook meer stiefva-
d-erlijk. Immers, een goed vader kastijdt zijn
kinderen. De zorg van de regeering doet
denken dan het gesol met den onbekenden
soldaat. Duizenden die zich hebben laten
verminken, worden met weinig zorg behan
deld, en één lijk van een of anderen soldaat
wordt daarvoor geridderd.
Hoe kunnen wij nog vertrouwen hebben
in de regeering? De verklaring, dat de bur-
ger-igepensionneerden bij de militairen voor
gaan, is ons niet duidelijk. Lang voor de bur
gerlijke wetten waren de militaire reeds in
de Kamer ter behandeling. Met eenigen goe
den wil ware er wel iets op gevonden de mili
taire wetten eerst te herzien. De burgerlijke
gepensionneerden genieten reeds lang 2/3
van hun traktement, de militairen nog maar
1/3. Wij zullen blijven protesteeren tegen het
afvoeren van de agenda. Als er één categorie
ls, die weet wat beloften van de regeering
waard zijn, zijn het de onderofficieren.
Ais wij zien wat er van het ontwerp-loon-
regeling is terechtgekomen, hebben wij niet
veel vertrouwen in de regeling der pensioe
nen. Van den beginne af hebben wij getwij-
aan de eerlijke bedoeling der regeering
opzichte van de militaire pensioenwet
ten. In deze tijden, nu niemand een woord ten
gunste van -de militairen zal spreken om niet
voor -militarist te w-o-rden aangezien, hebben
wij niets te v-erwachten.
Men heeft lak aan onze belangen; men
heeft nog steeds hoop op g-o-edko-opere tijden
en lanceert allerlei -berichten dienaangaande
ln de pers. Men hoopt op loonsverminderin
gen, en wil ook onze traktementen vermin
deren. Dan wordt de pensioengrondslag ook
zooveel lager. Ook de Amerikaan Bok heeft
zich -onlangs in dien geest uitgelaten, dat de
loonen hier veel te hoog waren. En de Neder-
'inndseh" pers nam d»1 "Wede-elln-con "rang
over. Zijn ideeën zijn die van de autoriteiten;
als men maar durfde, zou men het rond-'it
zeggen. De Eerste Kamer gaat hierin voor.
zooals spr. citeert uit een verslag.
Het is misselijk, .nu de prijzen eenige nei
ging tot daling vertoornen, dat deze geldhee-
ren thans dadelijk een poging doen om de
ambtenaren terug te werpen in hun armoedig
bestaan. Wij hébben in den mobilisatietijd
de brandkast van -de heeren beschermd en
tot dank worden wij nu dé straat op gestoord.
terwi.fi zij. die toen geen hand uitstaken,
thans op hun villa's zitten en ons verpesten
met den stank van hun automobielen.
Men heeft ons deze uitlating verweten: wij
verdedigden het vaderland, niet de brandkast
Zoo moch-ten wij niet redeneeren. Maar wij
weten wel beter en wij zouden- er nog niet
over -snreken. als men on-s recht had ge-daan
en niet zoo schriel behandel1-. Wij zullen niet
ooHouden op deze onrechtvaardigheid t°
wijzen.
Wij hebben de actie pas ingezet toen wij
tot de ontdekking kwamen, dat wel voor al
lerlei regeeringsliefhébberijen geld was,
maar niet voor ons.
Spr. wijst op de kosten van oefening van
politietroepen, burgerwacht, vrijwillige land
storm, etc., waarmee het Nederlandsche volk
zand ln de oogen wordt gestrooid-.
Spr. gaat die geschiedenis van de mobili
satie na. Toen was er ijver en lust tot wer
ken; het ging goed; en de ibeloonlng bleef
niet uit. Naarmate de mobilisatie verliep,
werd de geest slechter, en het was het corps
onderofficieren, dat er den moed inhield. De
.Troonrede van 1919 erkende die verdiensten
dan ook. Niettemin kwamen zo 's avonds van
hun werk thuis en moesten zich dan weer be
helpen met hun schriel inkomen. In dit ver
band brengt spr. hulde aan de onderofficiers-
vrouwen, die zonder morren haar taak eiken
dag weer aanvaardden om met dit inkomen
rond te pomen.
