T
Groot mooi on goedkoop
Jongeheeren-Demi's, -Jekkers,
-Ulsters en -Capes.
Heeren-inKiniler-Truien.
HERMAN NYPELS,
HERMAN NYPELS,
Tweede Blad.
Zuiver wol,
Half wol
•n Jaeger Katoenen
Krimpvrij fabrikaat
LA COMÈTE.
Tricot Pakjes.
VAN ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1922.
PLAATSELIJK NIEUW8.
Te s-Gravenhage slaagde voor het Ma
chinisten-examen, diploma B, de heer A.
Adriaanse, alhier.
Zondag 8 Ootober begint de wintertijd.
De klok moet op dien morgen één uur wor
den stilgezet.
MeDcpriJsverhóojjIng.
Met 1 Ootober wordt de prijs van de melk
alhier weer tot 18 oent per liter verhoogd.
Aanbesteding.
Door Burgemeester en Wettsvuders werd
gisteren ten raadhuize aanbesteed het aan
leggen en rioleeren van straten nabij den
Ruyghweg.
Ingekomen waren 7 billertten, nl.: P. Doorn,
St. Maartensbrug ƒ37800.—; Gebr. Smit, Hel
der 87440,—; W. Kaan, Helder 86762—;
firma Starrenburg en Boerdijfc Helder
84286—; Gebr. van Pelt, Helder 81887—;
F. D. Dienaar, Helder 81000—; Joh. Die
naar, Heldor, J 80675,—.
Door den Alg. Bond van Arbeiders in
het Bakkers-, Ohooolade- en Suikerwerkers-
bedrijf, afd. Helder, wordt ons verzocht dé
aandacht te vestigen op een door haar ver
spreidde circulaire, waarin zij het brood
etend publiek verzoekt geen brood te be
trekken van den bakker M., Langestraat,
omdat deze een oude gezel, wegens ziekte
beeft ontslagen, zonder hem onderstand te
verleenen.
Afscheid Mejuffrouw Metzei aar.
Als dit blad verschiint, behoort dat afscheid
alweer tot het verleden: het „schooltje-van-
Juffrouw Metzelaar" is niet langer het
schooltje van juffrouw Metzelaar. Alles wis
selt en verandert; niets is bestendigden ook
in deze verandering zullen we ons moeten
schikken. Juffrouw Metzelaar, de heer L.
Grunwald heeft het nog onlangs zoo kern
achtig in feuilleton gezegd heeft haar
rust wel verdiend.
En toen dan ook de ure van het afscheid
naderde, staken vele moeders van leerlinge-
tjes van Juffrouw Metzelaar, Iedere moe
der bijna is zelve ook weer oud-leerlinge
de hoofden bijeen en smeedden een samen
zwering tegen de geliefde onderwijzeres.
Wat het resultaat van die samenzwering was,
zeg ik niet, althans, nog niet. Er moet een
beetje spanning zijn in mijn verhaal, anders
is de aardigheid er gauw af. En men zal tot
het einde door moeten lezen als men weten
wil wat al die moeders tezamen gezworen
hadden.
Alzoo dan: Donderdagmiddag te half drie
was het lokaal van de oudste kinderen vol
met.... moeders. De tijden zijn voorbij, dat
ze in die nauwe bankjes konden kruipen,
waarin zooveel lief en leed gesleten is. Ergo
moesten ze staan. Langs de wanden stonden
ze geschaard, en er kwamen maar steeds nieu
we bij. En ze hadden zich allemaal netjes op
geknapt ter eere van de afscheidnemende
directrice. En de dames leeraressen hadden
zich opgeknapt, en de jongens en meisjes
hadden zich opgeknapt, zoodat het daar een
fleurig gezicht was.
Temidden van dat alles bewoog zich de
heer Grunwald. Of eigenlijk: hij bewoog zich
niet. Hij stond angstvallig de wacht te hou
den voor iets groots, iets volumineus'. En
nu zoudt u alweer graag willen weten wat dat
waSj maar alweer zeg ik het niet. Nog niet.
Leest u maar verder.
Met een stentorstem riep de heer Grunwald
plotseling, dat hijiets te zeggen had. En
toen hielden alle kindertjes dTr mond, het
geen, van het standpunt der kindertjes uit
bezien, een geweldige prestatie was. En de
heer L. Grunwald sprak der scheldende di
rectrice daarop toe.
