't Juffertje
De Praktijk van Helder
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 28' Oct. 1922.
NO. 44. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
MARINE-HERINNERING.
OVER MISDAAD EN MISDADIGERS.
DIALOOG.
Wonderlijke avonturen van den heer
Plet Pessimist, Junior.
BABBELUURTJE OVER MODE.
Voor hen die van variatie honden.
Een ander exemplaar van het negerras,
dat ik mij herinner, iè de scheepskok Hector
Fraser. Het was in 1881 en wij dienden toen
op Hr. Ms. schroefstoomschip le kl. „Cura-
$ao", dienstdoend Wachtschip te Soerabaja.
Die „bodem" lag daar toen onder vol tuig en
toonde zoo nogal wat, maar op den keper
beschouwd was hij niet veel bijzonders, oud,
rot en vol kakkerlakken! nergens in mijne
Indische carrière heb ik ooit zooveel van dat
ontuig gezien en gevoeld als daar aan boord!
het schip „leefde ervan"! Het waren dan ook
wel de laatste beentjes, waarop de „Cura-
gao" liep, want het volgend jaar kreeg zij de
bijl! Wij waren daar met z'n tweeën in de
nor (de vóórlongroom) en kregen een tracte-
ment van 79.16 in de maand. Zegge: negen-
en-zeventig gulden en zestien centen!! Kom
daar nu er eens om! een bouwvakarbeider in
den tegenwoordigen tijd „vangt" meer in
één week, dan wij toen in Indië in een
maand! En van dat „kapitaal" moesten wij
alles betalen, je tafel, je wasch, je toelage aan
je „Jongen", enz., terwijl je dan, voor je fat
soen, nog lid was van „Modderlust" ook! Voor
je gencegen schoot er dan ook niet veel
over.,., en toch, wij waren jong en wilden
ook wel eens genieten van al het goede, dat
Soerabaja aanbood. Wij „wandelden" dan
maar door de gloeihitte naar boven, langs de
vuile stoffige Oedjoeng, en als wij dan eens
een avondje wilden boven blijven..nu dan
gingen wij maar naar den „vreetchinees"' en
kwamen 's nachts met een kossong, of een
tambangan terugals er nog geld was, en
anders maar weer te voetdat wel eens
vermoeiend was, na een dansavond! Maar als
je jong bent, dan kan je veel verdragen en
den volgenden morgen waren wij weer zoq
frisch als een hoen!
Maar om nu op dien kok terug te komen!
Hij kookte ook voor de „heeren in de vóór-
longroom", maar daar die heeren periodiek
aan geldgebrek leden, was dat een moeilijk
probleem! Evenwel armoe maakt vinding
rijk.... en wij vonden er dan ook iets op!
Wij Heten den kok bij ons komen en zelden:
„Kokkie, het is laag water met de duiten en
toch moeten wij eten, weet Jij daar wat op?"
Zijn eeuwig" lachend zwarte bakkes het
was iemand die altijd lol in het leven hadl
probeerde hij dan in een ernstige plooi te
trekken, alsof hij geweldig nadacht, en dan
kwam het: nu heeren, ik weet er wat
opl Koopt een plkol aardappelen, geeft mi,
de rantsoenen en tien gulden in de irtaarr
om in te koopenü en U bent van alles af!"
„Top", zeiden wij, want dan waren wh voor
7 18.50 klaar met de tafel! En eten dat wi,
deden! heerlijk hoor! Om twaalf uur kregen
wij een behoorlijke rijsttafel en 's avonds ge
braden vleeseh met „sajar bastion",,., hei
kon niet beterSoms nog wel eeps een
croquetje vooruit als het gaatjesdag was.,|
maar dan was het wel „kasjeweel" dat de of
flcleren op zoo'n dag óók croquetjes aten.,
maar dat ging ons niet aan! Toen was den
eenen dag de rijsttafel lang zoo goed niet als
den anderen! da' zat zóó: Kokkie had de ge
woonte tegen half twaalf tijd van oorlam
in de nor te komen met een of ander klets
praatje, en als wij dan één van onze twee
oorlammen aan hem offerden,... dnn kre
gen wij een pracht-rljsttafel! Hadden wi,
daarentegen zelf erg veel trek In die hart
versterking, zoodat kokkie ongetroost weer
naar de kombuis trok.,,, nu dan wisten wi,
er alles van en moesten wij ons prepareeren
op rijst met kerriesaus, waarin hier en daar
wat groente dreef! Het lag dus heelemaal aan
ons zelf of wij lekker zouden eten of niet!'
