UIT DE WIJDE WERELD
BEKERDE MANNEN
VOOR DE MEISJES.
Populair Bijvoegsel van de
HELDEftSCHE COURANT,
van Zaterdag 21 Januari 1922.
ssfiSBBSBBseessisisssassas»
§£^S&S532SB2S59ftS2S5Sf
IV.
„Pas op", eti Jaaati*©, terwijl Pt tsaar d©
De Familie-aangelegenheid van Vrouw
Kunst!
't Juiertje
1^0. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
E®u Doopplechtigheid op dèn Grootea
Oceaan!.
Omtrent den middag zou de groot© Hol-
landëcihe Mailstoamer op den Atiantischen
LHieaan d© Linie paaseeren
Op het eerste midden-ruiimidelk -was ©en
hoek van emigranten-passagiers vrij gemaakt
en door matrozen •was uit een aan de vier
hoeken hoog opgesjord soheepszeal ©en wa
terbassin gebouwd. De bootsman had- de dek-
waschleiding aangeschroefd ©n vroeg in den
morgen al stond er tot haivemans-hoogt© ©en
zoute zee als ©en badvijver aan dek.
Om half ©li na het bouillon drinken
ging Martin, de tweede klasse portmigees-be-
diehde met zijn gong rond ©n dreunde zware
slagen ais een omroeper door de klassen.
Uit alle deuren en hutten kwamen de toe
schouwers.
Vanuit de kuil door den dienstgang stegen
naar het middendek tweemaal drie matrozen
tn hardblauwe nieuwe pakken. Dat was de
voorhoede! Hun gnuif koppen onherkenbaar
tot mombakkessen van diepen ernst vertrok
ken en eerbiedwaardig van de bruine plksel-
baarden over de helle schmink, zetten ze zich
ooi het waterbassin als voot "in ©eredienst
Ze sloegen rytteiisohe cadans-tempo's op
gedrapeerd© biikdeksels met km-3a tten en
kombuislepel®. Een roerde nijver do trom van
den baas-timmermanterwijl de buitensten
wangeluiden voordroegen op Hinkende blik
ken borden van de derde klas. In stille bo-
droefeniis van ernst ging voorop de lampenist
en plantte op den buitlensten bassinrand een
zilver geverfde drietand, waaraan levenloos
'n emigranten-haring stak. "in Pot schuim-wit
en het machtig allumJinium scheermes werd
door een bakszoon-page achter hem gedra
gen.
Niemand zag meer de groot© zee of hoorde
den wLndzoem
Nieuwsgierig en half angstig wachtten wij
als dn oen theater, waar de voorstelling be
ginnen zou
Toen kwam hij!.De groot© Kooingl.
De God!
Als een wereld gebiedend vorst schreed hij
aan over het breede promenade-dek, de mar
tiale herkuul-rflguur van eeni diepzee-heer-
seher onder de wijde zeildloekmaskerade ver
borgen.Zijn eerbiedwaardig© witte haar-
kop was bloot en trotseerde den zeewind. Z'n
baard droop af tot op de borst.
Achter hem in deemoed en eerbied, He
pen twee woest gebaarde gardisten van het
water in oliepakken en van smeer glimmende
zuidwesters. Zij bleven den god trouw toen
deze zloh onverschrokken i» den zouten
waterkubus zakken Het! *n Luid© schettering
klonk uit de muziekinstrumenten van de
matrozen.
Het Midsoheepsdek leek een theaterzaal,
die ©vervuld van publiek was. Men durfde
niet te lachen, zoo was een oogenblik van
hanige vrees voor den mysterleuzen zeegod
over de toeschouwers gekomenOver alle
dekleuiningen lagen d© kijkers. Beneden was
de onbekend© Linie^vorst en boven op hst
sloependek zag de kapitein ernstig toe
Wat zou er gebeuren
Opeens «teeg er rumoer als een zucht oim
hoog en ging over in een half benauwde
schreeuw. De Neiptunus-god weer uit het
water omhoog gerezen had een korte wenk
gegeven en reeds knevelden zijn onverbidde
lijke dienstknechten een weerspannige pas
sagier op het tweede Mas dekAis 'n mach-
telooze schoot de getroffene vooruit en
joempte tot een vreugdeoffer onder feil© piea-
singen in het ruime bassin
De vrouwen gaven li gilletje.De man
nen joelden
Da's een!De helpers grepen ai weer
den drenkeling uit het klotsende water,
smeerden tot een witte sneeuwlaag zijn hoofd
met schuim en Neptunus zelf hot breed
uitgeslagen scheermes honteerend, sloeg hem
tot waterridder en gaf hem toegang binnen
de wijduit liggende grensgebieden van zijn
heilig rijk door middel van een volle puts
zeewater in zijn ademhappend gezicht
Half «tikkend in een waterpróeating kwam
iSSGHBFOESTra TEGEN WIL EBf
DANK.
