dat de fiitma hem tot 'betalen maande. 'Hij i? toen op "het (kantoor gekomen en vroeg aan den kassier de op Ihem nitgescibreven Scwi- De dubbele moord te Spaarndam. Dezer dagen werd voor (het gerechtshof te tjh Amsterdam in h-ooger beroep.de zaak tegen tantiee. H;j xreog daarop Aan den Kassier, I Roiza -behandeld. De advocaat-generaal ^'©1© jaren bekend,op zijr, ;s niet eens met bet réquisitoir van den officier van justitie, die 15 jaar gevangenis straf geëischt heeft omdat het feit reeds zoo tang geleden gepleegd is. De daad wordt daardoor niet uitgewischt. Beklaagde'» leven is een reeks van diefstal len-, pogingen tot moord, enz. Laat dezen beklaagde niet meer op de maatschappij los, zegt spr. Wat moet er van de getuigen wor den als bekl. weet wordt- losgelaten en zijn wraakgevoelens -op hen koelt. Hij vraagt ver nietiging van het vonnis der rechtbank en veroordeeling Aan -beklaagde wegens poging tot moord en doodslag tot levenslange ge vangenisstraf. Na een pleidooi van den verdediger en re en duplieken werd de -uitspraak bepaald op Donderdag over 14 dagen. herhaald aandringen die kwitanties even mee, voorgevende, naar de firma verklaart, dat hij daarop <bij een bepaalde bank het be- noodigde groote (bedrag zou krijgen. De man is niet teruggekomen. Toen hij den volgenden dag aang- zocht werd te betalen, zei bij dat dit reeds was -geschied. Hij toonde, tot sta ving viain die bewering, de in zijn -bezit zijinde kwitanties. Do kassier houdt vol, niets te hebben ontvangen. De firma deed' -onmiddellijk aangifte bij den politféHoamirni ssaris A an de sectie, -waarin de aannemer woont; de politiechef raadpleeg de den officier van justitie, die aanvankelijk van meening was, dat het een civiele quaestie gold. De finma hóeft de zaak daarop in han d-en gegeven van een rechtskundig raadsman. Deze onderzocht de -omstandigheden, waarin de aannemer de -laatste maanden verkeerde. Het bleek, dat deze schulden van een veel kleiner (bedrag den laatsten tijd niet heeft kunnen voldoen. Wel gaf hij voor het bedrag van ruim vier ton in- zijn brandkast te hebben bewaard-, doch dit Monk, in veiband -ook met andere aan het licht, gekomen feiten, tzoo ongeloofwaardig, dat thans op last van dien officier vain justitie tot zijne arrestatie is overgegaan. Wonderlijke bankbiljet-circulatie! De ledige doodkist te Wognmn. Thans (heeft zich to Wegruim aangemeld do 41-jarigö Tennis Blokker, kleermaker te Amsterdam, een broeder van Klaartje, wier lijk in de ledig 'gevonden doodkist had 'móe ten zito. Deze Tennis heeft aan den rijksveldwach ter de volgende, door „Onze Oouranf* te Hoorn opgóteekende belangrijke verklarin gen afgelegd: Toen mijn zuster Klaartje stierf, was ik 12 jaar en liep nog op school met mijn zus ter Maartrje van 11 jaar. Kwamen wij lüt de sch-ool, dan moesten wij direct naar bo ven en moesten daar altijd maar zitten in een hok, waar wij ooik moesten slapen. Wij namen dan de groente erwten stil mede uit de grutterij, en gingen die ertwen dan bo ven opeten, daar wij niet to veel kregen en meestal het overgeschoten eten van den vo- rigenj dag. ïk heb We! gezien, dat mijn zuster Klaar tje is u itgekleod, doch door wie, weet ik niet. Later hefi ik haar ook niet In de kist gezien en bon mee gowoest naar Wognum ter be grafenis. Toen mijn zuster Klaartje- in gestorven, begon het al gauw boven to stinken. Ik heb toen gezegd togen mijn sUafouoodey: ^/wat «tinkt net fuorboven, en hot Avordt hoe langor hoe erger", Toen «rade to: dat kamt-, m tóbben (tuier vroeger op dut kamertje van Jelui een arend verword, en daar stinkt het wee erg van." Ik heb dasr© wedk gesproken mot mifn broer OornoiU en mijn juwkv Muurtje (hol den to Amsterdam wumchtlg). Die maden destijds aan onze stiefmoeder gevraagd, of «ij Rtaartjo nog pons moehton zien Ta do kist, waarop