Ja, van een extra borrel hield Hector Fra
ser buitengewoon veel 1 zóóveel, dat hij soms
probeerde in den voormiddag een paar uur
door
LEO FELIX.
Hoe boeven zich verraden.
De arrestatie van den dader van een straf
baar feit ls niet steeds het resultaat van
de werkzaamheid der polile of van verraad
van derden; dikwijls toch komt de waarheid
aan het licht door een onvoorzichtigheid,
door overmoed of door achteloosheid van den
misdadiger. Het geval-Hennlg, dat wij eeni-
gen tijd geleden weergaven, is daar een
sprekend oewljs van. Was de dader niet zoo
brutaal geweest om zich tot de redactie van
de „Lokui Anzeiger" te wenden met het aan
bod een uitvoerig relaas van den moord te
leveren, dan ware hij wejlloht niet, althans
niet zoo spoedig, ontdekt geworden.
En zoo gaat net meer. De Bllmsto en han
digste dief doet gewoonlijk iets doms, waar
door het in handen van de gerechtigheid val
len slechts een kwestie van tijd is. De domste
onder de flaters ls wel het achterlaten van
een of ander voorwerp op de plaats des mis-
drljfs. Want voor de deskundigen en voor
de recherche ls zoo'n gevonden voorwerp
feitelijk een visite-kaartje. „Visite-kaartje''
noemt men ook het resultaat van de hebbe
lijkheid van sommige oolijke heeren van de
vlakte om op het operatie-terrein, gewoonlijk
op een uitgezochte plaats, hun behoefte te
doen. Deze flauwe aardigheid, die voor een
braivoure-stukje moet doorgaan, heeft reeds
menig grappenmaker achter slot en grendel
gebracht. De scheikundige weet precies te
vertellen, wat meneer gegeten heeft, terwijl
do geneesheer niet zelden organische afwij
kingen kan oonstateeren. Al deze aanwijzin
gen en nog vele meer kunnen uit die „aar
digheid" worden afgeleid.
Worden kleodlngstukken of gedeelten
daarvan achtergelaten, dan kan men er een
politiehond de lucht van g^ven en leidt dit
niet zelden tot de arrestatie van den onvoor
zichtige. Over vingerafdrukken, voetsporen,
e.d. spreken we nog.
Is er een vermogensdelict (diefstal, oplich
ting, verduistering), gepleegd en verdenkt
vrij te krijgen om, onder het een of ander
voorwendsel, naar den wal te gaan, dat ge*
woonljjk niet gelukte. Zoo kwam hij eens.
verlof vragen om naar den wal te gaan, om
dat er iemand werd opgehangen 11 hetgeen
natuurlijk geweigerd werd. Maar het feit-was
waar, er werd iemand opgehangen, nog wel
een Europeaan, een wachtmeester van de
cavallerie, die een paar menschen had ver
moord, en ik heb het toevallig gezien, maar
hoop zoo iets nooit meer te zien, want hoe
wel de yeroordeelde zich kranig hield, blijft
bet een verschrikkelijk gezicht.,., ik kan er
nog van huiveren als ik er aan terugdenk!
Toch lukte het kokkie op een goeden dag,
toen hij heel erg veel trek in een borrel had,
een paar uur vrij te krijgen in den voor
middag toen maakte hij den eersten of
ficier wijs, dat hij z'n portret moest laten
maken „voor z'n meisje" Het was me nog
al een gezicht om een portret te laten ma
ken! zoo zwart als roet! maar de eerste offi
cier vloog er ln en kokkie toog', mooi aange
kleed, om negen uur naar dei^wal! En toen
hij om half twaalf terug kwam, was hij lekker
onder de pekell Twee dagen later ging hij de
proef halen.... die naJuurlijk niet klaar
was, maar wel kwam hy happig aan boord
terug!
