iik nieuws KWINKSLAGEN xxxxxxxxx „Het gtaat in mijn muziek," antwoordde de man een beetje angstig. DE MAN EN DE VROUW!. Het onderscheid. De man.Ihoudt vast aan zijn eenmaal aangewende gewoonte heeft een ijzerster- ken wil en is onderdanig aan wat zijn wil en zijn gewoonte eenmaal geschapen heeft. De vrouw.wordt nooit het slachtoffer van een aangewende gewoonte. Zij waait met alle winden mee, als het <yp een oogèn- bldk practisch of voordeelig lijkt. De omstan digheden zijn voor haar toonaangevend en zij richt zich daarnaar. Zij verkoopt een mee ning graag voor een betere. Bijvoorbeeld: De man.slaat geen spijker in den muur vóór hij den hamer gevonden heeft.hij blijft zoeken naar den hamer en de spijker wacht De vrouw.kijkt even vluchtig naar den hamer als ze een spijker in den muur moet Blaan. maar ziet ze hem niet, dan grijpt ze zonder aarzelen de pook, de hak van een laars of de groote haarborstel om met den achterkant hiervan de spijker in te timme ren. Want de spijker moet erin of er een hamer bij de hand is of niet. De man.die een kurk uit een flesdh moet trekken, zoekt correct naar den kur kentrekker. Hij probeert één enkel oogenblik met iets anders, maar houdt daar dadelijk mee op, want hij merkt dan dat de kurk aan •tukjes gaat en.hij wil haar absoluut weer voor de flesch gebruiken.Dus neemt de kurketrekker. De vrouwneemt direct een puntig mesje en breekt 'n paar stukjes van de kurk. Dan neemt ze kloek de punt van een schaar en steekt er stuk voor stuk kruimels af. Ten slotte haalt ze uit de hals van de flesch af brokkelde korrels kurk naar hoven met aar knoopenhaakje. En als ze eindelijk de kans schoon ziet drukt ze de rest van de urk naar beneden In de flesch.floep!. en klaar is Keesl De man.... die ©en eigen scheermes heeft, zegt: „Dat mes is om mee te scheren en nergens anders voor"l.Zoo is hij! Maar de vrouw.... is anders! Zij heeft een ruimer idee van de bruikbaarheid van het scheermes. Zij slijpt er genoeglijk een puntje mee aan haar huMioudpotlood. En op een regenachtigen middag tornt zij er de naden mee open van ©en verstelwerk en ■nijdt de oude knoopjes van het ondergoed.. Dan komt de man thuis en houdt een breedsprakige phillppica over het scheermes en zijn doel, kijkt tien, twintig maal op de •nee, zet het voorziohtig aan en dan voor zichtig weg, pruttelt, eet onsmakelijk raakt niet op dreef voor den volgende middag. De vrouw.... daarentegen haalt licht haar schouders op bij de woordenvloed van den man, zegt eenvoudig.„Nou Ja. dat zachte «arenfEn daarmee is de zaak uit Vijf minuten later loopt ze aan wat anders te denken en te neuriën in de slaapkamer. De man.en de vrouw.schrijven b.v. bedden een brief! De man.heeft al twee dagen over den brief en het onderwerp nagedacht. Eindelijk op een geschikt uur zet hij zich te schrijven, maakt vooraf eenige klad-teekeningen op 'n vodje om zioh straks niet in stijl en zinsbouw te vergissen. Hij begint dan te schrijven, voorzichtig, netjes, beheerscht en scherp nadenkend hoe hij zonder zioh styliach te bezondigen den brief zal voltooien in ernstigen en toch niet stijven, maar gezelll- gen trant.Hij houdt goed maat over de oppervlakte van het napier, begint en eindigt op de Juiste plaats en zet z*n handteekeninlg in overeenstemming met het geheel. Zoodat het er aardig uitziet Dan vloeit hij het vel voorzichtig af. schrijft dito-dito oouvert. likt en lakt en zorgt ervoor, dat het schrijven met de laatste busllohting verdwijnt. Maar de vrouw!. De vrouw houdt niet van brieven schrij ven, om te beginnen, 't Is voor haar 'n oor- vee. Al dagen lang zet zij het onplelzierige