Jjb voor plaatsen, die meer In (hot mUddien vam
ons land üglgen van niet zoo groote beteeke-
nds. Immers overschreden van daaruit de
reizen relden de 200 K.M. Voor passagier*
uit Groningen naar Ihet Zuiden en omgekeerd
uit Limburg en Zeeland, naar Friesland of
Helder worden de prijzen belangrijk hooger,
omdat de k lloiraeter-kaarten niet langer wor
den uitgegeven.
De kilometer-kaarten, bestaande uit twee
oouipons, elk geldig voor een gehieel door den-
selfden 'persoon af te leggen onafgebroken
enkele reis, .waren in de ipractijk geworden
f oedkoope retours op lange trajecten. Ln 1918
ostte zooki retour resp. 12, 9 en 6 gulden.
Op dit oogenblik kosten zij nog 25.—,
18.75 en 12.50, imaar wie na 1 Januari een
traject moet afleggen van b.v. 800 K.M., be
taalt voor rijn retour reep. 39, 29.30 en
19.50, van 850 K.M. 45.50, 84.20 en 22.80
en van 400 K.IM. 52, 89 en 26.
Deze verhooging drukt dus belangrijk op
de spoorkosten van geiegenlheidspassagiers,
die een groote reis moeten maken.
Vanaf 1 Januari is de prijs van een biljet
HelderAmsterdam: le klias 6j80; 2e klas
8.95; 8* 'klas 2.65 (in 1918 reep. 2.65: 2
en/1-35).
Hst vergaan van Se „Eems II".
Het loodspersoneel ln bet Eerste District
wijst in een uitvoerig stuk nogmaals in
tegenspraak met de verklaringen van den
inspecteur van het Loodswezen voor den
Raad van Scheepvaart afgelegd op de
klemmende noodzakelijkheid om de oude,
houten zeilkotters te vervangen door mo
derne schepen met stoomvermogen, te meer
daar de Inspecteur-generaal, in de plaats
van de vergane „Eems II", een ouden hou
ten schoener No. 18 heeft gezonden, vol
zichtbare gebreken, welke schip reeds is af
gekeurd.
Binnenkort zal het vergaan van de „Eems
II" bij interpellatie in de Tweede Kamer
worden behandeld, waar de grieven van het
loodspersoneel dus wel in den breede zullen
ter sprake komen.
Premiebetaling door middel van dagzegels.
Bij het «afdeelingsonderzoek van het wets
ontwerp tot bekrachtiging van den alge-
imeenen maatregel van bestuur, houdende
regeling der premiebetaling door middel van
dagzegels, spraken eenige leden als hun
meening uit, dat het gewenscht is te bepalen,
dat voor zekere categoriën van werknemers,
gelijk b.v. dienstboden, de premie voor een
geheel jaar in één storting, tegen quitantie
kan worden voldaan. Men meende, dat in
de practijk deze betalingswijze thans reeds
wowlt toegelaten. Ook zou, naar werd opge
merkt, ln plaats van tot wettelijke erkenning
van de bovenbedoelde betalingswijze tot in
voering van jaarzegels kunnen worden over
gegaan.
Georganiseerd overleg Rijksambtenaren.
De Centrale commissie voor georganiseerd
overleg in de arribtenaarszaken heeft Donder
dag vergaderd! onder leiding van mn S. de
Vries Ozn.
Na 'breedvoerige bespreking werii besloten
aan de regeering te 'adviseeren, ingeval zij
tot ontslag van rijkspersoneel overgaat, voor
dit personeel een wachtgeldregeling in te
voeren, in den geest van de desbetreffende
bepalingen van het wetsontwerp Regeling
van dien rechtstoestand van ambtenaren.
Naar aanleiding van een door den minister
van blnnenllandsdhe zaken overgelegden 'brief
van den voorzitter van de commissie tot clas
sificatie van de gemeenten, betreffende die
werkwijze van die commissie, werd besloten,
den minister te verzoeken, het oordeel van
de dassiüoatie-commissie zelve over de dooT
haar voorzitter voorgenomen werkwijze te
mogen vernemen.
