T
V
mSL'SBM «waswas» a»
Tweede Blad.
VAN ZATERDAG 3 DECEMBER 1921.
DE VLOOTWET.
Met het afdeelingsonderzoek van het eerst
t bppft «6n lngediende ontwerp-Vloot
wet, heeft de Kamer een aanvang gemaakt-
met een zeer belangrijke taak. K
De beslissing van de Kamer in deze
immers zal tevens het antwoord zL op
de vraag moet de Marine blijven bestaan of
moet zij verdwijnen? Want daar gaat\?
thans om! Het ingediende ontwe?p geef
een minimum van hetgeen door deskundigen
noodig wordt geacht. Wordt dit niet aan
vaard, dan heeft de Marine afgedaan. De en
kele schepen die dan overblijven kan men
bezwaarlijk meer een „Marine" noemen. Af
gezien nog van het feit dat na het vallen van
een afwijzende beslissing er maar een klein
deel van het personeel zal overblijven. Nu
reeds hebben vele goede en slechts noode
gemiste krachten de Marine verlaten, omdat
zij in hunne werkkring geen bevrediging
meer vonden en de onzekerheid te lang duur
de. Het is daarom toe te juichen dat er
spoed gemaakt wordt met de behandeling
van dit ontwerp, waardoor er klaarheid zal
komen.
4
BJj de indiening vari het ontwerp hebben
wij reeds in groote trekken aangegeven wat
wordt voorgesteld. Een vloot van klein mate
rieel, voornamelijk onderzeebooten. De tijd,
dat men in de Marine geen eenstemmigheid
vond ten aanzien van de wijze der vlootuit-
breiding is voorbij. In dit opzicht staat wel
de geheele Marine achter het ontwerp. Wat
het voorstel brengt is echter slechts het aller
noodzakelijkste; het is een minimum, niet
alleen naar het oordeel der commissie, doch
ook volgens de Raad van Defensie en den
Indischen Volksraad, die zich reeds over het
ontwerp heeft uitgesproken. Met het voor
gestelde materieel kan men, naar het oordeel
van deze colleges, het doel bereiken dat ten
aanzien van de verdediging in Nederland en
•in Indi# wordt gesteld.
Wat Nederland betreft is de taak der Ma
rine een zuiver defensieve; bewaking en ver
dediging van de kust in voornamelijk van de
zeegaten. De deskundigen zijn het er over
eens, dat het voor Nederland gevraagde mi
nimum aan deze eischen kan voldoen. Ten
opzichte van Indië is de zaak niet zoo een
voudig. De verdediging daar vordert groo-
tere krachten en ook een* andere aanwen
ding ervan.
Het ligt voor de hand, dat bij een even-
tueele strijd in het Verre Oosten, Nederland
daar niet uit eigen wil aan mee zal doen.
Maar evenzeer is het waar, dat wij door
Indië er zeker van kunnen zijn, er spoe
dig in betrokken te zullen wordey. Van wel
ke zijde het gevaar ook komt, steeds zal men
in de O.-I. Archipel steunpunten zoeken voor
bevoorrading, aanvulling van brandstoffen
etc.
Wij zouden te wijdloopig moeten worden,
indien wij van alles het hoe en waarom zou
den moeten aangeven, doch als vastaand kan
wel worden aangenomen, dat het hoofddoel
van elke vijandelijke actie in den O.-I. archi
pel zal zijn, dat men vasten voet zal trachten
te krijgen op Java, de zetel van het bestuur.
Zoolang men Java niet in bezit heeft, kun-
,nen andere steunpunten steeds van daaruit
verontrust worden. Ook omdat een verdedi
ging van het geheele eilandenrijk zoo goed
als onuitvoerbaar zou zijn, is de verdediging
van Indië teruggebracht tot die van Java.
Deze verdediging van Java nu, zal geschie
den door het Koloniale leger en de Indische
Marine. Dat hierbij aan de Marine een an-
de taak moet worden opgelegd, dan bij een
verdediging van Nederland het geval is, wil
len wij in het kort trachten duidelijk te ma
ken.
Een poging om Java te veroveren, kan
slechts ondernomen worden, door het over
brengen van een groot aantal manschappen
door middel van een transportvloot.