werkje opzg. Telkens verschuift zij het. Tol haar man eindelijk met een boos gezicht voor de zoovoelste maal aandringt.En dan begint ze, als ten slotte duidelijk geble ken la, dat „hij" t toch niet wil doen, Dan begint ze eindelijk op een heel laat uur en op eeni niet bepaald geschikt oogenblik mopperend en pruttelend van. Hè gos wat moet ik nou schrijven.Ik heb pas geschreven!". En korzelig grijpt ze *n vel papier uit de doos en (merkt niet dat het een smoezelig vel is. Ze schrijft raak, maakt scheve regels neemt drie keer *n ander vel haalt ver schillende woorden door, omdat de struotnnw van den volzin vastloopt vergeet punten en komma's en als er *n enkele keer een leeeteeken staat is per ongeluk *n komma- *n piek waar niets moet staan. ierteekening kan er nog net op op 't onderste randije, terwijl de laatste regels al kleiner en kleiner geworden zijn. Omdat het vloeiblok niet bij de hand is, zwaait ze eindelijk het vel eenige malen bo ven haar hoofd in de lucht tot ze denkt dat de inkt droog is.Maar de inkt is nog niet overal droog. Toch vouwt ze haar brief dubbel en merkt nu dat er een paar letters overgedrukt zijn en vlekken hebben ge maakt. De vrouw vouwt dan het vel weer heele- maal open, strijkt het glad en begint aan den anderen kant een „PB." waarin ze begint met haar excuus te maken voor die vlekken en voor het leelijke schrift.Want 't is Juist zoo druk en ze moet de wasch nog na zien en ze had juist vanavond geen idee ir. schrijven, maar ze had het beloofd en Frits zei.Enzoovoortl. Twee dagen later vinidt de vrouw dan toe vallig haar onverzonden brief nog kant en klaar In het naaimandje.omdat er op H'«n pwnid Dostzeeel in huis was en de winkels gesloten waren. Dit opstel is geschreven door.*n man! De eerste vrouw, die het las zei:. „Pfui.Je bent niet lekker, beste heer. Je kunt er heelemaal uit proeven, dat jij anti-feminist bent". Zoo zijn ze!. Dr. B. Een Tragie-Oomedie!. Het tooneel stelt voor: een rijk en smaak vol gemeubileerde heeren-slaapkamer. Er staat een zware brandkast in, het- is dus de slaapkamer van den bankier, omdat geen ander soort menschen dan deze ooit een slaapkamer hebben met een brandkast, erin. Het is oen uur na middernacht Alles is stil! Alleen het nu en dan onrustige ademhalen wordt gehoord van een man, die te slapen ligt in het rijk bewerkte ledekant.... Hij woelt en keert zich en wordt wakker. In de verte kraakt een deur voorzich tige voetstappen komen nader.Een zwak schijnsel vertoont zich achter de gordijnen. De bankier luistert ingespannen! Er is een inbreker. De slaapkamerdeur gaat behoedzaam open en een man, wiens gezicht achter een donker masker verborgen is, treedt nader.In de eene hand houdt hij inbrekers-loopers in de andere een fel brandende dievenlan taarn. Hij zoekt in de slaapkamer De bankier volgt hem vanuit hot ledikant met de oogen. Het is doodstil! Hoogst voorzichtig begint de binnenge slopen misdadiger zijn arbeid aan de brand kast Eerst probeert hij stuk voor stuk- ver schillende loopera Dan haalt hij uit een van zijn achterzakken een kleine acetyleen-in- richting ep begint in een van de wanden met een steekvlam gaten te boren. Seoonden minuten. kwartieren gaan voorbij. punt op De ondei Dan plotseling weerklinkt uit het ledikant een uitbarstende en schaterende lach. Hij vult het stille vertrek. De in zijn arbeid gestoorde Inbreker deinst ontzet ach teruitHij riet de monding van een re volver op zich gericht vanuit het bed. Hij staakt zijn pogingen en begrijpt, dat. 