De Praktijk van Helder Natuur en Techniek Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 20 Jan. 1923. TOONEELHERINNERINGEN en ANECDOTEN VAN ANDEREN MARINE-HERINNERING. FEUILLETON. 't Juttertje No. 54. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Wij liadden afgesproken, dat wij in de longroom, op de reis allemaal jolig zouden zijn: Er üing dus, ergens tegen een beschot, een mooi lijstje, neijes gecanigrapheerü door den sergeant-scnrjjver, waarop drie echte en acnt geiingeerue jaardagen voorkwamen, zóó verueeld uat wij zoo wat om de acht dagen een jarige hauuenl en die- dagen zijn alle opgewekt gevierd, maar vooral die van den Lersien Uincier, die heuschelyk jarig was. en oaarvan wii ik nog het een en ander ver teilen. iie brave man was eenigszms.laat ik het (beieeidheiushaive) maar „erg zuinig noemen, aangeiegu, hoe wei wij wisten dat hij die zunngneiu niet noodig had. iiij had ai meermalen verteld dat hjj al die verjaarda gen „nauwe kul" vond en dat hij. zijn jaar dag nooit vierdemaar iutusschen^ deed hij wel mee aan die van de anderenll Dat verdroot de jolige bent en wy besloten „wraak te nemen!" iien avond te voren, op de eerste wacht, werd de longroom door de „vrye nachtgas- ten" mooi opgesierd met vlaggen en pieaen, 's mans ïinuaien met den datum van zijn ge boorte, uit borupapier gesneden, op een don kere baan van een viag vastgemaakt, een groot programma van ieestehjKheden ont worpen en uat met blauwe letters geschreven op een groot stuk papier, in den spiegel ge niaal! Yvy waren gereedll lm toen kwam de feestdag! 's Morgens half negen werd de jubilaris aigehaaid, uit zijn hui onder de campagne, door een feest commissie bestaanue uit den oudsten luite nant ter zee ais aanvoerder, benevens twee anderen, welke commissie zich voor deze ge legenheid heeiemaal in het blauw had gesto- kenl YV ij waren op de hoogte van St. He- lena en het was gloeiend heetll ln de long room werd hij ontvangen door een fanfare, uitgevoerd door „het" zwarte kreng", den hoorn van den tamboer, benevens een ge- improviseerden triangel het was hartver scheurend! en toen dat geluid eindelijk ophield hetgeen zeer moeilijk was door den yver der executanten! volgden de har telijkste felicitaties! Daarop werd de jubila ris, die inmiddels glom van genoegen en de zaak goedmoedig opnam, vóór den spiegel geleid, waar het programma der feestviering hem werd getoond! iiaar las hij met reuzen letters: „half elf uitreiking van den eerewijn en aanbieding der cadeaux; zes uur aange name samenkomst onder het genot van port, sherry en madera; zeven uur groot feest diner met toespraken, voordrachten, zang nummers enz. enz."! De man had een plei- zier als zes, hield zijn buik vast van het lachen en deelde ons reeds zijne groote waar deering mede dat wij zóóveel werk van zijn feestdag maakten.tot zijn oog viel op een regel klein schrift onder op het programma, en daar las hij „alles op kosten van den jubi laris"! De man werd bleek! Zijn gezicht ver starde en zijne vroolijkheid was in eens weg. „Neen, neen, dat gaat niet! dat kan ik niet betalen!!' riep hij uit, ..dat is belachelijk, ik kan het niet verantwoorden tegenover mijne vrouw en kinderen".... en zoo ging het maar door; maar wat hij ook zei, wij trokken er ons niets van aan, en de oudste luit. t. zee voegde hem leuk toe dat hij „feestvarken" was, vandaag niets had in te brengen en dat wij nu eenmaal de leiding hadden! Daarbij bleef het! en de leiding was goed^ Om half elf was er een groote bowl, waarbij de kolo nel ook gast was, en werden de cadeaux uit gereikt, waarvan ik mij herinner een blikje sigaretten, een zuidwester (dien hij niet be zat) en een hoogen hoed, deze van een boter- blik gemaakt in de machinekamer en netjes opgeverfd door den kabelgast, welke cadeaux allen vergezeld waren van een toepasselijk vers! 