VOOR DE KINDEREN B Cajanus, 283 cM. lang, bijna 3 meter! Terwijl iemand van 2 meter lengte al boven zijn me- demenschen uitsteekt, was deze Fin nog bijna een meter langer! Tenslotte zijn er ook nog groote menschen, die ook wegens .et lichaamsgewicht uitblin ken. Ook Hier worden ongelooflijke maten bereikt. Welk een verschil overigens tusschen de beide uiterste maten: het Arabièrtje van 38 cM, naast den geweldigen Fin van 2.83 M. We zien er uit tót welke spelingen de natuur vaak overgaat. En het bovenstaande leert ons alweder de les, dat ook in de lichaams grootte de gulden middenweg de beste is. Want aan dit buitengewone paart zich steeds het min of meer ziekelijke tevens. BABBELUURTJE OVER MODE. Vóór hen, die van variatie houden. rv. Ik geloof stellig, dat de mogelijkheid aan wezig is om over het hier behandelde onder werp zeker iedere week van het volle jaar een artikel te schrijven. Niet alleen zooals ik vroeger zei: in figuurlijken zin maar werkelijk in letterlijken zin, zijn de moge lijkheden voor deze z.g. „variatie-kleeding" onbegrensd. Aangezien er echter nog zoo veel meer is, de moeite vun het beschrijven waard, lijkt het mij verstandig dit onderwerp na deze week weer voor een pookje te laten rusten. Het hoofddoel, meen ik, is toch bereikt;. Uw aandacht is op de mogelijkheid gevestigd. De smaakvolle vrouw zal nu, na deze kleine vingerwijzingen haar eigen wegen wel we ten. te zoeken. Gezien het feit, dat zij aan geen eigenlijke moderegels gebonden is, maar volle vrijheid van handelen heeft, zal dit haar op den duur de bij haar persoon en figuur passende varianten weten te doen finden. Inmiddels geef ik hier onder nog een drie tal toepassingen ter completeering, welke naar mijn meening de moeite waard zijn. Bovenstaande teekening geeft een smaak volle rugigarneering, welke voor de zijden ja pon van zwart velours chiffon On zachte, dunne, zeer soepele fluweel) en voor de stoffen japon van zwarte charmeuse gemaakt kan worden. Het is een eenvoudige rechte lap van ongeveer 90 cM. breed en van de lengte die noodig is. De lap wordt aan weers kanten naar onder en naar boven 15 cM. af geschuind, zoodat de breedte onder en boven ongeveer 60 cM. is geworden. Van boven aan de bals zet men de middelste 30 cM. langs de halsuitsnijding. De rest laat men dan golvend afhangen. Op heuphoogte haalt men de lap in op vijf en dertig centimeter en zet daarop een ketting van groote zwarte-houten kralen, welke om de japon heen sluit. Nummer n bestaat uit twee rechte banen van een extra mooie bedrukte zijde aan een schouderstuk, dat de vorm heeft van eep monnikskap. Alleen heeft deze monnikskap geen afhangende punt op het rugmiddel, maar twee punten, aan weerskanten bij de armen één. Hierbij is het heel mooi een ceintuur te haken van zwarte zij. Op een rij lossen haakt men één driedubbelstokje dat is inplaats één lusje om de pen drie er om.vervol gens twee lossen, twee driedubbelstokjes. twee lossen, één driedubbelstokje etc. Hierdoor rijgt men nu een zwart bandflu weel, zoodat het dubbele stokje steeds boven komt. Voor deze beeldige ceintuur kan men een lap zjjde zelf met het'vereischte patroon bor duren. Men kan er echter ook geschikte zijde in een ongeveer overeenkomend dessin voor koopen. Dit alles is geheel naar eigen ver kiezing. In ieder geval moet de strook minstens 25 cM. breed zijn en op de heupwijdte afge werkt worden. Het geheel moet het lichaam zeer luchtig omsluiten. De afhangende franje maakt men van smalle zijden band fluweeltjes, die men aan het boveneind in een knoopje legt en vervolgens op een cM. afstand aan de ceintuur hecht. En met de nu hier gepasseerde voorbeel den zult U dunkt mij wel overtuigd zijn van de mogelijkheid om met iedere afzonderlijke variatie een geheel anders uitziende japon te krijgen. Het moge dan misschien wat moeite en tijd en aandacht vergen maar het houdt de vervulling in van een hartewensch van bijna iedere vrouw:.... Variatie....! Dit weet ik zeker. Mme Corry. KLEINIGHEDEN. Bij het maken van marmelade of jam of iets dergelijks, doet men goed den bodem van de pan, waarin gekookt wordt, met boter te besmeren. Hierdoor zal men minder last van overkoken hebben. Bij het stijven van linnen zal men goed doen aan de stijfsel een paar druppels gly cerine toe te voegen. Het strijkijzer zal dan niet kleven en het linnen zal na het strijken een prachtige glans hebben. 