Oir DE WUDE WERELD VOOR DE VROUWEN Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 18 Februari 1922. ssm No. 8. VOORBEHOUDEN) het leven te shanghal vul Kapseis. RECEPTEN. DIALOOG. t Jutte rt je <*ui Menig inwoner onzer stad zal wel eens geweest zijn in de groote Chineesche haven plaats Shanghai, eigenlijk een Engelsche atad in China, want het werd in 1842 door de Engelschen veroverd, die er een groote en aanzienlijke handelsstad van maakten. Van 1860 tot 1864 ontwikkelde zich een oos- molopitisch verkeer, waartoe, behalve 't af zonderlijk bestuurde Fransche gedeelte, 14 mogendheden onder leiding van hun con suls behooren. De stad bezit een Euro- peesch gedeelte, op modernen voet inge richt, en een Chineesch gedeelte met nauwe en morsige straten, hulzen van een verdie ping en hier en daar groote stukken bouw- Voor de Europeanen is er verstrooiing te over. Alle groote cafés hebben een strijkje (jazz band") met dansvloer, waar de paar tjes van 9 uur des avonds tot 's morgens 2 uur gelegenheid hebben voor One-step, Fox-trott en andere dansen. Voor de Hel- dersche meisjes alzoo een eldoradoI De con sumptie is er .schreeuwend duur, en er heerscht een verderfelijk credietsysteem, waardoor men per maand op bons betaalt. Daarom zijn dan ook de prijzen zoo exor bitant hoog gesteld, anders zouden de eige naren niet kunnen verdien. Voor een auto betaialt men per uur 4 dollar, of liever, men betaalt het niet, maar teekent oen bonne tje. De dames verschijnen 's avonds in de café's in prachtige „evening-dresses", som tijds zóó gedecollecteerd, dat men in Hol land een gat in de lucht zou slaan. Overi gens komen de toestanden binnenshuis veel met die in Indië overeen, waar kokki im mers de baas is en njonja niet veel te ver tellen heeft. Hier is een boy heer en mees ter in het huis; en als hij voor de reparatie van meneerts schoenen 1 dollar in rekening brengt, kan men zeker zijn, dat hij den sohoenmaker niet meer dan 70 cent betaald hööft Het kantoorleven in Shanghai verschilt zeer veel met dat in Holland. Er heerscht tusschen chef en bediende niet die afstand, dien wij hier kennen, de verhouding is de mocratischer, jovialer, amicaler. Men ge voelt niet, dat men onder een principaal werkt, en dat maakt den arbeid veel plei- zieriger. Ieder doet ziin plicht en stelt zijn werk in de eerste plaats. Men behoeft niet bevolen te worden 's avonds terug te komen; als het noodig is weet men het zelf wel en doet het met plelzier. De chef bemoeit zich dan ook hier niet mede, tenzij hij bemerkt, dat het'plichtsgevoel verslapt bij zijn be diende, en de zaak er onder zou lijden. Het wordt evenwel, juist door de vrijheid, die men geniet, een schande geacht wanneer de leider der zaak zijn meerderheid zou moeten toonen. Helaas vallen tal van jongelui, niet bestand tegen de verleidingen dezer cosmopqlifcische stad, ten offer aan drank en vrouwen. Men komt hier uit den aard der zaak met de meest ulteenloopende elementen in aanra king: Russen, Boelgaren, Roemenen, van al lerlei landaard vindt men hier. De levens standaard is te Shanghai hoog. Met een sa laris van 800 dollar per maand kan men juist rondkomen. Het klimaat ie er slecht; de zomers zijn ontzettend heet, de winters fel koud, bovendien is het gevaar voor be smettelijke ziekten zeer groot en de muskie ten-plaag is in den zomer zeer onaange naam. Zooals