Oir DE WUDE WERELD
VOOR DE VROUWEN
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 18 Februari 1922.
ssm
No. 8.
VOORBEHOUDEN)
het leven te shanghal
vul
Kapseis.
RECEPTEN.
DIALOOG.
t Jutte rt je
<*ui
Menig inwoner onzer stad zal wel eens
geweest zijn in de groote Chineesche haven
plaats Shanghai, eigenlijk een Engelsche
atad in China, want het werd in 1842 door
de Engelschen veroverd, die er een groote
en aanzienlijke handelsstad van maakten.
Van 1860 tot 1864 ontwikkelde zich een oos-
molopitisch verkeer, waartoe, behalve 't af
zonderlijk bestuurde Fransche gedeelte, 14
mogendheden onder leiding van hun con
suls behooren. De stad bezit een Euro-
peesch gedeelte, op modernen voet inge
richt, en een Chineesch gedeelte met nauwe
en morsige straten, hulzen van een verdie
ping en hier en daar groote stukken bouw-
Voor de Europeanen is er verstrooiing te
over. Alle groote cafés hebben een strijkje
(jazz band") met dansvloer, waar de paar
tjes van 9 uur des avonds tot 's morgens 2
uur gelegenheid hebben voor One-step,
Fox-trott en andere dansen. Voor de Hel-
dersche meisjes alzoo een eldoradoI De con
sumptie is er .schreeuwend duur, en er
heerscht een verderfelijk credietsysteem,
waardoor men per maand op bons betaalt.
Daarom zijn dan ook de prijzen zoo exor
bitant hoog gesteld, anders zouden de eige
naren niet kunnen verdien. Voor een auto
betaialt men per uur 4 dollar, of liever, men
betaalt het niet, maar teekent oen bonne
tje. De dames verschijnen 's avonds in de
café's in prachtige „evening-dresses", som
tijds zóó gedecollecteerd, dat men in Hol
land een gat in de lucht zou slaan. Overi
gens komen de toestanden binnenshuis veel
met die in Indië overeen, waar kokki im
mers de baas is en njonja niet veel te ver
tellen heeft. Hier is een boy heer en mees
ter in het huis; en als hij voor de reparatie
van meneerts schoenen 1 dollar in rekening
brengt, kan men zeker zijn, dat hij den
sohoenmaker niet meer dan 70 cent betaald
hööft
Het kantoorleven in Shanghai verschilt
zeer veel met dat in Holland. Er heerscht
tusschen chef en bediende niet die afstand,
dien wij hier kennen, de verhouding is de
mocratischer, jovialer, amicaler. Men ge
voelt niet, dat men onder een principaal
werkt, en dat maakt den arbeid veel plei-
zieriger. Ieder doet ziin plicht en stelt zijn
werk in de eerste plaats. Men behoeft niet
bevolen te worden 's avonds terug te komen;
als het noodig is weet men het zelf wel en
doet het met plelzier. De chef bemoeit zich
dan ook hier niet mede, tenzij hij bemerkt,
dat het'plichtsgevoel verslapt bij zijn be
diende, en de zaak er onder zou lijden. Het
wordt evenwel, juist door de vrijheid, die
men geniet, een schande geacht wanneer de
leider der zaak zijn meerderheid zou moeten
toonen.
Helaas vallen tal van jongelui, niet bestand
tegen de verleidingen dezer cosmopqlifcische
stad, ten offer aan drank en vrouwen. Men
komt hier uit den aard der zaak met de
meest ulteenloopende elementen in aanra
king: Russen, Boelgaren, Roemenen, van al
lerlei landaard vindt men hier. De levens
standaard is te Shanghai hoog. Met een sa
laris van 800 dollar per maand kan men
juist rondkomen. Het klimaat ie er slecht;
de zomers zijn ontzettend heet, de winters
fel koud, bovendien is het gevaar voor be
smettelijke ziekten zeer groot en de muskie
ten-plaag is in den zomer zeer onaange
naam.
