Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 27 Jan. 1923. TOONEELHERINNERINOEN en ANECDOTBN VAN ANDEREN No. 55. (auteursrechten voorbehouden) MARINE-HERINNERINGEN. (Nakomertje). In me jonge Jaren, toen ik nog op het Op nemingsvaartuig „Melvill van Oannbee" diende 18881885 kwamen we mot dat scheepje nog al eens dikwijls op Indra- majoe, Togal en Pekalongan, aardige bin nenplaatsjes op de Noordkust van Java, waar de burgerij zoo ongeveer nooit een marine- vaartuig ziet en waar men weinig van de Marine afweet. Hoe klein de „Melvill" ook was en hoe tam het scheepje er ook uitzag, wij heetten daar „het oorlogsschip" en wij werden daar overal met open armen ontvangen. W anneer de officieels bezoeken tusschen Commandant en Resident waren gewisseld, waarvan altijd het gevolg was dat wij ver zocht werden om 's avonds om acht uur „het nachtschot" te doen „dat was zoo goed tegenover de Inlandsdhe bevolking en dan wist men weer eens den waren tijd" dan volgden al spoedig eanlge Invitaties voor een dlnertje hier, en een dansje dóór, pretjes, dio ons, Jongelui, hartelijk welkom waren on djo een aardige afwisseling brachten in het eentonige opneniingswerk. En waren de burgers in die plaatsjes te- enover ons altijd voorkomend, hartelijk en leefdl.do Jonge dames die daar onder waren, waren dit in hooge imate en gaven blijk dat zij niet afkoerlg.waren van eon genoegelilken omgang met onsll Zij dachten.Ja, wat zij dachten weet ik niet natuurlijk, maar gegeven d« omstan digheid dat er op het scheepje drie of vier vroolljke, vrije officieren dienden en dat eon marine-uniform altijd eonlgen indruk maakt op het jonkvrouwolijko gemoed, laat ik de gevolgtrekkingen maar aan mijho lezers overt Zoo kwamen we weer eens op een goeden dag in Pekalongan, waar we eon weekje zouden „ververschen" en waar ook een viertal Jongedames woonden.snoes jes waren het! Allemaal zoo rond de „duizend* weekjes", mooie figuurtjes, aardige snoetjes en oogenll Iaat lk er op mijn ouden dag maar niet meer aan denken! Twee van hen waren een beetje getint: van dat heel heel zachte Llohtgoele bruin „koe- Ut langsap" noemt men dat in Indlë rtmar dat stond hen des te mooier bij hunne flu- weolen-oogen^ De pretjes waren niet van do lucht! Van daag een intiem dlnertje biji den Resident, morgen eert dansavond in de soos, overmor gen een rijsttafel bij een ander, afgewisseld door een ünstuifje aan boord, of een avond roeien met een van onze sloepen op de roe en dweepen in den maneschijn, onder het ge mot van een guitaar en ,eeti gJaasje Rijn wijn. het waa liefhebberij en het was heerlijk. i Natuurlijk waren wij allen min of meer verliefd hoe kon het anders! maar do geen die het 't meest te pakken had was onze dokter! HIJ had het voorzien op ren allerliefst kind.en dat zij ook wel wilde,nu, dat kon een blind mensoh wel merken! Zij heette.Ja, lk weet hot nog wel, ninar zeg het daarom nog nletl.en zal ik baar maar weer „doopen" als Loulsol Onder oma was z!J familiaar bekend nis „Louise van do Ston^ah-Compagnle", niet omdat zl] met dezen tak van dienst (de Gou* verneinents-Mnrlne) leis had uit te staan, maar omdat lij dikwijls oen toiletje droeg, wit met rooden krnng on roodo opslagen nnn do mouwen.,., sooals de inlandsen# ma trozen van de Gouvernementa-Marlne ook dragen. Tussohen deze Louise nu en onzen dok ter was langzamerhand een zeer