Op weg hierheen wist spr. nog volstrekt
niet wat hij zeggen zou. Maar hij is een
raensch van impulsies, en toen hij de kinde
ren hier zoo bezig zag en hun zingen hoorde,
toen kwamen hem plotseling zijn eigen kin
derjaren weder voor den geest en tevens vond
hij ook de woorden, die hfl nu zeggen wil. De
ouders van de kinderen, zoo zeide spr., heb
ben gemeend op dezen laatsten dag juffrouw
Metzelaar een Klein bewijs te moeten geven
van hun groote achting. Als de arbeider des
avonds thuis komt, moe van zijn werk, komen
hem zijn kinderen tegemoet, die om het
hardst zich beijveren den gemakkelijken
stoel voor vader aan te dragen, waarin hij kan
uitrusten. Zoo wil ik, zeide spr., thans een
stoel aandragen voor u.
Gedurende een menschenleeftijd hebt gii,
ging de heer Grunwald voort, uw krachten
gegeven aan de maatschappij; wij willen u
daarvoor huldigen. Geen officieele huldiging,
ik houd niet van officieel gedoe, geheel spon
taan en onofficieel willen wij u huldigen. En
dan wil ik een woord van troost tot u spre
ken. Toen gij straks voor de klasse stond, en
de kinderen liet zingen, toen, juffrouw Met
Maar, waart gij zelve een jonge vrouw nog.
En is het u dan niet een troost te weten, dat
gij, op uw leeftijd en na zooveel jaren arbeids,
nog zoo jeugdig en frisch van geest zijt ge
bleven, terwijl zoovelen rondom ons op veel
jeugdiger leeftijd vallen? Ik denk hierbij aan
de beide jonge levens, die nog de vorige week
aan de maatschappij zijn ontrukt.
Namens de ouders biedt spr. aan juffrouw
Metzelaar een stoel aan (crapaud), waarin z
v«n haar arbeid kan uitrusten. Er is een ou_
Joodsch spreekwoord, dat ik tot u zeggen
wil, vervolgt de heer Grunwald. „Een kloeke
en dappere vrouw is meerder dan paarlen".
ïoo zegt die spreuk. Paarlen kunnen thans al
nagemaakt worden. Wij allen hebben gele
zen van den Japanner, die op kunstmatige
wijze parels weet te kweeken, die zich in niets
*«n de echte onderschelden. Maar kloeke en
^PPere vrouwen kunnen niet worden nage
maakt, zij zijn de echte parels.
«pr. geleidt thans juffrouw Metzelaar naar
ar stoel, en doet haar daarin plaats nomen
?aat hij voort:
•ai Qog meer te zeggen, Juffrouw Met-
v 111 eerste plaats bied ik u hierne-
aan e«n overdrukje van hetgeen ik in
Ingezonden McdedeeHng.
Is onze sorteering
Men bezlchtlge onze collectie
Kledingmagazijnen
HELDER - SCHAGEN.
de Held. Courant over u schreef. In de twee
de plaats heb ik nog wat te vertellen van een
ander oud-leerling, den heer Jaarsma. U
moet weten, ik kwam hem onderweg tegen.
Toen zei ik tegen toem: „ga mee naar dé
school van juffrouw Metzelaar" en vertelde
hem wat er te doen was. De heer Jaarsma
antwoordde„Ik ga mee, maar ik wil niet
met leege handen komen", en hij ging naar
zijn woning en zocht een schilderij uit om ook
dat aan juffrouw Metzelaar te geven. Dat
schilderij, lieve juffrouw, overhandig ik u
tevens hierbij.
Wees verzekerd, aldus eindigde de heer
Grunwald zijn toespraak, dat ik, die geweest
ben op de lagere, ae mulo-, de H. B.-School,
aan deze school-van-juffrouw-Metzelaar de
dierbaarste herinneringen uit mijn leven heb.
Hier op deze school was geen standverschil,
wij waren allen één: onschuldig, schuldeloos
kind. Helaas! in de maatschappij zijn wij ver
deeld in rangen en standen, in gelooven en
overtuigingen. Mogen de kindertjes, die hier
thans in de 'rij «taan, en die zoo eendrachtig
zingen en spelen, later deel uitmaken van de
groote broederschap der menschen! Mogen
zij getuigen zijn van de eensgezindheid eener
nieuwe menschheid! Met dezen wensch ein
digt spr.
