J. J. H. KOOPMAN, WESTSTRAAT 17. voor f 65. DE RARE SIJS Tweede Blad. Tot 27 «JANUARI DAMESKLEEDERMAKER, BONTWERKER, VAN ZATERDAG 20 JANUARI 1923. Deze bijzonder voordeelige aanbie ding duurt slechts tot 27 Januari. FEUILLETON. PLAATSELIJK NIEUWS. Onze vroegere plaatsgenoot, de heer E. C. I. Kipperman, slaagde aan de Techn. Hoogescihool te Delft voor het candidaats- examen Scheikundig Ingenieur. De heer J. Woud, leerling der Radio- school .alhier, slaagdo Donderdag te den Haag voor het Rijkscertifioaat van Radio- telegrafist eerste klasse. De heer J. Molenaar, commies bij de Ned. Spoorwegen, chef v. li. plaatskaarten- kantoor, herdenkt 31 Januari a.s. zyn 2o- jarig ambtsjubileum. Onderwijzers Zangclub „Helder Reeds lang bestond er onder de Helder- sche onderwijzers het plan om een zangclub op te richten. Nadat door eenigen hunner daartoe het initiatief genomen was, is de j om (]oor verschillende ministers afwijzend en nieuw, alsmede de schildering van den nood onder zeer veel oude gepensionneerden. Oorlog en Marine betuigden in hun antwoord veel leedwezen, maar wezen de verzoeken van de hand. Van de toenmalige Tweede Ka mer werd geen antwoord ontvangen. 4 October 1922 werden verzoekschriften ingediend aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal, Ministers van Ooillog en Marine, om aan alle weduwen van gepensionneerden, die geen pensioen genieten, doch slechts een gratificatie, eveneens pensioen toe te kennen, daar onder deze stumperds de nood zeer hoog was gestegen. Ook deze verzoeken werdien van de hand gewezen, daar de ministers geen termen kon den vinden, om thans aan die weduwen pen sioen te geven, die onder de oude wetten dit niet hadden gekregen. Alweêr nul op het request dus voor deze arme vrouwen en kinderen. 26 October 1922 werden, onder zeer uitge breide toelichting, verzonden aan de 2e Ka mer, Ministers van Financiën, Oorlog en Ma rine verzoekschriften om pensioenverhoo- girug voor militairen van land- en zeemacht, Rijkswerklieden enz. van de werf en burger ambtenaren, die niet onder de nieuwe pen sioenen vielen en de weduwen dier men sehen, die geen pensioen genoten, doch slechts een gratificatie. Van den heer II. ter Hall werd mededeeling ontvangen, eventueel zijn stem te zullen ge ven voor verbetering. Overigens werd weder- Ingezonden Mededeeling. Extra aanbieding. leveren wij oprichting van een dergelijke club een feit I t>eschikt, terwijl de minister van marine aan de afwijzing toevoegdei, dat in den vervolge Onder den naam O. Z. H. (Onderwijzers Zangclub Helder) zal de nieuwe vereeniging trachten onder gezellig samenzijn het zingen van hare leden te bevorderen, wat heel ze ker ook aan het zingen op de scholen ten goede zal komen. Verschillende onderwijzers en onderwijze op dergelijke verzoeken geen antwoord zou worden gegeven. Bedroevender kan het moeilijk, zou men zeggen en er behoort zekerlijk veel geduld en toewijding van het bestuur toe, onder zulke omstandigheden vol te houden en den moed niet te laten zinken. Alleen; de overtuiging Mantelcostumes naar Maat gemaakt, van prima blauw en zwart kamgaren, serge, gabardine en laken, geheel met zijde gevoerd, 1ste klas bewerking en elegante coupe, BINNENLAND. Vol vreugde is door het Bestuur aan dit verzoek voldaan, in de hoop, dat die pogingen ressen gaven reeds door hun toetreding hun I van ons goed recht en onze onbillijke behan-1 no8 eens tot succes zullen leiden, instemming met dit plan te kennen, maar I deling maakte dan ook, dat het werk onver-1 ^en eere'sa aan en 'leer ^er Hall stellig zouden nog heel wat onderwijzers I 1 roten zal worden voortgezet. I «'aarvoor. Den 8en December werd het bestuur toe onderwijzers (essen) lid kunnen worden. Wij hopen, dat het bovenstaande een aan sporing voor hen zal zijn om zich als lid op te geven bij den secretaris T. Bakker, Spoorstraat 140. Vereeniging van Huisvrouwen. Vrijdag 26 Januari