KKg giiEttSSS -lïïJ.4 BL£ïïr e° iS S Je8"8 S- Niet alleen de gewone versieringen gel den op heden. Tot zelfs op de avondscboen- tjes voor den a.s. wintertijd zijn uit hetzelfde materiaal vervaardigde rosetten aangebracht. En op de vesten en jacquetten is op gelijke wijze een modern siersel aangebracht. Nu vindt ons dwaze oog niet meer de hoogst eenvoudig©, nobele hoont knoop oorroct «taan, maar nu wil ie een van verre opvil lende metalen knoop met «teenvulling. In 80© 1« het op het ©ogenblik de wou geweJdlg in de mede ala tegentoon op d® k©«- cuumkleuKB. Maar vooral metaal zooali ge noemd en metaal- of steen verslering. Dan kan men ©r alles ln vinden: fraaie heupceintuurs, groote gespen, broches, hoe- denspelden, knoppen op tasschen etc. eto. Ter# overtuiging geef ik hierboven nog een voorbeeld van twee spelden en een flu- weelen tasch met versieringsknop. De spelden zijn inmiddels niet bedoeld als steekspelden, maar meer in het bijzonder als sierspeld. Mme Carry. UIT DE HOOFDSTAD. Amsterdamsche straatnamen. Werkelijk: Er ware een boek te schrijven over de Amsterdamsche straatnamen. En een koddig boek ook. Want ieder nuchter sterveling zal begrijpen, dat het op het laatst een oorvee wordt om de geschikte namen voor alle straten te vinden, wanneer een stad (en dan onverschillig welke) langzamer hand beduidend van grootte begint te wor den. En aangezien er geen arbeid van eenigen duur is, zonder dat hierbij de „note Gaie" in dringt zoo zal het ook ieder duidelijk zijn, dat de Amsterdamsche straatnamen in ver schillend opzicht en Ik denk hier zoowel aan de grappige vergissingen, verbasterin gen als veranderingen aanleiding zijn ge weest tot koddigheden! Sterker nog: De koddigheden beginnen in dit geval meestentijds reeds bij het geboren worden van de straatnamen. De gemeente raadszittingen, alwaar in den regel dit gebo ren worden plaats heeft, zouden kunnen ge tuigen van menig grappig incident en me nig allerkostelijkst bon met, tijdens het be spreken van nieuw te „benoemen" straten. Alleen hierover ware een boek te schril- V0n. m Maar ik zal het niet doenl Ik bedoel met deze geheele wijdschen op- Bet niets anders, dan een enkel geval in her innering te brengen. Dit geval betreft een „lumineus" voorstel van „Uiltje" een Ain- Bterdamsoh weekblad, naar aanleiding van de kortgeleden opnieuw gohouden zitting tot het veranderen en vaststellen van straatna men. Het was bij deze gelegenheid! weer het oude doen: Men wist haast geen namen meer. Tot zelfs de meest bekende on onbekende vogels zijn al aan de beurt geweest Kik- vorsohen, insecten, alles hooft z'n beurt go- had, En dat bracht „Uiltje'" op de idee onze vroede vaderen van de Hoofdstad oen prac- tisohe raad te geven. In de eerste plaats meent Uiltje kon de Gemeenteraad zichzelf eens bewlerooken, door nuar leder van zijn leden, oen straat te noemen. En er wordt ai een voorbeeld ge geven: We kennen n,l. in Amsterdam de Amstol- ï8*®80*}® weg. De*© la behalve dat ook het Station eraan ataat «eer beroemd door het feit, dat er een gebouw aan staat, "t welk een bijzonder© eigenaardigheid bezll leder© bewoner ervan, die er kans toe ziet, loopt er zoo spoedig mogelijk uit weg.... Bel ge- bouw verheugt zich niet ln een buitenge wone populariteit; men moet er gewoon met geweld worden ingehracht. En nu zou het heel gemakkelijk zijn de Amstclveensche weg voortaan te noemen: De lid°Eoo" uj^I zulks ter eere van het raads- En