Juffrouw Metzelaar, die het af en toe een
beetje te kwaad had gekregen (geen wonder,
waarlijk I) dankte met een enkel woord voor
aller tegenwoordigheid en vriendschap, voor
de groote waardeering, die uit deze houding
spreekt, en voor den steun, dien zij vele jaren
lang genoten heeft van de ouders die hun
kindertjes aan haar afstonden. Spr. uit den
wensch, dat het de kindertjes goed moge gaan
en zij mogen opgroeien tot nuttige leden der
maatschappij. Ook voor het prachtige cadeau
brengt spr. dank. Als zij daar in later jaren
in zal zitten, zal ongetwijfeld menig kinder
kopje de revue passeeren.
Spr. zou zoo gaarne nog meer willen zeg
gen, maar zij kan het niet. Er is slechts Cén
woord in haar: dankl Dank voor alles, dank
voor uw vriendschap, voor uw liefde, voor
uw hartelijkheid, voor uw cadeau, en ik hoop,
dat gö allen mij in vriendschap zult willen
gedenken1
Toen was het afgeloopen, denkt u? Ja, dat
dacht juffrouw Metzelaar ook, maar het Ucp
anders. Tot stomme verbazing van de met
open mond starende kleinen, aie dit allemaal
meemaakten, werd toen een versje gezon
gen.... door de grooten. Natuurlijk van
„Domme Dries" en natuurlijk onder de emi
nente leiding van den heer Grunwald. Maar
wat minder mooi was: die bleek het zelf niet
goed meer te kennen en toen moest hij de
leiding overdragen aan een der moeders.
En er werd nog geroepen van „lang zal ze
leven!" enzoovoort, enzoovoort, en toen....
was het half vier en gingen de kleintjes naar
huls. Ik vergat nog te zeggen, dat er een
Saar moeders waren, die nog bloemen voor
e iuffrouw hadden meegebracht, hetwelk
aanleiding gaf tot hartelijke omhelspartijen
en tot tranen. Enfin, tranen zijn paarlen,
zooala men weet, maar mijn verhaal is nog
lang niet uit. Want Vrijdagmiddag....
Vrijdagmiddag dan had het officieele af
scheid plaats temidden van autoriteiten, dar
mes en heeren van de Commissie van Toe
zicht, en vele belangstellenden en vrienden.
Het Dagelijksch Bestuur der gemeente was
vertegenwoordigd door den Burgemeester
der gemeente, die In een korte toespraak der
scheidende directrice namens het Dage
lijksch Bestuur en de Commissie van Toe-
richt een prachtig bloemstuk overhandigde.
Behalve dit waren van ouders, vrienden en
kennissen nog tallooze bloemstukken geko
men, die op drie tafels waren gerangschikt.
En nog altijd werden meerdere aangebracht.
J-uffrouw Metzelaar, zichtbaar onder den
indruk, dankte den Burgemeester voor de
waardeerende woorden en het mooie bloem
stuk, en verklaarde de tegenwoordigheid van
het DageliJ'ksoh Bestuur der gemeente op
hoogen prijs te stellen.
Toen trad als Voorzitter van het School
bestuur, de heer Verhey naar voren. In
de eerste plaats, zoo zeide de spr., een woord
van dank voor de loffelijke wflze waarop gij
steeds uw taak, in afwisselende functies aan
deze school hebt verricht. Sedert lange, lan
ge jaren was ook Ik daar getuige van, ai-
dus spr., en meermalen hebben wij samen
erg moeten overleggen om het gebouw in
goeden toestand te houden. Dat was wel eens
moeilijk, omdat wij jaren hebben doorge
maakt, waarin de toestand der kas van de
vereeniging allesbehalve rooskleurig was.
Gelukkig, ook voor u en de vereeniging, is
er een betere tijd gekomen. Door gewijzigde
inzichten op het gebied van het voorberei
dend enderwijs is er krachtige steun geko
men van het gemeentebestuur alhier, waar
voor wij d- khaar zijn.
Dit alles ^gt nu achter ons, en als ik het
even memoreer, is dat om u ook nog een
woord van dank te brengen voor de wyze
waarop gij in zuinige dagen steeds hebt wil
len medewerken om met geringe middelen
veel te bereiken.