Voorts werden vastgesteld de aan de regee
ring uit te brengen adviezen over de salaris-
regelingen voor dien meester-geweermaker
en meester-zadelmaker hij het departement
van oorlog, het personeel bij het rijksbureau
voor de monumentenzorg, de bureel-ambte
naren ibij den Zuiderzeeraad, de technische
hoofdambtenaren van den rijkswaterstaat, de
eerstaanwezend ingenieur bij' de Zuiderzee
werken, den directeur van het expeditiekan
toor te Amsterdam; het personeel bij de vis-
scherijpolitie in de Zeeuwsdhe stroomen, den
secretaris van de rijkscommissie voor de ont
watering, den adjunct-hoofdingenieur vau
den algemeenen dienst 'bij den rijkswater
staat, den administratieven ambtenaar bij het
rijksinstituut voor hydrografisch vissoherij-
onderzoek en van het personeel bij het staats-
bosohbsdrijf.
Dt warkloozenverzekering.
De vyt vakeantralen (N. V. V., N. A. 8., A.
N. V„ R. K. Vakverbondi hebben een schrijven
Serleht aan den Minister van Arbeid, waarin
e volgende opmerkingen worden gemaakt
naar aanleiding van de ontworpen regeling,
voor de Werkloozenverzekering voor het
jaar 1922:
a. allereerst meenen stellers, dat de ver
mindering van de toch reeds lage ultkeeringen
niet gemotiveerd kan worden geacht;
b. de bepaling, dat de gemeenten een derde
van de tekorten voor hunne rekening moeten
nemen, en zoo zulks niet geschiedt, de werk-
loozen in die weigerachtige gemeenten woon
achtig, geen nitkeeringen zullen ontvangen,
ljjkt niet gerechtvaardigd.
de bepaling, dat een uitgetrokkene eerst
weder 78 dagen werkzaam moet zijn geweest
in hetzelfde beroep, is naar de meening der
Vakcentralen onbillijk en onuitvoerbaar en
tevens in strijd met de bepaling van de regle
menten der kassen, dat gedurende 3 achter
eenvolgende jaren de maximum uitkeerings-
duur kan worden genoten.
d. de beperkingen, dia ten opzichte van de
gedeeltelijke werkloozen zijn getroffen, zijn,
maar het steller voorkomt, niet billykterwyl
ze bovendien de strekking hebben, de vol
ledige werkloosheid" te bevorderen.
e. de bepaling, dat de vereenigingen aan
sprakelijk kunnen worden gesteld voor de-
verleende voorschotten, maakt naar de meening
van de besturen mogelijk, dat de vakvereeni-
glngen slachtoffers kunnen worden van wille
keurige maatregelen, die de positie der vak
verenigingen als zoodanig aantasten.
De besturen meenen, dat er verder alle
aanleiding toe bestaat, om alle kassen die
*iet normaal kunnen functloneeren, met een
subsidie Van 100 in de regeling te betrekken.
Tevens meenen de besturen, dat het ge
wenscht zou zijn, de bepaling van het derde
lid van artikel 8 van het werkloozenbesluit
toe te passen, tenzij zulks tot exorbitante
subsidies zou lelden.
Daarnevens meenen zij, dat aan de vak
verenigingen waarborgen moeten worden
gegeven, aat de contributies niet eenzijdig
door de overheid worden opgevoerd.
Ten slotte vragen de besturen den Minister
te voldoen aan het reeds telegrafisch gedane
verzoek, hen Woensdag of Donderdag a.s.
ter bespreking van bovengenoemde punten
te ontvangen.
Zaterdag vergaderden de besturen der vijf
Vakcentralen over de nieuwe steunregeling
van den minister van Binnenlandsche Zaken.
Alle Vakcentralen constateerden, dat de
verlaging van steun niet gemotiveerd was en
ontstemming onder de arbeiders wekt.
Besloten werd, zioh tot den minister van
Binnenlandsche Zaken te wenden met het
verzoek, de oogenblikkelijk geldende steun
bedragen te handhaven.
Tevens zullen de Vakcentralen zich tot de
respectievelijke Kamerfracties, waarmee ze
verbindingen hebben, wenden en dezen voor
stellen, zich met hetzelfde verzoek tot den
Minister te wenden.
Het N.V.V. deelde mee, dat het demonstra
tief optreden der werkloozen noodig acht.
Over zoodanig optreden werd geen overeen
stemming verkregen.
Het N.A.S. deelde mede, de opvatting van
het N.V.V. te zijn toegedaan.
Steunregeling voor Zuiderzeevisscherz.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft de volgende steunregeling voor Zuider-
zeevisschers, in gemeenten -die daarvoor in
aanmerking komen, vastgesteld:
Art. 1. Deze regeling treedt in werking op
den eersten dag der week waarin de eerste
uitkeering van gemeentewege plaats vindt,
en eindigt zoodra de vissehery weer kan
worden aangevangen, doch uiterlijk den 4den
Maart 1922.