Deze zal natuurlijk worden vergezeld \an ^k^ooten. >t yyare een gchreeuwende on-
de noodige oorlogsb^ems ter bescherm g, :ecjltvaard.ghe.(j> want <je duikboot is het
doch dit aantal zal met grooter zijn dan g j eenjge gr00te wapen van den zwakke tegen-
is om de gevechtskracht van de vijand y den sterke ter zee. Het is de slinger
vloot tegenover haar eigenlyken vyand zoo - --
weinig mogelijk te doen verminderen.
De Marine in Indië nu, heeft dan tot taak,
door zeer nauwkeurige verkenning ervoor te
zorgen, dat tijdig melding gemaakt wordt van
het naderen van een dergelijke vloot, en ten
tweede, die transportvloot aan te vallen.
evenzeer als thans het ontbreken van deze
factoren feitelijk het sterke verloop hebben
veroorzaakt. Bovendffen zal door een goe-
üo reorganisatie van de marine-reserve voor
een groot deel in de behoefte kunnen worden
voorzien en een alleszins voor haar taak be
rekende reserve worden gevormd.
De vraag of de voorgestelde vloot inder
daad aan de te stellen eischen zal kunnen
beantwoorden, zal voor de Kamer bij de be
handeling van het ontwerp slechts weinig
moeilykheden kunnen opleveren.
Het feit toch, dat zij die in staat zijn een
ernstig oordeel te vellen, zich unaniem in
bevestigenden zin daarover uit laten, zij der
Kamer die onder haar leden feitelijk geen
in deze tot oordeelen bevoegde specialiteit
teiieen leidraad.
vragen die de Kamer wel in hoofdzaak
u.™ de 00Ren Z£d 21611 z«n: le- ..Wat kost
het lootplau?" En 2e: Is die uitgaaf gerecht
vaardigd en te verdedigen?"
De kosten, die de uitvoering van het vloot-
P\an met zich brengt, zijn zeker zeer belang
rijk. Weliswaar wordt door de verdeeling van
de kosten van 6 jaar aanbouw over 12 jaar
de last voor die eerste 6 jaren aanmerkelijk
verminderd, doch daardoor worden die van
het volgende 6 jarig tijdvak natuurlijk hoo-
ger. Toch is deze wijze van verdeeling goed
gezien. Thans is het een tijd van malaise en
daar dient rekening mede gehouden te wor
den. Over 6 jaar kan men-verder zien en de
kans is niet gering, dat gedurende dien tijd
de economische toestand is verbeterd. Boven
dien geeft de uitvoering van dit plan een
vrij aanzienlijke bezuiniging ten opzichte van
de begrooting, die anders voor 1922 zou moe
ten worden ingediend.
De moeilijke vraag voor de Kamer is wel,
of de uitgaaf gerechtvaardigd is. Zij, die de
oogen niet sluiten voor de werkelijkheid en
dus erkennen, dat de positie en de belangen
van Holland in Oost-lndië ook bij toene
mende mate van zelfbestuur een integree
rend deel vormen van onze nationale wel
vaart, kunnen deze vraag slechts bevestigend
beantwoorden.
Een weerloos Indië is bij een, steeds moge
lijk, conflict in het Verre Oosten een te ge
makkelijker en daarbij te voordeelige buit, dan
dat de macht, die er eens vasten voet zou
verkrijgen, zich dit voordeel weer zou laten
ontglippen. Welk een slag dit voor ons lancl
zou zijn, laat zich slechts gissen. Men be
denke, welk een omvang de handel op onze
overzeesche gewesten heeft, hoe tallooze be
drijven met dien handel verbonden zijn, het
zij direct of indirect en hoevelen daarin een
bestaan vinden.
In dit verband zou men dus de vlootuitgaven
kunnen beschouwen als een premie ter ver
zekering van die belangen. Deze is dan wel
hoog, maar niet te hoog, gezien, wat er op
het spel staat
Ongetwijfeld zullen er velen zijn, die mee:
nen dat er geen rekening wordt gehouden
met de conferentie te Washington. Zeker,
men zal er rekening mee moeten houden.