En thans kunt u laten rusten de zorgen
over vloeren, die veel herstel noodig hebben,
de zorgen voor de muizenplaag en de school,
enz. Dat alles ls nu voorbij, en de rust, die u
zoo van harte wordt gegund is voor u aan-
Ik weet natuurlijk niet wat u van plan
zijt, ging spr. voort, maar ik stel mij voor,
dat ge te Helder blijft. En dan denken wij
aan een mooien zomerochtend, als de zon
zoo heerlijk schijnt en het windje door de
bladeren suizelt, en dan, mejuffrouw Metze
laar, hebt ge uw plaatsje op een bank in ons
plantsoen rijkelijk verdiend. Om daar eens
rustig te mijmeren over wat voorbij is, voor
altijd voorbij. Dan, als ge terugdenkt aan
die dagen, waar het u zoo goed was te wer
ken voor het heil van anderen, zullen die da
gen aan uw geest voorbijgaan als heerlijke
dagen, die ge mocht doorleven. Dan zullen
bij u opkomen allerlei herinneringen, die u
dierbaar zijn, omdat zij u doen denken aan
lieve, vriendelijke kindergezichtjes, die u
aankijken, aan dankbare ouders, die hun
kinderen zoo gerust aan u toevertrouwden en
hun dankbaarheid zoo nu en dan u ook zoo
heerlijk toonden.
Ook zullen er voor u wel eens oogenblik-
ken komen, waarin ge met weemoed terug
denkt aan de dagen, toen ge met moed en
opgewektheid koudet doen en deed, wat de
lust van uw leven was, en die nu voorbij
zijn, zoodat het is alsof niemand u meer noo
dig heeft.
Maar hoog daarboven zal voor u tooh ze
gevieren de gedachte „ik heb onder struike
len en opstaan steeds gedaan wat ik kon en
wat ik dacht dat goed was, en goed kon zijn
voor elkander opvolgende geslachten."
Zoo zouden wij door kunnen gaan, maar
genoeg. Moge u nu gegeven wopdem een
heerlijke rust, weldadig voor uw geestelijken
en lichamelijken toestand. Onze en veler, ve
ler wemschen gaan daarvoor voor u uit.
Wees verzekerd, dat uw naam in hooge eere
bij het bestuur der school en talloos velen zal
blijven voortleven. Blijf ons in vriendschap
gedenken, en wees verzekerd, dot ons aller
gedachten steeds belangstellend en vriend
schappelijk u blijven volgen op uw verder
levenspad.
Wat in mij omgaat, zoo zeide de soheiden-
de dlreotrioe, zoodra de aandoening weer
overmeesterd was, wat in mij omgaat, nu ik
op het punt sta afscheid te nemen van eene
betrekking, die ik ruim 46 jaren vervuld
heb, het is niet in woorden te brengen.
De grondtoon van wat er in mij omgaat, is
dankbaarheid. Dankbaarheid voor alle lief
de, alle hartelijkheid, en van binnen is het
één en al feestelijkheid bij me. Is mijn leven
ook niet mooi geweest? Ruim zesenveertig
jaar lang heb ik eiken dag van de zon ge
noten, niet in den figuurlijken zin des
woords, maar in den letterlijken: de zon-in
de vriendelijke kindergezichtjes soheen el-
ken dag, eiken dag bloeiden de bloempjes
voor me, die vriendelijke kinderhandjes mij
reikten. Neen, waarlijk, mijn leven is mooi
geweest.
Maar er is een tijd van komen, er ls een
tijd van gaan. Die tijd van gaan vervult mij
met weemoed, maar tevens met innige dank
baarheid. Dankbaarheid voor den steun, dien
ik steeds mocht ontvangen van het bestuur
en de ouders. Onvergetelijke herinneringen
zitten voor mij aan deze school vast.
Spreekster dankt tenslotte de dames help
sters voor haar medewerking, en spreekt den
wensch uit, dat het haar verder goed moge
gaan. Ook den ouders der kinderen brengt
spr. dank voor het in haar gestelde vertrou
wen, waarmede zij steeds hun kinderen af
stonden, en zij uit ook voor haar opvolgster,
mevrouw Hutjes, de beste wenschen. Moge,
aldus eindigde spr. dp fröbelschool op de
Vlschmarkt tot In lengte van dagen groeien
en bloeien I
Toen kwamen al die kleine hummels, die
erg hun best gedaan hadden al dien tijd stil
te zitten hetgeen, onder ons gezegd, vrij-
goed of vrij slecht gelukt was, al naar men
het bekijkt, en ze zongen de juffrouw een
liedje toe. Dat hadden ze stilletjes ingestu
deerd; het was een Afscheidsliedje.
