OUD ROEST !Tm Mrëiv 08 ""f1™komwj Het Nederlandse]» Recht. De Politierechter! Ofschoon de recbtsWetgevtog en de juridi sche en justitieele praktijken elkander in de meeste beschaafde landen niet veel ontloo- pen, was er in de Engelsche en Amerikaan- sche rechtspraktijk «en onderdeel, dat wij ttrt, heden niet kenden. Dat was de z.g. politierechter of do man die bevoegdheid had op staanden .voet te oor- deelen ten opzichte van daarvoor in aanmer king komende politieke vergrijpen. In deze landen heeft deze politierechter een eigenaardige populariteit Of hij deze ook in ons land op den duur krijgen zal is niet vooruit te zeggen. Hoofdzaak is echter dat f bij ook op het oogenblik in ons land bestaat. Het heeft weinig opzien verwekt. Van ver schillende kanten is er zelfs over geklaagd, dat de publieke pers zoo weinig nota nam van het kortelings ingevoerde instituut en van de vermoedelijk hoogst belangrijke wij ziging, welke onze rechtspraktijk heeft on dergaan. Naar onze meening doetjtit er weinig boe. Het zou niet anders zijn geweest als een dag bericht. Van meer beteekenis lijkt het ons eens in eenige trekken vast te stellen, waarin voor ons als gewoon publiek eigenlijk de bijzonderheid van een politierechte® beötaat Bet fs dan aldus: Het vorige jaar Is door de wetgevende macht van onzen staat goed gekeurd een voorstel om de bepalingen be treffende een gewijzigde procedure vast ais afzonderlijke regeling in te voeren. En dit nu heeft kortelings plaats gehad en vanaf 1 September kracht van wet gekregen. Deze wijziging in de justitieele wetten komt neer op een belangrijke hervorming. Men zou zelfs geneigd kunnen zijn te spre ken van een revolutie, juiste® gezegd: een omwenteling in dit opzicht En nu is het voor aüon wcrischelijk, dat wij nimmer deze wijziging in de praktijk rullen leeren kennen het er dus voor ons uit ziet o/ er nooit van z'n leven een politierech ter Is gekomen en heeft bestaan. Maar niet temin heeft het praktisch nut te weten, waarin eigenlijd /oor ons moest belang rijke veranderingen bestaaa Ze zijn ongeveer deze: (Tot op heden kon men een kleine politic- overtreding begann en een z.g. „bekeuring" krijgen. De afwikkeling van deze bekeuring hls strafbaar feit, was ln handen van den kantonrechter van het onderhavige kanton, Waar de overtreding had plaats gehad. Maar deze afwikkeling liét veelal maanden op zich wachten. Dit nu ls in de eerste plaats veranderd. Er !s reeds zoo vaak en zoo dringend aange drongen op een snellere rechtspraak Juist voor de kleine overtredingen, wolke door den politiedienaar kan worden geconstateerd, dat nu eindelijk een wijziging ten goede is ge komen, die de bovenaangthanaldo Engelsohe rechtspraak evenaart. In de eerste plaats dan is het van nu af mogelijk voor een klein vergrijp binnen vijf dagen voor den kantonrechter to worden ge daagd. Maandenlangen duur, tengevolge van overdadige zaken komt hiermede te vervallen Maar nog meer Ingrijpend ls deze veran- derlng:Wanneer een politieman op den open baren weg of waar dan ook een vergrijp oon- stateert, behoeft hij hlorvan niet moer eerst aantoekenlng to maken dan naar zijn bu reau te gaan, oen z.g. procos-verbaal op te makon on daarna als oen soort openbare aanklager de zaak aanhangig maken bij don kantonrechter. Hij klaagt aan on roept den verbnllsóordo op on hetzelfde oogenblik waarop hü de overtreding vaststelt. Heel de iHin aucratlsnho omhaal van geweldige pro- •esson-verhaal, die volgens den letter der wet ter griffie moeten aljn opgemaakt en ostentatief door een rijksveldwachter onder betoekoning aan don delinquent worden uit gereikt maanden later eni hij niet ver- inhljnon van <lou beklaagde nog uens an nog PM 9to» Dat alles