't Juffertje De Praktijk van Helder Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 28' Oct. 1922. NO. 44. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) MARINE-HERINNERING. OVER MISDAAD EN MISDADIGERS. DIALOOG. Wonderlijke avonturen van den heer Plet Pessimist, Junior. BABBELUURTJE OVER MODE. Voor hen die van variatie honden. Een ander exemplaar van het negerras, dat ik mij herinner, iè de scheepskok Hector Fraser. Het was in 1881 en wij dienden toen op Hr. Ms. schroefstoomschip le kl. „Cura- $ao", dienstdoend Wachtschip te Soerabaja. Die „bodem" lag daar toen onder vol tuig en toonde zoo nogal wat, maar op den keper beschouwd was hij niet veel bijzonders, oud, rot en vol kakkerlakken! nergens in mijne Indische carrière heb ik ooit zooveel van dat ontuig gezien en gevoeld als daar aan boord! het schip „leefde ervan"! Het waren dan ook wel de laatste beentjes, waarop de „Cura- gao" liep, want het volgend jaar kreeg zij de bijl! Wij waren daar met z'n tweeën in de nor (de vóórlongroom) en kregen een tracte- ment van 79.16 in de maand. Zegge: negen- en-zeventig gulden en zestien centen!! Kom daar nu er eens om! een bouwvakarbeider in den tegenwoordigen tijd „vangt" meer in één week, dan wij toen in Indië in een maand! En van dat „kapitaal" moesten wij alles betalen, je tafel, je wasch, je toelage aan je „Jongen", enz., terwijl je dan, voor je fat soen, nog lid was van „Modderlust" ook! Voor je gencegen schoot er dan ook niet veel over.,., en toch, wij waren jong en wilden ook wel eens genieten van al het goede, dat Soerabaja aanbood. Wij „wandelden" dan maar door de gloeihitte naar boven, langs de vuile stoffige Oedjoeng, en als wij dan eens een avondje wilden boven blijven..nu dan gingen wij maar naar den „vreetchinees"' en kwamen 's nachts met een kossong, of een tambangan terugals er nog geld was, en anders maar weer te voetdat wel eens vermoeiend was, na een dansavond! Maar als je jong bent, dan kan je veel verdragen en den volgenden morgen waren wij weer zoq frisch als een hoen! Maar om nu op dien kok terug te komen! Hij kookte ook voor de „heeren in de vóór- longroom", maar daar die heeren periodiek aan geldgebrek leden, was dat een moeilijk probleem! Evenwel armoe maakt vinding rijk.... en wij vonden er dan ook iets op! Wij Heten den kok bij ons komen en zelden: „Kokkie, het is laag water met de duiten en toch moeten wij eten, weet Jij daar wat op?" Zijn eeuwig" lachend zwarte bakkes het was iemand die altijd lol in het leven hadl probeerde hij dan in een ernstige plooi te trekken, alsof hij geweldig nadacht, en dan kwam het: nu heeren, ik weet er wat opl Koopt een plkol aardappelen, geeft mi, de rantsoenen en tien gulden in de irtaarr om in te koopenü en U bent van alles af!" „Top", zeiden wij, want dan waren wh voor 7 18.50 klaar met de tafel! En eten dat wi, deden! heerlijk hoor! Om twaalf uur kregen wij een behoorlijke rijsttafel en 's avonds ge braden vleeseh met „sajar bastion",,., hei kon niet beterSoms nog wel eeps een croquetje vooruit als het gaatjesdag was.,| maar dan was het wel „kasjeweel" dat de of flcleren op zoo'n dag óók croquetjes aten., maar dat ging ons niet aan! Toen was den eenen dag de rijsttafel lang zoo goed niet als den anderen! da' zat zóó: Kokkie had de ge woonte tegen half twaalf tijd van oorlam in de nor te komen met een of ander klets praatje, en als wij dan één van onze twee oorlammen aan hem offerden,... dnn kre gen wij een pracht-rljsttafel! Hadden wi, daarentegen zelf erg veel trek In die hart versterking, zoodat kokkie ongetroost weer naar de kombuis trok.,,, nu dan wisten wi, er alles van en moesten wij ons prepareeren op rijst met kerriesaus, waarin hier en daar wat groente dreef! Het lag dus heelemaal aan ons zelf of wij lekker zouden eten of niet!' Ja, van een extra borrel hield