""lïïd. rr larSTt txsu&r» ssg Laten we oen "n paar voorbeelden namen: B.v. hebt 1o driekwart lange »*>hep- mouw^, welke u *n beetje.vorveetll U ssou er graag wait anders van mek en I Welnu: U neemt 'n lapje wit organdle en maakt hiervan eerst 'n nauw manchetje, met aan den bovenkant 'n pllseetje. Dan maakt u weer "n vdant-vormlg <d.w.a.: half-cirkel vormig) manchetje, waarvan de nauwste wijdte de maat heeft van de wijdste kant van het eerste manchetje en zet dit er tevens aan vast. Vervolgens maakt u het derde stukje In die zelMe volgorde als het tweede om ook dan deze weer aan elkaar te zetten. Wanneer dus op deze wijze de -geheel© mianohet klaar is, maakt men dieze aan de te veranderen mouw en men heeft deze her schapen in een uiterst modernel.(Zie No. 1 van bovenstaande plaat). Wanneer men nog iets bezit van dezelfde stof kan men er ook met weinig moeite mo del- twee van maken. Model 8 is zeer ge schikt om een wat erg simpele en misschien op de buiging ©enigszins versleten mouw weer als nieuw te maken! Daarvoor neemt men een volle breedte crêpe georgette in de zelfde kleur ails de mouw en pl.m. 25 o.M. hoog. Hiervan maakt men nu de rondte dicht en laat het naadje aan den binnenkant der mouw vallen. Vervolgens werlkt men er een gezellig doorstopsel op in de gelijke kleur of in scherp afstekende bonte kleuren en hecht dan het igebordiuuxde gedeelte op de mouw vaaL 'n Beetje eenvoudige en in zijn huldigen vorm veel gedragen japon kan men er weer geheel frisoh doen uitzien ,door het versie- ringsgarmituur, zooals dit voorkomt op mo del No. 4 van geborduurd organdle toe te passen. Op een soortgelijke japon, welke geen te- deren, doet men wonaereu dlg ceintuurtje van peau de 8uède,v<areierd met ietwat kleurige rozetjes No. B —hieronder geven een voorstemng daarvan!! Een mouw, waarvan achterkant en elle boog kaal geworden is, kan men prachtig opknappen door er een gebuurd stuk in harmonieerende tint tussohen te zetten op de wijze van voorbeeld 6 Natuurlijk zijn er nog veel en veel meer mogelijkheden maar ik zal niet alles opschre ven!- -wetende dat ik dan geen kans meer zou laten aan uw eigen fantasie. En daarom: basta en veel succes met uw.„opknappertjes"! KLEINÏGHRD1N. Verguldsel kan men «li volgt schoon maken Verwijder alle stof met oen zachteu borstel en wrfsch het verguldsel vlug af imet wam water waarin oen ui Is gekookt. Droog het daarna voorzichtig af met een droogen doek, die goed zacht is. Rieten meubelen reinigt men met water en zeep door middel van borstelen. Zoolang ze nog niet droog zijn, bestrooit men ze met zwavel-poeder, dat men na het drogen we der door borstelen verwijdert. Versche visoh heeft helder roode 'kieu wen, de oogen hebben -nog glans en zijn doorschijnend; zij mogen noch dof noch in gezonken zijn. Het vleesch van versche visoh is vast en elastisch, zoodat een indruk van den vinger spoedig verdwijnt. Visch, die niet lang geleden gestorven is, zinkt in iet water. Is zij niet frisoh meer dan drijft zij op het water. DURE MIS. t Was Zaterdag en dèn gene de Weat- Frieze as ze maar lenigszins kenne nel Hoore. De -boere om zeid, putter of aai-ere te mankte öf om 'n spuitje te beljarte in de Witte Engel, de lboerinne om 'booskippe te doen: 'n nurwe hoed van Lindeboom, 'n kruis, 'n ketting van Brinkman; koffleboone uit de Euter of van Haideraik, of worst van Krell. En nooit zouwe ze dan vergete om 'n kaikie te neme bai Vallekie in Havensteeg of bai Korlevink op de Gouw. Vallekie hè jullie toch wel hoore noeme, al is z'n winkel -niet meer zoo in trek as vroeger, Vallekie, die mit acht stuivers op zak z'n negotie begon en op 't lest zoo wat aigenaar was van de heele Havesteeg? Bij Vallek kon je, hoewel 't Zaterdag was, terecht hoor: 'n nuw kleidje, 'n