OUD ROEST
!Tm Mrëiv 08 ""f1™komwj
Het Nederlandse]» Recht.
De Politierechter!
Ofschoon de recbtsWetgevtog en de juridi
sche en justitieele praktijken elkander in de
meeste beschaafde landen niet veel ontloo-
pen, was er in de Engelsche en Amerikaan-
sche rechtspraktijk «en onderdeel, dat wij ttrt,
heden niet kenden.
Dat was de z.g. politierechter of do man
die bevoegdheid had op staanden .voet te oor-
deelen ten opzichte van daarvoor in aanmer
king komende politieke vergrijpen.
In deze landen heeft deze politierechter
een eigenaardige populariteit Of hij deze ook
in ons land op den duur krijgen zal is niet
vooruit te zeggen. Hoofdzaak is echter dat
f bij ook op het oogenblik in ons land bestaat.
Het heeft weinig opzien verwekt. Van ver
schillende kanten is er zelfs over geklaagd,
dat de publieke pers zoo weinig nota nam
van het kortelings ingevoerde instituut en
van de vermoedelijk hoogst belangrijke wij
ziging, welke onze rechtspraktijk heeft on
dergaan.
Naar onze meening doetjtit er weinig boe.
Het zou niet anders zijn geweest als een dag
bericht. Van meer beteekenis lijkt het ons
eens in eenige trekken vast te stellen, waarin
voor ons als gewoon publiek eigenlijk de
bijzonderheid van een politierechte® beötaat
Bet fs dan aldus: Het vorige jaar Is door
de wetgevende macht van onzen staat goed
gekeurd een voorstel om de bepalingen be
treffende een gewijzigde procedure vast ais
afzonderlijke regeling in te voeren. En dit
nu heeft kortelings plaats gehad en vanaf 1
September kracht van wet gekregen.
Deze wijziging in de justitieele wetten
komt neer op een belangrijke hervorming.
Men zou zelfs geneigd kunnen zijn te spre
ken van een revolutie, juiste® gezegd: een
omwenteling in dit opzicht
En nu is het voor aüon wcrischelijk, dat
wij nimmer deze wijziging in de praktijk
rullen leeren kennen het er dus voor ons uit
ziet o/ er nooit van z'n leven een politierech
ter Is gekomen en heeft bestaan. Maar niet
temin heeft het praktisch nut te weten,
waarin eigenlijd /oor ons moest belang
rijke veranderingen bestaaa
Ze zijn ongeveer deze:
(Tot op heden kon men een kleine politic-
overtreding begann en een z.g. „bekeuring"
krijgen. De afwikkeling van deze bekeuring
hls strafbaar feit, was ln handen van den
kantonrechter van het onderhavige kanton,
Waar de overtreding had plaats gehad. Maar
deze afwikkeling liét veelal maanden op zich
wachten.
Dit nu ls in de eerste plaats veranderd. Er
!s reeds zoo vaak en zoo dringend aange
drongen op een snellere rechtspraak Juist
voor de kleine overtredingen, wolke door den
politiedienaar kan worden geconstateerd, dat
nu eindelijk een wijziging ten goede is ge
komen, die de bovenaangthanaldo Engelsohe
rechtspraak evenaart.
In de eerste plaats dan is het van nu af
mogelijk voor een klein vergrijp binnen vijf
dagen voor den kantonrechter to worden ge
daagd. Maandenlangen duur, tengevolge van
overdadige zaken komt hiermede te vervallen
Maar nog meer Ingrijpend ls deze veran-
derlng:Wanneer een politieman op den open
baren weg of waar dan ook een vergrijp oon-
stateert, behoeft hij hlorvan niet moer eerst
aantoekenlng to maken dan naar zijn bu
reau te gaan, oen z.g. procos-verbaal op te
makon on daarna als oen soort openbare
aanklager de zaak aanhangig maken bij
don kantonrechter. Hij klaagt aan on roept
den verbnllsóordo op on hetzelfde oogenblik
waarop hü de overtreding vaststelt. Heel de
iHin aucratlsnho omhaal van geweldige pro-
•esson-verhaal, die volgens den letter der
wet ter griffie moeten aljn opgemaakt en
ostentatief door een rijksveldwachter onder
betoekoning aan don delinquent worden uit
gereikt maanden later eni hij niet ver-
inhljnon van <lou beklaagde nog uens an nog
PM 9to» Dat alles vervalt!
schrljl
den d
bekeurde een schriftelijke oproeping
Uit.en do dagvaarding voos den kanton
rechter heeft plaats gehad!
