Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 20 Wies 1922. El No. 21. (auteursrechten voorbehouden) ia de Schitterend-Schoone van Hongarije. Het bestaat uit Ofen (Boeda) en Pest en ligt aan hvro' oever» van de Donau. De stad telt oneeveer 600,000 inwoners, waarvan riP OTOot*to helft Magyaren (spr. uit Modjo- ren^Hongaren), voort» Duitsohers, Slowa- ken in andere bewoners. Een bijzondere oorrespondenlt van het Alg. Handelsblad vertelt een en ander van den toestand na den oorlog. Uit zijn interessante corxespondantie naman wij een en ander oven. Op da breeds terrassen aan den Pester obvw», het Corso van Boedapest, gloeien de zware booglampen in starren lichtglans, vurige guirlandes overspannen de rivier hun weerkaatsing nu en dan onderbroken wanneer een grijs ijsblok zich schuift over den spiegel van turkoois als flikkerende glimwormpjes sohijnen de gaslantaarns te ruston tegen den Bloksberg -- diepzwart silhouet, steil en gebiedend uit het water opgroeiend, steunend tegen den in het don ker terugtradenden koningsburcht met eijn koepelkroon, waarondea hel kostbaarste steatskleinood rust De straten schitterend verlicht; do oafé's Boedapest telt er nóg meer dan Weenien druk bezocht; de restaurants gevuld door «en elegant publiek; in de hotels, w$ar de prezen door allerlei belastingen nóg onge veer honderd procent hooger zijn, dan ze al schijnen, geen plaats te krijgen. De winkel- étalages vol luxe-artikelen den meedoo- genloozen fiscus ten spijt. Elegante toiletten van sdhoone vrouwenzoo vertoont zich Boedapest den buitenlander. In de hoofdstraten bijna goen bedelaars te zien. Een toeken van betrekkelijke wel vaart? Het is winter: bedelem stelt aan het lichaam zijn eisdheni: urenlang loopen en staan op het harde koude asfalt, dat kunnen die anders de hand voor een' aalmoes zou den uitstrekken, thans niet meer. Hun kraohtelooze leden kunnen zij tegen de kou slechts met lompen dekkenL Schoenen om over het plaveisol te sohuivelen hebben zij niet meer. Wanneer men heeft te kiezen tus- eohen twee prooessen die belden onherroepe lijk tot een einde het einde leiden, dan neemt men het zachtste: verhongeren hpet minder pijnlijk te zijn dan bevriezen. Want Boedapest, het schitterend schij nende, verhongert. Het verhongert achter zijn glans in ellende, vuil en; koude. Een massa-ellende gluipt rond, zoo groot als mis schien nergens elders, omdat men het niet kent en soms ook niet kennen wlL Omdat men er ln sommige kringen, waarvan in de eerste plaats de nulp zou moeten komen eenvoudig de ooren voor sluit. Achtentwin tig honderd gezinnen, alleen uit vier der tien distrioten samen ongeveer tienduizend perso nen, wier namen thans aan de nationale ver gadoring, in een door den vroegoren minister-president Karl Huszar aangelegd „Armenkada«teru zijn bijeengebracht vor men siochts de voorhoede van het leger der ontelbaren die met den hongerdood worste len. Zij, op wier vrijgevigheid vroeger nooit te vergeefs een beroep werd gedaan, de mid delklasse», door wier hulp Boedapest weleer kon gelden als een voorbeeld ten aanzien van sociale voorzorg, Boedapest waar elko moeder tweemaal per dag een portie melk voor h««r kind, waar elke volwassene een groot stuk brood kon komen halen zonder opgave van naam zij, die dit alles moge lijk maakten, zijn thans zelf te gronde ge- traotement ministerie» gaan. Het gemiddeld jaarlijks van «en ambtenaar in een der feuilleton. DE INBRAAK IN DE „BIJENKORF". Naar hst Enige1*"*1 van W. W. Jacobs, roor het „Juttsrtje" bewaak» dooor L. H. Obdaan. ^Mr. George Benn, afgezwaaid bootsman ,au de „Herring gull", zuchtte hoorbaar, kwam met een moedeloos gebaar de herlberg- deur in en bleef slaan met de knop in de hand. Mr. Waters, wittende achter de kleine toon bank van hst buffet, keek hem tamelijk nijdig mui# Mijn gevoel verandert nooditl sol de boots man plechtig- Het tffiijne ook niet, repliceerde de fcaste- jeimes scherp. Het is toch 'n (mal ding, Mr. Rnrrn dat je me altijd vraagt te trouwen nè je derde potje hier Ha» js alleen maar om me ©en beetje moed te geven, pleitte de bootsman. De eerstvol gende keèr 'begin ik vóór ik een druppel ge dronken héb. Dan «ul je aaen, dat ik het ern stig meenl Hh stapte de deur uit en sloot haar dicht, vóór de kastelein een keus kan doen uit de vele benamfingien, die haar op de lippen hitte, zijn tred was druilig, maar zijn hersens waren in volle actie. mi wandelde 'n paar mijlen voort, diep in «lachen en gekomen zijnde aan een scha- SE (jk plekje, nam hij plaat» op <*n uit krijgend rijkelijk met gras (begroeid heu- bedraagt nog minder dan het halve weekloon van een Engelach arbeiden elen hebben geen kleeren, zoodat zij hun woning niet kunnen verlaten en du* geen werk kupnen vinden. Griep, meestal longontsteking gevolgd, woedt in de motten, in de onverwarmde kamers, in de schuren, waarin zij verkleumen en verhon geren met hun inkomsten) van acht, tien of twaalfhonderd kronenIn de kinder- asylen liggen de patientjes overlangs, vier of vijf in één crèche- driehonderd, vijfhon derd op een zaal voor veertig, vijftig-atro- pische lichaampjes, tuberbacillen in zich dragend; groote oud-achtige hoofdjes men huivert bij de gedachte aan de moge lijkheid van een epidemie. En zij dan, van wie thans de hulp moet komen? „Kloppen pr in Boedapest geen) goede harten meer?8 vraagt de pauselijke nun tius in een brief, dien hij namens alle vreemde missies dezer dagen tot de regee ring richtte. „Van alle menschelijke gevoel ontbloot, zoo wordt ongeveer gezegd, doen de rijke Hongaren zelf niets, om de nooden te lenigen): zij verspillen echten honderd duizenden aan ijdel genot." En het op houden der buitenlandsche hulp wordt in uitzicht gesteld, wanneer de eigen rijken' de beurzen niet openen. Doordat bij de verstrekking van steun ge vraagd werd naar politiek en geloof, hiel den vele liberalen de hand op de beurs. Een en ander gaf Karl Huszar aanleiding een weldadigheidsbeweging op touw te zet ten, waarvan hij het schema in het parle ment onder ademlooze stilte ontvouwde. Schema naar Amerikaansch voorbeeld. Da rijkeni van Boedapest noodigde hij uit tot een eenvoudige thee in het parlement Nie mand zou kunnen aanzitten, die niet min stens tienduizend kronen had gestort van welk bedrag geen heller af zou gaan voor administratiekosten ten bate van oen „onzichtbaren gast", wiens plaats aan de tafel open blijft De giften stroomden toe. Duidelijk had Huszar het uitgesproken op het gebied van weldadigheid gold geen politieke of geloofs belijdenis. Binnen twee dagen was er meer dan drie millioen bijeen en onmiddellijk onder de nooddruftigen' verdeeld. Burgemeester Sipöcz voelde dit suoces tegenover het mislukken zijner poging of liever tegenover het votum van publiek wantrouwen, waarmede deze was begroet, als blzOnder pijnlijk. En toen geschiedde er iets, wat een licht op zekere Boedapester moraal werpt, zoo fel