T
Tweede Blad.
VAN ZATERDAG 14 DECEMBER 1921.
HET PROVINCIAAL
WATERLEIDINGBEDRIJF.
IV. (Stoit).
Höt aai niemand bijzonder vreemd toe
schijnen, dat er in de Provinciale Staten, na
de onaangenaamheden met het Electrlsch
bedrijf groot e vrees 'bestond omtrent de toe
komst van dit groote nieuwe bedrijf der ge
westelijk© watervoorziening.
Iin de zomer2iitünig van1 dit jaar werden
reeds sombere voorspellingen gedaan omtrent
de verliezen, die ook deze nieuwe provinciale
onderneming zou lijdien.
De (heer Hendrix, lid van God. Staten,
heeft toen toegezegd, dat de Staten zoo spoe
dig mogelijk in de gelegenheid zouden wor
den gesteld, omtrent de toekomst van het
P.W.N. zich een oordeel te vormen.
Hij, erkende daarbij', dat dit bedrijf zeker
niet zal zijn een melkkoetje. Er is ook nie
mand, die indertijd met die bedoeling aan de
totstandkoming heeft medegewerkt.
Ook 'zouden er nog vele tmillioenen in ge
stoken moeten worden, vóór er van een be
vredigende voorziening sprake zou kunnen
zijn.
In de winter zitting, die 6 dezer Is 'geopend,
hebben Gedeputeerde Staten nu een over
zicht vam de mogelijke ontwikkeling van dit
'bedrijf overgelegd.
Wij ontïeemen daaraan het volgende:
„Bij de samenstelling van het werkplan
voor het P. W. N. is de leidendie gedachte
geweest, dat het buizennet eerlang de kom
men van alle Noordhohandsohe gemeenten,
die geen eigen watervoorziening hebben,
moet bereiken.
Uitgaande van dezen grondslag ie het
buizennet ontworpen, hetwelk op ©ene
kaart, die ter griffie voor de leden Uwer
vergadering ter inzage ligt, is aangegeven
en (waarmede volgons de telling üer per-
oeelen op de beschikbare kaarten ongeveer
80 der bevolkiflg, die Op 1 Januari 1921
in de aansluitbare gemeenten aanwezig
was, zal worden bereikt. In werkelijkheic
zal dit percentage vermoedelijk hooger
zijn, iomdat het 'kaartmateriaal reeds vri;
verouderd is en er, vooral in den alleriaat-
sten tijd, veel bijgebouwd is.
Ondersteld is, 'dat van1 dit projeoteerende
buizennet slechts dan nog uitbreidingen
zullen worden 'gemaakt, indien Öe renta
biliteit daarvan verzekerd Is door de on
middellijk of in de naaste toekomst te ver
wachten wateropbrengst, hetzij dat deze
volgens de normale tarieven wordt verkre
gen, dan wel' door vrijwillige (tijdelijke)
bijdragen of subsidies op het vereischte
peil wordt gebracht.
Het geprojecteerde hoofdbuizennet is
berekend op een vermogen, dat toereikend
is voor de voorziening van alle binnen ©en
afstand van 40 M. van de leidingen gele
gen peroeelen, waarbij, met inbegrip van
water geleverd voor neringen, industrie,
veehoudensbedrijven, enz., gerekend werc
op ©en maximum-verbruik per etmaal van
76 L. per bewoner der aansluitbare per
ceelen.
Bovendien is het (hoofdbuizennet zoo
wijd ontworpen, dat op elk punt daarvan,
zelfs op het uur van maximumvorbTuik
voor brandlblussdhing nog ©en hoeveelheid
van 18 'M'. per uur onder ©en druk van 16
k 18 M. boven het terreimpeil beschikbaar
is. Door aan deze laaitóte voorwaarde te
voldoen, beschikt het net over ©en zeer
groot reserve-vermogen, hetwelk nog ver
meerderd wordt, doordiat bij het dichter
aanhalen van zijn mazen, zich geleidelijk
meer verbindingen zullen vormen, die tel
kens voor den aanvoer van (het water (nieu
we wegen zullen openen.
Ten slotte is nog rekening gehouden
iinet den te verwachten aanwas der bevol
king, waarvoor, afgaande op de in de vo
rige jaren plaats gehad hebbende toene
ming, ©en aangroeiing met 1 per Jaar
gedurende 80 jaar werd ondersteld. Door
het tot stand brengen van verbindingen
tuisschen de verschillend© eerder gemaakte
leidingen zal het 'buizennet ook diaartna nog
jarenlang toereikend kunnen zijn.