Zooals in elke Chineesche stad. is het ook
in de Chineesche wijk van Shanghai een
wirwar van straten en steegjes, waar het
zeer moeilijk is den weg te vinden. Straten
en stegen, kris en kras door elkander, met
namen, die men met geen mogelijkheid ont
houden kan, en waarin huis aan huis han
del wordt gedreven op allerlei gebied. Het
heeft wel iets van de Amsterdamsche Jo-
denbreestraat De winkeltjes zijn vaak niet
grooter dan 8 vierkanten meter. Men vindt
er naast elkander een Chineesch eethuis,
waar de koelies voor een paar koperen
muntjes rijst, bamie of vlsoh krijgen, een uit
dragerij, een timmerman, electricien, loterij-
verkooper, kleermaker, schoenmaker, tand
meester, barbier, etc. Alles drijft handel en
krioelt door elkander. Als Europeaan vraagt
men zich af hoe die honderdduizenden, die
daar leven en werken, hun dageljjksch brood
verdienen. Voor den vreemdeling is dit aan
vankelijk onbegrijpelijk.
Maar bij nadere beschouwing begint men
te begrijpen hoe de vork in den steel zit.
JL>e Chinees is spaarzaam en sober; hij kan
den geheelen dag teren op een beetje rijst,
en als hij een paar centen bij elkander heeft
om s nachts te kunnen slapen, is zijn dag
weer goed. Alles heeft waarde voor hem;
zelfs het kleinste muntstukje, „cash" ge
naamd, bewaart hij. Deze muntjes, kleine,
dunne jukjes koper met een gat in het mid
den, hebben ongeveer een waarde van een
tiende dollarcent. Als hij er verscheiden
%an bij elkaar heeft, rijgt hij ze aan een
touwtjee. Op deze manier pot de Chinees
een paar dollar op, waarmee hij dan weer
handel weet te drijven. De Chinees is een
gewiekst en handig zakenman
De Chineesche koelies vindt men in de
stad, zoodat zij overvloedig te krijgen zijn
voor een gering loon. Sociale verbeterin
gen van zijn toestand zijn onbekende din-
ken voor hem; de koelie wordt geëxploi
teerd en soms behandeld als een beest. Zijn
kleeding bestaat uit lompen, soms niet meer
dan een paar gescheurde vodden, stinkend
van vuiL Men ziet hem zwoegen langs de
straat, druipend van het zweet, gebukt on
der geweldige lasten, het lichaam overdekt
met wonden, zweren en vuil, kortom, afzich
telijk om aan te zien. Zij krijgen voor hun
zware werk een schandelijk laag loon, 70
cents per dag. Daarvoor moeten zij vaak
zware kisten en balen sjouwen. Door de
„beschaafde" Europeanen worden deze men-
schen nog afgesnauwd als een hond.
De riksha-koelies behooren tot een ande
re klasse; in hun kleine wagentjes, de riks-
ha's, vervoeren zij de Europeanen van het
eene einde der stad naar het andere. Ook
deze worden vaak op schandelijke wijze uit
gebuit door het publiek. Een oud man, die
zijn uiterste best deed zijn wagentje met
passagier zoo snel mogelijk voort te trek
ken, moest op het teeken van een politie
agent stilstaan. Dit beviel den Europeaan
geenszins, en hij schopte den ouden man
in zijn rug terwijl hij hem toeriep „osso"
(vlug). De oude stumperd stond nu tusschen
twee moeilijkheden: ging hij door, dan werd
hem misschien zijn vergunning ontnomen,
bleef hij staan, dan zou hij door den Euro
peaan worden mishandeld. Eerst door het
ingrijpen van een ander, aan wiens verhaal
wij deze bizonderheden ontleenen, werd aan
het optreden van den „beschaafden" Euro
peaan een einde gemaakt. Deze dwong hem
uit te stappen, den koelie een dollar te be
talen, dreigende hem anders bij de politie
te zullen aangeven. De oude was dankbaar
voor dit ingrijpen en in zijn typisch Chi-
neesch-Engelsch zeide hij tot zijn helper:
„Tenke you, master".
De rijke CJhineezen doen niets om het lot
van hun arme, verdrukte landgenooten te
verlichten.