Art. 2. In aanmerking voor steun overeen
komstig deze regeling komen: a. visschers
(eigenaars van bedrijven), b. visschersknechts.
Art, 8. Niet in aanmerking voor onder
steuning komen: a. de gezinnen van personen,
die in art. bedoelde beroepen niet als hoofd
bedrijf uitoefenen; b. op zich zelf staande
pqrsonen (geen gezinshoofden of kostwinners).
In bijzondere gevallen kan (aa goedkeuring
van den Minister) ook aan de onder b. ge
noemde personen steun worden verleend.
Art. 4. Bij de beoordeeling van de vraag
of, en in welke mate ondersteuning noodig
is, wordt, met inaehtneming van het bepaalde
bij de art». b en 6, nauwlettend met den
toestand van elk gezin, in het hijzonder
rekening gehouden.
Niemand kan aan dese regeling eesig recht
op ondersteuning ontleenen.
Art. 6, De steun bedraagt ten hoogste
f 8.50 per gezin per week, vermeerderd met
f 0.50 per week voor elk gezinshoofd boven
de twee personen, met dien verstande, dat
het totale bedrag der ondersteuning f 18.50
niet te boven mag gaan.
Art. 6. Van de inkomsten van het gezin
wordt °P het steunbedrag overeenkomstig
art. 5, in mindering gebracht.
Art. 7. Aan diegenen, die uit de werkloozen-
kas eene uitkeering ontvangen, die lager is
dan hetgeen zij overeenkomstig art. 5 zouden
ontvangen, wordt zoo noodig een toeslag
verstrekt gelijk aan het verschil tusschen
beide bedragen.
Art. 8. Zy, die voor steun in aanmerking
zouden komen, zyn verplicht, het voor hen
passend werk tegen behooriyk loon - te
verriehten, dat het gemeentebestuur, of de
commissie, zal aanwyzen.
By niet verrichting van het opgedragen
werk, kan de steun worden ingehouden.
By het opdragen van het werk worde
rekening gehouden met den tyd, die naar
plaatselijk gebruik wordt vereischt voor de
herstelling van het vischtuig.
Uit de metaalnijverheid.
Naar de Telegr. van patroonszijde ver
neemt, heeft de commissie van tien bij den
Metaalbonid het volgende tegenvoorstel inge
diend:
Alle stakers weer op de oude voorwaarden
aan den arbeid tot einde Februari. Met 1
Maart 5 procent loonsverlaging en met 1 Ju
ni opnieuw 5 prooent loonsverlaging.
De commissie van tien heeft zich bereid
verklaard, dit voorstel bij de stakers te ver
dedigen en hen dan over dit voorstel en
eveneens over dat van den Metaalbond in
den loop der volgende week te laten stem
men.
Naar Het Volk meldt, heeft de r.-k. werk
geversvereniging als voorwaarde voor de
principieel aanvaarde arbitrage gesteld, dat
ook de Metaalbonid arbitrage zou aanvaar
den.
De Metaalbond heeft aan de r.-k. werkge
vers medegedeeld, geen arbitrage te wen-
sohen, zoodat de bemiddelingspoging van
prof. Aengenent als mislukt kan worden
beschouwd.
Heden zou de staking bij de firma Frans
Smulders te Utreaht ingaan»
De misère ln de kartonindustrie.
Eenige jaren geleden werd in de gemeen
te Hoogkerk nabij de stad Groningen op
Coöperatieven grondslag een zeer groote
stroocartonfabriek opgericht, waarvan de
aandeelen hoofdzakelijk in handen van land
bouwers kwamen. Werd er in de oorlogsja
ren zóó ruim verdiend, dat er voor 't ge
leverde stroo bedragen van 50 en meer
per 1000 K.G. betaald konden worden, thans
is er een geweldige terugslag gekomen. Mil-
lioenen kilogrammen stroo van vorige oog
sten staan nog op de fabriekterreinen op
getast, maar het carton is zoo al niet onver
koopbaar, dan toch alleen maar tegen ge
ringe prijzen te plaatsen, 't Gevolg is ge
weest dat de loonen in het bedrijf zoowel
van de arbeiders als van 't kantoorpersoneel
met 10 zijn verlaagd, maar niettemin
worden er nog groote verliezen geleden: de
aandeelhouders moeten thans op ieder aan
deel een belangrijk bedrag bypassen en
voorzoover ze tevens landbouwer zijn moe
ten ze 't bedrag, 't vorig jaar voor hun stroo
ontvangen, terjig betalen en zonder uitzicht
op eenige uitkeering het stroo leveren, dat
ze uit den oogst van dit jaar hebben af te
geven.