Zonder dat de op de kaart aangegeven
volgorde, .waarin de buizen zullen worden
gelegd, ook maar ©enigszins als ©en bin
dend program1 mag worden beschouwd,
wordt er op gerekend, 'dat het' net, zooals
het Is ontworpen, ln ©en tijdsverloop van
6 jaren zal kunnen zijn voltooid,"
Uit een bij het rapport overgelegde staat
blijkt, dat het in het bedrijf gestoken kapitaal
in 1920 8.610.000 bedroeg len dat daarin tot
en met 1925 nog de volgende bedragen noo-
dig zijn:
1921 1.900.000
1922 8.250.000
1924
1926
1.050.000
2.840.000
Verder tot 1950 elk jaar nog 25.0000, zoo
dat im dat jaar totaal 10.700.000 in het be
drijf der watervoorziening zit.
De vermoedelijke exploitatie zal' dan verder
zoo zijn, dat tot 1930 verlies wordt geleden
om daarna te verkeeren in overschotten.
Het beboeft immers geen betoog, dat ©en
buis door ©en groot deel van bet platteland
van onze provincie niet direct rendabel is;
doch dit 'geUeidelijik wordt door de aanslui
tingen, die er op zullen komen.
Hoe het verloop daarvan zal zijn, is natuur
lijk nooit precies te voorspelen, zoodat de
cijfers veronderstellenderwijze zijn geplaatst
op deze bijlage, rekening houdend© met de
ervaringen.
Zoo neemt de directeur aan, dat tot 1925
d© exploitatiekosten 40% van het er in ge
stoken kapitaal zullen zijn en dat die geleide
lijk zullen dalen totdat zij in 1940 op 35%
komen, wanneer zij Constant op dat percen
tage blijven.
De rente ten afschrijving van het kapitaal
wordt op 0.64% gesteld', eveneens ©en ge
middeld bij wijze van (annuïteit berekend
cijfer.
De uitkomsten -zijn dam zóó, dat in 1920
een verlies van ƒ24.000 werd 'geleden, in
1921 ©en winst van 32.490 is begroot; doch
daarna tot 1920 een ötijgend verlies wordt
verwacht, dat irn 'genoemd jaar de 180.070
(beeft bereikt.
'Daarna daalt dit verlies geleidelijk, om in
1986 nog slechts ƒ1770 te zijn.
Totaal zal er dan 1.482.700 verlies zijn ge
leden, welke verliezen in de jaren 1987 tot
en met 1950 door 1.791.770 winst wederom
zijn gedekt
Over 30 jaar, kam men dus zeggen, heeft
de provincie haar gewest vam water voor
zien, zonder dat het 'geld heeft gekost, tenzij
mien de rente van de verliessommen daartoe
nog wil rekenen, waardoor nog eenige jaren
langer zal moeten worden geëxploiteerd,
voor alles gelijk is.
Natuurlijk is zulk ©en rekening vam 80 jaar
vooruit altijd wat. voorzichtig te beschouwen.
Men gaat van bepaalde grondveromderstel-
1'ingen uit, die tenslotte na eenige jaren heel
anders kuminen blijken.
Alles bijeen echter gelooven wij, dat de
Directeur van het P. W. N. bij zijn ramimgen-
en veronderstellingen aan den veiüigen kant
is gebleven. Hij' heeft het miet mooier voorge
steld dan het kam zijn en alleen zeer bijzon
dere omstandigheden, b.v. ©en "nieuwe oor
logsperiode, zouden hier, veranderingen kun
nen brengen, die miet voorzien rijm en ook
thans niet kunnen worden voorzien.
Een voordeel is, dat dit bedrijf, in tegen
stelling met het PJEjN., rechtstreeks aan de
verbruikers levert, zonder tusschenkoimst
deT Gemeente of andere lichamen.
Vrees voor onvoordeelige contracten, die
nog lang loepen, is hier dus miet.
Onder de bekwame, rustige leiding vam
den heer Van Oldenborgh zal dus het pro
vinciaal waterleidingbedrijf zich normaal
ontwikkelen en zijn zegenrijke werking eer
lang overal im omia Gewest doen gevoelen,
waar zonder 'de provincie nooit sprake van
een behoorlijk© watervoorziening zou zijn 'ge
weest
Helder, 18 Deo. 1921.