Voor het snel bohandelon van al flosta vor-
grijpen, zal de betreffeudo kantonrechter
nu de Politierechter ln gemeenten met
meer dan 100.000 inwoners arlo maal per
week zitting houden. In kleinere kantons
gemnaal, inneel kleine imnstena eenmaal ln
de veertien dagen.
Bij deze wijzo van berechting zijn nog ver
schillende bijkomstigheden.
Verschijnt b.v. de opgeroepen^ niet, dan
floet de rechter de voor liggende zaken z.g.
op de stukken af. Het vonnis wordt uitge
sproken en de zaak ls uit! Beroep is meestal
biet mogelijk en verartekzakeru komen -mee-
rendeels hierdoor te vervallen.
(Geeft de geroepene wel gevolg aan de op
roeping, dan kan de rechter eveneens onmid
dellijk en mondeling uitspraak doen.
Wenschi de bekeurde, meenende dat hij
zijn zaak Vliet voldoende kan verdedigen!,
dap.mag hij een advocaat regelrecht mee^
brengen. Deze heeft recht van sproken en
de zaak wordt behandeld.
Wenscht de veroordeelde zijn vonnis op
Schrift gesteld te zien, dan behoeft hij dit
maar te zeggen en binnen uiterlijk zeven da
gen wordt het hem thuis gebracht 1
Es dit is nog niet alles wat wij omtrent
«en eventueele aanraking met den politie
rechter behoeven te weten. Voor meer ern
stige, althans bepaalde gevallen welke bij
de wet nader zijn vastgesteld behoeft de
verbaliseerende agent van politie het niet
te laten bij de bovenbedoelde directie schrif
telijke uitnoodigingl Neen! De mogelijkheid
staat open, dat de overtreder meteen door
den agent z.g. wordt aangehouden, en recht
streeks voor den politierechter gebracht'
In dit geval versohijnt hij oogenblikkelijk
voor zijn rechter, die op staanden voet recht
spreekt, oordeelt en vonnis wijst! Is dit von
nis een boete, don kan ze op hetzelfde mo
ment worden voldaan en.de geheele zaak
to weer uit de "Wereld 1
Desgeweneoht of zoo nood tg, wanneer b.v.
de veroordeelde toevallig zooveel „kleingeld"
niet bij zich heeft, kan ae boete worden vol
daan binnen vier on twintig uur!
Kan het vluwger? En kto het radicaler?
Vocral met het oog op de cu direot straf
bare handelingen cp dan openbaren weg
zooals straatschenderijen, baldadigheden,mo
lestaties, verkeersvergrijpen en dergelijke^
zal deze korte weg naar den naastbijzijnden
rechter vermoedelijk van groot pedaegogisch
nut blijken 1
Men zij gewaarschuwd!II
Dr. B.
DE HAAS JN DE LEGENDE.
De Fabel, de legende, het sprookje en al
deze verhalen berusten voor een groot deel
op het bij den mensch ingeboren bijgeloof.
Althans het geloof aan zekere mogelijkhe
den waarvan we in de dagelijksche praktijk
niet veel merken. Zoo nemen we 'aan de bui
tengewone kracht van reuzen, de geheim
zinnige macht van toovenaars, heit spreken
en handelen van dieren enz.