'n Goede lijm voor gebroken glaswerk en porcelein krijgt men door aluin op een Ijze ren lepel boven vuur te smelten. Met deze stof smeert men de scherven in en laat ze droogen. Aldus gelijmde voorwerpen kunnen gewoon gewasschen worden. Voordat men een nieuw regenscherm in gebruik neemt, doet men verstandig eerst alle draaipunten in het baleinen stelsel met vaseline te smeren. Vaseline weert roest, naakt dus dat het genoemde nuttige voor werp langer meegaat en dringt niet in het goed door, wat olie wel zou doen. Om gummi slangen tegen hard worden te behoeden, koke men twee lepels lijnzaad ge durende twintig minuten op driekwart liter water. De vloeistof wordt gezeefd en opnieuw verdund met een liter kokend water. Men doe nu de slangen hierin en late ze een kwartier liggen. Deze behandeling kan met geregelde usschenpoozen worden herhaald. OVER MISDAAD EN MISDADIGERS. door LEO FELIX. Het groote publiek staat gewoonlijk wat ongeloovig en vragend tegenover de resul taten, welke door het opsporen en bestudee- ren van vingerafdiukken in strafzaken kun nen worden bereikt. Te verwonderen is dit niet, omdat het ook voor wetenschappelijke onderzoekers nog nu en dan verwondering baart, dat de natuur ten deze zoo eenvoudig en klaar de techniek in staat stelt om de overheid te steunen in den strijd tegen de misdaad. Naarmate de wetenschap meer en meer theoretische vorderingen maakte, paste men deze in de praktijk toe met het gevolg, dat thans de dactyloscopie een hooge graad van volmaaktheid heeft bereikt. Geleerden van naam hebben er nauwkeurige onderzoekin gen voor verricht; onder hen noemen we Prof. Dr. Hans Grosz, Heindl en Van Led den Hulsebosch, de laatste de Hollandsche deskundige, die reeds veel naam heeft ge maakt. Langen tijd beschouwde men het signale ment als een der eerste middelen om per sonen te identifioeeren. Hoewei we hierop nog nader terugkomen, meen'en we reeds nu wel te kunnen vermelden, <lat de oorspron kelijke methode hier niet bijzonder doelmatig is gebleken. De ingerafdrukken waren dus een uitkomst en tot op zekere hoogte zijn ze dat nog. Wat zijn vingerafdrukken Hoewel het woord reeds veel verklaart, kan het voor een juist begrip wel dienstig zijn daaromtrent een en ander mede te deelen. Od de vinger toppen kan men reeds bij oppervlakkige be schouwingen een aantal fijne lijntjes, de papilair-lijnen, opmerken. Bij vergrooting ziet men, dat het een groot aantal kanaaltjes zijn, die allerlei figuren vormen en daardoort een karakteristiek beeld geven: sommige ka naaltjes zijn slechts kort en loopen dood, de andere vormen krullen en lussen. Doordien de huid voortdurend vetachtige stoffen af scheidt ook bij geringe warmte geeft de vingertolp bjj aanraking van een glad op pervlak reeds een duidelijke afdruk, de z.g. vingerafdruk. De afdrukken zouden nu slechts weinig waarde hebben, indien de natuur niet gezorgd had voor een merkwaardige eigenschap. Het is n.1. gebleken, dat de vingerafdrukken van elk mensch verschillen met die van een ander en dat de papilair-lijnen gedurende het ge- heele leven niet van vorm veranderen. Een eenvoudige kansberekening bevestigt reeds eerstgenoemde stelling; misschien zijn er twee menschen op de wereld, die overeenkom stige vingerafdrukken hebben! Laat dus iemand ergens een afdruk van een zijner vin gertoppen, "bewust of onbewust achter, dan kan hij