in elke Chineesche stad. is het ook in de Chineesche wijk van Shanghai een wirwar van straten en steegjes, waar het zeer moeilijk is den weg te vinden. Straten en stegen, kris en kras door elkander, met namen, die men met geen mogelijkheid ont houden kan, en waarin huis aan huis han del wordt gedreven op allerlei gebied. Het heeft wel iets van de Amsterdamsche Jo- denbreestraat De winkeltjes zijn vaak niet grooter dan 8 vierkanten meter. Men vindt er naast elkander een Chineesch eethuis, waar de koelies voor een paar koperen muntjes rijst, bamie of vlsoh krijgen, een uit dragerij, een timmerman, electricien, loterij- verkooper, kleermaker, schoenmaker, tand meester, barbier, etc. Alles drijft handel en krioelt door elkander. Als Europeaan vraagt men zich af hoe die honderdduizenden, die daar leven en werken, hun dageljjksch brood verdienen. Voor den vreemdeling is dit aan vankelijk onbegrijpelijk. Maar bij nadere beschouwing begint men te begrijpen hoe de vork in den steel zit. JL>e Chinees is spaarzaam en sober; hij kan den geheelen dag teren op een beetje rijst, en als hij een paar centen bij elkander heeft om s nachts te kunnen slapen, is zijn dag weer goed. Alles heeft waarde voor hem; zelfs het kleinste muntstukje, „cash" ge naamd, bewaart hij. Deze muntjes, kleine, dunne jukjes koper met een gat in het mid den, hebben ongeveer een waarde van een tiende dollarcent. Als hij er verscheiden %an bij elkaar heeft, rijgt hij ze aan een touwtjee. Op deze manier pot de Chinees een paar dollar op, waarmee hij dan weer handel weet te drijven. De Chinees is een gewiekst en handig zakenman De Chineesche koelies vindt men in de stad, zoodat zij overvloedig te krijgen zijn voor een gering loon. Sociale verbeterin gen van zijn toestand zijn onbekende din- ken voor hem; de koelie wordt geëxploi teerd en soms behandeld als een beest. Zijn kleeding bestaat uit lompen, soms niet meer dan een paar gescheurde vodden, stinkend van vuiL Men ziet hem zwoegen langs de straat, druipend van het zweet, gebukt on der geweldige lasten, het lichaam overdekt met wonden, zweren en vuil, kortom, afzich telijk om aan te zien. Zij krijgen voor hun zware werk een schandelijk laag loon, 70 cents per dag. Daarvoor moeten zij vaak zware kisten en balen sjouwen. Door de „beschaafde" Europeanen worden deze men- schen nog afgesnauwd als een hond. De riksha-koelies behooren tot een ande re klasse; in hun kleine wagentjes, de riks- ha's, vervoeren zij de Europeanen van het eene einde der stad naar het andere. Ook deze worden vaak op schandelijke wijze uit gebuit door het publiek. Een oud man, die zijn uiterste best deed zijn wagentje met passagier zoo snel mogelijk voort te trek ken, moest op het teeken van een politie agent stilstaan. Dit beviel den Europeaan geenszins, en hij schopte den ouden man in zijn rug terwijl hij hem toeriep „osso" (vlug). De oude stumperd stond nu tusschen twee moeilijkheden: ging hij door, dan werd hem misschien zijn vergunning ontnomen, bleef hij staan, dan zou hij door den Euro peaan worden mishandeld. Eerst door het ingrijpen van een ander, aan wiens verhaal wij deze bizonderheden ontleenen, werd aan het optreden van den „beschaafden" Euro peaan een einde gemaakt. Deze dwong hem uit te stappen, den koelie een dollar te be talen, dreigende hem anders bij de politie te zullen