Wij zeiden voor veertien dagen nog te
rug te zullen komen op die straatnamen-
willekeur. Dat wij, na alles wat wij hier
omtrent reeds vermeldden, nog op dit on
derwerp door gaan, komt omdat ons de zaak
belangrijk genoeg lijkt voor verdere bespre
king. Indien men onze stad moderniseeren
wil, er worden den laatsten tijl al ver
schillende pogingen in die richting gedaan;
wij wijzen op het spulkanaal, het uitbrei
dingsplan, de vele moderne winkelgevels,
de bestaande plannen voor scholenbouw
e. d. m. dan dient men ook acht te ge
ven op een behoorlijke registreering en
nummering van de verschillende straten.
Voor den ingezetene moge dat niet noodig
zijn, er zijn ook nog menschen die niet
in Helder wonen. Nu is zoo'n algemeene
vernoeming en vernummering natuurlijk
nog al ingrijpend, maar we hebben het met
de vroegere vernoeming waarover we den
vorigen keer schreven, gezien, dat het pu
bliek gauw aan de verandering went.
Als men nu eens begon met de numme
ring der perceelen van één bepaalde rich
ting uit, waren we al een eind op streek.
Voor onze bijna zuiver van west naar oost
loopende straten ware dus een nummering
van het westen naar het oosten het meest
rationeel. DJjkstraat en Kanaalweg zijn dan
goed genummerd; Hoofdgracht moet ver
nummerd worden. En als men dan de op
den hoek der straten gelegen perceelen me-
denummert in de straat waarin ze eigenlijk
hooren dus niet de woning van den heer
Verkuyl bij de Weststraat, maar bij Kanaal-
weg, of, indien men dat beter vindt, Kruis
weg, wordt de toestand veel gezonder.
De Kanaalweg zou dan kunnen eindigen bij
de Hoogere Burgerschool, en het verdere
deel tot aan Hoofdgracht zou offieel Kruis
weg kunnen worden genoemd. Hoofdgracht
zou dan eindigen op den hoek van do Pa-
lelssteeg on de rest kon Havenplein wor
den.
Deze veranderingen er zijn er nog
meer zouden in de allereerste plaats
moeten geschieden om Helder te modernisee
ren; daarna zou men zijn aandacht kunnen
wijden aan andere straten.
Nemen wij bijvoorbeeld den Parallelweg.
De eerste zijstraat aldaar heet Kroonstraat;
dan krijgen we de le Schagendwarsstraat,
daarna de 2e Schagendwarsstraat. Dan volgt
de Goversdwarsstraat; de le denkt de le
zer? Mis, lezer, dan krijgen we eerst de
2e Goversdwarsstraat, daarna de le. Terwijl
het verlengde van de 2e Schagendwars
straat weder Gravendwarsstraat heet, om
dat het de Gravenstraat kruist, blijft de le
Goversdwarsstraat dien naam behouden na
dat zii niet minder dan vier straten heeft
gekruist.
APHOBISMEN OVER DEN JOURNA
LIST EN DE KRANT.
August Scherl. de BerliJnsche
Kranten-koning.
In de tegenwoordige jaren bezit de stad
Berlijn behalve de meer dan 800 kleine
re kranten, tijdschriften en Vakvereeni-
gingsbladen een aantal van zes dagbla
den, waarvan de oplaag varieert van 160.000
tot '400.000 exemplaren per dag!
Veertig jaren geledenj werd daar een
krant met een oplaag van 5000 tot 10.000 ex
tot de allerbeste gerekend. Toen er eenige
jaren later een dagblad bestond in den Mark
Brandenburg met een totaal van 60.000
nummers per dag, werd dit een soort mira
kel geacht.
De enorme evolutie in deze jaren van het
oourantenwezen in Berlijn en Duitechland is
voor een groot deel het werk van één man:
August Scherl!
Scherl was de zoon van een eentvoudig
boekhandelaar in Dusseldorf en kwam zon
der óén cent, maar vol nieuwe ideeën in het
begin van 1880 naar Berlijn. Hij richtte een
eenvoudig blaadje op: De „Lokal Anzeiger",
Twee jaren kwam het uit als advertentie
blad daarna als dagblad.
