T
Vierde Blad.
VAN ZATERDAG 10 DECEMBER 1921.
RAADSOVERZICHT.
HET WANBEHEER ONZER
REGEERINGSDEPARTEMENTEN.
WOBW8.
Logies voor de reislustige jeugd
Waar de Raad het grootste deel van den
avond heeft besteed aan één onderwerp en
daarna, wegens „het vergevorderd uur"
deze uitdrukking is In dein Helderschen
raad welhaast een klassieke geworden,
enkele belangrijke' punten, als daar zijn, de
reorganisatievoorstellen voor de administra
tieve diensten alsmedie plannen voor'een
uitbreiding van dein vischafslag verdaagde,
daar zou de taak van den overzichtschrij
ver -gemakkelijk kunnen zijn. Dat zou zij,
maar juist aan dit eene punt, dat behandeld
is, zou eem uitvoerige beschouwing gewijd
kunnen worden. Het betreft namelijk het
vraagstuk van de Volkshuisvesting, dat
men nu heeft trachten op te lossen in de op
richting van een z.g. „Stichting".
Wat is zoo'n „Stichting" en wat wil zij?
Het antwoord daarop kan zeer kort zijn: de
„Stichting" bedoelt slechts een fusie te vor
men van bestaande woningbouwvereenigin-
gieri. Maar dit antwoord bevredigt dien weet-
giierigen lezer niet, want hij vraagt natuurlijk
waarom zoo'n fusie dan heter is dan de toe
stand van thans. En in 't antwoord op deze
vraag liggen de voetangels en klemmen. Wij
zullen trachten zoo kort en zoo objectief mo
gelijk den toestand uiteen te zetten.
Er bestaan hier ter stede verschillende
woningbouw;vereenigingen. De grootste en
belangrijkste-Is wel de Ver. voor Volkshuis
vesting „Helder", dan komt de woningbouw-
ver. der onderofficieren „Algemeen Be
lang". Voorts is er nog een vereeniging
„Licht en Lucht", die in de van Hogendorp-
straat een huizenblok heeft gezet, terwijl
ten vorige jare eefl roomsch-katholieke ver
eeniging is opgericht, die tot nog toe niet
heeft kunnsn bouwen. Krachtens de vroe
gere Woningwet verschafte het Rijk, zooals
békend is, bouwvoorschotten aan vereeni-
gingsn, dis werkzaam waren in het belang
der Volkshuisvesting, maar In den laatsten
tijd heeft ds Minister hieromtrent nieuwe
bepalingen uitgevaardigd, die den woning
bouw verzwaren. Het Rijk is hier wel toe
gedwongen wegens den toestand der fihan-
tiën. Die bouwvoorschotten liepen in de mll-
lioenen, en hoewel zij in 60 jaar terug
vloeien in 's Rijks schatkist, is het toch dui
delijk dat hij gebrek aan contanten het ver-
leenen zelfs van voorschotten spaak moet
loopen. Bovendien eischte de Minister
ook al weer niet geheel ten onrechte dat
de huurprijzen der bestaande woningen
meer in overeenstemming zouden worden
gebracht met die van particuliere bouwers.
Voor „Volkshuisvesting" ontstond nu spe
ciaal deze moeilijkheid, dat zij woningen
had, die gèbouwd waren vóór den oorlog,
dus in den goedkoopen tijd (het Tuindorp),
zoodat deze zich met de tegenwoordige hu
ren heel goed konden bedruipen. Daarente
gen zijn de later gebouwde woningen veel
duurder, zoodat daarop tekorten ontston
den, die tot nu toe het Rijk bijpaste. Er
moest dus over de gansche linie een vrij,
aanzienlijke huurprijsverhooging plaatsheb
ben, en het was duidelijk, dat „Volkshuis
vesting" daartoe vooralsnog niet kon over
gaan. Inmiddels dwingen de omstandighe
den haar daartoe, want het Rijk past niet
langer de tekorten bij, en nu bood de nieu
we Woningwet een middel om uit de moei
lijkheden te geraken. Dat middel is de
„Stichting": een lichaam, waar alle woning-
bouwvereenigingen in worden opgenomen,
en dat dus economischer kan werken niet
alleen, maar nu ook heter, als één centraal
orgaan, de huren nivelleeren kan.