Tot nog toe echter bracht de conferentie'
slechts deceptie. Ontwapening ligt nog in een
zeer ver verschiet en zelfs de beperking van
de bewapening ter zee staat nog op losse
schroeven. Japan verzet zich tegen het
toegestane percentage en wil een grootere
zeemacht. Bovendien is deze voorgestelde be-
peAing geheel afhankelijk van de nog lang
niet opgeloste Chineesche quaestie en vooral
van de vraagstukken betreffende de Stille
Zuidzee. En zelfs, indien deze vraagstuk
ken op een bevredigende wijze worden opge
lost en dus tot vlootbeperking wordt over
gegaan, dan nog verandert de toestand voor
Nederland en Indië al heel weinig. Of de
Vereen. Staten en Japan elkaar met een
zwakke dan wel met een sterke vloot in (fe
haren zijtten, blijft voor ons vrijwel gelijk,
Komt de conferentie niet tot een oplossing,
dan kan men haar inderdaad beschouwen als
zooals zij dezer dagen in de N. Rott. Crt.
genoemd werd „Vrede's laatste troef'
Een mogelijkheid, die echter gedurende de
laatste dagen ook reeds weder sterk ver
minderde als gevolg van de oppositie van
andere staten is, dat de conferentie te
Washington de duikbooten als wapen zou
verbieden. Het Hbld., het vlootontwerp be
sprekend: zegt in verband hiermede:
Nu is het wellicht mogelijk dat de confe
rentie te Washington, waar de groote mo
gendheden natuurlijk de lakens uitdeelen,
zou komen den eisch: afschaffing van alle
schamper werd gesproken, is niet anders dan
een logisch gevolg van de houding der Ka
mer zelf, die te veel toestond om te sterven,
maar te weinig om te leven. Die tfjd is voor
bij. Men bekenne kleur.
Voor of tegen.
Voortzetting of liquidatie.
GEMEENTERAAD.
De vlootcommissie heeft met deze tweele
dige taak rekening gehouden. Voor de ver
kenning zoowel als voor den aanval gaf zij
het type onderzeeboot aan, en tevens het mi
nimum aantal van elk.
Doordat de geografische gesteldheid een af
doende verdediging zeer in de hand werkt,
kon hier met een betrekkelijk gering aan
tal booten worden volstaan. Wat thans wordt
voorgesteld is echter ook weer een minimum,
waarmede men het gestelde doel kan berei
ken. Dit doel is niet een verdediging van
Indië gedurende langen tijd, doch het ver
hinderen van een overval tot verkrijging van
een belangrijk steunpunt door de een of an
dere macht, die met een andere natie in oor
log gewikkeld is, of die een rechtstreekschen
aanval op onze koloniën doet. Dit laatste is
het minst denkbare geval, doch ook dèn heeft
deze verdediging het nut den aanvaller te
kunnen ophouden, totdat een grootere
•macht hulp brengt. Dat dit geschieden zal.
ligt wel voor de hand, als men de huidige
politieke constellatie in het oog houdt.
Tndien Nederland niets doet om in de Ko
loniën een weerbare macht te vormen, wordt
het eevaar slechts groqter. Breekt dan een
strijd uit tussrhen tw^c machten, dan zal elk
van hen trachten zoo spoedig mogelijk vas
ten voet te verkrijgen in den archipel.
Een vraagstuk dat onmiddellijk verband
houdt met het vlootplan, en dan ook in het
ontwerp is uitgewerkt, is dat betreffende het
personeel. Waar zal men de bemanningen
vandaan halen? Men heeft echter gegronde
reden om te verwachten, 'dat, indien de Ma
rine weder aan haar doel zal beantwoorden,
den
van David in den strijd met Goliath.
Juist daarom echter moet men misschien
op zulk een onrechtvaardig besluit bedacht
zijn. Valt dat, dan zou daarmee tevens het
heele Indische en het moederlandsche vloot
plan in duigen vallen.
En dan is ons elke maritieme verdediging
hier zoowel als ginds, onmogelijk gemaakt.
Dan moeten we.liquideeren.
Doch onder voorbehoud van deze monster
achtige mogelijkheid móeten wij, onzes in
ziens, het nu voorgestelde aanvaarden.
Het is wel heel, heel bescheiden.
Maar deze minimum-marine heeft nu reeds
een maximum van instemming verkregen.
Ze is bovendien een geheel. Waarmee een,
zij'het'ook bescheiden, doel kan worden be-
reikt.
En' er zal, wordt dit aangenomen, althans
weer perspectief en weer wat tier komen in
onze marine.
Want men zal het gevoel krijgen: we zijn
weer iets, we kunnen weer iets. We kunnen
weer eenige zee houden.
De Marine komt weer vlot.