a.s. zal de Ver. van Huisvrouwen weder aan eenige firma's ge legenheid tot demonstratie geven in de voor' zaal van Casino. Evenals vorige koeren, kunnen wy ook deize demonstratie warm aanbevelen bij onze Heldersche huisvrouwen. De firma Rademaker komt met haar be kende „Rademakers hopjes" en chocolade. Alex Chambers met een zeer gemakkelijk te bereiden en zeer smakelijke pudding. Hammingh's Ver. fabrieken met limonades, sausen en jams, A. J. de Haas met gesteri liseerde azijn, terwijl men verder kennis kan maken met een soort spiritus in tabletvorm. Daar de verschillende firma's hunne wa- gelaten in audiëntie bij den Minister van Fi nanciën. Deze audiëntie, welke tot tweemaal toe was aangevraagd, had het volgende re sultaat: Nadat kortelings de belangen der gepen sionneerden door het bestuur van „Pensioen- belang" naar voren waren gebracht, en door Z. E. eenige vragen waren beantwoord, werd doof Z. E. aan liet bestuur de vraag gesteld: Wat er door de gepensionneerden werd ge dacht over een regeling waarbij bijvoorbeeld aan lieden, die liet meest in de verdrukking waren, zooals werkloozen, enz., eene verhoo ging van pensioen zou worden toegekend. Door de bestuursleden werd hierop onge veer het volgende geantwoord: Iedere poging, die door de regeering zou worden aangewend om de oud-gepension- neerden, weduwen, enz. tegemoet te komen, werd toegejuicht. Echter vreesde zij, dat der gelijke zaak moeilijk uitvoerbaar zou blijken te zijn, en het zou kunnen voorkomen, dat Tenslotte verklaarde de le secretaris nog van de gelegenheid te willen gebruik maken om een eerbiedige hulde te bewijzen aan de nagedachtenis van de heeren Gras en Stui- venberg, de eerste penningmeester, laatst genoemde eerelid der Vereeniging, die bei den in den loop van 1922 overleden en in wie de Vereeniging ware vrienden en onver moeide werkers heeft verloren. Een motie betreffende uiting van veront waardiging en teleurstelling gewekt door het antwoord van Z. E. den Minister van Marine op een gedaan verzoek, welk anwoord luidde, dat verzoeken over datzelfde onderwerp in den vervolge onbeantwoord zouden blijven, kon, daar het reeds laat was geworden en ivele leden ongeduldig waren geworden en naar huis wilden, niet worden behandeld. Apologetische vereeniging. Op initiatief van den heer C. F. Bijlsma werd Donderdag in het Evangelisatiegebouw Minister Aalberse. Het Hbld. meldt: Het spreekt vanzelf, dat het bericht van „De Residentiebode" over een mogelijk af treden van den Minister van Arbeid, den heer Aalberse, veel opzien verwekt heeft. Voordat wij nog gelegenheid hadden gehad, den Minister persoonlijk naar de waarheid van het bericht te vragen, vernamen wij, eveneens in parlementaire kringen, maar ook daarbuiten, dat het bericht geen grond heeft. Natuurlijk valt de nieuwe regeer periode den Minister veel zwaarder dan de eerste vier jaren. Allerlei omstandigheden belemmeren zijn arbeid. Maar dit moet hem geenszins tot de overweging geleid hebben om het bijltje er bij neer te leggen. Hoezeer de Minister een mogelijke ver werping van de Arbeidsgeschillenwet in de Eerste Kamer zeer ernstig zou betreuren, moet hij toch niet voornemens zijn van de al of niet aanneming een portefeuille- quaestie te maken. Maar, zoo hoorden we weer van andere zijde, hij zou een officieel e tegenspraak van het bericht weer niet ver standig achten, omdat dan misschien de in druk gewekt zou worden, dat hij om de heele Arbeidsgeschillenwet weinig geeft. Terwijl het tegendeel juist het geval is. Hedenmiddag den kamerbewaarder van den Minister om een gesprek met Z. Ex. vragende, met de bedoeling om de particu liere inlichtingen te verifieeren, kregen wij ten antwoord, dat de Minister had laten weten geen enkelen vertegenwoordiger van de pers te zullen ontvangen. Wij moeten onze inlichtingen dan ook onder voorbehoud geven. Ook het Ned. Correspondentie-bureau voor Dagbladen