drag worden gevorderd', belasting moet wor den geheven, ten einde te voorkomen, dat zij geheel of gedeeltelijk als een verkapt toe gangsgeld zullen dienst doen. Nu de vereenigingen, voor zoover zij het geven van vermakelijkheden niet beoogen, voor hunne uitvoeringen voortaan in het al gemeen van de heffing zullen zijn vrijgesteld, wordt het rationeel geacht om de belasting heffing van gezelschappen, die het organi- seeren- van veimakoljjkhoden wel beoogen, in overeenstemming te brengen met het alge- meene stelsel van prooentsgewijze heffing over de toegangsgelden, ongeacht onder wel ke benaming {contributie, donatie, enz.) deze worden geheven. Ten aanzien van het art. 8, sub II en III, zij' slechts opgemerkt, dat de voorgestelde verhooging verband' houdt, eensdeels met de verhooging der prooentsgewijze heffing en anderdeels met de waardedaling van het geld. Art. 6. De toevoeging van een 2e lid aan art 257 der Gemeentewet maakt het wensche- lijlk de verplichtingen, welke voorheen aan de ondernemers hij' uitvoermgsvoorschriften van Burgemeester en Wethouders werden opgelegd, in de verordening zelve op te nemen. Art. 7. Aanleiding tot navordering dezer belasting zal vermoedelijk slechts zelden aan wezig zijn. Volledigheidshalve verdient het echter aanbeveling deze bepalingen op te nemen, nu de wettelijke bepalingen daarom trent zijn in het leven 'geroepen. Art. 8. Met gebrmkmakiüg van de be voegdheid, gegeven hij art. 265d der gewij zigde Gemeentewet, is dit artikel voor even tueel© gevallen van beroep en cassatie gere digeerd. Daar thans in de Gemeentewet nauwkeurig geregeld is hoe en bij wien een belasting plichtige zijne bezwaren kan inbrengen tegen een aan hem opgelegden aanslag, en hoe en hij wien het Gemeentebestuur tegen een z. i. onwettige beslissing op de bezwaarschriften kan opkomen, is het overbodig en schadelijk iom dit nogmaals in de verordening op te nemen. Immers wordt in de desbetreffende artikelen der Gemeentewet de Raad der Ge meente genoemd als het College, waarbij men zijn bezwaren in eerste instantie kan in brengen, terwijl van de beslissing van den Gemeenteraad-in beroep kan worden geko men bij' den Raad van Beroep voor de Direc te Belastingen, tot wiens rechtsgebied de gemeente behoort, i. c. dus dien te Alkmaar. Tegen diens uitspraak kan de gemeente cas satie bij1 den Hoogen1 Raad aanvragen over eenkomstig art. 18 der Wet van 10 December 1914, No. 564. De Gemeentewet geeft echter aan den Raad de bevoegdheid, om ln verordening te regelen de wijze, waarop ln die gevallen de gemeente zal worden vertegenwoordigd. Regelt men te dien opzichte niets en laat men dus art. 8 weg, dan is volgens de Wet de Burgemeester de vertegenwoordiger der ge meente. In deze belastingzaken achten wij het echter gewenscht de gemeente door het Hoofd van den Controledienst te doen ver tegenwoordigen. Behoudens opneming van strafbepalingen ter voldoening aan het 2e lid van art. 257 der gewijzigde Gemeentewet, zijn in de invorde ringsverordening geen wijzigingen van prin- cipieelen aard aangebracht. De teruggave van belasting wegens oppervlakte bij: het niet doorgaan eener vermakelijkheid, welke praktisch ook thans reeds wordt toegepast, is nu bij de verordening geregeld. Ontwerp gewijzigde hondenbelasting. Krachtens II der Wet van 80 December 1920, 8. 923, vervallen de plaatselijke belas- tlngverordeningen van rechtswege met in gang van 1. Mei 1922, voorzoover zij niet in overeenstemming zijn met de gewijzigde be palingen van de Gemeentewet. Terwijl het uit dezen hoofde reeds nood zakelijk is, de belasting op de honden in deze gemeente te herzien, zal het aanbeveling ver dienen tevens enkele bedragen, in de veror deningen genioemd, te veihoogen, ten einde deze bron van inkomsten voor de gemeente rijkelijker te doen vloeien. In de ooncept-verordening zijn de bedragen van 5.en 0.25 genoemd in artikel 3 der heffingsverordening resp. gebracht op ƒ10. en 1.