Betreffende dieren, welke in de legenden
voorkomen is bekend dat zij ieder hun eigen
aard en karakter vertoonen en als 't ware
worden gezien ais een symbool van bepaal
de eigenschappen. Een prachtig voorbeeld
hiervan is het al-oude epos van Reinaert de
Vos, waarin alle dieren des velds voorko
men in hun eigen aard en wezen. Als zoo
danig laat de dichter elk dier een rol spe
len in het drama van de vos en op de?e wij
ze is ontstaan het geheele van list en kracht
en roem en treurnis en rechtspraak ver
haal zooals we, dit kennen uit „Reintje de
Vos".
Een van de «Horen, die in Reinaert voor
komen en nog wel eens vake® in verhalen
en fabels tegenover dezen Btroopér worden
uitgoboeld, is de haas.
Deze haas speelt ln meerdere verhalen en
vooral in het vroegere bijgeloof een belang
rijke rol
De haas verpersoonlijkt de schuwheid en
de waakzaamheid. Er wordt in oude boeken
werteld, dat de oude heksen in hun goedeh
tijd do gewoonten hadden zich ln hazon to
veranderen, omdat ze zich dan snel uit de
voeten konden maken bij onraad. Het ge-
helnr bestond daarin dat zij de heksen
zich moesten blsmeren met hot vet van een
haas. Alleen echte® bepaalde hazen on dan
nog slechts ln Bommlgo tijden van het laar
bezaten hot tuiste toovernohtigo vet. Maar
do heksen wisten dit. Dat was hun kracht,
die zijvolgens do meening van het volk
ontleenden aan hun nauwe relatie* jmet
don «iulvel in persoon.
Bovendien moesten zij nog meerdere voor
zorgsmaatregelen nemen: zoo b.v. het om
den hals dragen van een anoor van hazen-
haar.
In heel oude Duitsehe verhalenboeken
komt over deze aangelegenheid oen legende
voor. In den tijd toen er nog heksen en hek
senprocessen waren en deze hinderlijke we
zens soms op een brandstapel werden ver
brand of op aridero wijze omgebracht, zou
er eens een oude heks met haar dochter in
het veld hebben gewandeld.
Terwijl zij zoo liepen naderde er een vtoo-
Ujke Jagersstoet en de oude moeder zei tot
haar dochter: Hier moetnq we eens een grap
mee hebben.Loop JIJ wat rond, dan ver
ander lk mij In een hans!.
Zoo gezegd, zoo gedaan on het duurde
niet lang of de zonderlinge haas sprong door
het veld on over de ultgostrekto vlakte, ach
tervolgt door Jagers en honden.
Het was echter aan het volk bokend, dat
een haas, dlo olgenlljk geen baas, maar een
veranderde heks was niet'te schieten was,
dan door middel van zilveren kogels, En
was het beest dan getroffen, dan bleek het
nog onmogelijk het te bemaohtlgen. Men
kon het omter dan later to het nuis of het
hol van de heks vinden, dood of mot dezelf
de wondon, welke de hans gekregen had.
Hot kwnm er dus'maar op aun te weten
welke hoks dozo poets had gespeeld.
En juist deae bijkomstigheid werd nu dn
hierboven BHnirehaalde Hokh noodlottig. Het
bleek natuurlijk evenmin uitvoerbaar als bij
vroegere gevallen, de hier rond springende
haas to schieten! Men kwam al spoedig op
de gedachten dat hot een verandorde hoks
moest zijn. Maar wie?
Toen deod do dochter een verkeerde set!
Terwijl do haas op oen oogonbllk ln haar
nabijheid kwam riep zij luid.... „loop
moeder, loop'M.
Dit hoorden de Jagers en stJ begrepen al
les. Aangezien zij nu niet veel moeite had
den om do doohtcr to herkennen on op te
sporen, had don zij tevens do misdadige
vrouw.... Een aangifte volgde on hierna
een heksenproces met do gebruikelijke vec-
oordoeling.
Dat was volgens de overlevering het
einde van een oude Dulteche hoks!
Maar ln vele andere vormen komt de haas
in het oude volksgeloof voor. In Meklen-
burg bestrijken de hoeren vau.den ouden
stempel zich de handen met hazenvet voor
ze hun graan uitzaaien. Omdat dan na het
bijgevoegde „In Gods naam" geen gevaar
meer dreigt, dat vogels of muLzoa aan het
gezaaide schade berokken.