„Ik vind, dat je er snoezig' uitziet", aai
Jasmine.
JBn precies geschikt voor zulk modderig
weêr", voegde Jasmine's vader er bij', „hcht
blauwe kousen en schoenen".
„Groen", zei Jasmine, lichtgroen".
[jNu, wat hot is, en bijna niets.
,3»t", zei Jasmine.
,Jk bedoel, dat het zoo koud is. Je weet,
dat ik Heiena's schouders net zoo goed be
wonder als jij".
„Is hij niet verschrikkelijkzuchtte Jas
mine.
„Het weêr bedoel' je zei haar vader, „net
stortregent!"
„Beste vadertje'zei Jasmine rusUg, „[heb
ben we u niet verteld1, dat Helena'» broer ons
zijn dichte auto stuurt? Alleen moeten we
vroeg weg, omdat ook de familie Sounder er
nog mee gehaald moet worden".
„We zullen dus de eersten rijn. I» er geen
lied over:
„Wij zijn het eerst op het bal; op het bal",
en Jasmine danste neuriënd door de kamer.
„Ratel", zei haar- vader, maar hij zei het
zachtjes met een liefdevollen blik op zijn
moederloos dochtertje.
de ingewijd© het trapje af. D© god lachte ver
genoegd als 'n Sater en de roodbehaarde
bootsmanshanden uit de wijd© zeildoekmantel,
schikten de witte baard recht
De volgend© joempte al onder luid gejubel!
De Purser wees ongemerkt ©en passagier
aan, die in een dunne flanellen broek het
oogenblik van zijn noodlot al te Verbeiden
stond.De een na den ander werd onder
worpen aan het onverbiddelijk bevel- van den
Zee-heerscher. Stilletjes werden namen ge
noemd en ie-zag tersluik rond zich of de ge
vreesde zee-lakeien niet in d© nabijheid kwa
men Sommig© kwamen al beverig zich
in hun handen geven. Vluchten hielp niet!
De achtervolging was strenger dan in de tij
den der Inquisitie, de spionnen loeiden
overal!
Ook de bedienden gingen er aan. De rijzig©
kapiteinssterward had al eenig©malen om
gezien naar den jongen logies-bediende, die
z'n eerst© reis maakte. Op een goedkeurende
wenk van de logiesgasten greep hij hem on
voorzien onder de armen en joempte hem
pardoes in de waterwoeling.D© baas-tim
merman en de bootsmansmaat, als krijgaad-
judanten van den god, grepen hem vast en
telden bij het op en neer gaan van het drui
pende lichaam van den jongen.Een..
Twee.Drie!
Eh!Eh!Ik stik.schreeuwde
hijgend het verbluft© slachtoffer.Me
klokkie!me klokkiel.
Onderwijl er op ©en oogenblik twee ste
wards tegelijk in het zeebad zwommen, was
het weer de oolijke pureer, die een geheime
wenk gaf.... Onbewust van het gevaar,
waaraan hij bloot stond, leunde <3© eerste
violist van het strijkje in zijn meest deftig©
houding over de ballustotde.Hij scheen
het een verbazend amusant schouwspel te
vinden en lachte leder© keer opnieuw luid
keels!
Maar voor hij er izioh rekenschap van kon
geven, wiegde hij reeds boven 't woelend©
water, gegrepen door rappe handen.
Twee violen met 'n bas-bes-bas!
joelde d© menigte.... 't strgkorkest
hoera!
Hoei.Hoep!kammandeerde
Neptunus en plonsend in een wijden smak
dompelde de muzikant heel d© begenadigd©
houding van artisticiteit verloren» diep onder
water.
D© zeegod grijnsdeDe muziek lawaaide
door de ruimt©!.
Bleek van d eoverstroaming rees de orkest
leider van de trawanten dadelijk gegre
pen Lange, glimmend natte haarpegels
dropen zijn kaal-bloot gekomen (kruin langs
en in een vreemde aandoening ontsteeg hij
snel het doopbad, gedrapeerd van zeedrup-
petetralen.