De oudere onderofficieren, die jarenlang
den lande gediend hadden, werden op straat
gestuurd met een klein pensioen, mooie
woorden en een medaille. En wat nu? Ar
moede lijden, evenals tot dusver. En ook gij
ontkomt daar niet aan. Een deel zal er nog
aan ontkomen door ander weik, maar dan
brengt men het pensioen in mindering. De
regeering heeft geen haast; -burgerwachten
vereischen meer zorg.
In Seheveningen zijn ellenlange toespraken
gehouden bij de onthulling van het Marine-
monument. Mooie woorden, lekker eten dien
dag door de heeren, terwijl diezelfde gepen
sionneerden, wier lof aldus gezongen werd,
thuis een -schraal maaltje genoten. In plaats
van brood gaf men ons daar steen-en. De
Marinemenschen hebben gezorgd voor een
krachtig protest op dien dag. Spr. brengt
ben daarvoor hulde.
Hoe de weduwen er moeten komen van den
winter, wij weten het niet. Het is met die
pensioenen één en al ellende.
Waarom moeten wij hals over kop uit een
betrekking, -op een leeftijd-, die ons nog zeer
geschikt maakt voor ons werk? Niet eer
komt hierin verandering, voor de onderoffi
cieren gezorgd hebben- voor een goede rechts
positie. Het Nederlandsche volk zou smullen
aan maatregelen als de bedoelde: men treft
de personen niet, maar het stelsel.
Spr. laakt de houding van de Tweede Ka
merleden, waarvan er geen was, die het voor
stel-Wijk verdedigde. Zij lieten hem als een
ling staan. Sterk laakt spr. de houding der
bonfessioneelen.
Tenslotte -doet spr. een beroep op den mo-
reelen steun van de niet-militaire ambtenaren.
De afdeeling Leeuwarden van de Onder-
off.JVereeniging heeft telegrafisch adhaesie
betuigd met -de vergadering.
De tweede spreker was de heer 'Everaard,
die meer in 't bijzonder de -gewekte agitatie
besprak. Al-s we nagaan wat in de oonfessio-
neele, sp-eciaal -de Katholieke kringen ge
beurt, geeft dat een bedroevend beeld- van
hun mentaliteit. In het blad „St. Christopho-
rus" wordt onze actie -gekenmerkt als het
verwekken van agitatie. Het is traditie bij de
marine, dat nooit over het geloof is gespro
ken. Thans is die actie -ontketend. Spr. doet
voorlezing van hetgeen ln dit orgaan stond
over een vroegere vergadering. Zij- noemen
de gevoerde actie de Katholléken voeren
zelf -geen actie voor die oude stumperige
stakkerds „gisting brengen" onder het per
soneel I
Het nummer van vandaag begint ook weer
over die „actie" of „agitatie", en geeft een
merkwaardige definitie van wat een arbeider
toekomt. H^t blad moet nu ook eens zeggen
wat een „werkgever" precies toekomt.
Er is angst onder de menschen; het ver
trouwen in de regeering is geschokt. Er is
reactie in de maatschappij, er heerscht een
chaos, dien wij de arbeiders niet heb
ben geschapen. Het gaat er al mooi- naar toe,
dat de regeering gesteund wordt -door de
geheele groote pers.
Spr. behandelt het door den volksraad- in
Indië gesprokene en citeert in dit verband
hetgeen „St. Ghrlstophoru-s" daarover
schrijft. Volgens dit blad zouden wij allés
over moeten laten aan het „wij® beleid" der
regeering. De spr. wijst er op, dat uit zulk
geschrijf blijkt, dat wij niet alleen te strijden
hébben tegen de regeering, -maar ook tegen
eigen kameraden.
verschillende vragen werden uit de ver
gadering gesteld en opmerkingen gemaakt.
Wij vermelden eene opmerking van den heer
Geeritsen, die protesteerde tegen het door
den heer Everaard omtrent „St. Ohrlstopho-
rus" gesprokene en meent, dat dit ophitsing
is.
De heer Van Pappelendam citeert brieven
van Kamerleden omtrent hun persoonlijke
meening omtrent de behandeling van het
ontwerp. Spr. wijst er voorts op, dat op de
onlangs naar Indië vertrokken onderzeeboo
ten twee korporaals van de bemanning ziek
gerepatrieerd zijn; een ervan is afgekeurd
en afgescheept met een pensioentje van 7
per wéék. Hij vraagt voor dit gezin een bij
drage.