ïn vroeger dagen vilden de heidensóhe
bewoners van de Germaansche hinden geen
hazen eten. Dat de heidensche volken wer
kelijk den haas niet als voedsel gebruikten,
heeft men willen afleiden uit de omstandig
heid, dat men op plaatsen, waar zich paal
woningen bevonden hebben, geen beenderen
heeft kunnen ontdekken van leden van het
hazengeslacht./
De Romeinen evenwel geloofden dat het
veelvuldig gebruik van hazenvleesch sohoon-
heid en lenigheid aan het lichaam gaf. En
dienovereenkomstig deze meening handel
den zij en atcri veel hesf ïvleesoh.
In den tijd dat spoken en heksen nog veel
vuldig voorkwamen ontmoette men niet
gaarne een langoor op zijn weg. Dit heette
een ongunstig voorteeken. En de boer, die
een haas te fenkwam, draaide zich minstens
drie malen snel om, ten einde het kwaad,
dat hem ar ?rs wachtte, te vermijden.
Hel ït goed, dat een zoodanige boer
niet genoodzaakt was een wandeling te ma
ken in de Noord-Hollandsche, duinen. Hi
zou anders variWege het draaien, allicht de
allures van een soort levende draaitol heb
ben gekregen.
Toch al ls het oude bijgeloof omtrent
den haas nu vrijwel overal verdwenen -—
kan men uit verschillende gebruiken ook ln
vergeten hoekjes van ons vaderland tcg we
bwerken dat men vroeger do haas niet
hoeic-maal zuiver op de graat «chtte.
B.
Een voorbeeld van weelde.
Men komt nu en dan tot zonderlinge ge
volgtrekkingen ten opzichte van de redelijk
heid in het leven, wanneer men de ver
schillende situaties 'nagaat waarin den
mensch toevalliger wijs kan komen te ver-
keeren. Niet een enkel mensdh in den te
gen woordigen tijd, maar misschien in totaal
eenige miliioenen zijn verstoken van de aller-
noodigste middelen tot bestaan en verstoken
van de allernoodagste bezittingen waardoor
het barre leven iets mee® confortabel zou
kunnen zijn.
Daarentegen zijn er meerdere voorbeel
den, waaruit blijkt hoe andere menschen te
beschikken hebben over oen overdaad die
sprookjesachtig lijkt.
Een voorbeeld hiervan is b.v. de persoon
van den Keizer van het Chineesche rijk.
Terwijl op meerdere plekken van dit rijk
ook schromelijke tekorten zijn, heeft deze
vórst een hofhouding, die uit meer dan vijf
honderd personen bestaat Tot deze stat
van vijfhonderd menschen behooren niet
minder dan dertig dragers vaq stetiepara-
sois. Een gelijk aantal waaierdragers, der
tig geneesheeren gerecruteerd uit de ge
leerdste professoren, to kleine vijftig
Htcrrewichelaars en mannen, die alle gehei
me oorzaken eet gevolgen van het leven
moeten bostudeeren en voorspellen, vijf en
zeventig koks cn aparte voedselarbeiders en
ongeveer honderd priesters, die de ooremo-
monlen voü iouoron dag te vervuilen heb
ben I,
Een voorbeeld van overdaad.
Eenigszins anders van aard, maar eigen
lijk niet minder to betreuren la een voor
beeld van overdadigheid, wolke eigenlijk
aun de mciischheld ten goodo komen kou.
De vruchtboom-en der geheele wereld
en dan nog maar de by ons bekende en door
ons gegeten vruchten zooals appels, peren
cn noten zouden ruim voldoende ln staat
zijn het geheele monschdom gedurende hot
goheelo jaur te voeden, wanneer allo gerijpte
vruchten werkelijk verzameld en genuttigd
worden,
In de onafzienbare wouden van Brazilië
b.v. groeien de eetbare en voedzame noten
telkenjaro ln zulk oen overvloei dat dulzen-
de tonnen ervan worden gebruikt voor aller
lei praktls<ho doeleinden, zooals bij ons
zand en kiozelsteonen. Men dempt er zee-
inhammen piee en gebruikt ze voor ophoo-
ging on aanleg van vaste bosohwegen. Bo
vendien worden de allergrootste hoeveelhe
den nog jaarlijksoh weggeworpen of aan
hun eigen staat van verrotting prijs gege
ven.
