Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 20 Wies 1922.
El
No. 21. (auteursrechten voorbehouden)
ia de Schitterend-Schoone
van Hongarije. Het bestaat uit
Ofen (Boeda) en Pest en ligt aan
hvro' oever» van de Donau. De stad telt
oneeveer 600,000 inwoners, waarvan
riP OTOot*to helft Magyaren (spr. uit Modjo-
ren^Hongaren), voort» Duitsohers, Slowa-
ken in andere bewoners.
Een bijzondere oorrespondenlt van het Alg.
Handelsblad vertelt een en ander van den
toestand na den oorlog. Uit zijn interessante
corxespondantie naman wij een en ander
oven.
Op da breeds terrassen aan den Pester
obvw», het Corso van Boedapest, gloeien de
zware booglampen in starren lichtglans,
vurige guirlandes overspannen de rivier
hun weerkaatsing nu en dan onderbroken
wanneer een grijs ijsblok zich schuift over
den spiegel van turkoois als flikkerende
glimwormpjes sohijnen de gaslantaarns te
ruston tegen den Bloksberg -- diepzwart
silhouet, steil en gebiedend uit het water
opgroeiend, steunend tegen den in het don
ker terugtradenden koningsburcht met eijn
koepelkroon, waarondea hel kostbaarste
steatskleinood rust
De straten schitterend verlicht; do oafé's
Boedapest telt er nóg meer dan Weenien
druk bezocht; de restaurants gevuld door
«en elegant publiek; in de hotels, w$ar de
prezen door allerlei belastingen nóg onge
veer honderd procent hooger zijn, dan ze al
schijnen, geen plaats te krijgen. De winkel-
étalages vol luxe-artikelen den meedoo-
genloozen fiscus ten spijt. Elegante toiletten
van sdhoone vrouwenzoo vertoont zich
Boedapest den buitenlander.
In de hoofdstraten bijna goen bedelaars
te zien. Een toeken van betrekkelijke wel
vaart? Het is winter: bedelem stelt aan het
lichaam zijn eisdheni: urenlang loopen en
staan op het harde koude asfalt, dat kunnen
die anders de hand voor een' aalmoes zou
den uitstrekken, thans niet meer. Hun
kraohtelooze leden kunnen zij tegen de kou
slechts met lompen dekkenL Schoenen om
over het plaveisol te sohuivelen hebben zij
niet meer. Wanneer men heeft te kiezen tus-
eohen twee prooessen die belden onherroepe
lijk tot een einde het einde leiden,
dan neemt men het zachtste: verhongeren
hpet minder pijnlijk te zijn dan bevriezen.
Want Boedapest, het schitterend schij
nende, verhongert. Het verhongert achter
zijn glans in ellende, vuil en; koude. Een
massa-ellende gluipt rond, zoo groot als mis
schien nergens elders, omdat men het niet
kent en soms ook niet kennen wlL Omdat
men er ln sommige kringen, waarvan in de
eerste plaats de nulp zou moeten komen
eenvoudig de ooren voor sluit. Achtentwin
tig honderd gezinnen, alleen uit vier der tien
distrioten samen ongeveer tienduizend perso
nen, wier namen thans aan de nationale ver
gadoring, in een door den vroegoren
minister-president Karl Huszar aangelegd
„Armenkada«teru zijn bijeengebracht vor
men siochts de voorhoede van het leger der
ontelbaren die met den hongerdood worste
len. Zij, op wier vrijgevigheid vroeger nooit
te vergeefs een beroep werd gedaan, de mid
delklasse», door wier hulp Boedapest weleer
kon gelden als een voorbeeld ten aanzien
van sociale voorzorg, Boedapest waar elko
moeder tweemaal per dag een portie melk
voor h««r kind, waar elke volwassene een
groot stuk brood kon komen halen zonder
opgave van naam zij, die dit alles moge
lijk maakten, zijn thans zelf te gronde ge-
traotement
ministerie»
gaan. Het gemiddeld jaarlijks
van «en ambtenaar in een der
feuilleton.
DE INBRAAK
IN DE „BIJENKORF".
