iik nieuws
KWINKSLAGEN
xxxxxxxxx
„Het gtaat in mijn muziek," antwoordde de
man een beetje angstig.
DE MAN EN DE VROUW!.
Het onderscheid.
De man.Ihoudt vast aan zijn eenmaal
aangewende gewoonte heeft een ijzerster-
ken wil en is onderdanig aan wat zijn wil en
zijn gewoonte eenmaal geschapen heeft.
De vrouw.wordt nooit het slachtoffer
van een aangewende gewoonte. Zij waait
met alle winden mee, als het <yp een oogèn-
bldk practisch of voordeelig lijkt. De omstan
digheden zijn voor haar toonaangevend en
zij richt zich daarnaar. Zij verkoopt een mee
ning graag voor een betere.
Bijvoorbeeld:
De man.slaat geen spijker in den muur
vóór hij den hamer gevonden heeft.hij
blijft zoeken naar den hamer en de spijker
wacht
De vrouw.kijkt even vluchtig naar den
hamer als ze een spijker in den muur moet
Blaan. maar ziet ze hem niet, dan grijpt ze
zonder aarzelen de pook, de hak van een
laars of de groote haarborstel om met den
achterkant hiervan de spijker in te timme
ren. Want de spijker moet erin of er
een hamer bij de hand is of niet.
De man.die een kurk uit een flesdh
moet trekken, zoekt correct naar den kur
kentrekker. Hij probeert één enkel oogenblik
met iets anders, maar houdt daar dadelijk
mee op, want hij merkt dan dat de kurk aan
•tukjes gaat en.hij wil haar absoluut
weer voor de flesch gebruiken.Dus
neemt de kurketrekker.
De vrouwneemt direct een puntig
mesje en breekt 'n paar stukjes van de kurk.
Dan neemt ze kloek de punt van een schaar
en steekt er stuk voor stuk kruimels af. Ten
slotte haalt ze uit de hals van de flesch af
brokkelde korrels kurk naar hoven met
aar knoopenhaakje. En als ze eindelijk de
kans schoon ziet drukt ze de rest van de
urk naar beneden In de flesch.floep!.
en klaar is Keesl
De man.... die ©en eigen scheermes
heeft, zegt: „Dat mes is om mee te scheren
en nergens anders voor"l.Zoo is hij!
Maar de vrouw.... is anders! Zij heeft
een ruimer idee van de bruikbaarheid van
het scheermes. Zij slijpt er genoeglijk een
puntje mee aan haar huMioudpotlood. En
op een regenachtigen middag tornt zij er
de naden mee open van ©en verstelwerk en
■nijdt de oude knoopjes van het ondergoed..
Dan komt de man thuis en houdt een
breedsprakige phillppica over het scheermes
en zijn doel, kijkt tien, twintig maal op de
•nee, zet het voorziohtig aan en dan voor
zichtig weg, pruttelt, eet onsmakelijk raakt
niet op dreef voor den volgende middag.
De vrouw.... daarentegen haalt licht
haar schouders op bij de woordenvloed van
den man, zegt eenvoudig.„Nou Ja.
dat zachte «arenfEn daarmee is de
zaak uit Vijf minuten later loopt ze aan
wat anders te denken en te neuriën in de
slaapkamer.
De man.en de vrouw.schrijven
b.v. bedden een brief!
De man.heeft al twee dagen over den
brief en het onderwerp nagedacht. Eindelijk
op een geschikt uur zet hij zich te schrijven,
maakt vooraf eenige klad-teekeningen op 'n
vodje om zioh straks niet in stijl en zinsbouw
te vergissen. Hij begint dan te schrijven,
voorzichtig, netjes, beheerscht en scherp
nadenkend hoe hij zonder zioh styliach
te bezondigen den brief zal voltooien in
ernstigen en toch niet stijven, maar gezelll-
gen trant.Hij houdt goed maat over de
oppervlakte van het napier, begint en eindigt
op de Juiste plaats en zet z*n handteekeninlg
in overeenstemming met het geheel. Zoodat
het er aardig uitziet Dan vloeit hij het vel
voorzichtig af. schrijft dito-dito oouvert. likt
en lakt en zorgt ervoor, dat het schrijven
met de laatste busllohting verdwijnt.