Tot zoover het Hdbl. Gezien de loop an
zaken ter conferentie is.de kans op een ver
bod van dulbooten al heel gering: Tn het gun
stigste geval zal men slechts beperking van
grootte en aantal verkrijgen.
Met de meest mogelijke nadruk Reeft de
regeeripg te kennen, dat het voorgestelde het
minimum aangeeft, dat noodig is. Met het
ontwerp staat of valt onze Marine. De Ka
mer moge dat bedenken; in het bijzonder de
leden, die jaar in jaar uit de uitgaven voor
de marine beknibbelden. Daarvoor is thans
geen gelegenheid. Die halfslachtige houding
dient men te laten varen. In dit geval is de
vraag: een werkelijke Marine of geen Mari
ne. Wie meent, dat hij niet de verantwoorde
lijkheid kan dragen voor de uitgaven, maar
wel voor de gevolgen, hij stemme tegen.
Jaren achtereen is de Marine het stiefkind
geweest van de Kamer en de desolaten toe-
„Stichting" ingevolge de nieuwe Woningwet
Onder Bijlage 218 is door B. en W. het
volgend schrijven aan den Raad gericht:
De hier toestaande decentralisatie op het
gebied der Volkshuisvesting geeft tot ver
schillende -moeilijkheden en ongewenschte
toestanden ten aanzien van de woningvoor-
ziening aanleiding.
Zooals Uw Raad bekend zal zijn, werken
in deze gemeente vier vereenigingen in het
belang van verbetering van volkshuisvesting,
waarvan de jongste, de Woningvereeniging
„Verbetering zij ons Streven", nog geen wo
ning-en heeft gebouwd.
De Vereenigingen „Licht en Lucht" en
„Algemeen Belang" hebben haar taak aldus
opgevat, dat zij reep. 27 en 68 woningen heb
ben gebouwd en deze beheeren zonder verder
iets meer te doen.
Dit nu is onzes inziens niet de bedoeling
van de toelating van vereenigingen „als uit
sluitend in toet belang van verbetering der
volkshuisvesting werkzaam". Deze onZe op
vattin"1 wordt ook gedeeld door-den Minister
van A "beid, blijkens zijn -beantwoording van
de vragen door het lid der Tweede Kamer
Bongaerts gesteld. De Minister zegt daarin,
dat intrekking van de ■toelating in het W-o-
ningtoesluit is opgenomen, -om een einde te
kunnen maken aan een ongezonden toe-stand,
die zich geleidelijk heeft ontwikkeld en laat
zich daarover verder woordelijk als volgt uit:
„Er zijn n.1. in den loop van de laatste jaren
.talrijke vereenigingen opgericht, die volgens
,d-e toenmaals geldende voorschriften moes-
,ten worden toegelaten als vereenigingen
„werkzaam uitsluitend in het belang van ver
betering der volkshuisvesting, -omdat haar
.statuten aan de voorschriften voldeden, maar
„van welke, hetzij bij voorbaat, hetzij blijkens
„de ervaring niets voor de verbetering der
„volkshuisvesting, omdat haar statuten aan
,,-de voorschriften voldeden, maar van welke,
.hetzy*-bij voorbaat, hetzij blijkens de erva
ring niets voor de verbetering der volks
huisvesting viel te verwachten. Er zijn vele
.kleine vereenigingen-, welker kunnen en
.willen nauwqlijks toereikend is om enkele
.woningen te stichten voor den kleinen kring
„harer leden en die, is dat bereikt, zich he-
.jp-alen tot het verhuren aan haar leden tegen
„zoo laag mogelykën huurprijs.
„Deze woekering van vereenigingen zon-
„der kracht is een toestand, dien de wetgever
„niet heeft gewild en die- voor het algemeen
.belang en het belang van rijk-s- -en gemeente
kas niet kan worden toegelaten."
De Vereeniging voor Volkshuisvesting
.Helder" daarentegen heeft h-aar karakter
als gemeenschapsorgaa-n zuiver -bewaard.
Deze Vereeniging exploiteert thans bijna
400 woningen.
Het is natuurlijk, dat de b-ouwvereenigin-
gen voor de door haai; gebouwde woningen
o-m een sluitende exploitatierekening te ver
krijgen, hoogere huren moeten bedingen al
naar gelang den tijd, waarin de verschillende
complexen woningen zijn gebouwd.