vriend- schappelijke verstandhouding ontstaan. Er glncr geen dng om of men zag ben samen; es waren zij tafelburen, gin os waren si] tafelburen, gin- I alle etorij op alle etorij knie, op dezelfde doft, of maakten wij eens een rijtoertje, dan zaten zij altijd toevalUg in betzelfde karretje! En dikwijls werden er aan des dokters adres vruchten of manisan (snoeneri)) bezorgd, vanwege de „Stengah- Oompagniu", welke hartelijkheid hij dan be antwoordde met een mooien waaier of een flacon fijne odeur! Het ging prachtigl Wij dachten dan ook niet anders of wi zouden weldra van dit engagement hooren. waarmede onzo brave dokter bij voorbaat flink werd geplaagd! Zoo brak de laatste dag van ons verblijf te Pekalongan aan. 's-Avonds zou de Resident een afscheids feestje geven en daartoe trokken de officie ren, die vrij waren, 's middags tegen vijf uur naar den wal, waar ieder een kamer In het hotel had besteld. En toen de dokter en ik, op dat uur, aan „de Boom", zaten te wachten op het karre tje dat ons naar boven, naar de stad, zou brengen, toen keek onze esculaap zóó treurig en was hij zóó zenuwachtig, dat ik niet kon nulaten hom te vragen „scheelt er iets aan dokter?" Zijn goedige katerkop hij was een dikke dertiger keek mij een poosje droef en doordringend aan het was of hij bezig was zloli zelf te overwinnen en toen zei hij Thys, wil je me een grooten dienst be wijzen?" V „Wel natuurlijk, kerel,.als ik kan. wat is er?" „Blijf dan bij mei" „Ju, blijf van avond In mijm nabijheidI „Ja.ik bedoel.laat inij van avond niet alleen met Louise!.als je ziet dat wij samen in den tuin mochten gaan volg mij dan!.als wij ons Bamon in een hoekje mochten gaan afzonderen, kom er dan bij zitten!.maar ln 's Hemelsnaam, laat ons niet alleen 1 ..Maar kerel, ik dacht juist dat JU en Louise. „Ja, ja, dat Js ook zoo.zij is het lief ete meisje dat lk ken.ik zou haar juis zou dol graag vragen.... maar het mag niet, hot k an niet.en daarom amice, help mij. laat mij niet alleen met haar. want anders sta ik niet voor mijzelf inü Het verzoek klonk als eon noodkreet. en toen, dóór, aan dl© prozalsohe kleine Boom" verrolde hij mij in vertrouwen waar om hij Louise niet vragen kon.redenen die lk moest hllUjkonl Maar ondertuesobon was dat geen gemak kolijke tauk voor mfyt Aan hét diner ging alles good, maar toen daarna werd godonst, ging het moeioiykerl HIJ, de dokter, danste met en ik excuseer de mij zoovool mogelijk, zeer tegen mijn zLn; hetgeen mij meer dan één bedroefden blik van m ij n vriendinnetje kostte, maar ik hield vol en als lk doktor eens alleen zag met haar, dan maakte lk dat ik er als de kip- I* (SA. UHJl UWHRVU 4 IV Ul*H «V V* WO UV "'l1 n bi) was.hetgeen mU meer dan één oozen blik van z IJ n vriendinnetje kostte! Maar wat doet meh al niet voor de vriend schap! Ik zorgde wel dat zij goon drie mlnu ten alleen waren.... dat is tooh wel vol- doonde, dames? P En toen wij den volgenden dag wegzoil- don, om niet te Pokalongnn terug te koe ren, lieten wij daar zeker een treurend laat ik hopen niet gebroken meisje ah art achter, en dankte onze bravo doktor mij har telijk voor don bewezon vrlondondlenst. maar toen hij dat dood had hij tranon ln de oogen! zoo gaat bet wel eens in de Marine. THIJS. Het is een verstandig schrijver, die nooit vraagt wat men er van zegt als men hem vertelt dat zijn werk algemeen gelezen wordt. FEUILLETON. navsrtsld door OARIL J. BRINSA. 