—. De belasting bedraagt voor eiken hond tien gulden per jaar. Voor honden, uitsluitend gehouden wordende ten dienste van den landbouw, ©enig bedrijf of ter bewaking van •gebouwen en erven, bedraagt de belasting twee gulden vijftig cent, met dien verstande, dat voor honden, uitsluitend gehouden wor dende als trekhonden, per jaar en per hond versohuldlgd is één gulden, v Voor verloren geraakte hondenpenninigen zal in den vervolge f 0.50 moeten worden be taald, in plaats van 0.25. In 1920 werd aan hondenbelasting in to taal 8144.25 ontvangen; in aanmerking ge nomen, dat voortaan tengevolge van meer dere belasting minder honden zullen worden gehouden, mag het bedrag der opbrengst ln 1922 toch op ongeveer f 5000.worden ge raamd. Overeenkomstig het hierbij overgelegde advies der Commissie inzake herziening der 'belastingen stellen B. en W. den Raad voor 'een desbetreffend besluit te nemen. Varborrw Raadhuis. In de vergadering van den Raad van 23 Augustus j.1. werd de tweede stemming over het voorstel tot uitbreiding van het Raadhuis in verband inet ©en in te stellen onderzoek naar de mogelijkheid om door het in gebruik nemen van „Schwabenheim" een betere op lossing te krijgen, uitgesteld. De resultaten van dit onderzoek zijn ver vat in een thans overgelegd rapport met -tee- keniing van den Gemeente-Bouwmeester. Daaruit blijkt, dat door verbouwing van het gebouw Prins Hendriklaan geen bevre digende oplossing kan worden verkregen. Het is namelijk niet mogelijk in verband met de te bouwen kluis de kamer voor de afdeeling Burgerlijke Stand anders te pro- jeoteeren dan in den aanbouw in den tuin. Dit veroorzaakt veel ongerief èn voor het publiek èn voor de betrokken ambtenaren, omdat'het lokaal voor de afdeelingen Militie en Bevolking aan de straat komt te liggen en de afieeling Burgerlijke Stand dikwijls het bevolkingsregister moet raadplegen en de afdeelingen Militie en Bevolking vaak inzage moeten hebben van de akten van den Burger lijken Stand. Voorts mo°t de aandacht er op gevestigd worden, dat althans een deel van „Schwaben heim" mogelijk vochtig is, terwijl juist de zelfde omstandigheid van het hulpgebouw Dijkstraat 10 mede een aanleiding was voor te stellen de huurovereenkomst van laatst genoemd gebouw te beëindigen. Het tegen woordige Raadhuis daarentegen is zeer droog, zoo-dat net tegendeel van verbetering zou worden verkregen. Nog een opmerking van algemeenen aard is, dat de 'grootte der lokaliteiten beneden zeer zal tegenvallen na aftrek van de benoo- digde kastruimte. De kamer voor de afdee ling Algemeen© Zaken b.v. zal na plaatsing van kasten belangrijk .kleiner zijn dan het thans daarvoor gebruikte lokaal. B. en W. zjjn daarom van oordeel, dat met het oog op de indeeüing en de ruimte, als mede de vochtigheid de perceelen gelegen aan de Prins Hendriklaan Nos. 68 zich slecht leenen voor verbouwing tot Raadhuis. Met dezen verbouw zal een uitgave van ƒ85000 gemoeid zijn, welk bedrag met het oog 'op het vorenstaande naar de meening van B. en W. niet gevoteerd mag worden. Naar aanleiding van. een en ander achten B. en W. geen termen aanwezig den Raad ©en voorstel te doen om het gebouw „Schwa benheim!" voor Raadhuis te bestemmen en geven zij mitsdien in overweging over te gaan tot de tweede stemming over hun voor stel met betrekking tot de uitbreiding van het bestaand© Raadhuis. Wijziging Alg. Politieverordening. Het voorstel betreffende wij'ziging der Al gemeen© Politieverordening, voornamelijk inzake het verkeer, werd' in den Raad van 8 Maart j.L ongewijzigd aangenomen. Gedeputeerde Staten van Noordholland geven B. en W. met