UIT DE WIJDE WERELD BEKERDE MANNEN VOOR DE MEISJES. Populair Bijvoegsel van de HELDEftSCHE COURANT, van Zaterdag 21 Januari 1922. ssfiSBBSBBseessisisssassas» §£^S&S532SB2S59ftS2S5Sf IV. „Pas op", eti Jaaati*©, terwijl Pt tsaar d© De Familie-aangelegenheid van Vrouw Kunst! 't Juiertje 1^0. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) E®u Doopplechtigheid op dèn Grootea Oceaan!. Omtrent den middag zou de groot© Hol- landëcihe Mailstoamer op den Atiantischen LHieaan d© Linie paaseeren Op het eerste midden-ruiimidelk -was ©en hoek van emigranten-passagiers vrij gemaakt en door matrozen •was uit een aan de vier hoeken hoog opgesjord soheepszeal ©en wa terbassin gebouwd. De bootsman had- de dek- waschleiding aangeschroefd ©n vroeg in den morgen al stond er tot haivemans-hoogt© ©en zoute zee als ©en badvijver aan dek. Om half ©li na het bouillon drinken ging Martin, de tweede klasse portmigees-be- diehde met zijn gong rond ©n dreunde zware slagen ais een omroeper door de klassen. Uit alle deuren en hutten kwamen de toe schouwers. Vanuit de kuil door den dienstgang stegen naar het middendek tweemaal drie matrozen tn hardblauwe nieuwe pakken. Dat was de voorhoede! Hun gnuif koppen onherkenbaar tot mombakkessen van diepen ernst vertrok ken en eerbiedwaardig van de bruine plksel- baarden over de helle schmink, zetten ze zich ooi het waterbassin als voot "in ©eredienst Ze sloegen rytteiisohe cadans-tempo's op gedrapeerd© biikdeksels met km-3a tten en kombuislepel®. Een roerde nijver do trom van den baas-timmermanterwijl de buitensten wangeluiden voordroegen op Hinkende blik ken borden van de derde klas. In stille bo- droefeniis van ernst ging voorop de lampenist en plantte op den buitlensten bassinrand een zilver geverfde drietand, waaraan levenloos 'n emigranten-haring stak. "in Pot schuim-wit en het machtig allumJinium scheermes werd door een bakszoon-page achter hem gedra gen. Niemand zag meer de groot© zee of hoorde den wLndzoem Nieuwsgierig en half angstig wachtten wij als dn oen theater, waar de voorstelling be ginnen zou Toen kwam hij!.De groot© Kooingl. De God! Als een wereld gebiedend vorst schreed hij aan over het breede promenade-dek, de mar tiale herkuul-rflguur van eeni diepzee-heer- seher onder de wijde zeildloekmaskerade ver borgen.Zijn eerbiedwaardig© witte haar- kop was bloot en trotseerde den zeewind. Z'n baard droop af tot op de borst. Achter hem in deemoed en eerbied, He pen twee woest gebaarde gardisten van het water in oliepakken en van smeer glimmende zuidwesters. Zij bleven den god trouw toen deze zloh onverschrokken i» den zouten waterkubus zakken Het! *n Luid© schettering klonk uit de muziekinstrumenten van de matrozen. Het Midsoheepsdek leek een theaterzaal, die ©vervuld van publiek was. Men durfde niet te lachen, zoo was een oogenblik van hanige vrees voor den mysterleuzen zeegod over de toeschouwers gekomenOver alle dekleuiningen lagen d© kijkers. Beneden was de onbekend© Linie^vorst en boven op hst sloependek zag de kapitein ernstig toe Wat zou er gebeuren Opeens «teeg er rumoer als een zucht oim hoog en ging over in een half benauwde schreeuw. De Neiptunus-god weer uit het water omhoog gerezen had een korte wenk gegeven en reeds knevelden zijn onverbidde lijke dienstknechten een weerspannige pas sagier op het tweede Mas dekAis 'n mach- telooze schoot de getroffene vooruit en joempte tot een vreugdeoffer onder feil© piea- singen in het ruime bassin De vrouwen gaven li gilletje.De man nen joelden