HELDfRSCHECOURANT Tweede Blad. VAN DONDERDAG 17 OCTOBER 1921. PLAATSELIJK NIEUWS. Hr. Ms. «Zeeland". Gemeenteraad van Helder, Hr. Ma. Zeeland ia 25 Oct. te Vigo aango tomen. Onderzeeboot K VI Hr. M«. onderzeeboot K VI vertrok heden morgen van hier naar Ooafc-Indiö. Hr. Ms. „Zeehond". Hr. Me. politioaöhoener Zeehond, comm. de luit. tor zee le kl. H. O. Douwerse, ia naar de Noordzee vertrokken! voor 't ■wéder uit oefenen van toezicht op de viaaeherij. 0r. Ma. „Zeven Provlnelën®. Hr. Ma. p antsord-eksdhip „De Zeven Pro vinciën" ia naar Amsterdam vertrokken, om te dokken en vervolgens aan de Hembrug kolen in te nemen. Daarna komt het hier terug, om 8 Nov. a.s. de rei» naar Ooet-Indië te aanvaarden. De heer J. H. Mummel, Directeur der Kon. P. Paketvaart Maatschappij, herdenkt heden den dag, waarop hij: vóór 25 jaar bij de Maatschappij in dienst trad. De heer O. Boonen, leerling der oplei dingsschool voor radio-telegrafie alhier, is Dinsdag te den Haag geslaagd voor het Rijks-certificaat van radio-telegrafie 1 kl. De sleepboot „Assistent" is gisteren naar de Eierlandsoho gronden vertrokken om te trachten do aldaar gestrandda schoener vlot te brengen. Leveringen. De levering van bevroren runidvlecsoh voor het Garnizoen Helder nedur-ende de maand November is ongedragen aan den heer T. Majoor alhier), tegen den prijs van 0..&9 de K.G. N. V. Esonn. 1 Naar wij vernemen is de stoomhootdienst „Anna Cornelia", welke sedert tal van jaren is geexploiteerd door de fa. Gebrs. Goedkoop, per S Nov. a.a in eigendom overgegaan aan de N. V. „Esonn" Het is de bedoeling dezer N. V. de -exploitatie op de oude voet voort te zetten. Waterverspilling, Door den heer Van Breda zijn aam Burgemeester en Wethouders een drietal vragen gericht van den volgenden inhoud: „Ondergete-ekendo verzoekt beleefd, in de Rimdisvergndoring van a.s, Dinsdag een ant woord' te inogon 'ontvangen op onderstaande vragen, dn verband met do miededeelling van B. -en' W. in do Heldersdho Courant van Dinsdag 18 Ootober j.-l. omtrent „iwaterver- spMIinig". ,1e. rirach-ton» welke verordening of raads besluit ontdeonen B. on W. hunne bevoegd heid tot het verbieden van het gebruik van water (ander dan leidingwater) voor hot schrobben van straten en stoepen? 2e. Krachtens welke verordoninig of Raads besluit 'ontloonen B. on W. hunne bevoegd heid tot het. verbieden van schrobbon van straten en stoepen? Be. Achten B. on W. het ook uit hygiënisch oogpunt gewenscht, eene veroTdonkig vast te stellen, waarbij het verboden -wordt stra ten en stoepen te schrobben met water (ander dan leidingwater) voornamelijk voor den winkelstand? Ofschoon op de agenda van JJL Dinsdag voorkomend, zijn deze vragen niet in behan deling gekomen; Wij meenen evenwel goed tc doen het schriftelijk antwoord van B. en W. reeds nu te vermelden: B. en W. hebben- het volgende geantwoord: De maatregelen door -ons Gallege genomen ter voorkoming van waterverspilling, houden verhand met de vermindering van regenJval, tengevolge waarvan de gemeentelijke duin- putten een onrustbarend lagen waterstand aanwijzen. Uit vrees voor erger want het zal niet ontkend kunnen worden, dat het geheel uit geput raken der gemeentelijke duinrwaltelei- diirnig een ramp vóór deze gemeente zou be- teefcenen is door ons streng opgetreden, teneinde de burgerij op den eïnist van den toestand te wijzen en baar tot zuinigheid in het gebruik van leidingwater aan te sporen. Op het schrobben van straten en stoepen is door ons geen andere straf gesteld dan het afsluiten van den watertoevoer. De directie der Waterleiding heeft daartoe de bevoegdheid krachtens art. 18 f" art. 27 van -de voorwaarden van waterl-evering (Raadsbesluit van 2 Maart 1920), in welk ar tikel o. m. is bepaald, dat bij waterverspilling afsluiting van