Gasfabriek te Purmerend.
De gemeenteraad besloot tot reconstructie
van de gasfabriek en invoering van het Gof-
flnsysteem met electrische laadmachine,
waarvan de kosten f 86.000 zullen bedragen.
Volgens het plan tot reconstruotie der
gasfabriek zal o.m. een hoogere gasop
brengst bereikt worden en is een vermin
dering van bedrijfspersoneel mogelijk van
drie man in de stokerij en van drie terrein
arbeiders. Dit zal er toe kunnen leiden, dat
de gasprljs, welke 1 Januari a.s. 20 oent zal
zijn, tot 14 cent per kub. Meter verlaagd zal
kunnen worden.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeelingeri van het Handels
informatiebureau van Van der Graaf Co.'s
Bureaux voor den Handel zijn over de af-
geloopen week, eindigende 23 Dec. in Ne
derland uitgesproken 42 faillissementen te
gen 89 faillissementen in dezelfde week van
het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en! met 23 Dec. 1921
2124 faillissementen tegenover 1389 over het
zelfde tijdperk van het vorige jaar.
De Rijksmiddelen.
De opbrengst over November staat niet
meer, gelyk vroeger, met een belangryk
hooger cyfer dan voor October bovenaan in
de ry der maandelyksehe ontvangsten, maar
geeft nu, in vergelijking met de voorafgaande
maand, een achteruitgang van ruim f 1 mil-
lioen en vergeleken met November 1920 zelfs
een daling van bykans f 2s/s millioen te zien.
Een leelyke streep door de rekening hebben
de ontvangsten uit den suikeraccyns gegeven.
De laatste maanden hadden zy zich tusschen
de 3 en 3millioen bewogen en ook in het
eerste halfjaar waren zy van dien aard ge
weest, dat per saldo de uitkomsten niet veel
met die van verleden jaar verschilden. Dit
maal evenwel bedroeg de ontvangst nauwelyks
meer dan f l1/millidten, of aanmerkelyk
minder dan de helft van de opbrengst in
October en ruim f D/4 millioen minder dan
in November 1920.
De ontvangst over de afgeloopen maand
vertegenwoordigde minder dan de helft van
i/ia der raming.
Van do andera accynzen treedt die op ge
distilleerd het moest op den voorgrond met
een styging van f 1.096.000, welke het accres
sedert 1 Januari j.1. behaald tot f9.872.000
doet klimmen. In tegenstelling met hetgeen
by den suikeraccyns het geval is, kan men
hier tegenover de raming zoowel voor Novem
ber als voor de eerste elf maanden een zeer
belangryke styging waarnemen. Echter is een
accres van f 9.8 millioen op een bate, die ver
leden jaar in de eerste elf maanden f4>.8
millioen bedroeg, niet by'ster groot, wanneer
men bedenkt, dat door de acoynsverhooging
de heffing werd verdubbeld. Zonder dat zulks
met volkomen juistheid valt na te gaan, schynt
toch uit het behaalde resultaat wel te mogen
wórden afgeleid, dat het drankverbruik sedert
de invoering van de verhooging aanzienlyk
is achteruitgegaan. Aan den anderen kant
schynt het verbruik van bier en van wyn toe
te nemen. By den bieraecyns is er nu sedert
1 Januari, na een styging van f146.000 in
November, een vooruitgang van f 1.202.000
(43 pet.), terwyl de ontvangsten uit den wyn-
accyns met f246.000 (18 pet.) zyn toegenomen.
Ten aanzien van deze laatste styging valt op
te merken, dat de lagere valuta's, de Duitsche
zoowel als de Fransche, er toe geleid hebben,
dat menigeen zyn voorraad tot schappelyken
prys is gaan aanvullen.
By het geslacht was er ook in de afgeloo
pen maand een vermindering, en wel ten
bedrage van f 428.000, waardoor de aohterstand
over do eerste elf maanden nu een hoogte van
f2,846.000 (21 pet.) heeft bereikt. Het steeds
toenemende verbruik van het goedkoopere
buitenlandsche vleesch, waarvoor geen accyns
is verschuldigd (wel invoerrecht) en voorts de
dalende veepryzen, zyn van belangrijken in
vloed op de ontvangsten uit dit middel.