Burgemeester stelde zich op het stand- KLAAB VOOR DEN STRIJD. Als ge langs onzen zeeboulevard naar Huisduinen rijdt, ziet ge tegen de steen- glooiing rijen driepootige bokken staan, die dienen om de steenzetters een handje te helpen bij het plaatsen en stellen der ge weldige steenblokken. De rammeiingeü der golfbrokken tijdens de herfststormen schijnen onzen dijk weer aardig geknauwd te hébben, want groote stukken der steenglooiing worden onder handen genomen. Pas, wanneer men aan het herstellen be zig is, krijgt men een indruk van welke ti tanische krachten daar onze zeewering heeft te lijden. Wel hebben we gezien hoe, na een storm de dijkkruin bezaaid lag met allerlei plom- pers en puin, doch toen konden we nog niet bevroeden, dat een opkalefatering als nu plaats vindt, noodig zou zijn. Als ge nu met het kalme voorjaarsweer, hetwelk dan eindelijk schijnt voorjaars weer te zullen worden de kalme zee ga deslaat, die ook nu nog wel bij het aanrollen, zich schuimend stukslaat tegen de palenrij- en, kunt ge u zoo moeilijk voorstellen, dat, na den zomer, haar krachten zich zullen ontketenen en ze toornig haar uitschieters floept over het verhoogde dijkje. Als ge, in werkelijke zomerstemming go- bracht door de ettelijke zwaluwen, die nu duikelend scherend zich voortzwiepen over de fortgrachten: als de tapuiten rustig staand op hét dijkje, uitziend naar een voor menschenhand ontoegankelijk hol letje om daar hun eitjes te leggen; als ge hoog in de lucht tierelierend hoort schette ren de vroolijke leeuweriken en al het groen berstend uitschiet en de bloemen zich ont dooien, dan denkt ge immers nog aan geen erf ristonnen). Doch zij, die waken over onze dijken, den ken daaraan weL Hun strijd, hun eeuwigdurende strijd met de zee, vatton ze ook elk voorjaar weer op. Dan zijn zij baas, dan trachten ze een voor| rong te krijgen op hun onverbiddelijke twintig procent dragen: belasting op vermakelijkheden. De commissie van Huszar was veront waardigd. Zij maakte er geen geheim van waar zij meende de oorzaak van dezen be lastingijver te moeten zoeken. Bovendien waa de „thee" allerminst een soirée, of een fanoy-fair of een „vermakelijkheid'1. De burgemeester hief ook geen belasting op een five o'olook wanneer hij zelf of graaf Bethleu er een) arrangeerde. Zij, die min stens 10.000 kronen hoddeni bijgedragen kregen een kop thee of een gebakje. Dat was alles. Huszar zelf zeide on schreef, dat hij Boedapest beklaagde, dat het zulk een bur gemeester had. Dat was dr. Sipöcz te veel. En hij deod wat men vrijwel alleen nog in HonMNN doen/ kan, waar de minister van justitie hét instituut van de „ridderlijke vereffening" verdedigt, en het persoonlijk beoefent: hij zond Huszar zijn sooondanteaTot de schande van een duel is het ten slotte niet gekomen. Huszar gaf een verklaring af waarmee de secondanten zich tevreden zeiden te stellen. Van de namen en adressen uit Huszar's nrmenregister moeten er ondertusschen hondervijftig geschrapt. Zij moeten over geboekt op net hongerdoodregister. velt je en stak zijn pijp op. (De hitte en het slaapwekkende gezoem van de bijen, maak ten dat hij begon te knikkebollen. Zijn pijp hing in den hoek van zijn mond en rijn oogen sloten zich. HIJ schrok bij het geluid van naderende voetstappen, voelde in rijn zakken naar luci fers en staarde sufferig naar den aankomen de. Hij zag een lange kerel mét een klein bundeltje op rijn schouder en aan de kaars rechte houding, de