's Middags werden er zes flesschen wijn gezonden naar de tafel der onderoffi cieren, met de boodschap „op kosten van den jubilaris", de equipage kreeg een extra oorlam, de pracnuge scheepskater Ja- meson (spreek uit op z'n Holiandsch: Jaa- me-sonl) hep den hal ven dag met een oranjelint om zijn nek, en het diner, waar het leestvarken verscheen met een monocle aan een rood lint en z'n nieuwen hoogen hoed op (welk „kleedingsiuk" bij het neer zetten een geluid gaf ais een trom!) was eenvoudig scnitterendl Enfin, wij hadden enorme pret, niet het minst de jarige, die, toen hij bemerkte dat er tóch niets aan te uoen was, bonne mine maakte en meefuifde als de beste en zelfs ons tracteerde op een „song"! En toen 's avonds elf uur de feest commissie gevolgd door de overige officie ren den jubilaris weer uitgeleide deed naar zijn hut, welk geleide eenigszins rumoerig was en waarbij het ons voorkwam dat het schip méér slingerde dan 's morgens (I), toen haduen wij een tevreden gevoel dat deze dag zoo goed geslaagd wasl Maar toen, na eenige dagen, de herinne ring aan de feestvreugde ging luwen, toen kwam de zuinige aard van den eersten offi cier weer boven! Wij konden zien en hooren dat hij over deze fuif liep te mokken. maar wij zeiden niets, hielden ons stil en genoten. Totdat hij het eindelijk zelf niet Kón uithouden en daarop hadden wij ge rekend! op een goeden dag aan den dok ter, die „wijnchef" was, vroeg wat die fuif hem wel zou kosten. „Wel" zeide deze „ik heb de rekening nog niet opgemaakt, maar ik denk wel dat (J met een dikke vijf tig gulden een heel eind komtl" „Wat??gilde haast de eerste offi cier, „een dikke vijftig gulden!!! maar dat is ongehoord, dat is schande.... dat kan ik niet betalen, dat is. „Ja", antwoordde de dokter, „dat kan ik niet helpen.... „wanneer U zoo'n fuif ook geeft! reken U eens na, de sherry, de port, de madera, de bowl, de roode en de fijne wijn en 's avonds nog een glas champagne en,dat zou ik haast vergetendie zes flesschen wijn aan de onderofficieren!. wel, het wordt als ik het goed naga, eerder zestig dan vijftig „Menschü" brulde de eerste officier, „dat heb ik niet gecommandeerd, dat heb ben jelui gedaan, jelui hebt dat verzonnen en uitgevoerd.jelui wilden op mijn kos ten fuiven, jelui willen mij arm maken. jelui „Ja, maar"antwoordde de dokter, U hebt U er niet tegen verzet en alles goed gevonden en dusde gevolgtrekking kunt J maken.... met de andere verjaardagen betaalde ook telkens het feestvarkenik kan er heusch niets aan doen!" En daarmede, met dien eenigen troost, trok de first zich in zijn binnenkamer terug, mopperende over die satansche kerels hier aan boord! Wij hebben hem toen heerlijk zes weken in de knijp laten zitten dat was onze wraak! want toen, tegen dat wij te Nieu- wediep binnenkwamen, de wijnchef de ver schillende rekeningen opmaakte, toen bleek dat de kosten der fuif ponds-pondsgewijze over alle'officieren waren verdeeld, hetgeen wij al lang hadden afgesproken!! De eerste officier klaarde weer heeiemaal op toen hij het hoorde! Wij werden allemaal weer beste kerels en zijn thuiskomst werd niet vergald door de wijnrekening! Maar zijn schrielheid zal door die oplossing wel niet verbeterd zijn! Wat de reis zelf aangaat, deze verliep op de gewone wijze: wij hadden onze behoorlijke portie stilte en idem stormweer en een aan genaam verblijf van tien dagen aan de Kaap, maar er gebeurden