De bronnen van inkomsten, die meer als
maatstaf kunnen worden aangelegd ter be
oordeeling van den algemeenen oeoonomischen
toestand, hebben ook ditmaal aanzienlyke
dalingen aan te wyzen. Zoo zyn de registratie
rechten in November met niet minder dan
f 1.766.000 ten achter gebleven.
De daling van f 865,000 by de zegelrech
ten is ook ditmaal voor een groot gedeelte
teweeg gebracht door de sterke vermindering
(ten bedrage van f 483,000) ln de ontvang
sten uit de beursbelasting, die de Btilte in
zaken aan de fondsmarkt wel op zeer duide-
ïyke wyze in het licht stelt. Sedert het begin
van het jaar is de opbrengst van deze z.g.
beursbelasting slechts f 3,018,000 geweest,
tegen f6,899,000 een jaar geleden. Deze achter
uitgang, ten beloope van bykans f 4,000,000,
vertegenwoordigt verreweg het grootste ge
deelte van de daling van B'/-» millioen in de
geheele opbrangst der zegelrechten.
Als «en gevolg van de algemeens malaise
en van de daling der pryzen zyn ook ditmaal
de invoerrechten en het statistiekrecht by
verleden jaar ten achter gebleven en wel mot
resp. f 698,000 en f 120,600. De inkomende
reohten zyn sedert het begin van het jaar
niet minder dan f 9!/i millioen by verleden
jaar ten achter geraakt.
By de directe belastingen, die voorloepig
nog den schyn van betrekkefijk ruime in
komsten biyven redden, was de hooge op
brengst van de dividend- en tantièmebelasting
over November het meest verrassend. Niet
minder dan f 4,558,000 kwam hieruit binnen,
een hooger bedrag dan in de bykans drie
jaren, waarin deze belasting baten afwerpt,
werd verkregen.
Het aanzienlijkst, althans vergeleken met
verleden jaar, was echter weer de styging
by de inkomstenbelasting, ten beloope van
f 1.091.' 00, goeddeels nog als een gevolg van
het inhalen van achterstand. Intusschen heeft
de styging van dit middel over de eerste elf
maanden een hoogte bereikt van nagenoeg
f 22 millioen. Doch, gelyk reeds vroeger op
gemerkt, ligt het bedenkelyke voor de schat
kist hierin, dat de hooge baten uit deze
en de andere directe belastingen mettertyd
vermoedelyk voor schromelykc dalingen zullen
plaats maken.
In de eerste elf maanden van het loopende
jaar heeft de schatkist uit haar gewone bronnen
f 399.6 millioen ontvangen, togen 398.5 millioen
verleden jaar, een voordeelig versuhil derhalve
van slechts f 1.1 millioen, waaruit dus biykt,
dat de boven vermelde, soms zeer belangryke,
afwykingen by de diverse middelen vrywel
tegen elkaar hebben opgewogen. Uit andere
dan gewone inkomsten hesft de schatkist nu
niet veel meer te iucasseeren. De vette jaren
van o.w. belasting enz. schynen nu wel achter
den rug.
Ten slotte zy nog vermeld, dat de schatkist
tot dusver uit alle heffingen, die zyn voort
gesproten uit de „buitengewone omstandig
heden" (o.w. belastin g, verdedigingsbelastingen
en opoenten voor het leeningfouüc, evenwel
zonder die op den suikeraccyns, welko geen
verzwaring van belastingdruk meebraohten)
het formldable bedrag van nagenoeg f 1.285
millioen heeft ontvangen.
Kerstcongres der S. D. A. P.
Gedurende de beid© Kerstdagen werd ln
„Muste Sacrum" te Arnhem het jaarlyksche
congres der S. D. A. P. gehouden. Wegens
de aanstaand© verkiezingen <was het gebrui-
keMj'ke Paaschcongres tlhainis een Kerstoon-
gres geworden. .De Voorzitter van het Party-
bestuur, de heer W. H. Vliegen; wees in zyn
openingsrede er op, dat de (machtspositie der
arbeiders in den laateten tijd bedreigd; wordt,
dank zy het feit, dat de arbeiders niet vol-
doende één zyn. Het is vooral het bolsjewis
me, dat tot dit laatste heeft meegewerkt.