co «tlofmoodor antwoordde: adat mag nw meer, do kist is dicht". Van dien tijd af mochten wij nooit lang moor op do plaats achter hot huis. Als wij naar do W. CC moesten, was het direct: „voor uit hoor, naar boven l" Gerrit Kool (vermoedelijk is bedoeld het familielid, dood-graver te Unsem) weet er be slist meer van. Hij kan tzich best voordoen, alsof hij nergens van weet. Voordat Grietje Kooi (die twee dagen na Klaartje overleed) is gestorven, heb ik wel gezien, dat zij verschrikkelijk benauwd was, en dat ze erg heeft gebraakt, zoodat zij in bed niet kon blijven. Tot -zoover de mededeeltogen van Teunis. Nu vraagt het blad: Kunnen deze verkla ringen inhouden, dat KI aartjes lijk mogelijk zich nog bevindt nabij het perceel Kleine Noord 41 to Hoorn; waar het gezin Blokker destijds woonde? De omstandigheid, dat Teunis enkele da gen na Klaartjes dood een onaangenamere stank waarnam, doet niet onmogelijk zijn, dat Klaartjes Lijk op zoJder is vexborgeni ge houden, om nadien ib.v. in den beerput te zijn gestort. Dit laatste, omdat Teunis naar boven werd gejaagd, als hij naar do W. C. wilde. Ook is het mogelijk, dat het lijk van Klaartje op de genoemde plaats is begraven. Maar de grond is daar sedert dien ongeveer 80 o.M. verlaagd, en toon is niets verdachts gevonden. Maandag heeft de politie nog ondervraagd Willem Wittebol, thans te Alkmaar, die er prat op ging, destijds als doorgraver Klaartje te hebben begraven. Van zijn weinig betee- kenende verklaringen was wel de belang rijkste, dat hij aan Klaartjes graf nooit iets veranderde. Gemeentelijke zuinigheid. De Ned. ontleent de volgende bijzonder heden aan het verslag van de besprekingen in dë afdeelingen van den Amsterdamschen raad inzake de gemeenltebegrooting: De veiplegingskosten per persoon en per dag bedragen in een gemeentelijk zieken huis 7.60; Het aantal verpleegden in het Binnengast huis bedraagt 725 en dat van het personeel 820, dus bijna 100 meer; Een patiënt in een/ der ziekenhuizen, die in- 24 uur tijds door 15 verpleegsters werd behandeld, was na die 24 uur nog in leven. Een proces over een toilet-rekening. Het Hof van Beroep te Londen heeft Don derdag, blijkens een -bericht van Reoter's bij zondéren dienst, het beroep verworpen de fiirima Stra-u-ss -en Kaihn-, niodetoamdelaars te 's-Gra-venhage, te'gen de beslissing van een la/geren redhter -inzake den eisch, door de firaiai ingesteld tegen de executeurs van den Britscher officier Ratt om betaling van zesduizend pond- sterling voor -goederen-, ge leverd aan de Nederlanidsche vrouw Victor, met wie Ratt gedurende zijn imterneering in Nederland leefde. Vonnis vellend zeide lord-justlce Banlkes, dat gebleken wa-s, dat de.eisdhers aan de daime kostbare kSeedingstukken (hadden ge leverd' tot een (bedrag van-14.000 pond en vol gens hein was er overvloedig materieel om flen rechter tot de slotsom te doen komen, waartoe hij gekomen was en waren- er geen motieven aangevoerd- -om zijn uitspraak ion- gedaan te maken. De A'roégere beslissing was hiermede gemotiveerd, dat de goederen waren geleverd „voor onzedelijke motieven". Uit de verslagen dezer zaak in de Engeü- sche bladen blijkt, dat de betrokken Engel- sche officier van einde 1916 tot Nov. 1918, toen hij -overleed, met mevrouw Victor had samengewoond. Er waren voor de (haar ge leverde kostbare Meedingstukken betalingen gedaan, doch een in December 1917 geleverd© man-tel van sabelbont was o. a. niet betaald. Deze mantel was door kapitein Ratt zelf (be steld en volgens edachers waren de andere Meedingstukken door de betrokken dame met machtiging van den officier, (besteld. De raadsman der firma, de heer Disturnal, wees erop, dat volgens gedaagden het aan- eischers bekend was, -dat deze goederen moesten- die nen- voor het doel Ara(n prostitutie, subsidair, dat zij door