M.
GEMEENTERAAD.
Schoolgeld Burger-Avondschool.
De vigeerende verordening op de heffing
van schoolgeld voor de Burgeravondschool
alhier dateert van 1 October 1901, terwijl ze
sedert dien datum nimmer aan ©en herzie
ning is onderworpen. Dat het bedrag van
het daarin' bepaalde schoolgeld miet imeer in
overeenstemming is miet de tegenwoordige
waard© van het geld ligt voor de hand. De
hoogere exploitatiekosten wettigen dan ook
zeer zeker.een verhooging. In verband hier
mede schijnt het B. en W. alleszins billijk
en gewenscht ©en wijziging der betrokken
verordening voor te stellen. Voorts komt
het hen wenschelijk voor ten behoeve van
den zomercursus, die in den loop van dit jaar
bij wijze van proef is ingesteld en waarvoor
geen schoolgeld wrd geheven, ook een ma
tig schoolgeld te heffen, nu het bestendigen
van 'genoemden cursus in het belang van het
onderwijs is te achten. In het verslag uit
gebracht door de leeraren, verbonden aan
dezen cursus, werd ook aangedrongen op het
heffen van een matig schoolgeld, ten einde
de leerlingen hierdoor te prikkelen den
cursus zooveel mogelijk te volgen.
Waar momenteel voor het bezoeken der
Burgeravondschool een schoolgeld wordt
geheven van 1,— voor elke maand, dat de
leerling den cursus bezoekt, schijnt B. en W
thans een bedrag 2.niet te hoog, terwijl
een bedrag van L— voor elke maand dat
de leerling den zomercursus bezoekt oJ. ook
niet overdreven hoog is te achten.
Alhoewel wordt voorgesteld het school
geld te verdubbelen, zal de opbrengst slechts
een' tegemoetkoming blijven in de voor re
kening der gemeente komende kosten. Over
1018 waren de uitgaven n.1. 160Q6.68l/i
Voor rekening der gemeente bleef
16008.B81/, 1500.— Subsidie fan het
Departement van Marine 1102.24 (op
brengst schoolgelden)) 18844.281/», ter
wijl deze bedragen over 1010 en 102Q res
pectievelijk 17248.83 1500—
1147.50) of 14600.88 en 15844.07
1600— 1079.—) of 18205.07 waren.
Im verband met de reorganisatie van de
tegenwoordige Burgeravondschool in een
Avond-Vakteekensohool, wordt voorts een
wijziging voorgesteld van de betreffende
Verordening.
Vergoeding bizonder onderwijs.
Indien in een gemeente aan een openbare
school meer onderwijzers werkzaam zijn dan
het aantal, waarvan ingevolge art. 56 der La-
Ser Onderwijswet 1920-de jaarwedden door
et Rijk aan de gemeente worden vergoed,
heeft het bestuur eener overeenkomstige
bijzondere sohool in die gemeente op grond
van art. 100 dier wet aanspraak op vergoe
ding uit de gemeentekas van de jaarwedde
en wedden van even zooveel aan die scholen
verbonden onderwijzers boven het aantal,
waarvan de jaarwedden, on wedden ingevol
ge art. 07, door het Rijk aan de besturen
worden vergoed.
Naar aanleiding hiervan hoeft het Be-
stuur der Voreenlging „Laat de Klndor-
kens tot Mij komen", gemeend aanspraak te
kunnen maken op deze vergoeding en wel
ten behoeve van de lagere school aan de
Koningstraat, en verzocht de jaarwedde te
willen vergoeden van één onderwijzeres
over het tijdvak van 1 September 1020—
1 Januari 1921.
In een uitvoerige toelichting en becijfe
ring stellen B. en W. voor aan het Bestuur
der Vereeniging „Laat do Kinderkens tot
Mij komen", over 1020 uit de gemeentekas
een vergoeding toe te kennen van f 509.17,
en teekenen aan, dat door toepassing van
art. XVII, 8e lid der Wet van 14 Juli 1919
(StbL No. 493) genoemd bedrag van 509.17
uit 's-Rijks kas aan de gemeente kan wor
den gerestitueerd, in welk verband zij den
Raad machtiging verzoeken zoodanig res
titutie aan te vragen.
Muziek In café's.