zoo vervolgens! Het tegenwoordige „Rusland" te Amster dam gelegen tusschen de Oude Zijds Ach- terburgwal en de Kloveniersburgwal zou dan om dezelfde reden gemakkelijk „Boule vard Wijnkoop'" kunnen heeten. Maar er is meer: De heele sliert van tegen woordige kunstenaars, die overigens zoo wei nig hebben waarop ze zich verheugen kun- Petbhet zou voor de bestuurders van de hoofdstad een klein kunstje zijn bun een eigen straat te geven. Het behoeven niet eens nieuwe straten te zijn in Plan Zuid. En ze behoeven niet heelemaal veranderd te worden, 'n Oud straatje is al voldoende en 'n kleine verandering meer niet! B.v. Er Is een heel onoogelijke straat, ge naamd de Bergstraat Welnu men schil- dere op het naambordje vóór het woord „Berg" eenvoudig het woord „Mengel" en we hebben op origineel e wijze onzen grooten dirigent gehuldigd! oor de door de malaise zwaar gedrukte tooneelkunstenaars is er op deze manier ze ker een straat voorhanden: Met het bijschil deren van een enkel woord vaak, kan men hen een buitengewoon pleizier doen: Men make b.v.- van de Dijkstraat de „Ko van Dijk straat van de Van Breestraat de „Louis de Breestraat" van de Veerstraat de „Willem van der Veerstraat" van de Ruyschstraat de „Oor Ruyschstraat" enz., enz,, enz. En om te besluiten: Het Stadsbestuur ver morse in de toekomst geen kostbaren tijd meer bij het wikken en wegen voor goede straatnamen en zoeken zioh niet het hoofd gek naar lang gestorven mannen van betee- kenis, die ze als ze nu leefden tooh niet zou hebben aangekekon. Men geve eenvoudig nnn loder levend mualous, noteur, zanger, dichter, «chllder ©as., 'n piraat, 'n gracht of pleia 100 snaar v©or de haad weg: Dus b Bduwd VerUndckado B© Willest Regaardibufgwal De Lees Beedelswpg H Piet Köhler-plantgoes de Is, Quorido- steeg de Braakensiekgang 't Chris van Dinterenplein de Bouwmeostersgraoht. enz. „'t Kan waar zijn!" Een sprookje. Er was eens een koning het is natuur lijk lang geleden die heel graag hoorde vertellen en het grootste deel van zijn vrijen tijd eraan besteedde zich te laten vertellen. Maar- met flauwe vertelsels moest men bij hem niet aankomen neen! het moesten sterke stukken zijn! 't Moesten avontuurlijke, wonderbaarlijke verhalen wezen. Daarin en in niet anders meer schepte hij behagen. Nu spreekt het vanzelf, dat waar er zoo machtig veel aan den Koning verteld werd, dat het langzamerhand moeilijk werd en de voorraad nu en dan wel eens uitgeput raakte. Dat beangstigde den koning en hij vroeg nu juist om sterker verhalen.Hoe gek ker hoe mooier en hoe hooger de belooning! riep hij eindelijk uit. En toch: Hoe ongelooflijk nu en dan een verhaal klonk nooit was het voor de ver beelding van den koning zóó ongerijmd of hij meende toch, dat het -r-- wel gebeurd kon zijn. „Dat is niet waar" of „Daar ge loof ik niks van" of „Dat is gelogen" hoor de men den koning nimmer zeggen. Integendeel: Altijd wanneer het verhaal eindelijk uit was merkte de koning on: Nu het kan best waar zijn!" of: „Ik kan 't me wel voorstellen".enz. Intusschen begon dit den koning zeer te verdrieten en hij verlangde eindelijk sterk naar een verhaal waarin een zoodanige emo tie voor hem zat, dat hij zijns ondanks zou moeten uitroepen: Daar geloof ik niks van". En ten lange- leste loofde hij een kostbare prijs uit ln den vorm van een groot buiten goed met verscheidene morgen land en een uitgebreide veestapel, voor den eersten de beste, die hem een redelijk