geen ongelukken, wij ver loren alleen een paar deserteurs, die in Zuid- Afrika liever hun geluk wilden beproeven dan naar Holland terug te keeren, en wij ankerden, dankbaar dat wij weer in 't vader land terug waren, 26 Augustus op de ree van het goede Jüttersland! THIJS. naverteld door CAREL J. BRENSA. O 1) Verschillende mannen, die op een of an dere wijze in nauwere relatie stonden met de intimiteit van het tooneel en van den geest, die daar heerscht onder de bekoring kwamen, hebben zich de moeite genomen typ-sche voorvallen uit dat leven te no- teeren. Zoo bestaan er Tooneel-herinneringen van Mr. Mendes da Costa uit het tooneel-leven van de vorige generatie en van Mr. van Rossum uit het hoofdzakelijk Fransche Theaterbestaan. Daarnaast bestaan er verscheidene te boek gestelde of als legende levende verhalen of episoden van meerdere beroemd geworden mannen en vrouwen van de planken en het podium. En ten slotte hebben meerdere 'kunste naars uit deze aanlokkelijke wereld er altijd pleizier in gevonden hun fantasie behalve in hun rollen ook in hun dagelijksche vertel lingen bot te vieren en zijn altijd bezig ge weest het aantal anecdotische verhalen aan te vullen. In de eerstvolgende feuilletons hierachter zal een kleine bloemlezing worden gegeven van de tooneelgevallen, welke aan schrijver dezes successievelijk bekend geworden zijn. Het tooneelschrijvers-ambt! Eugène Scrlbe, de Fransche drama-, blij spel- en opera-librettoschrijver, is in de eer ste helft van de vorige eeuw geworden tot het proto-type van den tooneelveelschrijver en bovenal.succesvollen tooneelschrijver. Hij vervaardigde niet minder dan 300 stuk ken, waaronder de libretto's van de nu nog beroemde opera's De Hugenoten, De Stom me van Portici, La Dame Blanche, Robert de Duivel, De Profeet. En van het niet min der beroemd geworden tooneelwerk: Adrien- ne Lecrouveur! Hij werd schatrijk aan het einde van zijn leven en een zeer bekend ge worden Fransche spotprent beeldt hem af zittende aan zijn tafel en schrijvende in de grootst mogelijke haast aan de van alle kan ten opdagende opdrachten, terwijl zakken met goudstukken zich middelerwijl naast hem ophoopen. Hij was de theaterroem van zijn tijd! En ieder die nu op grond hiervan meent, dat het dezen man van meet af voor den wind ging, vergist zich. Zijn weg was niet van stonde af door een gelukkig gesternte gebaand. Hij schreef zijn eerste stuk op 20-jarigen leeftijd enhet viel als een baksteen. Hij schreef zijn tweede.... Het duikelde! zijn derde?.... Werd uitgefloten! Zijn vierde?.Beleefde niet meer dan een moeilijke primière.Stuk voor stuk schreef hij en stuk na stuk.viel! Veertien tooneelstukken achter elkaar verdwenen van het tooneel."Wat 'n baantje.riep Scribe uit! Wat 'n vak!" Eerst het vijftiende stuk kreeg een klein succes. En pas hierna omdat Scribe zich door niets van de wijs liet brengen en ondanks de veertien mislukkingen ijverig doorschreef begon het succes hem meer constant toe te lachen! Niet veel beter verging het den niet min- Naar de ruïnen. Reeds lang hadden mijn jongens mij het hoofd sufgezeurd: „Vader, ga nu eens mee naar de ruïnen." „Ruïnen, hier in Helder? Waar dan?" „Ja, ga maar eens mee." Enfin, ik kon me ten laatste niet meer aan den drang der jongens onttrekken en ik ging met hen op stap, mij half bewust, dat ze me te pakken namen. Het was een stevige wandeling tegen den feilen Zuidwesterbries in, vooral toen we Kaaphoofd „gerond" hadden. We moesten ons schoor zetten tegen den bulderenden wind, die fijne zanddeeltjes vanaf het strand met zich meevoerde. Zoolang we op den zeedijk bleven, was dat nog vol