Er zyn in de positie van die arbeidersklasse
eenige verbeteringen gekomen, maar zy tas
ten ihet wezen1 van het kapitalisme niet aan,
en zy kunnen teruggenomen worden. Dit
dreigt op dit oogenblik. Er zijn pogingen om
den herbouiw van de kapitalistische maat
schappij te doen ten koste van de arbeiders.
Het beeld van de kapitalistische maatschappij,
waarvan de kenmerkende trekken izijn con
currentie en daaruit voortvloeiend oorlogs
gevaar, is nog niet veranderd.
Meer dan ooit is thans eenheid noodig en
het herstel daarvan in de verschillende lan
den moet de eerste steen worden vooy de
wezenlijke internationale.
De spreker geeft dan een overzicht van den
toestand in ons land, waar alle groepen van
arbeiders zioh hebben te verweren tegen aan
vallen op hen gedaan, en gaat na den tegen
stand, dien de arbeiders hebben te overwin
nen. De concurrentie van vrijzinnige zyde is
doodgeloop'en', van de zyide der christelijke
arbeidersbeweging komt ook verzet, en het
N.A.S. wordt uiteengevreten door de com
munistische vernielingsbacil, waaraan ook
de communistische party bezig is ten ondier
te gaan. Daartegenover 'groeit de socialisti
sche arbeidersbeweging.
De heer Vliegen bracht vervolgens hulde
aan den heer Van Kol en biedt hem een hul-
digingsoorkoride aan, herdenkt vervolgens de
overledenen en heet tenslotte den vertegen
woordiger der Belgische Party welkom.
Des namiddags komt de heer TroelStra aan
het woord1 tot het houden van eene inleiding
over de verkiezingen van 1922. Er is, meent
de heer Troeistra, redlen aan te nemen, dat
de internationale toestand bezig is zich te
herstelen. Vooral' by dezen verkiezingsstrijd,
dient op de toenemende redactie te worden
gewezen. Deze is nog maar in haar begin
stadium. Spr. gaat na op welke wyze de re
actie zich thans al uit. De regeering heeft
gemeend aan deze reactie te moeten tgem'oet-
komen, o. a. door enkele kleine, maar hoogst
gevaarlijke wijzigingen in de Arbeidswet.
Ook de bekende woningciroulaire van minis
ter Aalberse is een voorbeeld van reactie. Ook
de inkrimping van de werkeloosheidszorg.
Ook heeft de nieuwe minister van financiën
be'ztuiniginigsplannen'.
De hoofdplicht van de arbeidersklasse by
le a.s. verkiezingen is ertegen te waken, dat
weer wordt afgebroken wat reeds verkregen
is. Wy moeten niét achteruit, maar vooruit.
Dit is no. 1: verweer tegen (die reactie. Met
dit verweer zyin de arbeiders reeds bezig,
zelfs de Katholieke arbeiders, zooals wel sterk
is gebleken uit hun betooging te Utrecht.
Veel machtiger echter was de betooging van
N. V. V. en S. 'D. A. P. in Jumi te Amsterdam;
een van de sterkste betoögingen, weike men
ooit heeft medegemaakt, en die moed geeft
voor de komende verkiezingen. Toch is de
beweging «rider de Katholieken van groote
beteekenis en geeft hoop, dat men ook daar
de noodzakelijkheid zal gaan inzien van een
heid in het verzet tegen de reactie.
Veel' ontbreekt nog aan de onmisbare (sa
menwerking, constateerde ook mr. Troelstra.
Behalve den gemeenschappeiyken vyand, be
strijdt men ook elkaar. Ook op het gebied
der vakbeweging. En juist de Katholieke
arbei'dersvertegenW'Oord'igers hebben spr. en
de 'rijnen tegen zich. De Katholieke arbeiders
moeten wy onder het oog brengen, dat zy in
de Kamer vertegenwoordigd worden door
menschlen, die steeds de dienaar® blijven1 van
het kapitalisme.
Het streven moet zijtn de groei van de
3.D.A.P. in verband met het N.V.V., die te-
samen de kern vormen van die arbeidersbe
weging in Nederland.
Tot zoover het verweer.
De aanval wordt bepaald; door het verkie-
zlngsprograun, waarvan spr. twee punten
kort wil bespreken; de ontwapening en de
socialisatie. De groote vraag is of de ontwa-
penlngsleu'ze slechts zal worden verwezeniykt
al® de .party meerderheid is, of moet naar die
verwezenlijking ook gstreefd' wordlen zoolang
de party nog minderheid is. Het Is altyd' de
talktiek geweest van de party om te streven
naar Wat direct te venkrygen is. Dit is ook
geschied ten aanzien van den' 8-uren dag.