't mis is! Maar zonder ophouden als van iemand die een vreeselijken aanval heeft blijft de ronde lach klinken'. De bankier in het bed proest het uit. Dat begrijpt de inbreker niet! Dat hij ge snapt is begrijpt hij wel, maar waarom die zonderlinge kerel in dat ledikant daar zoo lachtDat begrijpt hij niet! Het benauwd hem hij wordt er onrustig van.En ten leste kan hij het niet langer uithouden en valt tegen den lachenden ban kier uit: Waarom lacht u toch zoo, in godsnaam, mijnheer?. Dat zal ik je zeggen antwoord de bankier.... het is eigenlijk heelemaal niet om te lachen weet je, maar jij hebt me zoo vreeselijk aan 't lachen gemaakt. Ik?. Ja jij!Stel je voor: Je offert Je slaap en je veiligheid op jij.Je komt hier naar toe midden in den nacht je sluipt in mijn huis, op verboden terrein, waar je groote kans loopt 'n kogel in je bodys te krijgen en dan naar 't tuchthuis te gaan bovendien.Je werkt je in 't zweet met loopers en met 'n steekvlam.en waarom?. Waarom?herhaalt de inbreker op verbaasden toon. Ja waarom?.Ha.ha-ha. Om er 't geld In te zoeken, dat lk er al se dert maanden op klaarlichten dag en met alle vier de sleutels niet In vinden kan.lt.... Hoe Chris van Dinteren de beroemde oomiponist van de beroemde opera „Hitte- petit de cijns van zijn populariteit betaalt. Wi Een nieuw systeem Sulzer-locomotief. De Hbl. oorrespondent te Zurioh meldt: Sedert eenige weken worden op de spoor lijn Zurióh-Romanshorn proefritten gemaakt met een nieuwe Sulzer-looomotief. Onder voorbehoud dat de berichtgever, die naar alle waarschijnlijkheid wel een belangheb bende zijn zal, niet overdrijft, belooft deze nieuwe tractor voor het spoorwegverkeer een belangrijke verbetering te worden. Het nieuwe systeem is een oombinatie van locomotief en personenwagen met 70 zitplaat sen. Voor het kleine verkeer dus de aange wezen wagen. Bij niet al te sterke stijging van het tracé kunnen zelfs twee of drie ge wone spoorweg-rijtuigen aangehaakt worden. De snelheid bij volle belasting bedraagt 70 KM. per uur. Het belangrijkste aan dit systeem is ech ter het uiterst-geringe verbruik van stook- materiaal. (Steenkolen of olie, daarvan zegt het bericht helaas niets). Op het tra ject WinterthurFrauenfeld, het proefveld der Winterthurer wereldfirma, verbruikt de 66-tonnen wegende locomotief-wagen voor een afstand van 32 K.M. met 10 stijging het geringe bedrag van Frs 2.20 aan stook materiaal. Precies de prijs die een kaartje derde klasse, of in statistieke cijfers iets min der dan de helft van het oude en: het nieuwe (electrische) systeem. Men bedenke de waards van zulk een be sparing bij de huidige deficiten! Een ander groot voordeel van het nieuwe systeem bestaat hierin, dat het met eenige omwerking ook op de oude (stoom) locomo tieven kan toegepast worden. De looomtie- ven-parken, die sedert de invoering van het electrische bedrijf staag aangroeiden, en wegens het gebrek aan koopkracht van net buitenland niet te likwideeren waren, zouden dus niet langer verloren kapitaal rijn! Het lijkt alles vast te mooi, om waar te kunnen wezen. En toch zegt de berichtgever aan het slot van zijn artikel: „Deze noviteit op het gebied der tractie zal ongetwijfeld opnieuw aan onze autoriteiten die vraag op dringen: Stoomkracht of Electricitedt? En de reeds bestaande projecten voor de electrm- ceering onzer spoorwegen zullen nogmaals aan een nieuw onderzoek onderworpen moe ten worden." Malariamuggen. De Naturwissenschaftlidhe Umschau maakt het resultaat van onderzoekingen openbaar betreffende eene verandering in de levens wijze der steekmuggen, welke bekend zijn als overbrengers der malaria. De mug zoekt niiet meer, als voorheen, de nabijheid der menschen en hunne woningen, maar bij