aangeven. De oude was dankbaar voor dit ingrijpen en in zijn typisch Chi- neesch-Engelsch zeide hij tot zijn helper: „Tenke you, master". De rijke CJhineezen doen niets om het lot van hun arme, verdrukte landgenooten te verlichten. Wij zeiden voor veertien dagen nog te rug te zullen komen op die straatnamen- willekeur. Dat wij, na alles wat wij hier omtrent reeds vermeldden, nog op dit on derwerp door gaan, komt omdat ons de zaak belangrijk genoeg lijkt voor verdere bespre king. Indien men onze stad moderniseeren wil, er worden den laatsten tijl al ver schillende pogingen in die richting gedaan; wij wijzen op het spulkanaal, het uitbrei dingsplan, de vele moderne winkelgevels, de bestaande plannen voor scholenbouw e. d. m. dan dient men ook acht te ge ven op een behoorlijke registreering en nummering van de verschillende straten. Voor den ingezetene moge dat niet noodig zijn, er zijn ook nog menschen die niet in Helder wonen. Nu is zoo'n algemeene vernoeming en vernummering natuurlijk nog al ingrijpend, maar we hebben het met de vroegere vernoeming waarover we den vorigen keer schreven, gezien, dat het pu bliek gauw aan de verandering went. Als men nu eens begon met de numme ring der perceelen van één bepaalde rich ting uit, waren we al een eind op streek. Voor onze bijna zuiver van west naar oost loopende straten ware dus een nummering van het westen naar het oosten het meest rationeel. DJjkstraat en Kanaalweg zijn dan goed genummerd; Hoofdgracht moet ver nummerd worden. En als men dan de op den hoek der straten gelegen perceelen me- denummert in de straat waarin ze eigenlijk hooren dus niet de woning van den heer Verkuyl bij de Weststraat, maar bij Kanaal- weg, of, indien men dat beter vindt, Kruis weg, wordt de toestand veel gezonder. De Kanaalweg zou dan kunnen eindigen bij de Hoogere Burgerschool, en het verdere deel tot aan Hoofdgracht zou offieel Kruis weg kunnen worden genoemd. Hoofdgracht zou dan eindigen op den hoek van do Pa- lelssteeg on de rest kon Havenplein wor den. Deze veranderingen er zijn er nog meer zouden in de allereerste plaats moeten geschieden om Helder te modernisee ren; daarna zou men zijn aandacht kunnen wijden aan andere straten. Nemen wij bijvoorbeeld den Parallelweg. De eerste zijstraat aldaar heet Kroonstraat; dan krijgen we de le Schagendwarsstraat, daarna de 2e Schagendwarsstraat. Dan volgt de Goversdwarsstraat; de le denkt de le zer? Mis, lezer, dan krijgen we eerst de 2e Goversdwarsstraat, daarna de le. Terwijl het verlengde van de 2e Schagendwars straat weder Gravendwarsstraat heet, om dat het de Gravenstraat kruist, blijft de le Goversdwarsstraat dien naam behouden na dat zii niet minder dan vier straten heeft gekruist. APHOBISMEN OVER DEN JOURNA LIST EN DE KRANT. August Scherl. de BerliJnsche Kranten-koning. In de tegenwoordige jaren bezit de stad Berlijn behalve de meer dan 800 kleine re kranten, tijdschriften en Vakvereeni- gingsbladen een aantal van zes dagbla den, waarvan de oplaag varieert van 160.000 tot '400.000 exemplaren per dag! Veertig jaren geledenj werd daar een krant met een oplaag van 5000 tot 10.000 ex tot de allerbeste gerekend. Toen er eenige jaren later een dagblad bestond in den Mark Brandenburg met een totaal van 60.000 nummers per dag, werd dit een soort mira kel geacht. De enorme evolutie in deze jaren van het