verhaal kon ver tellen, waaraan hij zou twijfelen en waarvan hij zou moeten zeggen: Dat geloof ik nietl Deze mare ging spoedig door het geheele land en begrijpelijkerwijs waren de liefheb bers naar den uitgeloofden prijs velen. Wie zou niet 'graag met het doen van een enkel verhaal een buitengoed verdienen met vele morgen land en vee? En aangezien deze koning zooals het ln slechte sprookjes gaat tegenover den groo ten prijs niet een zwaren straf van onthoof ding of zoo iets bij mislukking gesteld had duurde het niet lang of de weg naar het ko ninklijk paleis was bezaaid met fantasten, die allen den koning te spreken zochten om een verhaal te doen. Slaagde het welnu: dan was de geluk kige de bezitter van het buitengoed. Slaagde het niet! Welaan: er was niets verloren! En do een vertelde zulke zotte verhalen, dat do koning van rijn troon vlol van het ladhon. Een ander kwam en verhaalde zul ke fantastische nonsens, dat de rijkste fa- taslön van Von Munohausen er bakersprook jes bij waren. Een derde trachtto op aller lei mnnleron de lof van don Koning to ste ken of van diens voorouders en dlsohte zul ke' ongelooflijke heldendaden op over ge- voorde oorlogen, dat er wolbosohouwd eigen lijk geen storvollng meer op den aardbodem zou moeton overgebleven zijn. Rn de koning luisterde en lachte en knik te en vermaakte zioh au eens meer en dan eens minder. Maar hij «ei nimmer: Daar geloof ik niks van. Altijd zei bij neg «oms heel vlug en soms min of meer aarzelend „Nu het kan best waar wezen"!. Rn hoe <1© fantasten vertelden of hoe de grappenmikkers rioh In bochten kronkelden of hoe de ooeendlenaan met spek schoten, De koning zei: Het kan best waar wezen". m daarmee ging de een© verteller voor en de andore na naar buial Rn heel achteraan in de rij van de waoh- tenda vertellen stond nu een oude dagloonar, die rijn leven had gesleten op de boerderij vun «i)n rijken bau* en gedurende dien tijd veel had nagedacht. Dientengevolge waa hij wat snuggerder iworden on hij meende nu den vorst wel te uunon Hij was dus ook naar het paleis gekomen en wachtte dagen lang rijn beurt af om tot den koning te worden toegelaten. Op zekeren dag was het dan eindelijk ook zijn beurt. Hij werd tot den koning toegela ten en begon zijn verhaal: .„Sire zoo zeide hij het is een uiterst zonderling geval, hetwelk ik de vrij heid zal nemen u te verhalen, maar niette min is het waar gebeurd 1 Gij behoeft niet te zeggen, dat het waar kan zijn, want het is waar Ikzelf heb het beleefd. Vertel het mij drong den koning aan. Het vorige jaar dan, Sire hernam de daglooner.had ik voor de aardigheid eens een paar zaden geplant van een vreem de zaadsoort, die mijn zoon uit verre landen had meegebracht.... „Die planten groeien tot in de wolken" vertelde hij my als je er in klimt kun je in den hemel kijken. Maar natuurlijk lachte Ik hem uit en zed, dat het niet waar kon zijn. Het kan best waar zijn viel de ko ning in In ieder geval, Sire ging de dagloo ner voort het vorig jaar zaaide ik eenige van deze zaden en ziet: de grootste van de uitgekomen planten werd zoowaar zoo hoog dat ik haar top in de wolken niet meer zien kon. Het kan best waar zijn zei de koning. En toen ik dit nu zag, Sire herin nerde ik mjj de verdere woorden van mijn zoon, dat je van daaruit in den hemel kon zien.En ik besloot de proef te wagen. Op een goeden dag begon ik den tocht en had weldra de eerste wolken bereikt, t Beuelmü er slecht, want het