Wij weten, dat gij weg zult gaan,
En niet meer voor uw kind'ren staan,
Geachte juffrouw Metzelaar,
Wij roepen allen met elkaar:
Gegroet, gegroet I enz.
Nadat ze nog een paar versjes hadden ge
zongen, nam de heer de Bruyn het woord,
die niet sprak als lid van een of ander be
stuur, maar als hoofd eener o.L school en
overbuurman van juffrouw Metzelaar. Ge
durende 27 Jaar heb ik tweemaal 's Ja&rs
uw leerlingen overgenomen, zoo zeide Bpr.,
en ik kan getuigen hoe bruikbaar en goed
voorbereid.uw hinderen waren om het lager
onderwijs te onvantgen. Uw levens mate
riaal konden wij zoo verder opvoeden, het
lager onderwijs is u zeer veel dank schul
dig voor de wijze, waarop gij de kinderen
hebt voorbereid. Wij weten zelf hoe moeilijk
het is dag in dag uit om te moeten gaan
met dat jonge goedje, en1 dan zoo frisch te
blijven als gij zijt gebleven. Mij persoonlijk
zal Jiet vreemd vallen u als overbuur te moe
ten missen, aldus eindigde spr.
Weer werd een versje gezongen door de
kinderen; het handelde nu over een ver-
Jjeetmljnietje, en een klein meisje gaf aan de
uffrouw een bouquet van die bloempjes,
samengebonden met een lintje. En het leuke
ervan was, dat de bloempjes niet eaht wa
ren. Ze kunnen.nooit verwelken, en altijd
zal de juffrouw dit souvenir bewaren.
Mevrouw de Bruyn sprak nomens de Oom
missie van Beheer voor de Bewaarscholen,
en bood een klein souvenir aan (een fraai
t&f ül k 1 00(1)
De heer A. J. de Jongh sprak als lid van
het Bestuur een woord van welkom tot de
nieuwe directrioe, mevr. Hutjes—v. d. Ploeg.
Het bestuur was al dadelijk zoo gelukkig uit
de sollicitanten een goede keus te kumien
doen. Mevrouw Hutjes heeft met goed ge
volg examen afgelegd, was eenige jaren aan
de fröbelschool aan de Laan werkzaam en
werd voor omstreeks anderhalf jaar geleden
opnieuw benoemd. Reeds toen had het Be
stuur al overwogen haar bij eventueele va
cature in aanmerking te doen komen, en
thans is dan ook inderdaad de benoeming
geschiedt. Spr. hoopt, dat het der nieuwe
directrice gegeven moge zijn tot in lengte
van jaren werkzaam te mogen zijn, en heet
haar namens het bestuur hartelijk welkom.
Namens de dames helpsters sprak mejuf
frouw Kemna eenige hartelijke woorden tot
de scheidende directrioe. Bijna een halve
eeuw heeft mejuffrouw Metzelaar besteed
aan de opvoeding der kinderen, en ondanks
vele moeilijkheden wist zij steeds haar roe
ping getrouw te blijven. Maar ook uw leer
lingen bleven u getrouw, zelfs van overzee
kwamen vaak bewijzen van sympathie in.
Wij, uw helpsters, zullen u steeds geden
ken.
Namens haar collega's biedt spr. een sou
venir aan, bestaande uit een fraai etui met
dessertmesjes. Met een „lang zal ze leven
van de kinderen eindigde deze toespraak.
Nu was het officieele gedeelte afgeloopen;
de photograaf, de heer de Boer stond al een
tijd klaar met zijn kiektoestel. Rn wat er
daarna gebeurd is, valt licht te raden. De
kinderen? Die hadden een reuzefuif van
bnpmndm mBderieeilnjj.
Zeer voordeellge prijzen.
HELDER - SCHAGEN.
koekjes, bruidsuikers, en weet ik veel, en
juffrouw Metzelaar werd, om een uur of half
vjjf, netjes in een pracht van een auto gezet
temidden van haar bloemenschat, en zoo
naar huis gebracht, waar zij, hopen we, nog
vele jaren van welverdiende rust zal mo
gen genieten in haar heerlijken crapaud.