Maar toen hij weer eenige dagen later per
missie kwam vragen om de proef te gaan
halen, ,,'s avonds kon dat niet, want dan wns
de winkel dicht".... toeh vertrouwde de
eerste officier het zaakje toch niet erg en
gaf hem een korporaal der mariniers mee
om op kokkie te passen, met het gevolg....
dat z(l 's middags beiden dronken aan boord
werden gebracht door de politie! Den photo-
graaf hadden zij 'samen niet kunnen vinden!
Kokkie ging acht dagen de provoost in....
en wij tweeën in de nor „voeren acht dagen
om Kaap Snert!"
Dat komt er van als een mensch té veel
van jenever houdtI
THIJS.
En de politiek niet alleen.Heb je I Ik kom nu langzamerhand op m'n propos
gelezen van mijnheer Koopman van de door het woord keizers en koningen, dat ik
Het Onbegrijpelijke..,.
Heb je gelezen van Lloyd George?.
Ja Dat wil ook wat zeggenl.Zoo'n
ouwe man en lang in z'n betrekking.
En nou ineens eruit.
In deze tijd van werkeloosheid.Hoe
moet zoo'n man nou wat anders vinden
tegen den winter?.
Ja en ik heb altijd en overal gelezen
dat ie 't zoo goed dee.In den oorlog en
in de oonferenties en met Ierland.en
ja overal.Altijd toejuichingen en ik wee
niet wat al.
En nou ineens zoo maar op 'n ver
gadering. En allemaal z'n vrienden,...
Bonar Law en ik dacht dat die nooit meer
aan de politiek mocht doen van den dokter,
Dat heeft le zelf verteld.
En nou las lk gisteren, dat Lloyd
George na z'n aftreden ln alle kranten jn de
hoogte wordt gestoken.Overal portret
ten.en dat-le 't vaderland gered heeft en
de Volkenbond en de heele menachheld op
den koop toe.En ze hebben 'm gisteren
reusachtig toegejulchd.Snap je d'r wat
van?.
Onbegrijpelijk die politiek!.
men bepaalde personen, dan kan het dikwijls
reeds resultaat opleveren, als men nauw
keurig ér op let, hoeveel en wat ze uitgeven.
Groote verteringen, aanschaffen van lujfe-
voorwerpen, royaliteit tegenover makkers,
zijn onmiskenbare aanwijzingen.
Sinds de invoering van de helingwetten
van 7 Juni 1919 ls net nog moeilijker dan
voordien om voorwerpen van misdrijf afkom
stig aan den man te brengen, zonder dat dit
vroeger of later wordt ontdekt. Wel ls de toe
passing van do artikelen van het W. v. S., han
delende over begunstiging door verschillende
luridlsohe bezwaren moeilijk, doch dit neemt
niet weg, dat er thans met meer succes tegen
dit euvel kan worden opgetreden en dat net
aantal opkoopers, dat niét vies ls van gestolen
goed, minder groot ls dan voorheen. Niet
zelden loopt de dader er dan ook ln, als hij
tracht zijn bezit ln klinkende munt om te
•zetton en het ligt voor de hand, dat na „een
flinke slag" door de politie ln 't bijzonder
gelet wordt op de handelingen van opkoo
pers en pandhuishouders.
In verband met het voorgaande willen wij
nog een tweetal gevallen uit de practyk me-
dedeelen, die duidelijk aantooften, hoe kleine
oorzaken vooral voor den misdadiger
groote gevolgen kunnen hebben.