kapitein Platt werden (besteld, met medeweten der eischers, om ze aan mevr. Victor ten geschenke te geven, teneinde haar te overreden met hem -onzedelijke betrekkin gen aam- te k-noopen. Ook werd door gedaag den aangevoerd, dat er samenspanning zou hebben bestaan tusschen eischers en mevr. ■Victor, en dit was het onderwerp van een eisch in -reconventie. Ten aanzien dier samen spanning was volgens pQ. niets -bewezen-, en de rechter had- dan ook de eischers ten aan zien Aran dien tegeneisch in- het gelijk gesteld. Rechter Rowlatt had, zoo voerde pL verder aan, in- eerste instantie de Tekening er eene genoemd van „losbandige verkwisting" en dat de handelaars daaruit hadden moeten weten dat deze goederen het loon der zonde waren. R. -betoogde, dat geenszins was aan getoond, dat hier asiwetiof waren 'Onzedelijke motieven, wnardoor de tmusaétie volgons de rechtsleer nietig waren. DnM-justtoo Bankes merkt© hlortegen'm-er op. dat appellanten moesten geweten hébben, dat d"re .monsdien 'geen imon en- vrouw wa ren. R, avim\h er verder nog op, dat in de moeste go vallen, waarin vorm is -was geiwzim. liet proces tegen do vrouw werd ingw-iteJfl, Zoo werd- ooiw door ©en jury oen ©l»dh afge wezen tegen een vrouw van lichte zoden- om betaling van ©om rUtulg, dat zij gehuurd- had, Doch hier betrof hot, meende bh, een heel ander geval. Overigens voerde hij nog rwvn, itot het ook wel voorkwam, dat een getrouwd^ vrouw <iorgelytko grooto uitgaven dood Voor haar tollet en dat de man dit nor,moedigde uit IJdelheid om to maken, dat zijn vrouw de bestgoMeedo vrouiw van haar omgeving was. Iratussch-en heeft, gelijk gezegd, de rechter in hooger (beroep, de uitspraak van den- la-ge ren rechter ibovcstigd, dat de firma de execu teurs van- kapitein Ratt niet kan aanspreken voor het bedrag van ruim 6000 pond (6623 pond en 14 shilling). Tegen do corpulentie. Te New York en in andere steden dor Ver. eenigde Staten is een campagne op touw ge zet tegen overmaat van omvang der vrouwen. Oomité's worden gesticht, die prijzen uitlo ven voor do vrouwen, die het meest in ge wicht zijn achteruitgegaan in een -bepaalden tijd. De gedachte, die aan deze campagne ten grondslag, ligt is, hoop te geven aan het dieet, dat er het best op 'berekend is, een ab normaal lichaamsgewicht, tot een normaal te rug te brengen. Te New Yoik hadden op het oogen 62 corpulente vrouwen, die tusschen de 150 en 200 pond wegen, dagelijks vrije en orde-oefeningen, waarmede zij in do afgeloo- pen week gewichtwermi.nd-er.ing van twee tot vier -pond hebben verkregen. Dr. Oopeland, de commissaris van gezondheid te New York, houdt toezicht op de lichaamsbeweging en het dieet. Eenige der vrouwen, die aan de oefeningen- deelnemen, moeten nu reeds al weer in staat zijn, de veters van hun laarzen te rijgen, terwijl alle vrouwen verklaren be ter te slapen dan voordien. Zondagmiddag ging het heele gezelschap gekleed in een be paalde kleederdracht in draf langs Fifth Avenu. Het publiek legt groote belangstel ling voor het experiment aan den dag. aWa |r Kaiko-8an. (Mijnheer de Zijderups). Men schrijft uit Tokio aan de N. Rott; Öt.: Wanneer men een studie maakt van de Ja pansche taal, en daartoe onder meer d-e lees boekjes van de Japansche lagere scholen doorloopt, vindt men in den-leergang voor de derde klasse een uitvoerige beschrijving van de wijze, waarop de zijderups dient te worden gekweekt. Zoodoende raken de Japansche jongens en meisjes reeds op ongev-eer acht jarigen leeftijd vertrouwd met de verzorging van Kaik-o-San. Het kweeken van deze rup sen, het behandelen van dé cocons, wordt eerst een liefhebberij, later een werkkring. Jong gewend, oud gedaan. Het is een veer tig jaar geleden, dat op deze wijze voor de eerste maal aan de schoolkinderen de zijde- winning werd uiteengezet. Thans is er