te houden, doch toen we op het strand gezicht en prikten in je huid. liepen, stoven de zandkiezeJtjes je in het Als een groote marmerstreep warrelden de zandslierten over het strand. Elk verhevenheidje, elk schelpje, elk bosje wier was een beginsel van een duinvorming. Dat ook hadden de jongens in de gaten en ze konden niet nalaten aanschouwelijk voor te stellen hoe snel wel die zandtoename tegen een vast voorwerp op strand geschiedt. Dies deponeerden ze zich op het strand en in een minimum van tijd waren ze overdekt met een zandlaag, terwijl in hun oppertje, de zandhoop zich al begon te vormen. Doch we zouden verder. En weer stelden we ons schrap tegen den Zuidwester en duwden ons voort naar het doel: de ruïnen. De zee rolde met liooge krulkop pers dave rend aan en' het weemoedig ruischend lied, het eeuwig oneindige, klonk nu in fortissimo. De groote meeuwen voerden hun spel met den wind, doken als het ware onder de krach tige vlagen door, vielen in een golfdal en stegen juist zoo hoog, dat de spatters der franjende brandingkoppen hen net niet kon den bereiken. Als jonge honden, die van uitgelaten dar telheid met hun lichaam geen raad wisten, zwermden de jongens nu eens vooruit, dan ver achter, dan weer duinwaarts, dan weer spelend met het hoogopschuivende water, dat omzoomd was met een rand van lillend schuim. Onvermoeid was hun gang; ze lachten om den wind, ze lachten om de kiezelkitteling in hun snuiten, ze lachten om de wateroverplen- zingen van hun schoenen; niets voelden ze daarvan. Frisch en monter waren ze; hun koonen gloeiden en hun neuzen lekten. En ik liep, het hoofd gebogen, de pet diep in de oogen gedrukt, taai duwend tegen den winddruk, voort. Op eens een indianenkreet: „De ruïnen!" En ja, daar op den duinrand staat zooiets als een poort, waarachter gedacht kan wor den, een reeks van gangen en fragmenten van kasteelen en patriciërswoningen, bene vens de buurten waar „het gemeene volk" in overoude tijden placht te huizen. Het hangt er maar van af, over welke phantastische voorstellingen men kan be schikken, om zich een denkbeeld te gaan vormen, hoe 't daar achter die poort, waarvan de spijlen zeer verdachte standen hadden aangenomen, er uit zou zien. De jongens stonden al bij die poort, bijna vlak boven mijn hoofd, want de zee had aan den voet der duinen gevreten en had ge maakt, dat de duinrichel daar bijna loodrecht vanuit het strand oprees. Ze kwamen al naar omlaag om vader een handje te helpen. Hun voeten toch plantten ze vast in het duinzand, hun veerkracht was nog bezig luchtballons en hun knuisten vonden in zich te ontwikkelen, hun longen waren nog krachtmanipulaties nog een geliefkoosde be zigheid. En» met hun steun stond ook vader weldra bij de tempelpoort, die was voor de jongens als de toegang tot het heilige. Natuurlijk moesten ze onder de poort door, al stonden de kozijnen wankel en al ver trouwde ik niet te veel meer in de stevigheid van de overwelvende bedekking. Ze trokken me al bij de hand en wezen me der beroemd geworden schrijver Vlctorien Sardou. Van zijn werken zijn de meest be kende: Vrienden van ons, Fedora en La Tosca. De drie laatsten werden geschreven voor Sarah Bernhardt en zijn vooral in ons land bekend geworden door de vertolkingen door Theo MannBouwmeester. Op zijn dertigste jaar had Sardou niet minder dan twee en twintig tooneelwerken geschreven en alle twee en twintig werken waren.... geweigerd! Dit belette hem niet om zijn drie en twin tigste te schrijven! En hiermede begon zijn succes! Het duurde vijf volle jaren voor hij het zoover had, dat zijn eerste stuk op de planken kwam. Tien jaren