Naar hst Enige1*"*1 van W. W. Jacobs,
roor het „Juttsrtje" bewaak» dooor
L. H. Obdaan.
^Mr. George Benn, afgezwaaid bootsman
,au de „Herring gull", zuchtte hoorbaar,
kwam met een moedeloos gebaar de herlberg-
deur in en bleef slaan met de knop in de
hand.
Mr. Waters, wittende achter de kleine toon
bank van hst buffet, keek hem tamelijk nijdig
mui#
Mijn gevoel verandert nooditl sol de boots
man plechtig-
Het tffiijne ook niet, repliceerde de fcaste-
jeimes scherp. Het is toch 'n (mal ding, Mr.
Rnrrn dat je me altijd vraagt te trouwen nè
je derde potje hier
Ha» js alleen maar om me ©en beetje moed
te geven, pleitte de bootsman. De eerstvol
gende keèr 'begin ik vóór ik een druppel ge
dronken héb. Dan «ul je aaen, dat ik het ern
stig meenl
Hh stapte de deur uit en sloot haar dicht,
vóór de kastelein een keus kan doen uit de
vele benamfingien, die haar op de lippen
hitte, zijn tred was druilig, maar zijn hersens
waren in volle actie.
mi wandelde 'n paar mijlen voort, diep in
«lachen en gekomen zijnde aan een scha-
SE (jk plekje, nam hij plaat» op <*n uit
krijgend rijkelijk met gras (begroeid heu-
bedraagt nog minder dan het halve weekloon
van een Engelach arbeiden
elen hebben geen kleeren, zoodat zij
hun woning niet kunnen verlaten en du*
geen werk kupnen vinden. Griep, meestal
longontsteking gevolgd, woedt in de
motten, in de onverwarmde kamers, in de
schuren, waarin zij verkleumen en verhon
geren met hun inkomsten) van acht, tien of
twaalfhonderd kronenIn de kinder-
asylen liggen de patientjes overlangs, vier
of vijf in één crèche- driehonderd, vijfhon
derd op een zaal voor veertig, vijftig-atro-
pische lichaampjes, tuberbacillen in zich
dragend; groote oud-achtige hoofdjes
men huivert bij de gedachte aan de moge
lijkheid van een epidemie.
En zij dan, van wie thans de hulp moet
komen?
„Kloppen pr in Boedapest geen) goede
harten meer?8 vraagt de pauselijke nun
tius in een brief, dien hij namens alle
vreemde missies dezer dagen tot de regee
ring richtte. „Van alle menschelijke gevoel
ontbloot, zoo wordt ongeveer gezegd, doen
de rijke Hongaren zelf niets, om de nooden
te lenigen): zij verspillen echten honderd
duizenden aan ijdel genot." En het op
houden der buitenlandsche hulp wordt in
uitzicht gesteld, wanneer de eigen rijken' de
beurzen niet openen.
Doordat bij de verstrekking van steun ge
vraagd werd naar politiek en geloof, hiel
den vele liberalen de hand op de beurs.
Een en ander gaf Karl Huszar aanleiding
een weldadigheidsbeweging op touw te zet
ten, waarvan hij het schema in het parle
ment onder ademlooze stilte ontvouwde.
Schema naar Amerikaansch voorbeeld. Da
rijkeni van Boedapest noodigde hij uit tot
een eenvoudige thee in het parlement Nie
mand zou kunnen aanzitten, die niet min
stens tienduizend kronen had gestort
van welk bedrag geen heller af zou gaan
voor administratiekosten ten bate van
oen „onzichtbaren gast", wiens plaats aan
de tafel open blijft
De giften stroomden toe. Duidelijk had
Huszar het uitgesproken op het gebied van
weldadigheid gold geen politieke of geloofs
belijdenis. Binnen twee dagen was er meer
dan drie millioen bijeen en onmiddellijk
onder de nooddruftigen' verdeeld.
Burgemeester Sipöcz voelde dit suoces
tegenover het mislukken zijner poging of
liever tegenover het votum van publiek
wantrouwen, waarmede deze was begroet,
als blzOnder pijnlijk.
En toen geschiedde er iets, wat een licht
op zekere Boedapester moraal werpt, zoo
fel
Burgemeester stelde zich op het stand-
KLAAB VOOR DEN STRIJD.