Thans telt de party 22 van de 100 Kamer
leden; en het is niet aan te nemen, dat de
as. verkiezing een belangryke machtsver
schuiving zal plaats hebben.
De s.d. zal minderheid biy ven., en moet dus
als minderheid streven naar de ontwapening.
Is samenwerking met de katholiek-democra
tische groep mogelijk wat nielt zoo heel'
waarschyiniyk is dan werkt men samen
met 'in groep, die uit hoofde zelf van haar
program naar ontwapening moét streven.
Maar hoe ook, er zal in de richting van ont
wapening gewerkt moeten wordlen, want de
ontwapening mag niet enkel den leuze 'bhj-
ven. De omstandigheden zijn niet ongunstig.
Een militair, generaal Koolemans Beynen,
heeft den eisch van ontwapening gesteund,
en in liberale kringen, de nieuwe Demo
cratische party onder prof. Heeres, zoo
min als in de VjD.-party staat men er anti
pathiek tegenover.
Wat betreft de leuze van de socialisatie, er
is ook ln katholieke kringen een streven naar
medezeggenschap, dit is een stap in de
richt og van de socialisatie, en er zijln meer
verschy'niselon, die in de richting van sociali
satie wyzen. Het vraagstuk van de bedryfs-
organisaltie is nog niet in .zoodanig gevorderd
staddulm, dat daaromtrent nu reeds overleg
met de katholieke arbeiders mogelijk .is. Dat
behoeft ook niet. .Het denkbeeld van mede
zeggenschap leeft overal', en dat moet by de
a.s. verkiezingen in verband worden gebracht
met. de socialisatie.
Nog kort stipt spreker aan de overige pro
grampunten, daarby erop wijzend, dat de ko
loniale politiek een belangrijker plaaats in
het program van de party zal moeten gaan
innemen dan tot nu toe.
'Tenslotte behandelt spreker de vraag van
deelneming aan de regeering. Indien een
sterke machte ontwikkeling vau de party bij
de verkiezingen de tegenstander® zal over
winnen, zal 't inderdaad de vraag zijn wat de
oonsequenties daarvan zullen zyn. Reeds het
verkiezlngsprogiram van 1918 heeft deelne
ming aan de regeering niet uitgesloten ver
klaard en slechte afhankeiyk 'gesteld van de
constellatie. Van den stryd, dien wij zullen
voeren, en van het resultaat van dien strijd
zal het afbangen of de SjD.A.P, deelneming
aan de regeering kan overwegen en dan nog
zullen eerst allerlei zaken bezien en bespro
ken moeten worden alvorens een werkpro
gram kan worden vastgesteld. Van de zyde
van de Kath. democraten is samenwerking
in één regeering niet onmogelyk genoemd,
maar reeds by. voorbaat is als eisch gesteld
samenwerking imet de geheele Katholiek»
partij. Gp hetzelfde standpunt ten aanzien
van zichzelve staat de SjDA.P. tegenover
de uitgesproken eisch van de Katholieken,
dat de eenheidsmotie over boord' geworpen
zou moeten worden.
Onder de verschillende resoluties, die in
behandeling komen, is o.a; ook die van de
onvereemigbaarheid van functies. Een voor
stel van het partybestuur, om te verklaren,
dat men niet kan zyn wethouder van een der
vier groote steden of burgemeester van een
belangryke stad en kamerlid. Met dit voorbe
houd, dat ten aanzien van bestaande gevallen
de Partyraad uitzonderingen zal kunnen toe
staan, wordt na eenige discussie aangenomen.
De tweede congresdag ving aan met een
rede van den heer Wibaut, die rapport uit
bracht voor de commissie ter voorbereiding
van de behandeling vaD het verkiezingspro
gram. De commissie heeft zich gesteld op het
standpunt, dat een verkiezingsprogram van
sociaal-demoeraten moet zyn principieel. Er
behoeft echter niet in te staan alles wat in
het beginselprogram en in het strydprogram
staat en het moet de consequenties van de
nieuwe verschijnselen aanvaarden. Aan de
ontwapeningsparagraaf stelt de commissie voor
toe te voegen „vrystelling van militairen
dienstplicht voor ernstige dienstweigeraars",
al&mede om aan de party op te dragen een
intensieve propaganda te voeren voor de
verwezenlijking van den ontwapeningseisch.