Vain alle kanten daverde het applaudisse-
ment voor den violist en taterde de blilcmu-
ziek van de matrozen. En de waterparelende
scheepsspeler in een onbesefte verbouwe
reerdheid bulkte en boog aan de Hein© trap
in een sierlijke reverenoe, glimlachend en
dankbaar als moest hij de hulde in ontvangst
nemen voor een grandioos gespeeld bravoux-
nummer
Toen luidde de bel voor de lunch!.
En in de eerste klas eetzaal doopte nu ver
der de kapitein met een 'groot© eau de colog-
ne-sproeier de aanwezige dames-nieuwelin
gen en gaf hun uit naam van den Zeegod
Neptunus het recht voor eeuwig binnen de
grenzen van de Linie te komen zoo vaak zij
dit wilden
Daarna weid er op de plechtigheid gege
ten en.gedronken!
Dr. Carel Brenaa.
UIT HET LEVEN ONZER GROOTE
MANNEN.
J. GL Molière.
Dws week juist genomen IS Januari
is hef drie eeuwen geleden, dat in Frankrijk
werd geboren de zoon van een kamerdienaar
van Loderwijk XIV. en die den naam kreeg
van Jean Baptiete Poquelin!
Deze Jean was aanvankelijk de Ueveling
van rijn vader, die hem een zoo goed moge
lijke opvoeding geven Het en gouden droo-
nian over hem droomde.HjJ nood zijn
zoon naar het Jezuieten-college en daarna
naar 'de beroemde stad Orleans qm hem te
laten studeeren in de rechten en vhn hem te
maken: Een man van de wereld bekend
en geëerd in het Fransche Koninkrijk en de
trots van zijn Vader!
Maar de zoon was ongehoorzaam en eigen
zinnig. Hij kon niet luisteren naar de voor
spiegelingen en eindelijk dreigementen van
zijn vader.
En hij ging den verkeerden weg op!.
Hij werd komediant!
Jean Baptiste Poquelin verliet zijn vader
en zijn studie en verborg zich in een achter
buurt van Parijs. Om zijn familie geen groo-
tere schande aan te doen, veranderde hij zijn
eerbare familienaam en noemde zich voort
aan: J. B. Molière.
In de Parijsche achterbuurt vormde hij
onder zijn schuilnaam een tooneel-gezel-
schap „L'Hlustr© Theatre" geheeten en
speelde ruwe en zede-striemend© kluchten
die hijzelf vervaardigd had.
De Familie en heel de zichzelf- respectee-
rende voorname wereld dier dagen sprak
er schande van. Het zou nog slecht afloopen
met dezen onfatsoenlijken slechtaard.
En het scheen werkelijk de slechte kant
op te gaan. Het gezelschap floreerde niet.
De haas van de troep kwam zelfs in de gij
zeling terecht wegens gemaakte en achter
stallige schulden.
Het was zijn vader, die ten slotte zijn goe
de hart voelde bovenkomen en door middel
van een borgstelling rijn zoon in vrijheid
kreeg.
Maar Jean Baptiste was onverbeterlijk!
Hij gaf zijn pogingen niet op en bleef rijn
zelf gekozen roeping trouw. De komedian
ten-troep vertrok uit Parijs en naar de pro
vincie en zwierf hier rond met de altijd door
Molière, den directeur, gemaakte kluchten
en blijspelen, 'n Enkele maal wisselde het
repertoire met een stuk van Corneille, die
Molière in Rouaan getroffen had.
Na jaren keerde het gezelschap te Parijs
terug en door bemiddelingvan een oud
schoolvriend kreeg Molière vergunning eens
voor den Koning te spelen. Dit was in die
dagen een buitengewone gunst en voor den
blijspeldichter werd deze nog verhoogd door
het feit, dat de Koning behagen schiep in
zijn spel en zijn vrijmoedige geestigheid.
Voor des Konings vermaak verbond deze
hem els z'.y. Hof-troep aan den dienst van
zijn Paleis en dit was het grootste ssoces
sn da meest beteekenisvolle erkenning, wel
ke MoUère ooit verwierf.