heeft, na informatie, geen bevestiging gekregen van het bericht van „De Residentiebode" omtrent minister Aal berse. Het Int. Verbond van Vakvereenigingen en de bezetting van het Roergebied. Woensdag heeft te Amsterdam opnieuw een vergadering van het bestuur van het Intern. Vefbond van Vakvereenigingen plaats gehad, ter bespreking van de door de bezetting van het Roergebied geschapen si tuatie. De vertegenwoordigers van de bij de be zetting meest betrokken landen hebben rap port uitgebracht nopens de in hun land ge houden vergaderingen van vakcentralen. Het bestuur nam voorts kennis van de zienswijze van de internationale beroeps secretariaten van de transportarbeiders, mijn werkers en metaalbewerkers met betrekking tot de mogelijkheid, door actie metterdaad van de arbeiders protest aan te teekenen te gen de militaire geweldmaatregelen. Eenstemmig werd besloten, met alle aan- Veetransport per boot. De Nederlandsche Bond van Veehandela ren heeft, in verband met den uitslag van ge durende de laatste maanden genomen proe ven, besloten aan de provinciale afdeelingen te verzoeken zich met bestaande reedeiijen in verbinding te stellen om te komen tot wa-- tertransport op grootere sdliaal, liefst in den vorm van vaste diensten van en naar de be langrijkste weekmarkten. De hooge vrachtprijzen, die bij vervoer per spoor nog steeds gewonderd worden, zijn in de eerste plaats aanleiding geweest tot dit besluit en tojyendien meent men, dat, vooral voor melkvee en voor drachtige koeien, het watertransport belangrijk minder nadeelig is dan liet vervoer per trein. Meer dan 100.000 werkloozen. Op Zaterdag 13 Januari 1923 waren bij 214 organen der openbare arbeidsbemiddeling in gemeenten met 5000 of meer inwoners 103995 mannen en 7055 vrouwen als werk zoekenden ingeschreven. Passen voor België afgeschaft. Een bericht uit Brussel meldt, dat de passen, tot nu toe noodig voor het verkeer tusschen België en Nederland, met ingang van 1 Februari zullen worden afgeschaft. ren niet alleen tentoonstellen, doch ook de I door omstandigheden, door het bestuur ge-1 Palmstraat een vergadering gehouden voor gesloten vakcentralen onmiddellijk over de J1«vinrlA 1 fli An molron *7 Q I TY1 P.T1 I 1 -I 1111 .T _T J I ,1 „1,1"1 „1 I dames er kennis mede laten maken, zal men zeker eene wandeling naar deze demonstra tie niet te betreuren hebben. Het bestuur hoopt dan ook op een druk bezoek Dinsdag 30 Januari zal mej. Knappert, directrice van de school voor Maatschappe lijk Werk te Amsterdam, eene lezing hou den over „Opvoeding van de Vrouw tot Maatschappelijk Werk," een in dezen tijd zeer belangrijk onderwerp. Deze lezing zal gehouden worden in het Alg. Mil. Tehuis, Spoorstraat. Ook dan wordt op een groot be zoek gerekend. Vereeniging „Pensioenbelang." Den 17 Januari j.L werd in het Mil. Tehuis Kanaalweg eene vergadering gehouden door de Vereeniging „Peusioenibelang" te Helder. Aan het door den len secretaris, den heer W. Bruul, uitgebracht jaarverslag, wordt het volgende ontleend. De vogende verzoekschriften werden ver zonden: 23 Jan. 1922 aan de leden der Eerste Kamer om het wetsvoorstel der nieuwe Pensioenwet niet te aanvaarden, zoolang ook niet aan de noemd, de een dubbel, de ander niets zou krijgen. Nu in deze om advies werd gevraagd, oordeelde liet bestuur verbetering voor de oud-gepensi o nneerdenalsmede weduwen, gewenscht, doch dan over de geheele Unie. Z. E. beloofde een en ander te zullen over wegen. 