Maar de vrouw!.
De vrouw houdt niet van brieven schrij
ven, om te beginnen, 't Is voor haar 'n oor-
vee. Al dagen lang zet zij het onplelzierige
werkje opzg. Telkens verschuift zij het. Tol
haar man eindelijk met een boos gezicht
voor de zoovoelste maal aandringt.En
dan begint ze, als ten slotte duidelijk geble
ken la, dat „hij" t toch niet wil doen,
Dan begint ze eindelijk op een heel
laat uur en op eeni niet bepaald geschikt
oogenblik mopperend en pruttelend van.
Hè gos wat moet ik nou schrijven.Ik
heb pas geschreven!".
En korzelig grijpt ze *n vel papier uit de
doos en (merkt niet dat het een smoezelig
vel is. Ze schrijft raak, maakt scheve regels
neemt drie keer *n ander vel haalt ver
schillende woorden door, omdat de struotnnw
van den volzin vastloopt vergeet punten
en komma's en als er *n enkele keer een
leeeteeken staat is per ongeluk *n komma-
*n piek waar niets moet staan.
ierteekening kan er nog net op op
't onderste randije, terwijl de laatste regels
al kleiner en kleiner geworden zijn.
Omdat het vloeiblok niet bij de hand is,
zwaait ze eindelijk het vel eenige malen bo
ven haar hoofd in de lucht tot ze denkt dat
de inkt droog is.Maar de inkt is nog niet
overal droog. Toch vouwt ze haar brief
dubbel en merkt nu dat er een paar letters
overgedrukt zijn en vlekken hebben ge
maakt.
De vrouw vouwt dan het vel weer heele-
maal open, strijkt het glad en begint aan den
anderen kant een „PB." waarin ze begint
met haar excuus te maken voor die vlekken
en voor het leelijke schrift.Want 't is
Juist zoo druk en ze moet de wasch nog na
zien en ze had juist vanavond geen idee ir.
schrijven, maar ze had het beloofd en Frits
zei.Enzoovoortl.
Twee dagen later vinidt de vrouw dan toe
vallig haar onverzonden brief nog kant en
klaar In het naaimandje.omdat er op
H'«n pwnid Dostzeeel in huis was en
de winkels gesloten waren.
Dit opstel is geschreven door.*n man!
De eerste vrouw, die het las zei:.
„Pfui.Je bent niet lekker, beste heer.
Je kunt er heelemaal uit proeven, dat jij
anti-feminist bent".
Zoo zijn ze!.
Dr. B.
Een Tragie-Oomedie!.
Het tooneel stelt voor: een rijk en smaak
vol gemeubileerde heeren-slaapkamer. Er
staat een zware brandkast in, het- is dus de
slaapkamer van den bankier, omdat geen
ander soort menschen dan deze ooit een
slaapkamer hebben met een brandkast, erin.
Het is oen uur na middernacht Alles is
stil!
Alleen het nu en dan onrustige ademhalen
wordt gehoord van een man, die te slapen
ligt in het rijk bewerkte ledekant.... Hij
woelt en keert zich en wordt wakker.
In de verte kraakt een deur voorzich
tige voetstappen komen nader.Een zwak
schijnsel vertoont zich achter de gordijnen.
De bankier luistert ingespannen!
Er is een inbreker.
De slaapkamerdeur gaat behoedzaam open
en een man, wiens gezicht achter een donker
masker verborgen is, treedt nader.In
de eene hand houdt hij inbrekers-loopers
in de andere een fel brandende dievenlan
taarn.