vervalt! schrljl den d bekeurde een schriftelijke oproeping Uit.en do dagvaarding voos den kanton rechter heeft plaats gehad! Voor het snel bohandelon van al flosta vor- grijpen, zal de betreffeudo kantonrechter nu de Politierechter ln gemeenten met meer dan 100.000 inwoners arlo maal per week zitting houden. In kleinere kantons gemnaal, inneel kleine imnstena eenmaal ln de veertien dagen. Bij deze wijzo van berechting zijn nog ver schillende bijkomstigheden. Verschijnt b.v. de opgeroepen^ niet, dan floet de rechter de voor liggende zaken z.g. op de stukken af. Het vonnis wordt uitge sproken en de zaak ls uit! Beroep is meestal biet mogelijk en verartekzakeru komen -mee- rendeels hierdoor te vervallen. (Geeft de geroepene wel gevolg aan de op roeping, dan kan de rechter eveneens onmid dellijk en mondeling uitspraak doen. Wenschi de bekeurde, meenende dat hij zijn zaak Vliet voldoende kan verdedigen!, dap.mag hij een advocaat regelrecht mee^ brengen. Deze heeft recht van sproken en de zaak wordt behandeld. Wenscht de veroordeelde zijn vonnis op Schrift gesteld te zien, dan behoeft hij dit maar te zeggen en binnen uiterlijk zeven da gen wordt het hem thuis gebracht 1 Es dit is nog niet alles wat wij omtrent «en eventueele aanraking met den politie rechter behoeven te weten. Voor meer ern stige, althans bepaalde gevallen welke bij de wet nader zijn vastgesteld behoeft de verbaliseerende agent van politie het niet te laten bij de bovenbedoelde directie schrif telijke uitnoodigingl Neen! De mogelijkheid staat open, dat de overtreder meteen door den agent z.g. wordt aangehouden, en recht streeks voor den politierechter gebracht' In dit geval versohijnt hij oogenblikkelijk voor zijn rechter, die op staanden voet recht spreekt, oordeelt en vonnis wijst! Is dit von nis een boete, don kan ze op hetzelfde mo ment worden voldaan en.de geheele zaak to weer uit de "Wereld 1 Desgeweneoht of zoo nood tg, wanneer b.v. de veroordeelde toevallig zooveel „kleingeld" niet bij zich heeft, kan ae boete worden vol daan binnen vier on twintig uur! Kan het vluwger? En kto het radicaler? Vocral met het oog op de cu direot straf bare handelingen cp dan openbaren weg zooals straatschenderijen, baldadigheden,mo lestaties, verkeersvergrijpen en dergelijke^ zal deze korte weg naar den naastbijzijnden rechter vermoedelijk van groot pedaegogisch nut blijken 1 Men zij gewaarschuwd!II Dr. B. DE HAAS JN DE LEGENDE. De Fabel, de legende, het sprookje en al deze verhalen berusten voor een groot deel op het bij den mensch ingeboren bijgeloof. Althans het geloof aan zekere mogelijkhe den waarvan we in de dagelijksche praktijk niet veel merken. Zoo nemen we 'aan de bui tengewone kracht van reuzen, de geheim zinnige macht van toovenaars, heit spreken en handelen van dieren enz. Betreffende dieren, welke in de legenden voorkomen is bekend dat zij ieder hun eigen aard en karakter vertoonen en als 't ware worden gezien ais een symbool van bepaal de eigenschappen. Een prachtig voorbeeld hiervan is het al-oude epos van Reinaert de Vos, waarin alle dieren des velds voorko men in hun eigen aard en wezen. Als zoo danig laat de dichter elk dier een rol spe len in het drama van de vos en op de?e wij ze is ontstaan het geheele van list en kracht en roem en treurnis en rechtspraak ver haal zooals we, dit kennen uit „Reintje de Vos". Een van de «Horen, die in Reinaert voor komen en nog wel eens vake® in verhalen en fabels tegenover dezen Btroopér worden uitgoboeld, is de haas. Deze haas speelt ln meerdere verhalen en vooral in het vroegere bijgeloof een belang rijke rol De haas verpersoonlijkt de schuwheid en de waakzaamheid. Er wordt in oude boeken werteld, dat de oude heksen