Zonder hier nu verder op in te gaan
wij zouden dan veel te uitvoerig moeten
worden willen wij alleen zeggen, dat de
Raad besloot eene dergelijke „Stichting" in
het leven te roepen. Er waren evenwel ver
schillende leden, die de bevoegdheden, die
grootendeels bij B. en W., berustten, liever
in handen van den Raad wilden leggen,
doch zij vereeni'gden zich tenslotte met een
aanvaarden bij wijze van proef, van de hui
dige mie uwe regeling. Slechts die 'beie r Van
Os verzette zich, om principieele redenen,
tegen de Stichting. Er werd. in den Raad
ook gesproken van tekorten, die nu voor
rekening van de gemeente zouden komen,
inplaats van de vereeniging in kwestie,
maar uitdrukkelijk werd van de bestuurs
tafel, de verzekering gegeven, dat van te
korten in den geest als bedoeld werd, van
bijpassen, dius igcen sprake was. Door de op
voering van de huren over de geheele linie
zullen de bestaande tekorten geleidelijk wor
den Ingehaald en. weggewerkt.
Tot zoover die Stichting. Hopen wij, dat
zij inderdaad brengen zal wat men er zich
van voorstelt. Van de overige behandelde
onderwerpen gaf de aanstelling van een
werkster voor de politiebureaux aanleiding
tot eenige discussie. Mevr. van der Hulst
vroeg bij de rondvraag wederom naar de
melkprijzen; wethouder Verstegen zeide,
dat thans wellicht de tijd gekomen was eens
te overwegen of geen andere maatregelen
te nemen zouden zijn tegenover de dictatuur
van bieren en slijters tezamen. Voor belde
zat-^n wrwftien w|1 raar het vees-lag.
Een onverkwikkelijk en pijnlijk Incident
had plaats bij de rondvraag, toen de heer
Schoeffelenberger, naar aanleiding van het
antwoord van den wd. directeur der water
en Tidhtbedirijven. omtrent 'n vermeend lek
kage in de buisleldlng aan de fabriek, diens
waarheidsliefde meende te moeten in twij
fel trekken en zich beriep op de hem ver
strekte mededeellngen van den onderhaas
Nieuwstad. Ook dit vindt men uitvoerig in
het verslag.
Ook de mededeeling omtrent de belasting,
welke de burgemeester aan het einde van
de vergadering deed en die de verslapte be
langstelling weder deed opleven, kunnen wi]
In dit overzicht vooralsnog voor kennisge-
ririg aannemen. Het laatste woord is hier
over niet gesproken, en reeds a.s. Dinsdag
komt deae nieuw# regeling tér sprake.
Het „Handelsblad" schrijft naar aanleiding
van een z.g. Bezuinigingsrapport, uitge
bracht door een bij Kon. Besl. van 20 Dec.
1920 ingestelde Staatscommissie:
Onze regeeiringddepartementeni hadden
geen goeden naam. Ieder meende wel te we
ten, dat vele ambtenaren in Den Haag wel
heel weinig we,rieten. Wat men hoorde o-ver
lanterfanten aan -regeering&departementen,
aan het tijd zoek maken met beuzelarijen,
was zoo er.g, diat wel weinigen die praatjes
ernstig konden opvatten. Men wist immers,
dat er toch ook gewerkt wecod, dat veel werk
aan die departementen .gedaan werd-. En in
elk geval komen „lijntrekkers" voor, in elk
groot Lichaam, bij elke groote administratie
klimmen -misbruiken ontstaan, waardoor er
nuenschen komen, die schijnwerk verrichten
en bian loon innen zonder wat te doen. Mis
schien was dat bij die riegeerinigsdliensten
erger dam bij andere administraties en het
was dus wel heel goed, dat een onderzoek
werd ingesteldom die euvelen te keeiren,
doch die heel slechte naam, dien de regee-
ringsdeparteonenten hadden, zou wel niet
geheel verdiend' zijn.
Het onderzoek heeft, al zal de oommissie
zelve misschien niet zóó streng oordeelen,
naar onze overtuiging uitgemaakt, dat die
slechte naam,ten volle verdiend is. Het erg
ste, diat gebleken is, is niet eens dat er veel
en veel te veel menjsdhen zijtn voor hiet werk
dat gedaan wordt, en d'at van het werk, dat
gedaan wordt, de helft overbodig Is. Dat dit
het geval is, staat naar onze meening vast.