2) Een Wonder. o~ Lange Jaren geledtn stond te Amsterdam, ongeveer op do plaats waar nu do Tooneel- school Is, do groot# schouwburgtant van do firma Nleuweniliuls - die daarin oonourrou- tlu met 't „Salon" van Grador en t Theater Stoste on Jaoqul en nog andore mindere go den, tooneel voorstellingen gaf, die de hou ten wanden dor teente deden kraken door de gow .dlge luchttrillingen onstaande uit'hot daverend handgeklap der toesohouwersl Voor de billijke prijs van 25 cent (eerste) en IS cent (tweede rang), woonden do opge- togenan daar bij „De Schipbreuk der Me- dusu.met bewogelllk golfgespeol en eon „echt i'lot on sidderden voor „Robert do Struik roover van öuldllor.„gedeooroewP' door blaat!" V»1'foMll«udie tooneel!kunstenaars, dio el ders geen emplooi hadden kunnen vinden of neg ln hun oe feu Ingaj aren wuren, ver- e km ga en zich gewoonlijk in Nleuwenliuls' kunst-etablissement en spoelden vol holllg vuur voor het kleine saiarls, dat do Ixru.ve man hun kon aanbieden met zijn gowoon on wel luidend gezogdo: „Kom maar bij mijn Jullie bont tooh ook gosjoohte jongens!1'. „Heter dat Jo hier voor 'n schulflo een ko ning of 'n sjantelmon niet oen boterham bent, dan dat Je op straat op een schoen en een slof rondzwartsolt"l. Die dwaalsterren bleven dan gedurende een seizoen, soms langer, «zich bewegen om een paar vaste sterren als Nleuwenhuis en zijn eega. Dikwijls deelden zij op deze wijze den glans met een of ander bekend artist, die toevallig geen engagement kunnende krljgon, dan ln hun kunsttempel als „Gast" optrad I Zoo gebeurde liet op oen winter, dat al* gMten geëngageerd wuren mejuffrouw Gart- muiii en de lieer Boeter*, De eerste zou op treden uls „Meden" torwül de heer Boete re de rol van dien priester en Ntouweiihui* zelf dio van Jnson zou vervullen'. Do voorstelling liep heerlijk van stapel; do groote tooneelon tussohen Medea en Jason slaagden volkomen. Het publiek brulde van opgetogen bewondering, hun gerookte bok king of glaasjes bier en klare door de bui tengewone spanning schier vergetend. Nleu wenhuis als Jason was dan ook voortreffe lijk; zijn oogen draaiden en rolden tegelijk met zijn „rrr's" op onnavolgbare wijze. Me juffrouw Gartman de later zoo beroemd geworden mevrouw KleineGartman vierde haar schoonste triumfen, want het pu bliek getuigde eenstemmig: „Zo doet 't per- glei!. perslesl". Boeters die door zijn spraakgebrek (hij kon de 8 nooit geheel machtig worden) minder imponeerde, had oohter suooes door zijn inooio grime els oude man zoo zelfs, dat een opgewonden matroos, dadelijk bij Zijn eerste optreden uitschreeuwde:.„Db'b 'n weerlicht who mooie ouwe sok.Leve die ouwe sokl". Maar het einde van het drama zou do ge- heele voorstelling bekronen. Het treffende oogenbllk waarop Medea de lijkjes van de door haar vermoorde kinderen aan Jason toont, was gekomen. Met dreunende stappen trad Jason (Nieu-, wenhuls) op de planken. Hij droeg een ko peren kurassiershelm en een schitterend ku- ZONDERLINGE LOTGEVALLEN IN HET DAGELIJSCH LEVEN. Niet aan gedacht Hij zat aan den oever van een klein rivier tje te. visschen en wachtte geduldig „tot er eentje zou bijten." Maar de visschen waren allemaal te verstandig dien dag, zoodat hij maar niet beet kon krijgen. Wel zag hij den dobber telkens verdwijnen en dan haalde hij pliohtsgetrouw den hengel op, maar nooit zat