in hun goedeh tijd do gewoonten hadden zich ln hazon to veranderen, omdat ze zich dan snel uit de voeten konden maken bij onraad. Het ge- helnr bestond daarin dat zij de heksen zich moesten blsmeren met hot vet van een haas. Alleen echte® bepaalde hazen on dan nog slechts ln Bommlgo tijden van het laar bezaten hot tuiste toovernohtigo vet. Maar do heksen wisten dit. Dat was hun kracht, die zijvolgens do meening van het volk ontleenden aan hun nauwe relatie* jmet don «iulvel in persoon. Bovendien moesten zij nog meerdere voor zorgsmaatregelen nemen: zoo b.v. het om den hals dragen van een anoor van hazen- haar. In heel oude Duitsehe verhalenboeken komt over deze aangelegenheid oen legende voor. In den tijd toen er nog heksen en hek senprocessen waren en deze hinderlijke we zens soms op een brandstapel werden ver brand of op aridero wijze omgebracht, zou er eens een oude heks met haar dochter in het veld hebben gewandeld. Terwijl zij zoo liepen naderde er een vtoo- Ujke Jagersstoet en de oude moeder zei tot haar dochter: Hier moetnq we eens een grap mee hebben.Loop JIJ wat rond, dan ver ander lk mij In een hans!. Zoo gezegd, zoo gedaan on het duurde niet lang of de zonderlinge haas sprong door het veld on over de ultgostrekto vlakte, ach tervolgt door Jagers en honden. Het was echter aan het volk bokend, dat een haas, dlo olgenlljk geen baas, maar een veranderde heks was niet'te schieten was, dan door middel van zilveren kogels, En was het beest dan getroffen, dan bleek het nog onmogelijk het te bemaohtlgen. Men kon het omter dan later to het nuis of het hol van de heks vinden, dood of mot dezelf de wondon, welke de hans gekregen had. Hot kwnm er dus'maar op aun te weten welke hoks dozo poets had gespeeld. En juist deae bijkomstigheid werd nu dn hierboven BHnirehaalde Hokh noodlottig. Het bleek natuurlijk evenmin uitvoerbaar als bij vroegere gevallen, de hier rond springende haas to schieten! Men kwam al spoedig op de gedachten dat hot een verandorde hoks moest zijn. Maar wie? Toen deod do dochter een verkeerde set! Terwijl do haas op oen oogonbllk ln haar nabijheid kwam riep zij luid.... „loop moeder, loop'M. Dit hoorden de Jagers en stJ begrepen al les. Aangezien zij nu niet veel moeite had den om do doohtcr to herkennen on op te sporen, had don zij tevens do misdadige vrouw.... Een aangifte volgde on hierna een heksenproces met do gebruikelijke vec- oordoeling. Dat was volgens de overlevering het einde van een oude Dulteche hoks! Maar ln vele andere vormen komt de haas in het oude volksgeloof voor. In Meklen- burg bestrijken de hoeren vau.den ouden stempel zich de handen met hazenvet voor ze hun graan uitzaaien. Omdat dan na het bijgevoegde „In Gods naam" geen gevaar meer dreigt, dat vogels of muLzoa aan het gezaaide schade berokken. ïn vroeger dagen vilden de heidensóhe bewoners van de Germaansche hinden geen hazen eten. Dat de heidensche volken wer kelijk den haas niet als voedsel gebruikten, heeft men willen afleiden uit de omstandig heid, dat men op plaatsen, waar zich paal woningen bevonden hebben, geen beenderen heeft kunnen ontdekken van leden van het hazengeslacht./ De Romeinen evenwel geloofden dat het veelvuldig gebruik van hazenvleesch sohoon- heid en lenigheid aan het lichaam gaf. En dienovereenkomstig deze meening handel den zij en atcri veel hesf ïvleesoh. In den tijd dat spoken en heksen nog veel vuldig voorkwamen ontmoette men niet gaarne een langoor op zijn weg. Dit heette een ongunstig voorteeken. En de boer, die een haas te fenkwam, draaide zich minstens drie malen snel om, ten einde het kwaad, dat hem ar ?rs wachtte, te vermijden. Hel ït goed, dat een zoodanige boer niet genoodzaakt was een wandeling