Da's een!De helpers grepen ai weer den drenkeling uit het klotsende water, smeerden tot een witte sneeuwlaag zijn hoofd met schuim en Neptunus zelf hot breed uitgeslagen scheermes honteerend, sloeg hem tot waterridder en gaf hem toegang binnen de wijduit liggende grensgebieden van zijn heilig rijk door middel van een volle puts zeewater in zijn ademhappend gezicht Half «tikkend in een waterpróeating kwam iSSGHBFOESTra TEGEN WIL EBf DANK. „Ik vind, dat je er snoezig' uitziet", aai Jasmine. JBn precies geschikt voor zulk modderig weêr", voegde Jasmine's vader er bij', „hcht blauwe kousen en schoenen". „Groen", zei Jasmine, lichtgroen". [jNu, wat hot is, en bijna niets. ,3»t", zei Jasmine. ,Jk bedoel, dat het zoo koud is. Je weet, dat ik Heiena's schouders net zoo goed be wonder als jij". „Is hij niet verschrikkelijkzuchtte Jas mine. „Het weêr bedoel' je zei haar vader, „net stortregent!" „Beste vadertje'zei Jasmine rusUg, „[heb ben we u niet verteld1, dat Helena'» broer ons zijn dichte auto stuurt? Alleen moeten we vroeg weg, omdat ook de familie Sounder er nog mee gehaald moet worden". „We zullen dus de eersten rijn. I» er geen lied over: „Wij zijn het eerst op het bal; op het bal", en Jasmine danste neuriënd door de kamer. „Ratel", zei haar- vader, maar hij zei het zachtjes met een liefdevollen blik op zijn moederloos dochtertje. de ingewijd© het trapje af. D© god lachte ver genoegd als 'n Sater en de roodbehaarde bootsmanshanden uit de wijd© zeildoekmantel, schikten de witte baard recht De volgend© joempte al onder luid gejubel! De Purser wees ongemerkt ©en passagier aan, die in een dunne flanellen broek het oogenblik van zijn noodlot al te Verbeiden stond.De een na den ander werd onder worpen aan het onverbiddelijk bevel- van den Zee-heerscher. Stilletjes werden namen ge noemd en ie-zag tersluik rond zich of de ge vreesde zee-lakeien niet in d© nabijheid kwa men Sommig© kwamen al beverig zich in hun handen geven. Vluchten hielp niet! De achtervolging was strenger dan in de tij den der Inquisitie, de spionnen loeiden overal! Ook de bedienden gingen er aan. De rijzig© kapiteinssterward had al eenig©malen om gezien naar den jongen logies-bediende, die z'n eerst© reis maakte. Op een goedkeurende wenk van de logiesgasten greep hij hem on voorzien onder de armen en joempte hem pardoes in de waterwoeling.D© baas-tim merman en de bootsmansmaat, als krijgaad- judanten van den god, grepen hem vast en telden bij het op en neer gaan van het drui pende lichaam van den jongen.Een.. Twee.Drie! Eh!Eh!Ik stik.schreeuwde hijgend het verbluft© slachtoffer.Me klokkie!me klokkiel. Onderwijl er op ©en oogenblik twee ste wards tegelijk in het zeebad zwommen, was het weer de oolijke pureer, die een geheime wenk gaf.... Onbewust van het gevaar, waaraan hij bloot stond, leunde <3© eerste violist van het strijkje in zijn meest deftig© houding over de ballustotde.Hij scheen het een verbazend amusant schouwspel te vinden en lachte leder© keer opnieuw luid keels! Maar voor hij er izioh rekenschap van kon geven, wiegde hij reeds boven 't woelend© water, gegrepen door rappe handen. Twee violen met 'n bas-bes-bas! joelde d© menigte.... 