Waar in al -deze gevallen gebouwd is fnet
steun vanRijk en Gemeente, zijn wij van
oordeel, dat -de voordeelen van dezen woning
bouw aan allen gelijkelijk behooren ten goede
te komen.
Bovendien komen door versnippering van
krachten de belangen der volkshuisvesting
niet voldoende tot hnn recht, terwijl ander
zijds de invloed va-n het Gemeentebestuur op
de handelingen dezer vereenigingen te.gering
is. Dit leidt er toe, dat iedere Vereeniging
een woningpolitiek op eigen ge. genheid
voert, waardoor een behoorlijke huurregeling
wordt tegengegaan.
Aan al deze bezwaren is tegemoet te komen
door het scheppen'van een lichaam, dat zorgt
voor de exploitatie en toet beheer van de aan
de Vereenigingen .^Helder". „Licht en Lucht"
en „Algemeen Belang" toeheh-ooren-de wonin
gen, terwijl -dit lichaam voorts den -bouw van
volkswoningen kon ter hand nemen, waar
door de bemoeienis van alle bestaande ver
eenigingen op dit gebied -overbodig zou wor
den.
Re-chtstreeksche exploitatie door de- ge
meente gaat namelijk met tal van moeilijk
heden gepaard.
Voor -elke verhuring zou overeenkomstig
art. 138 der Gemeentewet een Raadsbesluit
noodig zijn, alsmede voor elke procedure tot
ontruiming krachtens art. 143 dier wet.Voorts
zouden -deze besluiten ingevolge de artt. 194e
en 194h de goedkeuring van Gedeputeerde
Staten moeten erlangen, terwijl bij iedere
ontruimingsprocedure bovendien overlegging
van het rechtskundig onderzoek aan dit Col
lege noodig zou zijn.
Een vlotte exploitatie zou door al deze be
palingen belemmerd worden, die daarenbo
ven aanleiding zouden geven tot allerlei ver
traging in beheer, t-ot schade van de finan-
tieele uitkomsten van een zoodanige exploi
tatie.
Al -d"ze bezwaren zijn te ondervangen,
warm "er het beheer der woningen wordt op-
credrsgen aan 6en rechtspersoon, voor di.t
doel- in het leven geroepen. Dit biedt boven
dien nog het- voordeel, dat-personen uit de
burgerij, die met het woningvraagstuk het
b°st vertrouwd zijn, als bestuurders kunnen
optreden.
\ls rechtsvorm voor bedoelden rechtsper
soon ware te. verkiezen de Stichting, omdat
aan -de oprcht-ing van een Stichting minder
tijdro-ovende formaliteiten -zijn verbonden,
dan aan die van een N. V. of een Vereeniging.
Volgens de hieronder afgedrukte ontwerp
statuten- i-s het Bestuurder -Stichting niet vrij
gelaten in de huurbepaling. De buren zullen
door Uwen Raad worden vastgesteld, met
dien verstande, dat deze huurprijzen als mi
nima- zijn te beschouwen.
Voor het in ihet leven roepen van een Stich
ting is naar de heersc-hende opvattingen n-oo-
di? afzondering van een -bepaald vermogen.
Wli meenden daarvoor een bedTag van
f 1000 te moeten bepalen-.
Ten slotte moeten de woningen der Ver
eenigingen ..Helder", .Dicht en Lucht" en
„Algemeen Belang" in eigendom dom de ge
meente worden verkregen. De gemakkelijkste
weg hi°rvoor zou zijn. dat elk der genoemde
Vereenigingen een besluit tot ontbinding
nam, in welk geval zij krachtens hare statuten
gehouden zijn al hare bezittingen met de
daarop rustende lasten en verplichtingen en
schuMen aan de gemeente aan te 'bieden,
tegen teruggave van het bijeengebracht kapi
taal en uitkeering van een 'billijk bedTag voor
liquida tiekos ten.
De Vereeniging voor Volkshuisvesting
„Helder" is hiervoor wel te vinden, blykens
een hierbij overgelegd schrijven, terwijl ook
de Vereeniging „Algemeen- Belang" volgens
een verklaring van het Bestuur zich daarmee
in beginsel kan vereenigen. De Vereeniging
„Licht en Lucht" zou -daartoe uitgenoodigtd
kunnen worden. Is deze evenwel- ongeneigd
tot ontbinding over te gaan, dan zou dé ge
meente van haar naastingsrecht gebruik kun
nen maken. In alle voorschotverleeningscon-
tracten is overeenkomstig het Woningbesluit
de naastingsclausule opgenomen, krachtens
welke de gemeente bevoegd is met goedkeu
ring van Gedeputeerde Staten, zoolang de
voorschotten nog niet geheel zijn afgelost,
alle bezittingen -der betrokken Vereeniging
over te nemen met de daarop rustende las
ten, verplichtingen en schulden tegen een
destijds gefixeerd -bedrag.