geen sterveling in Japan of hij weet u haarfijn de verschillende processen der zijdewinning uit te leggen. En wat meer is, ten minste een half miïlioen gezinnen een paar millioen men- schen houdt zich feitelijk met een of meer onderdeelen van dezen veel voordeel opleve rend-en arbeid bezig. Wanneer men de -groote steden verlaat, om zich ten platteland© to begeven ziet men reeds dadelijk overal de kleine, geknotte, moerbeiboomen staan, wier bladeren dienen onoeten voor de voeding van Kaiko-San. De cultuur van deze boomen, de handel in moer beibladeren alleen al, is een winstgevend ne ven/bedrijf. Men kan veilig elk beschikbaar stukje grond in tuin of boomgaard inet wat moerbeiboomen bezetten. Mem kan er zeker van zijn de bladeren tegen marktprijs te ver knopen, want de -zijderupsen zijn onverzade- lijk. Hun rupsenbestaan duurt niet langer dan een zestal weken. Maar in dien tijd ver slinden zij zooveel voedsel, dat zij tiendui- zendmaal in gewicht toenemen. In deze pe riode van hun bestaan hebben hunne ver zorgsters niets anders te doen dan steeds weer nieuwe bladeren aan te dragen. Van daar dat men ook ten platteland© geen huis passeeren kan of men ziet een of meer moer beiboomen op de erven. Deze boomen dienen daarbij -als afscheiding tusschen de tuinen, tusschen de graanvelden. Overal waar ni-aar een plek -te vinden is, zet de landman fluks een moerbeiboompje. De rupsen zelf worden, ten huize van de boeren uit de eitjes gewonnen, die van regee- ringswege worden verkocht. Op igroote schaal stelt het Departement van Landbouw eier- kaarten beschikbaar, -tot den prijs van on geveer een rijksdaalder, waarop zoowat drie duizend eitjes met rijststijfsol losjes zijn vast geplakt. Vroeger waren het de boeren zelf, die handel in deze eitjes zaadjes noemt men ze dreven. Maar in het belang van de selectie heeft het -gouvernement een stren ge controle ingevoerd. Thans mogen v kaarten verkocht worden die van h- vernement zelf afkomstig zijn, of die de -gouvernement ©controleurs afgestempeld zijn als deugdelijk. Men onderscheidt rupsenboer'in zijn kweokerö tAvee -hoofd soorten onder de rupsen, namelijk de Ohi- neesche en de Japansche. De zoogenaamde Japansche rupsen onderscheiden zich van de CMneesche door een duidelijk merkteeken, spoedig na den tienden dag aan de branden de zon blootgesteld, waardoor de poppen in de cocons sterven. Is er geen voldoende zon op het geschikte oogenblik bijv. in lente of herst dan worden de oooons boven een houtskoolvuur gewarmd, of anders in den warmen stoom gehouden, hetgeen hetzelfde effect heeft. Daarna worden de cocons gesor teerd. De -goede exemplaren gaan naar de fabrieken die A'oor uitvoer werken. De min der goede -gaan' naar de werkplaatsen voor binnenlandsch verbruik. De slechtste exem plaren gaan naar de vele huisjes waar hei, afhaspelen der cocons in huisvlijt geschiedt De in huisvlijt verkrijgen zijde is uiteraard van grove hoedanigheid en slechts v-oor -en kei© doeleinden geschikt. De hoedanigheid van de cocons wordt in de eerste plaats beoordeeld naar de kleur. Zij hebben de grootte van een duivenei, en in dien- zij wit of nagenoeg wit zijn, worden zij gerangschikt als eerste kwaliteit. In de fa brieken, die voor export werken, worden zij echter nog eens overgekeurd en wederom in drie kwaliteiten verdeeld, smetteloos, bijna smetteloos, en minder. De eerste kwaliteit levert spierwitte zijde, de andere kwaliteiten zijn ietwat getint BRIEVEN VAN HET PLATTELAND. XXV. namelijk een zwart vlekje, de „Mon", dJ. het familiewapen op den rug. Deze „Ja pansche" -rupsen zijn oorspronkelijk evenzeer van China afkomstig en werden eeuwen -ge leden ovpr Korea .in Japan gebracht Maar van deze J-aznansche rupsen ia de Chineesche afstamming niet meer na to gaan. Wat nu de Chineesche rupsen -genoemd worden, zijn