Eijn toekomst was in finentleelon sin nu
vrijwel verzekerd, maai daarmede hield ook
alles op. Hij was de nai van de hofhouding,
waar niemand zijn fijnen geest begreep en
hij onverminderd de schimpscheuten en san-
vallen van d© hof-dames en heeren en de
voorname wereld te verduren had. Men nam
hem kwalijk dat hij de zeden van zijn tijd
hekelde.
Niettemin ging hij voort schreef in to.
taal ongeveer dertig tooneelwerken en speel
de dag in dag uit zelf hierin de hoofdrollen.
Op den avond van den 17en Februari 167S
speelde hij voor den vierden keer de hoofd
rol in zijn stuk „Malade Imaginaire" (De
Ingebeelde Zieke). In een van de meest in
drukwekkende scenee overviel hem een
bloedspuwing. Hij werd naar zijn woning in
de Rue RicheUeu gedragen en overleed daar
nog denzelfden nacht'—- 51 jaar oud.
En getrouw aan de'tegenover hem aange
nomen houding en overtuigd van zijn min
derwaardigheid, werd vanwege den Prefec
tuur verboden zijn lijk overdag en op
de gewone eervolle wijze te begraven:I
9
Zoo dacht men driehonderd jaar geleden
over de Fransche Tooneelspeeliunst en de
Fransche tooneelspelers.
Honderd jaren later plaatste men een mar
meren Buste van MoUère "in de vergaderzaal
van de Academie Francaise de zaal der
onsterfelijken Nu ontdekte en begreep
men dat in dezen man was heengegaan een
vernieuwer van het Fransche Blijspel en de
edelste moralist van zijn tijd. Nu kocht men
zijn woning in de Rue RicheUeu aan en
zette een godenkteeken'op de plek waar hj
stierf. Nu drijft een groot deel van de Roem
rijke Fransche Kunsthistorie mede op zijn
naam en zijn werken en meeningen over
heel de beschaafde wereld verspreid.
Op het oogenblik wordt in Parijs een
Molière-museum gesticht en is voor eenige
dagen/ geleden onder aanwezigehid van a
wat naam heeft in de Fransche Kunstwereld
een MoUère-tentoonstelling geopend.
De eerstvolgende week zal door het gezel
schap van de -Kon. Vereeniging Het Ned.
Tooneel onder leiding van Dr. Willem
Royaards een voorstelUng worden gegeven
van „De Misanthruop" van Jean Baptiste ter
herdenking van zijn BQO-jarigen geboorte
dag.
In den afgeloopan week werd reeds het-
selfde gedaan door het Hollandsche Gezel
schap „Het Schouwtooneel'1 onder directie
van Jan Musch en Adr. van der Horst. Men
speelde in den Haag voor dit doel hetzelfde
stuk, waarin Molière hot laatst speelde en
als het ware stierf: „De Ingebeelde Zieke".
Gekomen aan het gedeelte in het stuk, waar
MoUère de bloedspuwing kreeg staakten
de ertlsten het spel.
„Mx. Gooding, u imoet ous vast een pretti-
gen avond toewenscben", sprak Helena.
„Zoo prettig als juffie verdienen, hoor!"
„Dan zal het reusachtig zijn", song Jas
mine.
„Hun", iel mr. Gooding. „Maar is dat juffis
auto, die ik daar hoor? Wat is 't voor een
bal, waar juffie heen moeten?"
„Medische studenten", zei Jasmine, „en
daar Helena ook een medja, het is de
wagen".
„Nu vadertje, wel t© rusten!"
De Tegen kletterde tegen de ruiten en mr.
Gooding zat stil en luisterde er naar, beden
kende, dat zijn middelbare leeftijd' toch wel
vergoeding gaf, omdat hij nu niet meer naar
dat .gespring" behoefde te gaan. Hij hoopte,
dat 'jasmine geen kou zou vatten, ofschoon
niets die sterke, jonge persoontjes scheen te
kunnen deren.
Intusschen zaten de meisjes in de auto,
terwijl ze opgewonden praatten. Heit was een
bijzonder bal. Niet alleen heit eerste van dit
jaar, maar ook het eerste door de medische
studenten georganiseerd.
Helena studeerde in de medicijnen en Jas
mine was haar vriendin en tevens dis van
Heiena's broer, den dokter. Ze voelde zich
opgewonden en angstig. Geen van de beide
meisjes liet merken, dat ze iets ongewoons
verwachtten, maar ieder voor zich verwachtte
het toch.