In de vergadering van den Raad van 0
December j.1. werd de voordracht met be
trekking tot het adres der afdeeling Helder
van den Nederlandenschen Bond van Kof
fiehuis-, Restauranthouders en Slijters ter
nadere overweging aangehouden.
In het voorstel hebben B. en W. duidelilk
doen uitkomen, dat het verleenen van dis
pensatie van een verordening, houdende
verbod tot het maken van muziek en der
gelijke aan niemand anders dan den Bur
gemeester kan worden opgedragen.
Indien de Raad zulks niet, mocht wen-
schen, aldus B. en. W. kan eventueel nog
de geheele verbodsbepaling geschrapt wor
den, waardoor dus ieder de vrijheid krijgt
om in zijn café muziek te laten maken, be
houdens de bevoegdheid krachtens art. 188
der Gemeentewet aan den Burgemeester
toekomende.
Voorts wijzen B. en W. er op dat de
Kroon steeds bevoegd blijft, ingevolge art.
45 der Drankwet in door haar aan te wijzen
gemeenten, het toelaten van muziekvertoo-
ningen en andere publieke vermakelijkhe
den zonder toestemming van den Burge
meester te verbieden.
In verband met het bovenstaande blijven
er derhalve twee mogelijkheden voor den
Raad open: öf het adres voor kennisgeving
aan te nemen, waardoor de bestaande toe
stand gehandhaafd blijft, óf art. 00 sub b
der Algemeene Politie-verordening in te
trekken, met als gevolg het als het ware
ongelimiteerd toelaten van muziek voor alle
voor het publiek toegankelijke lokaliteiten.
Stichting Marine-monument.
Het Oomitó itet het verleenen van steun
aain de nagelaten betrekkingen van slacht
offers van marinerampon en tot het oprich
ten vam een Mariine-imioaiument, verzocht bij
adres toestemming tot stichting van dit mo
nument te Helder en tevens om die fundeering
en opstelling voor. rekening van de Gemeente
te doen geschieden.
Volgens adressant zal het gedenkteefcen
een sieraad voer de gemeente Helder worden
en bestaan uit ©en groeft) van drie beelden in
zandsteen 'Op ©en voetstuk van geringe
hoogte, waarachteT een zuil.
B. en W. stellen de keuze van Helder als
plaats oor het monument zeer op prijs en
zulks meer waar deze stad airm is aan his
torische 'bouwwerken.
'Tegen de oprichting bestaan bij het Col
lege geen bezwaren, weshalve zij verzoeken
hen te machtigen een (nadere plaat? daarvoor
aan te wijzen, waarvoor het Havenjplein b.v,
ware te nemen., omdat het monument daar
ook uit een aesthetisdh oogpunt het best zal
Wat de opstelling en fundeering betreft,
de Gemeente-Bo uwmeesterdie daaromtrent
een becijfering heeft getmaiaM, is van oordeel,
dat 'daarmede een bedrag van rondi 8000
gemoeid zal 'zijn.
Met het oog op den zorgvollen finamcieel'n
toestand der Gemeente meenen B. en W.,
dat een dergelijk bedrag niet behoort te wor
den gevoteerd. In verband echter met het
feit, de 'gelden van het Comité na oprich
ting van het monument dienstbaar zullen
worden gemaakt aan de ondersteuning van
nagelaten betrekkingen van slachtoffers van
zeerampen (in (het algemeon) schijnt de op
richting van het gedien'kteeken in het welbe
grepen belang der gemeente te zijn,
B. en W. stellen daarom, voor ©en bedrag
van ten hoogste f 1500 toe te staan voor bo
venomschreven doeL
Opcenten Vermogensbelasting.
B. en) W. hebben tot den Raad het volgend
schrijven gerioht:
De in 1920 gewijzigde bepalingen der Ge
meentewet openen de mogelijkheid om thans
ten behoeve der gemeenten opcenten te hef
fen op de Vermogensbelasting.
Lettende op de noodzakelijkheid om het
bedrag der inkomstenbelasting, waarvan de
opbrengst als sluitpost der begrooting dient,
zooveel mogelijk te beperken, meenen wij
daarom met de Oommissie tot herziening
der belastingen, dat van de bevoegdheid tot
heffing dezer opcenten zal moeten worden
gebruik gemaakt.