den toevoer zal plaats hebben-. \ui igezien het evenwel slécht te controleeren- iis, of straten en stoepen geschrobd worden met leiding- dan wei met ander water, Is door ons bepaald, om de verbodsbepaling ten op zichte van het gebruiken vam leidingwater niet illusoir te maken-, -dat tegenbewijs, dat met ander dan leidingwater is geschrobd, niet w-onjt toegelaten. Het spreekt vanzelf, dat voor personen, nlict aangesloten aan de gemeentelijke duin waterleiding, de strafbepaling geenerlei ef fect sorteert. De steller der vragen wil verder den rechtsgrond kennen, waarop een verbod van ons College tot hét schrobben van stoepen en straten berust. Deze is te vinden in art. 179h der Gemeentewet, waarbij aan Burgemeester en We toonders wordt opgedragen de zorg voor de instandhouding en -bruikbaarheid der publiek© wegen; Voorzoover dus straten en stoepen onder het begrip publieken weg vallen, en dat is met de meeste trottoirs het geval, zijn wij dus tot d© verbodsbepaling be voegd, hoewel daarop geen sanctie is gesteld. In vele gemeenten bestaan dan ook straf verordeningen voor het schrobben van stoe- li.011 ?n straten- i!n het belanlg van het profiel w- trott°ira- pPn 5 ;?everi evenwel toe, dat het motief hier een anlder is geweest. aar aanleiding van vraag 3 erkennen wij, dat het verbod tot schrobben van stoepen en straten speciaal voor winkelhuizen een hygiënisch 'belang is. Wij zijn echter van meening, dat het behoud van de gemeente lijke diuinwatervoorzienimg een nog grooter hygiënisch 'belang vertegenwoordigt. In de zen moet het geringere belang voor het groo- tere wijken. Een strafbepaling op het schrobben van stoepen en straten achten wij evenwel niet noodig, zoodat voorshands van ons geen voorstellen dienaangaande zijn te yorwach- ten. Eerste Marineconcert. Dinsdagavond werd voor een groot pulbliek toet eerste der reeks abonnem-ents-concerten gegeven. De vergrootte „Oasino"-zaal was smaakvol gestoffeerd met tafeltjes en electri- sébe lampjes, zoo dat zij een gezeüligen aan blik bo-ocL Woensdagavond werd het concert voor de 'bezoekers der volksconcerten her haald; Voor -dit concert waren reeds dagen tévoren alle beschikbare zitplaatsen (950) verkocht; op den concertavond zelf stonden nog izeer yéLen bij den ingang, die echter geen plaats meer koudon krijgen. Tenslotte zijn nog een 50-tal staanplaatsen verkocht, zoodat er een rond getal van 1000 bezoekers aanwezig was. Voor deze concerten een recordcijfer, dat nog overtroffen was geweest, indien er nog meerderen in „Casino" plaats hadden gevonden. Maar de uiterste capaciteit was hiermede bereikt, en het is zeer te hopen, dat vele bezoekers er toe besluiten kunnen lid te worden van de aboranements-conoerten, omdat 'Op die manier alleen de volksconcerten wat ontlast worden. Want op de Dinsdagsohe avonden hoe goed bezet ook kunnen altijd üog wel bezoekers bij. Wij zagen op het concert van- gisterenavond' verscheiden be zoekers, die eigenlijk wel lid konden worden van de Dinsldagsche concerten. Zij rnlogen dit eens -overweg-en en moeten bedenken, dat het voor de volksconcerten fiiet doenlijk is een anderen uitweg te vinden dan doordat een aantal bezoekers naair de abonnementscon certen overgaan. De kosten worden voor hen niet veel meer, en zij1 helpen op die wijze andere muzieikhefh-ebbers, die thans geen plaats meer kunnen krijgen, Beide concerten zijn geheel gelijk. Alls soliste tirad iop mejuffrouw Nora Dtink- huysen (Den Haag), die voor de pauze een aria uit de -opera „die wlderspenlstige Zah- mung" van Goertz -zoug en na de pauz© een tweetal zeer populaire nummers: Mignon's lieve romance „Oommiais-tu le pays" on een aria uit Salint-Saëns' opera „Samso-n et D&- ILla". Zij is een nog jong meisje, en vermoe delijk behoort dit optreden! tot een