Wij zullen straks enkele voorbeelden geven,
voor diegenen/ onzer lezers, die het uittrek
sel uit 'het rapport niet of slecht gelezen
hebben.
Het ergste, dat het rapport aantoont, is
dat de leidende perso-nen aan de regeeTings-
•iepartem,enten het euvel met zien kunnen
of niet zien willen en zich klaarblijkelijk
telgen eiken maatregel, waardoor het leveren
van redelijken -en matigen arbeid d'oor eiken
volkomen nutteloos werk wordt afgeschaft,
met lxand en tand verdédigen.
Wij zullen dfus nog enkele voorbeelden èn
van weinige arbeidsprestatie èn van niutte-
looze arbeidsprestatie geven het belang
wan de zaak is zoo groot, dat er waarlijk geen
verontschuldiging niooddg is voor «en enkele
herhaling.
Voor wij: dit doem een opmerking. De
soberheid van oordeel, dé behoefte om een
zoo -gematigd mogelijk oordeel te stellen,
blijkt uit het geheele rapport. Van voorin
genomenheid! kan trouwens moeilijk sprake
zijn bij een commissie, die onder haar leden
cr velen telt, die of ambtenaar geweest zijn,
of inauw en veel met ambtenaren hebben
samengewerkt. Hoe gaarne de 'oommissie ook
een gunstig ooPd'eel velt, blijkt uit wat ge
legd wordt over de Rijkspostspaarbank: de
,ndruk daar was „over het algemeen gunstig".
..De accurate en vlugge wij'ze van wericen,
'je lust en ijver, waarmede blijkbaar wordt
'earbeidl, de praotische -bureaudndeelihJg, de
utioneel gedaonte werkkring van de bedieni-
'en- en de stipte handhaving van de voor
schriften betreffende den werktijd, dragen,
maar het onze commissie voorkomt, tot een
joelde uitoefening van den 'dienst bij. Een
overdadige p-ersoneelbezetting trof zij niet
man. De commissie was van -oordeel, dat de
oersouee!-bezetting ien de inrichting van de
rfministratie over het algemeen aan rede
lijke eischen voldoen."
Men leest zulke zinnen met vreugde. Maar
is er een sterker veroordeeling van de werk
wijze aan andere departement mogelijk, dan
alleen door het feit dat een enkele staats
instelling, waar de inrichting van de admi
nistratie „over het algemeen aan redelijke
eischen" vold'oet, voor zulk een lof in aan
merking komt? En dat alle andere departe
menten, die bezocht zijn, dus niet maar ook
heelemaal niet, aan redelijke eischen voldoen I
Nu eerst eenige voorbeelden van ambtena
ren, die geen of onvoldoende arbeid hebben.
Wij gebruiken hier geen harde woorden, wijl
het zeer goed mogelijk is, dat bij al die amb
tenaren, die geen werk hebben, de goede
wil, de lust om te werken wèl aanwezig is.
Het systeem, de leidir- heeft schuld, die
menschen verplicht hetzij onvoldoende werk
te leveren, wijl er geen voldoende werk is,
hetzij een andere en wellicht minder mooie
en onzekere loopbaan te kiezen. Een persoon
lijk verwijt aan eenigen ondergeschikten
ambtenaar zal niemand zien in de mededee
ling omtrent ambtenaren di# te weinig werk
afleveren.
De commissie noemt voortdurend afdeelin-
gen op, waar te veel menschen werkzaam
zijn.
Nu leze men eens wat de commissie zegt
over den raad van toezicht op de spoorwe
gen. Een college, dat geen besturenden ar
beid verricht, niets anders doet dan contro
leeren: Van de vijf afdeelingen, zegt de com
missie, kunnen er drie gemist worden in
gekrompen en bij een andere afdeeling ge
voegd. En dan vindt men voortdurend zinnen
als deze:
„Tegenover 20 ambtenaren, die zich geheel
of gedeeltelijk bezig hielden met redigeeren
van brieven en het beoordeelen van regelin
gen, stonden er 30, die niet of weinig anders
verrichten dan eenvoudig registratiewerk en
het copieeren van stukken".
Bij de secrëtarie: „de commissie was van
oordeel, dat dit werk gevoegelijk door 4 in
plaata van 8 ambtenaren verricht kon wor-
deiDe bezetting van het teekenbureau (welks
werk in hoofdzaak beperkt blijft tot het ma
ken van copiön, waarom niet langs mecha-
nischen weg? w aarom niet een duplo ont-
vangen? Red.) met 6 ambtenaren werd niet
door den omvang van het^ te verrichten tee-
kenwerk gerechtvaardigd".
