dat de fiitma hem tot 'betalen maande. 'Hij i?
toen op "het (kantoor gekomen en vroeg aan
den kassier de op Ihem nitgescibreven Scwi-
De dubbele moord te Spaarndam.
Dezer dagen werd voor (het gerechtshof te
tjh Amsterdam in h-ooger beroep.de zaak tegen
tantiee. H;j xreog daarop Aan den Kassier, I Roiza -behandeld. De advocaat-generaal
^'©1© jaren bekend,op zijr, ;s niet eens met bet réquisitoir van den
officier van justitie, die 15 jaar gevangenis
straf geëischt heeft omdat het feit reeds zoo
tang geleden gepleegd is.
De daad wordt daardoor niet uitgewischt.
Beklaagde'» leven is een reeks van diefstal
len-, pogingen tot moord, enz. Laat dezen
beklaagde niet meer op de maatschappij los,
zegt spr. Wat moet er van de getuigen wor
den als bekl. weet wordt- losgelaten en zijn
wraakgevoelens -op hen koelt. Hij vraagt ver
nietiging van het vonnis der rechtbank en
veroordeeling Aan -beklaagde wegens poging
tot moord en doodslag tot levenslange ge
vangenisstraf.
Na een pleidooi van den verdediger en re
en duplieken werd de -uitspraak bepaald op
Donderdag over 14 dagen.
herhaald aandringen die kwitanties even
mee, voorgevende, naar de firma verklaart,
dat hij daarop <bij een bepaalde bank het be-
noodigde groote (bedrag zou krijgen. De man
is niet teruggekomen. Toen hij den volgenden
dag aang- zocht werd te betalen, zei bij dat
dit reeds was -geschied. Hij toonde, tot sta
ving viain die bewering, de in zijn -bezit zijinde
kwitanties. Do kassier houdt vol, niets te
hebben ontvangen.
De firma deed' -onmiddellijk aangifte bij
den politféHoamirni ssaris A an de sectie, -waarin
de aannemer woont; de politiechef raadpleeg
de den officier van justitie, die aanvankelijk
van meening was, dat het een civiele quaestie
gold. De finma hóeft de zaak daarop in han
d-en gegeven van een rechtskundig raadsman.
Deze onderzocht de -omstandigheden, waarin
de aannemer de -laatste maanden verkeerde.
Het bleek, dat deze schulden van een veel
kleiner (bedrag den laatsten tijd niet heeft
kunnen voldoen.
Wel gaf hij voor het bedrag van ruim vier
ton in- zijn brandkast te hebben bewaard-, doch
dit Monk, in veiband -ook met andere aan het
licht, gekomen feiten, tzoo ongeloofwaardig,
dat thans op last van dien officier vain justitie
tot zijne arrestatie is overgegaan.
Wonderlijke bankbiljet-circulatie!
De ledige doodkist te Wognmn.
Thans (heeft zich to Wegruim aangemeld
do 41-jarigö Tennis Blokker, kleermaker te
Amsterdam, een broeder van Klaartje, wier
lijk in de ledig 'gevonden doodkist had 'móe
ten zito.
Deze Tennis heeft aan den rijksveldwach
ter de volgende, door „Onze Oouranf* te
Hoorn opgóteekende belangrijke verklarin
gen afgelegd:
Toen mijn zuster Klaartje stierf, was ik
12 jaar en liep nog op school met mijn zus
ter Maartrje van 11 jaar. Kwamen wij lüt
de sch-ool, dan moesten wij direct naar bo
ven en moesten daar altijd maar zitten in
een hok, waar wij ooik moesten slapen. Wij
namen dan de groente erwten stil mede uit
de grutterij, en gingen die ertwen dan bo
ven opeten, daar wij niet to veel kregen en
meestal het overgeschoten eten van den vo-
rigenj dag.
ïk heb We! gezien, dat mijn zuster Klaar
tje is u itgekleod, doch door wie, weet ik niet.
Later hefi ik haar ook niet In de kist gezien
en bon mee gowoest naar Wognum ter be
grafenis.
Toen mijn zuster Klaartje- in gestorven,
begon het al gauw boven to stinken. Ik heb
toen gezegd togen mijn sUafouoodey: ^/wat
«tinkt net fuorboven, en hot Avordt hoe langor
hoe erger", Toen «rade to: dat kamt-, m
tóbben (tuier vroeger op dut kamertje van
Jelui een arend verword, en daar stinkt het
wee erg van."
Ik heb dasr© wedk gesproken mot mifn
broer OornoiU en mijn juwkv Muurtje (hol
den to Amsterdam wumchtlg). Die maden
destijds aan onze stiefmoeder gevraagd, of
«ij Rtaartjo nog pons moehton zien Ta do
kist, waarop co «tlofmoodor antwoordde:
adat mag nw meer, do kist is dicht".