was er tochtig en koua. Dus ik kiom hooger om te trachten den ne- mel te bereiken..En zoowaar, Sire het lukte. Op een oogenblik bevond ik Bril te midden van eten uitgelezen verzameling men- sohen uit vroegore geslaohten, die allen de aarde hadden geleefd. Het kan waar zijn! herhaalde de ko ning, en dfluht dat het verhaal van don daglooner hiermede geëindigd was. Maar het 1* nog niet uit hernam deze.Want au ik eenmaal in den hemjei was aangeland wilde Ik van de golegoahwd gebruik maken eens mot eenige van deze emelingen te spreken. En ik vroeg aan ver schillende hun meening omtrent verschillen de zaken, die op de aarde plaats hadden en waarvan zij een buitengewoon goede kennis bleken te bezitten. Op een oogenblik vroeg ik ineens: „Kent gijlieden onzen koning"? Neenl antwoordden ze want die leeft nog op de aarde en wij hebben hem dus m den hemel nog .niet gezien.... Maar wij kennen verschillende van rijn voorouders, Er is er zelfs hier dicht in de buurt nog een, die is in zijn tijd nog daglooner geweest op dezelfde boerderij waar gij nu zjjt. Dat is gelogen!...Dat kan onmoge lijk waar zijnriep de koning ineens ver bolgen uit en sprong op van zijn troon. Hoe komt gij erbij.Mijn voorvader zou een nietig daglooner geweest zijn?.Het is ondenkbaar en ik geloof er ook niemen dal van..1 Scheer u weg uat mijn paleis en laat een ander uw plaats innemen!. Ik dnTik u zeer, Sire hernam de dag looner. Ik heb als ik mij niet vergis het uitgeloofde buitengoed met de bunders land en het vee verdiend!. En de koning begreep, dat hij in de ver bolgenheid van riin aangetaste eer het slacht offer geworden was van rijn eigen wedden schap. En de wereldwijze daglooner bekwam zijn buitengoed en h%t land en het vee. Dr. Brenscu Waardelooze levens. De Spartanen doodden misvormde kinde ren dadelijk na de geboorte. Dit stelsel van selectie schijnt mnen in Duitschland weer in eere te (willen brengen. Althans kort geleden verscheen een boek onder den titel: „Die Freigabe der Vernichtung lebensunwerten Lebens". Het is uitgegeven bij Fellx Meiner in Leipzig en geschreven door prof. Binding, hoogleeraar in het strafrecht te Leipizig,. en Hoohe, psychiater te Freiburg. Binding be weert in rijn boek, dat er menschenlevens rijn, waarvan het voortduren zoowel voor den drager als voor de maatschappij waar deloos is. Deze vallen onder drie groepen: lo. zij, die ton gevolge van riekte of vermin king onredbaar zijn, hun toestand volkomen begrijpend en den wensch naar verlossing te kennen geven; 2o. ongeneeslijk achterlij ken en 8o. geestelijk igezonde personen, die door een ongeval, waarbij bewusteflioosheid optrad, een ongetwijfeld doodelijke verwon ding hebben opgedaan en die, als ze ruit hun bewusteloosheid zouden ontwaken in name- looze ellende zouden verkeeren. Bij gerechtelijke regeling van een dooding in een dier 'gevallen, behoort, meent de schrijlver, in ieder, ook het ergste geval, de levenswensch van den .betrokkene geëerbie digd te worden!. Voorloopig althans zal het tot de toepas sing van dit denkbeeld nog wel niet komen, Het Is trouwens niet de eerste maal, dat dit vraagstuk ten aanzien van ongeneeslijke zie ken ter sprake komt Wel nieuw, voor zoover ons bekend, het denkbeeld, aohterlljke kinderen Idioten enz. te dooden naar het voorbeeld van Oud-Hparta. Zekere scho len voor achterlijken, Idioten, enz. zouden gesloten kunnen (worden, en er izouden bij consequente doorvoering geen hulpbehoe