Hector Fra ser buitengewoon veel 1 zóóveel, dat hij soms probeerde in den voormiddag een paar uur door LEO FELIX. Hoe boeven zich verraden. De arrestatie van den dader van een straf baar feit ls niet steeds het resultaat van de werkzaamheid der polile of van verraad van derden; dikwijls toch komt de waarheid aan het licht door een onvoorzichtigheid, door overmoed of door achteloosheid van den misdadiger. Het geval-Hennlg, dat wij eeni- gen tijd geleden weergaven, is daar een sprekend oewljs van. Was de dader niet zoo brutaal geweest om zich tot de redactie van de „Lokui Anzeiger" te wenden met het aan bod een uitvoerig relaas van den moord te leveren, dan ware hij wejlloht niet, althans niet zoo spoedig, ontdekt geworden. En zoo gaat net meer. De Bllmsto en han digste dief doet gewoonlijk iets doms, waar door het in handen van de gerechtigheid val len slechts een kwestie van tijd is. De domste onder de flaters ls wel het achterlaten van een of ander voorwerp op de plaats des mis- drljfs. Want voor de deskundigen en voor de recherche ls zoo'n gevonden voorwerp feitelijk een visite-kaartje. „Visite-kaartje'' noemt men ook het resultaat van de hebbe lijkheid van sommige oolijke heeren van de vlakte om op het operatie-terrein, gewoonlijk op een uitgezochte plaats, hun behoefte te doen. Deze flauwe aardigheid, die voor een braivoure-stukje moet doorgaan, heeft reeds menig grappenmaker achter slot en grendel gebracht. De scheikundige weet precies te vertellen, wat meneer gegeten heeft, terwijl do geneesheer niet zelden organische afwij kingen kan oonstateeren. Al deze aanwijzin gen en nog vele meer kunnen uit die „aar digheid" worden afgeleid. Worden kleodlngstukken of gedeelten daarvan achtergelaten, dan kan men er een politiehond de lucht van g^ven en leidt dit niet zelden tot de arrestatie van den onvoor zichtige. Over vingerafdrukken, voetsporen, e.d. spreken we nog. Is er een vermogensdelict (diefstal, oplich ting, verduistering), gepleegd en verdenkt vrij te krijgen om, onder het een of ander voorwendsel, naar den wal te gaan, dat ge* woonljjk niet gelukte. Zoo kwam hij eens. verlof vragen om naar den wal te gaan, om dat er iemand werd opgehangen 11 hetgeen natuurlijk geweigerd werd. Maar het feit-was waar, er werd iemand opgehangen, nog wel een Europeaan, een wachtmeester van de cavallerie, die een paar menschen had ver moord, en ik heb het toevallig gezien, maar hoop zoo iets nooit meer te zien, want hoe wel de yeroordeelde zich kranig hield, blijft bet een verschrikkelijk gezicht.,., ik kan er nog van huiveren als ik er aan terugdenk! Toch lukte het kokkie op een goeden dag, toen hij heel erg veel trek in een borrel had, een paar uur vrij te krijgen in den voor middag toen maakte hij den eersten of ficier wijs, dat hij z'n portret moest laten maken „voor z'n meisje" Het was me nog al een gezicht om een portret te laten ma ken! zoo zwart als roet! maar de eerste offi cier vloog er ln en kokkie toog', mooi aange kleed, om negen uur naar dei^wal! En toen hij om half twaalf terug kwam, was hij lekker onder de pekell Twee dagen later ging hij de proef halen.... die naJuurlijk niet klaar was, maar wel kwam hy happig aan boord terug! Maar toen hij weer eenige dagen later per missie kwam vragen om de proef te gaan halen, ,,'s avonds kon dat niet, want dan wns de winkel dicht".... toeh vertrouwde de eerste officier het zaakje toch niet erg en gaf hem een korporaal der mariniers mee om op kokkie te passen, met het gevolg.... dat z(l 's middags beiden dronken aan boord werden gebracht door de politie! Den photo- graaf hadden zij 'samen niet kunnen vinden! Kokkie ging acht dagen de provoost in.... en wij tweeën in de nor „voeren acht dagen om Kaap Snert!" Dat komt er van als een mensch té veel van jenever houdtI THIJS. En de politiek niet alleen.Heb