te ma ken in de Noord-Hollandsche, duinen. Hi zou anders variWege het draaien, allicht de allures van een soort levende draaitol heb ben gekregen. Toch al ls het oude bijgeloof omtrent den haas nu vrijwel overal verdwenen -— kan men uit verschillende gebruiken ook ln vergeten hoekjes van ons vaderland tcg we bwerken dat men vroeger do haas niet hoeic-maal zuiver op de graat «chtte. B. Een voorbeeld van weelde. Men komt nu en dan tot zonderlinge ge volgtrekkingen ten opzichte van de redelijk heid in het leven, wanneer men de ver schillende situaties 'nagaat waarin den mensch toevalliger wijs kan komen te ver- keeren. Niet een enkel mensdh in den te gen woordigen tijd, maar misschien in totaal eenige miliioenen zijn verstoken van de aller- noodigste middelen tot bestaan en verstoken van de allernoodagste bezittingen waardoor het barre leven iets mee® confortabel zou kunnen zijn. Daarentegen zijn er meerdere voorbeel den, waaruit blijkt hoe andere menschen te beschikken hebben over oen overdaad die sprookjesachtig lijkt. Een voorbeeld hiervan is b.v. de persoon van den Keizer van het Chineesche rijk. Terwijl op meerdere plekken van dit rijk ook schromelijke tekorten zijn, heeft deze vórst een hofhouding, die uit meer dan vijf honderd personen bestaat Tot deze stat van vijfhonderd menschen behooren niet minder dan dertig dragers vaq stetiepara- sois. Een gelijk aantal waaierdragers, der tig geneesheeren gerecruteerd uit de ge leerdste professoren, to kleine vijftig Htcrrewichelaars en mannen, die alle gehei me oorzaken eet gevolgen van het leven moeten bostudeeren en voorspellen, vijf en zeventig koks cn aparte voedselarbeiders en ongeveer honderd priesters, die de ooremo- monlen voü iouoron dag te vervuilen heb ben I, Een voorbeeld van overdaad. Eenigszins anders van aard, maar eigen lijk niet minder to betreuren la een voor beeld van overdadigheid, wolke eigenlijk aun de mciischheld ten goodo komen kou. De vruchtboom-en der geheele wereld en dan nog maar de by ons bekende en door ons gegeten vruchten zooals appels, peren cn noten zouden ruim voldoende ln staat zijn het geheele monschdom gedurende hot goheelo jaur te voeden, wanneer allo gerijpte vruchten werkelijk verzameld en genuttigd worden, In de onafzienbare wouden van Brazilië b.v. groeien de eetbare en voedzame noten telkenjaro ln zulk oen overvloei dat dulzen- de tonnen ervan worden gebruikt voor aller lei praktls<ho doeleinden, zooals bij ons zand en kiozelsteonen. Men dempt er zee- inhammen piee en gebruikt ze voor ophoo- ging on aanleg van vaste bosohwegen. Bo vendien worden de allergrootste hoeveelhe den nog jaarlijksoh weggeworpen of aan hun eigen staat van verrotting prijs gege ven. De klimmende vlsch. Verreweg de meeste vlsschen zijn natuur lijk alleen op hun gemak ln het voor hun be stemde element, het water. Zelfs zijn er die ren en* wezens, die volstrekt niet behooren tot do eigenlijke vlsschen, maur tot b.v. de zoogdieren, en die toch evenmin kunnen le ven bulten het water. Een vuorboeld hiervan ls do bekende waUdsch. Niettemin blijft detonbogrflpeliJko-natuuT zichzelf altijd gelijk waar het gelat de moest onverwachte spelingen to scheppen op haar nwett-on. Ook ten opzlohto van da vis sollen ls biervan oen voorlioeld. Niet alleen dat er vissollen bestaan, die plet uitsluitend ln het water behoeven te blij ven. Men spreekt zelfs van een vlsoh, die zloh behalve op den grond ook boven den grond sou kunnen bewegen. Het is de /,a. klimmende buurs, die op verschillende plaatsen van de Indische wateren moot voorkomen. Deze vlsoh ls ln staat en pok ewoon pp gezette tijden uit het water te omen. En voor zijn genoegen klimt hij dan eens to een t>oom of struik