voorkeur donkere, onzindelijke stallen, waar ze zich voedt met het bloed van het vee. Men heeft deze verandering reeds in Frank rijk en Denemarken opgemerkt; thans werd Eckstein ook in Beieren gewaar hoe de mala riamuggen het op de huisdieren hebben ge munt. Dok 's zomers, ais het vee in de wei loopt, houden de lastige insecten er de bees ten gezelschap. De naam van dr. Oarel J. Brensa is aan de lezers van het Juttertje welbekend. Niet alleen is do heer Brensa de man, die ver schillende der rubrieken van ons Zondags blaadje verzorgt, maar hjj ontpopt zich thans als auteur in 't groot. Wij ontvingen althans ter bespreking een roman, de eerste van een heele reeks dergelijke verhalen, alle van do hand van den lieer Brensa. „De gou den Naald" is de eerste een er reeks detec tive-romans, die als de Maurice Marcel-serie ongetwijfeld vele lezers en koopers zullen vinden. Het genre detective-roman is in den laatst en tijd en vogue; de oorsprohfceljjk- Hollandeche lectuur is meestal te zwaar, te .literair", en men wil lichte ontgpanmings- kost. Conan Doyle kreeg in zijn vaderland menig epigoontje, maar werd nimmer over troffen. Totdat de Hollander Ivans zijn boe ken over G eoffrey Gill en mr. Hendriks pu bliceerde, die gretig gekocht werden, en die Sherlock Holmes naar de kroon staken. Nu komt dr. Brensa wederom met nieuwe vin ding en nieuw vernuft. De geschiedenis van de gouden naald begint op Sicilië en eindigt nabil den Haag. De slot-mise en scène, waar bij alle in het drama betrokkenen de misdadigers op vernuftige wijze bewaakt worden tezamen gebracht, is zeer origineel. Sherlock Holmes alias Geoffrey Gill heet hier Maurice Marcel, hij is een Vlaamsch speurder, en natuurlijk, een genie. Dr. Wat- son, Mr. Hendriks, liet alter ego van den detective, is thans de phllosofiae doctor Ca- rel J. Brensa. Zooals dat in een goeden de- tocitlve-roman behoort, mag die de mindere karweitjes voor ziin geriialen vriend opknap pen en af en toe eenige risioo loopen. Mau rice heeft ook, evenals zijn geniale voorgan gers, zijn eigenaardigheden, zijn tio, en ook hij behandelt zijn vriend en medewer ker ietwat uit de hoogte van zijn superiori teit. Maurice Marcel concludeert uit een paar regels schrift op de marge van een boek den landaard van den schrijver, hij weet zich in minder dan geen tijd op onherkenbare wijze te vermommen evenals trouwens zijn vriend Brensa, die sprekend' op hem gelijkt, juist als Geoffrey Gill op mr. Hendriks leek, hij ontoijfert geheimschriften en bedrijft -andere vernuftigheden», een en ander 1'lnstar van zijn voorgangers. Het boek laat zich vlot lezen, en, zooals gezegd, de ontknooping is verrassend en; origineel. Het tweede deel <jer serie bevat het resul taat der nasporingen omtrent de geheimzin nige afkomst van den Vlaamschen detective. Hiervoor is in het eerste deel reeds stof aanwezig. Voor de avonturen van deel drie: de opsporing van een radiumdiefstal in Ber lijn, is ln dit eerste deel ook reeds het embryo aanwezig. Naar uit een voorwoord van den auteur blijkt, is zijn doel met deze verhalen „ach ter (ion schijn der verschijnselen de Waar- heldl van het Leven te ontdekken", en „mede te werken tot meerdere waardeering van het zoo belangrijke en noodige Indlvidueele Le vensvernuft". De schrijver moet ons niet kwalijk nemen als wij deze fraaie aphoris- men oum grano galis genieten. Nochtans znllen deze boeken, die boven dien ln een tijd, waarin een boek zoo ont zettend duur is geworden, uiterst goedkoop zijn de prijs is slechts 1.26 in omslag, 1.90 gebonden, ongetwijfeld gretig afne mers vinden. Ook als reislectuur zijn ze