je I Ik kom nu langzamerhand op m'n propos gelezen van mijnheer Koopman van de door het woord keizers en koningen, dat ik Het Onbegrijpelijke..,. Heb je gelezen van Lloyd George?. Ja Dat wil ook wat zeggenl.Zoo'n ouwe man en lang in z'n betrekking. En nou ineens eruit. In deze tijd van werkeloosheid.Hoe moet zoo'n man nou wat anders vinden tegen den winter?. Ja en ik heb altijd en overal gelezen dat ie 't zoo goed dee.In den oorlog en in de oonferenties en met Ierland.en ja overal.Altijd toejuichingen en ik wee niet wat al. En nou ineens zoo maar op 'n ver gadering. En allemaal z'n vrienden,... Bonar Law en ik dacht dat die nooit meer aan de politiek mocht doen van den dokter, Dat heeft le zelf verteld. En nou las lk gisteren, dat Lloyd George na z'n aftreden ln alle kranten jn de hoogte wordt gestoken.Overal portret ten.en dat-le 't vaderland gered heeft en de Volkenbond en de heele menachheld op den koop toe.En ze hebben 'm gisteren reusachtig toegejulchd.Snap je d'r wat van?. Onbegrijpelijk die politiek!. men bepaalde personen, dan kan het dikwijls reeds resultaat opleveren, als men nauw keurig ér op let, hoeveel en wat ze uitgeven. Groote verteringen, aanschaffen van lujfe- voorwerpen, royaliteit tegenover makkers, zijn onmiskenbare aanwijzingen. Sinds de invoering van de helingwetten van 7 Juni 1919 ls net nog moeilijker dan voordien om voorwerpen van misdrijf afkom stig aan den man te brengen, zonder dat dit vroeger of later wordt ontdekt. Wel ls de toe passing van do artikelen van het W. v. S., han delende over begunstiging door verschillende luridlsohe bezwaren moeilijk, doch dit neemt niet weg, dat er thans met meer succes tegen dit euvel kan worden opgetreden en dat net aantal opkoopers, dat niét vies ls van gestolen goed, minder groot ls dan voorheen. Niet zelden loopt de dader er dan ook ln, als hij tracht zijn bezit ln klinkende munt om te •zetton en het ligt voor de hand, dat na „een flinke slag" door de politie ln 't bijzonder gelet wordt op de handelingen van opkoo pers en pandhuishouders. In verband met het voorgaande willen wij nog een tweetal gevallen uit de practyk me- dedeelen, die duidelijk aantooften, hoe kleine oorzaken vooral voor den misdadiger groote gevolgen kunnen hebben. Dr. Loook ondervond het volgende. Een dienstmeisje was gewurgd, terwijl de heer huizes afwezig was. De moordeniaar had zioh mot kleeren van den bewoner fraai uit- gedoscht en had zijn eigen lompen achter gelaten. Het onderzoek naar den persoon van den moordenaar bleef aqAvankelijk zonder eenig resultaat, aangezien nergens, een ver dacht individu was opgemerkt. De rechter van Instructie bij het „Landgericht te Keu len stelde daarop de kleeren van den moerde- naar tor beschikking van den gprerlit Hijkon scheikundige Dr. IaxkJc om te trachten door diens bemiddeling een of ander uitgangspunt te ontdekken. Gevonden werden een blonde knevel-haar met zwak roodachtigen glans, een aantal blonde hoofdharen, tabaksresten, stukjes wittebrood, visohfiohubben en plan tenresten; in éen der zakken bevonden zich twee phosphor-lucifers, welker kop wat buitengewoon zelden voorkomt met ultra marijn gekleurd was. Zakken en voering van opera?.Twee jaar geleden hebben ze hem buiten het Paleis voor Volksvlijt gezet, omdat ie 't niet kon..Als hij bleef zou "t heele- maal mis loopen.En nou is 't heelemaal mis geloopen en nou is er maar één man, die de zaak redden kan. Mijnheer Koopman. Precies.Nou zijn ze heelemaal naar Keulen naar 'm toegegaan..En nou kom- mandeert hij hoe 't mot. Onbegrijpelijk!. 