Hij zoekt in de slaapkamer
De bankier volgt hem vanuit hot ledikant
met de oogen.
Het is doodstil!
Hoogst voorzichtig begint de binnenge
slopen misdadiger zijn arbeid aan de brand
kast Eerst probeert hij stuk voor stuk- ver
schillende loopera Dan haalt hij uit een van
zijn achterzakken een kleine acetyleen-in-
richting ep begint in een van de wanden met
een steekvlam gaten te boren.
Seoonden minuten. kwartieren gaan
voorbij.
punt op
De ondei
Dan plotseling weerklinkt uit het
ledikant een uitbarstende en schaterende
lach. Hij vult het stille vertrek. De in zijn
arbeid gestoorde Inbreker deinst ontzet ach
teruitHij riet de monding van een re
volver op zich gericht vanuit het bed.
Hij staakt zijn pogingen en begrijpt, dat.
't mis is!
Maar zonder ophouden als van iemand
die een vreeselijken aanval heeft blijft de
ronde lach klinken'.
De bankier in het bed proest het uit.
Dat begrijpt de inbreker niet! Dat hij ge
snapt is begrijpt hij wel, maar waarom die
zonderlinge kerel in dat ledikant daar zoo
lachtDat begrijpt hij niet!
Het benauwd hem hij wordt er onrustig
van.En ten leste kan hij het niet langer
uithouden en valt tegen den lachenden ban
kier uit:
Waarom lacht u toch zoo, in godsnaam,
mijnheer?.
Dat zal ik je zeggen antwoord de
bankier.... het is eigenlijk heelemaal niet
om te lachen weet je, maar jij hebt me zoo
vreeselijk aan 't lachen gemaakt.
Ik?.
Ja jij!Stel je voor: Je offert Je
slaap en je veiligheid op jij.Je komt
hier naar toe midden in den nacht je
sluipt in mijn huis, op verboden terrein,
waar je groote kans loopt 'n kogel in je
bodys te krijgen en dan naar 't tuchthuis te
gaan bovendien.Je werkt je in 't zweet
met loopers en met 'n steekvlam.en
waarom?.
Waarom?herhaalt de inbreker op
verbaasden toon.
Ja waarom?.Ha.ha-ha.
Om er 't geld In te zoeken, dat lk er al se
dert maanden op klaarlichten dag en met
alle vier de sleutels niet In vinden kan.lt....
Hoe Chris van Dinteren de beroemde
oomiponist van de beroemde opera „Hitte-
petit de cijns van zijn populariteit betaalt.
Wi
Een nieuw systeem Sulzer-locomotief.
De Hbl. oorrespondent te Zurioh meldt:
Sedert eenige weken worden op de spoor
lijn Zurióh-Romanshorn proefritten gemaakt
met een nieuwe Sulzer-looomotief. Onder
voorbehoud dat de berichtgever, die naar
alle waarschijnlijkheid wel een belangheb
bende zijn zal, niet overdrijft, belooft deze
nieuwe tractor voor het spoorwegverkeer
een belangrijke verbetering te worden.
Het nieuwe systeem is een oombinatie van
locomotief en personenwagen met 70 zitplaat
sen. Voor het kleine verkeer dus de aange
wezen wagen. Bij niet al te sterke stijging
van het tracé kunnen zelfs twee of drie ge
wone spoorweg-rijtuigen aangehaakt worden.
De snelheid bij volle belasting bedraagt 70
KM. per uur.
Het belangrijkste aan dit systeem is ech
ter het uiterst-geringe verbruik van stook-
materiaal. (Steenkolen of olie, daarvan zegt
het bericht helaas niets). Op het tra
ject WinterthurFrauenfeld, het proefveld
der Winterthurer wereldfirma, verbruikt de
66-tonnen wegende locomotief-wagen voor
een afstand van 32 K.M. met 10 stijging
het geringe bedrag van Frs 2.20 aan stook
materiaal. Precies de prijs die een kaartje
derde klasse, of in statistieke cijfers iets min
der dan de helft van het oude en: het nieuwe
(electrische) systeem.