later wilde men in de Fran sche hoofdstad bijna van niemand anders spelen dan van.Victorien Sardou! Alexander Dumas liep rond drie jaar alle schouwburgen van Parijs af met het ma nuscript van.Marguerite G a u- thier! Toen het eenmaal aangenomen was beleefde het ettelijke duizende opvoeringen achter elkaar! De oorspronkelijkheid be roemd geworden schrijvers! De twee grootste tooneeldichters uit de Renaissance zijn ongetwijfeld Molière en Shakespeare. Wanneer men nu meent, dat deze dichters alles wat ze dichtten uit zich zelf hadden, dan vergist men zich! Molière b.v. heeft het blijspel, dat wij kennen als: „Belachelijke Hoofsche Juf fers" zonder vorm van proces van een an der overgenomen. Hij.... stal de geheele intrige met personae dramatis er bij uit de „Le Cerole des Femmes" van zekeren Chap- puzeau. Dit laatste stuk had weinig succes geoogst. Molière nam het werk over, be werkte het opnieuw en blies het levens kracht in voor de volgende eeuwen! Wanneer men Shakespeare verweet dat hjj wel eens heele scènes en wel zonder ge- naar de uitsteeksels boven het duinzand. Dóèr, dóór was het. Ze gunden me geen tijd haast om te kijken naar de duizenden cirkeltjes, die de natuur daar in het zand had gedraaid, door den wind een helmspriet te doen nemen en die te doen rondbuigen en met de punt er van een cirkel te doen trekken. Duizenden bij duizenden van die cirkels kringelden daar doorheen en ze waren met vaste hand getrokken, correct en zonder fout. We moesten over puntdraad en daarna door een diep gegraven droge gracht, klau terden tegen den kleiwand op en ja, toen zag ik, gelijkvloers met den duintop, de dakbedekking van het gewelvencomplex: de ruïnen. De jongens waren weer vooruit gerend en na enkele oogenblikken waren ze aan mijn oog onttrokken. Doch ik hoorde hun blijden lach en hun krachtige stemmen. Toen zag ik de hoogoorijzende muurfrag menten, de wijde kokers, de gewelven, de meters-dikke pilaren en de doolhof van gan gen en spelonken. De winden hadden gezorgd, dat het bin nenkomen in die warreling van bouwwerken gemakkelijk was, want het duinzand had hij in overmatige hoeveelheid er in geblazen en zoo een heilinkje gevormd om er in af te glijden. En dat dat zand daarin zal worden vast gelegd door moeder natuur, bewezen ook de helmplakken, die hier en daar reeds waren geplant op die zandheuveltjes. Nu pas begreep ik, waarom de jongens zoo aangedrongen hadden me mee te krijgen naar de ruïnen. Daar is het een dorado voor hun spelen. Daar is een overdaad van gangen en slop- jes en doorkruipraampjes om schuilevinkje en roovertjespelen uit te voeren. Weg waren ze op eens en toen ik me weer opgeënterd had, kwamen ze kat achter kat door een wijden koker naar boven gekropen. En een leut dat ze hadden! Is 't wonder, dat ze reeds verschillende afdeelingen namen hebben gegeven? Is 't wonder, dat hun jongenshart telkens en telkens weer trekt naar die romantische omgeving? En als 't een honderdtal jaren verder is en de zee zoo lieftallig is geweest het duinen complex daar nog een beetje te laten staan, dan zal heel die gangenreeks onderstoven zijn, korreltje na korreltje, door het duin zand, helmplakken en doornstruiken, bra men en distels en duinroosjes zullen daar hun kleuren en geuren hebben gebracht. En als dan een strooper met zijn schopje een konijn willende uitgraven, stoot op een muurfragment, dan zal er de aanleiding zijn tot blootlegging van het geheel en zal er geschreven worden over de ontdekte ruïnen nabij de badplaats Huisduinen en honderden en duizenden menschen zullen daarheen trekken om het geweldige bouwfragment te bewonderen en zal