de rupsen gewonnen uit eitjes die een paar rup sen-geslachten geleden uit China werden ge: importeerd. Er is een groot verschil tus schen de Chineesche en de Japansche rup sen. De laatste zijn aanzienlijk sterker dan de eerste, schijnen beter geacclimatiseerd en daardoor minder aan -ziekten onderhevig. Daarentegen te de oooondraad, verkregen van do Ohineescho rupsen, sterker dan die vain do Japansohe. De sterkste en langste draden intusschen verkrijgt mon uit de krui sing van de Chineesche en de Japansohe rup sen. Doch deze kruteings-produoten, waar van sommige het familiewapen "wel, -on an dere het niet vertoonen, zijn verreweg de zwakste dieren. Het bosto te, om de drie soorten tegelijk te kweeken. Treden geen zlokton op, dan hooft raau het voord-oel var» de lange en sterke draden- dor bastaarden on van do Cliineofrios. Treden wol zlokton In, dan hooft tnon do Japanners als reserve, want dlo hebben daarvan gewoonlijk hot minst to. lijden. Ik bozooht vorwheldon kweokplnntsen van rupsen. Allereerst een heel groote, soa nuv dol Inrichting, Jn de Gummn provincie, bij MaebuüJ!. oen centrum van do -zljde-industrle, Een familie van tien personen, van don pa- tHfirohnlon -grootvader «f -tot ëott paar jnete- kuna \«un een jnnr of aóhit -toe, maakte hier dagelJJksoh Avork van do verzorging van Kal- ko-fkrn, bijgestaan door nog oen twaalftal gedienstigen. Van do twen rousnchtlge ge- bouAvon, dlo, ojngovom >r oon haag van moerbeiboomen, <len «efu, dor familie uit maakten, was er éën gchool ingericht voor het logies van „/mijnheer" de zijderups. De groote vertrekken waren voorzien van zak, ken, waarop de w'-den met rupsen. Er wa ren rupsen in alle sta-um van groeL Do groen grijze dieren, gretig kluivende aan de vette mioerbeibladen, leverden een onooglijken aanblik op. Zij, die do grootte van een pink hadden bereikt, waren tot vollen wasdom ge komen'. Deze zijn volgegeten en laten de bla deren liggen. Zij worden geheel doorschij nend, -hetgeen het teeken te, dat de verpop ping spoedig zal binnen. Met opgeheven kop jes kruipen zij, ©enigszins geagiteerd, rond, zoekende naar eene plaats waar zij den draad bevestigen zullen, die straks uit een- tepeltje aan de onderlip te voorschijn zal komen. Dit te een gewichtig oogenblik, want van de wij ze, waarop de draad- bevestigd wordt, hangt in niet geringe mate de deugdelijkheid van den cocon af. De rupsen dienen daarom op het juiste oogenblik overgebracht te worden naar andere wannen, voorzien van strooien hokjes en strooien richeltjes, die een ge schikte schuilplaats opleveren voor de ver popping. Is men een betetje -te laat met dit overbrengen, dan hebben de rupsen do dra den reeds vastgesdhoten aan allerlei hoeken en planken,.en heeft men later last met den cocon. Gaandeweg verdwijnen de rupsen geheel in de cocons, die z;j om zich heen vlechten, en maken zich zoodoende zelf een graf. Want is de cocon eenmaal gereed een dacr of tien gaat hiermede heen dan te de rups bestemd gedood te wórden. Slechts aan de allerbeste exemplaren is het vergund, zich verder te ontwikkelen tot kapel, om dan de eitjes te leveren voor een volgend rupsen geslacht. Het overgroot© deel echter, wordt Beste jongenl De mensdhen, waarmee je, door het vol gen vain mijn wenken, iin voortdurende aan raking komt, spreken zoo vaak over litera tuur, zeg je en het hoeft er wel ielts van als of je, alleen dódroan, zoo -waar eenügon spijt gevoelt, mijn raad te hebben opgevolgd. Nu, dat je mét -onze letterkunde al heel AVednig op de hoogte bent, wist ik reeds, ook zonder je gulle 'bekentenis, en ik -kan me levendig voorstellen hoe je er geregeld met een -mond vol tanden bij zit, a-ls er over dezen of -genen' m-odërn'en schrijver w-ordt gesproken. iDat -die toestand echter niet aan genaam voor je is, geloof ik natuurlijk graag