De klimmende vlsch.
Verreweg de meeste vlsschen zijn natuur
lijk alleen op hun gemak ln het voor hun be
stemde element, het water. Zelfs zijn er die
ren en* wezens, die volstrekt niet behooren
tot do eigenlijke vlsschen, maur tot b.v. de
zoogdieren, en die toch evenmin kunnen le
ven bulten het water. Een vuorboeld hiervan
ls do bekende waUdsch.
Niettemin blijft detonbogrflpeliJko-natuuT
zichzelf altijd gelijk waar het gelat de moest
onverwachte spelingen to scheppen op haar
nwett-on. Ook ten opzlohto van da vis
sollen ls biervan oen voorlioeld.
Niet alleen dat er vissollen bestaan, die
plet uitsluitend ln het water behoeven te
blij ven. Men spreekt zelfs van een vlsoh,
die zloh behalve op den grond ook boven
den grond sou kunnen bewegen. Het is de
/,a. klimmende buurs, die op verschillende
plaatsen van de Indische wateren moot
voorkomen. Deze vlsoh ls ln staat en pok
ewoon pp gezette tijden uit het water te
omen. En voor zijn genoegen klimt hij
dan eens to een t>oom of struik door middel
van een paar soliorpe vinnen, dicht bij den
kop en dicht bij den «taartannwezlg. De bij
zondere vorm en samenstelling van de kieu
wen stolt deze vlsuh hlorbU 1,1 staat gerul-
iuon tijd op het droge door te brengen.
Hol barre klimaat
De bodem tn Noordelijk Siberië ia togon
hot einde van den zomer nog bovroren tot
op een diepte van 60—00 dumi beuoden do
oppervlakte. Doodon, welko to dezen bojjem
ruim 160 jaren in de kist hebben gelegen,
zijn nog gaaf en onveranderd terug gevon
den.
Nog erge® is het tenslotte in het binnen
ste van Groenland.
Naar wetenschappelijke berekeningen
moet zich daar de bestaande ijsmassa reeds
vóór onze historische periode hebben ge
vormd, zonder ooit weer te zijn ontdooid. Men
schat de uitgestrektheid van deze ijslaag op
mee® dan 6Ö0.00Q vierkante mijlen.
De inhoud van deze ontzaggelijke Ijsklomp
is grooter dan al het water van de Middeb
landsche zeel
5'
Uit andere landen.
Zweedsche humpr.
G. N(ijpelfl), de bijzondere correspondent
van hpt „HbL", schrijft in zijn blad:
Wij houden die Skandinaviërs by ons, om
verschillende redenen, voor erg serieuze
menschen. Hun literatuur, voorzoover ze tot
ons doordrong, is meestal ook verre van
amusant of geestig. Wie de Denen kent,
weet wel beter, weet. dat zij juist erg geestig
zijn en de grappige kanten van het leven
steeds met- voorliefde opmerken en er zich
In verheugen.
Toevallig vond lk een kleine humoreske
van een Zweed, van een Stockholmsch col
lega, Hasse Zetterström. Ik heb er, als
slaapwagen ga art, een zeldzame vreugde aan
bclrefd en ik denk, dat ook menschen, die «to
SS* m het komische van slaapwagens
niet zoo uit ervaring kennen, toch ten volle
lullen kunnen genieten van dit sohoone ver
haal. dat to de dubbele vertaling - ik vond
een Duiteobe vertaling ip de „Lustige üiav
ter" - natuurlijk nog vee! vso hot droog-ko-
m'eriie veriorerv moet hebben.