IVe afd.: „Maar arbeid was van germgen
omvang en rechtvaardigde niet de bezetting
met 5 ambtenaren; 2 daarvan kwamen haar
overbodig voor."
De geest, die er heerscht, blijkt uit deze
toevoeging: „de werkzaamheden aan deze af
deeling waren reeds tijdens den oorlog sterk
verminderd. Dit had moeten leiden tot in
krimping van personeel, hetgeen echter niet
is geschied/'
De afdeeling rollend materieel met drie
ambtenareri kon worden opgeheven en ge
voegd worden bij stoomwezen. Deze diens_.
zou dan kunnen worden uitgeoefend door 3
ingenieurs en drie andere ambtenaren. Een
personeel van tien man kan dus terugge
bracht worden tot 5 man! De conclusie is dan
ook dat het personeel van den geheelen raad
van toezicht en dienst van het stoomwezen
van 08 ambtenaren tot 43 kan worden terug
gebracht, ongerekend de besparingen ten ge
volge van vereenvoudiging vag de wijze van
afdoening van zaken bij het departement van
Waterstaat.
Wij hebben hier van een afdeeling slechts
enkele voorbeelden gegeven van ambtena
ren, die geregeld hun salaris inden, terwijl
er geen) werk voor hen was, terwijl in som
mige gevallen als b}j de IVe afdeeling,
ieder wist dat er geen werk voor hen was
en niemand der verantwoordelijke leiders
een poging deed óm aan deze het woord
moet er uit dagdieverij een einde te
maken.
Maar het verslag wemelt van geheel ana
loge voorbeelden. Een voorbeeld, thans van
de „directie van Economische Zaken", waar
over «oh rij ver dezer mede oordeelen kan,
zullen- wij nog geven:
Voorts vestigde de Commissie er de aan
dacht op, dat twee ambtenaren belast waren
met de samenstelling van het maandblad
„Economische Berichten". Zij verrichtten
echter geen eigenlijk redactie-werk. Het
kwam de Commissie voor, dat deze arbeid
niet meer dan één ambtenaar vereischt."
Wij kennen het maandblad „Economische
Berichten". En wij durveni verklaren, dat
één redacteur die wèl het redactiewerk
er bij verricht onmogelijk een maand
lang halve werkdagen met het werk voor de
samenstelling van dat maandblad kan vul
len. En wij geven verder bescheidenlijk als
onze meening te kunnen, dat deze verza
meling van reeds elders verschenen berich
ten) en artikelen niet van genoeg belang is
om groote uitgaven te wettigen.
Toch nog één voorbeeld: aan het departe
ment au landbouw, nijverheid en handel,
een -iuw met centrale verwarming en
eleetriscb licht, zijn voor bediening noodig
42 beambten in vasten dienst en 12 losse
knechts Geeni bureaumensohen dus, maar
knechts en bodes. Een peleton van 54 man.
Wat trouwens de oommissie zegt over het
misbruik, dat van het „bode-systeem" ge
maakt wordt, waarbij elke ambtenaarof
groepje ambtenaren en een groot deel
der ambtenaren doet slechts registreeren-
den, cataloglseerenden arbeid! naast
stadstelefoon en huistelefoon, de beschik
king over een volwassen kerel hebben om
boodschappen te doen. De tijd van den jong-
sten aankomenden ambtenaar is blijkbaar
reeds te kostbaar, dan dat deze gebruikt zou
mogen worden om een stapeltje paperassen
naar een andere afdeeling te brengen I
Toch hebben de telefonisten het waarlijk
druk genoeg. De directie van economische
zaken telt 85 ambtenaren. Voor de bedie
ning zijn 7 beambten en 2 telefonisten noo
dig!
Wij hebben hierboven slechts zeer enkele
voorbeelden genoemd van ambtenaren, die
bij de tegenwoordige wijze van werken over
bodig zijn, waarvoor geen werk aanwezig is,
die met voorkennis en goedvinden van hun
superieuren onvoldoenden arbeid leveren.
Nog veel erger en niet minder bedenkelijk
is de arbeidsverkwisting, die plaats vindt.