'Reusachtig! Ik kan der niet bij. Besjour. Addïo!.... Mijn naam is Piet Pessimist junior. Er be hoort niet veel verbeeldingskracht toe, om te begrijpen, dat ik de zoon ben van den heer Piet Pessimist senior. Dit is inderdaad ook zoo, en het is de traditie in mijne familie, dat de voornamen van de stamhouders alle Piet zijn. Mijn moeder was eene Pruttelaar, Petronella Pruttelaar, van de firma Prutte laar Pinksterbloem, in granen. Mijn vijan den beweren, dat deze P-alliteratie oorzaak ls, dat ik zoo vaak de P in heb. Ik ga dat met een verachtelijk zwijgen voorbij, natuurlijk: een mensch, die zichzelf respecteert, kan zich aan dergelijke flauwe aardigheden niet storen. Ik ben gedurende een aantal jaren in ge lukkigen echt vereenigd met mejuffrouw Paula Pronkjuweel, en het is hu wil l/c eens een flauwe aardigheid debiteeren ln waarheid een juweel van een vrouw. Uit ons hüwelijk is één kind geboren, een stam houder natuurlijk: de jongeheer Plet Pessi' mist juniorszoon. Ik zeg met opzet „jonge heer", omdat er onder zijn kameraadjes zijn, die hem met minder elegante epitheta ver sieren, zooals: ezelsveulen, halve gare, en dergelijke, en ik ben zeer op ons fatsoen ge steld. Wij moeten onze waardigheid als mensch hooghouden, zeg ik altijd, en ik wil bijvoorbeeld ook nooit hebben, dat Paula gilt ais ze kiespijn heeft. (En ze heeft vaak kies pijn). Ik vind gillen onaesthetlsch en mensch- onwaardig, en bovendien word ik er zenuw achtig van. Ik wou u dit eigenlijk allemaal niet ver tellen, maar u krijgt nu een denkbeeld van ons, en speciaal van mij, en tot rechte waar deering van wat ik ga opschrijven, Is het noodlg, dat u mij kent. Ik moet als het ware een open boek voor u zijn. Ik heb lang ge aarzeld alvorens ik deze dingen z^u opschrij ven, want Ik houd niet van aan'den weg te timmeren, maar tenslotte heb ik gemeend het toch te moeten doen, en ze aan den redac teur der Heldersche Courant op te zenden. Wij wonen sedert jaren in het Gooi maar doordat wij relaties hebben in deze plaats, komen wij nog al eens in Helder. Over 't algemeen vind Ik net een gemoedalilk en genoeglijk plaatsje. Alles heeft hier kleine proporties, zooals dat ln een degelijk *Hol- lanusoh provinciestadje behoort, maar den laatsten tijd krijgen ze hier grootsoheep schere allures. Pen Helder of Helder moe lk tegenwoordig zeggen groeit uit tot een stad, en doordat de bevolking nogal in Am sterdam komt, kan die zich al wondergoed de steedsche gebaren en de grootsche gestie van eefc stad eigen maken. U zal zeggen: wat h'eeft dat allemaal met uw wonderlijke avonturen te maken? Geduld maar, dat komt wel, maar lk kan maar niet zoo Ineens met de deur in huis vallen, en het ls ook veel politieker om eerst wat aardigs over Helder te zeggen en dan met opmer kingen te komen. Op die manier worden de koningen en keizers ook behandeld. De hove tingen gaan ze vielen en flikflooien, en als ze dan erg gecoiffeerd zijn daarmee, worden ze in 't geniep tegengewerkt. Dat is dlplo matle, maar aangezien ik geen diplomaat maar democraat ben, behandel lk alles ln 't openbaar. Als de redfitteur van deze cou rant het allemaal wil opnemen, zal u nog rare dingen van me hoorenl de afgedragen en sterk bevlekte kleeding waren volgens de regelen der kunst versteld, Op grond van deze gegevens kwam Dr. Loock tot de conclusie, dat de persoon van den moordenaar er als volgt uit moest zien: Zijn hoofdhaar was blond, zijn knevel even eens met een tikje naar het roode; de moor denaar rookte zeer gaarne, hij was land looper van professie, zooals uit de resten wittebrood, vlsch en planten viel af te lelden; het kunstig verstellen wees op het handig kunnen omgaan met de naald, mogelijk ge leerd in het tuchthuis of een dergelijke in' richting; lucifers met blauwe koppen waren slechts in twee herbergen' in Keulen te krijgen'. Het naar aanleiding van dit signalement ingestelde onderzoek leidde reeds na twee dagen tot de arrestatie van den moordenaar. De betreffende zijn persoon opgegeven bij zonderheden werden ln alle opzichten b& vestigd. Het andere geval ofttleenen we aan Wulffen, In