en ik wil dam ook mijn best doem, om je zulke benauwde oogenblikken in f vervolg te be sparen. Laat ik je dan zeggen, 'béste jongen, dat je wanhoopskreten niet den' minsten indruk op mij hebben gemaakt: „Wat staan die menéchen toch hoog, oneindig hoog boven mei" lees ik in je brief. En even verder: „Ik zie onmogelijk kans om in mijn vrijen tijd zóóveel- te lezen, dlat ik ook maar ©enigs zins zou mogen meepraten 1 En zelfs al had ik -tijd Om veel te lezen, ook dan nog zou ik met geen mogelijkheid in staat zijn, mij een ©enigszins behoorlijk oordeel over het ge lezen© te vormen-! Hoe geheel anders te dat met de nieuwe kennissen, waarmee uw raadgevingen mij in aanraking -hebben gebracht I Ze praten ->ver Van Deyssel, over Kloos, Verwey, Oouiperus en zooveel anderen of het zoo niets is! Ze prijzen of'laken een letterkundig product met dezelfde beslistheid als waar- zoo^verteldo mq een op ©en Westfriesch theekransje, een afwezige wordt -beoordeeld. O, oom, wat zijn al die menschen literarisch toch hoog ont wikkeld!" Zie, toen ik dat las, heb ik 'geglimlacht wamt de meesten van j© nieuwe vrienden ken ik van zeer nabij en ik weet, dat juist de man, die hét grootste woord voert over literatuur, veel minder gelezen heeft dan jij of ik en dat heel zijn boekenschat uit hoog stens een vijftal exemplarei: bestaat. Ja, daar 3r$k je vreemd van op, hè! Waht natuurlijk begrip je niét, waar Ebij al- die ■wijsheid dan toch vandaan haalt! Het zal je echter Aveiniig moeite kosten, mijn jongen, om (het in korten tijd minStens even ver te brengen- als hij zelf. Om je daartoe in de ge legenheid te stellen, zend' dk je bijgaande 'boeken toe, waar je af en toe in je vrijen tijd eens in lezen, moet. Het eene werkje is een bloemlezing uit de bedendaagsche dich ters door J. N. van Hall, het andere te er een door Pol de Ment en. het deide „Een Pio-nio in Proza" -geltiteM, bevat een col lectie proza-auteurs uit den tegenwoordigen tijd. Later zond' ik je nog wel eens „Zelf keur", uit de Wereldblbll ot/heek. Met deze boekern nu ga Je aldus te werk: Je leest b.v. ©on paar gedichten van Willem Kloos uit IV- ;e Mout bloemlezing om nu spreek j© m- de grootste vrijmoedigheid over do donnetten van Kloos. Vooral op dl© vrijmoedigheid komt hét nogal nam. De lezing van oen stukj© van Bodewijk van )>©yiMa>l dearoivUNgon moet J© don moed ge- mi om over hot proza van Van Doyasol te praten. Zirdnar, imljii boste Jongen, het hoe-Ie geheim om voor een wonder va» belezenheid te ikuuu-on doorgaan 1 Je nieuwe vriend H., waar Ja op 't oogonbllk nog als ©on te.re» .v*n (ntttentiisjgrehe UteratuurlcemnlJi tegen -op ziet, bevit 'Inderdaad geen andere bronnen voor 7ijl» literaire wlMiedid dan liet ddëtei wurlcjoa dat .Ik ié hierbij toezond, N«iluudll-k millon zij j© voor pas verschonen roman# niét beton. Todh moot j© ook dMrover dtirvon te pra ten en Idaur lk weet, dat je geen goM guwoeg hebt om ©lk-on nieuwen roman te koo-pon «n geen tijd om ze te lezen, dien je met 'betrek king tet deze als volgt te werk te gaan: je leest namelijk alleen de een of andere recen sie, die er over geschreven1 is. En daar zal je heusch niet zorgvuldig naar te zoeken heb ben, want nauwelijks is er iets nieuws ver schenen of het regent beoordeeli regen in de Pers, zoodat men sdhier. twijfelen moet, of de recensent-zelf -wel tijd gehad heeft om het door hem besproken werk behoorlijk door te lezen. Enfin, j-e praait nu eenvoudig zoo'-n bOekbeoordeeling maar nö en zult dan de ondervinding opdoen, dat je daarmee steeds succes hebt. Ja, maar, zal je mogelijk zeggen, ten op zichte van D. durf ik tech zoo lichtvaardig niet voor don dag te komen. Die is zelf auteur en zal met zulk oppervlakkig gebazel niet te AX>ld-oere zijn. Daarin heb je natuurlijk gelijk. Welnu, met het oog op D„ dien je dan nog een