Door het Stedelijk Muziekcorps wend des
avonds een serenade gebracht aan de schei
dende directrice, die een groote massa pu
bliek op de been bracht. Mejuffrouw Metze
laar dankte Bestuur en leden voor deze mu
zikale hulde, die een groote verrassing voor
haar was en een groote eer, en die zij voor
al hierom op prijs stelde, omdat vele oud-
leerlingen er thans aan medewerken. Har
telijk hoop ik, aldus spr., dat het Sted. Mu
ziekcorps nog tal van jaren menige ziel mo
ge verkwikken met haar muziek.
Voordracht over Indische kunst
De heer J. M. Lauweriks, de bekende di
recteur van de Amsterdamsche Quellinus-
school (Kunstnijverheidsschool) hield op uit-
noodiging van de W. B, Fricke-loge der
Theosofische Vereeniging Donderdagavond
een voordracht in „Casino" over Indische
kunsthoofdzakelijk Boeddhistische religieuse
kunst uit China, Japan en Engelsch-Indié
Daar de lezing zich voornamelijk bepaalde tot
het vertoonen van lichtbeelden, waarbij de
spreker toelichtingen gaf, is het uiterst moei
lijk daarvan een volledig overzicht te geven,
omdat in de duistere zaal geene aanteekenin-
gen konden worden gemaakt. Trouwens,
een aaneengeschakeld, chronologisch ver
haal was deze lezing geenszins: het was als
het ware een A.G.O.-avoud met lichtbeelden.
Die lichtbeelden betroffen een groote
menigte kunstwerken uit het Oosten. Van de
Indische godsdiensten is de Boeddhistische
de voornaamste; zij wordt voornamelijk be
leden in China en Japan, in het eigenlijke
Indië, de bakermat van dezen godsdienst, is
hij tengevolge van de voortdurende vervol
gingen, grootend eels verdrongen. Van die
Boeddhistische godsdienst, die veel meer vol
gelingen kent dan de Christelijke, gaf ons
de spreker een groote menigte lichtbeelden.
Verschillende Boeddhafiguren liet hij ons
zien, 'hij toonde ons de kenmerken, die den
echten Boeddha onderscheidt van den
Bodhisatva (de Bodhisatva is bestemd de op
volger van een Boeddha te gorden, hij is
evenwel nog geen Boeddha), en wees ons op
de zeer groote kunstwaarde, die vele figuren
kenmerkt. De adepten van Boeddha, zijn
leerjingen, later zijn leeraren (in Wester-
schen godsdienst het best te vergelijken met
de R.K. heiligen) hebben weer andere ken.
merken. Alles is symbool in die Oostersche
kunst, die, in al haar grootheid, toch primi
tief ls. Alle houdingen (van de handen hij
voorbeeld der Boeddha's) hebben een verbom
gen beteekenls, het is kunst, die als het ware
geheel innerlijk is. Men kan de religieuse
beteekenls en dus de waarde ervan dan ook
pas beoordeelen als men de beteekenls dezer
symbolen verstaat, en dat is lang niet altijd
gemakkelijk.
De Boeroe-Boedoer van Java ls o.a. een
van die prachtige overblijfselen dezer oude
Boedhistisohe kunst Wij hebben vroeger
over dezen tempel eens een lezing gehad,
o ven eens uitgaande van de Theosofische
Vereeniging, en toen werd uiteraard meer
op bizonderbeden ingegaan. Thans kregen
wij daarvan een beknopte samenvatting.
Welk een ontzaggelijk werk ls de vervaardi
ging van zoo'n bouwwerk geweest! Als men
nagaat, dat de verschillende transen, de om
megangen, alle wanden van beeldhouwwerk
zijn voorzien, dat er overal nissen staan
waarin Boeddha's uitgebeeld zijn in groote
verscheidenheid, dat op de bovenste omme-
En onder de eigenaardige klokvormlge
ls weder Boeddhafiguren zijn uitge-
en dat het geheel gekroond wordt door
een ontzaglijk klokvormlg monument, dat de
opperste der Boodda's bevat, dan krijgt
men, zelfs op deze liohtboeldreproduotie, een
idee van het geweldige grootsohe van zoo'n
iwuwwerk. Hieraan moet, zoo peinst men,
een geheel volk gedurende vele geslachten
wellicht, gearbeid hebben. En dit volk, het
moge dan primitief zijn geweest in denken
en voelen, heeft nochtans de eeuwigheid aan
gevoeld, het heeft een klaar besef gehad van
de oneindigheid en de ontzagwekkende groot
heid der schepping, en het heeft die op
grootsohe en indrukwekkende wijze in beeld
gebracht.