't strgkorkest hoera! Hoei.Hoep!kammandeerde Neptunus en plonsend in een wijden smak dompelde de muzikant heel d© begenadigd© houding van artisticiteit verloren» diep onder water. D© zeegod grijnsdeDe muziek lawaaide door de ruimt©!. Bleek van d eoverstroaming rees de orkest leider van de trawanten dadelijk gegre pen Lange, glimmend natte haarpegels dropen zijn kaal-bloot gekomen (kruin langs en in een vreemde aandoening ontsteeg hij snel het doopbad, gedrapeerd van zeedrup- petetralen. Vain alle kanten daverde het applaudisse- ment voor den violist en taterde de blilcmu- ziek van de matrozen. En de waterparelende scheepsspeler in een onbesefte verbouwe reerdheid bulkte en boog aan de Hein© trap in een sierlijke reverenoe, glimlachend en dankbaar als moest hij de hulde in ontvangst nemen voor een grandioos gespeeld bravoux- nummer Toen luidde de bel voor de lunch!. En in de eerste klas eetzaal doopte nu ver der de kapitein met een 'groot© eau de colog- ne-sproeier de aanwezige dames-nieuwelin gen en gaf hun uit naam van den Zeegod Neptunus het recht voor eeuwig binnen de grenzen van de Linie te komen zoo vaak zij dit wilden Daarna weid er op de plechtigheid gege ten en.gedronken! Dr. Carel Brenaa. UIT HET LEVEN ONZER GROOTE MANNEN. J. GL Molière. Dws week juist genomen IS Januari is hef drie eeuwen geleden, dat in Frankrijk werd geboren de zoon van een kamerdienaar van Loderwijk XIV. en die den naam kreeg van Jean Baptiete Poquelin! Deze Jean was aanvankelijk de Ueveling van rijn vader, die hem een zoo goed moge lijke opvoeding geven Het en gouden droo- nian over hem droomde.HjJ nood zijn zoon naar het Jezuieten-college en daarna naar 'de beroemde stad Orleans qm hem te laten studeeren in de rechten en vhn hem te maken: Een man van de wereld bekend en geëerd in het Fransche Koninkrijk en de trots van zijn Vader! Maar de zoon was ongehoorzaam en eigen zinnig. Hij kon niet luisteren naar de voor spiegelingen en eindelijk dreigementen van zijn vader. En hij ging den verkeerden weg op!. Hij werd komediant! Jean Baptiste Poquelin verliet zijn vader en zijn studie en verborg zich in een achter buurt van Parijs. Om zijn familie geen groo- tere schande aan te doen, veranderde hij zijn eerbare familienaam en noemde zich voort aan: J. B. Molière. In de Parijsche achterbuurt vormde hij onder zijn schuilnaam een tooneel-gezel- schap „L'Hlustr© Theatre" geheeten en speelde ruwe en zede-striemend© kluchten die hijzelf vervaardigd had. De Familie en heel de zichzelf- respectee- rende voorname wereld dier dagen sprak er schande van. Het zou nog slecht afloopen met dezen onfatsoenlijken slechtaard. En het scheen werkelijk de slechte kant op te gaan. Het gezelschap floreerde niet. De haas van de troep kwam zelfs in de gij zeling terecht wegens gemaakte en achter stallige schulden. Het was zijn vader, die ten slotte zijn goe de hart voelde bovenkomen en door middel van een borgstelling rijn zoon in vrijheid kreeg. Maar Jean Baptiste was onverbeterlijk! Hij gaf zijn pogingen niet op en bleef rijn zelf gekozen roeping trouw. De komedian ten-troep vertrok uit Parijs en naar de pro vincie en zwierf hier rond met de altijd door Molière, den directeur, gemaakte kluchten en blijspelen, 'n Enkele maal wisselde het repertoire met een stuk van Corneille, die Molière in Rouaan getroffen had. Na jaren keerde het gezelschap te Parijs terug en door bemiddelingvan een oud schoolvriend kreeg Molière vergunning eens voor den Koning te spelen. Dit was in die dagen een buitengewone gunst en voor den blijspeldichter werd deze nog verhoogd door het feit, dat de Koning behagen schiep in zijn spel en zijn vrijmoedige geestigheid. Voor des Konings vermaak verbond deze hem els z'.y. Hof-troep aan den dienst van zijn Paleis en dit was het grootste ssoces sn da meest beteekenisvolle