9 December werd1 door de bestuursleden Tiessen en Van Vliet bezoek afgelegd bij den heer Oud, lid der Tweede Kamer. Ook door den heer Oud werd steun toegezegd, Door den heer Ter Hall werd in de Kamer een motie ingediend voor verbetering der positie van de oud-gepensionneerden. Deze motie werd in de 2e Kamer verworpen. Deze verwerping geschiedde echter gedeeltelijk, omdat Z. E. de Minister van Marine beloofde naar aanleiding van een interpellatie van den heer Snoeck Henkemans in de 2e Kamer, deze zaak in nadere bestudeering te zullen nemen. Dankbetuiging in deze aan de heeren Ter Hall, Snoeek Henkemans en anderen, die een lans hebben gebroken voor het lot der oud- gepensionneerden. Verschillende pogingen waren aangewend de oprichting van een plaatselijke apologeti sche (geloofsverdedigende) vereeniging. Na een kort openingswoord, waarin de heer Bijlsma de noodzakelijkheid en de mo gelijkheid van een apologetische vereeniging in den Helder uiteenzette, werd de conclusie van het voorloopig comité bij acclamatie als doei van de vereeniging aanvaard. Deze luidde: „De Christelijke levens- en wereld beschouwing tegenover de heerschende phi- losophische stroomingen bekend te maken. Zij poogt dit doel te bereiken: lo. door het organiseeren van openbare vergaderingen in publieke gebouwen, waarop lezingen met en zonder debat zullen gehouden worden; 2o. door het openstellen van een gelegen heid tot het inzenden van vragen naar aan leiding van behandelde onderwerpen; 3o. door evangelisatie onder de hoogere standen in den Helder, waartoe weten schappelijke werkjes tér lezing zullen wor den aangeboden; 4o. door het openen van een fonds voor den aankoop van populair wetenschappelijke brochures, die tegen geringen prijs of gratis mogelijkheid van optreden metterdaad in verbinding te treden en voor deze actie reeds voorbereidende maatregelen te treffen, Het bestuur van het Intern. Verhond van Vakvereenigingen verwacht van de ar bei' ders van alle landen, dat zij zich bereid zul len houden, aan iedere oproeping van het Intern. Verbond van Vakvereenigingen van zijn aangesloten organisaties gevolg te ge ven, teneinde de besluiten van de congres sen van Rome en Den Haag, zoo noodig, in daden om te zetten. Gelijktijdig echter waar schuwt het bestuur van het Intern. Verbond de arbeiders tegen elke poging, komend van andere zijde, om hen in ondoordachte en on voorbereide avonturen te sleepen In het bijzonder doet het bestuur van het Intern. Verbond van Vakvereenigingen een klemmend beroep op de Duitsche arbeiders om zich niet ten behoeve van nationale en chauvinistische agitaties te laten misbrui' ken. Steun aan de nijverheid? Naar het Nederl. Oorrespondentiebureau In Den Haag verneemt, is het onderzoek KoLora tfYP-Qtemil I CJ.43UUU1T7UUÜ utulBv waivi I yaav/ vyj. m JLf dl llad'K VClliüdlll/, lö ITül DI1UCI ALT tav, ouae gepensionneeraen een oeieie ioesui jcor an<]ere organisatiën, om de Vereeniging I op openbare vergaderingen en daarbuiten dat de regeering naar maatregelen tot steun zou zijn gewaarborgd, zoodat niet de tegen stelling tusschen oud en nieuw zoo schril en onrechtvaardig zou naar voren treden. Op dit verzoek werd geen antwoord ontvangen, De Eerste Kamer nam de nieuwe Pensioen wetten na eenige discussie aan. Hiermede was voorloopig althans het lot der oud-ge' pensionneerden bezegeld. 29 April werden verzoekschriften inge diend aan de Ministers van Financiën, Oorlog ad interim Marine en Tweede Kamer, om ver' hooging der 40 Deze verzoeken waren toegelicht door gegevens betreffende de schreeuwende tegenstellingen .tusschen oud „Pensioenbelang" te splitsen, t.w. in militaire en burgerlijk gepensionneerden. Deze po gingen, hoe goed ook bedoeld, leden schip breuk op de rotsvaste overtuiging van het bestuur van „Pensioenbelang", dat alleen nauwe samenwerking misschien nog eens tot succes zou kunnen leiden. Medegedeeld dient nog te worden, dat van den heer Ter Hall een schrijven werd ont vangen, houdende een verzoek gegevens te verstrekken betreffende gepensionneerden van de oude en de nieuwe wet, weduwen, enz., enz., teneinde materiaal te verzamelen voor een nieuwe actie. kunnen worden verkocht of verspreid; 5o. door den aankoop van boeken voor een apologetische bibliotheek; 6o. door het maandelijks organiseeren van ledenvergaderingen, waarop de stroomingen van den