Augustus 1916 hadden brand kast-llohters bij een Inbraak ln een dames- oonfectle-magazlj n ln Berlijn de vlucht moe ten nemen, aangezien de vrouw van den winkelhouder wakker was geworden en alarm had, gemaakt. Een van de dieven liet ln de haast zijn jacket achtef: Er kon worden vastgesteld, dat eenI bijna gelijk jacket door een bepaalden kleermaker voor een bij de Berlljnsohe politie als brandkast!ichter reeds lang bekenden Su- der aangemaakt was. Daar buitendien nog slechts voor twee andere klanten kleeding uit dezelfde stof door denzelfden kleertnaker was gemaakt en daar dit rok-costuums waren en niet jackets, stond vast, dat Suder één der kan de Inbraak schuldige booswichten was geweest. Een ander geslepen Inbreker werd op gelijke wijze te grazen genomen, doordat hij op zekeren dag bij vergissing zijn man chetten op de plaats des misdrijfs achterliet. Doordien daarin het merkteeken van dejwas- scherij was aangetroffen, kon de recherche betrekkelijk gemakkelijk den drager van de manchetten arresteeren. Het vinden van bepaalde voorwerpen be hoeft eohter niet steeds in verband te worden gebracht met onvoorzichtigheid of overmoed bezigde. Want het spreekt vanzelf, dat ik ook in de stad was, toen Zaterdag 14 October de onthulling van het monument plaats had. Ik heb, doordat ik bij familie logeerde, die woonde aan de route, die de stoet des mid dags nam, Hare Majesteit en de Prins ter dege kunnen zien. Maffr wat was er weinig publiek langs den weg! Anderhalve man en een kind, zei Paula (die heeft altijd van die rare uitdrukkingen), en gejuichho maar! Maar toen we op het Havenplein gingen kijken, stond daar zoowat heel Helder en Nieuwediep op een kluitje. En omdat per slot van rekening 30000 inwoners (inclusief de zuigelingen) maar 30000 inwoners zijn, kun je er niet meer van maken, als er zeker de helft wan op een plein samengeperst staan en de gemeente zoo uitgestrekt is als deze. Dat zei ik natuurlijk tegen Paula, en omdat ze niet wist wat ze daarop antwoorden moest, gaf ze me een por in mijn zij, een gemeene, venijnige stomp, waarna ik haar stiekum op haar teen trapte. Ik houd van decorum en vóór alles wil ik scenes in 't openbaar ver mijden. Maar Paula kan het blijkbaar niet schelen, althans ze begon op' een verschrik kelijke manier te gillen toen ik haar trapte. U moet weten, dat ze op dien voet een ekster oog heeft. Wat scheelt er aan? vroeg meewarig een juffrouw bij ons in de buurt. O, zei ik, m'n vrouw juicht Hare Majes teit top, en dan gilt ze altijd zoo als ze in geestdrift raakt. Wat had ik prachtig het de corum gered, nietwaar? 's Avonds heb ik Paula- d'r eksteroog zorgvuldig verbonden, (want zoo ben ik nu, week als was en een kind gelijk). Maar ik kan niet tegen onrecht, en die por in de zij was onrecht. Paula zei 's avonds, ze had het gedaan, omdat ik met mijn rug precies voor een juffrouw stond, die zich al een half uur lang in alle mogelijke bochten gewrongen had om wat te zien, en die nu eindelijk zoover was, ddt ze wat zag, toen lk plotseling opdook. En ze had het niet zoo hard bedoeld, zei ze, maar ze kreeg zelf ook juist een duw, waardoor de por harder aankwam dan de opzet was. Allemaal goed en wel, maar ten eerste heb ik met andere menschen, die kijken willen, niets te maken, en ten tweede, derde en vierde laat lk mij niet ln mijn zij porren, door mijn vrouw niet fen door "anderen ook niet. Die tijd is voorbij. j Van die onthullingsplechtigheid hebben we niet veel kunnen zien, want we konden niet meer bijtijds op het Havenplein komen, en alles was afgezet. Die minuut stilte heb ben we meegemaakt. Hè, daar werd je nu koud van, zooals je dat trof, en Paula begon natuurlijk-dadeHjk te grienen. Toen we weg zouden gaan, was Plet verdwenen, onze zoon, en lk geef u te raden waar de aap zat. In den schoorsteen van het