De nuttelooze arbeid. En helaas, men kan
niet anders aannemen, In menig geval be
wustmet voorkennis en goedvinden van
de verantwoordelijke hoofdambtenaren, die
niet wensohen mede te werken tot vermin
dering van het schijnbare belang van hun
departement door een regeling van den ar
beid, tengevolge waarvan de beteekenis
van hun afdeeling niet door een groot
aantal ambtenaren gedemonstreerd zou
worden.
Uit de metaalnijverheid.
De arbeiders van de ijzergieterij Vulcaans-
oord, bij Terborg, ongeveer 800, hebben be
sloten, de aangekondigde loonsverlaging
niet te aanvaarden en in staking te gaan.
De Haagsohe afdeeling van'den moder
nen Metaalbewerkersbond heeft besloten met
ingang van 15 dezer de staking voor de ka<
rosseriefabriek Pennock te proclameeren.
De personeelsvergadering sprak zich met
algemeene stemmen voor staking uit.
Ook de afdeeling van den R. K. Bond nam
met groote meerderheid een soortgelijk be
sluit, zoodat volgende week Dinsdag het
ruim 60 man «terke personeel in strijd zal
komen. (Volk.)
Sneller dau de trein.
Een reiziger moest gisteren per trein van
Leeuwarden naar Sneek. De trein liep zoo
langzaam, dat hij te Bozum zijn fiets uit
den trein haalde en ver voor den trein te
Sneek aankwam.
I
Een noodlottig schot
Men meldt uit Vlissingen:
Ter reede is binnengeloopen het s s. „Vnn
der Wijck" van de PaketvaartmnatschappU,
komende van Rotterdam. Aan boord was, b(J
het schoonmaken va» een revolver door een
pa^agier, een 55 jarige dame getroffen en
gedood Het lyk is hier aan wal gebracht, in
beslag genomen en ter beschikking van de
justitie gesteld, ofschoon aan opzet niet wordt
gedacht.
De onvoorzichtige passagier is voorloopig
door de politic in heohtenis gehouden.
Het schip heeft de reis naar Java voortgezet.
Poatmladrljven.
tVoemsdag «tond voor de Vierde Kamer
der Rechtbank te A'dam terecht een 81-jarig
brievenbesteller, beklaagd van diefstal van
aangeteekend.e brieven met een geldswaardi-
gen inhoud van 543.50.
Uit de stukken in het dossier blijkt, dat
beklaagde zich aan zeven door hem erkende
diefstallen van aangeteekende brieven heeft
schuldig gemaakt. Als motief voerde hij aan,
dat hij zich een' kapitaaltje wilde verzame
len, teneinde een zaakje te beginnen.
Het O. M., mr. Versteeg, noemde het mis
drijf ernstig. Waar dergelijke feiten bij de
posterijen dé laatste jaren zeer talrijk zijn
geweest, hoopte spreker, dat de Rechtbank
door een gestrenge «traf haar afkeuring er
over zou uitspreken. Eisch: een jaar en zes
maanden gevangenisstraf met vereordeeling
tot teruggaaf van 548.50.
Mr. Schut, de verdediger, wee» «r op, dat
dergelijke feiten herhaaldelijk worden ge
pleegd. omdat zij gemakkelijk te plegen iijn.
Hij pleitte oplegging van een elementaire
«trafT
Daarna «oest ziek verantwoorden een
oommies le klasse der posterijen wegens
verduistering van statistiekzegels tot een
gezamenlijk bedrag van 12.000 of verduis
tering van 12.000, die hij uit den verkoop
van statistiekzegels had ontvangen, ge
pleegd op verschillende tijdstippen in den
loop der jaren 1917, 1918, JL019 of 1920 of in
eens.
[Beklaagde was ruim 38 jaren bij de pos
terijen in dienst en stond bij zijn collega's
en superieuren goed aangeschreven. „De
goede Karei" was zijn bijnaam. Hij deed de
laatst» jaren als commies eerste klasse dienst
op het hoofdpostkantoor en was belast met
den verkoop van statistiekzegels. Toen men
in het laatst van December 1.1. de afdeeling
Statistiekzegels oontroleerde, bleek dat het
bedrag, hetwelk aan statistiekzegel» was
afgegeven, 76,000 te laag was. Dit bedrag
vertegenwoordigde juist een pak statistiek
zegels 10. Elk pak bevat 60 vel van 150
zegels. Maar geen oogenblik kwam de ge
dachte op, dat beklaagde de dader zou we
zen. Later heeft beklaagde dit erkend. Hij
zeide, dat hij op een gegeven oogenblik de
opbrengst van acht veP(d.i. 120Ö zegels
10 oftewel 12.000) zich toegeëigend heeft.