bil uitstek geschikt. Aardige teekeningen ver luchten het werk, dat door den uitgever W. de Haan te Utrecht is uitgegeven. sinds den dood van rijh voorganger niet was gébruikt, vond hij, een paar maten vóór de finale, de kantteekening: „Hier moeten de violen wakker gemaakt!" Onder de repetitie van een compositie van Riohard! Strauss werd na de eerste maten de bespeler van de groote troim plotseling weg geroepen. De dirigent schudt geërgerd het hoofd. .Jammer", zegt hij, „hier speelt de groote trom juist de melodie." Tijdens een koorrepetitie riep Hans von Bülow tegen de voortdurend babbelende so pranen: „Dames, ik herinner u er aan, dat het Kapitool al gered' ia" Toen men Bülow's oordeel vroeg over den bekenden, Deenschen componist Niéls W. Gade, antwoordde hij kortaf: „MendeLssohn- zure Schumannoxyd". Rubinstein kwalificeerde eens een pianist niet de volgende woorden: „Hij speelt Beet hoven vlot en Czermy met gevoel." Een zangleeraar uit Weenen, die de cello dilettantisch bespeelde, droeg eens in beslo ten kring met Brahms, die aan de piano zat, diens laatste viotoncelBonsate voor. Brahms behandelde het instrument nogal kordaat en hardhandig, de cellist voelde zich op het tweede plan gedrongen en zei een beetje boos: „Maar, beste Brahms, speel toch niet zoo luid, ik kan mijzelf niet eens hooren." Waarop Brahms gromde„Gelukkige kerel!"1 De zoon van een' criticus in Weenen had een sonate gecomponeerd. Toen Rosentbal gevraagd werd, hoe hij er over dacht, luidde zijn antwoord: „Het stuk is niet heel dank baar: de vader des te meer." In een klein stadje zaten muziekliefheb bers den lof te verkondigen van den voor- treffelijken Joachim, die den avond tevoren ln de naburige stad enorm succes had ge oogst. Dat werd' tenslotte den tamboerma joor van.het sigarenmakersmuriekgezelschap uit het. dorpje te kras. „Nou ja," beweerde hij nijdig, „de man speelt goed, maar geef hem eens een stok in de haind om mee te balanceerenl Jullie zult zien, dat hij er niets van terecht brengt." HdbL Grootmeesters aan het woord. Uit een verzameling aneodoten, over be roemde musici puren wij de onderstaande: Felix Weingartner verzocht eens in een re petitie van een zijner opera's een der klari nettisten, toch niet zoo slepend te spelen. De musicus antwoordde: „In den Tristan spe len wij dit deel óók altijd zóó!" Hans Richter.de beroemde WagnerdM- gent, vertelde het volgende: Tijdens een pau ze in eón opera-partituur blies de trombonist plotseling luid een toon. Richter keek boos op, klopte af en vroeg den musicus, hoe hij er bij kwam, te blazen, als er niet te blazen viel. „Laat dan eens kijken," zei Richter, die alle Wagnerpartituren uit het hoofd kende, De bijziende trombonist nam het blad mu ziek en deed een zonderlinge ontdekking: de noot, die hij had geblazen, vloog weg. „Het was maar een vlieg," zei hij verbaasd, en voegde er dadelijk bij, „maar ik héb ze gespeeld". Bij een operagezelschap werd een compost, tie uit de oude doos op het repertoire gehaald. Men had in vele jaren 't stuk niet gespeeld. It* het derde bedrijf komt voor fluit en harp een Jarige solo. Toen de dirigent in rijn partituur keek, die $S§is) 6^ 'n Liefdesverklaring op het land! Boerenzoon: Nou nou moj-je mal 's ver- telle, Traintje.Lus jai graag zuurkool, Traintje?. Traintje: Nou Jawel Geert.da-lus 'k wel, inaor weerom wil jai dat wete, Geert? Goert: Nou da-za Tc Je zegge, Traini zie-je.Ikzelf lust hiel graag spek, zie-. Nou en dan zoueni wal 'n goed paartje weuze vin je niet Traintje?. In de bul! Heer tot dame tijden» een gietbui: .Dame, mag ik zoo vrij zijn u mijn para- pluie aan