Dr. Loook ondervond het volgende. Een
dienstmeisje was gewurgd, terwijl de heer
huizes afwezig was. De moordeniaar had
zioh mot kleeren van den bewoner fraai uit-
gedoscht en had zijn eigen lompen achter
gelaten. Het onderzoek naar den persoon van
den moordenaar bleef aqAvankelijk zonder
eenig resultaat, aangezien nergens, een ver
dacht individu was opgemerkt. De rechter
van Instructie bij het „Landgericht te Keu
len stelde daarop de kleeren van den moerde-
naar tor beschikking van den gprerlit Hijkon
scheikundige Dr. IaxkJc om te trachten door
diens bemiddeling een of ander uitgangspunt
te ontdekken. Gevonden werden een blonde
knevel-haar met zwak roodachtigen glans,
een aantal blonde hoofdharen, tabaksresten,
stukjes wittebrood, visohfiohubben en plan
tenresten; in éen der zakken bevonden zich
twee phosphor-lucifers, welker kop wat
buitengewoon zelden voorkomt met ultra
marijn gekleurd was. Zakken en voering van
opera?.Twee jaar geleden hebben ze hem
buiten het Paleis voor Volksvlijt gezet, omdat
ie 't niet kon..Als hij bleef zou "t heele-
maal mis loopen.En nou is 't heelemaal
mis geloopen en nou is er maar één man, die
de zaak redden kan.
Mijnheer Koopman.
Precies.Nou zijn ze heelemaal naar
Keulen naar 'm toegegaan..En nou kom-
mandeert hij hoe 't mot.
Onbegrijpelijk!.
'Reusachtig! Ik kan der niet bij.
Besjour.
Addïo!....
Mijn naam is Piet Pessimist junior. Er be
hoort niet veel verbeeldingskracht toe, om te
begrijpen, dat ik de zoon ben van den heer
Piet Pessimist senior. Dit is inderdaad ook
zoo, en het is de traditie in mijne familie,
dat de voornamen van de stamhouders alle
Piet zijn. Mijn moeder was eene Pruttelaar,
Petronella Pruttelaar, van de firma Prutte
laar Pinksterbloem, in granen. Mijn vijan
den beweren, dat deze P-alliteratie oorzaak
ls, dat ik zoo vaak de P in heb. Ik ga dat met
een verachtelijk zwijgen voorbij, natuurlijk:
een mensch, die zichzelf respecteert, kan
zich aan dergelijke flauwe aardigheden niet
storen.
Ik ben gedurende een aantal jaren in ge
lukkigen echt vereenigd met mejuffrouw
Paula Pronkjuweel, en het is hu wil
l/c eens een flauwe aardigheid debiteeren
ln waarheid een juweel van een vrouw. Uit
ons hüwelijk is één kind geboren, een stam
houder natuurlijk: de jongeheer Plet Pessi'
mist juniorszoon. Ik zeg met opzet „jonge
heer", omdat er onder zijn kameraadjes zijn,
die hem met minder elegante epitheta ver
sieren, zooals: ezelsveulen, halve gare, en
dergelijke, en ik ben zeer op ons fatsoen ge
steld. Wij moeten onze waardigheid als
mensch hooghouden, zeg ik altijd, en ik wil
bijvoorbeeld ook nooit hebben, dat Paula gilt
ais ze kiespijn heeft. (En ze heeft vaak kies
pijn). Ik vind gillen onaesthetlsch en mensch-
onwaardig, en bovendien word ik er zenuw
achtig van.
Ik wou u dit eigenlijk allemaal niet ver
tellen, maar u krijgt nu een denkbeeld van
ons, en speciaal van mij, en tot rechte waar
deering van wat ik ga opschrijven, Is het
noodlg, dat u mij kent. Ik moet als het ware
een open boek voor u zijn. Ik heb lang ge
aarzeld alvorens ik deze dingen z^u opschrij
ven, want Ik houd niet van aan'den weg te
timmeren, maar tenslotte heb ik gemeend
het toch te moeten doen, en ze aan den redac
teur der Heldersche Courant op te zenden.