Sinds -het voorloopig plan tot centralisatie
van woningbouw en woningbeheer door ons
College was opgesteld, hebben wij twee con
ferenties gehad met de besturen der woning
bezittende bouwvereenigingen. Tengevolge
van de gehouden besprekingen zijn nog en
kele wijzigingen in de ontwerp-statuten aan
gebracht.
De Inspecteur der Volksgezondheid kan
zich i-n beginsel met de door ons voorgeno
men reorganisatie vereenig-en, terwijl thans
ook de Woningvereeniging „Veitoetering zij
ons Streven" haar -medewerking heeft toege
zegd.
-De Minister van Arbeid, die blijkens het
door Zijne .Excell-entie gegeven- antwoord o-p
de vragen van het lid- der Tweede Kamer, den
heer Hazevoet, geen bezwaren heelt- tegen de
oprichting der Stichting, zal evenwel nog
gevraagd worden of de aan de Vereenigingen
„Helder" en ^Algemeen Belang" verleende
bijdragen in het exploitatie-tekort -ook besten
digd zullen worden, wanneer de exploitatie
door -de op te richten Stichting geschiedt.
Met verwijzing naar de overgelegde stuk
ken stellen wij U daarom voor, mits de van
boogerhand gevraagde medewerking c. q.
goedkeuring wordt verkregen:
a. ons te machtigen de voorbereidende
maatregelen te nemen, ten einde den eigen
dom te verkrijgen der woningen van de Ver
eeniging voor Volkshuisvesting „Helder" te
Helder, van de Woningvereeniging .Dicht en
Lucht" .te 's-Gravenhage, en van de Marine-
Woningbouwvereeniging „Algemeen Belang"
te Helder gevestigd:
b. ons te machtigen den- -eigendom van
bedoelde woningen, zoodra deze aan de ge
meente zullen zijn overgegaan, over te dragen
aan de hierna te noemen Stichting, opdat zij
overeenkomstig hare statuten, daarover het
beheer en de exploitatie voert;
c. op te -richten ,,-de Stichting tot bouw,
beheer en exploitatie van woningen te Hel
de f", door af te zond-eren een bedrag van
f 1000, daarvoor vast te stellen de hieronder
afgedrukte statuten en daartoe te nem'en het
desbetreffend be-sluit.
Zoo-dra de onderhandelingen- met de Ver
eenigingen ver genoeg zijn gevorderd, zullen
de besluiten tot aankoop c. q. tot overname
der woningen U ter goedkeuring worden
voorgelegd, terwijl de finanti-e-ele regeling
dezer aangelegenheid -op de begrooting U te
zijner tijd ter goedkeuring zal- w-orden aange
boden.
Verhuring Sportterrein.
De Voetbalvereeniging „H. R. C." verzocht
van de gemeente in huur te mogen ontvan
gen, met recht tot onderverhuring aan ande
re voetbalvereenigingen, het aan de gemeen
te toebehoorend voetbalterrein nabij het
Tuindorp.
Mèt de Commissie voor het Grondbedrijf
zijn B. en W. van oordeel, dat het aanbeve
ling verdient den huurprijs, bij wijze van
proef, voorloopig op één jaar en den huur
prijs op tweehonderd gulden per jaar, te be
palen. B. en W. stellen voor het bedoelde ter
rein aan de Vereeniging „H. R. C.". in huur
af te staan op de in concept genoemde voor
waarden.
Subsidie Holl. Maatschappij van Landbouw,
Het Bestuur der Afdeeling Helder van de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw
verzocht, ten behoeve van een tuinbouw-win-
tercursus voor volwassen, welke cursus ge
durende het winterhalfjaar 19211922 te
Helder zal worden gegeven, evenals het vorig
jaar een subsidie uit- de gemeentekas te mo
gen ontvangen van 100.alsmede om een
verlicht en verwarmd lokaal beschikbaar te
stellen.