Toen hij de kas moest overdragen, nam hij
de resteerende 42 vel mede naar huis, waar
hij ze volgens zijn zeggen vernietigde.
Op de vraag hoe hij tot de feiten gekomen
was, antwoordde beklaagde, dat zijn vrouw,
van wie hij van tafel en bed gescheiden was,
het hem telkens lastig maakte. Zij eischte
met allerlei bedreigingen 25.000 van hem,
maakte voortdurend kabaal, tot op he<t post
kantoor toe, en schreef hem allerlei dreig
brieven.
Het O. M., mr. Versteeg, wees er op, dat
deze beklaagde van betere standing ls dan
de vorige beklaagde; hij vervulde echter een
hooge positie bij de posterijen en van hem
kon dus worden geëisoht een grooter ver
antwoordelijkheidsgevoel. Overigens komen
de feiten vrijwel overeen. Beklaagde pleegde
gedurende een groot aantal jaren een ern
stig vermogensdelict en als men de stukken
leest, dan kan men' zich niet begrijpen
waarom beklaagd?, de feiten pleegde. Hij
geeft de schuld aan zijn vrouw, maar waar
om hij voor die vrouw zoo beangst moest
wezen, is niet duidelijk. Behalve het blanco
.strafregister ziet spreker weinig licht In deze
zaak. Eisch wegenis verduistering, meerma
len 'gepleegd, één jaar gevangenisstraf.
Mr. J. de Vrieze, de verdediger, bestreed
de meening, dat er In deze zaak geen enkel
lichtpunt zou zijn. Wanneer men 38 jaren bij
de posterijen 't vertrouwen van iedereen ge
niet, dan gaat'men niet zonder ernstige re
den zijn levensavond vergallen. Er ls niet
de minste aanleiding om beklaagde's lezing
niet te aanvaarden. De beklaagde stond op
het punt om een flink pensioen te krijgen;
thans is zijn levensavond duister en staat
armoede voor de deur, zijn pensioen is hij
kwijt De Staat legde beslag op een erfenisje
om de 10.000, die hij vroeger weggenomen
had, aan te zuiveren; met het nu weggeno
men geld speculeerde hij en verloor hij
door het faillissement van den leverancier
7000. Beklaagde heeft nu geen cent m-'er
in kas. Bovendien is hij een suf en afge
leefd persoon. Pleiter verzoekt een clemente
straf.
Kinderroof.
(zie le blad).
Het is de Parysche politie nog niet gelukt
eenig licht te brengen in de duistere zaak van
den kinderroof; wel heeft z(j de hand gelegd
op de jonge vrouw, die, gelijk men weet, bij
een vroedvrouw 60.0(0 frank geboden heeft
voor een gezonden zuigeling en dien, naar
thans blijkt, voor dat geld ook gekregen heeft.
De koopster van het kind heeft, volgens de
„Matin" aan de politie de volgende verklaring
gegeven: Ik heb twee rijke vrienden, die
elkaar niet kennen, en die op het punt waren
my in den steek te laten. Om hen aan mij te
binden, heb ik den inval gehad hun te doen
gelooven, dat ik moeder moest worden. Zy
geloofden my en braken niet met my, maar
de tyd kwam alras, dat ik met myn baby
voor den dag moest komen. Door bemiddeling
van een vroedvrouw ben ik toen in kennis
gekomen met een jonge moeder, die mijvaor
6').000 frank haar kind wilde afstaan. Mijn
twee vrienden geloofden allebei, dat zy de
vader van het kind waren en zoo kon ik
beiden behouden
De politie heeft ook de jonge moeder onder
vraagd, die haar kind afstond.
Het heeft me, zeide dit vrouwtje, wel heel
veel gekost om my van myn kind te scheiden,
maar aangelokt door het geld en door de
belofte, dat mijn kind rijk 'opgevoed en mij
later teruggegeven zou worden, heb ik het
ten slotte maar gedaan
Men schrijft uit het Rijnland aan de N.
Rott. Crt.:
Ik heb al dikwijls geschreven over de trek'
vogels, een organisatie van en door de
jeugd. Ditmaal over Iets anders, al komt het
eigenlijk op hetzelfde neer.