Als ge langs onzen zeeboulevard naar
Huisduinen rijdt, ziet ge tegen de steen-
glooiing rijen driepootige bokken staan, die
dienen om de steenzetters een handje te
helpen bij het plaatsen en stellen der ge
weldige steenblokken.
De rammeiingeü der golfbrokken tijdens
de herfststormen schijnen onzen dijk weer
aardig geknauwd te hébben, want groote
stukken der steenglooiing worden onder
handen genomen.
Pas, wanneer men aan het herstellen be
zig is, krijgt men een indruk van welke ti
tanische krachten daar onze zeewering heeft
te lijden.
Wel hebben we gezien hoe, na een storm
de dijkkruin bezaaid lag met allerlei plom-
pers en puin, doch toen konden we nog niet
bevroeden, dat een opkalefatering als nu
plaats vindt, noodig zou zijn.
Als ge nu met het kalme voorjaarsweer,
hetwelk dan eindelijk schijnt voorjaars
weer te zullen worden de kalme zee ga
deslaat, die ook nu nog wel bij het aanrollen,
zich schuimend stukslaat tegen de palenrij-
en, kunt ge u zoo moeilijk voorstellen, dat,
na den zomer, haar krachten zich zullen
ontketenen en ze toornig haar uitschieters
floept over het verhoogde dijkje.
Als ge, in werkelijke zomerstemming go-
bracht door de ettelijke zwaluwen, die nu
duikelend scherend zich voortzwiepen over
de fortgrachten: als de tapuiten rustig
staand op hét dijkje, uitziend naar
een voor menschenhand ontoegankelijk hol
letje om daar hun eitjes te leggen; als ge
hoog in de lucht tierelierend hoort schette
ren de vroolijke leeuweriken en al het groen
berstend uitschiet en de bloemen zich ont
dooien, dan denkt ge immers nog aan geen
erf ristonnen).
Doch zij, die waken over onze dijken, den
ken daaraan weL
Hun strijd, hun eeuwigdurende strijd met
de zee, vatton ze ook elk voorjaar weer op.
Dan zijn zij baas, dan trachten ze een voor|
rong te krijgen op hun onverbiddelijke
twintig procent
dragen: belasting op vermakelijkheden.
De commissie van Huszar was veront
waardigd. Zij maakte er geen geheim van
waar zij meende de oorzaak van dezen be
lastingijver te moeten zoeken. Bovendien
waa de „thee" allerminst een soirée, of een
fanoy-fair of een „vermakelijkheid'1. De
burgemeester hief ook geen belasting op
een five o'olook wanneer hij zelf of graaf
Bethleu er een) arrangeerde. Zij, die min
stens 10.000 kronen hoddeni bijgedragen
kregen een kop thee of een gebakje. Dat was
alles. Huszar zelf zeide on schreef, dat hij
Boedapest beklaagde, dat het zulk een bur
gemeester had.
Dat was dr. Sipöcz te veel. En hij deod
wat men vrijwel alleen nog in HonMNN
doen/ kan, waar de minister van justitie hét
instituut van de „ridderlijke vereffening"
verdedigt, en het persoonlijk beoefent: hij
zond Huszar zijn sooondanteaTot de schande
van een duel is het ten slotte niet gekomen.
Huszar gaf een verklaring af waarmee de
secondanten zich tevreden zeiden te stellen.
Van de namen en adressen uit Huszar's
nrmenregister moeten er ondertusschen
hondervijftig geschrapt. Zij moeten over
geboekt op net
hongerdoodregister.
velt je en stak zijn pijp op. (De hitte en het
slaapwekkende gezoem van de bijen, maak
ten dat hij begon te knikkebollen. Zijn pijp
hing in den hoek van zijn mond en rijn oogen
sloten zich.
HIJ schrok bij het geluid van naderende
voetstappen, voelde in rijn zakken naar luci
fers en staarde sufferig naar den aankomen
de. Hij zag een lange kerel mét een klein
bundeltje op rijn schouder en aan de kaars
rechte houding, de vinnige oogen en het
bruine gezicht, had de bootsman geen moeite,
den oud-soldaat te herkennen.
De vreemde (bleef staan, toen (hij den rit-
tenden bootsman bereikte en (bekeek hem
met een vrooHjk gericht
Mag ik 'n pijpje stoppen, maat? vroeg hij.