Want den vorigen avond, toen Dr. Bob
Jasmine had thuisgebracht, waa er ©enige
Onder doodsche en indrukwekkende stilte
werden kransen gehecht aan het op het too
neel geplaatst borstbeeld.
De voorstelling was geëindigd
En hiermede de eerbiedige en ontroerde
huldiging aan den gemalen voorganger aJ-
geloopen!.
D®. B.
verandering in zijn handelwijze en toen vori
ge Zaterdag Helena gevallen was op 't tennis
veld, was BUly Axiams doodsbleek geworden.
Niet dat het erg wa© als er niet» gebeurde,
maar alleen de mogelijkheid maakte het bal
heerlijk.
„We zijn er", «el Jasmine.
„Wat is 't hier donker", zei Helena.
,,'t Is afschuwelijk, dat we zoo vroeg zijn.
Het zal me verwonderen, welke kamera ze
voor kleedkamer gebruiken. Kijk uit, denk
om die plas daar!"
„O, ik trap er net in".
„Hemeltje, en ik trap in een nog veel die
pere", bromde Jasmine.
„Wat een modder 1 Waar heeft de man in
hemelsnaam...."
„Dat is de eenige deur, die ai open is, juf
frouw", zei de chauffeur.
„Dedokter zei me nauwkeurig.
,iO, dan is 't In orde", zei Jasmine, terwijl
ze 'het kleine, slecht geplaveide straatje naar
het hek overstak.
Helena duwde de deur open; de gang was
schitterend verlicht, maar de balzaal was nog
in 't duister gehuM.
Lii wanhoop keken ze naar hun schoenen
en kousen. Ze waren bemodderd imet dikke
vieze spatten. Omdat de dichte auto hen kwam
halen, was het niet noodflg geweest nog
andere meê te nemen en het was veel pretti
ger geheel gekleed te kunnen komen. Alleen
hadden ze niet verwacht, dat de hoofdingang
nog niet geopend was en hst Hsine Bijstraat je
niet beter was geplaveid.
jes
lijk
D« aanleg en uitbreiding onzer stad! Het
is zeer jammer, dat men in vroegere Jaren
iedereen maar vrij liet om naar eigen (wan)-
smaak te bouwen. Hoe zeer steekt ons stads
beeld bijvoorbeeld af bij dat van veel klei
nere, v-c©l onaanzienlijker stadjes. Onze
voorvaderen waren goede eni sterke steden
bouwers; waar vindt men een stad zoo sym
metrisch en smaakvol aangelegd ais onze
eigen hoofdstad, met baar Damplein, waar
omheen spinnewebvonnig de oude stad haar
straten spant? En men bezichtig© een stad'
als Vianen en Kuilenburg om een waar-
te schoonen aanleg te zien.
Hier heeft men maar, xnir nièhts dis Biehts
gebouwd. Zooals 4 viel, viel 4; bouw- en1 wo
ningtoezicht was er niet, ieder ging zijn
gang maar. Voorbedden? Vanuit het oude
visachersplaatsje Helder is de lintworm ge
groeid, die wij thans kennen als Kanaalweg,
en die zieh in vrijwel rechte lijn uitstrekte
tot aan de Harssens. Hieruit zijn vervolgens
straat-complexen ontstaan, «onder eenigen
logiaohen gedachtemgang ontworpen, langs
de marinewerf en de Binnenhaven. Het
stadsbeeld van Heides geeft heit aanzicht
van een lange strook waarop «enige uit
steeksels zijn gegroeid.
Zooala we reeds zeiden, heeft men thans
gelukkig ingezien, dat er een meer logisch
ontwerp moest komen, en het plan van Bo
ven is dan ook een goede oplossing. Daar
door worden da gaten, die thans ontstaan
zijn door die uitsteeksels, volgebouwd.
Maar.maarhel zal «eer d© vraa;
zijn of dil plan van (Boven ooia voltooi
wordt: hoo groot is d« behoefte hier thans
niet moer aan woningen, dat in afzisnbaren-
don tgd dit plan zal worden volgebouwd. In
ieder geval evenwel heeft men de voldoe
ning, dat tenminste het nageslacht een ge
moderniseerd en verfraaid Helder «al aan
schouwen.