De trekvogels gaan er Zondags en in de
vacantie op uit. Ze weten zich te behelpen,
kruipen in een boerenschuur onder het stroo
en wandelen, den volgenden dag verder.
Daartoe behoort takt. Takt oom met de
lanal eden om te gaan, routine cim in stroo
lekker te «lapen. Dat ls heelemaal niet zoo
eenvoudig.
De trekvogels vormen slechts een zeer,
zeer klein deel van onze Duitsche jeugd.
Naar schatting ruim één procent. De ande
ren kunnen in de stad blijven, opgesloten
in etagewoningen, met vergunning in den
vrij.enHij'i te gaan wandelen in die straten.
Zondags- mogen ze (buiten gaan wandelen in
de streken van ons industrie-gebied, die,
eerlijk gezegd, nog onbelangrijker zijn dan
de straten in onze industrie-steden.
En buiten dit troosteloos industriegebied
stroomt de Rijn van Bingen tot Godesberg
met eenj reeks van prachtige berg- en rivier-
tafereelen. Links van den (Rijn de Eifel,
reohts het Lahndal en tal van andere dalen.
Noordelijk van het industriegebied verheft
zioh het mooie Sauerland, verderop het We-
sergebergte, nog verder de Harz. Voor een
jeugdig gemoed om te watertanden, «1 moge
het voor een zoon van rijken huize weinig
beteekenen. Die gaat met papa en mama in
den D-tfein op reis eni beschouwt dat alles
als kleinigheden.
Maar er zijn tallooze andere jongens, die
geen rijke papa en mama hebben en toch al
die heerlijkheden zouden willen zien. En
den- Duitacher zit het reizen) in het bloed. Ik
herinner aan de oude seds van het reizen
———W—W IHWI— I lllll 1
als ambachtsman. Die moesten twee jaar als
„Handwerksbursch" in den vreemde rond
trekken, vóór ze hun meestertitel konden
veroveren.
Om nu die reislustige jongelui to helpen
bestaat er sinds jaren een „Verband für
Deutsche Jugendhérbergen", dat in de
mooiste deelen van het Duitsche land voor
logies zorgt.
Die jeugdherbergen bestaan in allerlei
vormen. In gerestaureerde kasteelen en
burchten bijv. wordt een zaaltje voor dat
doel afgestaan. Is er in een school een goed
afgeschoten zolder, dan dient deze voor\
hetzelfde doel. Ongebruikte kamers ln ka
zernes en openbare gebouwen eveneens.
De inrichting is natuurlijk alles behalve
royaal. Er «taan eenvoudige ledikanten met
stroozakkeni en dikwijls zijn de stroozakken
het «enigste beddegoed. Een „vader" meestal
een onderwijzer heeft het bestuur over den
herberg. Onderdak vinden er allereerst d«
scholieren en jongens die in de leer zijn,
zoo er plaats is, jongelui boven de 20, dis
lid van den bond zijn. Ze betalen een baga
tel. Leerlingen en scholieren 6057 pf., zij,
die de school reeds verlaten hebben 11.50
M. Wie lakens ene. verlangt, betaalt meer
dan dengene, die met een stroozak tevredes
is. Voor ontbijt moet ieder zelf zorgen..
Is er plaats genoeg, dan kan zoo'n jeugd
herberg als kwartier worden gebruikt om
van daaruit^ wandeltoohten te maken. Dank
zij die organisatie kunnen jongelui, die niet
met aardeche goederen- gezegend zijn, hun
eigen land leeren kennen. Op het spoor ver
voert de 4de klasse hen tegen een minimum
tarief en door de provincie in dorpen en
steden te koopeni kunnen ze met «en appel
en een ei een heel eind komen.
Veel dank ls deze organisatie aan de on
derwijzers verplicht, die voor de jeugdher
bergen willen zorgen, omdat ze het enorm
belang van deze inrichtingen inzien en ook
buiten de school aan dit opvoedend werk
willen meehelpen.
Ook de staat, de provincie en een aantal
gemeenten steunen dit verbod in bizondere
mate. De eerste heeft bijv. in verband met
den woningnood beslist dat geen jeugdher
bergen voor woning in beslag genomen mo
gen worden. Het min. v. binnl. zaken geeft
een subsidie van 5000 M., dat voor volks
welvaart 6000 M. Oldenburg, Wurteimburg
Sachsen, Weimar, Beieren, Hessen, Saksem,
Baden, Lippe-Detmold en Schaumburg-Llp-
pe geven eveneens sublsddies. Onder de pro
vincies bijv. geeft Westfaleni een bijdrage
van 200,000 Mark, en onder de steden geeft
Berlijn 30,000 M., Hamburg 11.600 Mark.