Peperhuisje, dat wil zeggen, aan den buitenkant natuurlijk. Hoe hij er gekomen was, weet de hemel, maar hij was op het dak geklommen en had zich langs den Bchoorsteen opgehesehen, waar hij net jes Ingekropen was. Dat hij er minder netjes uitkwam, begrijpt u wel, on daar we geen andere kiperen bij ons hadden, was Paula wanhopig. En dat grapje ontdekten we niet dadelijk; neen, onze zoon was aanvankelijk niet te vlndpn; wie kijkt nu dadelijk in een schoorsteen als hij iemand zoekt? Maar na afloop, t<xen we nllung weer bil de familie waren, kwam het jongeméhsch aanzetten. En toen hadt je de poppen aan 't dansen! 't Was tusschen Paula en mij juist weer zoo'n beetje in orde; d'r eksteroog deed geen pijn meer en de pijn in mijn zij was ook over, en toen kreeg je datl Drie zakdoeken heeft Paula dlan middag nat gehuild, en twee daarvan 'hebben we van onze nicht moeten lecnen, en die is toch al zoo pikant op Paula! Ja, dat was een middag om nooit te ver geten! Zoo goed mogelijk heeft Paula, die per slot van rekening toch een flink wijf is en van aanpakken weet, het pakje van Piet schoongeinaukt, en inplaats van 's Maan dags zijn we nog dienzelfden Zaterdag ver trokken. Maar wat ik eigenlijk zeggen wou: wat heeft Helder, toch een weinig representatief raadhuis! Kom nu eens bij ons in Bussum, ja, bepaald mooi vind ik het niet, maar Jé kan er mee voor den dag komen. Enfin, waar niet is, verliest de keizer zijn recht, en je kan geen vuist zetten als je geen hand hebt. Hoe wel ik mij heb laten fertellen, dat er in den van den dader; het kan ook opzet zijn, n.1, om do politie op een dwaalspoor te brengen. Men dient dus met. de mogelijkheid van uit zonderingen op den regel: „Met den eigenaar van op de plaats eens miadrijfu gevonden voorwerpen heeft men ook den dader", steeds rekening te houden. In de meeste gevallen is het bedrog zoo in het oog loopend, dat het den misdadiger niet het minste suoces oplevert. En al lpopt de politie er een oogenblik in, dan komt boontje toch wel om zijn loontje, doordien degeen, wiens eigendommen opzettelijk wor den aohtergelaten, gewoonlijk een bekende van den dader niet zelden een collega, dien hij een hak wil zetten ls. Is de eigenaar eenmaal opgespoord, dan zal deze meestal wel meer kunnen vertellen en heeft men dus den draad reeds in handen, die al spoedig tot den bedrieger leidt. Om eenige voorbeden van deze bedriegerij te noemen, liet een dienstbode, die haar heer bestal, opzettelijk een sigaren-eindje eni'si- garenaseh achter om de verdenking op een man te doen vallen; omgekeerd liet een dief een vrouwenpantoffel achter. Het een noch het ander kon de schuldige eohter helpen Evenmin had een dief in Hamburg succes met zijn truc. Hij liet namelijk op het opera tie-terrein een vloeiblad achter, waarop het adres van een dame in Lelpzig was afge vloeid. De afzender van den brief, die dezen op het Berlijnsche postkantoor geschreven had werd opgespoord. Aangezien deze zich goed herinnerde, dat een heer, wiens uiter lijk hij goed beschreef, en die onder het schrijven naast hem had gestaan, het vloei blad van hem had genomen, slaagde de re cherche er in den echten dief, die tegen wil en dank hierdoor tot zijn eigen arrestatie had bijgedragen, te pakken. Ook om redenen Van bijgeloof, dat onder het geboefte tamelijk stetk verbreid is, wordt nogal eens wat aohtergelaten. Men beschouwt dit dan als een vrijwillig zoenoffer, dat b.v. behoeden zal tegen arrestatie, q.d. Grosa deelt een en ander mede over het liefje van een beruchten inbreker, die haar kindje op een kouden winternacht te vondeling had ge legd en daarbij haar eigen schoenen, die eerst kort voor dién tijd wareiï aangeschaft. lpop der jaren al heele sommen verprutst zqn aan dit oude cavalje, waarvoor ze allang een nieuw hadden kunnen hebben. Maar de critiek is gemakkelijk, de