van blaar débuutavondon, want zij was niet vrij van de fatale tooneelfcoorts. Het was jammer, omdat wij gelooven, dat haar stem alleszins kan voldoen. Haar zang was beschaafd, haar uit spraak eveneens, ook aan voordracht en zang techniek mangelde het haar geenszins. Maar o dat vibreer en! dat speelde de zangeres par ten. De 'begeleiding van het orkest was op den eersten avond wellicht wat te zwaar, doch paste zich Woensdagavond goed1 aan bij den zang. Haar werden bedde avonden bloemen aangeboden. Het -orkest opende irnet Monldellstsoton's fraaie -ouverture „die- Fingaiis-Höhle" en ein digde hot eerste gedeelte van het concert met dions 4o Syimpbonlo, een fraai concertstuk met interessante en boeiende gedeelten. Eon- ouverture van don Italiaan Spiantlus („la vestale") -opende hot tweede gedeelte, en m-ot de typische en gohéol in moorschon stijl ge houden „Suite Algórionne" van Salnt-Saö'ns werd deze eerste avond besloten. Hel Rotterdamsch ToonocL Wij spraken dezer dagen iemand, die het too-noelstuk ,;Zakon zijn izaken" in het oor spronkelijk gdezon en bestudeerd had. Hij zelde togen ons: „Ik ga niet dikwijls naar don schouwburg, omdat Ik niet van stukken zonder inhoud houd. Thans echter moet u mij voor twee piaatson nioteoron. Bovendien komen er toog oen achttal leerlingen inet wie Ik -bedoeld tooneetetuk gelezen heb. Het is oen van de ztMzaam-goedo stukken, die niet alleen uit een oogpunt van tooneelsp-el ult- stekond zijn, maar ook door inhoud treffen. Bovendien komt er geen onvertogen woord in voor, zoodat het ook voor onze jongelui uitstekend is." Wij konden bij dit oordeel eigenlijk vol staan. Betere aanbeveling dan deze kunnen wij niet schrijven. Toch is het misschien wel goed, nog eens- een paar 'persbeoordeelinigen van elders af te drulkkon. Wat zegt men van „Barbarossa", die 11 Deo. 1920 in de „Tele graaf" schreef: „Zeldzaam zijn de malen, dat een publiek tot in- de vestiaire, tot op straat, tot in Ame rican en tot in de tram nog onder -den indruk is; dat het stil de zaïal uitschuifolt na in ap plaus -en toejuichingen te zijn uitgebarsten. Zoo - was het na Mevr. De Bo-er's „Kniertje", na een „Voerman Henschel" van Louis Bouwmeester, na Louis de Vries in „Vader Lehman". En zoo was -het gisterenavond na Daroche's Isidore Lechat in Mirbeau's succes stuk. Het was geweldig! Dat is het eenige woord, dat ik voor dit spel weet.Na den drukken, iawaaiigon inzet ontwikkelt zijn spel zich toVetoeds grooter höogto. Gespan nen volgt ge eik zijner woorden, en hcht nau welijks gelegenheid -op te merken, hoe hij van alles, van de kleinste kleinigheid tooneel weet te maken. In het derde bedrijf is zijn spel zoo meesleepend, dat men vergeet In een zaal. te zitten. Hljgond -woont men het w-oordenduel bij tussohen den grooten finan- oier en zijn slachtoffer, den Marid.es de Por- cellet, en verschrikt kijkt men om zich heen en haalt diep adem als het doek éindelijk valt over dien- groot-onenschelijken' schurk. Grooter triomf is er voor een acteur niet denkbaar, en het publiek eindelijk uit zijn machtigen greep los, rees als één man over eind en bracht hem een langdurige ovatie". Oom. Veth schrijft in „Het Nieuws van den Dag": „Zaken zijn zaken" is een van de knapste stukken, die het moderne repertoire kent. Welk -een voortreffelijke dialogen, welk een bouw! En al blijven de andere karakters wat vaag, Isidore Lechat, de zakenman zonder geweten, is een creatie, die op pooten staat. Mirbeau heeft het klaargespeeld, ons een schoelje van een kerel te te deen en, voor wien men per slot respect heeft. Respect, omdat hij af is, uit één stuk, een gewe-ldig- inteiiect, een man die 'zidh uit den diepsten val weet op te heffen tot een daad, al i» het dan ook een slechte. Laroche heeft hém prachtig weergegevens.." Wij