erkenning, wel ke MoUère ooit verwierf. Eijn toekomst was in finentleelon sin nu vrijwel verzekerd, maai daarmede hield ook alles op. Hij was de nai van de hofhouding, waar niemand zijn fijnen geest begreep en hij onverminderd de schimpscheuten en san- vallen van d© hof-dames en heeren en de voorname wereld te verduren had. Men nam hem kwalijk dat hij de zeden van zijn tijd hekelde. Niettemin ging hij voort schreef in to. taal ongeveer dertig tooneelwerken en speel de dag in dag uit zelf hierin de hoofdrollen. Op den avond van den 17en Februari 167S speelde hij voor den vierden keer de hoofd rol in zijn stuk „Malade Imaginaire" (De Ingebeelde Zieke). In een van de meest in drukwekkende scenee overviel hem een bloedspuwing. Hij werd naar zijn woning in de Rue RicheUeu gedragen en overleed daar nog denzelfden nacht'—- 51 jaar oud. En getrouw aan de'tegenover hem aange nomen houding en overtuigd van zijn min derwaardigheid, werd vanwege den Prefec tuur verboden zijn lijk overdag en op de gewone eervolle wijze te begraven:I 9 Zoo dacht men driehonderd jaar geleden over de Fransche Tooneelspeeliunst en de Fransche tooneelspelers. Honderd jaren later plaatste men een mar meren Buste van MoUère "in de vergaderzaal van de Academie Francaise de zaal der onsterfelijken Nu ontdekte en begreep men dat in dezen man was heengegaan een vernieuwer van het Fransche Blijspel en de edelste moralist van zijn tijd. Nu kocht men zijn woning in de Rue RicheUeu aan en zette een godenkteeken'op de plek waar hj stierf. Nu drijft een groot deel van de Roem rijke Fransche Kunsthistorie mede op zijn naam en zijn werken en meeningen over heel de beschaafde wereld verspreid. Op het oogenblik wordt in Parijs een Molière-museum gesticht en is voor eenige dagen/ geleden onder aanwezigehid van a wat naam heeft in de Fransche Kunstwereld een MoUère-tentoonstelling geopend. De eerstvolgende week zal door het gezel schap van de -Kon. Vereeniging Het Ned. Tooneel onder leiding van Dr. Willem Royaards een voorstelUng worden gegeven van „De Misanthruop" van Jean Baptiste ter herdenking van zijn BQO-jarigen geboorte dag. In den afgeloopan week werd reeds het- selfde gedaan door het Hollandsche Gezel schap „Het Schouwtooneel'1 onder directie van Jan Musch en Adr. van der Horst. Men speelde in den Haag voor dit doel hetzelfde stuk, waarin Molière hot laatst speelde en als het ware stierf: „De Ingebeelde Zieke". Gekomen aan het gedeelte in het stuk, waar MoUère de bloedspuwing kreeg staakten de ertlsten het spel. „Mx. Gooding, u imoet ous vast een pretti- gen avond toewenscben", sprak Helena. „Zoo prettig als juffie verdienen, hoor!" „Dan zal het reusachtig zijn", song Jas mine. „Hun", iel mr. Gooding. „Maar is dat juffis auto, die ik daar hoor? Wat is 't voor een bal, waar juffie heen moeten?" „Medische studenten", zei Jasmine, „en daar Helena ook een medja, het is de wagen". „Nu vadertje, wel t© rusten!" De Tegen kletterde tegen de ruiten en mr. Gooding zat stil en luisterde er naar, beden kende, dat zijn middelbare leeftijd' toch wel vergoeding gaf, omdat hij nu niet meer naar dat .gespring" behoefde te gaan. Hij hoopte, dat 'jasmine geen kou zou vatten, ofschoon niets die sterke, jonge persoontjes scheen te kunnen deren. Intusschen zaten de meisjes in de auto, terwijl ze opgewonden praatten. Heit was een bijzonder bal. Niet alleen heit eerste van dit jaar, maar ook het eerste door de medische studenten georganiseerd. Helena studeerde in de medicijnen en Jas mine was