overlegging van het rap port van den Hoofdingenieur-Directeur van den Provincialen Waterstaat in. ©verweging de verordening, voor zooveel noodiig, te wij zigen. Met de gemaakte opmerkingen van dezen hoofdambtenaar kunnen B. en W. zich ten deel© vereenigen. Ben maximum-snelheid van 15 K.M. per uur voor motorrijtuigen en -rijwielen is, vol gens den Hoofdingenieur voornoemd, te ge ring voor ©en uitgestrekte stedelijke bebou wing, als die 'gemeente Helder heeft. Dit nu schijnt B. en W. minder juist. Een maximum snelheid van 15 K.M. is, waar de desbetref fend© bepaling ook zal gelden voor omrijden van hoeken van wegen en straten, waaraan Helder zoo rijk is onder welke er zijn, die gevaar 'opleveren voor het verkeer ter plaatse en 'die al meerdere malen tot klachten aan leiding hebben gegeven hoog genoeg. Niet uit het Oog mag hierbij1 worden- verloren, dat in de bebouwde kom van Helder geen doorgaand verkeer is, zoodat het motortoe- risme hierdoor nagenbeg niet wordt belem merd). Voorts wordt in het rapport bezwaar ge maakt tegen de bestaande bepaling van ar tikel 7 der Algemeen© Politieverordening, die 'daardoor ook zal komen te gelden ten aanzien van de maximum snelheid voor mo torrijtuigen en -rijwielen ln de bebouwde kom. Zooals bekend' is, wordt de grens der be bouwde kom in deze gemeente gevormd' door de bedekte 'gemeenschapslinie tusschen de forten. B. en W. hebben ten aanzien hiervan geen verandering voorgesteld', omdat de aan eengesloten bebouwing ten minste aan de <M© toegangswegen daar ten naastenbij een aanvang neemt en mede, omdat daardoor op een eenvoudige wijze door de uitvoering der verordening kan worden gezorgd, nJ. door het plaatsen Van een drietal waarschuwings borden. Werd de 'grens der .bebouwde kom meer naar het centrum van de stad genomen, dan zou het aantal boorden veel grooter moeten zijn. Van het College zijn derhalve voorshands geen voorstellen te verwachten om art. 7 der Algemeen© Politieverordening te wijzigen in verband met bet verkeer van motorrijtuigen en -rijwielen. B. en W. kunnen- evenmin acooo-rd gaan met de opmerking in het rapport, dat artikel 6 van het Motor- en Rijwielregiement voor ziet in de destijds voorgestelde bepaling van art. 66c: het verbod van het naast elkaar rij den van rij- en voertuigen. De voornoemde bepaling van het Motor- en Rojlwielreglement toch geeft aan het gedeelte van den weg, waarop men behoort te rijden, terwijl de voorgestelde aanvulling van art. 66 ©en rege ling treft ten aanzien van ©en 'geheel ander punt, namelijk de wijze, waarop bestuurders van rij- en voertuigen ten opzichte van elkaar moeten rijden. Artikel 6 van het Motor- en Rijwielreglement schrijft voor, dat bestuur ders van rij- en voertuigen in het algomeon niet de linkerzijde van den weg mogen hou den, maar verbiedt niet, dat dergelijke be stuurders naast elkaar rijden, wanneer beide zich op de rechterhelft van den weg bevin den, hetgeen ib.v. op breed© wegen kan voor komen. Evenwel zijn ln het -tweede lid der aanvul ling uitgezonderd motorrijtuigen, omdat de bepaling hiervoor niet i» bedoeld. Uit het 'ontwerp-beslult is gelicht het vroe gere artikel 69 quater, nopens het rijden met hondenkarren, dat reeds afzonderlijk d.d. 21 Juni j.l.^werd vastgesteld. Een gewijzigde verordening wordt aan den Raad tor vaststelling aangeboden. Wijziging reglement Burgerlijk Armbestuur. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft het noodzakelijk geoordeeld eenige regelen aan te geven, waaraan de reglemen ten van burgerlijke en gemengde instellingen van weldadigheid moeten voldoen, voor wat betreft de verzorging van beetedelingen. Het Burgerlijk Armbestuur was oorspron kelijk van meening, welke opvatting door het College van B. en W. werd gedeeld dat zijn reglement hierin voldoende voorzag. Blijkens hunne missive van 10 Augustus j J„ waarbij zij nogmaals in overweging gaven d-e noodig© aanvulling van het Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur te bevorde ren, konden Gedeputeerde Staten van Noord- holland zich daarmede niet vereenigen. Ter voldoening' aan het verzoek van dit College is thans aan den Raad aangeboden een ontwerp-besluit tot aanvulling van het bedoeld Reglement. Daarin zijn eischen gesteld, zoowel ten aanzien van de lichamelijke verzorging van uitbestede kinderen, als ten opzichte van hunne maatschappelijke en zedelijke opvoe ding. Voorts is de bepaling opgenomen, dat de kinderen niet gebruikt mogen worden als een werkkracht in loondienst. Deze aanvullingen worden thans in hoofd zaak voorgesteld door het Burgerlijk Arm bestuur. Ze zjjn voor zoover noodig ontleend aan de regelen, welke de Minister als mini mum eischen beschouwt. Noodopleiding metselaars. De Commissie van Toezicht inzake de noodopleiding tot metselaar doelt mede, dat zes opperlieden den cursus tot dusver vol gen. Hoewel de Commissie zeer tevreden is over de vorderingen, lust en Ijver der deel nemers, is zjj tooh van oordeel, 'dat de gestelde termijn van 6 weken te kort is. Wordt de cursus met 4( weken verlengd, dan zullen na afloop daarvan de opgeleide opperlieden in staat zijn alle voorkomende werkzaamheden in het metselvak te verrich ten, en het bij collectief contract vastgesteld loon te verdienen. De Commissie geelt daarom in overweging den duur van -den cursus te -bepalen op 10 weken, waar door het toegestane crediet van 1500.—, gezien het feit, dat per week onge veer 200.benoodigd is, met 1500.zal dienen te worden verhoogd Opgemerkt Wordt, dat de Minister van Ar beid voor deze noodopleiding reeds een sub si-die van 50% heeft toegezegd, zoodat bij den voorgestelden duur van den cursus een bedrag van 1000.— voor rekening der ge meente blijft. Nu evenwel de werklleden-iOTganisaties zich verklaard' hebben tegen het in opleiding nemen van nieuwe -groepen, zal daartoe, hoe wel de genomen proef zeer 'geslaagd1 kan heeten, niet kunnen worden- overgegaan. B. en W. stellen mitsdien voor het toege zegde crediet met ƒ600.te verhoogen en voorshands geen nieuwe 'groepen meer tot metselaar op te doen leiden. Bestemming Gebouw Keuringsdienst Door het aan den heer P. Post verleend ontslag met ingang van 1 September j.1. zou de keuring van voedings- en genotmiddelen in deze gemeente gestaakt moetenworden 'tot het tijdstip, dat de Districtskeuriugs- dienst te Alkmaar zjjn taak aanvangt. Dank zij' de machtiging van het gemeente bestuur van Alkmaar en de welwillendheid van den Directeur van den Districtskeu- rin-gsdienst aldaar, Dr. D. Mol, 'kan de Keu ringsdienst in deze gemeente loopende wor den 'gehouden tot evengenoemd tijdstip. Dr. Mol is namelijk bereid zich- in dezen tusscbentijd met de waarneming van den dienst te belasten, mits hij de beschikking heeft- over ©enige lokaliteiten in het gebouw van den Keuringsdienst aan de Kerkgracht alhier. B. en W. meenden van dit gunstige aanbod gebruik te moeten maken, waaraan voor deze gemeente geen uitgaven behoudens reis- en verblijfkosten zijn verbonden. De Directeur van den Keuringsdienst heeft alleen noodig het laboratorium, de flesschon- zol-der en een vertrek als zit- en ontvang kamer voor hem in te richten. V-o-oruitloopende op 's Raadis beslissing^ hebben B. en W. den Gemeente-Bouwmeester opdracht verstrekt om laatstbedoeld vertrek als zoodanig in orde te -brengen, waarmee een bedrag van 285.gemoeid zal zjjn. Nu de overige lokaliteiten in het gebouw Kerkgracht 31 geen bestemming meer heb ben, zijn zij overgegaan, voor zoover dit door de omstandigheden werd geboden, tot de uit voering van het Raadsbesluit van 