oourantenwezen in Berlijn en Duitechland is voor een groot deel het werk van één man: August Scherl! Scherl was de zoon van een eentvoudig boekhandelaar in Dusseldorf en kwam zon der óén cent, maar vol nieuwe ideeën in het begin van 1880 naar Berlijn. Hij richtte een eenvoudig blaadje op: De „Lokal Anzeiger", Twee jaren kwam het uit als advertentie blad daarna als dagblad. Van toen af begon Scherl zijn eigenlijke ideeën uit te voeren. De post was hem voor het ontvangen van nieuws niet snel genoeg Hij vestigde derhalve overal corresponden ten, liet zich van overal berichten per tele graaf en telefoon zenden. Vervolgens brak hij met het oude Duitsche systeem, volgens hetwelk een krant niet tehuis, maar ergens in de bierkneip gelezen werd! Scherl zocht abonne's aan huis, liet de couranten zoo van de pers door een leger van vrouwen bezorgen! Dat sloeg in! Niet alleen bij het grage publiek maar ook bij de trage con currenten.Een hagel van verwenschin- gen brak over den eigenaar los: De ^kan- dal Anzeiger" noemde men zijn krant. Maar lang duurde de verontwaardiging niet want het publiek toonde zich inge nomen met de maatregel en gaf derhalve den doorslag. Binnenkort ging heel de Ber- lijnsohe pers op dezen weg mee. En meteen ging Scherl al weer verder: Hij richtte bijkantoren op met het doel nog te kunnen bedienen. Hij gaf z.g spoediger „IDxtrfl tijdingen" uit voor niemendal 1 Hij was de eerste die een „Tijdingzaal" Unter den Linden" liet openen; hier werd het we reldnieuws van uur tot uur bekend gemaakt. In een tijdsverloop van tien jaren werkte deze krantenman zich op tot een der meest gezaghebbende onder de uitgevers en maakte zichzelf tevensrijk! Tengevolge van rijn handelsgeest stroomde het geld zéé binnen, dat hij krant na krant kon oprichten. Hij bracht de eerste zetmachines in het bedrijf. Langzamerhand had hij niet minder dan vijf dagbladen benevens 'n dozijn week bladen onder rijn beheer waarvan de be kendste zijn: Die Woche, Der Tag, Sport und Bild, Gastenlaube etc. En alles bracht nieuwe millioenen aan! Zijn bijkantoren werden over geheel Dultsoh- land verspreid: ruim 60 binnen ruim 250 buiten Berlijn.De gebouwen der tegen woordige August Scherl-Gesellsohaft zijn ge vestigd in de Zimmerstrasse, het hart van oud-Berlijn. Een staf van meer dan 6000 werklieden zijn daar dag en nacht bezig. De voormalige keizer van Duitschland schonk hem de orde van den rooden Adelaar! En op het hoogtepunt van zijn kunnen en na vijf en dertig jarige oppermachtige re geering 'is deze krantenkoning ten slotte vrijwillig van het dagblad-tooneel verdwe nen. Eenige jaren geleden heeft hij zijn fei telijk© dir<"cteurs-mjadbt in handen gegeven van een combinatie van jongere directeuren en is zelf gaan uitrusten in zijn paleis in het Grunerwald bij de Bismarck-Allee. Dt. B. BABBELUURTJE OVER MODE. De LTJHJJELA..of Internationale Tentoonstelling van Haardrachten, In terieur en Kleeding te Amsterdam. Daniki rij een offioieele udtooodiging van die zijde der Algemeene TenJtoonstelings- lieidtog, was ik deze week in de gelegenheid onder voorlichting van eenige stand-bezitters, otf liever: bezitsters een lilterst leerzamen rondgang te maiken langs de afdeetingen van boven omschreven Exhlibi-tion. Zonder omwegen:' Hier waren prachtige dingen op het terrein van de Mode en de Mode-kunst 1 In de eerste pllaats reeds