Na ingewonnen advies van de Commissie
van Bijstand voor het Onderwijs, meenen B.
en W. te moeten voorstellen:
le. het gevraagde subsidie te verleenen,
verhoogd met 25.voor vergoeding voor
meerdere werkzaamheden te verrichten door
den betrokken cöEgierge;
2e. voor het geven der lessen, tot weder-
opzeggens, een veriicht en verwarmd lokaal
van school 8 beschikbaar te stellen.
Bouwen brandvrije kluis.
In de Raadsvergadering van 10 November
j.1. werd in handen van B. en W. om advies
gesteld het voorstel van den heer J. J.
Schoeffelenberger, betreffende verbetering
van het Raadhuis door het bouwen van een
brandvrije kluis van gewapend beton in den
tuin voornamelijk ten dienste van 'het archief
B. en W. meenen er op fe mogen wijzen,
dat het voorstel tot uitbreiding, door 'den
Raad verworpen, in hoofdzaak zijn uitgangs
punt vond in de vochtigheid van het ge
bouw Dtjkstraat 10, tengevolge waarvan het
daar aanwezige archief, onder meer de re
gisters van den Burgerlijken Stand, tot be
derf overgaan.
Door bet plan van den heer Scboeffelen
berger wordt dit bezwaar weliswaar onder
vangen, maar ontstaat daarnevens een groot
ongerief, doordat de ambtenaren verbonden
aan het Bureau van den Burgerlijken Stand,
Bevolking en Militie, zoo dikwijls zij de be
schikking moeten hebben over een register,
zich daarvoor naar het Raadhuis zouden
moeten begeven'.
Dit inoonvenient, alsmede de kosten ver
bonden aan het bouwen der kluis, wegen
naar de meening van het College niet op te
gen de daaraan verbonden voordeelen.
Zij kunnen het voorstel van den heer
Scboeffelenberger mitsdien niet aanbevelen,
en ontraden de aanneming van het voorstel.
Muziek in tapperijen.
Het door den Raad dd. 11 November 1921
in handen van B. en W. om advies gestelde
adres van de afdeeling Helder van den Ne-
derlandsche Bond van Koffiehuis-, Restau
ranthouders en Slijters verzoekt aandrang
op den Burgemeester uit te oefenen om meer
dere vrijgevigheid toe te passen bij het ver
leenen van vergunningen overeenkomstig ar
tikel 90 sub b der Algemeene Politieverorde
ning, subsidiair dit artikel te wijzigen in dien
zin, dat de toestemmingen tot het maken van
muziek in voor het pdbliek toegankelijke lo
kalen worden verleend door Burgemeester en
Wethouders.
De Burgemeester heeft aan het College me
degedeeld, dat hij in het belang der openbare
orde geen vrijheid kan vinden het aantal ver
leende permissiën voor muziek uit te breiden.
Het wil ook B. en W. voorkomen, dat door
het geven van meerdere toestemmingen voor
het maken van muziek krachtens artikel 90
sub b der Algemeene Politieverordening, in
het bijzonder aan houders van vergunningen
voor den verkoop van sterken drank in het
klein, het drankgebruik zal toenemen en zij
zijn van oordeel, dat dit argument alleen voor
den Raad al voldoende zal zijn, om aan het
verzoek geen gevolg te geven.
Daar komt nog bij, dat het College inge
volge artikel 188 der Gemeentewet, dat den
Burgemeester de politie opdraagt over
schouwburgen, herbergen, tapperijen en alle
voor het publiek openstaande gebouwen, niet
bevoegd is bij verordening te bepalen, dat
Burgemeester en Wethouders de vergunnin
gen, bedoeld in artikel 90 sub b der Algemee
ne Politieverordening kunnen verleenen. In
dien zin is reeds meermalen door den Hoogen
Raad beslist
Naar aanleiding van een en ander geven
B. en W. den Raad in overweging het onder-
werpelijk adres voor kennisgeving aan te ne
men.
Verplaatsing Zwemvlot
Sedert de gemeente door aankoop eigena
res is geworden van het zwemvlot, ligt dit in
het Bassin nabij de Kazerne van den Onder
zeedienst. In het afgeloopen seizoen is echter
wel gebleken, dat deze ligging minder verkie
selijk is, omdat door de voorbijvarende onder
zeebooten het water verontreinigd wordt dcor
afgewerkte oliën. Verder wordt de ligging al
daar minder geschikt geacht in verband met
het in- en uitvaren van verschillende oorlogs
vaartuigen, die in het Bassin ligplaats heb
ben.