vinnige oogen en het bruine gezicht, had de bootsman geen moeite, den oud-soldaat te herkennen. De vreemde (bleef staan, toen (hij den rit- tenden bootsman bereikte en (bekeek hem met een vrooHjk gericht Mag ik 'n pijpje stoppen, maat? vroeg hij. De (bootsman overhandigde hem bereid willig de kleine stalen doos, waarin hij deze luxe (bewaarde. Witte (boon, ben je dat niet, <zeide hij vrien delijk. De lange man knikteWas ik, ant woordde hij. Nou ben ik pfn eigen opper bevelhebber. Niks te doen? vroeg de bootsman weer, rijn tabaksdoos opnemende, om opnieuw zijn pijp te stoppen. De ander schudde het hoofd en blijkbaar genegen de conversatie voort te zetten, smeet hij rijn ibumdel in het giras en ging naast den bootsman zitten: ik heb tijd zat, aei hij. Mr. Benn (knakte en 'n poosje zaten beiden stilzwijgend te rooken. 'Een vaag idee doorschemerde het brein van den bootsman, 'ni idee dat wol dra een vaster vorm begon aan to nsmlen. Hij wierp een heimeMken blik op zijn buurman, 'n vent van plus minus 68 jaar, met gerimpelde oog hoeken, die aanleg voor humor verrieden, 'n zwanen knevel en 'n blijmoedige, met zor geloosheid' gemengde iriJtdruikkfimg op zijn knap gericht. Hou je niet van werken, vroeg de boots man, toen hij rijn inspectie had geëindigd. Zeker wel, zei de ander, 'n zware rookwolk En tot dusver weerstreven ze de zee nog met succes. Wel winnen ze niet op haar, doch verliezen, neen, dat doen ze ook nog niet. En in den herfst en winter laten ze de zee weer triomfen vieren. Wel loeren ze wakend bij de dijkkruin om in te grijpen als lt werkelijk noodig mocht zijn. Ze gunnen de zee haar satanisdhen1 scha terlach en denken: wacht maar, na den win ter, vieren wij weer den scepter en tarten u voor den volgenden herfst Altijd waakzaam en klaar voor den strijd. Immer door. BOBINSON. voor zestig cent en drie fooien en zeven trammetjes en vijf dagen overgebleven in Amsterdam, plus zes nachten daarna tien dagen verblijf gehouden in Haarlem in de nabijheid van) de Provinciale Griffie. Twee vechtpartijen met een bode en oen portier, acht processen verbaal wegens on behoorlijke uitlatingen tegenover de com miezen, driemaal opnieuw tip-top-fototj ca laten maken, omdat fle ze tweemaal verloren had "n portemonnaie verloren met 'n door gefourneerd loterijbrieftje en *n goud doublé medallon van m'n vrouw, zeventien dagen zonder verdiensten wegens verblijf buiten Helder. En?.... Toen had ik 'm"n spik splinter nieuwe pas. En nou moet ik naar Bunde, dat is twintig minuten op de flets over de grens bij Nieuwe Schans in Groningen. Heb je 'n visum gehaald?. IPrecies 'n visum.'n invullings formulier voor "n dubbeltje en 't visum ne gen gulden), zegt die meneer.... Ik zeg: „negen gulden, da's meer dan duizend Mark!.Is dat geen Scbw.„Heelemaal niet zegt die meneer, daar verliezen we nog anl. Dat kan wel!. En vroeger was 't drie Mark. Ja maar vroeger was alles goeje- toooper!. Dus 't is geen schwindel, omdat er zoo veel menschen naar Duitsdhiand gaan? Heelemaal niet, hoor!.'t zijn „za ken"!. En de Duitsdher doet dat, omdat je anders mét de polizei last zou krijgen. Dus 't is voor je bestwil. O! nou, dan ben ik er blij om. Ik dacht heusch. 01 neen.geen1 kwestie vaal. Dank je.bonjour 1. Addiol. DIALOOG. Kwaaddcnkorij!. Amloel. Vriend?, Ik ben naar het. Uircua Hagenbeek geweest?. Ben je zot?.Nee.hot waren wel Duitschers. Naar 't consulaat?. Jal.Ik moet naar (Bunde). Jonge I.En nu 'n pas gehaald?. Nee *a pos had ik al d.w.z. 