Dat het ook in de bedoeling der Regee
ring ligt om uit de overige bronnen van be
lasting'op voldoeüde wijze te putten, blijkt
uit do dezer dagen door den Minister van
Binnenlandsohe Zaken tot de Gedeputeerde
Staten geriohte aanschrijving inzake de
vaststelling van het vermenigvuldiglngscij-
fer voor de heffing van den hoofdelijken
omslag.
Daar het belastingjaar voor de heffing
der Vermogensbelasting loopt van'1 Mei tot
on met 80 April, zal met de voorgestelde
boffing eerst met het nieuwe belastingjaar
een aanvang kunnen worden gemaakt.
Het komt ons gewenscht voor om het
maximum der belasting, ctoor de wet toe
gelaten, tot heffen, dj. 100 opcenten.
Wij stellen U met verwijziging naar de op
deze zaak. betrekking hebbende stukken en
op advies van genoemde Oommissie voor
om met ingang van 1 Mei 1022 op de hoofd
som der Vermogensbelasting 100 opcenten
te heffen.
(De opbrengst zal vermoedelijk ongeveer
12.000 bedragen. Red.)
Subsldieerlug Handelsschool Alkmaar.
In de vergadering van 80 Maart 1921 be
sloot do Raad in de ongedekt gebleven kos
ten van de Hoogere Handelsschool der ge
meente Alkmaar tot wederopzeggens aan
die gemeente een bijdrage te verleenen.
Voor 1921 bedroeg deze bijdrage f 225 per
leerling, terwijl ze voor 1922 vermoedelijk
200 zal bedragen. Nu intusschen ook in
deze gemeente een Hoogere Handelsschool
tot stand is gekomen, ls het naar de mee
ning van B. on W. wenschelijk om de vraag
onder de oogen te zien, of ook thans nog
met het verleenen van bijdragen moet wor
den voortgegaan. Indien deze bijdragen niet
meer worden verleend, zullen geen leerlin
gen uit deze gemeente meer tot de school
worden toegelaten en zal den leerlingen, die
thans de school bezoeken, den verderen
toegang tot het volgen der .lessen worden
ontzegd dit laatste zou met zich me
debrengen, dat die leerlingen naar een
andere sohool zouden mioeteh worden
overgeplaatst, wat met het oog op de
onderbreking van het onderwijs dier
leerlingen naar de meening van B. en
W. niet is aan te bevelen. Het zou daarom
aanbeveling verdienen voor 1922 en even
tueel volgende jaren de bijdrage alleen te
verleenen voor die leerlingen uit deze ge
meente, die op 1 Januari 1922 de school be
zoeken, hetwelk naar alle waarschijnlijk
heid met één leerling het geval zal zijn.
B. en W. stellen voor dienovereenkomstig
te besluiten.
Straatnaam.
B. en W. stellen voor de nieuwe straat,
welke de verbinding vormt tusschen den
BrakkeveldWeg en de Leliestraat, Dahlia
straat te noemen.
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
ROND DEN DAM.
De „kletsbuis". Het „georga
niseerd overleg". Kersttijd.
Theatertentoonstelling.
Verleden Zondag zijn wij, di w. z. de daar
toe uitgenoodigde pers, getuige geweest van
de jongste triomf der moderne techniek.
De Nederiandsche Seintoestellenfabriek toch
heeft, in samenwerking met de Marooni-
miaatschapp'jj ©en dienst georganiseerd
(met Oentrale in Zamdvoort), waardoor (bin
nenkort het geregelde „draadloos-telefoni
sch©" verkeer met Engeland een feit zal zijn.
De. proef gesprekken slaagden uitstekend en
het zal niet lang meer duren of vanuit ons
land kan iedere aangeslotene op het Rijks
telefoonnet spreken met ieder gewenscht
nr. iin Engeland'. En izoo gaat de teiefxm
voort afstanden te overbruggen en de mien-
scben nader tot elkaar te brengen. En dat
niettegenstaande jammerklachten van hen,
die in dit modern verschijnsel' niets anders
zien dan een uiting van de menschehjke
nieuwsgierigheid en ,/praaütust".
Louis Couperus, onze „maltre charmeur",
die thans vanuit Indië de „Haagsche Post"
van reisindrukken voorziet, schold de tele
foon voor „kletisbuiB" en stak zijn afkeer van
den ratelenden en schorren „onrustverwek-
ker" niet onder stoeien of banken. En er zijn
er velen, die hem in hun afkeer -volgen, al
baseert zich bij' de moesten dan dat gevoelen
juist op de tegenovergestelde gronden als
bdj den schrijver van El ine Vere. Voor
den aestheet toch is de moderne techniek
vooral als ©en on-schoon iets doemwaardig:
voor hèm is de telefoon ©en 'Onding, wijl zij
de menschelijk© stem voor ©en deel het „le
vende" ontneemt en haar, die stem, min of
muer ver-mechaniseert en ver-automatiseert.