De (bootsman overhandigde hem bereid
willig de kleine stalen doos, waarin hij deze
luxe (bewaarde.
Witte (boon, ben je dat niet, <zeide hij vrien
delijk.
De lange man knikteWas ik, ant
woordde hij. Nou ben ik pfn eigen opper
bevelhebber.
Niks te doen? vroeg de bootsman weer, rijn
tabaksdoos opnemende, om opnieuw zijn pijp
te stoppen.
De ander schudde het hoofd en blijkbaar
genegen de conversatie voort te zetten, smeet
hij rijn ibumdel in het giras en ging naast den
bootsman zitten: ik heb tijd zat, aei hij.
Mr. Benn (knakte en 'n poosje zaten beiden
stilzwijgend te rooken.
'Een vaag idee doorschemerde het brein
van den bootsman, 'ni idee dat wol dra een
vaster vorm begon aan to nsmlen. Hij wierp
een heimeMken blik op zijn buurman, 'n vent
van plus minus 68 jaar, met gerimpelde oog
hoeken, die aanleg voor humor verrieden,
'n zwanen knevel en 'n blijmoedige, met zor
geloosheid' gemengde iriJtdruikkfimg op zijn
knap gericht.
Hou je niet van werken, vroeg de boots
man, toen hij rijn inspectie had geëindigd.
Zeker wel, zei de ander, 'n zware rookwolk
En tot dusver weerstreven ze de zee nog
met succes. Wel winnen ze niet op haar,
doch verliezen, neen, dat doen ze ook nog
niet.
En in den herfst en winter laten ze de
zee weer triomfen vieren.
Wel loeren ze wakend bij de dijkkruin
om in te grijpen als lt werkelijk noodig
mocht zijn.
Ze gunnen de zee haar satanisdhen1 scha
terlach en denken: wacht maar, na den win
ter, vieren wij weer den scepter en tarten
u voor den volgenden herfst
Altijd waakzaam en klaar voor den strijd.
Immer door.
BOBINSON.
voor zestig cent en drie fooien en zeven
trammetjes en vijf dagen overgebleven in
Amsterdam, plus zes nachten daarna tien
dagen verblijf gehouden in Haarlem in de
nabijheid van) de Provinciale Griffie.
Twee vechtpartijen met een bode en oen
portier, acht processen verbaal wegens on
behoorlijke uitlatingen tegenover de com
miezen, driemaal opnieuw tip-top-fototj ca
laten maken, omdat fle ze tweemaal verloren
had "n portemonnaie verloren met 'n
door gefourneerd loterijbrieftje en *n goud
doublé medallon van m'n vrouw, zeventien
dagen zonder verdiensten wegens verblijf
buiten Helder.
En?....
Toen had ik 'm"n spik splinter
nieuwe pas. En nou moet ik naar Bunde,
dat is twintig minuten op de flets over de
grens bij Nieuwe Schans in Groningen.
Heb je 'n visum gehaald?.
IPrecies 'n visum.'n invullings
formulier voor "n dubbeltje en 't visum ne
gen gulden), zegt die meneer.... Ik zeg:
„negen gulden, da's meer dan duizend
Mark!.Is dat geen Scbw.„Heelemaal
niet zegt die meneer, daar verliezen
we nog anl.
Dat kan wel!.
En vroeger was 't drie Mark.
Ja maar vroeger was alles goeje-
toooper!.
Dus 't is geen schwindel, omdat er zoo
veel menschen naar Duitsdhiand gaan?
Heelemaal niet, hoor!.'t zijn „za
ken"!. En de Duitsdher doet dat, omdat
je anders mét de polizei last zou krijgen.
Dus 't is voor je bestwil.
O! nou, dan ben ik er blij om.
Ik dacht heusch.
01 neen.geen1 kwestie vaal.
Dank je.bonjour 1.
Addiol.
DIALOOG.
Kwaaddcnkorij!.
Amloel.
Vriend?,
Ik ben naar het.
Uircua Hagenbeek geweest?.
Ben je zot?.Nee.hot waren wel
Duitschers.
Naar 't consulaat?.
Jal.Ik moet naar (Bunde).
Jonge I.En nu 'n pas gehaald?.
Nee *a pos had ik al d.w.z. 'n
nieuwe!.... De oude bevatte nog drie en
twintig leege blaadjes van de vier en twin
tig, maar die was niet meer geldig.Dus.