tijd behandeld zullen worden. Een voorloopig bestuur werd samenge steld, waaronder de heer C. van Dam als voorzitter en de heer C. F. Bijlsma als secre taris. Na een te houden propagendavergadering voor het Christelijk deel van den Helder, zal een definitief bestuur gekozen worden. De vereeniging telt reeds een zestig leden. van de nijverehid instelt, voor een gedeelte afgeloopen, en zal binnen korten tijd blijken welke besluiten ten deize zullen worden ge1 nomen. De papiernijverheid en het drukkersbedrijf. De minister van arbeid, handel en nijver heid heeft vertegenwoordigers van de pa piernijverheid en het drukkersbedrijf uitge- noodigd tot een conferentie op a.s. Maandag, opdat hfj zich nader op de hoogte kan stel len van den toestand, waarin die bedrijven zich thans bevinden, en van de daarin on dervonden moeilijkheden. Vragen van Kamerleden. De werkloozenuitkeerlng. De heer Kuiper, lid van de Tweede Ka mer, heeft den minister van arbeid, handel en nijverheid de volgende vragen gesteld: 1. Heeft de minister kennis genomen van de volgende persberichten dato 3 Januari jl. door de N. V. Wilton's Machinefabriek en Scheepswerf te Rotterdam, aan de Kamer van Koophandel aldaar gerichten brief, waarin de werklooze arbeiders in het alge meen worden beschuldigd van weigering om passenden arbeid te aanvaarden en liever zonder arbeid werkloozensteun ontvangen dan tegen loon werk te verrichten? 2. Is het den minister bekend, dat de di rectie van bovengenoemde naamlooze ven nootschap als oorzaak daarvan aangeeft, dat de uitkeeringen uit de werkloozenkassen, welke na overleg met de regeering worden vastgesteld, te hoog zijn? 3. Is de minister bereid, naar de gronden, waarop deze aanklacht steunt, een nauwkeu rig onderzoek te doen instellen en het resul taat daarvan, benevens zijn oordeel over de gebleken feiten, aan de Kamer mede te deelen? Vervoer gouvernements passagiers. (Vragen van den heer Brautigam aan den minister van koloniën.) Is het den minister bekend: dat de huisvesting aan boord van de sche pen, welke gouvernements-passagiers ver voeren, vaak zeer onvoldoende is; dat bijv. aan boord van het stoomschip Goentoer (uitgegaan Augustus 1922) voor 41 personen (8 vrouwen, 6 kinderen, 22 onder officieren en 5 burgers) slechts 2 W. C.'s en 1 badkamer beschikbaar waren; dat de bijgebouwde hutten aan boord van dit schip zeer ongerieflijk en slecht geven tileerd zijn en voor verblijf van zes perso nen ongeschikt moeten worden geacht; Is de minister bereid aan de Maatschap pijen, welke zich met het vervoer van gou vernementspassagiers belasten, eischen te stellen, die een behoorlijke huisvesting waar- horgen? Dienstweigering inlandsche matrozen. Van den heer Van der Voort van Zijp aan den minister van marine: Is het tuist, dat te Soerabaja een tweehon derdtal manschappen van de Christen- inlandsche matrozen der marine dienst ge weigerd heeft ten gevolge van de invoering van dezelfde voeding voor hen als voor de Mohammedanen? Beschikt de minister reeds over rapporten omtrent de toedracht der feiten, en is de mi nister bereid, deze aan de Kamer mede te deelen? Indien niet, heeft de minister een onder zoek doen instellen, en kan het verslag en het resultaat hiervan door de Kamer worden tegemoet gezien? Delicten bil de Posterijen. De Arr. Rechtbank te Breda veroordeel de een brievenbesteller, tevens kantoor knecht, uit Bergen op Zoom. wegens diefstal van een brief, tot vier maanden gevangenis straf. De eisch was negen maanden. De zelfde Rechtbank veroordeelde den gewezen postdirecteur uit Steenbergen, wegens ver duistering in dienstbetrekking, tot zes maan den gevangenisstraf. De eisch was acht maanden. 