Voor de anderen echter is juist de telefoon
nog niet automatisch genoeg en oonoentree-
ren zich de ergernissen juist op het ©enige
,/meniscbelijlke", dat nog in dit communicatie
middel schuilt: de telefoonjuffrouw I
De praktijk des levens houdt matuurlijk<!)
alleten rekening met de ergernissen dezer
laatste categorie van menschen; vandaar dan
ook, dat er hard' gewerkt wordt aan de „ver
wijdering van de telefoonjuffrouw" en men
hier in A'dfim in de nieuwe Oentxales reeds
m©t een „half-automatisch" systeem werkt.
En Ibdjtoa tezelfdertijd, dat men de proeven
met „draadloos-spreken" mat Engeland nam,
heeft men ook geëxperimenteerd" met het
V'öÜedig-automatisch systeem, waarbij de
abonné zelf zijn eigen verbinding tot stand
kan brengen. Ook deze proeven slaagden uit
nemend, zoodat inderdaad de laatste dagen
van de „juffrouw" en van de mindiefelijke
twistgesprekken tusschen „juffrouw" en
„abonné" wel 'geteld schijnen. De erger
nissen van de categorie /practici" zuilen dan
voor het grootste gedeelte wel zijn weggen -
men. iDe ergernissen van de „aestheten" zul'
len zich 'dan, zoo mogelijk nog wel vermeer
deren wat natuurlijk op dien 'gang van
„zaken" niet den minsten invloed heeftl
Althans oppervlakkig beschouwd!I
Niet alleen langs den weg der kletsbuis"
wordt in deze tijden het contact tusschen
menschen, hetzij particulier, hetzij 'groeps
gewijze steeds nauwer en intensiever. De
International© wereld is van „conferenties"
vol en ontelbaar zijn ook in het binnenland
de domttnlssies en vergaderingen, waarin men
naar „de" bevredigende formule zoekt. Bij
onze Gemeentebedrijven kent men dergelijke
vergaderingen al sinds jaren onder den naam
van het „georganiseerd overleg". Dit over
leg heeft, naar aanleiding van een reeds In
1919 gevallen Raadsbesluit, plaats tusschen
de „hoofden van.dienst", respectievelijk „het
Arbeidsbureau" ten stadhulze en de afge
vaardigden der organisaties van gemeente-
Werklieden". Uitgezonderd dit „overleg", dat
tot nu toe nog alleen maar competent ls te
beraadslagen over loonfcwesties, leeft men
heg altijd onder het thans wel zeer verouder
de „Werklied enreglement".
Eenigen tijd geleden deelden (B. en W. nu
echter aan den Raad mede, dat binnenkort
oen voordracht van hen te verwachten viel,
ter algeheel© herziening van bovengenoemd
Reglement. Onder meer zou daarin voorko
men de bepaling, dat het „georganiseerd
overleg" zich in de toekomst ook zou uit
strekken over arbeidsvoorwaarden, die niet
direct verband houden met de loonregeling.
Intusschen schuint het aangaande deze voor
dracht in dien boezem van B. en W. niet te
vlotten. Wethouder Wierdiels is, naar ver
luidt, al aan zijn 10e ooncept-voordracht,
waarbij hij wensoht te komen tot volledige
medezeggingsschfip van die werklieden.
Do wi eerderheid van het College, en, merk
waardig genoeg: de sociaaldemocraten in
het bijzonder schijnen ©en diergelijke
voordracht niet te kunnen goedkeuren, wordt
die voordracht aangenomen, dan zou dit vol
gens hen niet beteè'kenon ©on volledig mede-
zegglhgssohap, (maar ©en "overheersohlng der
werklieden in het georganiseerd1 overleg en
om dit zóó maar voetstoots te aanvaarden,
daartoe toonen zij zich, hoe zeer ook van
goeden willeI toch nog niet.... revolu-
tlomrair genoeg! Bij de 10e concept-voor
dracht van wethouder Wlerdels toch wordt
voorgesteld om, indien men in het georgani
seerd overleg niet tot overeenstemmlnig
geraakt, de beslissing aan 'den Raad' over te
laten. De meerderheid van B. en W. rede
neert nu, volgens officieus communiqué in
de bladen zóó: Men moet uitgaan van de ver
onderstelling, dat beiderzijds bij het» overleg
naar een /compromis" zal gestreefd worden
en dat gevallen waarin (niet tot overeenstem
ming gekomen wordt, uitzonderingen zullen
zijn. Wordt nu echter de voordracht aange
nomen, dan loopt men gevaar, dat de organi
saties, als zij niet geheel hun' zin 'kunnen
krijgen, steeds in hooger beroep zullen gaan
bij den Raad.