Van toen af begon Scherl zijn eigenlijke
ideeën uit te voeren. De post was hem voor
het ontvangen van nieuws niet snel genoeg
Hij vestigde derhalve overal corresponden
ten, liet zich van overal berichten per tele
graaf en telefoon zenden. Vervolgens brak
hij met het oude Duitsche systeem, volgens
hetwelk een krant niet tehuis, maar ergens
in de bierkneip gelezen werd! Scherl zocht
abonne's aan huis, liet de couranten zoo
van de pers door een leger van vrouwen
bezorgen! Dat sloeg in! Niet alleen bij het
grage publiek maar ook bij de trage con
currenten.Een hagel van verwenschin-
gen brak over den eigenaar los: De ^kan-
dal Anzeiger" noemde men zijn krant.
Maar lang duurde de verontwaardiging
niet want het publiek toonde zich inge
nomen met de maatregel en gaf derhalve
den doorslag. Binnenkort ging heel de Ber-
lijnsohe pers op dezen weg mee.
En meteen ging Scherl al weer verder:
Hij richtte bijkantoren op met het doel nog
te kunnen bedienen. Hij gaf z.g
spoediger
„IDxtrfl
tijdingen" uit voor niemendal 1 Hij
was de eerste die een „Tijdingzaal" Unter
den Linden" liet openen; hier werd het we
reldnieuws van uur tot uur bekend gemaakt.
In een tijdsverloop van tien jaren werkte
deze krantenman zich op tot een der meest
gezaghebbende onder de uitgevers en
maakte zichzelf tevensrijk! Tengevolge
van rijn handelsgeest stroomde het geld zéé
binnen, dat hij krant na krant kon oprichten.
Hij bracht de eerste zetmachines in het
bedrijf. Langzamerhand had hij niet minder
dan vijf dagbladen benevens 'n dozijn week
bladen onder rijn beheer waarvan de be
kendste zijn: Die Woche, Der Tag, Sport und
Bild, Gastenlaube etc.
En alles bracht nieuwe millioenen aan!
Zijn bijkantoren werden over geheel Dultsoh-
land verspreid: ruim 60 binnen ruim 250
buiten Berlijn.De gebouwen der tegen
woordige August Scherl-Gesellsohaft zijn ge
vestigd in de Zimmerstrasse, het hart van
oud-Berlijn. Een staf van meer dan 6000
werklieden zijn daar dag en nacht bezig.
De voormalige keizer van Duitschland
schonk hem de orde van den rooden Adelaar!
En op het hoogtepunt van zijn kunnen en
na vijf en dertig jarige oppermachtige re
geering 'is deze krantenkoning ten slotte
vrijwillig van het dagblad-tooneel verdwe
nen. Eenige jaren geleden heeft hij zijn fei
telijk© dir<"cteurs-mjadbt in handen gegeven
van een combinatie van jongere directeuren
en is zelf gaan uitrusten in zijn paleis in
het Grunerwald bij de Bismarck-Allee.
Dt. B.
BABBELUURTJE OVER MODE.
De LTJHJJELA..of Internationale
Tentoonstelling van Haardrachten, In
terieur en Kleeding te Amsterdam.
Daniki rij een offioieele udtooodiging van
die zijde der Algemeene TenJtoonstelings-
lieidtog, was ik deze week in de gelegenheid
onder voorlichting van eenige stand-bezitters,
otf liever: bezitsters een lilterst leerzamen
rondgang te maiken langs de afdeetingen van
boven omschreven Exhlibi-tion.
Zonder omwegen:' Hier waren prachtige
dingen op het terrein van de Mode en de
Mode-kunst 1
In de eerste pllaats reeds in haar geheel
wijkt deze tentoonstelling al van vorige en
soortgelijke exposities en diit moet voox-
namël ijik. op refceninsr worden gebracht van
den algeimeenen leider en ried' dezer onder
neming: dten heet Itaite Onsmian,, (bekend too-
neelHauteur te AimSterctam en.... peur pas
ser les Temps: Secretaris van het Hoofd-
Best/uur van den Ned. Barbiers- en Kappers-
bond, van welk lichaam in eerste instantie de
gedachte aan deze tenitoonstóKLing is uitge
gaan.