In het tweede gedeelte van zijn voordracht
liet de spreker ons meer in het bizonder spe
cimina van Indische, niet Boeddhistische,
kunst zien. Er zijn daar drie godsdiensten,
de Bramaansche, de Shivaistische en Vish-
noeistische, die elk door hun beleiders in zeer
kuste innige tempels en beelden zijn ver
heerlijkt. Wonderbaar grootsche en schoone
tempels, in de rotsen uitgehouwen werden
ons vertoond; interieurs daarvan, die een
denkbeeld gaven1 van do grootechheld van
opvatting, en den diepen religieusen zin der
makers. Prachtige tempels van Vóór- en
Aohter-Indië, telkens weer geheel anders van
vorm, maar altijd schoon, altijd ook arbhlteo-
tonisoh van buitengemeene pracht. En vpor-
al, altijd het Eeuwige benaderd, door sym
bool en houding, door gelaatsexpressie van
de beelden.
Het was, zooals de beer van Maanen dan
ook in zijn slotwoord zeide, de ziel van het
Oosten, die spreker ons toonde. Het was de
innerlijke drang van den Oosterling tot God,
En het valt niet te ontkennen, dat deze
oostersche kunst wel wat te eenzijdig uit
sluitend op het innerlijke was gericht Het
was wat ae Duitsohers noemen Weltflucht
Wij westerlingen daarentegen hebben ons
te zeer aan de materie gehouden; bij ons ls
alles op het stoffelijke gericht, en ook wij
zijn daarin eenzijdig. Het gevolg ls een oor
log als wij thans achter ons hebben, waar
door Europa aan den rand van het bankroet
ls gekomen. Het la nu de vaste overtuiging
van de theosofen, dat eenmaal Oosten en
Westen elkander de hand zullen reiken: dat
de oostersche eenzijdigheid naar het inner,
lijke tot de westersone eenzijdighe'd naar het
uiterlijke zal komen en beider eenzijdigheden
zal oplossen. De komende Podieathva Me-
treya zal daartoe de bemiddelaar wezen.
Met een woord van dank aan de vereeni
ging A. G. O., die haar lichtbeeldenapparaat
gratis aan de Theosofische Vereeniging heeft
afgestaan, en aan den operateur, sloot spr. de
goed-bezochte bijeenkomst
Het Reizende Drwnkweermnsenm.
De in een drietal zalen van het Weeshuis
ondergebrachte tentoonstelling op het ge
bied der drankbestrijding werd Donder
dagavond 7 uur geopend. Zooals men weet,
gaat zij uit van de Vereeniging „Het reizend
Dramkweennuseum", en is zij, wat Helder be
treft, op touw gezet door de afdeeling der
Nederiandsche Vereeniging tot afschaffing
van alcoholhoudende dranken.
Wat op deze tentoonstelling te zien is, is
in een kort artikel onmogelijk op te sommen.
Wij zullen straks trachten nochtans een over
zicht van het geëxposeerde te geven. Dat
een dergelijke aanschouwelijke voorstelling
van zeer groote propagandistische waarde is
voor den drankstrijd, behoeft geen betoog.
Namens de afdeeling der Nederiandsche
Vereeniging heette de heer Tuk de aanwezi
gen welkom. Spr. begon met een woord van
excuus te brengen voor het mogelijk over
slaan van eenige organisaties voor de uit-
noodiging. Maar de kwestie was, dat de tijd
van voorbereiding wat kort is geweest en
dat nagenoeg al het werk op spr. neerkwam.
(Wij vernamen, dat door het uitvallen van
een andere plaats deze tentoonstelling een
week eerder is gehouden dan aanvankelijk
de bedoeling was, zoodat nu alles feitelijk
zonder voldoende voorbereiding voor elkaar
moest komen).
Het doel der tentoonstelling, zoo zeide de
heer Tuk, is, verbreiding van kennis omtrent
het aloohol-vraagstuk ondier het publick. De
drankbestrijding werkt op elk terrein van
het maatschappelijk en godsdienstig leven en
zoo is dan ook voor ieder, van welke richting
ook, hier wel iets leerzaams op deze ten
toonstelling te vinden. Ofschoon wij In Hel
der het alcoholisme in zijn grooten omvang
niet kennen gelukkig, bestaat het hier toch
wei, en spr. hoopt dAn ook, dat er vele nieu
we leden in de gelederen der drankbestrij
ders zullen toetreden. Spr. dankt het ge
meentebestuur voor het afstaan van het
Weeshuis, heet de vertegenwoordigers van
het gemeentebestuur welkom en verzoekt den
heer Verstegen de tentoonstelling te willen
openen.