Voor de par. betreffende de buitenlandsche
politiek worden geen wyzigingen voorgesteld.
Evenmin voor die over de bedryfspolitiek.
Voor den landbouw enkele amendementen,|die
geen principieels wyziging brengen. 24 afge
vaardigden voerden na de uiteenzettingen
van den heer Wibaut het woord over de ver
schillende punten van het verkiezingsprogram.
De voorgestelde wyzigingen waren evenwel
sleehts gering.
De heer Toelstra stelde hierna als conclusie
van iyn inleiding over het verkiezingsprogram
de volgende motie voor:
Het eongres, ten opzichte van eventueels
deelneming aan de regeering verwyzende naar
de in het verkiezingsprogram 1918 gestelde
▼oorwaarden, besluit, indien de omstandig
heden het vraagstuk te eeniger tyd urgent
kunnen maken, de beslissing daaromtrent in
handen te leggen van een buitengewoon eongres
der Party, nadat aan de vakbeweging daar
omtrent gelegenheid tot overleg is gegeven.
By de repliek zegt mr. Troelstra in ant
woord op een gedane vraag, dat sedert het
vorig congres de Party niet meer staat op het
standpunt van de militaire landsverdediging.
Dientengevolge zal de Kamerfractie zieh even
tueel verzetten tegen het toestaan van alle
mobilisatiecredieten.
Ten aanzien van erentueele deelneming aan
de regeering zegt spr. dat ten deze geen uit
spraak kan worden gedaan dan nadat de uit
slag der verkiezingen bekend zal zyn. Toch
kan het noodig zyn vooraf een standpunt te
bepalen, en daarom heeft spreker zyn motie
voorgesteld.
Nadat de heer Wibaut de verschillende
sprekers heeft beantwoord, en eenige wyzi
gingen zyn overgenomen door de commissie,
wordt het verkiezingsprogram evenals de
motie Troelstra by acclamatie aangenomen.
INGEZONDEN.
67)
Antwoord aan don heer K. Keuris.
Anna Paulowna, 24 Dec. 1921.
Waarde heer Keuris.
De redactie had niets in ons Raadsvemlag
besnoeid. Neen, de zaak is zóó: Vrijdag
was de Raadszitting, zoo u weet; Zaterdag
morgen kon ons verslag dus pas de redactie
bereiken, terwyi reeds met do middagpost
het Zaterdagnummer aan de lezers in onze
gemeente bezorgd word. Toen we nu onder
het sohryven' bemerkten,; dat ]ons verslag
wellicht te groot zou kunnen worden, om
nog te kunnen worden opgenomen, beslo
ten we, het laatste gedeelte (waaronder uw
rede en de bespreking naar aanleiding van
het adres, ingezonden door Herwonnen Le-
venlskracht) zooveel mogeiyk te bekorten.
Uw narede, toen de heer Jonker als admini
strateur benoemd was, hebben' we dus in
die door U gewraakte zinsnede meenen te
kunnen samenvatten. Had een der andere
Raadsleden, laten we zeggen de heer Looy,
precies hetzelfde gesproken wat nu door u
werd gezegd en we hadden diezelfde rede
samengevat in de woorden: „De heer Looy
betoogt daarop uitvoerig, dat de Raad beter
had gedaan den heer Keuris in plaats van
den heer Jonker te benoemen. Hy hoopt er
evenwel het beste van!" dan zou de heer
Looy, daar zyn we zeker van, aan dat zin
netje volstrekt geen aanstoot hebben geno
men of hebbenl gemeend, dat het door hem
gesprokene onjuist was weergegeven.
Het zou dan ook om alles maar beter zijn
geweest, dat een der vier Raadsleden, die
op u hun stem uitbrachten, die nabetrachting
had gehouden. Nu ge echter zelf naar aan
leiding der benloeming van Jonker aan hel
vergelyken zyt geraakt, wat natuuriyk zon
der het bespreken der beide personen die op
de voordraoht stonden, volslagen onmogeiyk
was, ja, nu gelooven wy 'graag, dat onze
korte samenvatting van uw redie u wel wat
cru moet voorgekomen zyn. Thans weet u
echter, waardoor wy tot die beknoptheid wer
den verleid en zult u dus wel willen aanne
men, dat het heelemaal de opzet niet was,
om u onaangenaam te rijn.
DE VERSLAGGEVER