Verder zijn er tal van vereeniging#- en
particuliere bijdragen en dank zij dien rui
men financieëlen steun is reeds de duizend
ste herberg geopend. Overal in mooie stre
ken vinden de jarige reizigers onderdak.
En of ze er gebruik van maken! In 192®
is 186,226 maal logies verleend. In Quick-
bornburg Rothenfels n. d. M. 19781, In Kü-
hude (Sauerland), tevens winterherberg
3857, Falkau (Schwarzwald) 4700 maal.
Duizenden jongelui, van den scholier lot
den student met kleine beurs, hebben dage»
en weken in mooie streken kunnen reizen
en vertoeven, duizenden uit de stikvolle stad
hebben hun longen kunnen vullen! met fris-
sche berg- en boschlucht, zich -geestelijk
kunnen verfrisschen aan de schoonheid va»
moeder natuur.
Vanzelf denkt men daarbij aan Nederland!
Bij ons zijn er ook zooveel mooie streken en
er zijn ook duizenden jongen», die zoo
graag zouden willen maar de hotelkostea
niet kunnen betalen.
INGEZONDEN.
Onzinnig gezwam.
Geachte redactie,
De wijze, waarop cfe heer v. Os bij de be
handeling in de raad van het voorstel- om
trent de „Stichting' zich heeft vermeten, over
de Vereeniging voor Volkshuisvesting „Hel
der" te spreken, noopt mij tot een woord
van verweer en protest.
Dat genoemd raadslid de beteekenis van
dit onderwerp en dus de raadsvoordracht
niet kan begrijpen, geeft hem nog geen
recht, een behoorlijk beheerde vereeniging
te belasteren, zooals hij doet.
Volgens het raadsversalg in het nummer
van j.1. Donderdag sprak genoemde heer o.a.
het volgende.
„Nimmer hebben wij eenige rekening en
verantwoording gezien. Een failliete bouw-
vereeniging moeten wij helpen door als cu
rator op te treden.
De heer v. Os is zelf lid der Vereeniging
en heeft elk jaar dus persoonlijk een behoor
lijk verslag ontvangen. Hoe kan hij dus las
teren, dat nimmer rekening en verantwoor
ding wordt gezien?
En hoe bewijst hij \roorts, dat de Vereeni
ging failliet of half failliet is?
Do moeilijkheden die wij hebben en die
door de „Stichting" niet worden opgelost,
bestaan hierin, dat de Vereenigng, als zij
van de thans in exploitatie zijnde huizen f 4
per week huur heft, de geheele exploitatie
gedekt is.
Maar de Minister eischt- nog 1.25 meer,
om met 't overschot de tekorten der nieuw
gebouwde en misschien e bouwen wo
ningen te dekken.
Die moeilijkheid blijft en Juist, omdat het
bestuur die moeilijkheden niet op de gemeen
te wil schuiven, tifecht het door centralisatie
nog zooveel mogelijk goed te maken.
Dat de nieuwbouw tekorten geeft, omdat
de huren niet ten volle zijn op te brengen,
komt - in elke gemeente voor en daarvoor
dienst juist de Rijks- en Gemeentebydrage
Dat de Gemeente door het in het leven roe
pen der „Stichting" onze Vereeniging uit de
put helpt, is absoluut onwaar.
Indien de vereenigingen samensmelten en
hun leden kwyt waren, was precies hetzelfde
bereikt
De „Stichting" blijft een particuliere in
stelling, waarop de Gemeente nu alleen meer
en beter toezicht krijgt. En juist de drang
van sommige raadsleden, om meerdere in
menging van de Gemeente, zou voor de Ver
eenigingen aanleiding zijn geweest, aan de
„Stichting" niet eens verder mede te wer
ken.
Laat de heer v. Oa nu zijn laater voortaan
voor zich houden, of zich beter uitdrukken.
Een groot aantal, die nog slechter op de
hoogte zijn, gelooft zoo iet# maar al te gauw.
Helder, 812'BI.
A. W. MICHEL».
Peaningm. v.d. Vereen.
Vtlkak. „fieldeir."