nuwe hul, 'n faine kappekant, Vallek wist er reid voor en wier ok altaid in 't pogram- ma op nome, zoowel als Korlevink, de meu belmaker op de Gouw. Al wat in West- Friesland imeubele koope most gong nel hum toe, niet omdat ie gekooper was as aftre, ne dat skeelde zoo goed as niks, maar omdat Korlevink goeie waar leverde in d-p eerstê plaats en in de tweide omdat 1© zoo'n me- rakele rare snaiboon was. Dat rouwe en on- bcskofte vonde onze boere en boerinne mooi. Dat ie soms z'n klante stalf vloekte as ze wat veul afdin-ge wouwe, was toeh glen- rede voor de lui omi bai 'm vandaan te blaiven, want zien je wat ie zai dat zaldie mooi en dat maakt 'n different. Op deuze Zaterdag was 't er nogal drok Vrouw Spees most- nuwe stoele hewwe en o Korlevink nou mit dut den mit dat soorl kwam de vrouw kon 't niet mit 'r aige zeile vers ïens worre. Deuze von ze wel mooi, maar wazze te duur, die wazze wel wat ge- ™2per<. "et ^at de prik, maar nei, die zatte met makkelik genog. Altijd Verstrooid. Professor (In automobiel): „Hemel, waar zijn nu op -eens de paarden gebleven?" Dichter (in bet wouid): ,jHöt gaat niet, ik kan den dichtersgeest maar niet te pakken krijgen, 'k ben zelfs nog niet eenmaal tegen een boom geloopen." Aan de Voordeur. Melkboer: „Ik geloof, dat het zal gaan re genen," Huisvrouw: Noiu, naar je melk te oordee- len, heeft het al geregend." Pianospel. Mama: „Wel maakt mijn dochter nogal v- r- deringen?" Pianomeester: „Wat zal ik zeggen. Zij volgt wat al te trouw het voorschrift: laat uw linker hand niet weten wat uw rechter doet." Uit de Kazerne. „Kerel ga je scheren, bij jou is een stekel varken zoo glad als een aal." „Zeg Mies, ik mag toch zeker op je bruiloft komen?" „Tot mijn spijt kan ik het je niet beloven, hoor, mijn ouders zijn zoo erg tegen mijn keus, dat ik sterk betwijfel of ik zelf wel ko men mag." uw dochter nog wat mee ten "denken dertig ol veertig 'ÜWM Wgt u? Dertig of veertig duizend de°AnslchtBkaarten 'bedoel ik; rij der grootste verzamelingen." A.: Jk kan geen leugen vertellen zonder te bT:n!,ïk merk er andere nu toch niets van." huwe- <ful- gul een VOOR D® KINDEREN. RUSKIE EN HANS. 9. Ruskie was met een uit Elfenland verbannen tet hfl-.opde twaalf goede daden verricht zou hebben i der te plagen. Drankgebruik en kleedüng. Detective-arbeid In warenhuizen. Terwijl voor de Berlijnsohe rechtbank een sensationeel prooes wordt behandeld tegen twee z.g. aan kleptomanle lijdende vrouwen, die op groeten voet leefden en geregeld, de groote -fierlljnsoho warenhuizen plunderden', vertelt het „Bed. Tag.' een «n van den modernen detective-arbeid, In zulke warenhuizen. In de meeste warenhuizen wordt; de controledienst uitgeoefend door vrouwen, waarschijnlijk uit overweging, dat de meeste dieven in zulk© zaken van het vrouwelijk geslacht zijn, Was vroeger de bewaking meer (repres sief, tegenwoordig 1a zij preventief gewor den door maatregelen om de koopwaar zoo danig uit te stallen achter vitrines, dat het wegnemen bemoeilijkt wordt. In het alge meen wordt er naar gestreefd, gedachtig aan het spreekwoord: De gelegenheid maakt d-en dief, om niemand gelegenheid te geven om te stelen. Tevens worden allerlei maatregelen ge nomen tegen dieven, die zich laten inslui ten, om dan rustig 's nachts hun slag te slaan en 's morgens te verdwijnen. In vele groote magazijnen worden 's nachts eenige ronden gemaakt door wachters met honden. Zelfs bezit een der grootste Berlijnsche wa renhuizen een eigen politiehondönpost. Verder worden na sluiting onzichtbare draden over den -grond gespannen, die in verbinding staan met alarmklokken. Of er worden enkele „vallen'" ingericht in den vorm van losse planken in de vloeren. Aldus wordt eqp 'geregelde strijd georga niseerd tegen de ongewensohte