theoretisch gesproken geïdentificeerd worden, als zijnde de persoon, die op een be paalde plaats aanwezig is geweest. Behalve het bovengenoemde zijn er nog twee later ontdekte eigenschappen der vin gerafdrukken. Ten eerste ontstaan zij reeds met de derde maand bij de nog ongeboren vrucht een ontdekking, dde Heimdl vast stelde en ten tweede gaan zij na den dood niet direct verloren en is het mogelijk met behulp van bepaalde stoffen verflauwde af drukken nog te verduidelijken. Zoo kunnen dus ook lijken onder bepaalde omstandighe den geïdentificeerd worden. Op welhaast alle voorwerpen, die eenige hardheid bezitten, kunnen vingerafdrukken worden aangetroffen. Bij een inbraak zoekt men b.v. op deuren, ramen, deurknoppen, sleutels, laden, tafels, stoelen, kortom op al dergelijke voorwerpen, die mogelijkerwijze verplaatst of aangeraakt zijn. Ook op papier kan men wel afdrukken vinden, wat in som mige chantage-, smaad- en vervalschingzaken klaarheid gebracht heeft. Bij moord en dood slag kan men zoeken naar bloedige afdruk ken, enz. Heeft men vingerafdrukken gevonden, dan moeten ze „vastgelegd" worden, hetgeen geschiedt door fotografeeren bij invallend licht. Zou de afdruk daardoor niet duidelijk genoeg zichtbaar zijn, dan wordt ze met poe der bestoven en dan gefotografeerd. Dat dit in een paar woorden te zeggen gemakkelijker is dan in dé praktijk uit te voeren, behoeft wel.geen betoog. Vooral als men in aanmer king neemt, dat het misdadigersgilde alleen bij toeval vingerafdrukken achterlaat en ze b.v. niet midden op een spiegel drukt om het de politie zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Nadat een of meer verdachten zijn gear resteerd, dan worden van hen de noodige af drukken genomen, hetgeen in bepaaiue ge vallen met tot gevangenisstraf veroordeelden steeds geschiedt. Het opnemen van de af drukken geschiedt als volgt: Op een glazen of marmeren plaat wordt een daarvoor geschikte substantie, b.v. druk inkt met een rol uitgewreven. Daarop wordt de betreffende vingertop de vinger min of meer hellend geplaatst en zacht ge drukt. De top wordt van links naar rechts gerold over het papier, waarop de afdruk moet worden geplaatst. Heeft men de gevonden en de geprodu ceerde afdruk bij elkaar, dan begint het eigenlijk onderzoek pas. In de afdrukken worden karakteristieke punten opgèzocht en gemerkt. Door een vernuftige, wiskundige indeeling is men in staat de afdrukken vol- ens bepaalde eigenschappen in groepen te eelen, te classifieeeren; de onderbrenging van de gegevens geschiedt vervolgens naar een kaartsysteem, dat in staat stelt in korten tijd bepaalde afdrukken na te slaan. Bij de groote politie-corpsen in het bui tenland heeft men een groote verzameling van deze afdrukken en ook in ons land heeft dit stelsel meer en meer veld gewonnen. Zoo wordt aan het Departement van Justitie een Centraal Register gehouden, waarover in be paalde gevallen kan worden beschikt. In de groote steden is de recherche toegerust voor de dactyloscopische werkzaamheden. Wij hopen spoedig eenige gevallen uit de buiten- en binnenlandsche praktijk weer te geven, waarin de vingerafdruk een overwe gende rol heeft gespeeld. Thans wijzen wij nog op de merkwaardige omstandigheid, dat de misdadigerswereld, tenminste de verst- gevorderden, zich verweert tegen het wapen der dactyloscopie. In 't algemeen geschiedt dat op twee manieren; ten eerste door het ge bruiken van gummi-handschoenen bij den „arbeid", wat slechts enkelen doen; ten tweede door het aanbrengen van misleidende, valsche afdrukken door middel van gummi stempeltjes, een nieuwigheid, die echter reeds baas boven baas heeft gevonden door toepassing van de poroscople. De huidporiën scheidden n.1. ook kleine vetdruppeltjes af, die in echte afdrukken wel en steeds in na gemaakte niet worden aangetroffen. Zoo duurt de strijd tusschen politie, justi tie en misdadigers