'n Nieuwe.
Juustl.
Voor acht pop?.
Precies.plus leges van *n daalder
en *n bewijs van vrijstelling van de militie
ln de lucht blazend. Maar we kunnen niet
alles krijgen wat /we wensohen iin dit aardsohe
tranendal. Da» zou niet goed voor ons rijn.
De (bootsman docht aan zijn geliefde juf
frouw Waters en auchtte.Toen rammelde hJÜ
in rijn broekzak.
Zou je 'n half pond kunnen gebruiken, in
formeerde hij,
Kijkerei hier, vilei de soldaat verontwaar
digd in.omdat ik 'n pijp tabak aan je ge
vraagd heb, moet je niet denken, datto....
Ik wil Je niet bclee iigen, onderbrak hem
«nel de bootsman. Ik bedoel, wil je die ver
dienen.
De soldaat knikte en nam rijn pijp uit den
mond. Bedoel je tuinwerk of glazelappen?
vToeg h]j, twijfelachtig de schouders opha
lend.
De bootsman schudde het hoofd.
Schrobben soms, zei de soldaat met een
zucht van gelatenheid. In het laatste huis,
waar Sk moest schrobben, deed ik zoo mijn
best, dat ze me verdachten de zeep .te hebben
geflikt. Dat lamme volk.
En deed je dat niet? vroeg de bootsman,
hem scherp aanziende.
De soldaat stond op, schudde de asch uit
zijn pijp en keek den bootsman somber aan.
Ik kan je die talbak niet teruggeven, zei hij
grümmdg en ik kan ze je ook niet betalen,
want ik heb nog maair 'n paar stuivers en
die heb ik zelf noodig. Maar leer dat van mij,
maat, als 'n arme duivel je om *n pijp tabak
vraagt, blijf dan (beleefd.
Ik heb nog nooit iemand daarom beleedtigd
in al mijn levensdagen, zei de bootsman ver
wijtend. Ik heb mij ti reden voor hetgeen ik
gezegd héb en goeie reden ook.
(De soldaat bromide wat en rich voorover
buigend!, nam hij rijn bundeltje weer op.
Ik sprak daar van een halven soeverein,
hield de bootsman geestdriftig aan, en als ik
je nou vertel, dat ik je die aanbied om 'n
beetje voor inbreker te spelen, dan zal je
meteen begrijpen hoe noodig het tia, dat ik
vertrouwen stel in je eerlijkheid
BABBELUURTJE OVER MODE
Lange of korte rok.
De strijd tusschen den langen en den kor
ten) vrouwenrok te Londen is al aan het
luwen. De vooiloopige uitkomst schijnt to
zijn, dat al wat jong is en mooie „enkels"
heeft, den korten rok wil (handhaven voor
de gelegenheden die daarvoor geschikt lij
ken, als bij het teninissen, fietsen, toerisme,
kortom alle out door sports, maar dat de
rokken langer worden voor officieele bijeen
komsten. Wij lezen in een Engelsch Zon
dagsblad dat bij de wedrennen van Aseot,
de plaats van samenkomst voor alles wat
zich moet en wil laten zien), rokken gedra
gen zullen worden tot aan de enkels ol
slechts een ietsje korter.
De directeur van een vermaarde dames-
kleermakerij aan Hanover Square geeft als
„ideale lengte" 2 d.M. van den grond aan
wat dan nog lang geen sleepïok la, die sto:1
rondwervelt. Dat is, zegt hij, het beval 11 gst.
Een verlengstuk kan echter aangebracht
worden door draperieën, die eonige Engel-
eche duimen (1 Eng. duim 21/, c.M.) 1
noden den rand vallen! of door den rok op
zij aanmerkelijk langer te maken dan in het
midden, van voren en van achteren. Deze
methode geeft gelegenheid om even een
randje te laten zien van een onderrokje ln
een kleur, die een tegenstelling vormt en
recht afgesneden is op een lengte die 5 to
71/» c.M. moer bedraagt dan die van het
kortste gedeelte van de japon zelf.