men spreken van de ruï nen van Helder. Dat hoopt ROBINSON. Het lichtste hout. Vroeger maakten we reeds melding van de allerlichtste houtsoort (Balsahout) die in Eucuador groeit met zulk een snelheid, dat in één jaar een boom uit een zaadje twaalf meter hoog kan worden. Het soorte lijk gewicht is ongeveer de helft van dat van kurk. Er komen nu berichten over de toe passing van dit hout in Amerika, waar men een middel heeft gevonden om het snelle rotten tegen te gaan, doordat men de groote cellen met een stof doordringt, die op water een ofstootende werking uitoefent. Na die impregneering kan het hout vooral gebruikt worden als isoleermiddel tegen warmte of koi.de, daar de houtcellen alle een weinig lucht vasthouden. Verder maakt men er ook vleugels voor vliegmachines van. De sterkte van het hout is ongeveer de helft van die van gewoon dennenhout. Het hout is geheel homogeen en van jaarringen is geen sprake, daar de groei het geheele jaar doorgaat. Men verwacht dat de aanplant van dit hout flink zal toenemen. wetensbezwaar overnam van nog levende of gestorven collega's dan was hij gewoon te antwoorden: „Het is een dochter, die ik uit slecht gezelschap in goed gezelschap heb overgebracht!" De Engelsche criticus Malone beweert, dat op de zes duizend drie én veertig vers regels van de gezamenlijke werken van Shakespeare er zeventien honderd een en zeventig 1 e 11 e r 1 ij k van anderen zijn overgenomen. Behalve deze zijn er nog drie en twintig honderd drie en zeventig omgewerkt en slechts achttien honderd ne gen en negentig zijn geheel en al van hem! De meest beroemde Hollandsche tooneel schrijver is Herman Heyermans. Van zijn tooneelwerken is het meest beroemd: „Op Hoop van Zegen". Ook dit onderwerp is niet van den schrij ver zelf, maar van den anderen Joodschen Hollandschen schrijverBernard Canter! Bernard Canter had als journalist ge woond en geleefd onder de Noordzee-vis- schers. Daar had hij de verhalen en indruk ken opgedaan, die hij eens op een wande ling aan Herman Heyermans vertelde. En hij deed het. Zoo ontstond: Op hoop van Zegen drama van het Hollandsche yisschersleven. Evenwel kan men in dit geval toch moei lijk van plagiaat spreken. Want toen Canter later eens te pas bracht, dat het onderwerp eigenlijk van hem was en-dat nu Heyetmans er met den roem van door ging antwoord de de schrijver zeer gevat: Had jij het drama dan geschreven niemand heeft je tegen gehouden! De serleuse Criticus! Het gebeurde eens bij een première van een stuk van den Franschen schrijver Theo- dore Barrière. Terwijl het scherm op een bepaald oogenblik reeds omhoog ging, was de auteur in persoon nog bezig achteloos op het tooneel de pendule op den schoorsteen terecht te zetten. Toen hij bemerkte dat er reeds „gehaald" was, verloor hij zijn tegen woordigheid van geest niet. Hij maakte een Bjj het marcheeren gaat ons lichaam op en neer. De heffing van het lichaam be draagt per schrede 0.06 M., per K.M. wor den circa 1300 stapen gedaan, dus de totale heffing bedraagt ongeveer 78 M. per KM. Rekenen we het lichaamsgewicht belast op 70 -|- 20 90 K.G. dan is de hoeveelheid arbeid 90 X 78 7020 K.G.M. per K.M. Voor een marsch van 30 K.M. wrrdt dat dus 210,600 K.G.M.; plastisch voygesteld wil da dus zeggen, dat de man tijdens den marsch, alleen den arbeid berekenende dien bij tijdens het marcheeren verricht door bij eiken stap -zijn lichaam op te heffen, een arbeid levert gelijkstaande met het op heffen van 210,600 L. water tot een boogie van 1 meter in 7 uur, d.i. 500 L. per minuut. DIALOOG. Terug Heb je dat gelezen, zeg? Wat? Oprukken van de troepen. He? Beslist.Zeven en twintig compag nieën. In het ochtendblad. In het ochtendblad? Wat ik vertel!.... Omsingeling van Lauderhausen.Pollodorff.Artillerie met zwaar veldgeschut. Zoowaar als we '23 schrijven.... 