Tk laat he« hier voigen; to de hoop, d«t men
door zcc'n «taaltje eon nleuwe kija moge
krijgen op die Skandinaviërs, die ook op
dat gebied zooiete fijns en goeds weten voort
te brengen.
De vorige week heb ik iets merkwaardigs
beleefd. Ik reisde met den nachttrein van
Malrnö naar Stockholm en ik had m mijn
compartiment als gezelschap een.
mageren mijnheer, die er zee^" fatsoenlij
uitzag, ik stelde mij voor, en hij zeide, dat
hij Dr. p h i L was; zijn naam heb ik verge
ten. Goed, ik klom naar boven en legdfe mij
neer ik had het bovenste bed waarop
ik zeide: „Doctor, ik zal u zeggen zooals het
ia, opdat er achteraf geen onaangenaamhe
den komen ik snurk een beetje, met erg,
maar wanneer u maar heel eventjes fluit,
héél zachtjes, dan word ik direct wakke® en
ga ik op de andere zijde liggen, en dan snurk
ik niet meer".
„O, daarover worden wij het wel eens zei
hij, en daarop legden wij ons neer. Ik sliep
uitstekend, zooals ik dat steeds to den slaap-
wagesrdoe, en ik werd eerst enkele stations
voor Stockholm wakke®. Ik klom uit mijn
bed naar beneden, en daar ontdekte ik, dat
mjjn reiskennis verdwenen was. Het bed was
leeg. Ik kleedde mij aan en ging in de zij
gang. Daar was hij ervennrto, maar ikzag een
conducteur, en tot dezen zei ik: „Ik wilde
graag weten, waar de mijnheer gebleven is,
die onder mij gelegen heeft I" M
„O diel" zei de conducteur, „die heeft im
mers „den heelen nacht gdflofen' en heeft
alle reizigers in den wagen niet laten slapen.
Hoe men zich in menschen vergissen kan.
Hij maakte toch zoo'n fatsoenlijken en ont
wikkelden indruk. En dan had hy v®1^
dat hij Dr. phil. wnsamaar dat was slechte
voor den mal houderjj"
WONDERLIJKE DINGBL
Dan wordt 1 pas tntewwwill
Menige vrouw zoo moppert de nurka
luistert nooit als haar man wat vertelt, maar
oweo, als hij soms eens to zijn slaap begint
te praten.... Dan luistert ae met alW>ei haar
ooron of hij soms bromt over hnrteboor en
klaveraas, waaruit ze dan oonolrdeert, dal
hij woor -hooft zitten pandoeren to de s.g
sociëteit en misschien weer het noodlge ver
loren. Nee maar nooit trouwen, dat ia
hot allerveiligst!.
(Uit het offldeel orgaan van den
Amerikaansoheu Vrijgezellen boud.)
De afgod,
Een dienstweigeraar, die eenige maanden
ln do gevangenis doorbracht, ontving to de
korte jkkis van zBn straftijd niet minder dan
waardoertog.
(Persbericht).
Onbegrfjpettjkt
.Een van de bekende Inzenders op <b
pluimveetentoonatelllng kwam bij ons bin
nen en legde oen el van buitengewont
grootte op onze rodactlotafel.
Wat to woudeixmuwoh.
(Uit een verskg).
Die rare mannent
Mannen zijn zoo zonderling! ZIJ vinden het
afsuhuwelljk om verkoeld begTepen te wor
den. Maar als je laat elon, dat Je se
b o g r ij p t.dan worden ze woedendl
CEdgao Saltus.)
Dienstbode (tot vriendin).
Bo,a"
|0« -T-
ot in
Vriendin: Noa 7- ls me «lat to gat?,In
je «laan alle diensten
nog geen jaar ben
UiOOÏi 9
Dame (opeenmuriekfeoatjo).Herin
nert u «aoh dat liedje niet meur, doktor, in
myn Jeugd zong iedereen het.... Tumtum
tum-tum-tum. tumtum.tuml
Familledokter: Nou, mevrouw - om u de
Politieagent: Mijnheer, uw knecht ls on
der een auto gekomen. Hy is gewoon to stuk-
kon gereden.