er wat aan. Hij snapto er niets van. Dat begon hem tenslotte te verveion en daarom besloot hij den volgenden keer eens wat minder voorzichtig zijn snoer binnen te halen, doch het met een ruk te doen, mis schien zou dat helpeil. Het eenige wat hij er echter mee bereikte, was dat de haak in zijn jas drong, op een plek waar hij er niet bij kon. Hij maakte al lerlei acrobatische bewegingen, maar het lukte hem niet en toen hij tenslotte zijn rug tegen een boom wreef, om te probeeren het ding kwijt te raken prikte het hem gevoelig tusschen de schouders. Eindelijk besloot hij hulp te zoeken. Hij akto zijn boeltje bij elkaar en ging op stap. fa bijna een half uur, langs den eenzamen weg geloopon te hebben, kwam hij eindelijk een boer togen, dilon hij aansprak. „Och, boste vriend," zei hij, „zou je zoo vriendelijk willen zijn dien haak uit mijn jas te halen, lk kan er zelf niet bij en ik loop nu al een half uur om iemand te vinden, die mij helpen kon." „Zeker mijnheer, ik wil u wel helpen, maar waarom hebt u uw jus niet even uitgetrok ken?" HU was dapper. Toen het olrcus ln het stadje kwam, was er meer dan gewone opwinding. Dit was vooral te danken aan do buitengewone aan plakbiljetten, die op eiken muur ln de stad waren aan geplakt. Zij stolden voor een groote kooi, waarin temidden van een twaalftal grimmig uitzien de leeuwen ©en dame zat. -Jan Kanal zag de biljetten en besloot op don avond van de opening in het circus te zijn. Jan zat vlak vooraan, keek naar wat er vertoond werd, maar gaf niet het geringste toeken van bijval. Zelfs niet toen de sensa tie van den avond kwam en de jongedame de leeuwenkooi binnen ging, want <er was maar één „koning van hot woud" in on die zag er tam en slaperig uit. Toen de leeuw bedaard een klontje uit de hand van do leeuwentem- ster had tangenomen en opgegoten, stond Jan met veel ooweglng op en zette zijn hoed op. „Dót kan ik ook wel," riep hij luid. „Zoo denkt u dat"? vroeg de temster. ,,Nou en of," riep Jan uit, meteen op den uitgang toeloopend," en zeker even goed' als die leeuw." - De handige reiziger. Onlangs heeft een handelsreiziger door zijn tegenwoordigheid van geest zijn patroon voor een groot verlies weten te bewaren en zioh zelf voor groote onaangenaamheden. Hij reisde voor een firma Si dlaipanton en daar het oen warme dag was, ging hy een bar binnen om een verkoelende dronk te ge bruiken. Toon liij de bar verliet vergat nij zijn tasoh, waarin voor eenige tienduizenden kostbare steonen waren. Onmiddellijk, nadat hij ztJn verlies ont dekt had, ging hij terug en vroeg aan de buf fetjuffrouw of zij zijn tasoh niet gezien had. Neon, dat had zo niet, naar zij verklaarde on do patroon, die ook juist achter do toon bank stond, mengde zloh niet Jn het gesprek. ,,'t Is tooh versohrlkkoHjk," zei do reizi ger, het verlies is voor mij zelf wel niet zoo heel erg,, maar voor de mensóhom liler ln do stad kon het wel oens gevaarlijk worden. Weet u, lk hen dokter en ln miin tnsoh zaten een groot aantal buisjes met onolera- en ty« phusoaoillen, on als er daar eens eentje van mocht breken. Wit als een doode bukte zloh de elgonaar van de bar achter de toonbank en het vol gende oogenbllk had de slimme reiziger zijn tasoh terug. ras, een lange sleepsabel slingerde langs zijn hij hleldi do hand Vol ontzetting, met oogon als biljartballen, boenen en hii hleldi de hand) op. eon