door middel van een paar soliorpe vinnen, dicht bij den kop en dicht bij den «taartannwezlg. De bij zondere vorm en samenstelling van de kieu wen stolt deze vlsuh hlorbU 1,1 staat gerul- iuon tijd op het droge door te brengen. Hol barre klimaat De bodem tn Noordelijk Siberië ia togon hot einde van den zomer nog bovroren tot op een diepte van 60—00 dumi beuoden do oppervlakte. Doodon, welko to dezen bojjem ruim 160 jaren in de kist hebben gelegen, zijn nog gaaf en onveranderd terug gevon den. Nog erge® is het tenslotte in het binnen ste van Groenland. Naar wetenschappelijke berekeningen moet zich daar de bestaande ijsmassa reeds vóór onze historische periode hebben ge vormd, zonder ooit weer te zijn ontdooid. Men schat de uitgestrektheid van deze ijslaag op mee® dan 6Ö0.00Q vierkante mijlen. De inhoud van deze ontzaggelijke Ijsklomp is grooter dan al het water van de Middeb landsche zeel 5' Uit andere landen. Zweedsche humpr. G. N(ijpelfl), de bijzondere correspondent van hpt „HbL", schrijft in zijn blad: Wij houden die Skandinaviërs by ons, om verschillende redenen, voor erg serieuze menschen. Hun literatuur, voorzoover ze tot ons doordrong, is meestal ook verre van amusant of geestig. Wie de Denen kent, weet wel beter, weet. dat zij juist erg geestig zijn en de grappige kanten van het leven steeds met- voorliefde opmerken en er zich In verheugen. Toevallig vond lk een kleine humoreske van een Zweed, van een Stockholmsch col lega, Hasse Zetterström. Ik heb er, als slaapwagen ga art, een zeldzame vreugde aan bclrefd en ik denk, dat ook menschen, die «to SS* m het komische van slaapwagens niet zoo uit ervaring kennen, toch ten volle lullen kunnen genieten van dit sohoone ver haal. dat to de dubbele vertaling - ik vond een Duiteobe vertaling ip de „Lustige üiav ter" - natuurlijk nog vee! vso hot droog-ko- m'eriie veriorerv moet hebben. Tk laat he« hier voigen; to de hoop, d«t men door zcc'n «taaltje eon nleuwe kija moge krijgen op die Skandinaviërs, die ook op dat gebied zooiete fijns en goeds weten voort te brengen. De vorige week heb ik iets merkwaardigs beleefd. Ik reisde met den nachttrein van Malrnö naar Stockholm en ik had m mijn compartiment als gezelschap een. mageren mijnheer, die er zee^" fatsoenlij uitzag, ik stelde mij voor, en hij zeide, dat hij Dr. p h i L was; zijn naam heb ik verge ten. Goed, ik klom naar boven en legdfe mij neer ik had het bovenste bed waarop ik zeide: „Doctor, ik zal u zeggen zooals het ia, opdat er achteraf geen onaangenaamhe den komen ik snurk een beetje, met erg, maar wanneer u maar heel eventjes fluit, héél zachtjes, dan word ik direct wakke® en ga ik op de andere zijde liggen, en dan snurk ik niet meer". „O, daarover worden wij het wel eens zei hij, en daarop legden wij ons neer. Ik sliep uitstekend, zooals ik dat steeds to den slaap- wagesrdoe, en ik werd eerst enkele stations voor Stockholm wakke®. Ik klom uit mijn bed naar beneden, en daar ontdekte ik, dat mjjn reiskennis verdwenen was. Het bed was leeg. Ik kleedde mij aan en ging in de zij gang. Daar was hij ervennrto, maar ikzag een conducteur, en tot dezen zei ik: „Ik wilde graag weten, waar de mijnheer gebleven is, die onder mij gelegen heeft I" M „O diel" zei de conducteur, „die heeft im mers „den heelen nacht gdflofen' en heeft alle reizigers in den wagen niet laten slapen. Hoe men zich in menschen vergissen kan. Hij maakte toch zoo'n fatsoenlijken en ont wikkelden indruk. En dan had hy v®1^ dat hij Dr. phil. wnsamaar dat was slechte voor den mal houderjj" WONDERLIJKE DINGBL Dan wordt 1 pas tntewwwill Menige vrouw zoo moppert de nurka luistert nooit als haar man wat vertelt, maar oweo, als hij soms eens to zijn slaap begint