Van dien tijd af mochten wij nooit lang
moor op do plaats achter hot huis. Als wij
naar do W. CC moesten, was het direct: „voor
uit hoor, naar boven l"
Gerrit Kool (vermoedelijk is bedoeld het
familielid, dood-graver te Unsem) weet er be
slist meer van. Hij kan tzich best voordoen,
alsof hij nergens van weet.
Voordat Grietje Kooi (die twee dagen na
Klaartje overleed) is gestorven, heb ik wel
gezien, dat zij verschrikkelijk benauwd was,
en dat ze erg heeft gebraakt, zoodat zij in
bed niet kon blijven.
Tot -zoover de mededeeltogen van Teunis.
Nu vraagt het blad: Kunnen deze verkla
ringen inhouden, dat KI aartjes lijk mogelijk
zich nog bevindt nabij het perceel Kleine
Noord 41 to Hoorn; waar het gezin Blokker
destijds woonde?
De omstandigheid, dat Teunis enkele da
gen na Klaartjes dood een onaangenamere
stank waarnam, doet niet onmogelijk zijn,
dat Klaartjes Lijk op zoJder is vexborgeni ge
houden, om nadien ib.v. in den beerput te
zijn gestort. Dit laatste, omdat Teunis naar
boven werd gejaagd, als hij naar do W. C.
wilde.
Ook is het mogelijk, dat het lijk van
Klaartje op de genoemde plaats is begraven.
Maar de grond is daar sedert dien ongeveer
80 o.M. verlaagd, en toon is niets verdachts
gevonden.
Maandag heeft de politie nog ondervraagd
Willem Wittebol, thans te Alkmaar, die er
prat op ging, destijds als doorgraver Klaartje
te hebben begraven. Van zijn weinig betee-
kenende verklaringen was wel de belang
rijkste, dat hij aan Klaartjes graf nooit iets
veranderde.
Gemeentelijke zuinigheid.
De Ned. ontleent de volgende bijzonder
heden aan het verslag van de besprekingen
in dë afdeelingen van den Amsterdamschen
raad inzake de gemeenltebegrooting:
De veiplegingskosten per persoon en per
dag bedragen in een gemeentelijk zieken
huis 7.60;
Het aantal verpleegden in het Binnengast
huis bedraagt 725 en dat van het personeel
820, dus bijna 100 meer;
Een patiënt in een/ der ziekenhuizen, die
in- 24 uur tijds door 15 verpleegsters werd
behandeld, was na die 24 uur nog in leven.
Een proces over een toilet-rekening.
Het Hof van Beroep te Londen heeft Don
derdag, blijkens een -bericht van Reoter's bij
zondéren dienst, het beroep verworpen
de fiirima Stra-u-ss -en Kaihn-, niodetoamdelaars
te 's-Gra-venhage, te'gen de beslissing van
een la/geren redhter -inzake den eisch, door
de firaiai ingesteld tegen de executeurs van
den Britscher officier Ratt om betaling van
zesduizend pond- sterling voor -goederen-, ge
leverd aan de Nederlanidsche vrouw Victor,
met wie Ratt gedurende zijn imterneering in
Nederland leefde.
Vonnis vellend zeide lord-justlce Banlkes,
dat gebleken wa-s, dat de.eisdhers aan de
daime kostbare kSeedingstukken (hadden ge
leverd' tot een (bedrag van-14.000 pond en vol
gens hein was er overvloedig materieel om
flen rechter tot de slotsom te doen komen,
waartoe hij gekomen was en waren- er geen
motieven aangevoerd- -om zijn uitspraak ion-
gedaan te maken. De A'roégere beslissing was
hiermede gemotiveerd, dat de goederen waren
geleverd „voor onzedelijke motieven".
Uit de verslagen dezer zaak in de Engeü-
sche bladen blijkt, dat de betrokken Engel-
sche officier van einde 1916 tot Nov. 1918,
toen hij -overleed, met mevrouw Victor had
samengewoond. Er waren voor de (haar ge
leverde kostbare Meedingstukken betalingen
gedaan, doch een in December 1917 geleverd©
man-tel van sabelbont was o. a. niet betaald.
Deze mantel was door kapitein Ratt zelf (be
steld en volgens edachers waren de andere
Meedingstukken door de betrokken dame
met machtiging van den officier, (besteld. De
raadsman der firma, de heer Disturnal, wees
erop, dat volgens gedaagden het aan- eischers
bekend was, -dat deze goederen moesten- die
nen- voor het doel Ara(n prostitutie, subsidair,
dat zij door kapitein Platt werden (besteld,
met medeweten der eischers, om ze aan mevr.