Wij wonen sedert jaren in het Gooi
maar doordat wij relaties hebben in deze
plaats, komen wij nog al eens in Helder. Over
't algemeen vind Ik net een gemoedalilk en
genoeglijk plaatsje. Alles heeft hier kleine
proporties, zooals dat ln een degelijk *Hol-
lanusoh provinciestadje behoort, maar den
laatsten tijd krijgen ze hier grootsoheep
schere allures. Pen Helder of Helder moe
lk tegenwoordig zeggen groeit uit tot een
stad, en doordat de bevolking nogal in Am
sterdam komt, kan die zich al wondergoed
de steedsche gebaren en de grootsche gestie
van eefc stad eigen maken.
U zal zeggen: wat h'eeft dat allemaal met
uw wonderlijke avonturen te maken? Geduld
maar, dat komt wel, maar lk kan maar niet
zoo Ineens met de deur in huis vallen, en het
ls ook veel politieker om eerst wat aardigs
over Helder te zeggen en dan met opmer
kingen te komen. Op die manier worden de
koningen en keizers ook behandeld. De hove
tingen gaan ze vielen en flikflooien, en als
ze dan erg gecoiffeerd zijn daarmee, worden
ze in 't geniep tegengewerkt. Dat is dlplo
matle, maar aangezien ik geen diplomaat
maar democraat ben, behandel lk alles ln
't openbaar. Als de redfitteur van deze cou
rant het allemaal wil opnemen, zal u nog
rare dingen van me hoorenl
de afgedragen en sterk bevlekte kleeding
waren volgens de regelen der kunst versteld,
Op grond van deze gegevens kwam Dr.
Loock tot de conclusie, dat de persoon van
den moordenaar er als volgt uit moest zien:
Zijn hoofdhaar was blond, zijn knevel even
eens met een tikje naar het roode; de moor
denaar rookte zeer gaarne, hij was land
looper van professie, zooals uit de resten
wittebrood, vlsch en planten viel af te lelden;
het kunstig verstellen wees op het handig
kunnen omgaan met de naald, mogelijk ge
leerd in het tuchthuis of een dergelijke in'
richting; lucifers met blauwe koppen waren
slechts in twee herbergen' in Keulen te
krijgen'.
Het naar aanleiding van dit signalement
ingestelde onderzoek leidde reeds na twee
dagen tot de arrestatie van den moordenaar.
De betreffende zijn persoon opgegeven bij
zonderheden werden ln alle opzichten b&
vestigd.
Het andere geval ofttleenen we aan
Wulffen, In Augustus 1916 hadden brand
kast-llohters bij een Inbraak ln een dames-
oonfectle-magazlj n ln Berlijn de vlucht moe
ten nemen, aangezien de vrouw van den
winkelhouder wakker was geworden en
alarm had, gemaakt.
Een van de dieven liet ln de haast zijn
jacket achtef: Er kon worden vastgesteld, dat
eenI bijna gelijk jacket door een bepaalden
kleermaker voor een bij de Berlljnsohe politie
als brandkast!ichter reeds lang bekenden Su-
der aangemaakt was. Daar buitendien nog
slechts voor twee andere klanten kleeding
uit dezelfde stof door denzelfden kleertnaker
was gemaakt en daar dit rok-costuums waren
en niet jackets, stond vast, dat Suder één der
kan de Inbraak schuldige booswichten was
geweest. Een ander geslepen Inbreker werd
op gelijke wijze te grazen genomen, doordat
hij op zekeren dag bij vergissing zijn man
chetten op de plaats des misdrijfs achterliet.
Doordien daarin het merkteeken van dejwas-
scherij was aangetroffen, kon de recherche
betrekkelijk gemakkelijk den drager van de
manchetten arresteeren.
Het vinden van bepaalde voorwerpen be
hoeft eohter niet steeds in verband te worden
gebracht met onvoorzichtigheid of overmoed
bezigde. Want het spreekt vanzelf, dat ik
ook in de stad was, toen Zaterdag 14 October
de onthulling van het monument plaats had.