vende monsobon meer bestaan. We zouden dus door een soort negatieve selectieve eugenie een Ideaal ras overhouden^ ln de ouden van dagen zou men Inplaats van hen te pension neeron bunnen dwingen ln hoo rnen te klimmen en er hun dan uitschudden, zoodat ze neervallen en omkomen, naar de zeden van sommige wilde (volken. Waarom niet. Met de (mogelijkheid, dat er nog eens wie weet, een middel gever den, om bjv. Idiotie te genazen, houdt het ivonden sou kunnen wor- bonk geen rekening. Kn wie zal «eggen, welk leven waardeloos la? De beoordeeung la vrijwel geheel sub jectief, In den oorlog dacht men anders over de waarde van krachtige, gave mentohenlevens dan deze aohrJjivere thans doen. In mis schien doet men goed, het werk als een oor- logiagevolg te beschouwen. Studenten-grappen. ....Omdat het buiten op straat al wr r zoo goed als dag geworden was, had het den student P. niet al te veel moeite gekost om zijn huis, zelfs zijn stoep ja, zelfs zijn sleutelgat te vinden. En de deur was dan ook eindelijk open gegaan. Maar in de vestibule was het mor genlicht nog niet geheel doorgedrongen. Weshalve daar nog tamelijke duisternis heerschte. Eenige oogenblikken was er een onheil spellende stilte. Daarna een oorverdoovend lawaai van vallende scherven en water. Lieve hemel, mijnheer Henii.wat gebeurt er? riep een stem. Ja hoor eensju-juffrouw.Alles goed en ww-wel maar hkmaar ik zal nou toch die goudvisschen eens hk.eens afloeren altijd naar met tehhhhappenl De student R komt naar huis op een tijdstip dat het nog wel donker is op den openbaren weg Bovendien is hij zooals dat heet „lichtelijk aangeschoten. Na eenige vergeefsche reizen en afdwa lingen in andere straten komt hij eindeliik werkelijk terecht in de straat waar hii ziin pension heeft huisdeur0* d&aTn& viadt zelfs zijn eigen Maar met het sleutelgat wil het niet erg vlotten. De sleutel wil er niet in, ^1^^ - is te groot of te dik.in ieder geval z'n._... „nAfct-nrnWhf Wftl. 41© Maar dat merkt de naohtwadht wel. er eindelijk bltóekomen ls en eerri bolnng- WMrl""™,<ta1r open te slulteu mét'uw rf* f Is t waarachtig? kei' Informeert R.Da*» merrukwaardig tóg.Met mn sigaar s&g?.S&g! Zou ik dan met mia dronken gericht bij vergissing m"n sleutel opgerookt hebben, sèg?. Een wenk. Robertsen was een der rijkste bankiers van Iiverpool, maar ontzettend gierig, op een lijst voor een nieuw ziekenhuis teekend e hij voor één pond. Toen de leden van het comité bij rijn buurman Pindey kwamen, eigenaar van een groot warenhuis en deze het geringe bedrag las riep hij uit: Die verdient een lesje! Onmiddellijk schreef hij aan Robertson, dat hij zijn tegoed in diens bank op wenschte op te nemen. Het beliep 80.000 pond. Nog geen drie minuten later was de bankier op het kantoor van Pindey on vroeg een ver- klaring. Wel, zed Robertson, ik zag, dat je maar voor één pond geteekend had op de lijst voor jhet ziekenhuis. Toen dacht ik: hij staat zeker heel zwak, ik vraag mijn geld op. Robertson begreep den wenk en hij teekende voor dui zend pond! De voorrang. Een advocaat en een arts discussieerden eens, wiens vak het hoogst in aanzien be hoorde te staan. Zij kozen een dichter tot scheidsrechter, die den advocaat den voor rang gaf op grond, dat de spitsboef altijd voorging en de scherprechter volgde. De oudste cataoomben zijn die van de ko ningin van Thebe, welke voor 4000 jaar werden aangelegd. De cataoomben van Rome bevatten de bverblijfselen van 6 