Victor ten geschenke te geven, teneinde haar
te overreden met hem -onzedelijke betrekkin
gen aam- te k-noopen. Ook werd door gedaag
den aangevoerd, dat er samenspanning zou
hebben bestaan tusschen eischers en mevr.
■Victor, en dit was het onderwerp van een
eisch in -reconventie. Ten aanzien dier samen
spanning was volgens pQ. niets -bewezen-, en
de rechter had- dan ook de eischers ten aan
zien Aran dien tegeneisch in- het gelijk gesteld.
Rechter Rowlatt had, zoo voerde pL verder
aan, in- eerste instantie de Tekening er eene
genoemd van „losbandige verkwisting" en
dat de handelaars daaruit hadden moeten
weten dat deze goederen het loon der zonde
waren. R. -betoogde, dat geenszins was aan
getoond, dat hier asiwetiof waren 'Onzedelijke
motieven, wnardoor de tmusaétie volgons de
rechtsleer nietig waren.
DnM-justtoo Bankes merkt© hlortegen'm-er
op. dat appellanten moesten geweten hébben,
dat d"re .monsdien 'geen imon en- vrouw wa
ren. R, avim\h er verder nog op, dat in de
moeste go vallen, waarin vorm is -was geiwzim.
liet proces tegen do vrouw werd ingw-iteJfl,
Zoo werd- ooiw door ©en jury oen ©l»dh afge
wezen tegen een vrouw van lichte zoden- om
betaling van ©om rUtulg, dat zij gehuurd- had,
Doch hier betrof hot, meende bh, een heel
ander geval. Overigens voerde hij nog rwvn,
itot het ook wel voorkwam, dat een getrouwd^
vrouw <iorgelytko grooto uitgaven dood Voor
haar tollet en dat de man dit nor,moedigde
uit IJdelheid om to maken, dat zijn vrouw de
bestgoMeedo vrouiw van haar omgeving was.
Iratussch-en heeft, gelijk gezegd, de rechter
in hooger (beroep, de uitspraak van den- la-ge
ren rechter ibovcstigd, dat de firma de execu
teurs van- kapitein Ratt niet kan aanspreken
voor het bedrag van ruim 6000 pond (6623
pond en 14 shilling).
Tegen do corpulentie.
Te New York en in andere steden dor Ver.
eenigde Staten is een campagne op touw ge
zet tegen overmaat van omvang der vrouwen.
Oomité's worden gesticht, die prijzen uitlo
ven voor do vrouwen, die het meest in ge
wicht zijn achteruitgegaan in een -bepaalden
tijd. De gedachte, die aan deze campagne
ten grondslag, ligt is, hoop te geven aan het
dieet, dat er het best op 'berekend is, een ab
normaal lichaamsgewicht, tot een normaal te
rug te brengen. Te New Yoik hadden op het
oogen 62 corpulente vrouwen, die tusschen
de 150 en 200 pond wegen, dagelijks vrije en
orde-oefeningen, waarmede zij in do afgeloo-
pen week gewichtwermi.nd-er.ing van twee tot
vier -pond hebben verkregen. Dr. Oopeland,
de commissaris van gezondheid te New York,
houdt toezicht op de lichaamsbeweging en
het dieet. Eenige der vrouwen, die aan de
oefeningen- deelnemen, moeten nu reeds al
weer in staat zijn, de veters van hun laarzen
te rijgen, terwijl alle vrouwen verklaren be
ter te slapen dan voordien. Zondagmiddag
ging het heele gezelschap gekleed in een be
paalde kleederdracht in draf langs Fifth
Avenu. Het publiek legt groote belangstel
ling voor het experiment aan den dag.
aWa |r
Kaiko-8an.
(Mijnheer de Zijderups).
Men schrijft uit Tokio aan de N. Rott; Öt.:
Wanneer men een studie maakt van de Ja
pansche taal, en daartoe onder meer d-e lees
boekjes van de Japansche lagere scholen
doorloopt, vindt men in den-leergang voor de
derde klasse een uitvoerige beschrijving van
de wijze, waarop de zijderups dient te worden
gekweekt. Zoodoende raken de Japansche
jongens en meisjes reeds op ongev-eer acht
jarigen leeftijd vertrouwd met de verzorging
van Kaik-o-San. Het kweeken van deze rup
sen, het behandelen van dé cocons, wordt
eerst een liefhebberij, later een werkkring.
Jong gewend, oud gedaan. Het is een veer
tig jaar geleden, dat op deze wijze voor de
eerste maal aan de schoolkinderen de zijde-
winning werd uiteengezet. Thans is er geen
sterveling in Japan of hij weet u haarfijn de
verschillende processen der zijdewinning uit
te leggen. En wat meer is, ten minste een half
miïlioen gezinnen een paar millioen men-
schen houdt zich feitelijk met een of meer
onderdeelen van dezen veel voordeel opleve
rend-en arbeid bezig.