Ik heb, doordat ik bij familie logeerde, die
woonde aan de route, die de stoet des mid
dags nam, Hare Majesteit en de Prins ter
dege kunnen zien. Maffr wat was er weinig
publiek langs den weg! Anderhalve man en
een kind, zei Paula (die heeft altijd van die
rare uitdrukkingen), en gejuichho maar!
Maar toen we op het Havenplein gingen
kijken, stond daar zoowat heel Helder en
Nieuwediep op een kluitje. En omdat per
slot van rekening 30000 inwoners (inclusief
de zuigelingen) maar 30000 inwoners zijn,
kun je er niet meer van maken, als er zeker
de helft wan op een plein samengeperst staan
en de gemeente zoo uitgestrekt is als deze.
Dat zei ik natuurlijk tegen Paula, en omdat
ze niet wist wat ze daarop antwoorden moest,
gaf ze me een por in mijn zij, een gemeene,
venijnige stomp, waarna ik haar stiekum op
haar teen trapte. Ik houd van decorum en
vóór alles wil ik scenes in 't openbaar ver
mijden. Maar Paula kan het blijkbaar niet
schelen, althans ze begon op' een verschrik
kelijke manier te gillen toen ik haar trapte.
U moet weten, dat ze op dien voet een ekster
oog heeft.
Wat scheelt er aan? vroeg meewarig een
juffrouw bij ons in de buurt.
O, zei ik, m'n vrouw juicht Hare Majes
teit top, en dan gilt ze altijd zoo als ze in
geestdrift raakt. Wat had ik prachtig het de
corum gered, nietwaar? 's Avonds heb ik
Paula- d'r eksteroog zorgvuldig verbonden,
(want zoo ben ik nu, week als was en een
kind gelijk). Maar ik kan niet tegen onrecht,
en die por in de zij was onrecht. Paula zei
's avonds, ze had het gedaan, omdat ik met
mijn rug precies voor een juffrouw stond,
die zich al een half uur lang in alle mogelijke
bochten gewrongen had om wat te zien, en
die nu eindelijk zoover was, ddt ze wat zag,
toen lk plotseling opdook. En ze had het niet
zoo hard bedoeld, zei ze, maar ze kreeg zelf
ook juist een duw, waardoor de por harder
aankwam dan de opzet was. Allemaal goed
en wel, maar ten eerste heb ik met andere
menschen, die kijken willen, niets te maken,
en ten tweede, derde en vierde laat lk mij
niet ln mijn zij porren, door mijn vrouw
niet fen door "anderen ook niet. Die tijd is
voorbij. j
Van die onthullingsplechtigheid hebben
we niet veel kunnen zien, want we konden
niet meer bijtijds op het Havenplein komen,
en alles was afgezet. Die minuut stilte heb
ben we meegemaakt. Hè, daar werd je nu
koud van, zooals je dat trof, en Paula begon
natuurlijk-dadeHjk te grienen. Toen we weg
zouden gaan, was Plet verdwenen, onze zoon,
en lk geef u te raden waar de aap zat. In den
schoorsteen van het Peperhuisje, dat wil
zeggen, aan den buitenkant natuurlijk. Hoe
hij er gekomen was, weet de hemel, maar hij
was op het dak geklommen en had zich langs
den Bchoorsteen opgehesehen, waar hij net
jes Ingekropen was. Dat hij er minder netjes
uitkwam, begrijpt u wel, on daar we geen
andere kiperen bij ons hadden, was Paula
wanhopig. En dat grapje ontdekten we niet
dadelijk; neen, onze zoon was aanvankelijk
niet te vlndpn; wie kijkt nu dadelijk in een
schoorsteen als hij iemand zoekt? Maar na
afloop, t<xen we nllung weer bil de familie
waren, kwam het jongeméhsch aanzetten.
En toen hadt je de poppen aan 't dansen!
't Was tusschen Paula en mij juist weer
zoo'n beetje in orde; d'r eksteroog deed geen
pijn meer en de pijn in mijn zij was ook
over, en toen kreeg je datl Drie zakdoeken
heeft Paula dlan middag nat gehuild, en twee
daarvan 'hebben we van onze nicht moeten
lecnen, en die is toch al zoo pikant op Paula!