Heer: Nom da Dieu, dat is geen kletoig-
1 1' u 11 200 8°®d willen zUn my het
Stuk te bezorgen, waar de sleutel van mtin
kleerkast inzit?
Klant; Kijk eens, lk wil wel een auto heb
ben, maar bij moet me niet te veel aan ben-
eu el 016 dingen kosten.
5500 6611 «rfl ingewikkelde
ken^kosc dw ma al te veel hoofdbre-
Autobandelaar: Allright, n^nbeea.Het
lijkt ma het beste, dat o een auto-pad
JtOOpi
«evrouw.f
echtscheiding van uw man oen
jaarlijksche uitkeering hebben van zes dui-
wSrniKi ,notaïok vioereQ- ïSiS
den. nikkelen kranen en al hot andere
afwn vriend zijn woning en dis
ook zijn badkamer zien. En hij ze$t:
- Het verwondert je zeker niet, he dat
lk erlang dat het weer Zaterdagavond ia....
VCOH DE 10*%/. - '«Li
Oplossingen der vorige r vdsete.
L Poelier (poél lier).
O. Aardappel.
a dal - merel raa«!sel - aardappel
ftoppen kaper lea L
Godde opfowimgen tam belde watkeia
ontvangen van.'
8. B.; F. en M. B.; N. de B.; H. de B.; G.
W. K.; C. én G. n.; u. -- -
G. O.; M. en R. O.; J-v. d. P., F. G. v. P.,
H. en G. P.; J- de S.; D. 8.; M. 8.; J. G. S.;
A. v. S.; F. en O. T.; K. V.; L v. d. Z.
Nieuwe raadsetai
L Wat kan er to een leege «ak- «tJn?
IL Mijn geheel is een vaartuig en woidt
met 12 letters geschreven.
6,10, 7, 12 is zwart.
9, 8, 4, 2 is een lichaamsdeeL
6, 11, 2 is een hemellichaam.
8,1 is een muzieknoot
De prijzen zijn by loting ten deel gevallen
aan:-
Suze Buurman, Palelssteeg 11.
Martha Dekker, Vlamingstraat 11.
FredL O. Geus»Koningdwarsstnat 28.
Hendrik Hendriks, Vjjn Galenatraat 27.
Corrie en Gretha Kroonstuiver, Molen
gracht 87.
Jo v. d. Pol, Walvlschstraat 46.
Dirk Fmit Trompstraat 10.
J. G. Schut, De R»ijterstraat 28.
Klazientje v. Dalfsen, Stationsstraat 10.
Bie en Truua Nijpels, Spoorstraat 41.
DE TOOVERNAALD
l
Als je es niet van houdt is naaien een heel
vervelend werk. Lena had er een hekel aan.
En nu had ze nog wel naaiwerk, dat heele-
maal niet opschoot Ze moest een tafellaken
zoomen en het leek wel of de zoom aan de
eene lange zyde nooit klaar kwam. „Het is
vast veel grooter dan gewone tafellak ons",
zuchtte Lena: „Ik geloof, dat lk al drie dagon
aan dezen kant bezig ben". Tot overmaat van
smart brak ze even later haar naald. Nu moest 1
te weer zien, dat ze haar draad door hot oog
kreeg van een nieuwen naald. Ze haalde er
een uit het pakje, hield,hem voorzichtig ouder
het oog vast on trachtte haar draad ln te
«teken. Het duurde een heel poosje eer haar
lat lukte, want ze was er niet handig moo,
jmdat ze 100 weinig mogeUjk naaide. Maar
IndeHJk kwam ze er toch mee klaar en kon
'c met naaien doorgaan. Ze had paa een paar
«teken gedaan, toon ze opeens leniaml bitter
hoorde sohrden ln een boek van de klndor-
«mier achter het poppenhuis. „Wis kan dat.
zijn?" zei Lena; ze legde haar naaiwerk neer
eu ging kijken. 1
IL
Op den vloer achter het p"panhui» zat
een klein elfje met hnngondp vleugeltjes en
nen gebogen hoofdje. Heel verbaasd on vol
nedelyden hukte Lena zich en vroeg Huls-
erend: „Wat scheelt eraan, elfje?" Zo durfde
det hardop praten uit angst, dat het fijne,
«lelne wezentje er van ««Jirlkken sou. Het
ufje keek met een behuild gezlohtje naar
hena op en antwoordde: „Het komt door den
tppelboom ln den paleistuin. Ik moet daar
>p passen on hnro Aln lestelt le erg op haar
ippela gesteld. Maar dozen nacht kwam de
rind en schudde alle apnels van de takken.