merken op, dat het voor de eerste maal is, dat wij hier ter stede een acteur van do kracht vau Hubert laroche te hooren krij gen Bij de vorige opvoeringen der Rotter dammers was Laroche er niet bij. Winkelnleuws. De heer O. vam Triet, -tot voor korten tijd coupeur im de kleermakerij der Coöperatieve Verbiuiks- en Productievereeniging (Spoor straat), opent hedenavond in het daartoe ver bouwde perceel Spoorstraat 120 een eigen zaak, bestaande uit Heeren-, Dames- en Mili taire Kleedenmakerij on Modezaak. Ook le vert de heer Van Triet uitrustingen voor H.H. Officieren voor Oost- en West-Indië. Het win-kelperceel is eenvoudig, doch netjes ingericht, en de heer Van Triet is genoeg zaam bekend als zakenman en bekwaam coupeur. van Dinsdag 25 October 182L Afwezig met kennisgeving de heer Baak. 1. De notulen van 20 September Worden vastgesteld. 2. Voorgesteld wlordt voor kennisgeving aan te nemen-: a. Beantwoording vam da vraag van den heer J. SchoefMeniberger en mededeeling iln zake de gasprijsregelimig. De heer J. J. Schoeff ©Stemberger stélt aan het College de volgende vraag: „Ligt hét 'in de bedoeling van Uw College, spoedig een andere en daarbij lagere gas- prijsrégeliimg, aan te kondigen?" Nalar het oordeel vam hét College is het bij de tegenwoordige exploitatie der glasfabriek -niet mbgelijk om over te gaan tot verlaging van den gasprijs. Voorts doelen B. en W. den Raad mede, dat de igasprij®, welke voor hét 3e kwartaal 1921 werd geheven, door hen voor -het 4e kwartaal is gehandhaafd. De heer Scheeffeletniberger hééft zijne vraag gesteld, omdat hem ter oore was gekomen, dat -tengevolge van een lekkage in de leiding op 'de fabriek veel gas verloren gaat. Dagelijks gaat -op die twijlze 1200 M*. te loor. Inldien men 'dit kon herstellen, zou dit ongetwijfeld van invloed rijh op den gasprijs. De V o o- -r z 1' 11 e r zegt een onderzoek toe. De heer Verstegen merkt, op, dlat het wel zoo eenvoudig wiai© geweést, als de heer Sdh). dit in 'zijn© vraag vermeld blad; dlan had de -zaak 'dadelijk kunnen wo-rden /onderzocht, en Ware die nu al beantwoord geweest- De heer Staalman vindt de vraag niet zoo onnoozéL In andere gemeenten is de prijs van hot gas minder dlan hier. Nu wOrtHts ■natuurlijk door hét Stelen van zöo'n vraag helt gas inlot goédkooper. Evenals de steller der vraag zal ook toet Ooïltego dezen beogen- prjjs wél betreuren. Hét ware goed als wij eens wilSten waaruit dit ontstaat. De heer Borkert: Hebt u „Het Licht" gelezen? De heer Staalman: Ja, maar ook dl© hebben den gasprijs niét goédkooper kunnen maken. Hét hét 'belang van het College ais wij weten waarom die prijs zoo hoog is. In hét antwoord Wordt gezegd, dat op 't oogen- ■hfliilir slechts de rente van twee der ovens Wordt opgobraéhit. Als dus straks de vier andere zijn -afgeleverd, zal de -prijs nog hoo- ger worden. De heer Verstegen: Hét is voor spr. moeilijk uit zijn hoofd de vragen van dien hoor Staalman ito beantwoorden. Daarvoor mO'Ot spr. cijfers voor zich hebben. Spir. geeft den Üniterpofflant tin overweging bij1 de behan deling der begroeting zijne vraag ito borhalon. Dan kan daarop volledig geantwoord worden. De heer Staalman gaat daarmee accoerd; Bét schrijven wordt voor kennisgeving aan genomen. Eveneens is Ingekomen b. Verslag van het Séhloolroisjo van do leerlingen dor hoogste klassen der openbare on bijzondere lagere scholen. Hét verslag is opgesteld dloor don -hoofd leider, don hoer W. Heeroma. De heer H e ij- blofc hoeft mot genoegen het verslag gele zen; 'do Raad mag den hoofdleider en de on derwijzers wel dank zeggen voor hot wel slagen, hiervan. Sp-r. doét het gonoegon, dat bij de begroeting deze gelden verschaft zijn en hoopt, dat in de toekomst Idlt instituut zal worden uitgebreid. Wlordt voor kennisgeving