onvermoeid voort; van weerszijden worden nieuwe methoden, vol gens het systeem zet en tegen-zet toegepast en de moderne wetenschap dient nu den een dan den ander. HOE MEN MUREN VOCHTVRIJ MAAKT. Tegenwoordig houdt men er een methode op na om muren van huizen vochtvrjj te maken door middel van asfalt. Daartoe wor den de buitenmuren tot tweemaal toe met een soort van vloeibare asfalt bespoten. Maar aangezien asfalt zelf vanwege de mogelijk heid van smelten en afdruipen, niet onbe dekt aan het zonlicht kan worden blootge steld, moet dit op zichzelf weer worden afge dekt. Het bekende asfalt-viltpapier, dat wordt gebruikt voor het regenvrij maken van Schu ren en loodsdaken, heeft deze afdekking van rivierzand. Dit nu geeft heel goede mogelijk heden. Voor rechtopstaande muren bijvoor beeld, die aan de zuidzij staan en soms het huis zoo vochtig maken, dat het behangsel aan de binnenzijde afvalt, kan dit zelfde mengsel gebezigd worden. In de plaats van op viltpapier kan men de substantie door middel van een verfspuit direct op het hout of op den baksteen van den muur blazen. Terwijl het nog klevend is, bestrooie men het met een dikke afdeklaag. En in deze afdek ingrediënten bestaat een zoodanige verschei denheid dat het aan den man van goeden smaak gelegenheid biedt zijn huis of schuur of tuinhuisje een prettig en artistiek aanzien te geven. W ant behalve gewoon geel zand kan men riviergrint, kiezel, geklopte steen, fijn gruis en zoo voort gebruiken. Bovendien kan men de te gebruiken stof vooraf een bepaalde kleur geven zooals rood, of groen of blauw en men kan zelfs verschillende kleuren tegelijk in vakken of volgens een bepaalde teekening bezigen. Het is duidelijk, dat zelfs een heel gewoon huisje op deze wijze een min of meer fraai aanzien krij gen kan. Tenslotte kan de asfalt ook binnenshuis worden aangewend. Over de met asfalt be streken muren kan men direct behangen, zoodat hierdoor betengeling of bespanning overbodig wordt en het ongemak van muizen, torren en ander ongedierte gedeeltelijk wordt opgeheven. Zelfkennis. O Dokter riep een jong vrouwtje uit, ik voelde me toch zoo naar, dat ik niets anders wilde, dan maar dood gaan! Ja Mevrouw! dan hebt U verstandig gedaan met mij maar dadelijk te laten roe pen. De vreeselijke Man. De jonge vrouw kwam aarzelend dè keu ken binnen. O Marie zed ze tegen het meisje ik moet 't je toch eens zeggen: Mijnheer klaagt eiken dag. Nu eens over de soep, dan weer eens over het vleeseh, een anderen keer over de groente kortom het is altijd wat. Medelijdend antwoordde het meisje: Och lieve Mevrouw, ik heb heusch met U te doen. Wat moet het vreeselijk zijn, met zoo'n man te moeten leven! Weet jij ook 'n manier om m'n planten tegen de Maart9che nachtvorsten te bescher men? vroeg hij aan zijn vriend, die een baantje had aan de stadsplantentuinen. Ik wel antwoordde deze, je plant ze eenvoudig in April. Mijnheer O.W., z'n naam in 't register van het badhotel schrijvende: A.R. rijke ren tenier met zijn vrouw en dochter.".... Tot zijn vrouw: Wat denk je Anna, zou ik er de huwelijksgift'bijzetten?. Boer Teunis tot zijn nieuwen knecht: Wees maar niet bang, Krelis; je kent toch wel het spreekwoord „Blaffende honden bijten niet!" Och ja haas antwoordde Krelis maar hij kan toch ieder oogenblik ophouden met blaffen! RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. I. Al is de leugen nog zoo snel, de waar heid achterhaalt haar wel. Nacht neus aal lawaai teer hiel geweer haas rood zon. n. Zingen is gezond. (z in G en is G zon d). Goede oplossingen vain beide raadsels ontvangen van: F. en M. B.; S. B.; M. D.; J. en O. D.; P. en A. D.; Th. F.; A. F.; H. F.; C. F.; M. S. de G.; B. G.; W. G.; J. H.; O. de H.; H. v. d. K.; A. en W. K.; J. K.; C. en G. K.; F. M.; D. M.; M. M.; M. O.; J. P.; F. G. v. P.; G. J. S.; A. v. S.; D. V.; K. V.; A. en W. de Z. De prijzen zijn hij loting tan deel gevallen aan: Frans en Mien Bauer, Emmastraat 18, Martha Dekker, Vlamingstraat 11. Annie Faas, Achtergracht W.Z. 27, W. Groot, Wilhelminastraat la. Jan Haanstra. Emmastraat 7. Jaantje Kalis, Julianastraat, Den Burg, Texel. Mina Markus, Toren straat 12. Annie van Soelen, Van der Hamstraat 18. Klaas Visser, Emmastraat 84. Annie en Willem de Zwijger, Sluisdijk- straat 74. Nieuwe raadsels. I. Mijn geheel bestaat uit 18 letters en is de naam van een bloem, die men in dezen tijd veel ziet. 1, 10, 7, 8 is een geldstuk van geringe waarde. 