Wanneer men de -groote steden verlaat, om
zich ten platteland© to begeven ziet men
reeds dadelijk overal de kleine, geknotte,
moerbeiboomen staan, wier bladeren dienen
onoeten voor de voeding van Kaiko-San. De
cultuur van deze boomen, de handel in moer
beibladeren alleen al, is een winstgevend ne
ven/bedrijf. Men kan veilig elk beschikbaar
stukje grond in tuin of boomgaard inet wat
moerbeiboomen bezetten. Mem kan er zeker
van zijn de bladeren tegen marktprijs te ver
knopen, want de -zijderupsen zijn onverzade-
lijk. Hun rupsenbestaan duurt niet langer
dan een zestal weken. Maar in dien tijd ver
slinden zij zooveel voedsel, dat zij tiendui-
zendmaal in gewicht toenemen. In deze pe
riode van hun bestaan hebben hunne ver
zorgsters niets anders te doen dan steeds
weer nieuwe bladeren aan te dragen. Van
daar dat men ook ten platteland© geen huis
passeeren kan of men ziet een of meer moer
beiboomen op de erven. Deze boomen dienen
daarbij -als afscheiding tusschen de tuinen,
tusschen de graanvelden. Overal waar ni-aar
een plek -te vinden is, zet de landman fluks
een moerbeiboompje.
De rupsen zelf worden, ten huize van de
boeren uit de eitjes gewonnen, die van regee-
ringswege worden verkocht. Op igroote schaal
stelt het Departement van Landbouw eier-
kaarten beschikbaar, -tot den prijs van on
geveer een rijksdaalder, waarop zoowat drie
duizend eitjes met rijststijfsol losjes zijn vast
geplakt. Vroeger waren het de boeren zelf,
die handel in deze eitjes zaadjes noemt
men ze dreven. Maar in het belang van
de selectie heeft het -gouvernement een stren
ge controle ingevoerd. Thans mogen v
kaarten verkocht worden die van h-
vernement zelf afkomstig zijn, of die
de -gouvernement ©controleurs afgestempeld
zijn als deugdelijk.
Men onderscheidt
rupsenboer'in zijn kweokerö tAvee -hoofd
soorten onder de rupsen, namelijk de Ohi-
neesche en de Japansche. De zoogenaamde
Japansche rupsen onderscheiden zich van de
CMneesche door een duidelijk merkteeken,
spoedig na den tienden dag aan de branden
de zon blootgesteld, waardoor de poppen in
de cocons sterven. Is er geen voldoende zon
op het geschikte oogenblik bijv. in lente
of herst dan worden de oooons boven een
houtskoolvuur gewarmd, of anders in den
warmen stoom gehouden, hetgeen hetzelfde
effect heeft. Daarna worden de cocons gesor
teerd. De -goede exemplaren gaan naar de
fabrieken die A'oor uitvoer werken. De min
der goede -gaan' naar de werkplaatsen voor
binnenlandsch verbruik. De slechtste exem
plaren gaan naar de vele huisjes waar hei,
afhaspelen der cocons in huisvlijt geschiedt
De in huisvlijt verkrijgen zijde is uiteraard
van grove hoedanigheid en slechts v-oor -en
kei© doeleinden geschikt.
De hoedanigheid van de cocons wordt in
de eerste plaats beoordeeld naar de kleur. Zij
hebben de grootte van een duivenei, en in
dien- zij wit of nagenoeg wit zijn, worden zij
gerangschikt als eerste kwaliteit. In de fa
brieken, die voor export werken, worden zij
echter nog eens overgekeurd en wederom in
drie kwaliteiten verdeeld, smetteloos, bijna
smetteloos, en minder. De eerste kwaliteit
levert spierwitte zijde, de andere kwaliteiten
zijn ietwat getint
BRIEVEN VAN HET PLATTELAND.
XXV.
namelijk een zwart vlekje, de „Mon", dJ.
het familiewapen op den rug. Deze „Ja
pansche" -rupsen zijn oorspronkelijk evenzeer
van China afkomstig en werden eeuwen -ge
leden ovpr Korea .in Japan gebracht Maar
van deze J-aznansche rupsen ia de Chineesche
afstamming niet meer na to gaan. Wat nu de
Chineesche rupsen -genoemd worden, zijn de
rupsen gewonnen uit eitjes die een paar rup
sen-geslachten geleden uit China werden ge:
importeerd. Er is een groot verschil tus
schen de Chineesche en de Japansche rup
sen. De laatste zijn aanzienlijk sterker dan
de eerste, schijnen beter geacclimatiseerd en
daardoor minder aan -ziekten onderhevig.