weinig méér moeite te doen. Je geeft namelijk blijk, zijn werken gelezen te hebben, noemt ze heel mooi en1 geeft tegelijk duchtig af op eenigo boeken, die mannen van naam geschreven hebben. Vooral als het werk van ,i© vriend geweldig door de-critiek gehavend werd, doe je uitlatingen als: Och, je m-oet een maal maar den nóóm hébben! Al» Querido of Couperus dat gi ^ohreven- had, zou de Pers natuurlijk hetzelfde werk hemelhoog verhef fen, dat ze nu op de schandelijkste wijze, zoekt af te maken." Tien tegen één, dat de man je iemand met een zeldzamen kijk op literatuur zal noemen en hij zou dan volkomen gelijk hebben. Zie hier dan weer eenige nuttige wenken en raadgevingen van je 0">m SIMON GRASHEUVEL. Arrondlssements-Rechtbank te Alkmaar. Uitspraken. P. te B., Wleringen, mishandeling, 25 boete subs 25 dagen hechtenis. O. v. S. Texel, idem. idem. P. K. Texel, idem. idem. Nieuwe zaken. Minnepijn geeft soms fenjjn. Te Barsingerhorn woont een jongeling, die minde een maagdelijk teer. En ook liij kon het mésje be'komi en hij betoogde haar zeer. M-aar daar verscheen A. V. uit Anna- Paulowna, werpend roet in het eten. En oila- ce, weldra was d-e ridder uit Barsingerhorn door het meisje vergeten. Toen green de gesmade J. S. uit uitgestelde liefdesmart, de woede in 't hart en liet bij zijn medeminnaar de kraebt zijner armen smaken, met het na tuurlijke gevolg dat ook hil er tusschen moest raken. En de officier voorstelde dat hij er 25 boete aan zou moeten spandeeren of bij niet betaling 25 dagen on kosten van 't Rijk te logeeren. Wij vertrouwen echter dat J. S. de keus niet moeilijk zal zijn; profitee- ren van het Rijkspensloen, dat is heusch geen festijn. OORRESPONDESTIE. Van den heer Smelik te Rotterdam ontvin gen Avij een stuk betreffende de oprichting van een fonds voor de nagelaten betrekkin gen van de bemanning der beide vergane reddingbooten. In verband met het Ingezon den Stuk, elders in ons blad voorkomende, meenen wij de stichting van zoo'n fonds te moeten ontraden. Het voornemen hoe goed ook bedoeld brengt slechts versnippering. De aangewe zen lichamen daartoe zijn, voor zoover de Brandaris betreft, de Noord- en Zuid-Hol- landsohe Redding Maatschappij, Amstel 342, Amsterdam en voor de President van Heeil, de Zuid-Hollandsche Redding Mij., Wijnha ven 53, Rotterdam. Men zende zijne bijdragen dus aan een van deze adressen, of beter nog, men zende aan bedde zijn gave. Ook de secr.-penn. van de afdeeling Hel der der N. en Z.-H. Redding Mij., Buiten haven 28, neemt gaarne giften in ontvangst. Red. H. Crt. Men deelt mede, dat ook bét hoofdbestuur van het NederJandsche Roode Kruis gaarne bereid is gelden in te zamelen tot steun van hen, die bij de ramp van de „President van Heel" en de ,3ra-ndaris" plotseling hun Kost winners hebben verloren. Zendt, zoo verzoekt het hoofdbestuur; uw giften zoo-spoedig mo gelijk aan het adres Princessegracht 27, s-GraVenhage (Postgiro 22120) onder aan- duldiijg „Helden". Wenischt men de gelden besteed te zien voor de nagelaten betrekkin gen van één der booten afzonderlijk, dan worde achter het woord „Helden" geplaatst „President' van Heel" of „Brandaris". UIT DEN OMTREK. Burgerlijke Stand vtm TexeL van 22 tot en met 28 Oct-ober 1921. GEBOREN: Jacob, iz.v. Gortnelis Bas en Jaooanlna de Jonge te Zevenhuizen; Henri- c.us Jam, z.v. Gerhardus Leber en Gornelia Arena Witte te Eieitend; Aaïtje, <Lv. Piet-er Blom en Antje Schaap. ONDERTROUWD: Louis öhristiaan van Schjarenlberg en Arena Kooijtm-an; Jacob Raatsman. en Tetije Kok. GEHUWD: Wiebe van der Zee en Maart je van der Vlies. Oosterend, Texel, 28 Od Gisteren slaagde te Amsterdam voor het exaimen M. O. Ned. Taal en Letterkunde de heer D. L. (Daalder, eerder alhier, thans te Hilversum. Bij do Ger. Kerk alhier Is beroepen Ds. II. Fëkkens te