De verschillende sprekers werden beant
woord, waarna, na een-lge -discussie, eene
motie aangenomen wordt met algemeone
stemmen-, hetgeen den heer Prins de opmer
king ontlokt, dat gelukkig de aanwezige leden
v; i ..St, Ohrlstophorus", ondanks de „agi
tatie". -die gewikt word, het toch met dén
Inhoud eens zijn.
De motie luidt als volgt:
De Openbare Vergadering van Perso
neel van Land- en Zeemacht, op 14 October
1921 te Helder gehouden,
overwegende:
dat de verhouding tusschen bezoldiging
en pensioen van militaire landsdienaren
van dien aard is. dat de toestand zonder
overdrijving als „onhoudbaar" aangemerkt
kan worden;
dat, hoewel ook bij verschillende gele
genheden van Regeeringszijde erkend
werd, dat de volgens de Pensioenwetten
1902 gepensionneerden en nog te pension-
tieeren militairen ln moeilijke omstandig
heden verkeeren en van de zijde der Volks
vertegenwoordiging herhaaldelijk op het
te hunnen behoeve nemen van maatrege
len werd aangedrongen, niets van dien
aard is geschied;
dat integendeel de o-ntwerp-militaire
pensioenwetten, welker spoedige behande
ling door Minister Pop als de beste en
eenige oplossing werd beschouwd, een
steeds lagere plaats op de agenda der Twee
de Kamer werd aangewezen;
dat, toen zeer -gerechtvaardigd 6 verwach
tingen bestonden, dat de behandeling der
wetsontwerpen eindelijk een feit zou wor
den door het Hesluit van de Tweede Kamer
daartoe op 7 Sept. 1921 en volgende dagen
bijeen te komen, dezen verwachtingen den
bodem werd ingeslagen door het afvoeren
van de ontwerp-p-ensioen-wetten van de
agenda der Kamer;
dat groote onmst en -bezorgdheid voor
de naaste toekomst, verbittering en ver
slagenheid bij belanghebbenden daarvan
het gevolg was;
dat de zeer vage mededeeling, op den
7den September j.1. door den Minister van
Financiën in de vergadering der Tweede
Kamer gedaan, n.1. dat de Regeering van
zins was de aangekondigde wijzigingsnota
op zoodanig tijdstip in te dienen, dat de
Kamer ln de gelegenheid zou worden ge
steld vóór de Staatsbegrooting, bijvoorbeeld
in de eerste helft van November, de pen
sioenwetten te behandelen, allerminst ge
schikt is het vertrouwen te vestigen, dat
die behandeling ook inderdaad op het bij
voorbeeld genoemde tijdstip zal geschie
den;
dat tot de stijgende ongerustheid 'mede
bijdraagt het feit, dat de voorzitter der
Tweede Kamer op de positieve vragen van
eenige Kamerleden om na het inkomen van
de wijzigingsnota de pensioenwetten on
verwijld opnieuw aan de orde te stellen,
het antwoord schuldig bleef, alsmede de
omstandigheid, dat nu, anderhalve maand
na het aankondigen der wijzigingsnota's,
deze nog steeds niet zijn verschenen;
besluit met den meesten klem aan te
dringen op spoedige indiening der nota
van wijzigingen en onverwijlde behande
ling der ontwerp-pensioenwetten;
draagt de gecombineerde besturen- op
deze motie ter kennis te brengen van de
Ministers van Financiën, van Oorlog en
van Marine ad interim,, van de Tweede
Kamer der Staten-G-eneraal en van de Pers,
en gaat over tot de orde van den dag.
De bij den uitgang der zaal gehouden
collecte bracht 100.op.
„Allerzielen".
Wat is, zoo vroegen wij ons af bij de ver
tooning, Donderdagavond, van Heyermans'
bekende drama, de reden, dat dit zoo vaak
vertoonde spel steeds weer opnieuw boeit en
telkens weer een aandachtig luisterend pu
bliek onder zijn bekoring brengt? Is het het
algemeen-menschelijke, dat in de handeling
der hoofdpersonen is verzinnebeeld? Rita
en de beide pastoors vertolken elk voor zich
een symbool en het stuk brengt aan het
slot eene oplossing, die wellicht het meest
de mentaliteit van het groote publiek nabil
komt.