Men bedenke de waards van zulk een be
sparing bij de huidige deficiten!
Een ander groot voordeel van het nieuwe
systeem bestaat hierin, dat het met eenige
omwerking ook op de oude (stoom) locomo
tieven kan toegepast worden. De looomtie-
ven-parken, die sedert de invoering van het
electrische bedrijf staag aangroeiden, en
wegens het gebrek aan koopkracht van net
buitenland niet te likwideeren waren, zouden
dus niet langer verloren kapitaal rijn!
Het lijkt alles vast te mooi, om waar te
kunnen wezen. En toch zegt de berichtgever
aan het slot van zijn artikel: „Deze noviteit
op het gebied der tractie zal ongetwijfeld
opnieuw aan onze autoriteiten die vraag op
dringen: Stoomkracht of Electricitedt? En de
reeds bestaande projecten voor de electrm-
ceering onzer spoorwegen zullen nogmaals
aan een nieuw onderzoek onderworpen moe
ten worden."
Malariamuggen.
De Naturwissenschaftlidhe Umschau maakt
het resultaat van onderzoekingen openbaar
betreffende eene verandering in de levens
wijze der steekmuggen, welke bekend zijn
als overbrengers der malaria. De mug zoekt
niiet meer, als voorheen, de nabijheid der
menschen en hunne woningen, maar bij
voorkeur donkere, onzindelijke stallen, waar
ze zich voedt met het bloed van het vee.
Men heeft deze verandering reeds in Frank
rijk en Denemarken opgemerkt; thans werd
Eckstein ook in Beieren gewaar hoe de mala
riamuggen het op de huisdieren hebben ge
munt. Dok 's zomers, ais het vee in de wei
loopt, houden de lastige insecten er de bees
ten gezelschap.
De naam van dr. Oarel J. Brensa is aan
de lezers van het Juttertje welbekend. Niet
alleen is do heer Brensa de man, die ver
schillende der rubrieken van ons Zondags
blaadje verzorgt, maar hjj ontpopt zich thans
als auteur in 't groot. Wij ontvingen althans
ter bespreking een roman, de eerste van
een heele reeks dergelijke verhalen, alle
van do hand van den lieer Brensa. „De gou
den Naald" is de eerste een er reeks detec
tive-romans, die als de Maurice Marcel-serie
ongetwijfeld vele lezers en koopers zullen
vinden. Het genre detective-roman is in den
laatst en tijd en vogue; de oorsprohfceljjk-
Hollandeche lectuur is meestal te zwaar, te
.literair", en men wil lichte ontgpanmings-
kost. Conan Doyle kreeg in zijn vaderland
menig epigoontje, maar werd nimmer over
troffen. Totdat de Hollander Ivans zijn boe
ken over G eoffrey Gill en mr. Hendriks pu
bliceerde, die gretig gekocht werden, en die
Sherlock Holmes naar de kroon staken. Nu
komt dr. Brensa wederom met nieuwe vin
ding en nieuw vernuft. De geschiedenis van
de gouden naald begint op Sicilië en eindigt
nabil den Haag. De slot-mise en scène, waar
bij alle in het drama betrokkenen de
misdadigers op vernuftige wijze bewaakt
worden tezamen gebracht, is zeer origineel.