te praten.... Dan luistert ae met alW>ei haar ooron of hij soms bromt over hnrteboor en klaveraas, waaruit ze dan oonolrdeert, dal hij woor -hooft zitten pandoeren to de s.g sociëteit en misschien weer het noodlge ver loren. Nee maar nooit trouwen, dat ia hot allerveiligst!. (Uit het offldeel orgaan van den Amerikaansoheu Vrijgezellen boud.) De afgod, Een dienstweigeraar, die eenige maanden ln do gevangenis doorbracht, ontving to de korte jkkis van zBn straftijd niet minder dan waardoertog. (Persbericht). Onbegrfjpettjkt .Een van de bekende Inzenders op <b pluimveetentoonatelllng kwam bij ons bin nen en legde oen el van buitengewont grootte op onze rodactlotafel. Wat to woudeixmuwoh. (Uit een verskg). Die rare mannent Mannen zijn zoo zonderling! ZIJ vinden het afsuhuwelljk om verkoeld begTepen te wor den. Maar als je laat elon, dat Je se b o g r ij p t.dan worden ze woedendl CEdgao Saltus.) Dienstbode (tot vriendin). Bo,a" |0« -T- ot in Vriendin: Noa 7- ls me «lat to gat?,In je «laan alle diensten nog geen jaar ben UiOOÏi 9 Dame (opeenmuriekfeoatjo).Herin nert u «aoh dat liedje niet meur, doktor, in myn Jeugd zong iedereen het.... Tumtum tum-tum-tum. tumtum.tuml Familledokter: Nou, mevrouw - om u de Politieagent: Mijnheer, uw knecht ls on der een auto gekomen. Hy is gewoon to stuk- kon gereden. Heer: Nom da Dieu, dat is geen kletoig- 1 1' u 11 200 8°®d willen zUn my het Stuk te bezorgen, waar de sleutel van mtin kleerkast inzit? Klant; Kijk eens, lk wil wel een auto heb ben, maar bij moet me niet te veel aan ben- eu el 016 dingen kosten. 5500 6611 «rfl ingewikkelde ken^kosc dw ma al te veel hoofdbre- Autobandelaar: Allright, n^nbeea.Het lijkt ma het beste, dat o een auto-pad JtOOpi «evrouw.f echtscheiding van uw man oen jaarlijksche uitkeering hebben van zes dui- wSrniKi ,notaïok vioereQ- ïSiS den. nikkelen kranen en al hot andere afwn vriend zijn woning en dis ook zijn badkamer zien. En hij ze$t: - Het verwondert je zeker niet, he dat lk erlang dat het weer Zaterdagavond ia.... VCOH DE 10*%/. - '«Li Oplossingen der vorige r vdsete. L Poelier (poél lier). O. Aardappel. a dal - merel raa«!sel - aardappel ftoppen kaper lea L Godde opfowimgen tam belde watkeia ontvangen van.' 8. B.; F. en M. B.; N. de B.; H. de B.; G. W. K.; C. én G. n.; u. -- - G. O.; M. en R. O.; J-v. d. P., F. G. v. P., H. en G. P.; J- de S.; D. 8.; M. 8.; J. G. S.; A. v. S.; F. en O. T.; K. V.; L v. d. Z. Nieuwe raadsetai L Wat kan er to een leege «ak- «tJn? IL Mijn geheel is een vaartuig en woidt met 12 letters geschreven. 6,10, 7, 12 is zwart. 9, 8, 4, 2 is een lichaamsdeeL 6, 11, 2 is een hemellichaam. 8,1 is een muzieknoot De prijzen zijn by loting ten deel gevallen aan:- Suze Buurman, Palelssteeg 11. Martha Dekker, Vlamingstraat 11. FredL O. Geus»Koningdwarsstnat 28. Hendrik Hendriks, Vjjn Galenatraat 27. Corrie en Gretha Kroonstuiver, Molen gracht 87. Jo v. d. Pol, Walvlschstraat 46. Dirk Fmit Trompstraat 10. J. G. Schut, De R»ijterstraat 28. Klazientje v. Dalfsen, Stationsstraat 10. Bie en Truua Nijpels, Spoorstraat 41. DE TOOVERNAALD l Als je es niet van houdt is naaien een heel vervelend werk. Lena had er een hekel aan. En nu had ze nog wel naaiwerk, dat heele- maal niet opschoot Ze moest een tafellaken zoomen en het leek wel of de zoom aan de eene lange zyde nooit klaar kwam. „Het is vast veel grooter dan gewone tafellak ons", zuchtte Lena: „Ik geloof, dat lk al drie dagon aan dezen kant bezig ben". Tot overmaat van smart brak ze even later haar naald. Nu moest 1 te weer zien, dat ze haar draad door hot oog kreeg van een nieuwen naald. Ze haalde er een uit het pakje, hield,hem voorzichtig ouder het oog vast on trachtte haar draad ln te «teken. Het duurde een heel poosje eer haar lat lukte, want ze was er niet handig moo, jmdat ze 100 weinig mogeUjk naaide. Maar IndeHJk kwam ze er toch mee klaar en kon 'c met naaien doorgaan. Ze had paa een paar «teken gedaan, toon ze opeens leniaml bitter hoorde sohrden ln een boek van de klndor- «mier achter het poppenhuis. „Wis kan dat. zijn?" zei Lena; ze legde haar naaiwerk neer eu ging kijken. 