aangenomen, ovenialsj o. Bericht dat den Minister van Binnen- 1-andstóho Zaken 1» verzocht zoo mogelijk be spoediging der goedkeuring van de veror dening op do heffing van rechten voor ver gunningen in zake openbare gr,ondom en pleinen te willen bevorderen], d. Mededeeling in zak© de den Q Augustus j.1. vastgestelde verordeningen op de plaat selijke belastingen naar het inkomen. De heer Grunwaldas teleurgesteld door de (mededeehng van B. en W., dat de gedach- tenlwisseliing met GecL Staten niet tot eerii-g positief resultaat heeft geléid. Spr. had zich ïntegondeel eenliig resultaat voorgesteld. Spr. vraagt daarom aan hét College of dit wel met voldoendon ernst onder de 'oogen heeft ge zien wat het gevolg is van de vaststelling dezer verordoning. Spr. had zich van deze conferentie heel wat voorgesteld, on gedacht, dat B. en W. met kracht en Gdem zouden, heb ben aangedrongen- om de oorlogswfast-lb©- laStünig alsnog op den hoofdelijfcen omslag te m'ogen leggen. In de H-eld. Courant Wordt ook reedis het vermoeden uitgesproken, dat dit niet het geval is. Gaarne zal spr. vernemen of deze mededeelingen dn de Held. Courant yp waarheid berusten. De heer Staalman merkt'op,dat de heer Grunwald de zaak vertroebeld' en bezig is aam een ander ingekomen Stuk onder f. De heer Grunwald: Het tarief zit aan deze verordening vast. Spr. wil echter wel even wachten tot we aam f zijin gekomen. Het verwondert spr. evenwel, dat het Collége niief getracht heeft een zoodanige heffing te krij gen, waaraan Ged. Stoten- willen medewer ken; Beroep bij de Kroon zal niet v-eel geven, want de K-room bouldt zich aan het advies van Géd. Stoten. Het Collége is door zijn houding ernstig tekort geschoten dn zijn plicht, en door het gebeurde worden die gemeenitofiiinain- ciëm erg im de war gebracht, zoodat we er Straks niét meer uitkomen. Sp-r. meent, dat do Kroon eene verordening, die zulke zware lasten legt op een klein gedeelte dier ingeze tenen, .niet zal goedkeuren. .De V oorzïtterHet College staat nog altijd op hetzelfde standpunt, dat hét van den aanvang af heeft ingenomen. Bij Géd. Staten is niet op wijziging aangedrongen. Natuurlijk is de meerderheid vam hét Collége beréid méde te werken aan ©en andere regeling. De heer Staalman heeft zich deStijds geschaard' aan de zijd© van hen, dl© d© ver ordening, zooals die thans os aangenomen, goedkeurden. Spr. weet niet, wat de gevolgen zijn van de houding van Ged. Stoten; Het is nog zoo zeker niet, dat de Kroon hét met Ged. St. eens zal wezen. Integendeel, de Raad van Hélder kon wel eens in 'hét gelijk Worden gestéld. Evenwel, hetgeen thams besproken wordt, fis slechts ©ene kenmüSgeving, en men kan zich daar niet in mengen. Spr. stelt voor, alsnog een ernstig verzoek te richten tot de Kroon om de zaak niét en bagatélle te be handelen. Ais de Kroon dezelfde houding inneemt vam Géd. 'Staten, voorziet spr. daar uit moeilijkheden voor de gemeente. Wij moeten de Kroon aan het verstond torenigen, diat, indien zij ons geen ander tarief -kan- ge ven, wjj dit goede tarief moeten behouden. -De heer De iZ wattHet hétireft op het dogenhük slechts de médédeeling van Géd. Stoten, 'dat zij niet bereid zijn de -ontworpen verordenfinlg met-,gunStaig ajdlvies aan de Kroon voor te dragen. Als hét gev-oig hietovan Is, dat de Kroon de verordening niét goedkeurt, is de -tijd voor den Raad zich t© toeraden omtrent een andere régelng. De meerderheid van het College heeft deze verokd-eniing niet verde digd', w-ei de minderheid', en'wel op den grond slag, 'dat zij door de meerderheid van den Raad is aangenomen. Men behoeft niet te vreezen, dat d© Kroon d© zaak en bagatelle zal behandelen. Bij piét goedkeuring der ver ordening zal hét de vraag zijn of er ©en raadsmeérderhéid fis, idlie een onder tarief wenséht. De