Ja, dat was een middag om nooit te ver
geten! Zoo goed mogelijk heeft Paula, die
per slot van rekening toch een flink wijf is
en van aanpakken weet, het pakje van
Piet schoongeinaukt, en inplaats van 's Maan
dags zijn we nog dienzelfden Zaterdag ver
trokken.
Maar wat ik eigenlijk zeggen wou: wat
heeft Helder, toch een weinig representatief
raadhuis! Kom nu eens bij ons in Bussum,
ja, bepaald mooi vind ik het niet, maar Jé
kan er mee voor den dag komen. Enfin, waar
niet is, verliest de keizer zijn recht, en je kan
geen vuist zetten als je geen hand hebt. Hoe
wel ik mij heb laten fertellen, dat er in den
van den dader; het kan ook opzet zijn, n.1,
om do politie op een dwaalspoor te brengen.
Men dient dus met. de mogelijkheid van uit
zonderingen op den regel: „Met den eigenaar
van op de plaats eens miadrijfu gevonden
voorwerpen heeft men ook den dader", steeds
rekening te houden.
In de meeste gevallen is het bedrog zoo
in het oog loopend, dat het den misdadiger
niet het minste suoces oplevert. En al lpopt
de politie er een oogenblik in, dan komt
boontje toch wel om zijn loontje, doordien
degeen, wiens eigendommen opzettelijk wor
den aohtergelaten, gewoonlijk een bekende
van den dader niet zelden een collega, dien
hij een hak wil zetten ls. Is de eigenaar
eenmaal opgespoord, dan zal deze meestal
wel meer kunnen vertellen en heeft men dus
den draad reeds in handen, die al spoedig
tot den bedrieger leidt.
Om eenige voorbeden van deze bedriegerij
te noemen, liet een dienstbode, die haar heer
bestal, opzettelijk een sigaren-eindje eni'si-
garenaseh achter om de verdenking op een
man te doen vallen; omgekeerd liet een dief
een vrouwenpantoffel achter. Het een noch
het ander kon de schuldige eohter helpen
Evenmin had een dief in Hamburg succes
met zijn truc. Hij liet namelijk op het opera
tie-terrein een vloeiblad achter, waarop het
adres van een dame in Lelpzig was afge
vloeid. De afzender van den brief, die dezen
op het Berlijnsche postkantoor geschreven
had werd opgespoord. Aangezien deze zich
goed herinnerde, dat een heer, wiens uiter
lijk hij goed beschreef, en die onder het
schrijven naast hem had gestaan, het vloei
blad van hem had genomen, slaagde de re
cherche er in den echten dief, die tegen wil
en dank hierdoor tot zijn eigen arrestatie
had bijgedragen, te pakken.
Ook om redenen Van bijgeloof, dat onder
het geboefte tamelijk stetk verbreid is, wordt
nogal eens wat aohtergelaten. Men beschouwt
dit dan als een vrijwillig zoenoffer, dat b.v.
behoeden zal tegen arrestatie, q.d. Grosa
deelt een en ander mede over het liefje van
een beruchten inbreker, die haar kindje op
een kouden winternacht te vondeling had ge
legd en daarbij haar eigen schoenen, die
eerst kort voor dién tijd wareiï aangeschaft.
lpop der jaren al heele sommen verprutst
zqn aan dit oude cavalje, waarvoor ze allang
een nieuw hadden kunnen hebben. Maar de
critiek is gemakkelijk, de kunst moeilijk. Dat
is zeker: als ik het had want zoo ben ik
nu zou ik het met pleizier geven. Ik zou
naar den burgemeester toe gaan en zeggen:
hier heeft u voorloopig een millioen, red u
daar zoolang mee 1 Tusschen haakjes wat
zag de burgemeester er keurig uit in zijn
ambtsgewaad met dat mooie decoratieve lint.