haar vriendin en tevens dis van Heiena's broer, den dokter. Ze voelde zich opgewonden en angstig. Geen van de beide meisjes liet merken, dat ze iets ongewoons verwachtten, maar ieder voor zich verwachtte het toch. Want den vorigen avond, toen Dr. Bob Jasmine had thuisgebracht, waa er ©enige Onder doodsche en indrukwekkende stilte werden kransen gehecht aan het op het too neel geplaatst borstbeeld. De voorstelling was geëindigd En hiermede de eerbiedige en ontroerde huldiging aan den gemalen voorganger aJ- geloopen!. D®. B. verandering in zijn handelwijze en toen vori ge Zaterdag Helena gevallen was op 't tennis veld, was BUly Axiams doodsbleek geworden. Niet dat het erg wa© als er niet» gebeurde, maar alleen de mogelijkheid maakte het bal heerlijk. „We zijn er", «el Jasmine. „Wat is 't hier donker", zei Helena. ,,'t Is afschuwelijk, dat we zoo vroeg zijn. Het zal me verwonderen, welke kamera ze voor kleedkamer gebruiken. Kijk uit, denk om die plas daar!" „O, ik trap er net in". „Hemeltje, en ik trap in een nog veel die pere", bromde Jasmine. „Wat een modder 1 Waar heeft de man in hemelsnaam...." „Dat is de eenige deur, die ai open is, juf frouw", zei de chauffeur. „Dedokter zei me nauwkeurig. ,iO, dan is 't In orde", zei Jasmine, terwijl ze 'het kleine, slecht geplaveide straatje naar het hek overstak. Helena duwde de deur open; de gang was schitterend verlicht, maar de balzaal was nog in 't duister gehuM. Lii wanhoop keken ze naar hun schoenen en kousen. Ze waren bemodderd imet dikke vieze spatten. Omdat de dichte auto hen kwam halen, was het niet noodflg geweest nog andere meê te nemen en het was veel pretti ger geheel gekleed te kunnen komen. Alleen hadden ze niet verwacht, dat de hoofdingang nog niet geopend was en hst Hsine Bijstraat je niet beter was geplaveid. jes lijk D« aanleg en uitbreiding onzer stad! Het is zeer jammer, dat men in vroegere Jaren iedereen maar vrij liet om naar eigen (wan)- smaak te bouwen. Hoe zeer steekt ons stads beeld bijvoorbeeld af bij dat van veel klei nere, v-c©l onaanzienlijker stadjes. Onze voorvaderen waren goede eni sterke steden bouwers; waar vindt men een stad zoo sym metrisch en smaakvol aangelegd ais onze eigen hoofdstad, met baar Damplein, waar omheen spinnewebvonnig de oude stad haar straten spant? En men bezichtig© een stad' als Vianen en Kuilenburg om een waar- te schoonen aanleg te zien. Hier heeft men maar, xnir nièhts dis Biehts gebouwd. Zooals 4 viel, viel 4; bouw- en1 wo ningtoezicht was er niet, ieder ging zijn gang maar. Voorbedden? Vanuit het oude visachersplaatsje Helder is de lintworm ge groeid, die wij thans kennen als Kanaalweg, en die zieh in vrijwel rechte lijn uitstrekte tot aan de Harssens. Hieruit zijn vervolgens straat-complexen ontstaan, «onder eenigen logiaohen gedachtemgang ontworpen, langs de marinewerf en de Binnenhaven. Het stadsbeeld van Heides geeft heit aanzicht van een lange strook waarop «enige uit steeksels zijn gegroeid. Zooala we reeds zeiden, heeft men thans gelukkig ingezien, dat er een meer logisch ontwerp moest komen, en het plan van Bo ven is dan ook een goede oplossing. Daar door worden da gaten, die thans ontstaan zijn door die uitsteeksels, volgebouwd. Maar.maarhel zal «eer d© vraa; zijn of dil plan van (Boven ooia voltooi wordt: hoo groot is d« behoefte hier thans niet moer aan woningen, dat in afzisnbaren- don tgd dit plan zal worden volgebouwd. In ieder geval evenwel heeft men de voldoe ning, dat tenminste het nageslacht een ge moderniseerd