23 Novem ber 1920. Bij dit besluit was een bedrag van ƒ2800 beschikbaar gesteld voor inrichting van dit -gebouw tot lokalen ten dienste van het Ziekenhuis. In verband met den bouw van een nieuw Ziekenhuis, welks voltooiing binnen eenige jaren nog niet is te voorzien, hebben B. en W. de geheel© inrichting voorloopig uifg> steld, maar alvast opdracht gegeven tot het inrichten van twee lokalen tot wacht- en spreekkamer voor den Directeur van den Geneeskundigen Dienst. Hieraan bestond dringend behoefte, daar het kantoor in het -gebouw van Gemeente werken voor het onderzoek van patiënten zelfs niet' aan de geringste eischen voldeed. B. en W. teekenen hierbij aan, dat de Di recteur voornoemd zich hij schrijven van 29 Maart 1920 met een hiertoe strekkend ver zoek tot den Raad heeft gericht, waarop de beslissing werd aangehouden met het oog op de al -of niet opheffing van den gemeente lijken keuringsdienst. Het inrichten van twee lokalen voor dit doel vordert volgens een opgave van den Gemeente-Bouwmeester ©en som van ƒ705. De overige lokaliteit-en in het gebouw Kerkgracht 81 zjjn ter beschikking gesteld van den Direoteur van dien Goneeskundigon Dienst, teneinde ©ogenblikkelijk te voorden ln het nijpend gebrek aan ruimte ln het Ziekenhuis voor de hulsvesting van het ver plegend personeel1. Naar aanleiding van- ©en en ander verzoe ken B. en W. voor zooveel neCdlg den Raad goedkeuring to willen verleenen voo-r boven omschreven werken. Grondaankoop. B, en W. steMen voor niet -in te gaan op het aanbod van J. Makelaar om oen hem toe- behoorend gedeelte van den Koningsweg, kadastraal bekend iSeotle D, No. 8220, ter grootte van pUm. 100 M»„ ƒ8.— per M'. aan te koopen. Geen enkel- gemeentebelang is naar de meening van het Ooilege bij den aankoop van -dit gedeelte weg betrokken, te meer niet, omdat de eigenaar onbevoegd is tot 'onttrekking aan den publieken dienst van dat weggedeelte. -- HM.»' i Zuinigheid. „De Telegr.'a sluit zich aan bij de opmer king dezer dagen in de pers vernomen dat de Kamer zal moeten nagaan of het ein heeft de wachtgelden van verschillende h-arer leden te continueeren. De grondwetsherzie ning biedt daartoe gelegenheid. Er zijn afgevaardigden, die al 10 en 20 jaar ln het parlement zitten, -en die al dien tijd hun wachtgeld genoten. Van de meeaten hun ner kan gezien de positie welke zij in hun partij innemen weiden voorspeld dat ze, bij wijze van spreken, tot zoo iets als le venslang zijn veroordeeld. En levenslang zul len ze hun wachtgeld houden, omdat ze een maal rijksambtenaar waren. Wij zien niet in, waarom dit voordeel bestendigd moet blijVen. Nu de schadeloossstelling voor de leden der Tweede Kamer weer zal worden verhoogd en het pensioen verbeterd (waarvoor ongetwij feld -alle aanleiding is) nu dienen de wacht geld-bepalingen, ter wille van de belangen der schatkist, te worden herzien. Vele kleintjes maken een groot©. Wie be zuinigen moet, zie naar alle «anten. (0®t noodwetje. De „N. R. Ct." zet uiteen, dat het inge diende noodwetje tot beperking van den scho lonbouw onvoldoende ls en ooncludeert: Het ontwerpje, zooals het daar ligt, bloot aan de formaliteiten van de Lager Onderwijswot voor de oprichting van scholen een© konink lijke goedkeuring toevoegend, is onschuldig. De toelichting ls onaannemelijk, omdat zij, de regeering plaatst boven de w-et. In ©en tijd, waarin het meer voorkomt, dat do burgerij wordt geregeerd niet naar de duidelijke be palingen der wet, doch naar beweringen, uit latingen, stellingen enz. in gewisselde stuk ken, of bij openbare beraadslaging te berde gebracht, ls het, dunkt ons, eisoh van liberale politiek, aan dit ontwerp geen bijval te ver leenen, voordat de toelichting volstrekt is verloochend. In dit laatste geval kan het ontwerpje goed