Trouwens op dit laatste gebied, modern!
seering en verfraaiing der stad, zijn al goede
en, in aanmerking genomen de beperkte
geldmiddelen waarover wij beschikken, gun
stig geslaagde pogingen gedaan. Wij den
ken hier aan de breede en goedbestrate stra
ten die naar het Tuindorp voeren, aan de af
sluiting van het Spuikanaal zelve, die straks
van het Weafcpleiï\ een aantrekkelijk punt
zal makent aan de vele moderne winkel
huizen, die verrezen zijn of bezig te verrij
zen, en die alle blijk geven van een ernati-
gen wil om iets te bereiken. Met belangstel
ling zien wij dus naar de verdere ontwikke
ling onzer stad, ook bulten het nieuwe uit
breidingsplan.
DIALOGEN.
Oharltél.
MorgeHeb Je al geofferd?
Geofferd?.Ik heb 'n „Li©bs»c«bs*
weggestuurd voor m'n neefiea en nlchies is
Thüringen.de schapen hebben niks.
en meteen een voor de Oostenrijksche kin
deren een voor Hongarije.
En voor Rusland?.
Voor Rusland ook Voor da Wolgs-
gebieden en de Gantakof-districten en Marx-
stad.
Ik ben dichterbij gebleveh.
In de Drentsohe Friesche Venien?.
Ja daar heb ik postwissels heen ge
stuurd. En verder ooo hier en daar.
Wat me inviel!
4 Leger des Heil*?.
Juist en 't Nationaal Reddiagslagsr en
het Nederlandsche Heilsleger.... En Lief
dadigheid naar Vermogen en Het Toe
vlucht voor onbehuisden van Jonker.En
de Vereeniging voor Bêhoefttgen.
Ik steun de werkloozenk assen.
En ik de Prins Hendrik Stichting.
En het Nederlandsche Armbestuur
en da Vereeniging tot ondersteuning van
„Wat vervellend", mopperde Jaamlne, dan
barstte ze tn (lachen uit.
„Gelukkig zijn we erg vroeg; we kunnen
nu onze kousen uitwaaachen en wanneer de
schoenen droog zijn, borstelen we de modder
er af. Link» ia een kleedkamer imet warm
water en de buizen van de verwarming".
„Kom, gauw!"
„Den hemel' zij gedankt, dat we zoo vroeg
zijn", zei Helena eenig© minuten later.
„Jasmine, je bent net een schilderijtje tn
die japon met je btoote voeten!"
„Jij ook", lachte Jasmine. „Het zal niet
lang duren dat ze droog zijn, want we hebben
ze goed om de buizen gerold. Mijn voeten
zjjn steenkoud! Laten we in die kamer gaan,
ik weet dat daar een vuur moet zijn. Ik wou,
dat we de plaid niet in de auto hadden ge
laten".
iZe lieten de kousen en schoenen in den
steek en gingen in de aangrenzends kamer,
waar een heerlijk vuur brandde.
Ze trokken een sofa er vlak voor en nes
telden zich in de kussens (met hun voeten
onder zich gebruist. Het was daar heerlijk en
mogelijk hadden de meisjes al langer ge
wacht dan ze dachten of hadden sommige
auto's dubbele dienst te verrichten, zoodat de
minder voorname gasten het eerst moesten
komen. In elk geval sprong Jasmine plotse
ling met een verschrikt gezichtje overeind.
„Mensohen".
,tN. .nee", zei Helena, en in haar wanhoop
stak m haar bloot© voeten voor zidh uit.
Weduwen en weezen,
En de T.B.C.-besirtfding?.
Ook en de Vereeniging „Monteflo-
re9.Want ik ben lid van de Ned. Maat
schappij van Weldadigheid.
Zoo!.Ik van den Oenfcraaï-bond vaa
Phil antaropische Vereenigingea in Neder
land 1.En bestuurslid van de Vereeni
ging „Dorcaa® en ras „Barnabas" en tas
.Johannes"
Ja.Be doe ook nog al wat aan «Be
dingen.Steun aan hulpbehoevende blin
denen aan verwaarloosde kinderen!.
Ik heb zoo langzamerhand al 'n heels
verzameling bloemetjes en kruisjes en
Hompjes eö speldjes.... allemaal gekocht
op 4 Damrak.Voor „Sobriëtas" en 4
Russische Kind en de nagelaten betrekkin
gen van de omgekomen visschers.
Precies En ik hi serie lootjes van het
comité voor de Russische Intellectueelen ea
voor de wederopbouw van de slagvelden ia
België eni Noord-Frankrijk.... en voor het
Marine-monument.
4 Wordt een keek amafctg roo Img-
zamerhand.