millioen menschen; die van Parijs van 8 millioen. Het schaken is al meer dan twee duizend jaar oud. De naam „schaak" is van den Per- zischen koningstitel „Sjach" afkomstig. De Arabiereri brachten het spel naar Europa over en in de eersite helft van de 19de eeuw was het bijna algemeen ln zwang. Een normaal mensch heeft per Jaar noodlg 175 K.G. aardappelen, 250 K.G. groenten, 20 K.G. suiker, 80 K.G. peulvruchten, 100 KG. groenten, 250 liter melk, 25 K.G. vet, 50 K.G. vleesch of visch, 21/» KG. zout en. 600 Liter water. De eerste kruidenier die thee verkocht in Londen, was David Rawlinson, omstreeks 1650. Een pond Chineesche thee kostte toen 10. De automaten, werkende door het Inwer pen van een muntstuk waren reeds 100 jaar voor onze jaartelling bekend. Men trof ze aan in de tempels, waar ze, in ruil voor een klein muntstuk, water leverden. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. 1 Voorbeeld: Bdj de ipunt beginnen en dan de cdjfers volgen. 1 T T" •I\v nr V s 1 i< 1 11 »0 Kinderhomar. Jantje is berig met rijn bouwdooel Vader: Let toch iwat beter op, Jan Je hluimen vallen telkens ln elkaar.... Jantje: 'Dat moet juist, vader.Ik spoel aannemer van noodwoningen. Moe ik hoor overal zoo over de duurte praten en over prijsstijging en loone- verhooglng..Ik woui u «eggen, dat Ik ln 't vervolg minstens aoht cent ln de week noodlg «al hebben om «oet te rijn, Inplaats van vijf. .Vader - Ik geloof, dat het al in haast vier weken niet geregend heoft.Zou er ergens in de wolken staking wezen of ®oo Iets?..,. Voorzichtig! Gast: Zeg eens kellner - moeten de men- «ohou ln dezo restauratie altijd 'n baU Jaar waehten voor «e bun bestelling krijgen?. Keüuer:. Dat zou Ik u uiot kunnen «eggen, meneer.Want lk ben Mor pas vuertlon dagen.... Jantje vertelt op school aan de Juffrouw: Paipa heeft een klein broertje gekocht voor duizend gulden. 'n Andere kleuter, verwonderd: He jee wat duur! Bij ons komen, ze telkens voor niks!.... De tooneelspeler (in zijn rol met som bere stem): Zijn we alleen hier? De speelster (kijkend in de.izaal naar het handjevol toeschouwers)'t Scheelt niet veel.... Denk er aan, jongmensch.beleefd- neia bewijzen aan zijn medeanlenschen kost mets Dat denkt u maar.'t bost mij iede- ren morgen mijn ritplaatsje in de tram Ambtenaar (nadat de klok reeds twaalf ee- slagen heelt tot rijn collega's): Heeren laten we asjeblieft gauw naar huis gaan We wrtebbèlenf.T>0aWeg 002011 vri*eü m te De gevangene wierp de hem gebracht* tijdschriften woedend door de odl Bekkagde: Wel, Edelachtbare... Ib ffa# K S MW.iT m'° 5dsJe 6° TL t fljp nul neer emmer hakker latafel ooievaar edelsteen meineedigie Goede oplossingen vau beide raadöeJs ontvangen van: A. v. A; S. R.; F. en M. B.; H. deB.;H. F.; A F.; W. G.; M. 8. de G.; A. en W. Ku C. en G. K; D. !M.; M. en R O.; M. O.; JL v. d. P.; F. G. A O. R; R S.; A. v. S.; K. V. De prijzen zijn bij loting ten deel geval len aan: Frans en Mien Bauer, Rmmastraat 18. Suze Buurtman, Paleissteeg 11. Annie Faas, Achtergracht WlZ. 27. Agatha en Wilha. Kruk, Molenstraat 29. Corrie en Gr. Kroonstuiver, Molengr. 37. Dina Mulders, Kanaalweg 153. RuuTd en Marietje Oostenrijk, Steengr. 