doen, al valt er onmiddellijk niet veel meer mee te bereiken, dan dat, dank zij ambte lijke langzaamheid en paperasserij, de goed keuring zeer kan worden vertraagd en dus de sohoolbouw kan worden stop gezet. Maar eenmaal wet geworden, zai het de onmisken bare uitspraak zijn, dat de nieuwe onderwijs wet niet langer te handhaven is. Men zou dit resultaat echter beter bereiken, indien deze uitspraak bij motie gegeven werd, eh dan de regeering royaaiweg een ontwerp indiende, om de toepassing van de schoolwet, voor zoo veel den sohoolbouw aangaat, te schorsen. [De Schloolbouiw. Ook De Standaard (a.-r.) vindt het wetje van minister de Visser geen gelukkige 'greep. Het komt er dus op neer, dat op den door de wet vrijgemaakte weg de minister als ver keersagent zal optreden met de volledige vol macht om alle verkeer stop te zetten naar eigen inzicht en slechts diegene door te la ten, die naar 's ministers meening door kan gaan Het wil ons voorkomen, dat niemand na de totstandkoming van de gelijkstelling aan de mogelijkheid van zulke regeling heeft ge dacht. Althans niet van de zijde van den mi nister, die de gelijkstelling zoo gelukkig ver dedigde en de wet in veilige haven bracht. „De hoer op". In „De Vrijheid'1, het orgaan van den Vrij heidsbond, schrijft de heet K. -Czn. de Boer een 'artikeltje over het zich in de kringen der landbouwers in tweeërlei vorm openbarende verzet tegen de verkeerde opvattingen, welke er in sommige kringen omtrent den boeren stand bestaan. „De eene vorm is deze, dat de belangheb benden zich vereenigen tót een afzonderlijke groep onder den naam van boeren- of piatte- 1 andspartij. Deze constructie pakt door haar eenvoud. Ha-ar programma is bevattelijk en aantrekkelijk voor hen bij wien het sociale instinct niet sterk is ontwikkeld. Eiken maatregel te toetsen- aan het direc te belang van de boeren, zonder daarbij in het oog te houden dat in een zoo gecompli ceerde samenleving -ook met andere belan gen moet worden rekening gehouden, is een Standpunt dat niet veel hoofdbrekens kost. Iedere wettelijke regeling van den arbeids duur dn het landbouwbedrijf onaannemelijk te verklaren is gemakkelijker dan te trach ten door onderling overleg een regeling te maken die zich aanpast aan de bijzondere toestanden in het bedrijf. Dank zij! haar eenvoudig en bevattelijk pro gramma kan deze partij reeds op ©enig suc ces wijzen, wanneer men althans onder suc ces verstaat het bijeenbrengen van een aan tal stemmen. Dat hiermede echter de invloed van den landbouw op de wetgeving maar ©enigszins is bevorderd waag ik met de mees te beslistheid -te ontkennen. Gelukkig is er dan nog een krachtige strooming die de op-lossing in een andere richting zoekt en wel door aansluiting aan een der politieke partijen, wanneer zij maar de zekerheid heeft dat daar met haar belan gen zal worden gerekend. Hier is een arbeidsveld voor den Vrijheids bond, dat met succes kan worden bewerkt, mits hij voor de bearbeiding de beschikking heeft over personen, die het vertrouwen van die bevolking bezitten en van wie men met grond mag verwachten, dat de belangstelling in haar bedrijf van langoren duur zal rijn dan de verkiezingsperiode). Onder dat voorbehoud zou ik den V. B. aanraden: den boer opl en ik voorspel u een sucoes onder de bevolking, die meer dan leder ander beu is van do toenemende amb tenarij en die van natuur behoort tot een par tij die het woord „vrijheid1' niet als een fide le frase ln haar vaandel voert." De Woningnood Rijkabouworedlotbanken, zoo verklaart een praotisoh -bouwer met nadruk aan den „Lim burger Koerier", is het eenige middel, waar- meo do woningnood kan worden golonlgd. Rijksbouwvoorsohot tegen een rente van 4 6 zonder (meer, kan alleen in staat zijn, den woningnood tot ©en minimum terug