Sherlock Holmes alias Geoffrey Gill heet
hier Maurice Marcel, hij is een Vlaamsch
speurder, en natuurlijk, een genie. Dr. Wat-
son, Mr. Hendriks, liet alter ego van den
detective, is thans de phllosofiae doctor Ca-
rel J. Brensa. Zooals dat in een goeden de-
tocitlve-roman behoort, mag die de mindere
karweitjes voor ziin geriialen vriend opknap
pen en af en toe eenige risioo loopen. Mau
rice heeft ook, evenals zijn geniale voorgan
gers, zijn eigenaardigheden, zijn tio, en
ook hij behandelt zijn vriend en medewer
ker ietwat uit de hoogte van zijn superiori
teit. Maurice Marcel concludeert uit een paar
regels schrift op de marge van een boek den
landaard van den schrijver, hij weet zich in
minder dan geen tijd op onherkenbare wijze
te vermommen evenals trouwens zijn vriend
Brensa, die sprekend' op hem gelijkt, juist
als Geoffrey Gill op mr. Hendriks leek, hij
ontoijfert geheimschriften en bedrijft -andere
vernuftigheden», een en ander 1'lnstar van
zijn voorgangers. Het boek laat zich vlot
lezen, en, zooals gezegd, de ontknooping is
verrassend en; origineel.
Het tweede deel <jer serie bevat het resul
taat der nasporingen omtrent de geheimzin
nige afkomst van den Vlaamschen detective.
Hiervoor is in het eerste deel reeds stof
aanwezig. Voor de avonturen van deel drie:
de opsporing van een radiumdiefstal in Ber
lijn, is ln dit eerste deel ook reeds het
embryo aanwezig.
Naar uit een voorwoord van den auteur
blijkt, is zijn doel met deze verhalen „ach
ter (ion schijn der verschijnselen de Waar-
heldl van het Leven te ontdekken", en „mede
te werken tot meerdere waardeering van het
zoo belangrijke en noodige Indlvidueele Le
vensvernuft". De schrijver moet ons niet
kwalijk nemen als wij deze fraaie aphoris-
men oum grano galis genieten.
Nochtans znllen deze boeken, die boven
dien ln een tijd, waarin een boek zoo ont
zettend duur is geworden, uiterst goedkoop
zijn de prijs is slechts 1.26 in omslag,
1.90 gebonden, ongetwijfeld gretig afne
mers vinden. Ook als reislectuur zijn ze bil
uitstek geschikt. Aardige teekeningen ver
luchten het werk, dat door den uitgever W.
de Haan te Utrecht is uitgegeven.
sinds den dood van rijh voorganger niet was
gébruikt, vond hij, een paar maten vóór de
finale, de kantteekening: „Hier moeten de
violen wakker gemaakt!"
Onder de repetitie van een compositie van
Riohard! Strauss werd na de eerste maten de
bespeler van de groote troim plotseling weg
geroepen. De dirigent schudt geërgerd het
hoofd. .Jammer", zegt hij, „hier speelt de
groote trom juist de melodie."
Tijdens een koorrepetitie riep Hans von
Bülow tegen de voortdurend babbelende so
pranen: „Dames, ik herinner u er aan, dat
het Kapitool al gered' ia"
Toen men Bülow's oordeel vroeg over den
bekenden, Deenschen componist Niéls W.
Gade, antwoordde hij kortaf: „MendeLssohn-
zure Schumannoxyd".
Rubinstein kwalificeerde eens een pianist
niet de volgende woorden: „Hij speelt Beet
hoven vlot en Czermy met gevoel."
Een zangleeraar uit Weenen, die de cello
dilettantisch bespeelde, droeg eens in beslo
ten kring met Brahms, die aan de piano zat,
diens laatste viotoncelBonsate voor. Brahms
behandelde het instrument nogal kordaat en
hardhandig, de cellist voelde zich op het
tweede plan gedrongen en zei een beetje
boos: „Maar, beste Brahms, speel toch niet
zoo luid, ik kan mijzelf niet eens hooren."
Waarop Brahms gromde„Gelukkige
kerel!"1
De zoon van een' criticus in Weenen had
een sonate gecomponeerd. Toen Rosentbal
gevraagd werd, hoe hij er over dacht, luidde
zijn antwoord: „Het stuk is niet heel dank
baar: de vader des te meer."