sara- oeensohen dolk ln zijn gordel, ■zag bij naar de twee lijkje* zijner kinderen, die uitgestrekt aan den voet van het altaar, door Medea somber werden aangestaard. Hij deed 'n paar sleependo tooneelpassen voor waarts, sloeg met een broed' gebaar do harv- don voor do oogen en hief zo daarna ton he mel luid deolMneorend:, „01 klndere, seg wlo was uw moord er? Medea ontkruiste de armen, die zij onder don zwoegenden boezem hield, liet haar mUii- te Hip met do linker urm langzaam slap tegen Het lichaam vallen strekte do rechterhand en den reedt min of meer knolckeltgeu wijs vinger uit en schreeuwde Jusoin oen verplet terend, heesoh en lang gerokt: ,,Ga-lit"l. .teel Ontzet stormde Jason naar de kleine doo- den en riep snikkend.met door tranen slobberenden stem:01 dierbero klndiere spreek.Wlo deed uw sneve?".- Toen gebeurde er een wonder, want eens klaps Onder den indruk van den ontróe renden toespraak hieven de beide kindo ren zich zichtbaar omhoog en een van de kleinen riep snerpend:.„Dag Oome 1. Het andere kleintje keek versuft het pu bliek aan, stak een vingertje in den neus en zette een vervaarlijke koel op toen Medea haar woedend on schor „Wil je wel eris blljve legge, kwaje rakkert!" toebeet! Het publiek was razend van plelzler en de vroolljke matroos vooraan' riep hartelijk en gul: Annémo, Jan!.,. Twee spatjes voor de ouwers en twee sukkelaad voor de wurmpjes.',.Ik petaall". Hoe een souffleur zijn logies- geld bespaarde, Het „Nederlandsche Tooneel" heeft te Haarlem een voorstelling gegeven, die te laat eindigde, waardoor wij noodgedrongen den trein misten zoo vertelt in een oude Apollo-gids I). Ellenberger Ieder krijgt nu zijn rijksdaalder logiesgeld en zoekt zijn herberg voor den nacht. Plet, de souffleur, wil echter naar huis. Do waakhond. De man trachtte zijn'hond to verkoopon, wat zijn vriend ten zeerste verbaasde. „Ik dacht dat je zoo aan het dier gehecht was?" „Jawel, dat 1* ook zoo, maar hij wordt me te gevaarlijk." „Hoe dat zoo? Byt-ie?" „Nee, de zaak zit zoo, Toon ik het beest Sekocht had, ben lk het zelf gaan dreasceren. »at lukte best. Ik kreeg hem zoover, dat er beslist geen mensch het erf op kon komen, of hij begon op zoo'n verwoede manier te blaffen, dat ik het gevaar, dat inbrekers mij konden komen bezoeken, voor absoluut uit gesloten hield. Toen vroeg mijn vrouw om hem te leeren pakjes te dragen en dat deed ik. Als ik hem iets in den bek gaf, dan zou hij er niet aan denken om het los te laten voor iemand hem dat beval. Op een nacht in de vorige week werd ik eensklaps wakker door een gestommel in de aangrenzende kamer. Ik stond op greep miin revolver, en de" deur openend zag ik in de aangrenzende kamer twee mannen en m'n hond." „Wat nu? Blafte hij dan niet?" „geen idee van, dat kon hij niet" „Waarom niet?" „Hij droeg de lantaarn van de inbrekers in z'n bek." OVER MISDAAD EN MISDADIGERS, door Leo Felix. De Dactyloscopie ln die Rechtzaal. Na onze beschouwingen over aard en be handeling van vingerafdrukken, alsmede 'hun opsporing en vergelijking, zal mien als vanzelf tot de vraag komen: „Kan Iemand op 'het bewijsmiddel „vingerafdrukken" ver oordeeld worden". Ook deze vraag, welke van groote practisohe beteekenis is, willen wij nader onder 't oog zien. Het gaat hier dan om de waarde van vingerafdrukken de daotylósoople als middel tot het op bouwen van het wettig bewijs. Over