Daarentegen te de oooondraad, verkregen
van do Ohineescho rupsen, sterker dan die
vain do Japansohe. De sterkste en langste
draden intusschen verkrijgt mon uit de krui
sing van de Chineesche en de Japansohe rup
sen. Doch deze kruteings-produoten, waar
van sommige het familiewapen "wel, -on an
dere het niet vertoonen, zijn verreweg de
zwakste dieren. Het bosto te, om de drie
soorten tegelijk te kweeken. Treden geen
zlokton op, dan hooft raau het voord-oel var»
de lange en sterke draden- dor bastaarden
on van do Cliineofrios. Treden wol zlokton In,
dan hooft tnon do Japanners als reserve, want
dlo hebben daarvan gewoonlijk hot minst to.
lijden.
Ik bozooht vorwheldon kweokplnntsen van
rupsen. Allereerst een heel groote, soa nuv
dol Inrichting, Jn de Gummn provincie, bij
MaebuüJ!. oen centrum van do -zljde-industrle,
Een familie van tien personen, van don pa-
tHfirohnlon -grootvader «f -tot ëott paar jnete-
kuna \«un een jnnr of aóhit -toe, maakte hier
dagelJJksoh Avork van do verzorging van Kal-
ko-fkrn, bijgestaan door nog oen twaalftal
gedienstigen. Van do twen rousnchtlge ge-
bouAvon, dlo, ojngovom >r oon haag van
moerbeiboomen, <len «efu, dor familie uit
maakten, was er éën gchool ingericht voor
het logies van „/mijnheer" de zijderups. De
groote vertrekken waren voorzien van zak,
ken, waarop de w'-den met rupsen. Er wa
ren rupsen in alle sta-um van groeL Do groen
grijze dieren, gretig kluivende aan de vette
mioerbeibladen, leverden een onooglijken
aanblik op. Zij, die do grootte van een pink
hadden bereikt, waren tot vollen wasdom ge
komen'. Deze zijn volgegeten en laten de bla
deren liggen. Zij worden geheel doorschij
nend, -hetgeen het teeken te, dat de verpop
ping spoedig zal binnen. Met opgeheven kop
jes kruipen zij, ©enigszins geagiteerd, rond,
zoekende naar eene plaats waar zij den draad
bevestigen zullen, die straks uit een- tepeltje
aan de onderlip te voorschijn zal komen. Dit
te een gewichtig oogenblik, want van de wij
ze, waarop de draad- bevestigd wordt, hangt
in niet geringe mate de deugdelijkheid van
den cocon af. De rupsen dienen daarom op
het juiste oogenblik overgebracht te worden
naar andere wannen, voorzien van strooien
hokjes en strooien richeltjes, die een ge
schikte schuilplaats opleveren voor de ver
popping. Is men een betetje -te laat met dit
overbrengen, dan hebben de rupsen do dra
den reeds vastgesdhoten aan allerlei hoeken
en planken,.en heeft men later last met den
cocon.
Gaandeweg verdwijnen de rupsen geheel
in de cocons, die z;j om zich heen vlechten,
en maken zich zoodoende zelf een graf.
Want is de cocon eenmaal gereed een
dacr of tien gaat hiermede heen dan te de
rups bestemd gedood te wórden. Slechts aan
de allerbeste exemplaren is het vergund, zich
verder te ontwikkelen tot kapel, om dan de
eitjes te leveren voor een volgend rupsen
geslacht. Het overgroot© deel echter, wordt
Beste jongenl
De mensdhen, waarmee je, door het vol
gen vain mijn wenken, iin voortdurende aan
raking komt, spreken zoo vaak over litera
tuur, zeg je en het hoeft er wel ielts van als
of je, alleen dódroan, zoo -waar eenügon spijt
gevoelt, mijn raad te hebben opgevolgd.
Nu, dat je mét -onze letterkunde al heel
AVednig op de hoogte bent, wist ik reeds, ook
zonder je gulle 'bekentenis, en ik -kan me
levendig voorstellen hoe je er geregeld met
een -mond vol tanden bij zit, a-ls er over
dezen of -genen' m-odërn'en schrijver w-ordt
gesproken. iDat -die toestand echter niet aan
genaam voor je is, geloof ik natuurlijk graag
en ik wil dam ook mijn best doem, om je zulke
benauwde oogenblikken in f vervolg te be
sparen.
Laat ik je dan zeggen, 'béste jongen, dat
je wanhoopskreten niet den' minsten indruk
op mij hebben gemaakt: „Wat staan die
menéchen toch hoog, oneindig hoog boven
mei" lees ik in je brief. En even verder:
„Ik zie onmogelijk kans om in mijn vrijen
tijd zóóveel- te lezen, dlat ik ook maar ©enigs
zins zou mogen meepraten 1 En zelfs al had
ik -tijd Om veel te lezen, ook dan nog zou ik
met geen mogelijkheid in staat zijn, mij een
©enigszins behoorlijk oordeel over het ge
lezen© te vormen-!