9. Jo v. d. Pol, Walvischstraat 45. Annie van Soelen, Van der Hamstraat 18. R Smit, Westgracht 86. Nieuwe raadsels. I. Twee vaders en twee zoons gingen uit vlssohen. Elk ving twee visschen. Ze kwamen met zes visschen thluis. Hoe ban dat? II. Welke namen van gToote Nederland- sche plaatsen leest ge hieruit? heergasvang ninggoern risttamaoh IN DEN EIKENBOOM. Jeane keek vaak verlangend naar den grooten eikeboom, die op de speelplaats groeide. Wat zou het heerlijk rijn <xm daar uovenin op een tak te ritten net als een vogel En als je dan den heelon dag niets hoefde te doen dan te ringen en op die tab ken te schommelen, inplaats van soimlmen te moeten snaken en moeilijke leasen te loeren. Maar de juffrouw had streng verboden, ln Jen boom te klimmen. En daarom speelde Jeane in het vrij© kwartier maar met do andere meisjes en trachtte niet aan den boom te denberu Maar eens op ©en ochtend scheen de zon zóó fel en was het zóó warm, dat alle meisjes de schaduw opzochten inplaats van hard te draven. Ze «aten in een kring onder den eikeboom en vertelden elkander sprookjes. Jeane was de eenige', die niet luisterde. Ze dacht snaar steeds, hoe heerlijk het nu daar boven in de takken zou ziin. En plotseling zèl ze,Jk klim er in." Enkele meisjes trachtten er haar nog van af te houden^ imaar Jeane kon het niet laten. Ze had al menigmaal gieprobeerd of ze den ondersten tak kon bereiken en het was haar soms gelukt. Ze zette haar voet öjp een uit stekend stompje en dan met ©en wipje zat ao op den dikken ondersten tak. Zonder om te rien klom ze nu van tak op tak, steeds hooger. Eindelijk ging ze heel voorzichtig ritten en keek naar beneden. Een van dc meisjes rl©p: „Wat kan )i) goed kUimmom maar /*u moest Je maar weer naar benedon komen, want dadelijk gaat de !beir Maar Jeane werd duizelig telkens als z© omlaag keek en ze was es* zeker van, te val len, als ze zou dalen. Z© wou, dat se hét maar niet gedaan had. Daan ging de schooldeur al open. „Kom gouw'riepen de meisjes, ,4© juffrouw gaat vertellen. „Jk durf niet", antwoordde Jeane, „1 „ik aurr met antwoordde Jeane. „Zvg ©r alriebltaft niets van, want we hebben Mi teekaates en dan mtarkt nhtmand er wat van", Daar ging dp bel, de kinderen gingen ln rijen haar binnen en lieten Jeans alleen achter, nJh Kfllï,lWIÖ'r^ f&W van het altten, maar .Hwiwin8® bewegen om ^on Bii 'u ..,iOU<!]¥ lü word li n "war niet naar omritte m op, dat de liwbt met donkern wolken bedekt werd on dat do zon heelamaal schuil was gegaan. Het iPift j1,w, m' vogelt» aonaen niet meer, .^u^. r k® regendruppels vielen en Ineens ■ohrok Jeans op door een felle bliksemstraal, iersla e0n harden, ratelenidon don- dMamtma, juffrouw!" gilde Jeans, maar niemand hoorde haar. H. hrvmi Tind 'werd 81 7166 sterk, dat de boom heen en weer zwaaide, de regen viel Jeane hield zich krampachtig vast «n rl«n donder 780 8tomi Jlénn^0rer,°? was, be- Shreltï ia de teekenzaal te eikenboom J®a»e rit ln den eikenboom. O ze zal nog doodgaan." hevig verschrik?b<>am?" /i6P 46 ^U£ffrou'w' lokaal uit u 0n meteen bolde ze het Ja weïelHÏ W t°°r m de ^P^ts op. emSLuS?. ÏT611 d"n rikenljoom rif vast rTr^ ^tvn; »Jeane' Ie eto- i i„,m kom'helpen, hoor!" rioi, ze wojuid ze maar boa hnni!66 ^^ni later stond ze weer btj den bh ricK ?eS-tIuintoan' di® 6en tang© ladder en (n H dVE°i Je8ne gauw beneden De ^uifrouw' trok haar de ult-en het bib- TwTafcind ln ei«en manteL van T «tuurdv ze een WeerenT^lf J68ne'8 huis, om droge mS. s moeder kwam ,self me©. Ze vond het heel naar, dat haar meisje K was geweest, maar dat WU» \/4U WW. 1U De "student R merkt natuurlijk niet dat hij bezig is deze operatie uit te voeren nat M

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 10