Maar het is voornamelijk imijn bedoeling
om te dezer plaatse nader lm te gaan op wat
er hier merkwaardigs was voor de vrouwen
en haar mode en de Kunst van onze M ode.
Weef-arbeid..
Een van de grootere afdeelingen op deze
Tentoonsteiiilng heet: „Bedrijven in Wer
king". Hier wordt niet alleen vertoond,
maar hier worden de vertoonde dllngen voor
ieders oog vervaardigd! Hier zitten de weef
sters aan het getouw. Hier is de koperdrijver
bezig het roode metaal uit te slaan. Hier zit
die pottenbakker op rijn draaischijf en vormt
voor uwe oogen uit een éenigszlms „viezig"
hompje Mei m sierlijke schoteltHier is
de machinale borduurster, zoowel als de boek-
bindster, sloydwerkster en de rietvüeobtster
in haar bedrijf.
De soepter over deze afdeeüing wordt ge
zwaaid door Mej. Marg. Verwey de in
Amsterdam Ibekende borduurster en mede-
direotmioe van de N. V. „De Viuurriag" te
AmsterdamDen Haag.
In de speciale afdeeling van deze Kunst-
nijverheidsfigiuiir het weefwerk zag ik
vooral bijzondere dingen. Er staan hier wel
zeven of acht verschillende weefstoelen,
waarop door weefsters telkens dOor middel
van een andere techniek de meest ulteenloo
pende werkstukken worden te voorschijn
gebracht....
Om maar iets te noemen: Marg. Verwey
maakt daar en laat de vervaardiging rien
van Meeden in verschillende dessins lange
doeken, kussens, tapijten, karpetten en vloer
matten. Kleinere dingen en daartegenover
weer volledige casaque's ie den vorm van
jumpers, kant en klaar om aan te trekken
(en niet te vergeten: bijzonder goedkoop.
Tenslotte waren daarnaast deels geweven,
deels geknoopt otf op nog andere manier ge
maakt: ceintuurs, kokardes voor mutsen) en
reeds hierin verwerkt, (halskettingen en
taschjes en allerfel min of meer artiBtieke
handwerken.
In afwachting van eenige afbeeldingen,
welke mij zijn toegezegd, wil ik van deze af
deeling het verdere tot een volgende week
bewaren. Mogelijk kan ik u dan eens zoo'n
weefgetouw laten rien.
Mochten er onder de lezeressen van het
Juttertje" zijn, die er prijs op stellen even
tueel mede te werken tot het ie de toekomst
organiseeren van een temtoonsteümg van dit
werk te HeMer, dan ■ml ik mij' gaarne
beschikbaar stellen hierover Mej. Verwey
eens te „polsen". Voor de dames, die slecht
naar Amsterdam kunnen gaan, lijkt het mij
a&erprettigst.
De afdeeltkng Kapsels!
Jal Toen ik hier een en ander zag. moest
ik toegeven, dat wij vrouwen in doorsneê
eigenlek heel weinig aan ons arme (hoofd
laten gelegen liggen. Vooral wanneer je dan
komt langs stands met historische drachten,
waar het sneeuwwitte haar volgens publiek
„voorschrift" 'm halve meter in de hoogte
was opgebouwd!
Wat al variaties in wijze en vorm en klteur!
Hier waren haartooisels in uiterste Simpel
heid, schijnbaar ndet afwijkend van de onB
bekende dracht: Glad achterover gekamd en
met vierkante lokken over de ooren. Soms
aan het achterhoofd de z.g. (bol of ui.
Maar ertegenover waren er allerfraaist ge-
ancMeerde lokken, alle haren keurig naar het
achterhoofd verwerkt en dan eindigend In
een losse, flossig© boi.
Tot zoover was het nog gewoon heel ge
woon, hoewel verzorgd!
'Maar dan kwam tusschen de bol en het
hoofd.... de Kam de groote Spaansche
Kam met een gewei, driemaal grooter dan de
tanden
En het geheel1 was.... chique, gedistin
geerd', kunstig!