Hoe geheel anders te dat met de nieuwe
kennissen, waarmee uw raadgevingen mij
in aanraking -hebben gebracht I Ze praten
->ver Van Deyssel, over Kloos, Verwey,
Oouiperus en zooveel anderen of het zoo
niets is! Ze prijzen of'laken een letterkundig
product met dezelfde beslistheid als waar-
zoo^verteldo mq een op ©en Westfriesch theekransje, een
afwezige wordt -beoordeeld. O, oom, wat zijn
al die menschen literarisch toch hoog ont
wikkeld!"
Zie, toen ik dat las, heb ik 'geglimlacht
wamt de meesten van j© nieuwe vrienden
ken ik van zeer nabij en ik weet, dat juist
de man, die hét grootste woord voert over
literatuur, veel minder gelezen heeft dan jij
of ik en dat heel zijn boekenschat uit hoog
stens een vijftal exemplarei: bestaat.
Ja, daar 3r$k je vreemd van op, hè! Waht
natuurlijk begrip je niét, waar Ebij al- die
■wijsheid dan toch vandaan haalt! Het zal je
echter Aveiniig moeite kosten, mijn jongen,
om (het in korten tijd minStens even ver te
brengen- als hij zelf. Om je daartoe in de ge
legenheid te stellen, zend' dk je bijgaande
'boeken toe, waar je af en toe in je vrijen
tijd eens in lezen, moet. Het eene werkje is
een bloemlezing uit de bedendaagsche dich
ters door J. N. van Hall, het andere te er
een door Pol de Ment en. het deide „Een
Pio-nio in Proza" -geltiteM, bevat een col
lectie proza-auteurs uit den tegenwoordigen
tijd. Later zond' ik je nog wel eens „Zelf
keur", uit de Wereldblbll ot/heek.
Met deze boekern nu ga Je aldus te werk:
Je leest b.v. ©on paar gedichten van Willem
Kloos uit IV- ;e Mout bloemlezing om nu
spreek j© m- de grootste vrijmoedigheid
over do donnetten van Kloos. Vooral op
dl© vrijmoedigheid komt hét nogal nam.
De lezing van oen stukj© van Bodewijk van
)>©yiMa>l dearoivUNgon moet J© don moed ge-
mi om over hot proza van Van Doyasol te
praten. Zirdnar, imljii boste Jongen, het hoe-Ie
geheim om voor een wonder va» belezenheid
te ikuuu-on doorgaan 1 Je nieuwe vriend H.,
waar Ja op 't oogonbllk nog als ©on te.re»
.v*n (ntttentiisjgrehe UteratuurlcemnlJi tegen
-op ziet, bevit 'Inderdaad geen andere bronnen
voor 7ijl» literaire wlMiedid dan liet ddëtei
wurlcjoa dat .Ik ié hierbij toezond,
N«iluudll-k millon zij j© voor pas verschonen
roman# niét beton.
Todh moot j© ook dMrover dtirvon te pra
ten en Idaur lk weet, dat je geen goM guwoeg
hebt om ©lk-on nieuwen roman te koo-pon «n
geen tijd om ze te lezen, dien je met 'betrek
king tet deze als volgt te werk te gaan: je
leest namelijk alleen de een of andere recen
sie, die er over geschreven1 is. En daar zal je
heusch niet zorgvuldig naar te zoeken heb
ben, want nauwelijks is er iets nieuws ver
schenen of het regent beoordeeli regen in de
Pers, zoodat men sdhier. twijfelen moet, of de
recensent-zelf -wel tijd gehad heeft om het
door hem besproken werk behoorlijk door te
lezen. Enfin, j-e praait nu eenvoudig zoo'-n
bOekbeoordeeling maar nö en zult dan de
ondervinding opdoen, dat je daarmee steeds
succes hebt.
Ja, maar, zal je mogelijk zeggen, ten op
zichte van D. durf ik tech zoo lichtvaardig
niet voor don dag te komen. Die is zelf auteur
en zal met zulk oppervlakkig gebazel niet te
AX>ld-oere zijn. Daarin heb je natuurlijk gelijk.