te bieden?. Dame: Met genoegen, mijnheer maar. alleen de parapluie dan! Het eenige voordeeL Rechter: Beklaagde, héb je na de uitvoe rige pleitrede van je verdediger zelf nog iets in het midden te brengen? Beklaagde: Jawel, mijnheer de presi dent. Ais u zoo vriendelijk zou willen zijn den tijd, dien mijn advocaat gepleit heeft van mijn straftijd af te trekken. Dan profiteer ik er tenminste nog iets van! Op verzoek! Gast in een restaurant tot den kapel meester van het strijkje: Speelt u ook iets op verzoek, mijnheer? jtapelmeester - vereerd 01 zeker, inheer.met genoegen. ast: Zou u op mijn verzoek een partij biljart willen gaan spelen? De ezelsklnnebak. De onderwijzer op de zondagsschool ver telde de geschiedenis van den sterken Sim- son en was genaderd aan het gevecht met de PlhilLstijnen: .Toen versloeg de sterke Simson drie duizend PMListlinen met een enkele ezels- kinnebak zeide hy. Wat ia eigenlijk een ezetekinmebak, mijn heer. vroeg een van de luisterende leer lingen. En de onderwijzer zijn vooruit gesto ken kaak aanwijzend, antwoordde: Een ozelskinnehak.dat is dit!.Hier!!, mijnfi Ga Overdreven. Een spotvogel teleerrfeerde eens aan dier beroemden humorist Mark Twain, dat het gerucht liep als zou deze gestorven zijn. Of het gerucht waar was vroeg de spot vogel. En Mark Twain telegrafeerde terug: „Ge rucht overdreven.zeer overdreven! Spaansch! Iemand die een overtreding pleegt, tot den nachtwaker die hem betrapt:.Als ik op ieder van je oogen een rijksdaalder leg, zou je dan nog wat kunnen zien?. Nachtwaker: Geen steek, mijnheer.En ais je er eentje op m'n mond legt, kanl ik geen woord meer zeggen ook. DE WENSCHVOGEL. Dioky droeg zijn eerste lange broék, een echte imatroeenhroek. Hij zag er heel andera uit dan gewoonlijk. Mia, zijn zusje, vond, dat hij veel grooten leek, haast zoo groot als zti zelf. Kleine Emmie lag in haar wieg geluidjes te maken en keek niet eens naar Diokv'H lange broek. J „Het regent niet meer", zei Dick. „Denk je. dat we uit mogen gaan". Moeder had niet gezegd, dat ze imochten. Maar aan den an deren kant, imoeder had1 het ook niet veis boden. „Misschien wel als we onze regen mantels aantrekken" zei Mla, wat twijfelend. Ze trokken hun regenmantels aan en wil- den juist de 'kamer verlaten toen Bmmy be gon te huilen. „Ja", zei .Mla: ^we kunnen haar toch niet alléén laten. Ze heeft toch evengoed als wij een vrijen middag. Laten we haar meenemen." „De wagen is te zwaar voor je", zet Dick en dat was ook zoo. Bovendien had Emmy geen regenmantel: zóó klein werden ze ner gens verkocht. „We zetten haar in mijn poppenwagen", opperde Mia: „En het parapluitje van Bella nemen we mee voor haar. Het was een heele toer om Emmy im de poppenwagen te tillen, want ze was oen -klei ne dikzak. Maar het lukte toch. En toen ging het den tuiin door. Het wias een aanlig groepje, Dtckie met zijn lange broek en Emirny met het rood-papieren jparaplutje in de poppenwagen. Mia droeg dtem dag niets bijzonders dan alleen een nieuw blauw haar lint. Ze gingen, liet tuinhek uit en het bosch In, dat vlak achter den. tuin lag. Het was een héérlijk bosch met groote, dikke boomen en veel paddestoelen. Bom-bom ging de poppenwagen over de boomwortels en denne-appels, maar Emmy scheen het heel aardig te vinden. Toen echter kwam er een 'zoo groote bons, int ze er hacst uiltviel. Mia ving haar nog net bijt'V's en. Maar o wee, door den schok was er iets verschrikkelijks gebeurd er was een viel van oen iwagen gelojpen. „Hoe moeten ve nu thuiskomen?" riep Dick wanhopig. Mia zette Emmy op den grond en keek eens om Ti'oh heen. Daar zag ze juist, wat ze