meerderheid van héb öolège vertégenWoordigt -de minderheid van den Raad, en heeft dat hij GedJ. Staten doen uit komen. Omlgekeerd ook. De heer GrunwaldHét Collége heeft loelh -o-ofc een conferentie aangevraagd bij Ged. -Staten, teneinde te trachten den belas tingdruk 'billijker te verdoelen. De Kroon zal zeer 'zéker ernstig overwegen of hét miogélijk ils de menisdhen zéo zwaar te belasten' als in dit tarief wordt voorgesteld. Men spreekt er van, 'dat velen hun inboedels zullen zien ver koop-en, omdat zij de -belasting niét kunnen opbrengen, maar dlat geldt evengoed voor de beter gesitueerden, Want ook voor hen as d© belasting -te hdog. Daarom had spr. gehoopt, dat de conferentie tot -overleg zou leliden; Een nieuw 'Ontwerp ware toch wel gereed' bunnen zijn gemaakt. De Kroon zal overigens geen adder ontwerp geven, alleen zal zij een vin gerwijzing 'im 'die richting geven. Het spijt spir. als do zOak iop d© lanlge baan wordt ge schoven; hoe hét hiermede gaan zal is niét te zéggen. Daarom, ook (had spr. gehoopt op ©en andere houding van hét Collége. De heer De Zwart: D© heer Grunwald zéide, dat het vechten tégen de bierkade is en dat is een waar woord. De heer Gfflumfwald bedoelde 'daarmede, dat Ged. Staten de hoogst aangeslagenen wel tegemoet zullen koeien], waardoor de meerderheid van den Raad zal moeten hukken voor de mimlderheid. Maar als de heer Grunwald nu eens in hét College gezeten had en de Raad had een voorstel van hem aangenomen, zou 'dan bij een adres, waarin de kléine nton gedrukt werd, de heer Grunwald ook toiiet zijin standpunt gehand haafd1 hébben? 's He-eren Gxunwalds betoog komt hierop meer: Had maar todgegeven, dan waren wij' grooten ontlOislb geweest. De heer Staalman lotndenschrijlflb de woorden van den heer De Zwart. Het was niet to verwachten, dlat het Collego bet voor stel spontaan zou hébben verdédigd bij Ged. Staten. Spr. dankt don wétlhiouder voor bet- geon hij gedaan beeft, al had dit 'dan ook geen succes. De heer Grunwald zou liefst maar even verlangen, dat het Collage het besluit van de raadsmieorderhéid iln den wind slaat. D'ilt kan natuurlijk niet; er ils eon raadsmeerderhefd on er fcoimt geen andere. Wij' zullen ons dit tarief niet loten ontnemen. Niet wij zijn ver- antwoordelijik voor het groote héfflnlgsbelcllrag; wij hébben alleen oono verordening gemaakt. Wij zitten als Raad mét de gebakken peron. Do heer Van Os: We zullen moeten bételen. De heer Staalman: Natuurlijk. De kwestie is maar door wieP De heer Van Os: Niaar draagkracht. De heer Staalman Precies. Mét ge noegen constateer ik, dat de heer Van Os aan onze zijde komt. 'De heer' GrunwaM Stookt thans hét College op om de raadsmeerderhel'c in een hoek te -trappen. Wij Men dat even wel niet toe. De heer Grunwald: Meneer de Voor zitter, er behoort ongetwijfeld mloéd toe tegen een dergelijk betoog op te tornen. Hét Is natuurlijk volkomen terecht, 'dat men een m-eerdeiheldjsb'eeluajt bij Ged. Stoten verde digt. Maar indien bleek, dat Ged; Stoten niet bereid bleken -te zijin diilt besluit uit te voeren, zou ik water dn mijin wijn hébben gedaan en getracht hébben aan dit Collége tegemoet te komen. 'Spr. wijst iop de Indertijd gevoerde discussies, t-oen hij voorsteOlde do inkomens beneden f 2000 te ontlasten, ten bewijze, dat hét verwijt aan hem gedaan niét billijk is. Als spr. voorstel aangenomen ware gewor den, was daarmede eon modus gevonden, en de verordoninig ware wel goedgekeurd. Spr. hieeflt er noioit <op tégen gehad die hooge Jink>- mons te belasten. Maar er wordt thans ge- sdhérm'd met lage inkomens. Er zijn hier geen hooge inkomens, de paar, die er zijn, mlooten ook al zooveel 'betalen, dót ook zij wel meubelen zullen moéten gaan verfcoopen. Gaat hét nu maar aan, vraagt spr., waar Ged. Staten het