to brengen. In Holland worden do alooofwoningen aan kant geschoven. Door den nood gedwongen worden die bouwsels weer ln een-gezet. Tegen de éénkamerwoniagen is met recht te velde getrokken, maar praotisch hebben die woningen nooit in die mate bestaan als nu. Iedereen verhuurt nu kamers. Wie maar één vertrekje missen kan, zet er -een -bed-, ta fel en stoel in want zoo'n kamer brengt 23 per maand op, en velen zijn verplicht, wegens gebrek aan Iets beters, er hun intrek te nemen. Wel roept men den particulieren houwer sinds een pa-ar jaar toe: „bouwt toch. wonin gen, laat het particulier initiatief zich eens toonen", maar men vergeet, hem dit moge lijk te maken, met -goedkoop geld. Waren voorheen, toen het -geld niet meer dan 8 h 81/, opbracht, geldbeleggers te vinden, die, om een procentje meer te ver dienen, woningen bouwden, dit behoort thans tot het verleden. Met effecten wordt meer verdiend: 6, 7 en hoogere procenten. Wat men wel opvallend ziet, ls, het eene bankgebouw na het andere verrijzen. Vraagt de bouwer een goedkoop bouwcre- diet,dan krijgt hij al spoedig -een paar pillen te slikken: 7 8 rente, plus 8 pGt. afsluit- provisie plus 'administratiekosten enz. En als de man dan nog eenige borgen heeft opgeduikeld, die oek een stukje van den koek vragen, dan is hij er, maar.dan is tevens -de lust om te bouwen totaal bij hem verdwenen. INGEZONDEN. SE M. de RedaoteurI Beleefd verzoek ik U opname van het vol gende: De 2e A. G. O.-iavond 8 November is een uitvoering die veel belangstelling verdient door het optreden van den beroemden Vlaam- schen dichter, René de Olercq. De heer do Clercq houdt een voordracht over het Vlaam- sche lied. Een- 18-tal zijner liederen door den Componist Duvosel op muiziek- gezet, zullen w-orden voorgedragen door den bariton-zan ger Geert Dils van de V-laamsche Opera te Antwerpen met piano-begeleiding van Mej. Maria Vervoort le. prijs van het Koninklijk Conservatorium te Antwerpen. Waar deze avonden op verschillende plaatsen veel suc ces hadden wek ik belangstellenden gaarne op deze gelegenheid om iets bizonder schoons te hooren niet te laten voorbijgaan. Over een avond te Utrecht gegeven schrijft het „Utrechtsch Dagblad" van 8 Maart 1921: Het was koud gisteravond in de kleine Concertzaal van Tryoli. Maar De Clercq, Dils en Duvosel hebben ons zoo overstroomd met de warmte van hun gevoel en temperament, dat wij allengs gingen vergeten hoe velen onzer doeken en mantels hadden terugge haald uit d-e vestiaire. Zulk een avond is niet een naast elkaar neerzetten van verschillende liederen, maar een groot verhaal dat 'boeide van het begin tot het -einde. Dat kwam omdat René de Clercq zulk een geboren verteller is. Hij gaat er staan en begint te praten, zoo voor de vuist weg en onmiddellijk leeft het. Het is er dadelijk zooals -de dichter zelf vertelt dat het lied ontstaat, niet bedacht, niet gekun steld, maar sp-ontaan afgeluisterd uit de ziel. De Clercq heeft -ons veel- verteld van zich zelf, va-n zjjn leven en lieven, van het Vlaam- Bche land, van den Vlaamschen strijd en merkwaardig teeken hoe het begrip van dien strijd doordringt tof ons Hollandsoh publiek toen hij' zich verloor in geestdrift voor Vlaamsch zelfbestuur klonk een warm ap plaus tot hem op. De Clercq zegt in- zjjn een voud fijne en diepe dingen. „Het gevoel is de hoogste vorm van het verstand". De nacht is schoon, maar de dag is een kerel, die tot de arbeid 'dringt". Tusschen zijn verhaal in zegde de Olercq zijn eigen liedekens op zijn sappige, tinte lende manier en maakte hij een smaaksche onbevangen propaganda voor de Vlaamsche literatuur. En daarna kwam dan zijn simpele maar in haar eenvoud diepzinnige aesthe- Stica. „Het lied is er, eer het er was," de dich ter weet niet hoe het worden zal. Als