8, 10, 12, 6 is een heel groote man. 2, 6,11 is een bepaald stuk vleeseh van een geslacht varken. Ds overige letters moet je zelf maar raden. II. Wat staat hier ts lezen? DE APPELBOL. Daar as eens een oude vrouw, die ergen trek had in een appelbol. Ze had genoeg meel en boter en suiker en specerijen voor wel een dozijn appelbollen, maar één ding had ze niet en dat was een appei. Ze had pruimen, een heelen boom vol met de mooiste, roode pruimen, die je je voor unt stellen. Maar je kunt nu eenmaal geen appelbol maken met pruimen. !m6 !"ee.r de oude vrouw aan appelbollen SSS* w!Jumeer Zln kreeR er in en ten slotte kleedde ze zioh in haar Zondagsche M gmgie deur uit 0m een aPPel te ze vertrok vulde ze een w'Hp or"' Prmmen van haar eigen boom, hint 8c£00n *it doekje over heen en n car am' »Want"' zei 70 bij ontmoet ik wel iemand gen ze elkaar om dicht bij de vreuw teko men, dm tusschen hen stond en handen voi koren en maïs uitstrooide 7» irniw. L rug en spoedig dle of ze elkaar al jaren lane oekenH nl m SU""6 ou^over^r nvfr a eD vrouw' vertelde de jonge Qenr den aPPolbol en het mandje pru men «aan oor ze aprels hoopte te krijgen O»' nen de jonge vrouw uit, toen ze JfLi ..mjjn man lwt niets liever dan pmimen-vla. Maar als u die pruimen niet ruilen wilt voor een zak veeren, dan moet hij het dezen keer maar zonder vla doen." Beter een geholpen dan beiden in verle genheid," antwoordde de oude vrouw en ze goot de pruimen in de schort van de jonge vrouw, legde de zak met veeren in haar mandje en ging weer even vroolijk op stap, want ze dacht bij zichzelf: „Al ben jk niet dichter tot mijn doel genaderd dan toen ik van huis ging, ik ben er toch ook niet verder van af en de veeren zijn tenminste lichter te dragen dan de pruimen. n. Stap, stap, heuvel op en heuvel af liep ze verder tot ze bij een tuin kwam met prach- tige bloemen lelies, rozen, ooitjes, dahlia's en nog veel meer o, nooit nog had ze een liever tuin gezien! De oude vrouw stond even Stil om de mooie bloemen te bewonderen en toen hoor de ze eèn man en een vrouw twisten, die vóór het huis in den tuin zaten. „Het moet met lapjes katoen gevuld worden", zei de vrouw. „Nee, het moet met stroo gevuld wor den!" zei de man. „Niet waar„Wel waar!" riepen ze boos en dat z^o even door, tot ze de oude vrouw bij Let tuinhek zagen staan. „Laat zij uitmaken, wie pe'ük Wt", zei de vrouw en ze riep tot de oik> vrouw „Zeg ons eens, moedertje. Als je een kussen maakt voor de stoel van je Grootvader, moet het dan niet met lapjes gevuld worden?" „Nee", antwoordde de oude vrouw. „Heb ik het je niet gezegd?" riep de man uit: „Stroo heb je noodig en dat heb je maar voor het grijpen!" Maar de oude vrouw schudde het hoofd. „Ik "zou ook geen stroo in het kussen stoppen", zei ze. Ik weet niet wie er meer verbaasd was, de man of de vrouw, maar de oude vrouw pakte haastig de zok met veeren uit haar mandje en bracht he4 bij hen, terwijl ze zei: „Een veeren kussen is het beste. En wat mij betreft, met een appel of een ruiker uit uw tuin ben ik tevre den in ruil voor de veeren." De man en de vrouw hadden geen appe's, maar dat ze blij waren, een ruiker uit hun 'uin in ruil te kunnen geven voor een zak Fijne veeren, dat begrijp je wel. „Er is natuurlijk niets beter voor een kus sen dan veeren", zei de vrouw. „Mijn moeder had ook een