Maar ook heb zuiver technische van het
stuk is het, dat steeds weer het aanschouwen
en luisteren naar de vertolking tot een genot
maakt. Immers, al dadelijk in het eerste be
drijf zitten we midden in het conflict -tus
schen de beide pastoors, en tot aan het slot
van het tweede bedrijf is -er een gestadige
climax, die eindigt in de felle scène aan het
einde van dit -bedrijf. Daarna de oplossing,
die geleidelijk -en streng logisch verloopt, met
de smart die tot louterende vreugde wordt,
van Rita eerst, van Nansen vervolgens. Dan
de schitterende dialogen: tintelend van ver
nuft en geest, de aardige creatie van de kos
ters-figuur, die de vroolljke noot aanbrengt.
wel is Heyermana een sterk auteur, die zulke
conflicten weet ie scheppen en tot een logi
sche oplossing te -brengen.
Daar het stuk ook hier al meerdere malen
vertoond is, kunnen wij er verder gevoeglijk
over zwijgen. De vertolking stond op niet
zulk hoog peil als wij dat bij vroegere uit
voeringen wel eens zagen. Ongetwijfeld was
Adolf Bouwmeester een krachtige Nansen-
vertolker, maar zijn collega D. van Ollefen
Sr., die de rol van pastoor Bronk vervulde,
stak daar, wat zeggingskracht en sp-elsterkte
betrof, wel tegen af. Rika Hopper gaf als
Rita sober en beheersoht spel; in den begin
ne hadden wij haar gaarne wat uitbundiger
gezien: zij -ook -heeft een symbool te verzinne
lijken', en juist haar levens-exuberanti© steekt
bij de pastorie-atmosfeer van gewijden1 ernst
zeer sterk -af. Dit is tenslotte een spelopvat
ting die van het persoonlijk inzicht van regie
of actrice afhangt. In de la-tere scènes legde
mevrouw Hopper meer hartstocht en liet
zij zich meer gaan. Van de overige rollen
valt te roemen die van den koster Langebier,
door Elias van Praag amusant vertolkt. Ech
ter was meer achterin de zaal' niet 'alles te ver
staan, hetgeen trouwens ook geldt voor ande
re spelers. Henriette van Kuyk was natuur
lijk uitstekend als de liefdezuster; wij zeggen
„natuurlijk", omdat dergelijke rollen voor de
ze actrice bij uitstek geschikt zijn.
De regie had wel wat heter kunnen zijn;
zelfs voor een sobere pastoorskamer was de
tooneelinrlchting wel wat heel primitief ge
houden.
Zooals wij zeiden, kwam het overtalrijke
publiek zich- en hoorbaar onder den indruk
van het machtige spel en de felle tragiek
van het stuk. Aan mevr. Hopper werd een
fraaie bloemenmand aangeboden, terwijl ver
schillende „open doekjes" bewezen, dat het
stuk, ook nu weer, insloeg. Ietwat uit den
toon viel het haastig afgespeelde slotmarsch-
Je van het orkest na het vallen van het doek,
maar dit schllnt er nu eenmaal bij te h-ooren.
Nationale aanvrage van het Leger des Hells.
Wit vestigen de aandacht op d-e Nationale
aanvrage van het Leger des Heils, welke
wordt gehouden tusschen 17 en 29 Octo-ber
a.s. Wij meenen, te kunnen zeggen, dat het
niet noodlg is, veel -over deze kollekte te zeg
gen, daar de arbeid van het Leger genoeg
zaam bekend is en tegenwoordig de sym
pathie van el-k weldenkend mensch geniet.
Op de -gebruikelijke wijze wordt door de
kollektanten 1-n -bovengenoemd tUdvnk li"gs
de huizen gefcollekteerd, terwijl groote giften
gaarne worden tegemoet gezien aan het Bu
reau van het Leger des Heils, Spoorgracht
88, alhier.
Verslag der Gemeentelljke-Arbeidsbeurs
over de maand September 1921.
Mannen.
Aanvragen van werkgevers kwamen) in
ooi:
1 broodbezorger, 1 landarbeider ben. 18
jaar, 63 losse-werklieden, 2 loopjongens ben.
18 jaar, 1 metselaar, 2 stucadoors, 1 smid, 6
timmerlieden, 112 transportarbeiders. Totaal
190 personen.