in haar geheel wijkt deze tentoonstelling al van vorige en soortgelijke exposities en diit moet voox- namël ijik. op refceninsr worden gebracht van den algeimeenen leider en ried' dezer onder neming: dten heet Itaite Onsmian,, (bekend too- neelHauteur te AimSterctam en.... peur pas ser les Temps: Secretaris van het Hoofd- Best/uur van den Ned. Barbiers- en Kappers- bond, van welk lichaam in eerste instantie de gedachte aan deze tenitoonstóKLing is uitge gaan. Maar het is voornamelijk imijn bedoeling om te dezer plaatse nader lm te gaan op wat er hier merkwaardigs was voor de vrouwen en haar mode en de Kunst van onze M ode. Weef-arbeid.. Een van de grootere afdeelingen op deze Tentoonsteiiilng heet: „Bedrijven in Wer king". Hier wordt niet alleen vertoond, maar hier worden de vertoonde dllngen voor ieders oog vervaardigd! Hier zitten de weef sters aan het getouw. Hier is de koperdrijver bezig het roode metaal uit te slaan. Hier zit die pottenbakker op rijn draaischijf en vormt voor uwe oogen uit een éenigszlms „viezig" hompje Mei m sierlijke schoteltHier is de machinale borduurster, zoowel als de boek- bindster, sloydwerkster en de rietvüeobtster in haar bedrijf. De soepter over deze afdeeüing wordt ge zwaaid door Mej. Marg. Verwey de in Amsterdam Ibekende borduurster en mede- direotmioe van de N. V. „De Viuurriag" te AmsterdamDen Haag. In de speciale afdeeling van deze Kunst- nijverheidsfigiuiir het weefwerk zag ik vooral bijzondere dingen. Er staan hier wel zeven of acht verschillende weefstoelen, waarop door weefsters telkens dOor middel van een andere techniek de meest ulteenloo pende werkstukken worden te voorschijn gebracht.... Om maar iets te noemen: Marg. Verwey maakt daar en laat de vervaardiging rien van Meeden in verschillende dessins lange doeken, kussens, tapijten, karpetten en vloer matten. Kleinere dingen en daartegenover weer volledige casaque's ie den vorm van jumpers, kant en klaar om aan te trekken (en niet te vergeten: bijzonder goedkoop. Tenslotte waren daarnaast deels geweven, deels geknoopt otf op nog andere manier ge maakt: ceintuurs, kokardes voor mutsen) en reeds hierin verwerkt, (halskettingen en taschjes en allerfel min of meer artiBtieke handwerken. In afwachting van eenige afbeeldingen, welke mij zijn toegezegd, wil ik van deze af deeling het verdere tot een volgende week bewaren. Mogelijk kan ik u dan eens zoo'n weefgetouw laten rien. Mochten er onder de lezeressen van het Juttertje" zijn, die er prijs op stellen even tueel mede te werken tot het ie de toekomst organiseeren van een temtoonsteümg van dit werk te HeMer, dan ■ml ik mij' gaarne beschikbaar stellen hierover Mej. Verwey eens te „polsen". Voor de dames, die slecht naar Amsterdam kunnen gaan, lijkt het mij a&erprettigst. De afdeeltkng Kapsels! Jal Toen ik hier een en ander zag. moest ik toegeven, dat wij vrouwen in doorsneê eigenlek heel weinig aan ons arme (hoofd laten gelegen liggen. Vooral wanneer je dan komt langs stands met historische drachten, waar het sneeuwwitte haar volgens publiek „voorschrift" 'm halve meter in de hoogte was opgebouwd! Wat al variaties in wijze en vorm en klteur! Hier waren haartooisels in uiterste Simpel heid, schijnbaar ndet afwijkend van de onB bekende dracht: Glad achterover gekamd en met vierkante lokken over de ooren. Soms aan het achterhoofd de z.g. (bol of ui. Maar ertegenover waren er allerfraaist ge- ancMeerde lokken, alle haren keurig naar het achterhoofd verwerkt en dan eindigend In een losse, flossig© boi. Tot zoover was het nog gewoon heel ge woon, hoewel verzorgd! 