Het is een eigenaardig conflict: de Katho
lieke wethouder Wierdels, aan de zijde der
werklieden, contra de sociaal-democratische
meerderheid van B. en W.i Het lijkt voor
velen de omgekeerde wereld en met span
ning ziet men in de hoofstad den afloop van
deze dreigende wethouders-crisis tegemoet!
De wereld keert zich dan ook, in dezen tijd,
zooals ieder jaar niet Kerstmis, het ©ogenblik
van „zonnewende", oiml
3h deze /donkere dagen" vóór. hét Christe
lijk feeSt, dat overigens ook al lang vóór onze
jaartelling onder allerlei rassen en gods
diensten gevierd werd, heeft men de voor
bereidingen om den 25sten den „terugkeer
naar het licht" te gedenken. En uit »teed*
meerdere étalages in onze winkelstraten
straalt het zacht-roode licht tusschen het
sparren- en hulstgroen u tegemoet; terwijl
de Singel, tusschen Munt en Koningsplein,
één groene chaos is van ontelbare sparren,
die straks, in vel© binnenkamers, als Kerst
boom 'het gouden licht zullen uitstralen.
M deze tot „menscheüjkheid" stemmende
dagen gaat veler gedachte zeker uit naar de
nog altijd onmenschelijke toestanden in Rus
land en menige beurs gaat open
Vandaar dan ook, dat de in het Stedelijk
Museum gearrangeerde tentoonstelling van
kunstwerken, bestemd 'txm verloot te worden
ten bate van de hongerenden in Rusland",
zich in een druk bezoek verheugen mag. Ve
len namen een lot en verschaften zich daar
mede naast het besef een goede daad ge
daan te hebben de kans op het bezit van
ééln der inderdaad belangrijke kunstwerken,
die men' 'hier geëxposeerd vindt. Kunstwer
ken, waaronder er voorkomen van Vincent
van Gogh, Anton Maiuve^ Mendea da Oosta,
Toorop e.a.
In Januari zal dit museum zijn deuren
openen voor een niet minder (belangrijk©
expositie. Dan toch 'zal men er een merk
waardige verzameling voorwerpen, décora-
ontwerpen, boeken, enz., enz. aantreffen, 'be
trekking hebbende op het „modem© theater".
De organisatie van een en ander is grootem-
deels te danken aan den architect WijdeveJd,
die zich in de kunstwereld o. a. door de lei
ding van de redactie van het tijdschrift
/Wendingen" reeds ©en goeden naam heeft
gemaakt. Vele buitenlandsohe - grootheden
zullen naar aanleiding van deze tentoonstel
ling naar Amsterdam komen en er in lezin
gen enz. hun denkbeelden omtrent het mo
derne itooneed en 'zijn toekotmst den volk©
kond doen. En ongetwijfeld zullen zij dan
oonstaiteeren, dat ons Hodlandsche tooneel
niet achterlijk, maar integendeel veeleer aan
de spits staat. Royaards met Strindberg'a
/Droomspel", Verkade met ,/De Geile Mantel"
en Musch met 'het expressionistisch© /Vrij
heid", vormen, op de plaats van die „spits"
ongetwijfeld' ©en waardigheid.
BUITENLAND.
DUTTSCHLAND.
De ondergang der Dultsche vlooi
Het hieronder volgende verhaal ia out-
ï©end aan een werk over de 'Duitsch© marine,
uitgegeven door den vice-admiraal van Man»
tey; het is de treffende beschrijving van den
ondergang van de Duitsche vloot voor Soapa
Flow, aooals die sober en suggestief wordt
medegedeeld door den korvetten-kapitein
Ferdinand Böhmer, commandant van hol
1 linieschip „König Aiibert".