hij het weet, is het mis. Wien Neerlandsch bloed, een stu'deerkamergewrocht zegt ons niets, het Wilhelmus alles. Maar dat is omdat dat Wil helmus een lied is van verlangen, en het verlangen wekt de goede poëzie. Zoo ons een kort, klaar overzicht gevend van Vlaanderens cultuur en geschiedenis, zijn versjes zeggend, zijn ruige, altijd geestdriftige persoonlijkheid gevend, leidde hij de beide anderen van het driemanschap ln en droeg hun kunst op den adem van zijn vertelling. Geert Dils zong de eenvoudige wijzen door de Clercq geschapen en getoon zet door Duvosel, met een warm sonoor ge luid, een hartelijk zanger, die vooral de vol heid van de Clercq's sentiment wilde weer geven. Vooral in „de Zwingel" vonden wij Dil-s op zijn sterkst. Duvosel (thans ver vangen door mej. Vervoort) begeleidde den zanger op bescheiden manier. Het was een goed, bevredigend iets een zoo volle zaal met zooveel geestdrift te zien luirteren naar Ne- derlandsch© kunst, en kunst die het beste in zich draagt van onzen «tam, den eenvoud. De avond van gisteren was nu eens niet een feest van het vernuft, maar van het klaar en edel gemoed. Wij zijn naar huis gegaan, verrijkt, verin nigd, het wezen van wat hier voorgedragen werd, was groot door zijn klaarheid en een voud. De „Leeuwarder Courant" van 80 Maart 1021 is eveneens vol lof over het optreden dezer kunstenaars op kunst aan allen. Ook daar een geheel gevulde zaal ©n ©en geest driftige stemming. Dan heet het, de pianobegeleiding van Du vosel en zijn accompagnement waren sugges tief door hun kracht en pittige fri-schheid en de zang van Geert Dils met zijn sympathieke stem en zijn vaak rake voordracht, die het rythma zoo mooi op den voorgrond bracht, vormde daarmee -een harmonisch geheel. Het „Dagblad! van Noord-Brabant" van 01 Januari 1021 schrijft over het optreden t« Breda o,a. het volgende: Toen zij gedriëen gisteravond op hot po dium zaten, Duvosel aan het klavier, Dils zin gend en de Olercq luisterend toen was daar een krachtig kimatonaarstrlo hot hoogst© aan 't schenken-, dat kunstenaars vermogen te gov-on: hot mooiste uit zich zelf. Wat dozo avond tot oon grootsoho en onvergetelijke te vens maakte was ook nog dat de Olercq de kunst machtig ls oon auditorium to boeien, do pianist do bogeioldkunst vorstant nis wei nigen en da zanger Dils ©on kunstzanger ls van niet genoeg te loven hoedanigheden. Deze -onvermoeide kunstenaar gaf elk lied het vereisóhte karakter; zijn uitspraak was van een zeldzame onberispelijkheid en zijn stem heeft ons voortdurend aan Messchaerts roemrijkston tijd herinnerd. Met dank voor de plaatsing. L. DE WIT. Nationale aanvrage van hef Leger des Hells, van 1? tof 29 Ociober ba Andermaal zijn wi| ons „den nood opge legd", een beroep te doen op de vrienden van' ons werk. Wij doen dit -evenwel in het volle bewustzijn van het goed recht van onze zaak op de sympathie onzer tal-rijke begun stigers. Met 'groote dankbaarheid gedenken wij-, hOe velen ons gereedelijk telkens weer hun hulp schenken. Hoe gaarne -zouden wij zien, dat degenen, die onzen arbeid zoo be reidwillig hunne giften sohenken, de moeite wilden doen, persoonlijk eens een kijkje te komen-nemen in onze onderscheidene inrich tingen! Het van nabij zien van ons werk zou hun sympathie ongetwijfeld versterken. En de arbeid, welke in onze korpsen verricht wordt, staat bij dien in' onze Maatschappelijke Inrichtingen in geene deel© achter. Of is niet het geestelijk resultaat van dat werk van groot maatschappelijk belang, waar dronk aards en andere gedegenereerden tot bek-ee- ring komen en daardoor worden tot eerbare, nuttige leden onzer samenleving? De veelzijdigheid van ons werk belet ons het in deze kleine ruimte in bijzonderheden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 6