'n nieuwe!.... De oude bevatte nog drie en twintig leege blaadjes van de vier en twin tig, maar die was niet meer geldig.Dus. 'n Nieuwe. Juustl. Voor acht pop?. Precies.plus leges van *n daalder en *n bewijs van vrijstelling van de militie ln de lucht blazend. Maar we kunnen niet alles krijgen wat /we wensohen iin dit aardsohe tranendal. Da» zou niet goed voor ons rijn. De (bootsman docht aan zijn geliefde juf frouw Waters en auchtte.Toen rammelde hJÜ in rijn broekzak. Zou je 'n half pond kunnen gebruiken, in formeerde hij, Kijkerei hier, vilei de soldaat verontwaar digd in.omdat ik 'n pijp tabak aan je ge vraagd heb, moet je niet denken, datto.... Ik wil Je niet bclee iigen, onderbrak hem «nel de bootsman. Ik bedoel, wil je die ver dienen. De soldaat knikte en nam rijn pijp uit den mond. Bedoel je tuinwerk of glazelappen? vToeg h]j, twijfelachtig de schouders opha lend. De bootsman schudde het hoofd. Schrobben soms, zei de soldaat met een zucht van gelatenheid. In het laatste huis, waar Sk moest schrobben, deed ik zoo mijn best, dat ze me verdachten de zeep .te hebben geflikt. Dat lamme volk. En deed je dat niet? vroeg de bootsman, hem scherp aanziende. De soldaat stond op, schudde de asch uit zijn pijp en keek den bootsman somber aan. Ik kan je die talbak niet teruggeven, zei hij grümmdg en ik kan ze je ook niet betalen, want ik heb nog maair 'n paar stuivers en die heb ik zelf noodig. Maar leer dat van mij, maat, als 'n arme duivel je om *n pijp tabak vraagt, blijf dan (beleefd. Ik heb nog nooit iemand daarom beleedtigd in al mijn levensdagen, zei de bootsman ver wijtend. Ik heb mij ti reden voor hetgeen ik gezegd héb en goeie reden ook. (De soldaat bromide wat en rich voorover buigend!, nam hij rijn bundeltje weer op. Ik sprak daar van een halven soeverein, hield de bootsman geestdriftig aan, en als ik je nou vertel, dat ik je die aanbied om 'n beetje voor inbreker te spelen, dan zal je meteen begrijpen hoe noodig het tia, dat ik vertrouwen stel in je eerlijkheid BABBELUURTJE OVER MODE Lange of korte rok. De strijd tusschen den langen en den kor ten) vrouwenrok te Londen is al aan het luwen. De vooiloopige uitkomst schijnt to zijn, dat al wat jong is en mooie „enkels" heeft, den korten rok wil (handhaven voor de gelegenheden die daarvoor geschikt lij ken, als bij het teninissen, fietsen, toerisme, kortom alle out door sports, maar dat de rokken langer worden voor officieele bijeen komsten. Wij lezen in een Engelsch Zon dagsblad dat bij de wedrennen van Aseot, de plaats van samenkomst voor alles wat zich moet en wil laten zien), rokken gedra gen zullen worden tot aan de enkels ol slechts een ietsje korter. De directeur van een vermaarde dames- kleermakerij aan Hanover Square geeft als „ideale lengte" 2 d.M. van den grond aan wat dan nog lang geen sleepïok la, die sto:1 rondwervelt. Dat is, zegt hij, het beval 11 gst. Een verlengstuk kan echter aangebracht worden door draperieën, die eonige Engel- eche duimen (1 Eng. duim 21/, c.M.) 1 noden den rand vallen! of door den rok op zij aanmerkelijk langer te maken dan in het midden, van voren en van achteren. Deze methode geeft gelegenheid om even een randje te laten zien van een onderrokje ln een kleur, die een tegenstelling vormt en recht afgesneden is op een lengte die 5 to 71/» c.M. moer bedraagt dan die van het kortste gedeelte van de japon zelf. Een andere mode-kenner waarschuwt ech