noo- iig (had: in een dikken boom was een deur tje, waarop geschreven stond: „Mijnheer WenschvogeL" „Kloppen." „Klop vlug, Dicky, dan zullen we wen- schen, dat het wiel weer aan den wagen gaat. En dan gaan we gauw naar huls, want ik krijg een gevoel, of het etenstijd is." Het deurtje gitng langzaam open. De wenschVogel zag er zonderling uit, maar hij keek vriendelijk. Hij had- erg large pooten. Elke ipoot was meer dan een tnrier lang. Zijn lijf was dicht, met veeron bedekt, maar zijtn hals was kaaj en hij had een grooten, breeden snavel. Hij begon met te zegeen: „Ik kan niets voor jullie doen, want ik héb ook vacantie vandaag." Maar toen viel zijn o*g op Dicky's lange broek. Hij glimlachte en zei: „Nu, mis sohien kan ik toch iwel. Kom moor binnen." De wenaéhvogrl w-»h°el belenf i en vrien delijk, maar geen oogerJbl'k hield hij zijn oogen van Dicky's broek af. Mla vertelde hem wit er gebeurd was en dot ze wensohten, dit het wlti weer aan den wigpn zou gaan en ze veilig tbius zouden komen. „Zek r", zei d» wnschvogel. Dat koin hij best voor ze doen. Maar ze moesten hem er wat voor geven. „Iets, dat jullie bij je hebt", zei de wenséhvog-el met een klap van zijn girooten snavel, „U kunt alles krijgen, behalve Eramy en de poppenwagen", zei Mia, denkende, dat ze erg ik'niap was. „O, dank je, dank je wel", zei de vogel. Hij tooverde hocus-pocus-pes het wiel aan den wagen en vroeg toen zijn loon. "Ik wil die limge broek hébbon, de de Jongen draagt. Ilct is jutet wat ik voor mijn lange (beenen noodig heb." Dtcky «laakte een kreet van schrik. „Het is ijn eerste large broek", zet hij. „Wel," zei de wenscbvogel„Het zal mijn eerste ook zijn. Jullie hebt bet beloofd." Er was nïets aan te doen. Dicky trok zijn mooie matrozenbroek uit en zijn regenjasje aan en ze gingen op weg naar huis. lang niet zoo vTOolijk, als toen ze heen gingen. De tranen stonden Dick lm de oowan. maar toen hij even omkeek en den wensehvogel zag met zijn broek aan en de vleugflpunten Sr de zakken gestoken, toen moest hij wel lachen. Moeder keek vreemd op, toen ze de kleine stoet aan zag komen en Dicky nog wel met een jas aan bij zonneschijn. MaaT nog vreem der werd het voor haar. toen Dick zijn jasje uittrok en vertelde, dat hij zijn nieuwe broek kwfit was. jHoe kan een jongen nu zijn broekje verliezen?" -fneder was te veibaasd om boos te zijm. „Magr. o Dick, wat zal er nu gebeuren, ais moeder in het bosch den wenschvogel out- mvet met jouw broek aan," zei Mia. Dicky 1schte.cn Rmirny, die weer veilig ln haar •legje lag, begon te kraaLen van plezier. Oplossingen der vorige raadsels: i. Vliegmachine. eg leem mal hiel acht vin. II. 1. Leeuwerik; 2. nachtegaal; 8. rotgans. Nieuwe raadsels: X Op de staande en op - X óe liggende kruisjes- x hjn komt de naam x van een vaoantiebezig- X Op de le rij een me- X deklinker; op de 2e de X naam van een jong X schaap; op de 8e een keukengereedschap; op de 4e de naam van een vrouwtjes-duif; op de 6e het gevraagde woord; op de 6e een ander woord voor oommandeeren; op de 7e voedingen, die 's winters gebruikt worden; op de 8e de naam van een boom; op de tte een medeklinker. H. Wat staat hier te lezen? R Goede oplossingen van beide raadsels ont vangen van: A. v. A.; II. de B.; W. M. B.; S. B.; J. B.; P. en M. B.; P. en A. D.; A. F.; C. F.; H. F.; W. G.; M. 8. de G.; A. en W. K.; C. en G. K.; D. M.; J. M. M. M.; G. M.; D. N. M. en R. O.; M. O.; J. v. d. P.; F. G. A. C. R.; A. v. S.; R. S. Wat zijn de ongezelligste dingen in d® wereld? Mijlpalen, want men ziet er nooit twee bij elkander.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 10