Aanbiedingen kwamen in van:
8 bakker-s, 1 bouwkundig-opzichter, 1
broodbezorger, 1 betonwerker, 1 conciërge,
1' chauffeur, 87 grondwerkers, 2 kantoorbe
dienden, 2 kantoorbedienden ben. 18 jaar,
4 landarbeiders, 88 losse-werklieden, 3 loop
jongens ben. 18 jaar, 3 opperlieden, 1 smid,
2 stucadoors, 5 stokers, 1 schilder, 1 pijpen-
fitter, 7 timmerlieden, 109 transportarbei
ders, 1 machinedrijver. Totaal 274 personen.
Geplaatst werden:
1 broodbezorger, 1 landarbeider ben. 18
jaar, 63 losse-werklieden, 2 loopjongens ben.
18 jaar, 1 metselaar, 2 stucadoors, 6 timmer
lieden, 1 smid, 112 transportarbeiders; 1
winkelbediende. Totaal 190 personen.
Vrouwen.
Aanvragen van werkgeefsters kwamen in
om:
1 aard appelschilster, 8 dagmeisjes, 1 dag
dienstbode, 1 dienstbode (intern), 1 huis
houdster, 1 steno-typiste (ben. 18 jaar), 1
werksters. Totaal 15 personen.
Aanbiedingen kwamen in van:
1 aardappelschilster, 4 dagdienstboden; 8
dagmeisjes, 8 dienstboden (intern), 4 huis
houdsters, 1 kleermaakster, 1 kantoorbe
diende, 1 wBschvrouw, 6 werksters. Totaal 24
personen.
Geplaatst werden:
1 aardappelschilster, 1 degdienstbode, 1
dagmeisje, B dienstboden (intern), 1 huis
houdster, 1 kantoorbediende, 6 werksters.
Totaal 12 personen.
Maan eclips.
16 Oet. '21 (grootste phase).
Zondagavond a.s. 16 Oct. zal. de maan op
een zeer klein gedeelte na, verduisterd wor
den. Als het maximum er zal zijn, is d-e maan
schijf voor 0.988 gedeelte verduisterd. Ten
8 uur komt reeds de bijschaduw der aarde,
aan den rand der maanschijf: -terwijl het eer
ste contact der kemschaduw, ten kwart over
9 u. links de maanschijf bereikt, en allengs
onze nachtvorstin zal verduisteren, tot, onge
veer 5 min. Vóór 11 uur, alleen nog een smal
segment aan den onderkant verlicht zal over
blijven, om daarna weer, van lieverlede te
verschuiven, tot ongeveer half één de kern-
schaduw aan den rechterkant verdwijnt
Eioienaardio' is altijd bij maansverduiste
ringen, de koperkleur van het verduisterde
gedeelte; dit zal nu ook wel het geval zijn,
hetgeen door het kleine gedeelte dat op het
maximum nog onverduisterd blijft, een al
licht mooi lichteffect zal geven.
'Wanneer een onbewolkte atmosfeer het
verschijnsel begunstigt, is het wel de belang
stelling waard. „N. R. Gt"
GEMEENTERAAD.
Nieuw ontwerp eener belasting op de
Openbare Vermakelijkheden.
Bij Raadsbesluit van 8 Maart 1921 werden
B. en W. uitgenoodigd wijziging dier bestaan
de verordeningen op de heffing en invorde
ring der -belasting op openbare vermakelijk
heden te willen voorbereiden, ten einde te
kunnen voldoen aan den door den Raad uit
gesproken wensch, dat geen belasting zal
worden geheven van uitvoeringen door ver-
eenigingen, die het organiseeren van verma
kelijkheden niet beoogen, voorzoover die
uitvoeringen in besloten kring uitsluitend
voor kunstlievende leden of begunstigers en
genoodlgden plaats hebben.
Ook naar aanleiding der wijzigingen ge
bracht in de Gemeentewet, voor zoover be
treft die op het stuk der -belastingen, was
voorziening te treffen ten aanzien van die
bepalingen, welke niet met de gewijzigde
Gemeentewet in overeenstemming waren -te
achten.
Een en ander is thans belichaamd in een
ontwerp-verordening. Ter verduidelijking
van sommige daarin voorkomende bepalin
gen, die van de -thans vigeerende afwijken,
merken B. -en W. het volgende op:
Vooraf ga -dan, dat de vrijstelling van de
belastingheffing van vereen-igingen, enz. als
bovenbedoeld is geregeld bij art. 4, bij welk
artikel ook de andere vrijstellingen zijn on
dergebracht.