De heer Verstegen zal gaarne aan dit ver-
eerend verzoek voldoen. De taak om deze
tentoonstelling te openen, is een zeer aan
gename voor spr. Iedereen, die met zijn tijd
meegaat en kennis neemt van de rampen,
die net alcoholisme over de wereld brengt,
moet, onverschillig hoe hij persoonlijk tegen
over het alcoholvraagstuk staat, overtuigd
zijn, dat het werk der drankbestrijders de
volle aandacht verdient van ieder mensoh.
De drankbestrijding heeft steeds en met veel
succes gewerkt, niet alleen in, doch ook bul
ten ons land; zij heeft er krachtig toe mede
gewerkt om het alooholkwaad zooveel moge
lijk te beteugelen. Wij kunnen op deze ten
toonstelling kennisnemen van wat al zoo door
de drankbestrijding is gepresteerd en welke
ontzaglijke gevaren het alcoholgebruik voor
de maatschappij medebrengt. De heer Har
ders, propagandist van dit museum, Zal gaar
ne aan het publiek alle gewenschte inlichtin
gen geven. Spr. gelooft dan ook, dat zij, die
met ernst kennisnemen van wat hier ten
toongesteld is, een beteren Indruk zullen
krijgen van het doel en streven der drank
bestrijders dan zij tot nog toe hadden, en
verklaart hiermede de tentoonstelling ge
opend.
De heer Harders lichtte het doel der ten
toonstelling nog nader toe. De Vereeniging
„Het Reizend Drankweermuseum" wil (be
kendheid geven omtrent wat alcohol ls en
wat hij doet. Dat woord „bekendheid geven"
is op te vatten in heel ruimen zin. De móes
te, hier tentoongestelde zaken, spreken voor
zich zelf, voor enkele ls nochthans toelichting
noodig. Spr. zal in vogelvlucht even de ten
toonstelling langs gaan en een en ander
verklaren.
Bij do opening waren aanwezig, behalve
de, heer Verstegen, namens het gemeentebe
stuur de heer <fé Zwart. Voorts verschillende
raadsleden (wij zagen o. h. mevrouw van der
Hulst en de heeren Staalman en Heywok).
Br was al aanstonds een groote menigte be
zoekers, die zich verspreidden in <lè drie
zalen, waar het tentoongestelde ls onder
gebracht, en' die wij, eveneens „ln vogel-
vlocht", even willen releveeren.
Wij mogen niet vergeten op het volgende
te wijzen. De tentoonstelling is geheel gratis
toegankelijk. Kinderen zonder gelelde heb-
l>en evenwel geen toegang. Ter dekking van
de onvermijdelijke koeten wordt thee ver
krijgbaar gesteld tegen den zeer lagen prijs
van 10 oent per kop. Ook is er een pop,
waarvan de naam geraden moet worden (een
bekend trucje om aan wat geld te komen),
en worden er nog andere dingen verloot. Het
is te hopen, dat het publiek van deze dingen
druk gebruik maakt, omdat zoo'n tentoon
stelling aan de kas van de Nederiandsche
Vereeniging zware offers stelt, en de drank
bestrijders nu in den regel niet over ,1 te
dikke beurzen beschikken. Dez^» eerste
avond beloofde trouwens ln dit opzicht alle
taicces.
Het bestek van dit artikel laat niet toe een
uitvoerig overzicht te geven van alles wat
c eze tentoonstelling den bezoeker biedt. Men
zou er een behoorlijk boek mee kunnen vol
schrijven. Bij de propaganda ls men van het
idee uitgegaan, dat cijfers, hoe nuttig en nood
zakelijk ook, toch vaak een te dor materiaal
zijn en dat er meestal weinig van blijft han
gen. Men heeft daarom den aansohouwelijken
weg ingeslagen: men heeft de cijfers levend
gemaakt, en men demonstreert nu met dit
levend materiaal. Bijvoorbeeld: er staat een
klokje, dat de demonstrant, de heer Harders,
door een druk op bet knopje aan het loopen
De wintertijd.
E