19) door ARNOLD BENNETT. VI. Daar de trots van de voornaamste tooneel- spelers er nu bij betrokken was, was elk hunner gedwongen, de voornemens uit te voeren, die hij, hetzij in woorden, hetzij stilzwijgend geuit had. Denry's stilzwijgen had, krachtdadiger dan woorden het hadden kunen doen, te kennen gegeven, dat hij on der geep verlokking uit zijn tent zou komen, Ruth had duidelijk verklaard, dat er niets anders op zat dan dadelijk naar huis te gaan, dien eigen avond. Denry weerhield zich, om zioh in haar schikkingen te men gen. Ruth was droefgeestig onder het mas ker van vroolijkheid; Nellie was droefgees tig onder niet het minste masker. Nellie was enkel de ledepop van die verloofde ac teurs, haar ouderen. Zij bewonderde Ruth en zij bewonderde Denry en onder elkaar bedierven zij de vacantie van het schepseltje voor hun eigen volwassen plannen. Nellie wist, dat er afschuwelijke gebeurtenissen in de lucht hingen gebeurtenissen in ver gelijking waarmee de storm op zee een storm in een theekop was. Zij wist dit ten deele, omdat Ruth zoo vreemd beleefd was geweest, en gedeeltelijk omdat zij afzonderlijk naar St. Asaph's Road toe waren gekomen en den heelen namiddag samen hadden doorge bracht. Zoo snel komen groote gebeurtenissen op zetten en spelen zich af, dat zij om zes uur thee gedronken hadden en te voet op weg waren naar het station. Het manusje van alles, van St. Asaph's Road no. 26, was hun met de bagage vooruitgegaan. Al de overige menschen te Llandudno slenterden opge wekt huiswaarts naar hun sjieke thee om half zeven groote lui, voor wie wekelijk sche rekeningen wissewasjes waren en die in staat waren, altijd door te Llandudno te blijven, als zij dat verkozen! En Ruth en Nellie waren zich bewust van de schande welke altijd degenen treft, die midden in het seizoen genoopt zijn een ontspannings oord te verlaten. Zij zagen omnibussen, met bagage beladen, en vroolijke menschen die zoo waar aankwamen, wier vacantie nog niet goed en wel begonnen was. En dit schouw spel vermeerderde hun vernedering en hun afkeer. Zij hadden echt het gevoel dat zij totde lagere orden behoorden. Ruth schertste, om het effect, over de plechtigste onderwerpen. Zij maakte er zelfs giohelend gewag van dat zij bij Nellie leentjebuur had moeten spelen, om haar verplichtingen voor het laatste etmaal in het pension te kunnen vervullen. Daar ge- gichel aanstekelijk is, lachten zij alleen toen zij dicht naast elkaar opwandelden. En leder dacht heimelijk hoe belachelijk zulk een ge drag was en hoe dit tekort schoot in verge lijking met den standaard van echt wereld- sohe opvattingen. Toen zij dichter bij het station waren, kreeg Denry door een of andere malle gril den inval om zijn hoed af te nemen voor twee jonge dames, die voor hen uit den weg overstaken. Geen van die twee jonge dames beantwoordde het huldebetoon. „Wie zyn dat?' vroeg Ruth, voor zij kon bedenken, dat er nieuwsgierigheid onder school. „Een jongedame met wie ik vroeger geën gageerd ben geweest", zeide Denry. „Wie?" vroeg het uilskuiken, Nellie, ver baasd. „Dat ben ik vergeten", zeide Denry. Hij achtte dat een van zijn grootste tegen zetten, niet tegenover Nellie, maar tegenover Ruth. Nellie waardeerde de liefelijkheid ervan naturlijk niet. Maar Ruth wel. Er was geen kant in dat antwoord dat Ruth's criti- sche opmerkingsgave onging. Ten slotte kwamen zij aan het station, een kwartier voor een trein verwacht werd, en een half uur voor h- binnenreed. Denry gaf het manusje van alles een fooi voor het overbrengen van de bagage. „Weet je zeker, dat dit alles is?" vroeg hij aan de meisjes, beiden in zijn blik omvatten de. „Ja," zeide Ruth, „maar waar is de jouwe?" „O", zeide hij, „ik ga vanavond niet weg. Ik heb hier nog zaken te toen. Ik dacht dat je dat begrepen hadt. Ik denk dat jelui sa men de reis wel kunt doen". Na een oogenblik zeide Ruth opgewekt: „O ja! Ik was dat van je zaken vergeten!" Wat volmaakt onwaar was, daar zij niets van zijn zaken afwist en h;j haar stellig niet ge zegd had, dat hij niet met hen terug zou gaan. Maar Ruth was nu eenmaal heel dapper, hooghartig en koninklijk, en ter