veeren kussen", zei de man en beiden lachten en waren hun iwist vergeten. Ze liepen den tuin in en kwa men terug met handen vol van de mooiste bloemen: rozen en lelies en viooltjes, waar van ze een prachtige ruiker maakten voor de oude vrouw. Die was blij, dat ze een eind gemaakt had aan een twist; ze wenschte hen goeden dag en ging vroolijk weer op weg. HL Nadat ze weer een pco je ge'copen had, kwam ze een jongen ehL' n \rn het hof van den koning tegen. Hij ho.d »jn mooiste kleeren aan, want hij was op weg naar zijn verloofde. Maar zijn gezicht s.ond allesbe halve lief of vriendelijk: zijn voorhoofd was gefronst en zijn mondhoeken waren naar be neden getrokken van ergernis. „Een vroolijken dag en een goede reis", wenschte de oude vrouw hem vriendelijk bui gend. „Vroolijk of vervelend, goed of slecht, het is me hetzelfde", antwoordde de edelman: „Want de hofjuwelier heeft vergeten me een ring te zenden, zooals hij beloofd had en nu kom ik met leege handen bij mijn lieve ver loofde". „Leege handen zijn niet zoo erg als een leeg hart", troostte de vrouw: „Maar U zult toch wat voor Uw dame hebben, al zou ik ook nooit meer een appelbol eten". En ze nam den ruiker uit haar mandje en gaf hem den edelman, die er zoo blij mee was, dat zijn ge zicht heelemaal opklaarde. Hij maakte een gouden ketting, die hij om den hals droeg, los, gaf die aan de oude vrouw en liep haas tig door met zijn ruiker, nog vóór de'ver baasde vrouw tijd had om te bedanken. Wat was ze blij. „Met deze ketting kan ik wel alle appels van de markt koopen", zei ze en ze liep zoo vlug naar de etad, als haar beenen haar dragen konden. IV. Maar ze had nog geen vijf minuten ge- loopen, toen ze een moeder en vier kinderen ontmoette, die er alle bedroefd uit zagen. „Wat scheelt er aan", vroeg ze. „Ach", zei de moeder: „Het laatste brood la opgegeten en we hebben geen oent in hu'a cm weer te koopen". De oude vrouw kree1» tnren in de oogen van medelijden. „Niemor'1 oilt van mij kunnen zeggen, dat ik appo bolien eet, terwijl mijn buren honger Hj' en", a r k ze, duwde de gouden ketting in de 1 anden der arme moeder en haastte zich weg. Maar ze was nog niet om een bocht van den weg ver dwenen, toen de moeder en de kinderen haar Inhaalden en haar duizendmaal dankten voor de weldaad. „We hebben niet veel om U terug te geven", zei de moeder: „Maar hier is een hondje, dat zal maken, dat ge U nooit angstig en alleen voelt." De oude vrouw wilde niet zeggen, dat ze al een poes had, die de hond wel niet dulden zou en ze legde het dier in haar mandje, waar het heel behaaglijk liigen bleef. „Een"zak veeren voor een mandje pruimen: pen ruiker voor een zak veeren; een gouden ketting voor een ruiker; een hond voor een gouden ketting. De vreemdste dingen zijn al geruild en wie weet, of ik nog niet een appel krijg", zei de oude vrouw en voort ging het weer. V. En ja, ze had pas kort geloopen, toen ze vlak voor zich een appelboom zag, juist zoo vol aprels als haar pruimeboom vol pru'men hing. De boom groeide voor een huisje Juis' als haar eigen huisje en voor het huisje zat een oude man. „Een prachtige appelboom", riep de oude vrouw hem toe. „Ja, dat wel", was het antwoord: „Maar een appelboom en appels geven weinig gezellig heid, nis men oud wordt. Tk zou ze allemaal wel willen geven, als ik e"m aard'g hondje had, dat vroolijk blafte en om mijn voeten speelde". „Waf, waf", blafte het ho-**je ''en mand. „Waf, waf". En in m,,v*e' '"nn ceen tijd Trong het hondje blarteryt voeten van den ouden man en stapte oude vrouw vroolijk huiswaarts met een mand vol appels. Ze kwam nog vroeg genoeg thuis om vóór het eten een heerlijke bruine appelbol te hakken, „éis je maar geduldig bent en lang genoeg zoekt, dan k"n je altijd wel een ap- re'bol bekken, als je er trek Ir. hebt", zei ze. Eet geheim der vingerafdrukken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 12