'n generaal te paard.Het stadhuis bezet. De telegraaf- en telefoondienst onder bewa king! Veldkeukens automobielen.... Inkwartiering.de staat van beleg Je bent Op m'n woord.In 't ochtendblad. Met m'n eigen oogen gelezen!.De be volking hield zich rustig.Aan den muur van het stadhuis werd een proclamatie aan geplakt. Doe me 'n genoegen.Da's 'n ouwe krant waar jij je bij vergissing in gekeken hebt.Da's er een van, 1914. Zal me niet o ver kommen.'t Och tendblad van gisteren. En?. 't Stond erin.Heele telegrammen. Maar da's je reinste oorlogstaal. Net wat ik gezegd heb.Da's gere geld ouwerwets. En de Volkerenbond? Stond er niet bij. En de Commissie van Herstel. Stond ook niks van in! En 't Vredespaleis?.... Met 't inter nationale gerechtshof van arbitrage?.... Weet 't misschien nog nietl En Amerika. En Engeland? Die zullen 't ook wel lezen.... in 't ochtendblad. Daar snap ik niks van.... En de eeuwige vrede. Die komt.als de oorlog afgeloopen isDr. B. WETENSCHAPPELIJKE SNIPPERS. Olifanten zijn als de dood zoo bang voor muizen. De kaak van de haai levert de beste hor logemakers-olie. Vuurrood haar wordt donkerder, wanneer men veel vleesch eet en olijfolie drinkt. In verhouding tot zijn grootte loopt een vlieg dertien maal zoo vlug als een hard loopend mensch. Een paard kan vijfentwintig dagen lang van water alleen leven, doch slechts vijf dagen van vast voedsel, indien hij er niet bij drinkt. Vergeet je man wel eens de brieven op de post te doen die je hem geeft? Neen, ik let er altijd op, dat hij ze in zijn sigarenkoker doet. beleefde buiging voor de dame en scene, knipoogde en ging kalm „af". De dame verstond het knipoogje en raakte evenmin van de wijs. Op het moment, dat de tegenspeler optrad om het spel te doen beginnen, begroette zij hem met de woor den:. „Nu de horlogemaker weg is, kun nen we eens gezellig babbelen!" En het spel begon! Niemand uit het pu bliek had iets van deze geïmproviseerde tus- schenvoeging gemerkt. Doch het vermakelijkste kwam pas den volgenden dag. De bekende criticus Fran- cisque Sarcey, n.1. die de première had bijgewoond, ging in zijn beoordeeling in het ochtendblad den schrijver Barrière te lijf, omdat deze in zijn nieuwe stuk eij horloge maker had laten optreden, die reeds bij het begin was afgegaan, zonder later in het stuk en in de eerste acte nog eenige rol te spelen. Dit vond de criticus onnoodig en hij meende dat deze figuur ten onrechte in het stuk was aangebracht! Dat er tusschen tooneelkunstenaars en tooneelbeoordeelaars wel eens een toestand van haat ontstaat, ligt voor de hand. Een be kend tooneelspeler te Parijs was gestorven en men wist dat hij zijn leven lang nog al van de critiek te lijden had gehad. Na zijn begrafenis kwamen de erfgena men vol hoop te zamen om de eventueele bezittingen van den erflater te verdeelen, O.m. vonden zij in een oude la van het schrijfbureau een zorgvuldig verpakte gou den ducaat met een briefje, waarop het vol gende stond: „Dit goudstuk was het-eerste dat ik ver diende en mijn leven lang heb ik het zorg vuldig bewaard. Het was maar voor één doel bestemd, n.1. dit: Ik zou er een kijk plaats voor hebben gehuurd achter een van de vensters van de Bastille, de eerste keer de beste dat er eens op de binnenplaats een tooneel-criticus zou zijn opgehangen. Tot mijn spijt is het tot dusver geen enkele maal gebeurd!. Wordt voortgezet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 3