en verfraaid Helder «al aan schouwen. Trouwens op dit laatste gebied, modern! seering en verfraaiing der stad, zijn al goede en, in aanmerking genomen de beperkte geldmiddelen waarover wij beschikken, gun stig geslaagde pogingen gedaan. Wij den ken hier aan de breede en goedbestrate stra ten die naar het Tuindorp voeren, aan de af sluiting van het Spuikanaal zelve, die straks van het Weafcpleiï\ een aantrekkelijk punt zal makent aan de vele moderne winkel huizen, die verrezen zijn of bezig te verrij zen, en die alle blijk geven van een ernati- gen wil om iets te bereiken. Met belangstel ling zien wij dus naar de verdere ontwikke ling onzer stad, ook bulten het nieuwe uit breidingsplan. DIALOGEN. Oharltél. MorgeHeb Je al geofferd? Geofferd?.Ik heb 'n „Li©bs»c«bs* weggestuurd voor m'n neefiea en nlchies is Thüringen.de schapen hebben niks. en meteen een voor de Oostenrijksche kin deren een voor Hongarije. En voor Rusland?. Voor Rusland ook Voor da Wolgs- gebieden en de Gantakof-districten en Marx- stad. Ik ben dichterbij gebleveh. In de Drentsohe Friesche Venien?. Ja daar heb ik postwissels heen ge stuurd. En verder ooo hier en daar. Wat me inviel! 4 Leger des Heil*?. Juist en 't Nationaal Reddiagslagsr en het Nederlandsche Heilsleger.... En Lief dadigheid naar Vermogen en Het Toe vlucht voor onbehuisden van Jonker.En de Vereeniging voor Bêhoefttgen. Ik steun de werkloozenk assen. En ik de Prins Hendrik Stichting. En het Nederlandsche Armbestuur en da Vereeniging tot ondersteuning van „Wat vervellend", mopperde Jaamlne, dan barstte ze tn (lachen uit. „Gelukkig zijn we erg vroeg; we kunnen nu onze kousen uitwaaachen en wanneer de schoenen droog zijn, borstelen we de modder er af. Link» ia een kleedkamer imet warm water en de buizen van de verwarming". „Kom, gauw!" „Den hemel' zij gedankt, dat we zoo vroeg zijn", zei Helena eenig© minuten later. „Jasmine, je bent net een schilderijtje tn die japon met je btoote voeten!" „Jij ook", lachte Jasmine. „Het zal niet lang duren dat ze droog zijn, want we hebben ze goed om de buizen gerold. Mijn voeten zjjn steenkoud! Laten we in die kamer gaan, ik weet dat daar een vuur moet zijn. Ik wou, dat we de plaid niet in de auto hadden ge laten". iZe lieten de kousen en schoenen in den steek en gingen in de aangrenzends kamer, waar een heerlijk vuur brandde. Ze trokken een sofa er vlak voor en nes telden zich in de kussens (met hun voeten onder zich gebruist. Het was daar heerlijk en mogelijk hadden de meisjes al langer ge wacht dan ze dachten of hadden sommige auto's dubbele dienst te verrichten, zoodat de minder voorname gasten het eerst moesten komen. In elk geval sprong Jasmine plotse ling met een verschrikt gezichtje overeind. „Mensohen". ,tN. .nee", zei Helena, en in haar wanhoop stak m haar bloot© voeten voor zidh uit. Weduwen en weezen, En de T.B.C.-besirtfding?. Ook en de Vereeniging „Monteflo- re9.Want ik ben lid van de Ned. Maat schappij van Weldadigheid. Zoo!.Ik van den Oenfcraaï-bond vaa Phil antaropische Vereenigingea in Neder land 1.En bestuurslid van de Vereeni ging „Dorcaa® en ras „Barnabas" en tas .Johannes" Ja.Be doe ook nog al wat aan «Be dingen.Steun aan hulpbehoevende blin denen aan verwaarloosde kinderen!. Ik heb zoo langzamerhand al 'n heels verzameling bloemetjes en kruisjes en Hompjes eö speldjes.... allemaal gekocht op 4 Damrak.Voor „Sobriëtas" en 4 Russische Kind en de nagelaten betrekkin gen van de omgekomen visschers. Precies En ik hi serie lootjes van het comité voor de Russische Intellectueelen ea voor de wederopbouw van de slagvelden ia België eni Noord-Frankrijk.... en voor het Marine-monument. 