wille daar van moet je het soms met de waarheid niet al te nauw nemen. Het kostelijkste bezit ter wereld was voor Ruth haar waardigheid wie kon haar laken? Zü was van plan die tot eiken prijs hoog te houden. Binnen enkele minuten trok het boeken stalletje op het perron hun aandacht, even onvermijdelijk als een voorovergevallen paard een menigte trekt. Andere menschen stonden bij dat boekenstalletje, en aange zien die menschen blijkbaar Llandudno ver lieten, voelden Ruth en Nellie een zeker soe laas. Het maatschapelijk verschil leek hel derder. Denry kocht een paar stuiversbla den, en toen begon de krantenjongen het verkoopbiljet van de Staffondshire Signal aan te plakken, die zooeven was aangeko men. En op dit biljet stonden met koeien van letters, de woorden: „De Groote Storm in Noord-Wales. Beschrijving van onzen bij- zonderen medewerker". Denry griste een van de groene bladen weg en sloeg het open, en in de eerste kolom van de nieuwsblad zijde zag hij zijn wonderbaarlijke beschrij ving, waarin het woord „Rembrandtesk" voorkwam. „Levendige beschrijving door een heer uit Bursley van de tooneelen te Llandudno", zeide de ondertitel. En het ar tikel begon met de inleiding: „Wij danken aan den1 heer E. H. Machin, een bekende figuur te Bursley" enz. Het was als een wonder. Denry kon, on danks dat alles, niet verhinderen dat een vurige blos in zijn gezicht opsteeg. Met geveinsde kalmte gaf hij het blad aan Ruth. Haar kalmte, toen zij het aannam, maakte hem overstuur. „Wij zullen het in den trein lezend, zeide zij gemaakt, en begon over iets anders te spreken. En zij werd heel aardig en gezellig. Tusschen kranten en zesstuiversromans op het boekenstalletje lagen een aantal sou venirs aan Llandudno vouwbeenen, pen nen, presse-papiers, horlogekasten, alle van licht hout of glas, en versierd met gekleurde gezichten van Llandudno en ook het woord „Llandudno" in groote Gotische hoofdlet ters, zoodat er geen vergissingen mogelijk waren. Ruth bedacht dat zij van plan was geweest, een kristallen pressepapier te koo- pen met een gezicht van de groote Orme onderop. De bediende van het stalletje had verscheidene kristallen pressepapiers met gezichten van de pier, het Hotel Majestic, den strandbolevard, de Gelukkige Vallei, maar geen enkel met het gezicht van de Groote Orme. Hij had ook vouwbeenen en horloge-kasten met een gezicht van de Groote Orme. Maar Ruth wilde een combi natie van presespapier en de Groote Ormë en niets anders kon haar voldoen. Zoo was zij. De bediende erkende dat zulk een com binatie bestond, maar zij was „uitverkocht". „Zoudt u er niet een naar mij kunnen opsturen?" zeide Ruth. En Denry zag opnieuw in, dat zij onge neeslijk was. „O ja, juffrouw", zeide de bediende. „Stel lig. Morgen op zijn laatst." En hij haalde een opschrijfboekje voor den dag. „Hoe is de naam?" Ruth keek naar Denry, zooals vrouwen bij zulke gelegenheden kijken. „Rotschild", zeide Denry. Het moge misschien vreemd lijken, dat dit eenvoudige woord hun verloving af maakte. Maar het was zoo. Zij kon geen be risping dulden. Zij liep weg, met een kleur. De bediende in het boekenstalletje kreeg geen bestelling. Verscheidene menschen in de nabijheid merkten vaag dat er een hui selijk scène was voorgevallen, in een oog wenk vlak onder hun neus, op een perron van een station. Nellie was zich spoedig be wust dat er iets heel ernstigs gebeurd was, want de trein nam hen mee, zonder dat Ruth een syllabe tot Denry sprak, ofschoon Denry zijn hoed afnam en bijkans uitbun dig was. Den volgenden middag ontving Denry over de post een ring in een doosje. „Ik zal mij niet aan beleedigingen onderwerpen", luidde het korte briefje. „Ik heb niets dan „Rothschild" gezegd!" mompelde Denry in zichzelf. „Kan iemand geen „Rothschild" meer zeggen?" Maar heimelijk was hij trotsch op zichzelf. (Wordt vervolgd). i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 5