kunst moeilijk. Dat is zeker: als ik het had want zoo ben ik nu zou ik het met pleizier geven. Ik zou naar den burgemeester toe gaan en zeggen: hier heeft u voorloopig een millioen, red u daar zoolang mee 1 Tusschen haakjes wat zag de burgemeester er keurig uit in zijn ambtsgewaad met dat mooie decoratieve lint. Dat was de moeite waard 1 Trouwens, de heele stoet was netjes in orde, en al die jour nalisten en andere volgelingen in de auto's waren tip-top. Ofschoon je wel zien kon, dat die krantenmenschen geleende hooge hoeden op hadden. Want dat soort menschen houdt er natuurlijk geen hooge hoed op na. Wat speet het mij, dat ik den mijnen niet meege nomen had! Maar Paula zei ik zou me bela chelijk gemaakt hebben als ik hem opgezet had. Dat is weer. zooiets van een vrouw, na tuurlijk. Een heer van mijn standing, en van mijn leeftijd, met het begin van een embonpoint, kan altijd een hoog© hoed dra gen, altijd. III. I Wanneer lk nu eens mag aannemen, dat U eenige aandacht geschonken hebt aan de in de vorige nummers besproken variaties op een bepaalde onderjapon dan ga ik hierbij verder nog eenige andere mogelijk heden aan të toonen. Als de vrouw haar methode van kleeding eenmaal deze richting heeft uitgestuurd, dan zal zij dra bemerken, dat er verrassend veel manieren zijn om ons „complét" aan te vullen. De eenvoudige onderjapon, dis hiervoor altijd noodig is, doet wonderen. Want niet alleen dat men zal gaan gebruik maken van de in de mode journalen aange wezen mogelijkheden maar men zal er nu ook spoedig pleizier in krijgen om zelf eens Iets uit te vinden en toe te passen. Ditmaal kunnen de liefhebsters van bor duren weer eens hun hart ophalen.... Bovenstaande teekeninggeeft aan: de on derjapon behangen met een zeer interessante variatie. Het is een zoogenaamde schouder- Aangezien de betrokken schoenmaker ln ds nabijheid woonde, was al spoedig d© moeder •opgespoord. Zij deelde mede, dat zij de schoe nen met opzet had aohtergelaten om niet ontdekt te worden. Helaas, houdt de móderne opsporings-wetenschap met deze bljgeloovige eigenaardigheden geen rekening! In de omgevihg van Aleksinao in Servië gelooft men, dat degeen, die een mensch doodt, sleohts een stuk van zijn kleeren op den vermoorde behoeft te werpen om niet gepakt te worden. In Bosnië en Herzegowina wordt volgens het volksgeloof de moordenaar na het plegen van de daad door het bloed van den verslagene zoo aangetrokken, dat hij zioh van het/ lijk niet verwijderen kan. Om te kunnen vluchten, moet hij een hem behoorend voorwerp, b.v. een geweer, op den doode werpen. In de Abruzzpn (Italië) moet de dader van het wapen of van de aarde het bloed van den vermoorde aflikken en dan het moordwerktuig ln de richting tegenge steld aan die, waarin hij vluchter, wil, weg werpen, Doet hij het niet, dan kan hij niet vluohen of zooals men op andere plaatsen weer gelooft, niet over een rivier of beek ont komen. Wij wezen reeds op het achterlaten van faeoes, een gebruik, dat men ln de weten schap „Grumus merdae" noemt. Het zijn bijna steeds beroepsmisdadigers, die het in toepassing brengen, wat op 2ich zelf reeds een aanwijzing is. Ook ten opzichte van deze eigenaardige gewognte wordt bedrog ge pleegd. Wulffen vertelt daarvan, dat een hooge officier, die er met deTegimentskas van door gegaan was, voor de geopende brandkast faeces bad gedeponeerd om zijn op passer in verdenking te brengen. Het onder zoek wees echter uit. dat ze juist van den officier afkomstig waren. Men kan ook t« slim zijn! Het komt ook voor, dat uit bijgeloof om niet ontdekt te worden de inbreker zijn hand met eigen bloed bevochtigt en die er gens op afdrukt. De dactylosoopie, waarover in een volgende bijdrage meer, stelt ook hier de politie in staat den dader te pakken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 11