'Maar dan kwam tusschen de bol en het hoofd.... de Kam de groote Spaansche Kam met een gewei, driemaal grooter dan de tanden En het geheel1 was.... chique, gedistin geerd', kunstig! Er was o. m. een rossig kapsel', mooi luchtig opgemaakt. En daarin prijkte een jade-kleu rige (nieuiw-groen) Spaansche Kam. Hier door werd' het een ongemeen en zeldzaam smaakvol' geheek Van de collectie Spaansche kammen ge sproken: Wat heb ik hier werkelijk paf ge staan -van de prachtstukken. Handwerk! Ge sneden in celluloid en versierd met echt bladgoud, zilver, parelmoer en been. Het was in deni stand van de Fransche Fa. August© Bonaz. Benige ervan zag ik gedemonstreerd in een hoogst eenvoudig kapsel en het leek of er getooverd werd'; het eenvoudige hoofd werd eensklaps chique en „gekleed" enkel door het insteken van de kam. met 10 gr. bakpoeder; 150 gr. suiker; 126 gr. boter; 150 gr. sultanen; 2 eieren; ruim 1 dL. melk; de geraspte schil van V» citroen; iets zout. Wrijf een springvorm in met boter en be strooi hem met 'bloem. Roer in een kom boter en de suiker met een houten lepel dooreen, tot de boter zéér zacht is geworden. Roer hierdoor de geraspte citroenschil, een voor een de beide eieren, dan iets zout, het ge zeefde meel (of bloem en bakpoeder samen gezeefd), de melk en de gewasaaben en op een hoekje van de kachel' gedroogde sultanen rozijnen. Doe de massa vlug over in een vorm en bak de cake in een "n*ij waren oven licht bruin en gaar ito pLm. 1 uur. Bestrooi ze na bekoeütag met poedersuiker. Jal het Is waar en het werd mij daar des te duidelijker: Wij, Hoüandache vrouwen, zjjn in den beginne altijd 'n weinig huiverig voor het zonder slag of stoot aanvaarden van een Nouveauté en toch Wat zou onze elegamoe er stukken op (kun nen vooruitgaan, wanneer wij op dit punt een beetje soepeler waren. (Volgende week voortzetting). Mme. Corry. MA1JONNAISESAUS. 10 gr. maïzena; 1 diL. water; aiuim V» dIL. bruidenazijn; 2 eierdooiers; 1 dL. cfl5jfolie; zout, peper, mosterdpoeder. Breng 1 dL. water aan den kook, voeg baarbij dan de maïzena toe, die met koud \vater is aangemengd, en laat dit even koken tot een dik papje. Vermieng het daarna met zout, -peper, mosterdpoeder en de azijn. Laat de pap bekoelen onder af en toe roeren, om het vormen van een vel te voorkomen, roer er de eidooiers door en giet er vervolgens onder flink Moppen, de olijfdEe in een dun straaltje bij. CAKE. 260 gr. zeffrijtoend bakmeel of 240 gr. bloem Motto: Marm und Wetb und Welb und Mann, Reichen an die Oott- heit an. Duet uit de Zauberflëte. Dramatis personae: Hij en zij. Hij ligt in bed, reeds voor drievierde in Morpheus' ammen; zij is bezig de laatste hand te leggen aan haar nachttoilet Zij: Man! Manmie! Hij (slaapt). Zij: Zeg, Wiiro, luister eens. Hij (schrikt overeind, staart met wijdopen oogen naar zijn vrouw, en zegt angstig): Wat is er? Is er brand? Zij: Weineen, jongen, maar heb je die kachel gevuld? ■Hij: Moet je me daarvoor wakker ma ken? Zij (pruilend): Nou ja, maar ik heb anders morgenochtend de last weer van uit halen, aanmaken, enzoovoort Hij, verteederd: Kind', ik heb er een hall mud' amthraciet