Er was o. m. een rossig kapsel', mooi luchtig
opgemaakt. En daarin prijkte een jade-kleu
rige (nieuiw-groen) Spaansche Kam. Hier
door werd' het een ongemeen en zeldzaam
smaakvol' geheek
Van de collectie Spaansche kammen ge
sproken: Wat heb ik hier werkelijk paf ge
staan -van de prachtstukken. Handwerk! Ge
sneden in celluloid en versierd met echt
bladgoud, zilver, parelmoer en been. Het was
in deni stand van de Fransche Fa. August©
Bonaz.
Benige ervan zag ik gedemonstreerd in een
hoogst eenvoudig kapsel en het leek of er
getooverd werd'; het eenvoudige hoofd werd
eensklaps chique en „gekleed" enkel door het
insteken van de kam.
met 10 gr. bakpoeder; 150 gr. suiker; 126 gr.
boter; 150 gr. sultanen; 2 eieren; ruim 1 dL.
melk; de geraspte schil van V» citroen; iets
zout.
Wrijf een springvorm in met boter en be
strooi hem met 'bloem. Roer in een kom boter
en de suiker met een houten lepel dooreen,
tot de boter zéér zacht is geworden. Roer
hierdoor de geraspte citroenschil, een voor
een de beide eieren, dan iets zout, het ge
zeefde meel (of bloem en bakpoeder samen
gezeefd), de melk en de gewasaaben en op
een hoekje van de kachel' gedroogde sultanen
rozijnen. Doe de massa vlug over in een
vorm en bak de cake in een "n*ij waren oven
licht bruin en gaar ito pLm. 1 uur. Bestrooi
ze na bekoeütag met poedersuiker.
Jal het Is waar en het werd mij daar des
te duidelijker: Wij, Hoüandache vrouwen,
zjjn in den beginne altijd 'n weinig huiverig
voor het zonder slag of stoot aanvaarden van
een Nouveauté en toch
Wat zou onze elegamoe er stukken op (kun
nen vooruitgaan, wanneer wij op dit punt een
beetje soepeler waren.
(Volgende week voortzetting).
Mme. Corry.
MA1JONNAISESAUS.
10 gr. maïzena; 1 diL. water; aiuim V» dIL.
bruidenazijn; 2 eierdooiers; 1 dL. cfl5jfolie;
zout, peper, mosterdpoeder.
Breng 1 dL. water aan den kook, voeg
baarbij dan de maïzena toe, die met koud
\vater is aangemengd, en laat dit even koken
tot een dik papje. Vermieng het daarna met
zout, -peper, mosterdpoeder en de azijn. Laat
de pap bekoelen onder af en toe roeren, om
het vormen van een vel te voorkomen, roer
er de eidooiers door en giet er vervolgens
onder flink Moppen, de olijfdEe in een dun
straaltje bij.
CAKE.
260 gr. zeffrijtoend bakmeel of 240 gr. bloem
Motto: Marm und Wetb und Welb
und Mann, Reichen an die Oott-
heit an.
Duet uit de Zauberflëte.
Dramatis personae: Hij en zij. Hij ligt in
bed, reeds voor drievierde in Morpheus'
ammen; zij is bezig de laatste hand te leggen
aan haar nachttoilet
Zij: Man! Manmie!
Hij (slaapt).
Zij: Zeg, Wiiro, luister eens.
Hij (schrikt overeind, staart met wijdopen
oogen naar zijn vrouw, en zegt angstig): Wat
is er? Is er brand?
Zij: Weineen, jongen, maar heb je die
kachel gevuld?
■Hij: Moet je me daarvoor wakker ma
ken?
Zij (pruilend): Nou ja, maar ik heb
anders morgenochtend de last weer van uit
halen, aanmaken, enzoovoort
Hij, verteederd: Kind', ik heb er een
hall mud' amthraciet in gegooid. Maar laat
me alsjeblieft slapen. Ik droomde met zoo
fiin. Vam jou.
Zij: Van mij?
HHj: Jaje was een engel, heeliemaal
in 't wilt.
Zij, ooquet: Was een engel! Ben ik dat
anders niiet?
Hij: Jawel, naituuirlijikj, maar niet altijd
in 't wit
Zij: Je hebt zeker mh nachtpon voor
een engeJMeed aangezien?
Hij1: Wat ben jij toch altijd! ellendig
proza isohi
Zij: Maar toch een engel, hè?