4 Wordt een keek amafctg roo Img- zamerhand. Omslag?Ik horren «onplssf Ad ministratie vanDat kost sas driekwart van den dag. Morge. Morge.tot risaa. LBVBNG-LIEDJE. Hst Boem-proess. vaa Dr. Brenaa. Harm en Teun, twaa stoere boa Hadden ruzie om ©en pe©r. 't Was 'n vrucht van Harmen»' beempja En bij Teunia viel-i© neer. Harm en schold: „Dat is gestolen" Teunia ael: „Je bint "n sot". Toen riep Harmen: „Prooedeecas". „Of "k slaon je kop kapot". En bij spande paard en wagen. Reed naar bungecmeeetenf huis Vroeg aan Maaike, die er diende: „la de bargemeeater thoia?" En boer Teunia sprong de sjees la. Reed naar burgermeest era' huis Vroeg san Maaike, dl» «r diead©: Js de bargemeeater thols?" „Btrgemeeuter*' sprak boec Han*«tt ,1 Was verdraaid m'n eigen p*v 't Mot maor veur de rechtbank komma. Want ik mot m'n vrucht© weer*M. „Eu ik hew 'm niet gestolen"— Riep boer Teunia Want maia toin Leit pal naast zaln peereboomke. Eb 4 hiele ding staot skoin". En hoe gaat 'i met de koeien"? Sprak de burgemeester toen:. „Kan Je merrie nog zoo draven?" Wil de zeug 4 nogal doen?" larmen," Bargemseskr, om an te zien, Al m'n beeaten bin zoo fleurig, Zukke het 'r vaat niet ien?". Wil de zeug t „O, riep Ha 't Ia een lust En boer Teunia schikte nader, Toen de burgemeeater vroeg: „Of de kazen lekker waren. „Of de boomgaard nogal droeg". •Kaoze hew *k aa pompoene'1. Praatte buurman Tennis blij, „En de boogert het 'n vrucht© 4 Ia geweun liefhebber ai" Teunls pochte op de kazen. Harmen praatte van de zeug. Burgemeester gaf de pijpen En ze klonken voor een teug. Burgemeeater lachte fijntjes, Toen hij belde boeren prees. En ze draafden vroolijk .jhulsto©" In de dogcart en de sjees. Iedereen zei: „Beste buren". Harmen ging met Teunia mee Toen ging Teun bij Harmen Hjkeu. Aan 't p r o o e dacht geen van twee. Hieronder laten wij een uittreksel volgen van de Familie-veriioudintgen van de ons alle welbekende artistieke vrouw „Kunst", waar over wij de vorige week spraken: Haar Grootvader is: De Oude Kunst! Haar vader is: De Kunstemaiker! Haar moeder is: De Oefening (want d©w baart kunst). Haar voedster was: Kunstmin! Haar broeder ia: „Toon Kunst". En haar kind is: 'n Klein Kunstje". deur keek. Helena trok haar voeten weer op en keek eveneens. Twee heeren en een dame kwamen binnen, keken eens rond en gingen weer been, of liever gezegd, ieder afzonderiljk, want de beid© heeren bleven ln de deuropening staan en staken een cigaret op. Het waren beide vreemden. De meisjes keken elkaar wanhopig aan. „Als ze nu maar weggingen", zei Helena. „Kuch eens of je de Hnkhoeot hebt", stelde Jasmine voor. „Ze zullen de kinkhoest er .niet uLt hor- kennen!" „Doe,doe of je riek bent, zei Jasmin© wamhopig. Helene schudde haar hoofd „Ze «uien met reukzout én dergelijks din gen komen". „Dan schiet er niets over, dan maar te wachten", zei Jasmin© laconiek. Helena zuchtte. Het leek een ontzettende tijd, voor de beide heeren verdwenen. De meisjes aprou- gep op, aarzelden en luisterden, maar geen geluid werd er meer gehoord, noch van stem men, noch van stappen. Ze renden door de gang naar de kleedkamer. De deur was ge sloten, maar uit de kanoer Honk gepraat en gelach, „Wat een menschen komen er uit", zei Jasmine, ,Jk hoop niet. 25© zweeg plotseling ©n wees op d© deur, waarop ©en witte kaart geplakt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 11