Het doen vervallen van het wo-ord „open
baar", waar zulks tot nog toe ln de verorde
ning voorkwam, geschiedde ten einde deze
in overeenstemming te brengen met de wet
telijke benaming. De heffing zelve zal daar
door echter geen uitbreiding -ondergaan,
aangezien privé vermakelijkheden eveneens
bij het tegenwoordig art. 5 waren vrijgesteld.
Vrijstelling van belasting van tentoonstel
lingen en voordrachten, die, ofschoon niet
vallende onder die bedoeld ln art. 4, le lid,
sub b, der heffingsverordening, niet gewlns-
halv-e worden gehouden, hebben B. en W.
gemeend niet meer te moeten voorstellen. In
de eerste plaats toch komt het practlsch nim
mer voor, dat niet getracht wordt zoo moge
lijk een, zij het dan ook geringe, winst te
behalen, doch ook heeft het weinig zin de
bezoekers van een vermakelijkbeid van be
lasting vrij te stellen, omdat de ondernemer
het behalen van winst niet beoogt.
On overige voorgestelde wijzigingen
vloeien voort uit in de praktijk gebleken
leemten ln de verordening of houden ve-rband
met de nieuwe wettelijke bepalingen ten aan
zien der belastingen en worden hieronder
voor zooveel nodig toegelicht.
Art. 8, 1e 'lid. Heffing van belasting bij
'en toegangsprijs van 0.10 veroorzaakt In
'e praktijk mo-e'Ulkheden vor den o lër
enï'T bij afwenteling "er belastTv 'o
de bezoekers. Het ln rekening brongen va
een toegangsprijs met inbegrin der belast'ng
van 012 is meerendeels praktisch minder
wel uitvoerbaar, zoodat ten einde deze moei
lijkheid te ontgaan, dikwerf een toeganps-
orijs wordt in rekening gebracht, die eei
bedrag van f 0.10 wel zoo o rogclllk nabi'
komt. doch daar heneden blijft. Dor bij e»n
togangsrrljs van (O.li of m'oder geen be
lasting over toegingsgeld°n heffen zal
le gemeente derhalve praktisch geen min-
le-re opbrengst genieten, terw'11 de onderne
mers daarvan imyk gem"k zullen h'hbon.
Wat bpt heffingspepoentace aangaat wordt
voorgesteld dit voor blnf/m- mi te b"rt«1nn op
15' en voor andere tepr-rn to"ga gsreld to"-
gank llike vermakelijkheden op 20 der
'nes? ngsgelden.
Op grond van de overweging, dat liet en-
n-gerren van goede tooneelg"zelschappen in
iep gememi-te door verhoo"ing der toe-
gar>gsgpldcn waartop verboooing der be
lasting toch onvermijdelijk zou leiden zoo
niet zou worden uitgesloten dan toch zeer
zou worden bpmoei]"kt. meenen wij verhon-
eing van het heffivrrseerceniage deswege
niet -te mogen voorstellen.
By de matige prijzen, wellke hier ter stede
voor het bezoeken van bioscoop vertooningen
worden gevorderd, achten wij' geen gevaar
aanwezig, dat goede films door een zoodanige
belastingve-rhooging zouden worden geweerd.
Bespreekgelden en gelden gevorderd voor
het gebruik maken der garderobe zouden,
streng genomen, mede onder den toegangs-
pry's zijn te rangschikken, omdat zij méde
den pTys bepalen, dien de bezoeker voor zijn
genoegen besteedt. Met het oog op de moei-
ïykheden aan het -toezicht op de invordering
verbonden, hebben wij gemeend aan dit prin-
oipe niet te zeeo* te moeten vasthouden en
die gelden ln het algemeen van de belasting
heffing te moeten uitsluiten, Indien deze dus
facultatief en tot geen hooger bedrag in
rekening worden gebracht dan In den regel
het geval is. Wordt plaatsbespreking of ge
bruikmaking van garderobe echter verplich
tend gesteld, dan bestaat geen aanleiding de
zelve buiten de belastingheffing te laten,
terwijl, indien dieselden tof ©en hooger be-