Omslag?Ik horren «onplssf Ad
ministratie vanDat kost sas driekwart
van den dag.
Morge.
Morge.tot risaa.
LBVBNG-LIEDJE.
Hst Boem-proess.
vaa Dr. Brenaa.
Harm en Teun, twaa stoere boa
Hadden ruzie om ©en pe©r.
't Was 'n vrucht van Harmen»' beempja
En bij Teunia viel-i© neer.
Harm en schold: „Dat is gestolen"
Teunia ael: „Je bint "n sot".
Toen riep Harmen: „Prooedeecas".
„Of "k slaon je kop kapot".
En bij spande paard en wagen.
Reed naar bungecmeeetenf huis
Vroeg aan Maaike, die er diende:
„la de bargemeeater thoia?"
En boer Teunia sprong de sjees la.
Reed naar burgermeest era' huis
Vroeg san Maaike, dl» «r diead©:
Js de bargemeeater thols?"
„Btrgemeeuter*' sprak boec Han*«tt
,1 Was verdraaid m'n eigen p*v
't Mot maor veur de rechtbank komma.
Want ik mot m'n vrucht© weer*M.
„Eu ik hew 'm niet gestolen"—
Riep boer Teunia Want maia toin
Leit pal naast zaln peereboomke.
Eb 4 hiele ding staot skoin".
En hoe gaat 'i met de koeien"?
Sprak de burgemeester toen:.
„Kan Je merrie nog zoo draven?"
Wil de zeug 4 nogal doen?"
larmen," Bargemseskr,
om an te zien,
Al m'n beeaten bin zoo fleurig,
Zukke het 'r vaat niet ien?".
Wil de zeug t
„O, riep Ha
't Ia een lust
En boer Teunia schikte nader,
Toen de burgemeeater vroeg:
„Of de kazen lekker waren.
„Of de boomgaard nogal droeg".
•Kaoze hew *k aa pompoene'1.
Praatte buurman Tennis blij,
„En de boogert het 'n vrucht©
4 Ia geweun liefhebber ai"
Teunls pochte op de kazen.
Harmen praatte van de zeug.
Burgemeester gaf de pijpen
En ze klonken voor een teug.
Burgemeeater lachte fijntjes,
Toen hij belde boeren prees.
En ze draafden vroolijk .jhulsto©"
In de dogcart en de sjees.
Iedereen zei: „Beste buren".
Harmen ging met Teunia mee
Toen ging Teun bij Harmen Hjkeu.
Aan 't p r o o e dacht geen van twee.
Hieronder laten wij een uittreksel volgen
van de Familie-veriioudintgen van de ons alle
welbekende artistieke vrouw „Kunst", waar
over wij de vorige week spraken:
Haar Grootvader is: De Oude Kunst!
Haar vader is: De Kunstemaiker!
Haar moeder is: De Oefening (want d©w
baart kunst).
Haar voedster was: Kunstmin!
Haar broeder ia: „Toon Kunst".
En haar kind is: 'n Klein Kunstje".
deur keek.
Helena trok haar voeten weer op en keek
eveneens.
Twee heeren en een dame kwamen binnen,
keken eens rond en gingen weer been, of
liever gezegd, ieder afzonderiljk, want de
beid© heeren bleven ln de deuropening staan
en staken een cigaret op. Het waren beide
vreemden.
De meisjes keken elkaar wanhopig aan.
„Als ze nu maar weggingen", zei Helena.
„Kuch eens of je de Hnkhoeot hebt",
stelde Jasmine voor.
„Ze zullen de kinkhoest er .niet uLt hor-
kennen!"
„Doe,doe of je riek bent, zei Jasmin©
wamhopig.
Helene schudde haar hoofd
„Ze «uien met reukzout én dergelijks din
gen komen".
„Dan schiet er niets over, dan maar te
wachten", zei Jasmin© laconiek.
Helena zuchtte.
Het leek een ontzettende tijd, voor de
beide heeren verdwenen. De meisjes aprou-
gep op, aarzelden en luisterden, maar geen
geluid werd er meer gehoord, noch van stem
men, noch van stappen. Ze renden door de
gang naar de kleedkamer. De deur was ge
sloten, maar uit de kanoer Honk gepraat en
gelach,
„Wat een menschen komen er uit", zei
Jasmine, ,Jk hoop niet.
25© zweeg plotseling ©n wees op d© deur,
waarop ©en witte kaart geplakt