in gegooid. Maar laat me alsjeblieft slapen. Ik droomde met zoo fiin. Vam jou. Zij: Van mij? HHj: Jaje was een engel, heeliemaal in 't wilt. Zij, ooquet: Was een engel! Ben ik dat anders niiet? Hij: Jawel, naituuirlijikj, maar niet altijd in 't wit Zij: Je hebt zeker mh nachtpon voor een engeJMeed aangezien? Hij1: Wat ben jij toch altijd! ellendig proza isohi Zij: Maar toch een engel, hè? Hij: Laten we zeggen somtijds. Nou, ik ga- slapen-, wel) te rusten. Zij: Zeg, Witm, duister nog eens even! Hij: Wat nou weer? Zij: Je hebt toch niet te Veel' amthraciet op de kachel gedaan? Hij: Wedt niet Voligesmeten heb ik hem. Zij: AjasBies, danl duiurt het morgen ochtend een uur voor de (kamer warm ia Jij valt altijd in uitersten. Hij: Heb je nog meer te vragen? Doe bet dlam achter mekaar af, dan kan ik. maffen. Ik heb zoo'n verschrikkelijke slaap (geeuwt). Zij, verteederd: Arme jongen! Je hebt vandaag ook zoo gewerkt. Ik zal je niet meer plagen, hoor. Wel' te rusten! Pauze. Zij is aan dfr haren bezig, laatste stadium van' het nachttoilet; bij slaapt weldra en snurkt als een os. Zij: Wilm, Wlimmiel Hij: Oah! Brrrr! (Droomt hardtop): Ga je weg, loeder, (Menage! HijWim dan toch! Word eens wakker. Je droomt. Hij, wakker wondend: Bah, wat een droom, t Ls met die engelen ook el niets ge daan, hoor! Zij: Hoe dan? HijIk droomde immers van eeni en gel heetemaali in» t wit? Zij: Ja, diat was ik! Hij: Dat denk je maar. t Was een kreng, een loeder, een Xantippe. Stel je votor, ik wilde haar kussen Zij: Oooo, Wlmanie! Hij: Nou, mag dat niet? In den droom? Een droomzoen? Een etherische kus? Dart genot kuin je me toch niet ontzeggen? Zij: En wat gebeurde toen? Hij: Ze krabde, dlat kreng! Zij:"Ook etherisch? Hij: Ja, maar vanuit droamstandpunlt was net reëel Zij: Dan was die zoen ook reëel Hij: J-a-a-a, daar heb je gelijk lm Zij: O-0-0-0, Wlimmiel (Huilt). Hij, verteederd: Stil maar, kind. Ik. ik. heb haar gebetenl Zij: Is 't werkelijk? HijWerkelijk. MaaT nou ga ik slapen. Zij (tracht nog eenige malen een antwoord uit te lokken^ maar Htt reageert niet. Ten slotte kijkt ze stlili-verwijtend haar echtvriend aan, zegt zachtjes: Een andere vrouw gekust! en stapt In het echtelijke bed). Doek. Juffrouw Vreeselijk. Vreeslijk lef rijn- hare (kinderen., Vreeslijk aardig Is haar man, Eohter kan dat niet vertind'ren, Dat ze ureesTUjk tieren kan. Vreeslijk snoezig zijn haar meubHea, Vrees'Iijlk duur rijn die gekocht; Toch rijn al1 die dure meublen Niets dan vreeseliijk gedrochlt- Als ze haar boêli gaat vergelijken Bjj de kennissen van haar, Laat ze aan haar manlief blijken, Dat hij is zoo vreeslijk naar, Om niet meer te wilen tasten In zijn beurs voor haar pleizier. Dan moet zij haar hart ontlasten, Lijkt dan net een vreeslijk dier. Vreeselijk zijn al haar kwalen, Vreeseliijk lijdt ze aan haar maag. En als zij niet kan betalen, Hangt haar lip zoo vreeslijk -laag. En haar vreeSTijkr ©ruilend bekje Lijkt niet meer zoo vreeslijk lief. Heeft dan ook zoo'n vreeslijk trekje, Voelt rich vrees'lijfc gegrief'. Of 't goed iB, dan wel aardig, Of t slecht is, dan wel kwaad. Altijd is baar tong weer vaardig Met haar vreeselijk gepraat- Is wonder dan, dat allen In de -buurt en in de stad Met haar vreeslijk gingen mallen. Haar „juffer Vreeslijk" noemden, wat? Robinson.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 9