dit onderwerp ls ln binnen- en bui tenland heel wat geschreven, omdat er uit den aard- der zaak een groot aantal leeken maar zelfs ook rechterlijke" ambtenaren zijn, die meenen, dat het tooh wel wat kras is, als iemand op grond van die enkele vin- gerafdrukjes een aantal jaren Vjp staatskos ten mag gaan logee ren of zooals in het 'buitenland kan voorkomen ter dood wordt veroordeeld. Inderdaad is er alle reden om die waarde, juist te bepalen en zoodanig vast te stollen, dat twijfel mensahelijkerwijze buitengesloten. Nu ls hot wol merkwaardig, dat aan deze ongetwijfeld hoogst belangrijke kwestie waarby het niet meer of minder gaat dan om het bestaansrecht der dactyloscopie als op- sporlngs- on herkenningsmiddel door ju risten, polltie-monsolien en deskundigen be trekkelijk weinig aandacht is besteed. Men nam do grondstellingen der dactyloscopie als bewezen, als axioma aan, twijfelde zolfs niet aan de juistheid er van. Totdat oen handige en ln zijn vak be kwame advocaat het in zijn hoofd kreeg zijn cliënt op deze wijze uit de handen der ge rechtigheid te zien te krijgen. Hij trof net echter niet bijzonder, want de deskundige ln dit goval, dat zich te Dresden in Dultsob- land afspoelde, was niemand minder dan Robert Helndl, een der bekwaamste Inter nationale- criminalisten. Helndl beeft in Docepiber 1021 in een lezing voor de Inspecteurs van Politie te Amsterdam persoonlijk deze zaak uiteengezet en wij meonon goed te doen aan de hand van do bij Samson over deze lezing verschenen Irroohuro do hoofdzaken woer to geven. Helndl zelde o.im: „Tk heb b.v. in Dresden oen geval mede- gemankt, waarbij deze vragen (n.1. wolko waarde aan do grondstollingon der dacty loscopie en hare praotlscho toepassing moet worden toegekend. Leo.) bij do behande ling voor de rechtbank opgehelderd moesten worden on juist van deze opheldering hot suooe* van het politieonderzoek afhing. Op Ben avond word ik ervan ln konnis gesteld, dat een moord was gepleegd. Ik ging onmiddellijk mot eenige politic-ambte naren naar do plaats des mlsdrijfs. De ar beid dor politie begon hier onder bijzonder lgo omstandigheden. Wij hadden n.1. et zeldzame geluk, dat na de daad nog geen mensohelijke voet de plaats des mlsdrijfs had betreden en dat nog nlots was aange- 't Is zonde, jongens beweert hij om die goeie centen bij oen ander te iatep. Ik zoek moeder do vrouw op! Dan kun Je lang zooko, Plet.Of lo geert do vronw hier ook? Waarachtig niet Maar ik ga loopenl Drie uur loopen?.Kom laat naar raakt of vorandord. Do kamer, waarin het li, c lag, was nog altijd gesloten en de sleu- t< 1 meegenomen. Do moord was ontdekt, d ordat de deur van deze kamer een boven raam had en dat een nieuwsgierige buur- v ouw door dit raam in de kamer had ge- k ken en zoo het lijk had gezien. Ook de p lltio nam het eerst door dit bovenraam d' plaats des mlsdrijfs in oogonschouw en zag in het midden van de kamer een doode v. ouw op den rug liggen. Om den hals van h t lijk bevond1 zich, zooals inen door het bovenraam kon waarnemen, een snoer. Poen lk voor de gesloten deur stond, was u jn eerste gedachte, dat de deurknop aan d binnenzijde van de deur zonder twijfel h t laatst door den moordenaar was aange- r< ird. Aan de binnenzijde van de deur moes te ;i wij dus zijn vingerafdrukken vinden, ir Hen wij voorzichtig en systematisch te w Tk gingen. fk liet dus allereerst de