In een klein stadje zaten muziekliefheb
bers den lof te verkondigen van den voor-
treffelijken Joachim, die den avond tevoren
ln de naburige stad enorm succes had ge
oogst. Dat werd' tenslotte den tamboerma
joor van.het sigarenmakersmuriekgezelschap
uit het. dorpje te kras.
„Nou ja," beweerde hij nijdig, „de man
speelt goed, maar geef hem eens een stok in
de haind om mee te balanceerenl Jullie zult
zien, dat hij er niets van terecht brengt."
HdbL
Grootmeesters aan het woord.
Uit een verzameling aneodoten, over be
roemde musici puren wij de onderstaande:
Felix Weingartner verzocht eens in een re
petitie van een zijner opera's een der klari
nettisten, toch niet zoo slepend te spelen. De
musicus antwoordde: „In den Tristan spe
len wij dit deel óók altijd zóó!"
Hans Richter.de beroemde WagnerdM-
gent, vertelde het volgende: Tijdens een pau
ze in eón opera-partituur blies de trombonist
plotseling luid een toon. Richter keek boos
op, klopte af en vroeg den musicus, hoe hij
er bij kwam, te blazen, als er niet te blazen
viel.
„Laat dan eens kijken," zei Richter, die
alle Wagnerpartituren uit het hoofd kende,
De bijziende trombonist nam het blad mu
ziek en deed een zonderlinge ontdekking: de
noot, die hij had geblazen, vloog weg.
„Het was maar een vlieg," zei hij verbaasd,
en voegde er dadelijk bij, „maar ik héb ze
gespeeld".
Bij een operagezelschap werd een compost,
tie uit de oude doos op het repertoire gehaald.
Men had in vele jaren 't stuk niet gespeeld.
It* het derde bedrijf komt voor fluit en harp
een Jarige solo.
Toen de dirigent in rijn partituur keek, die
$S§is) 6^
'n Liefdesverklaring op het land!
Boerenzoon: Nou nou moj-je mal 's ver-
telle, Traintje.Lus jai graag zuurkool,
Traintje?.
Traintje: Nou Jawel Geert.da-lus
'k wel, inaor weerom wil jai dat wete,
Geert?
Goert: Nou da-za Tc Je zegge, Traini
zie-je.Ikzelf lust hiel graag spek, zie-.
Nou en dan zoueni wal 'n goed paartje
weuze vin je niet Traintje?.
In de bul!
Heer tot dame tijden» een gietbui:
.Dame, mag ik zoo vrij zijn u mijn para-
pluie aan te bieden?.
Dame: Met genoegen, mijnheer maar.
alleen de parapluie dan!
Het eenige voordeeL
Rechter: Beklaagde, héb je na de uitvoe
rige pleitrede van je verdediger zelf nog iets
in het midden te brengen?
Beklaagde: Jawel, mijnheer de presi
dent. Ais u zoo vriendelijk zou willen
zijn den tijd, dien mijn advocaat gepleit
heeft van mijn straftijd af te trekken.
Dan profiteer ik er tenminste nog iets van!
Op verzoek!
Gast in een restaurant tot den kapel
meester van het strijkje: Speelt u ook iets
op verzoek, mijnheer?
jtapelmeester - vereerd 01 zeker,
inheer.met genoegen.
ast: Zou u op mijn verzoek een partij
biljart willen gaan spelen?
De ezelsklnnebak.
De onderwijzer op de zondagsschool ver
telde de geschiedenis van den sterken Sim-
son en was genaderd aan het gevecht met
de PlhilLstijnen:
.Toen versloeg de sterke Simson drie
duizend PMListlinen met een enkele ezels-
kinnebak zeide hy.
Wat ia eigenlijk een ezetekinmebak, mijn
heer. vroeg een van de luisterende leer
lingen.
En de onderwijzer zijn vooruit gesto
ken kaak aanwijzend, antwoordde: Een
ozelskinnehak.dat is dit!.Hier!!,
mijnfi
Ga
Overdreven.