0, wat moet lk beginnen I En opnieuw begon
het elfje bodroefd te snikken.
„Zou er niets aan te dotm ztjn?" vroeg
Lena.
„Ik zou niet weten wat", zet de elf: „Kom
maar mee om den boom te zien."
Ze nam Lena bij de hand en even later
stonden ze samen ln don tuin van de elfen
koningin. Daar «tonden rijen kooltjes en-
hoornen met pruimen on peren en appelen,
itate appelboom war
nder ln het g
- kijk
»r eon dwerg soldaat san kwam; h(| aaluoerd»'
beloofd en zei:
„Hare Majesteit inl strak» in den tuin ko
men en wat appels plukken."
Hot arme elfje gaf een lulden gil eu liet
«lob voorover ln het gres vallen. „Nu ls hot
iist me gedaan", riep re ulti „lk sal Verban-
ten worden uit het Elfenland en een distel
Maar do grootate appelboom was leeg oh alle
impela legen er onifer ln het grna. Lena an
hf «tonden er bedroefd naar te kijken, toen
if paardenhloem worden."
Dhbi- dacht Lena opeena aan haar naald.
„Stil maatriep se uit: „Ik weet wat!"
Ze raapte de appela een voor een op en
naaide de steeltje» weer aan de takken van
>on boom vaat. Je kon er niet veel tan «ion.
vooral, wanneer Je het niet wist.
„Oerodl gilde do kleine elf; re vloog op
Lena s solt ouder en atreelde en kuste haar.
Daar klcjnk een trompet en even later
kwam de elfenkoningin met baar hofhouding
don moestuin to. Lena hield haar adem in
toen de aobitterende atoet naderde.
„O," zuchtte se; „Als lk maar beter naaien
Kon.
Maar de koningin zag niets. Ze plukte een
paa* appels en 'men hoorde telkens eon
knapje doordat de draad brak, net als ge
woonlijk, wanneer het steeltje losliet
loen ging ze weer heen en Lena en het
elfje dansten samen op het gras van plezier.
„Je hebt me gered" zei het elfje en ze gaf
Lena eenige kletoe, lekkere peren en prui
men Lena ging zitten om er heerlijk van te
smullen. Toen zei ze: „Ik denk, dat ik maar
weer naar huis ga."
Tiet elfje kuste haar nog eenB en zei:
ilest Het'i»80^ °P' dft je j0 naald riet ^'r'
'I Jto 2 een toovernaald, omdat hij
ïr«n T0?f «en elf heeft verricht."
Jf. 0<ï?eDbUkken later rat Lena in-
sens weer op haar gewone plaatsje voor het
raam van de kinderkamer.
Ze raapte het tafellaken op en ging verder
«an het zoomen. Nu zag ze, dat haar naald
ooveren kon, want een paar minuten later
as de heele zoom klaar en netjes ook.
Zorgvuldig borg Lena den naald weg ln
een npurt doosje Tn haar werkmandje. Juist
gekomen
«hh moeder verbaasd, toen ze ra
dat het
tafellaken klaar was. ,^ls je zoo doorgaat,"
gauw "®ter naaien dan
,'r* «r niljn best vror doen", ant
woordde Lena: „Want Je kunt nooit weten
krij «ee 6 ^Insen J® nog eens te naaien
m
B-V*
t
dai wS? Wal Terdi«nd uw man
^®0'Veê: dio eo,; h -1# mm geld heeft
besteed aan de luxleuze tariohting van een