twee meest ge- i ïtineerde ambtenaren van den dactylo»- c pischen dienst telefonisch ontbieden en e rst nadat zij' ter plaatse aangekomen wa- i .1, de deur met een looper openen. Het 1 inentredien van het vertrek werd' in den aanvang aan iederen politic-ambtenaar vi rboden. Ook aan den gerechtelijken arts ei den Officier van Justitie, 'die intusschen -v ren aangekomen), verzocht ik in de gang t wachten. (Hoe dikwijls hebben zich vin- rafdrukken op de plaats des mlsdrijfs c tpopt als die van den arts of den Officier i rt Justitie!) Ik liet uitsluitend de belde ctyloscoplsohe deskundigen in de go- c ende kamer komen en allereerst den binr t n kant van de deur onderzoeken. En wer- '1 lijk .bevond zich dicht hij. de deurknop e- ti duidelijke afdruk, welke, zooals spoedig k n worden wastgesteld, noch van do ver- ii >orde vrouw, nooh van één der andere t isbewoners afkomstig was. Nu werd verder overlegd, welke voor- v -rperi de dader bij de uitvoering van zijn d .ad als vanzelfsprekend moest hebben aan- g raakt en zoo vond men zonder veel zoe- k n een leeggeroofde geldoassette en ook d ze vertoonde een vingerafdruk. Dit was echter ook het eenigste, dat wij v aden. Ook toen (N.B. eerst na .beëindiging v n het dactylosooplsch onderzoek van de g heelo kamer) de overige ambtenaren het rtrek mochten binnenkomen én hun taak t i hot onderzoek verriohtten (fotografeeren n de plaats des mlsdrijfs en van het lijk, g neeskundlg onderzoek van het lijk, enz.) v rden geenerlei andere sporen gevonden, v ike op den dader zouden kunnen wijzen oj het raadsel van de misdaad zouden heb- b< n kunnen ophelderen. Op dezelfde wijze v< rliepen alle buiten do plaats van het mis- d Ijf ondernomen recherches (verboor van d hulsbewoners over verdachte waarnemln- g n, onderzoek naar het voorleven van de d ode, toetsing van het aliibi van alle met d vermoorde in relatie staande personen, e. z.) zonder eenig resultaat. Dat deze onder zoekingen op zeer uitgebreide schaal en zeer grondig zijn, geschied, blijkt wei «laar- uit, dat daarover in een tijdsverloop van 14 dagen circa 5Q0 bladzijden zijn volgeschreven. En desniettegenstaande geen enkel resul taat. Wij moesten dus uitsluitend met de vingerafdrukken werken, hetgeen betee- kent, dat wij lü onze daetylosoopische regi stratuur naar een Identlsohen afdruk moes ten zoeken. Was de moordenaar iemand, die Jn Saksen reeds een straf had onder gaan, dan moesten wij ln onze registratuur zijn afdruk on daardoor zijn naam vinden, (In Saksen wordt Iedere veroordeelde ige- dactylosoopeerd.) Onzo registratuur telde toen ter tijde 150,000 formulieren, hetgeen anderhalf mil- lloon vingerafdrukken beteekent en wij hebben dan ook meer dan twee Wbken moe ten zookon. Op den zostlenden dag was ech ter do Idontisohe afdruk gevonden en had don wij den naam van de moordenares. Zij was eon vrouw, Müller genaamd, die onge veer acht iaren te voren wegens abortu* crlmlnalis in een andere Saksische stad ver oordeeld WIIK. In Dultsohland doet zloh evenals in Ne derland zeer dikwijls hot goval voor, dat door vingerafdrukken een verdachte op het spoor komt, maar dan gaat het steeds om gevallen, waarby eenig gegeven op een bë- porktaantal personon of op eon bepaalde categorie van misdadigers wyst, zoodat slechts een Relatief klein aantal afdrukken moet worden vergeleken, (Wy hebben over deze beperklngsmothode