Een spotvogel teleerrfeerde eens aan dier
beroemden humorist Mark Twain, dat het
gerucht liep als zou deze gestorven zijn. Of
het gerucht waar was vroeg de spot
vogel.
En Mark Twain telegrafeerde terug: „Ge
rucht overdreven.zeer overdreven!
Spaansch!
Iemand die een overtreding pleegt, tot
den nachtwaker die hem betrapt:.Als ik
op ieder van je oogen een rijksdaalder leg,
zou je dan nog wat kunnen zien?.
Nachtwaker: Geen steek, mijnheer.En
ais je er eentje op m'n mond legt, kanl ik
geen woord meer zeggen ook.
DE WENSCHVOGEL.
Dioky droeg zijn eerste lange broék, een
echte imatroeenhroek. Hij zag er heel andera
uit dan gewoonlijk. Mia, zijn zusje, vond, dat
hij veel grooten leek, haast zoo groot als zti
zelf. Kleine Emmie lag in haar wieg geluidjes
te maken en keek niet eens naar Diokv'H
lange broek. J
„Het regent niet meer", zei Dick. „Denk
je. dat we uit mogen gaan". Moeder had niet
gezegd, dat ze imochten. Maar aan den an
deren kant, imoeder had1 het ook niet veis
boden. „Misschien wel als we onze regen
mantels aantrekken" zei Mla, wat twijfelend.
Ze trokken hun regenmantels aan en wil-
den juist de 'kamer verlaten toen Bmmy be
gon te huilen. „Ja", zei .Mla: ^we kunnen
haar toch niet alléén laten. Ze heeft toch
evengoed als wij een vrijen middag. Laten
we haar meenemen."
„De wagen is te zwaar voor je", zet Dick
en dat was ook zoo. Bovendien had Emmy
geen regenmantel: zóó klein werden ze ner
gens verkocht.
„We zetten haar in mijn poppenwagen",
opperde Mia: „En het parapluitje van Bella
nemen we mee voor haar.
Het was een heele toer om Emmy im de
poppenwagen te tillen, want ze was oen -klei
ne dikzak. Maar het lukte toch. En toen ging
het den tuiin door. Het wias een aanlig
groepje, Dtckie met zijn lange broek en
Emirny met het rood-papieren jparaplutje in
de poppenwagen. Mia droeg dtem dag niets
bijzonders dan alleen een nieuw blauw haar
lint.
Ze gingen, liet tuinhek uit en het bosch
In, dat vlak achter den. tuin lag. Het was een
héérlijk bosch met groote, dikke boomen en
veel paddestoelen.
Bom-bom ging de poppenwagen over de
boomwortels en denne-appels, maar Emmy
scheen het heel aardig te vinden.
Toen echter kwam er een 'zoo groote bons,
int ze er hacst uiltviel. Mia ving haar nog net
bijt'V's en. Maar o wee, door den schok was
er iets verschrikkelijks gebeurd er was een
viel van oen iwagen gelojpen. „Hoe moeten
ve nu thuiskomen?" riep Dick wanhopig.
Mia zette Emmy op den grond en keek eens
om Ti'oh heen. Daar zag ze juist, wat ze noo-
iig (had: in een dikken boom was een deur
tje, waarop geschreven stond: „Mijnheer
WenschvogeL" „Kloppen."
„Klop vlug, Dicky, dan zullen we wen-
schen, dat het wiel weer aan den wagen gaat.
En dan gaan we gauw naar huls, want ik
krijg een gevoel, of het etenstijd is."
Het deurtje gitng langzaam open. De
wenschVogel zag er zonderling uit, maar hij
keek vriendelijk. Hij had- erg large pooten.
Elke ipoot was meer dan een tnrier lang.
Zijn lijf was dicht, met veeron bedekt, maar
zijtn hals was kaaj en hij had een grooten,
breeden snavel.