1 IL Op den vloer achter het p"panhui» zat een klein elfje met hnngondp vleugeltjes en nen gebogen hoofdje. Heel verbaasd on vol nedelyden hukte Lena zich en vroeg Huls- erend: „Wat scheelt eraan, elfje?" Zo durfde det hardop praten uit angst, dat het fijne, «lelne wezentje er van ««Jirlkken sou. Het ufje keek met een behuild gezlohtje naar hena op en antwoordde: „Het komt door den tppelboom ln den paleistuin. Ik moet daar >p passen on hnro Aln lestelt le erg op haar ippela gesteld. Maar dozen nacht kwam de rind en schudde alle apnels van de takken. 0, wat moet lk beginnen I En opnieuw begon het elfje bodroefd te snikken. „Zou er niets aan te dotm ztjn?" vroeg Lena. „Ik zou niet weten wat", zet de elf: „Kom maar mee om den boom te zien." Ze nam Lena bij de hand en even later stonden ze samen ln don tuin van de elfen koningin. Daar «tonden rijen kooltjes en- hoornen met pruimen on peren en appelen, itate appelboom war nder ln het g - kijk »r eon dwerg soldaat san kwam; h(| aaluoerd»' beloofd en zei: „Hare Majesteit inl strak» in den tuin ko men en wat appels plukken." Hot arme elfje gaf een lulden gil eu liet «lob voorover ln het gres vallen. „Nu ls hot iist me gedaan", riep re ulti „lk sal Verban- ten worden uit het Elfenland en een distel Maar do grootate appelboom was leeg oh alle impela legen er onifer ln het grna. Lena an hf «tonden er bedroefd naar te kijken, toen if paardenhloem worden." Dhbi- dacht Lena opeena aan haar naald. „Stil maatriep se uit: „Ik weet wat!" Ze raapte de appela een voor een op en naaide de steeltje» weer aan de takken van >on boom vaat. Je kon er niet veel tan «ion. vooral, wanneer Je het niet wist. „Oerodl gilde do kleine elf; re vloog op Lena s solt ouder en atreelde en kuste haar. Daar klcjnk een trompet en even later kwam de elfenkoningin met baar hofhouding don moestuin to. Lena hield haar adem in toen de aobitterende atoet naderde. „O," zuchtte se; „Als lk maar beter naaien Kon. Maar de koningin zag niets. Ze plukte een paa* appels en 'men hoorde telkens eon knapje doordat de draad brak, net als ge woonlijk, wanneer het steeltje losliet loen ging ze weer heen en Lena en het elfje dansten samen op het gras van plezier. „Je hebt me gered" zei het elfje en ze gaf Lena eenige kletoe, lekkere peren en prui men Lena ging zitten om er heerlijk van te smullen. Toen zei ze: „Ik denk, dat ik maar weer naar huis ga." Tiet elfje kuste haar nog eenB en zei: ilest Het'i»80^ °P' dft je j0 naald riet ^'r' 'I Jto 2 een toovernaald, omdat hij ïr«n T0?f «en elf heeft verricht." Jf. 0<ï?eDbUkken later rat Lena in- sens weer op haar gewone plaatsje voor het raam van de kinderkamer. Ze raapte het tafellaken op en ging verder «an het zoomen. Nu zag ze, dat haar naald ooveren kon, want een paar minuten later as de heele zoom klaar en netjes ook. Zorgvuldig borg Lena den naald weg ln een npurt doosje Tn haar werkmandje. Juist gekomen «hh moeder verbaasd, toen ze ra dat het tafellaken klaar was. ,^ls je zoo doorgaat," gauw "®ter naaien dan ,'r* «r niljn best vror doen", ant woordde Lena: „Want Je kunt nooit weten krij «ee 6 ^Insen J® nog eens te naaien m B-V* t dai wS? Wal Terdi«nd uw man ^®0'Veê: dio eo,; h -1# mm geld heeft besteed aan de luxleuze tariohting van een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 12