meerderheidsbesluit niet goed1- keuren, koppig te blijven volharden? Het verwijt, dat de vorige Raad verantwoordelijk is voor de hooge lasten Is zoo dikwijls ge hoord en tegengesproken, dlat spr. daar niét verder op in wenscht te gaan. De héér Schoeff elenbergerAls méde-adressant van de (minderheid onder schrijft spr. de betopgen der heeren De Zwart en Staalman niettemin. -Juist otmidnt vorige Raden de schuld Idraigen van die tegenwoor dige hooge -belastingen, heeft spr. deStijds tégen deze verordening 'gestemd. Spr. wil laarVoor geen veran-twoortlelijikheid dragen. De progressie fis goed, maar het bedrag ook voor d© imidldelhaTe inkomens te hoog. De heer De Zwart constateert dus, dat de heer SdhioefMenberger izich bij de stem ming vergist heeft. Sp-r. verheugt zich, dat de minderheid van het Ooilege In het vervolg op hem kan rekenen. Het ging bij dl© stem ming om de schaal, niet om 'het bedrag, en de heer Schoeffélenlberger heeft méde ge adresseerd om hét tarief verworpen te krij gen. Een nieuwe verordening zal ld© lasten der kleiner© inkomens verhoogen. Het schrijven wordt vervolgens voor ken nisgeving aangenomen. Goedkeuring op het Raadsbesluit van 3 Mei 1921 tot wijziging der Verordening op de heffing van keuxloónén van slachtvee en vleeedh. De heer Schoeff elenberger vraagt inlichtingen, die hém in den volgenden Raad zuiden worden verstrekt. f. Besluit van Gedeputeerde-Stoten tot niet goedkeuring vam het Raadsbesluit tot wij ziging der Gearx. begroeting, dienfet 1921. ■Held. Crt. 20 Cct. e. v. De heer Van Breda: Bij de 'bespreking van d. is op dit besluit reeds door den heer Grunwald vooruitgeloopen. B. en W. zullen begrijpen, dat de raadsmeeVderheid dit niét zonder meer maar accepteert. Er is nu een maal een meerderheid dn den- Raad, die zich niet in een boek laat drukken. B. en W. fin hiuin geheel voelen niet# voor deze zaak, imaar het deed spr. goed de uiteenzetting te hooren van het standpunt der heeren De Zwart cjs. Spr. voorstel had niéts uittestaan mét de ver ordoninig. Dit da telken® weer aangetoond. Het standpunt van B. en W. was, dat ander» hun tarief In het gedranlg Ikwam. Het College treft, naar spr. meemirig, geen verwijt, hét heeft volkomen zijn plekt 'gedaan tegenover de wét. Niet tegenover de burgerij' evenlwel; juM de sociaal-democraten hadden spreker» voorstel1 moeten gebruiken, dat maar beild© zijtien ontlastte. Hiermee is bewezen, tilat ook nog anderen' dan- sociaal-democraten wel wat gevoelen voor den arbeider, Spr. stelt voor een Raadscommissie af te vaardigen naar da Krioom, waaraan de Ge meente-Secretaris ambtshalve toegevoegd' worde. Geen deputatie uit het College van B. en W., omdat 'dan de zaak niet voldoende ver dédigd wortit. De heer Staalman zal zee® in hét kort nogmaals zijn- standpunt uiteenzetten. Spr. wilde veriicbtling van den belastingdruk over de geheel© linie. Ook de hoogere inkomens kunnen een dergelijke belasting niet opbren gen. Toen is 'gezegd: wij moeten zien', dat wij hét bédrag der O.W.-belasti-ng dn honden krijgen, daarmede vermindert de belasting druk. Hadden wij hij' de begroeting geweten, dat wij' dit bedrag ooi-et imlockten aanwenden, dlan was een andere hlouldinlg ingenomen. Maar wij wisten het raliét, en -ook toen iSi be toogd, dat voor Haarlem goédgevonlden wa» het toödirag op de gewon© toeigrootllng te ge bruiken. Wij, -die hét zoo bitter en bitter n-öodig hebben, mogen' het niet gebruiken. Spr. heeft zich verwonderd, dat de sociaal- d-emoorat-en inlet aan spr. zijde stonden. Hun ne houding in deze is onbegrijpelijk. Spr. gaat mot 'den heer Van Breda mee, dat een oommissde uit den Raad, inliet uit het College, de zaak galat bepleiten. De heer Borkert wenlsdht mlét oinde® te doen in hét voeren van oppositie tegen de dictatoriale wijze