Dat was de moeite waard 1 Trouwens, de
heele stoet was netjes in orde, en al die jour
nalisten en andere volgelingen in de auto's
waren tip-top. Ofschoon je wel zien kon, dat
die krantenmenschen geleende hooge hoeden
op hadden. Want dat soort menschen houdt
er natuurlijk geen hooge hoed op na. Wat
speet het mij, dat ik den mijnen niet meege
nomen had! Maar Paula zei ik zou me bela
chelijk gemaakt hebben als ik hem opgezet
had. Dat is weer. zooiets van een vrouw, na
tuurlijk. Een heer van mijn standing, en
van mijn leeftijd, met het begin van een
embonpoint, kan altijd een hoog© hoed dra
gen, altijd.
III.
I
Wanneer lk nu eens mag aannemen, dat
U eenige aandacht geschonken hebt aan de
in de vorige nummers besproken variaties
op een bepaalde onderjapon dan ga ik
hierbij verder nog eenige andere mogelijk
heden aan të toonen. Als de vrouw haar
methode van kleeding eenmaal deze richting
heeft uitgestuurd, dan zal zij dra bemerken,
dat er verrassend veel manieren zijn om ons
„complét" aan te vullen.
De eenvoudige onderjapon, dis hiervoor
altijd noodig is, doet wonderen.
Want niet alleen dat men zal gaan gebruik
maken van de in de mode journalen aange
wezen mogelijkheden maar men zal er nu
ook spoedig pleizier in krijgen om zelf eens
Iets uit te vinden en toe te passen.
Ditmaal kunnen de liefhebsters van bor
duren weer eens hun hart ophalen....
Bovenstaande teekeninggeeft aan: de on
derjapon behangen met een zeer interessante
variatie. Het is een zoogenaamde schouder-
Aangezien de betrokken schoenmaker ln ds
nabijheid woonde, was al spoedig d© moeder
•opgespoord. Zij deelde mede, dat zij de schoe
nen met opzet had aohtergelaten om niet
ontdekt te worden. Helaas, houdt de móderne
opsporings-wetenschap met deze bljgeloovige
eigenaardigheden geen rekening!
In de omgevihg van Aleksinao in Servië
gelooft men, dat degeen, die een mensch
doodt, sleohts een stuk van zijn kleeren op
den vermoorde behoeft te werpen om niet
gepakt te worden. In Bosnië en Herzegowina
wordt volgens het volksgeloof de moordenaar
na het plegen van de daad door het bloed
van den verslagene zoo aangetrokken, dat
hij zioh van het/ lijk niet verwijderen kan.
Om te kunnen vluchten, moet hij een hem
behoorend voorwerp, b.v. een geweer, op den
doode werpen. In de Abruzzpn (Italië) moet
de dader van het wapen of van de aarde het
bloed van den vermoorde aflikken en dan
het moordwerktuig ln de richting tegenge
steld aan die, waarin hij vluchter, wil, weg
werpen, Doet hij het niet, dan kan hij niet
vluohen of zooals men op andere plaatsen
weer gelooft, niet over een rivier of beek ont
komen.
Wij wezen reeds op het achterlaten van
faeoes, een gebruik, dat men ln de weten
schap „Grumus merdae" noemt. Het zijn
bijna steeds beroepsmisdadigers, die het in
toepassing brengen, wat op 2ich zelf reeds
een aanwijzing is. Ook ten opzichte van deze
eigenaardige gewognte wordt bedrog ge
pleegd. Wulffen vertelt daarvan, dat een
hooge officier, die er met deTegimentskas
van door gegaan was, voor de geopende
brandkast faeces bad gedeponeerd om zijn op
passer in verdenking te brengen. Het onder
zoek wees echter uit. dat ze juist van den
officier afkomstig waren. Men kan ook t«
slim zijn!
Het komt ook voor, dat uit bijgeloof om
niet ontdekt te worden de inbreker zijn
hand met eigen bloed bevochtigt en die er
gens op afdrukt. De dactylosoopie, waarover
in een volgende bijdrage meer, stelt ook hier
de politie in staat den dader te pakken.