Hij begon met te zegeen: „Ik kan niets
voor jullie doen, want ik héb ook vacantie
vandaag." Maar toen viel zijn o*g op Dicky's
lange broek. Hij glimlachte en zei: „Nu, mis
sohien kan ik toch iwel. Kom moor binnen."
De wenaéhvogrl w-»h°el belenf i en vrien
delijk, maar geen oogerJbl'k hield hij zijn
oogen van Dicky's broek af.
Mla vertelde hem wit er gebeurd was en
dot ze wensohten, dit het wlti weer aan den
wigpn zou gaan en ze veilig tbius zouden
komen.
„Zek r", zei d» wnschvogel. Dat koin hij
best voor ze doen. Maar ze moesten hem er
wat voor geven. „Iets, dat jullie bij je hebt",
zei de wenséhvog-el met een klap van zijn
girooten snavel,
„U kunt alles krijgen, behalve Eramy en
de poppenwagen", zei Mia, denkende, dat ze
erg ik'niap was.
„O, dank je, dank je wel", zei de vogel. Hij
tooverde hocus-pocus-pes het wiel aan den
wagen en vroeg toen zijn loon. "Ik wil die
limge broek hébbon, de de Jongen draagt.
Ilct is jutet wat ik voor mijn lange (beenen
noodig heb."
Dtcky «laakte een kreet van schrik. „Het
is ijn eerste large broek", zet hij.
„Wel," zei de wenscbvogel„Het zal mijn
eerste ook zijn. Jullie hebt bet beloofd."
Er was nïets aan te doen. Dicky trok zijn
mooie matrozenbroek uit en zijn regenjasje
aan en ze gingen op weg naar huis. lang niet
zoo vTOolijk, als toen ze heen gingen. De
tranen stonden Dick lm de oowan. maar toen
hij even omkeek en den wensehvogel zag met
zijn broek aan en de vleugflpunten Sr de
zakken gestoken, toen moest hij wel lachen.
Moeder keek vreemd op, toen ze de kleine
stoet aan zag komen en Dicky nog wel met
een jas aan bij zonneschijn. MaaT nog vreem
der werd het voor haar. toen Dick zijn jasje
uittrok en vertelde, dat hij zijn nieuwe broek
kwfit was. jHoe kan een jongen nu zijn
broekje verliezen?"
-fneder was te veibaasd om boos te zijm.
„Magr. o Dick, wat zal er nu gebeuren, ais
moeder in het bosch den wenschvogel out-
mvet met jouw broek aan," zei Mia. Dicky
1schte.cn Rmirny, die weer veilig ln haar
•legje lag, begon te kraaLen van plezier.
Oplossingen der vorige raadsels:
i. Vliegmachine. eg leem mal
hiel acht vin.
II. 1. Leeuwerik; 2. nachtegaal; 8. rotgans.
Nieuwe raadsels:
X Op de staande en op
- X óe liggende kruisjes-
x hjn komt de naam
x van een vaoantiebezig-
X Op de le rij een me-
X deklinker; op de 2e de
X naam van een jong
X schaap; op de 8e een
keukengereedschap;
op de 4e de naam van een vrouwtjes-duif;
op de 6e het gevraagde woord; op de 6e een
ander woord voor oommandeeren; op de 7e
voedingen, die 's winters gebruikt worden; op
de 8e de naam van een boom; op de tte een
medeklinker.
H. Wat staat hier te lezen?
R
Goede oplossingen van beide raadsels ont
vangen van:
A. v. A.; II. de B.; W. M. B.; S. B.; J. B.;
P. en M. B.; P. en A. D.; A. F.; C. F.; H. F.;
W. G.; M. 8. de G.; A. en W. K.; C. en G. K.;
D. M.; J. M. M. M.; G. M.; D. N. M. en R. O.;
M. O.; J. v. d. P.; F. G. A. C. R.; A. v. S.;
R. S.
Wat zijn de ongezelligste dingen in d®
wereld?
Mijlpalen, want men ziet er nooit twee bij
elkander.