Bovenber-gum. Wleringen. Benoemd tot tijdelijk onderwijzer aan do O. L. 8. te Hippolyiushoof wegens bedunken van MeJ. F. Borghui»-—Eokma do heer R. H. Bax te Amsterdam. Do hoer M. Fronko onderwijzer non de O, L. School to Winterland alhier, I» nis zoo danig bonoomd to tipanbrook. (N, 11.). Annn-Paulowna. Donderdtiguvoud gaf do Vérouuiglng T A. G. O. in do zaai vau .Voorburg" banroernt Winteriozlng, Wegona oon llohto ongeatoldheld van dun voorzitter opondu do beur Xooltnau du ver gaduring en na do medodeellng, dat do hoor Oroiiot oon volgende maal mot Mnltetull- voordrachten zou komen en dat wy den hoor Alt nog een# moohton vorwaohten mot „Lohou- grln", kreeg MoJ. Nelly Ménagé Ohalln hut woord voor haar voordmoht van hetToonoul- ztnk .IJsbrand" door Frederlk van Eedon. MeJ. Ménagé Challa was voor T A. G O. een vreemdeling tot op het oogenblik, dat zij het podium betrad Maar toen ook was het met die vreemdelingschap in een oogwenk gedaan. Op de Valksdhool voor Meisjes te Helder werden van de le naar de 2e klas -bevorderd: Gafch. Ko-ssen en A. Zoete; van de 2e naar de 8e: E. de Vries. T. Visser en A-gnes van d'en Berg (Breeziand). Aan den heer H. A. Jansen werd door de N"d. rostséWl te .Amki-kn h"t diulr»mo "W Sten crpvriVf éc .-V, n., H. Ter griffie van de Rechtbank te A.dam werd de zer dagen een ral#ch|bankbiljet van f 1000 ge deponeerd,. Niets,buitengewoons I Er is helaas nogal wat valsch geld in omloop, vooral nu het buitenland aan de productie medewerkt, en dus krygt de justitie wel meer van die waardelooze papiertjes in handen. Maar ditmaal was het tooh wel een heel zonderling geval. Dit bankbiljet.was al eens eerder ter griffie geweest. Ja, 't werd duidelijk herkend, het was 't zelfde briefje, dat nog kort geleden veilig in de kamer had gelegen. Achter slot en grendel 1 Hoe was het daaruit gekomen, hoe had het opnieuw zijn omloop kunnen beginnen Moeilijke vragen, die "échter tot een oplos sing kwamenHet bleek al spoedig, dat in de kamer der griffie was ingebroken. De die ven hadden de brutaliteit gehad het huis van de gerechtigheid zelve voor hun operatie terrein te kiezen. Allicht was daar wat te halen. Immers de inbrekers waren goed Ingelicht in de kamera worden de stukken van overtuiging, in beslag genomen „poetjes" en dergelijke dingen bewaard. Zij hadden zich van alles op de hoogte gesteld en toen hun slag geslagen. Zoo handig hadden zjj het ingepikt, dat in de eerste dagen niets van den diefstal was gemerkt. Het valsche bank biljet was de eerste aanwijzing. En toen was de justitie ook spoedig de daders op het spoor. Er z\jn in verband met deze zaak roeds eenige arrestaties gedaan, n.1. wee mannen verdacht den inbraak te hebben gepleegd, cn verder een man en een vrouw uit den Jordaan, die het gestolen goed zouden hebben geheeld. Het onderaoeh duurt voort. .Spreek opdat ik u zal kennen", heeft een wijsgeer der Oudheid gezegd. En zy hééft gesproken, vier bedrijven lang, en wy hebben geluisterd in stille aandacht, naar die mooie, klankvolle stem. En wij hebben gezien de verschillende personen van dat nobele kunst werk in hun bekrompen inzicht en klein burgerlijke goedhartigheid, huu ydelheid en armzaligen standentrots, hun ruwen eenvoud, hun ambtelijke gewichtigdoenerij, hun heb zucht en laag 'begeeren. Maar ook werd ons opengelegd wat daar omging in IJsbrand, den onbegrepen gevoelsmensch, zwijgend en een zaam, met zyn doodelijk gewonde ziel te midden zijner luidruchtige klein-burgerlyke familie. Met'haar veelvermogende stem, ondersteund door sterke gelaatsexpressie en teekenend gebaar, wist mej. Menagé Cballa al die ver schillende karakters to doen leven en naar voren te brengen, zoodat het luisteren ons Averd tot een mooi on gaaf genot, gepaard aan klimmende bewondering.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 10