B. en W. hebben daarom uitgezien naar een
betere ligplaats en meenen die te hebben ge
vonden in de Koopvaarders-binnenhaven ach
ter de Torpedomagazijnen. De vereischte ver
gunning om het zwemvlot daar te meren is
reeds verleend. Aan deze vergunning zijn
evenwel voorwaarden verbonden ter verzeke
ring van een geregeld scheepvaartverkeer,
welker naleving volgens raming van den Ge
meente-Bouwmeester totaal 700 zal kosten.
Jaarlijks moet bovendien voor het gebruik
van de krachtens de vergunning ingenomen
oppervlakten Rijksgrond en- water 12 wor
den betaald,
B. en W. achten, evenmin als de Commissie
van Bijstand voor de Publieke Werken, deze
lasten een bezwaar om het zwemvlot in de
Koopvaardersbinnenhaven te leggen, omdat
hier een bij uitstek geschikt zwemwater
wordt verkregen.
Mitsdien stellen zij den Raad voor tot ver
legging van het zwemvlot over te gaan.
Verbetering Stakman Bossestraat.
Eenige bewoners van de Stakman Bosse
straat en naaste omgeving verzochten om het
pleintje aan den ingang der genoemde straat
in te richten als plantsoen, omdat de toestand
aldaar te wenschen overliet. Bij een ingesteld
onderzoek is gebleken, dat dit pleintje inder
daad verbetering behoefde.
In overeenstemming met het advies der
Commissie van Bijstand voor Publieke Wer
ken, hebben B. en W. alle boomen ter plaat
se laten rooien, terwijl het pleintje bereids
geheel is bestraat met voorhanden oude
straatsteenen. Bijzondere kosten zyn hier
voor niet gemaakt.
Zij zijn van oordeel, dat hiermede aan de
bezwaren van adressanten is tegemoet geko
men en achten, zoomin als de Commissie
hiervoor genoemd, termen aanwezig om over
te gaan tot het maken van een plantsoen.
B. en W. stellen daarom voor om het adres
aan te nemen voor kennisgeving.
Werkverschaffing te Koegras.
De afdeeling Koegras van den Neder-
landschen Bond van Arbeiders in het Land
bouw-, Tunbouw- en Zuivelbedrijf verzocht,
in verband met het door den Raad d.d. 8 No
vember j.1. voor de werkverschaffing be
schikbaar gestelde bedrag van 15000,—, ter
bestrijding van de te Koegras heerschende of
te verwachten werkloosheid maatregelen te
treffen om de leden dier afdeeling aan pro
ductief werk te helpen, door het laten, ver
richten van slootwerk als anderszins.
B. en W. deelen mede, dat reeds eenige
der door de adressante bedoelde personen
zijn te werk gesteld bij het verbeteren van
-slooten in gronden der gemeente enj dat ver
der door het ooilege maatregelen worden be
raamd, o.a. in samenwerking met het bestuur
van den polder „Het Koegras", tot het uit
diepen van slooten waarbij werkloozen zui
len worden te werk gesteld en in welker kos
ten de regeering reeds een bijdrage van 50-
pet., tot een maximum vain 1000,in het
door de gemeente te verstrekken subsidie,
heeft toegezegd.
B. en W. zullen in dezen zin aan adres
sante berichten.
Schoonmaken Politiebureaux.
Mej. N. Kaleveld verzocht haar een vaste
aanstelling te willen verleenen als schoon
maakster der drie politiebureaux en tevens
hare vergoeding hiervoor aan een herziening
te onderwerpen. Adressante ontvangt mo
menteel voor het verrichten van bedoelden
arbeid 19.per maand, verhoogd met ge
middeld 5.voor het reinigen der anes-
tantenkamers, of wel in totaal 24.waar
van zij zelf de noodige schoonmaakartikelen
enz. moet verstrekken.
Zooals adressante in haar adres te kennen
geeft, kan zij van deze inkomsten niet be
hoorlijk bestaan, waardoor zij zich genood
zaakt ziet bij particulieren uit werken te
gaan. Een en ander heeft tengevolge, dat het
schoonhouden der gebouwen niet behoorlijk
kan geschieden.
Op grond van een en ander stellen B. en
W. voor adressante voor een jaar aan te stel
len op een bezoldiging van 1000.per
jaar,