Welnu, met het oog op D„ dien je dan nog
een weinig méér moeite te doen. Je geeft
namelijk blijk, zijn werken gelezen te hebben,
noemt ze heel mooi en1 geeft tegelijk duchtig
af op eenigo boeken, die mannen van naam
geschreven hebben. Vooral als het werk van
,i© vriend geweldig door de-critiek gehavend
werd, doe je uitlatingen als: Och, je m-oet een
maal maar den nóóm hébben! Al» Querido of
Couperus dat gi ^ohreven- had, zou de Pers
natuurlijk hetzelfde werk hemelhoog verhef
fen, dat ze nu op de schandelijkste wijze, zoekt
af te maken."
Tien tegen één, dat de man je iemand met
een zeldzamen kijk op literatuur zal noemen
en hij zou dan volkomen gelijk hebben.
Zie hier dan weer eenige nuttige wenken
en raadgevingen van
je 0">m
SIMON GRASHEUVEL.
Arrondlssements-Rechtbank te Alkmaar.
Uitspraken.
P. te B., Wleringen, mishandeling, 25
boete subs 25 dagen hechtenis.
O. v. S. Texel, idem. idem.
P. K. Texel, idem. idem.
Nieuwe zaken.
Minnepijn geeft soms fenjjn.
Te Barsingerhorn woont een jongeling, die
minde een maagdelijk teer. En ook liij kon
het mésje be'komi en hij betoogde haar
zeer. M-aar daar verscheen A. V. uit Anna-
Paulowna, werpend roet in het eten. En oila-
ce, weldra was d-e ridder uit Barsingerhorn
door het meisje vergeten. Toen green de
gesmade J. S. uit uitgestelde liefdesmart, de
woede in 't hart en liet bij zijn medeminnaar
de kraebt zijner armen smaken, met het na
tuurlijke gevolg dat ook hil er tusschen moest
raken. En de officier voorstelde dat hij er
25 boete aan zou moeten spandeeren of
bij niet betaling 25 dagen on kosten van 't
Rijk te logeeren. Wij vertrouwen echter dat
J. S. de keus niet moeilijk zal zijn; profitee-
ren van het Rijkspensloen, dat is heusch
geen festijn.
OORRESPONDESTIE.
Van den heer Smelik te Rotterdam ontvin
gen Avij een stuk betreffende de oprichting
van een fonds voor de nagelaten betrekkin
gen van de bemanning der beide vergane
reddingbooten. In verband met het Ingezon
den Stuk, elders in ons blad voorkomende,
meenen wij de stichting van zoo'n fonds te
moeten ontraden.
Het voornemen hoe goed ook bedoeld
brengt slechts versnippering. De aangewe
zen lichamen daartoe zijn, voor zoover de
Brandaris betreft, de Noord- en Zuid-Hol-
landsohe Redding Maatschappij, Amstel 342,
Amsterdam en voor de President van Heeil,
de Zuid-Hollandsche Redding Mij., Wijnha
ven 53, Rotterdam.
Men zende zijne bijdragen dus aan een
van deze adressen, of beter nog, men zende
aan bedde zijn gave.
Ook de secr.-penn. van de afdeeling Hel
der der N. en Z.-H. Redding Mij., Buiten
haven 28, neemt gaarne giften in ontvangst.
Red. H. Crt.
Men deelt mede, dat ook bét hoofdbestuur
van het NederJandsche Roode Kruis gaarne
bereid is gelden in te zamelen tot steun van
hen, die bij de ramp van de „President van
Heel" en de ,3ra-ndaris" plotseling hun Kost
winners hebben verloren. Zendt, zoo verzoekt
het hoofdbestuur; uw giften zoo-spoedig mo
gelijk aan het adres Princessegracht 27,
s-GraVenhage (Postgiro 22120) onder aan-
duldiijg „Helden". Wenischt men de gelden
besteed te zien voor de nagelaten betrekkin
gen van één der booten afzonderlijk, dan
worde achter het woord „Helden" geplaatst
„President' van Heel" of „Brandaris".
UIT DEN OMTREK.
Burgerlijke Stand vtm TexeL
van 22 tot en met 28 Oct-ober 1921.
GEBOREN: Jacob, iz.v. Gortnelis Bas en
Jaooanlna de Jonge te Zevenhuizen; Henri-
c.us Jam, z.v. Gerhardus Leber en Gornelia
Arena Witte te Eieitend; Aaïtje, <Lv. Piet-er
Blom en Antje Schaap.
ONDERTROUWD: Louis öhristiaan van
Schjarenlberg en Arena Kooijtm-an; Jacob
Raatsman. en Tetije Kok.
GEHUWD: Wiebe van der Zee en Maart je
van der Vlies.
Oosterend, Texel, 28 Od
Gisteren slaagde te Amsterdam voor het
exaimen M. O. Ned. Taal en Letterkunde de
heer D. L. (Daalder, eerder alhier, thans te
Hilversum.
Bij do Ger. Kerk alhier Is beroepen Ds. II.
Fëkkens te Bovenber-gum.
Wleringen.