Een andere mode-kenner waarschuwt ech
ter, dat het een groote fout zou zijn, om te
meenlen, dat rokken tot den enkel, omdat
zij in de mode komen, iedereen staan. De
langere rok moet ln overeenstemming zijn
met ieders individueele figuur en daarvoor
is de raad van een deskundige noodig.
Ten slotte zij nog een stem vermeld uit
heel anderen kring. Dominee Piotion W.
Franols, de vicaris van de Allerheiligenkerk
te New Shlldon (Durham) sohrijft in net ma
gazijn van zijn parochie :,Jk moet zeggen
dat vele vrouwen verleden Jaar niet fatsoen
lijk waren. Het la niet gozond een japon op
den grond te laten slepen, maajr de korte
japonnen die verleden jaar gedragen wer
den, waren niet gezond voor het zedelijke
leven van ons land. Het verheugt mij te le-
zenl, dat dit jaar een verstandiger regel aan
genomen zal worden. Ik zou er bij de vrou
wen op willen aandringen, dat zij het mannen
mogelijk maken, zedelijk te zijn.
Inbreker? hijgde de soldaat.eerlijk
heid? wat drommel. Ben jij dronken of ik?..B
Ik bedoel,, zei de bootsman, deze verden
king met de 'hand wegwuivend, dat je voor
geeft 'n inbreker te zijn.
Ik donk, dat we allebei dronken rijn, dit la
het, zei de soldaat noeralachtig.
De bootsman werd onrustig. Als Ja toe
stemt, zeide hij gejaagd, don sta ik en voor in,
dfllt er nik» goen kwaad gebeurt.
Vooruit dan maar, aeti de soldaat resoluut
on vatte de toegestoken haind van den boots
man. Mijn naam is Ned Travers. Als het een
is, (ben ik er voor, maar anders bedank
"e feestelijk, snap dat.
eb daar geen kopzorg over, zei de boots
man geruststellend. Koon, steek eerst nog
eens op en gooi nou geeni goeie tabak meer
weg.
Mr. Travers nam de aangeboden doos aan
en stopte opnieuw rijn pijp niet de tabak, die
hij eerst had afgewezen. Daarop ging hij weer
ritten, leunde achterover mett 'n air van een
miilionair en vroeg vuur aan den bootsman.
Ik heb de zaak nog niet heelemaal voor
elkaar, zei mr. Benn langzaam, maar het
scheelt toch niet veeL Laat me eerst nog eens
nadenken.
Hij stak opnieuw zijn pijp op en tuurde
sttrak naar de heg aan de overzijde van den
weg.
Twee mijlen van hier, zei' hij eindelijk, na
'n paar krachtige halen aan rijn pjjp, daar is
een kleine herberg, de „Bijenkorf'genaamd,
en de kasteleines is de dame, waar ik om boo
te zeggen, razend op verkikkerd ben.
De soldaat ging overeind ritten.
Maar ze wil me niet hebben, vervolgt de
bootsman, met tranen ln aa'n verweerd zee-
mansgelaatt.
(De soldaat leunde weer achterover.
Zij is een eenzame weduwe», vervolgde de
heer Benn, droevig het hoofd schuddende, en
de .Hijenkorf" is een afgelegen plaats. Het is
heel achter het. dorp en het naaste hui» staat
er wel een halve (mijl van af.
Het Wande&iflsL
Ofschoon het soms in het voorjaar (zoo-
als dit voorjaar b.v.) heel lang feowï en guux
en bifna wintersrii blijft, .ofschoon het
soms in het najaar (zooals najaar 1921
b.v.) heel Lang mooi weer en nog laat-zo-
merach blijft, moeten we toch altijd vroeg
tijdig denken aan de kleeding, welke mot
het veranderen van het jaargetijde noodig
wordt.
Soms leidt dit wel eenö tot gekke contras
ten, zooals b.v. bij zeer vooruitstrevende hoe
denzaken, die in de maand Januari, wanneer
sneeuw en: ijs nog volop ih het land zijn.
stroohoeden etaleerenl En omgekeerd de
zelfde zaken, die ons als we van onze va-
oantie terugkomen, roodbruin en nog puf
fend van de geweldige zomerwarmte daar
buiten vriendelijk begroeten met.ve
lours en bonthoeden!