in vorige bijdra- Je kijken! Tc 'ot morgen! - zei Piet Op het Leid- soho Plein zlon we elkaar terug. Piot ging en naar do Am sterdam och e I'oort wandelende zag hy een proeflokanl, dat nog open was. Plet proofdo even nog eens even en wandelde daarna verder. In do volgende straat we* nog wen tapperij, Juist was Piet'a sigaar uitgegaan Dus even op stek c ril Wat verder was toevallig nog 'n tappery; de souffleur nam zyn laatste hartsterking en wandelde de Amsterdamsche Poort door op weg naar „Groot Mokum". weten, toch nog niet geheel hoe deze komiek ook op het tooneol van eon grapje hield) en. hoe dó confraters daarbij de slachtoffers waren. Een goval verteld door den aoteur Wensma Illustreert dit: Aan my zoo vertelt deze was de nederige rol van klant toebedeeld, die in het eerste bedryf van dit stuk een barbiers winkel voorstellende ■*- zloh moet komen la ten schoren, Wol schippertje.ga zitten zegt de barbier Alluvgt. ik nuin plaats en torwyi het publiek vol belangstelling de aardige tooneeltje ln die barbierswinkel volgt-, «meert Albrwgt my in met.mosterd!, door wen lcloursoltje wit gemaakt! Onder oen praatjo vun „mooi weer tje, *ohippertje.werd ik Ingrzoept of liever: ingomosterd myn neus on mond vol! Ik wilde protesteeren, dooh Albregt had De nacht was mooi de weg was lang. inU in den letteriyken zin by den neus en ik Maar Piet was welgemoed! Toch: De moeheid begint zich te doen ge-1 voelen. Worstelende met den slaap brengt hy hét tot een uur buiten Haarlem. Hier zal hy even rusten! Hy biyft evemyel rusteni.tot hyi weer wakker wordt van de kou! Slaapdronken komt hy overeind en wandelt verder.Wat ls dio weg lang en wat ls het nog donker had alle moeite om in miin rol te biyven. Nou dat zou die my niet leveren. geweerde een confrater, welke ln dezelfde scene moest worden geknipt, hetgeen toen heel gemakkeiyk te beweren viel, omdat hy niet gosohoren behoefde te worden, en dus ook niet.ingezeept. Doph Albregt had eveneens een verras- sLng voor den te „k ,n i p p e n" klant in petto. 'n Beetje pomade, meneer?.... vroeg Eindelijk dan ziet lry vage lichtjes hy hy den volgenden avond mot het onsohul- is dus vlak by Sloterdijk, meent hy en'komt digsto gezicht van d-e wereld aan den knip- in, de stemming. Nu stapt hy ferm door, ter- patiënt. wijl hy tegelijk den dag ziet aanbreken. En de barbler-haarsnyder wreef even de 'ft Paar honderd schreden'verder wryft hy I handen en.smeerde den klant ln met even do oogen uit.Droomt hy.of.I nagelolie! Voor hem rijst op als een zwarte massa te- - .Nagelolietoo.geen gekheid!. en een liojhtenden hemel:.De A m s t er- fluisterdo de patiënt, dio zioh tegenover het publiek moest goed houden.toe laat dat nou!.Ik stink er dagen lang naar. Maar Albregt bleef pomadeeren en zei on der het spelen door heel zachtjes:.... Stil maar kameraadIk zal je je grootspreken wel afleeren.'Voor morgen beloof ik je nog wat heel lekkers.Ik heb nog wat. kaneel-oiió!.Dat stinkt vier we ken!.,.. (Wordt voortgezet.) amsohe Poort te Haarlem!. Plagerijen op het TooneeL De Tooneelspeler Albregt creëerde eens in Van Maurik's „Janus Tulp" de Titelrol. Hoe hy dit deed? Dat kunnen de tydgenooten getuigen, die zich dien Janus Tulp het liefst herinneren, zooals hy' werd uitgebeeld, door dezen talentvollen eerste komiek. Maar zy 't Juttertje Ilè

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 11