Hij: Laten we zeggen somtijds. Nou,
ik ga- slapen-, wel) te rusten.
Zij: Zeg, Witm, duister nog eens even!
Hij: Wat nou weer?
Zij: Je hebt toch niet te Veel' amthraciet
op de kachel gedaan?
Hij: Wedt niet Voligesmeten heb ik
hem.
Zij: AjasBies, danl duiurt het morgen
ochtend een uur voor de (kamer warm ia Jij
valt altijd in uitersten.
Hij: Heb je nog meer te vragen? Doe
bet dlam achter mekaar af, dan kan ik. maffen.
Ik heb zoo'n verschrikkelijke slaap (geeuwt).
Zij, verteederd: Arme jongen! Je hebt
vandaag ook zoo gewerkt. Ik zal je niet meer
plagen, hoor. Wel' te rusten!
Pauze. Zij is aan dfr haren bezig, laatste
stadium van' het nachttoilet; bij slaapt weldra
en snurkt als een os.
Zij: Wilm, Wlimmiel
Hij: Oah! Brrrr! (Droomt hardtop): Ga
je weg, loeder, (Menage!
HijWim dan toch! Word eens wakker.
Je droomt.
Hij, wakker wondend: Bah, wat een
droom, t Ls met die engelen ook el niets ge
daan, hoor!
Zij: Hoe dan?
HijIk droomde immers van eeni en gel
heetemaali in» t wit?
Zij: Ja, diat was ik!
Hij: Dat denk je maar. t Was een kreng,
een loeder, een Xantippe. Stel je votor, ik
wilde haar kussen
Zij: Oooo, Wlmanie!
Hij: Nou, mag dat niet? In den droom?
Een droomzoen? Een etherische kus? Dart
genot kuin je me toch niet ontzeggen?
Zij: En wat gebeurde toen?
Hij: Ze krabde, dlat kreng!
Zij:"Ook etherisch?
Hij: Ja, maar vanuit droamstandpunlt
was net reëel
Zij: Dan was die zoen ook reëel
Hij: J-a-a-a, daar heb je gelijk lm
Zij: O-0-0-0, Wlimmiel (Huilt).
Hij, verteederd: Stil maar, kind. Ik.
ik. heb haar gebetenl
Zij: Is 't werkelijk?
HijWerkelijk. MaaT nou ga ik slapen.
Zij (tracht nog eenige malen een antwoord
uit te lokken^ maar Htt reageert niet. Ten
slotte kijkt ze stlili-verwijtend haar echtvriend
aan, zegt zachtjes: Een andere vrouw gekust!
en stapt In het echtelijke bed).
Doek.
Juffrouw Vreeselijk.
Vreeslijk lef rijn- hare (kinderen.,
Vreeslijk aardig Is haar man,
Eohter kan dat niet vertind'ren,
Dat ze ureesTUjk tieren kan.
Vreeslijk snoezig zijn haar meubHea,
Vrees'Iijlk duur rijn die gekocht;
Toch rijn al1 die dure meublen
Niets dan vreeseliijk gedrochlt-
Als ze haar boêli gaat vergelijken
Bjj de kennissen van haar,
Laat ze aan haar manlief blijken,
Dat hij is zoo vreeslijk naar,
Om niet meer te wilen tasten
In zijn beurs voor haar pleizier.
Dan moet zij haar hart ontlasten,
Lijkt dan net een vreeslijk dier.
Vreeselijk zijn al haar kwalen,
Vreeseliijk lijdt ze aan haar maag.
En als zij niet kan betalen,
Hangt haar lip zoo vreeslijk -laag.
En haar vreeSTijkr ©ruilend bekje
Lijkt niet meer zoo vreeslijk lief.
Heeft dan ook zoo'n vreeslijk trekje,
Voelt rich vrees'lijfc gegrief'.
Of 't goed iB, dan wel aardig,
Of t slecht is, dan wel kwaad.
Altijd is baar tong weer vaardig
Met haar vreeselijk gepraat-
Is wonder dan, dat allen
In de -buurt en in de stad
Met haar vreeslijk gingen mallen.
Haar „juffer Vreeslijk" noemden, wat?
Robinson.