ter, dat het een groote fout zou zijn, om te meenlen, dat rokken tot den enkel, omdat zij in de mode komen, iedereen staan. De langere rok moet ln overeenstemming zijn met ieders individueele figuur en daarvoor is de raad van een deskundige noodig. Ten slotte zij nog een stem vermeld uit heel anderen kring. Dominee Piotion W. Franols, de vicaris van de Allerheiligenkerk te New Shlldon (Durham) sohrijft in net ma gazijn van zijn parochie :,Jk moet zeggen dat vele vrouwen verleden Jaar niet fatsoen lijk waren. Het la niet gozond een japon op den grond te laten slepen, maajr de korte japonnen die verleden jaar gedragen wer den, waren niet gezond voor het zedelijke leven van ons land. Het verheugt mij te le- zenl, dat dit jaar een verstandiger regel aan genomen zal worden. Ik zou er bij de vrou wen op willen aandringen, dat zij het mannen mogelijk maken, zedelijk te zijn. Inbreker? hijgde de soldaat.eerlijk heid? wat drommel. Ben jij dronken of ik?..B Ik bedoel,, zei de bootsman, deze verden king met de 'hand wegwuivend, dat je voor geeft 'n inbreker te zijn. Ik donk, dat we allebei dronken rijn, dit la het, zei de soldaat noeralachtig. De bootsman werd onrustig. Als Ja toe stemt, zeide hij gejaagd, don sta ik en voor in, dfllt er nik» goen kwaad gebeurt. Vooruit dan maar, aeti de soldaat resoluut on vatte de toegestoken haind van den boots man. Mijn naam is Ned Travers. Als het een is, (ben ik er voor, maar anders bedank "e feestelijk, snap dat. eb daar geen kopzorg over, zei de boots man geruststellend. Koon, steek eerst nog eens op en gooi nou geeni goeie tabak meer weg. Mr. Travers nam de aangeboden doos aan en stopte opnieuw rijn pijp niet de tabak, die hij eerst had afgewezen. Daarop ging hij weer ritten, leunde achterover mett 'n air van een miilionair en vroeg vuur aan den bootsman. Ik heb de zaak nog niet heelemaal voor elkaar, zei mr. Benn langzaam, maar het scheelt toch niet veeL Laat me eerst nog eens nadenken. Hij stak opnieuw zijn pijp op en tuurde sttrak naar de heg aan de overzijde van den weg. Twee mijlen van hier, zei' hij eindelijk, na 'n paar krachtige halen aan rijn pjjp, daar is een kleine herberg, de „Bijenkorf'genaamd, en de kasteleines is de dame, waar ik om boo te zeggen, razend op verkikkerd ben. De soldaat ging overeind ritten. Maar ze wil me niet hebben, vervolgt de bootsman, met tranen ln aa'n verweerd zee- mansgelaatt. (De soldaat leunde weer achterover. Zij is een eenzame weduwe», vervolgde de heer Benn, droevig het hoofd schuddende, en de .Hijenkorf" is een afgelegen plaats. Het is heel achter het. dorp en het naaste hui» staat er wel een halve (mijl van af. Het Wande&iflsL Ofschoon het soms in het voorjaar (zoo- als dit voorjaar b.v.) heel lang feowï en guux en bifna wintersrii blijft, .ofschoon het soms in het najaar (zooals najaar 1921 b.v.) heel Lang mooi weer en nog laat-zo- merach blijft, moeten we toch altijd vroeg tijdig denken aan de kleeding, welke mot het veranderen van het jaargetijde noodig wordt. Soms leidt dit wel eenö tot gekke contras ten, zooals b.v. bij zeer vooruitstrevende hoe denzaken, die in de maand Januari, wanneer sneeuw en: ijs nog volop ih het land zijn. stroohoeden etaleerenl En omgekeerd de zelfde zaken, die ons als we van onze va- oantie terugkomen, roodbruin en nog puf fend van de geweldige zomerwarmte daar buiten vriendelijk begroeten met.ve lours en bonthoeden! Maar heelemaal voorbarig is dat vooruit