Maandag, den 23en Juni 1919, liep de wa
penstilstand af. Was op dat tijdstip de vrede
niet geteekend, en dat geloofde te Scapo
Flow niemand, dan was het alleszins waar
schijnlijk dat de Engelschen onmiddellijk
de vijandelijkheden zouden openen en da
schepenl bezetten. Bet was evenwel onzt
plicht, dit kostbare oorlogsmateriaal niet ia
handen des vijands te laten vallen, het even
wel, daar een andere moeglijkheid niet be
stend, te vernietigen. Dat kon het grondig-
ste' geschieden door de schepen tot zinken ta
brengen.
Den volgenden dag riep ik het klein©
hoopje mannen, waaruit op dit oogenblik de
bezetting van het door mij gecommandeerd©
Linieschip bestond, tezamen en deelde hun
de bedoelingen van den eskaderchef alsook
zijn beweegredenen mede. Zonder uitzond©-
ring werd het bericht met enthousiasme ont
vangen. Dadelijk vingen, met ©en ijv-jx, en
een opgewekte stenumlnig, die aan de eersta
dagen na de mobilisatie herinnerde, de nlef
zeer omvangrijke voorbereidingen aan. Een
roelbfirkas en een jol was alles wat wij aan
booten gereedmaakten. De voorbereidingen
onder water, zooals het afnemen der afslui
tingen der onderwatertorpedobulzen, waren
lang vóór dien tijd genomen.-Plannen wer
den gemaakt en overwogen of de groot© mo
torsloepen niet zouden kunnen worden uit
gerust, en wij in de algemeene verwarring,
die aanstonds bij den vijand ontstaan zou,
beproeven zouden de haven uit te komeni
zee te kiezen en te trachten naar Noorwegen
te komen. Voor dezen toch meldde zich het
gezamenlijke personeel als vrjjwiliger aan,
ofschoon in elk geval toch ©en 800 mijlen
openl zee waren af te leggen Dit plan leed
evenwel schipbreuk, doordat de motoren der
sloepen zich niet meer in 'goeden toestand
bevonden.
Zelfs zij, die niet vrijwillig aan boord w»-
ren gebleveni, waren als een blad aan den
boom omgekeerd. Overal vroolijke gezichten
en glanzenldo oogen Een machinedrijver had
met de laatste post slechter berichten van
huls gekregen en op zijn dringend verzoek
de toezegging gekregen, dat hij met de eerst-
volgende gelegenheid naar huis zou worden
gezonden Op mijn opmerking, dat daar nu
wei niets van zou kunnen komen, antwoord
de hij opgewekt: „Dat geeft ook niet, over
ste. maar ik wil dit veel te graag meemaken!*.
Als een lachenden zomer dag breekt de
eenentwintigste Juni tt> K-apa Flow aan
Stralend rees do zon aan den diepblauwer*
hemel; een zacht westelijk briesje rimpelde
de oppervlakte van het water. Het bewa
kingseskader, het eerste Britsche Ilniesche-
peneskader onder bevel van vice-admiraal
Freemantle, gaat tegen 9 uur zeewaarts met
de bedoeling oefeningen! te houden De ge
legenheid is gunstig. Zal het vandaag ge-
schieden of eerst Maandag na afloop van
den wapenstilstand? Zoo vraagt ieder ideh
af; aller oogen) zijn met spamiing gerichl
op het vlagschip van admiraal von Reuter,
vanwaar de beslissing moet komen.
En zij komt. De matroos-seiner ijlt achter
uit en brengt mij het bericht: Signaal van
het vlaggeschip. „Brug doorloopend bezet
houden" Alzoo toch vandaag, denk ik bij
mijzelf, en) werkelijk, na nauwelijks tien mi
nuten komt dé matroos-seiner weder aan-
geloopen en meldt haastig: „Paragraaf 11
van vandaag. Bevestigen". Dat beteekenJt:
Schepen dadelijk tot zinken' brengen, ont
vangst van het signaal bevestigen
Wij hebben geen haast, wij zijn het derde
schip in de rij, van het vlaggeschip af ge
rekend, en het signaal moet nog door d©
gansche lange rij loopen/ tot het tenslotte
bij de torpedobooteni komt Het is evenwei
van belang, dat het door gegeven la vóór
de Engelschen onze beöoeling beaneiHrea.
Juist heeft d© haarkuaurtenaar sdefa
1928 „8.080.000