Benoemd tot tijdelijk onderwijzer aan do
O. L. 8. te Hippolyiushoof wegens bedunken
van MeJ. F. Borghui»-—Eokma do heer R. H.
Bax te Amsterdam.
Do hoer M. Fronko onderwijzer non de
O, L. School to Winterland alhier, I» nis zoo
danig bonoomd to tipanbrook. (N, 11.).
Annn-Paulowna.
Donderdtiguvoud gaf do Vérouuiglng T A.
G. O. in do zaai vau .Voorburg" banroernt
Winteriozlng,
Wegona oon llohto ongeatoldheld van dun
voorzitter opondu do beur Xooltnau du ver
gaduring en na do medodeellng, dat do hoor
Oroiiot oon volgende maal mot Mnltetull-
voordrachten zou komen en dat wy den hoor
Alt nog een# moohton vorwaohten mot „Lohou-
grln", kreeg MoJ. Nelly Ménagé Ohalln hut
woord voor haar voordmoht van hetToonoul-
ztnk .IJsbrand" door Frederlk van Eedon.
MeJ. Ménagé Challa was voor T A. G O.
een vreemdeling tot op het oogenblik, dat zij
het podium betrad Maar toen ook was het
met die vreemdelingschap in een oogwenk
gedaan.
Op de Valksdhool voor Meisjes te Helder
werden van de le naar de 2e klas -bevorderd:
Gafch. Ko-ssen en A. Zoete; van de 2e naar de
8e: E. de Vries. T. Visser en A-gnes van d'en
Berg (Breeziand).
Aan den heer H. A. Jansen werd door de
N"d. rostséWl te .Amki-kn h"t diulr»mo
"W Sten crpvriVf éc .-V, n.,
H.
Ter griffie van de Rechtbank te A.dam werd de
zer dagen een ral#ch|bankbiljet van f 1000 ge
deponeerd,. Niets,buitengewoons I Er is helaas
nogal wat valsch geld in omloop, vooral nu
het buitenland aan de productie medewerkt,
en dus krygt de justitie wel meer van die
waardelooze papiertjes in handen.
Maar ditmaal was het tooh wel een heel
zonderling geval. Dit bankbiljet.was al
eens eerder ter griffie geweest. Ja, 't werd
duidelijk herkend, het was 't zelfde briefje,
dat nog kort geleden veilig in de kamer had
gelegen. Achter slot en grendel 1
Hoe was het daaruit gekomen, hoe had het
opnieuw zijn omloop kunnen beginnen
Moeilijke vragen, die "échter tot een oplos
sing kwamenHet bleek al spoedig, dat in
de kamer der griffie was ingebroken. De die
ven hadden de brutaliteit gehad het huis van
de gerechtigheid zelve voor hun operatie
terrein te kiezen. Allicht was daar wat te
halen. Immers de inbrekers waren goed
Ingelicht in de kamera worden de stukken
van overtuiging, in beslag genomen „poetjes"
en dergelijke dingen bewaard. Zij hadden
zich van alles op de hoogte gesteld en toen
hun slag geslagen. Zoo handig hadden zjj het
ingepikt, dat in de eerste dagen niets van
den diefstal was gemerkt. Het valsche bank
biljet was de eerste aanwijzing. En toen was
de justitie ook spoedig de daders op het spoor.
Er z\jn in verband met deze zaak roeds eenige
arrestaties gedaan, n.1. wee mannen verdacht
den inbraak te hebben gepleegd, cn verder
een man en een vrouw uit den Jordaan, die
het gestolen goed zouden hebben geheeld.
Het onderaoeh duurt voort.
.Spreek opdat ik u zal kennen", heeft een
wijsgeer der Oudheid gezegd. En zy hééft
gesproken, vier bedrijven lang, en wy hebben
geluisterd in stille aandacht, naar die mooie,
klankvolle stem. En wij hebben gezien de
verschillende personen van dat nobele kunst
werk in hun bekrompen inzicht en klein
burgerlijke goedhartigheid, huu ydelheid en
armzaligen standentrots, hun ruwen eenvoud,
hun ambtelijke gewichtigdoenerij, hun heb
zucht en laag 'begeeren. Maar ook werd ons
opengelegd wat daar omging in IJsbrand, den
onbegrepen gevoelsmensch, zwijgend en een
zaam, met zyn doodelijk gewonde ziel te
midden zijner luidruchtige klein-burgerlyke
familie.
Met'haar veelvermogende stem, ondersteund
door sterke gelaatsexpressie en teekenend
gebaar, wist mej. Menagé Cballa al die ver
schillende karakters to doen leven en naar
voren te brengen, zoodat het luisteren ons
Averd tot een mooi on gaaf genot, gepaard
aan klimmende bewondering.