rekenen) toch niet, want we moeten toch zorgen klaar te wezen als het jaargetijde ons werkelijk soms plomp-verloren overvalt 1 Daarom dienen we nu ook reeds zoo langt zamerhand rekening te houden met de in aantocht zijnde warme dagen en ons te pre pareeren op de mogelijkheid van een namid dagwandeling, waarbij we „fatsoens-halve" geen warme mantel of zooiets meer kunnen aandoen! Voor deze mogelijkheid dragen we dan tegenwoordig bij voorkeur een soort japon, die in Verschillend opzicht eenigszins aan een mantel doet denken. Dat is de naam duidt het al aan: da „Robe-Manteau", anders gezegd: de robe- tailleur! Deze mantel-japonnen worden' vervaardigd in groote verscheidenheid van stoffen, zoo wel als modellen en garneeringen. Maar de allerliefste en meest gezochte stof hiervoor blijft toch de blauwe serge. Bijgaand teekeningtje geeft een) van die aardige, solide toiletjes, die voornamelijk in de laatste seizoenen zeer gezocht zijn. Bovenstaande robe is gemaakt vwn blauws kamgaren. Do zijpaneelen, vesten en onderdeelen vande mouwen! zijn bestikt met heel smalle lak-tresjes, wat aan het toilet een zeer apart effect geeft! Een hoed overtrokken! met zwarte zijde en benaaid met zwart houten kraaltje* vol tooid het geheel. Kleinigheden. Voor de sohoonmaakl Wanneer ge gordijnen^ die gewaaschen z}jn, weer op de stokken of de roeden moet rijgen, doe dan een vingerhoed op de punt van de stok of de roe. Don zal het gordijn niet blijven hakeni! Krijgt ge vlekken in een schoon tafellaken of ander kleeding-hulahoudstuk, giet dan Gekke plaats voor 'a heilig huisje merkt© imr. Travers op. Ik heb haar al verteld, hoe onveilig hst ls, zei de bootsman. Ik zeide haar, dat rij fq man noodig had, om haar te beschermen, maar rij lachte imlj uit. Ze geloofd© het niet! begrijp je? Ongelukkigerwijze ben ik een klein keroltje.klein maar stevig.maar zij houdt van lange kerels. Dat doen de ituveat© vrouwen, «ol mr. Tra ver», zich oprichtende en onwillekeurig zijn root© knevel opstrijkend.... Toen ik nog 't gelid stond. Mijn plan is, zei de (bootsman, zonder acht te willen «laan op deze Interruptie, om twee vliegen in één klap te vangen. In de eerste plaats haar te bewijzen, dat rij bescherming noodig heeft en in de tweed© plaat» Dat 1 k de man ben om haar te beschermen. Be grijp je wat ik bedoel, maat? De soldaat stak zijn hand uit en betastte de spierballen van den ander. 1 Lijken wel kegelballen, «ei h/jj bewonderend, hard als ijzer. De 'bootsman vertrok rijn gericht tot een flauw lachje. Ik denk, zei hij, dat ze me lief heeft, zonder het te weten. Dat doen ze allemaal, zei (mr. Travers met een ernstig 'hoofdschudden. En derhalve wil iik haar niet teleurstellen, zei de ander. Dot doet je eer aan, merkte anr. Travers op. Ik héb 'n goed© kop, zwetst© de bootsman, andere zou tic mijn rang als (bootsman niet zoo gauw hébben gekregen. En over deze zaak heb ik zóó lang nagedacht, dat mijn hersens in mijn test rond-dfaaiden maar nou ben ik er achter en ais jij nou doet, walt ik van jou verlang, dan kamt het zaakje goed voor elkaar. En komt het goed al.rerd..„ dan maa(k ik er een pond van! Ga voort, Van der Bolt, zei maL Travers, ik hiiater.... (Wordt vervolgd). 't Juttertje BOEDAPEST. bruischten. Bij de koelte in de herberg, met haar geur van vochtig zaagmeel, scheen de weg heet en stoffig- Maar do teleurgestelde bootsman, ten lm de 14 uagen, hiw» ou

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 11