Maar heelemaal voorbarig is dat vooruit
rekenen) toch niet, want we moeten toch
zorgen klaar te wezen als het jaargetijde ons
werkelijk soms plomp-verloren overvalt 1
Daarom dienen we nu ook reeds zoo langt
zamerhand rekening te houden met de in
aantocht zijnde warme dagen en ons te pre
pareeren op de mogelijkheid van een namid
dagwandeling, waarbij we „fatsoens-halve"
geen warme mantel of zooiets meer kunnen
aandoen!
Voor deze mogelijkheid dragen we dan
tegenwoordig bij voorkeur een soort japon,
die in Verschillend opzicht eenigszins aan
een mantel doet denken.
Dat is de naam duidt het al aan: da
„Robe-Manteau", anders gezegd: de robe-
tailleur!
Deze mantel-japonnen worden' vervaardigd
in groote verscheidenheid van stoffen, zoo
wel als modellen en garneeringen.
Maar de allerliefste en meest gezochte stof
hiervoor blijft toch de blauwe serge.
Bijgaand teekeningtje geeft een) van die
aardige, solide toiletjes, die voornamelijk in
de laatste seizoenen zeer gezocht zijn.
Bovenstaande robe is gemaakt vwn blauws
kamgaren.
Do zijpaneelen, vesten en onderdeelen
vande mouwen! zijn bestikt met heel smalle
lak-tresjes, wat aan het toilet een zeer apart
effect geeft!
Een hoed overtrokken! met zwarte zijde
en benaaid met zwart houten kraaltje* vol
tooid het geheel.
Kleinigheden.
Voor de sohoonmaakl
Wanneer ge gordijnen^ die gewaaschen
z}jn, weer op de stokken of de roeden moet
rijgen, doe dan een vingerhoed op de punt
van de stok of de roe. Don zal het gordijn
niet blijven hakeni!
Krijgt ge vlekken in een schoon tafellaken
of ander kleeding-hulahoudstuk, giet dan
Gekke plaats voor 'a heilig huisje
merkt© imr. Travers op.
Ik heb haar al verteld, hoe onveilig hst ls,
zei de bootsman. Ik zeide haar, dat rij fq
man noodig had, om haar te beschermen,
maar rij lachte imlj uit. Ze geloofd© het niet!
begrijp je? Ongelukkigerwijze ben ik een
klein keroltje.klein maar stevig.maar
zij houdt van lange kerels.
Dat doen de ituveat© vrouwen, «ol mr. Tra
ver», zich oprichtende en onwillekeurig zijn
root© knevel opstrijkend.... Toen ik nog
't gelid stond.
Mijn plan is, zei de (bootsman, zonder acht
te willen «laan op deze Interruptie, om twee
vliegen in één klap te vangen. In de eerste
plaats haar te bewijzen, dat rij bescherming
noodig heeft en in de tweed© plaat» Dat
1 k de man ben om haar te beschermen. Be
grijp je wat ik bedoel, maat?
De soldaat stak zijn hand uit en betastte
de spierballen van den ander. 1 Lijken wel
kegelballen, «ei h/jj bewonderend, hard als
ijzer.
De 'bootsman vertrok rijn gericht tot een
flauw lachje. Ik denk, zei hij, dat ze me lief
heeft, zonder het te weten.
Dat doen ze allemaal, zei (mr. Travers met
een ernstig 'hoofdschudden.
En derhalve wil iik haar niet teleurstellen,
zei de ander.
Dot doet je eer aan, merkte anr. Travers op.
Ik héb 'n goed© kop, zwetst© de bootsman,
andere zou tic mijn rang als (bootsman niet
zoo gauw hébben gekregen. En over deze
zaak heb ik zóó lang nagedacht, dat mijn
hersens in mijn test rond-dfaaiden maar
nou ben ik er achter en ais jij nou doet, walt
ik van jou verlang, dan kamt het zaakje goed
voor elkaar. En komt het goed al.rerd..„
dan maa(k ik er een pond van!
Ga voort, Van der Bolt, zei maL Travers, ik
hiiater....
(Wordt vervolgd).
't Juttertje
BOEDAPEST.
bruischten.
Bij de koelte in de herberg, met haar geur
van vochtig zaagmeel, scheen de weg heet en
stoffig- Maar do teleurgestelde bootsman, ten
lm de 14 uagen, hiw» ou