waarop Gedeputeerde Sta ten fin deze optreden. Wij wenschen niét te vervallen fin de impotente financieel©* pohtiék van vroeger. En daarom (blijven wij- iop ons vroeger ingenomen standpunt staan. De beer Van Os beeft 7 Juni- gestemd' vóór hét vorstel oan de 2.6 ton op den hoofdelijfcen omslag te brengen. Toen hét toiéefc, dot hij het betelen moest, veranderde hij vain m-een'inlg en Stem de anders. (Spr. citeert uit de officieel© notu len- het. gesprokene. De heer Van Os Inter rumpeert (heftig). Omldlat hét teriof er thans zóó uitziet, aldruH betoogde do heer Van Os, behoor fik tot de tégontetemlmers. 'Wij daaren tegen hébben ên lin de vergadering van 7 6n in di© van 19 Juli eenzelfde stanidpuinit inge nomen en wenschen hlet op zij te gaan vobr <jon ander. De heer B-o k: Voor alle gemeontenaren is het besluit van Ged. Staten, dat de uitfcee- rihg uit de O.W.-lbel'astlng van de begroeting moet afgevoerd worden, een groote téleur- stehlilng igeweost. Het scheelde 20% In de be lasting, en dn alle rangen en Standen werti deze vermindering geprezen. Hét spijt spr., dat Ged. lorna dit voorldéeltjo hlet giunnen. Do heer Van L o o gaat thans met den heer Van Breda me© lom to trachten ®o-o tang mogelijk uit de misère te blijven. De heer D o Z wart wtfst er op, dat B. en W. hij Ged; Staten niet alleen de offlcfieeffe daarop betrekking hebbenjde Stokken naar voren hébben 'gebracht, maar ook de motie ven. Het raadsbesluit was eenvoudig de p'oa- ten te wijzigen, zonder meer. De hoer Van Breda Wij Meten de re dactie daarvan aan hét Ooilege over. De heer De Zwart: Dfie redactie wijst ook op hét besluit inzake Haarlem, aian wie wél vergund werd de ulHkeerling te gebruiken. Spr. leest de argumenten van B. -en W. voor. Alle argumenten zfln samengevat ih den brief, dien B. en W. aan Ged. verzonden, en geen enkel College had beter deze zaak kun nen verdédigen; Toen wij d© -zaak mondeling bespraken, was het ontwerp-De Geer c.s. a-1 van de baan; dlat argument was on» dus reed» bij voorbaat uit de hand geslagen. Boveiwlen gold, wat voor Haarlem was aangevoerd-, niet voor ons. Haarlem kon de middelen aanwij zen waardoor het over eenige jaren de ultkee- rilng uit de OW.-belasting terug kon nemen uit tile begrooting on op (hét crisis-fonds bren gen. Dat kon Helder niét. Andere argumen ten waren er niét. Terecht hebben de hoeren Staalman en Séhioeffelenberger gewezen -op hét feit, dat hetgeen thans op de gemeente drukt, te dan ken is aan de vroeger gevoerde politiek. Als wij nu op dezelfde wijze doorgingen ai® tie vorige Colleges, zouden tatere raden 'Ons het zelfde verwijt kunnen maken. De heer Staal man moet goéd begrijpen wat het streven der sjda.p. is: aan de arbeidersklasse de moge lijkheid geven te zijner tijd de leiding over te nemen, -en éls men steeds de verantwoor- deüjktoeid légt op een toekomstig geslacht, ontnemen wij de arbeidersklasse de moge lijkheid. Don heer VauBreda doét het genoegen-, dlat de zaak althans ©enigszins is toe-ge-Mit. Toen het Ooilege op audiëntie was, had hét toch even naar voren kunnen brengen, wat de heer Staalipian 'zéide, nl., dat Gedeputeer den ons een half jaar (geleden- hébben gelat en in de verwachting, diat de O.W.-uItfceering gebruikt zou mogen worden tot ontheffing van den belastingdruk. 'Ook dat B. en W. zelve een bedrag van. 8 ifion als maxirnum- héfflng ten- opzichte van de draagkracht der gemeentenaren 'hebben 'genoemd. Dat op 1920 wéi had: bunnen zijn bezuinigd, echter niét meer op 1921. De zaak had zeer zeker béter kunnen worden voorgedragen dan Is geschied. De heer De Zwart verklaart), dat héi Collége 'zich niét zal verzetten tégen de be noeming van ©ene oommde Uit den Raad-. ■De heer G-runwa-ld: Door den eilsch

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 5