warenhuis- bezoeksters en -bezoekers, die in steeds grooter getale deze mensöhelijke bijenkor ven tot hun operatieterrein kiezen. De grootste krater van de wereld. De Zweedsche geleerden Waddele en IJg- berg hebben op een onderzoekingstocht door IJsland den -grootsten vulkanischen krater van de wereld ontdekt. Zij hadden tien dagen noodig om met drie paarden en sleden de groote ijszee van de Wa-tnajokel van west naar oost over te trekken om' Kol nar in de fjord van Ho/mar te 'bereiken. Op de Högjökel vonden zij een reusach- tigen vulkanischen krater welke heet water bevatte en niet iminjLer dan 8 KM. lang en 4 K.M. breed was. Hij werd omringd door een aantal heete bronnen. De Zweed sche geleerden die hem ontdekten, hebben hem den Soea-krater gedoopt. Een veelbewogen staart en leven. In „School en Huis" vinden wij de voor ons, volwasenen, vermakelijke opvatting van een leerling van een school voor achter lijken: In de leesles kwam voor: „een oude rat, die een veel bewogen leven achter den rug had". Wat daarmee bedoeld werd, met dat veel bewogen leven, dat die rat achter den' rug had, vroeg de onderwijzer: „Z'n staart", zei een „achterlijke". zichzelf: „Van- rinaiz wil ix een juwk*" -o- - ken J® Ter" sllen waarom ïiut&le zoo plotseling eenjon- iren wilde zijn. Misschien had hij de Jongens «n de kostschool wel slagbal zien spelen en misschien wilde hij dat aiwen er dikwijls naar met echte kinderen w van da «stool m ging op de onderste-tók van een elkeboöm zitten, om naar het spel te ky- cen. witte gras en telkens zoo'n" vroolijk .klak" als een oal weggeslagen werd. In het diepst van zijn Slfenha-rtje was Ruskie als aMe andere jon gens dol op een bal! „O," dacht Ruskie: „Wat zou ik graag een ongen zijn, zoo'n jongen als Karei, de voor man. Hij speelt zoo goed. Ik zal me verande ren in een jongen, ul© nog een beetje beter speelt dan hij en dan vraag ik, of Ik van middag meespelen mag." Maar hij aarzelde nog en bleef nog op zijn tak zitten schommelen, wan, om je- de waar- leid te zeggen, hij was wat verlegen. Terwijl hy zoo zat te wachten, riep een van jongens: „Waar is de sufferd? Kom, fuf- rd, vooruitl" Uit het kleedhokje kwam een kleine Jongen met groote, hlauwe oogen en zacht -blond haar. de Ier- „Makkelik zltte", zaide Korlevink (ik vertel 't maar op z'n Westfriesch want zoo leep binne jullie ok wel dat je begralpe dat Kor levink Hooresch praatte, maar ken ik met gien stok neidoen). „Makkelijk zitfce? Wou jai nou stoele hewwe die dat deine, dat zou je slecht bevalle juffrouw, want dan kwamme de pandoerders bai je man en de skooiers bij je dochter -heelekendal niet meer weg. As stoele makkelijk zitte binne ze heel ge vaarlijk. Deer zei ik je ders 'n bak van ver- telle, 'n mop die we beleefd hewwe mit 'n makkelijke stoel van me groovader. Je moete wete, die was domenie o-p Lutje- broek, maar deerom was 't evengoed 'n rare Chinees, en dèn weet je métten weer ik die malabeli'gheid vandaan hew." „Ja, ja", knikte vrouw Spees lachend en zoo erreg dat d'r boerehoedje gevaar liep om van d'r hoofd te tuimelen. „Ja, dat zei wel", zai ze, „maar je verhaal moet niet te lang dure want me kirrel zei over 'n hallef uur in Kaijzerskroon weze en ie heb niet gaag as ie op me wachte moet." „Nel, nei, 't zei kort .weze, want op Za terdag hè je nou niet zooveul taid om wat te vertelle." Verder kwam ie niet, want d'r kwam 'n nuwe klant, mit afgemete passé de winkel in stappe: 'n ontzettend deftig heer mit 'n hooge zaie op. 't Was domenie Gralpkerk uit Z. „Morrege Domenie 1" „Morge Juffrouw!", „Morgen mijnheer Korlevink 1 Hebt U 't druk." ,,'t Gaat nogal, maar as U 't 'goedvindt zou ik sraag juffrouw Spees effies hellepe wille. De juffrouw is zoo klaar!" „Zeker, zeker, ga gauw Uw gang!" „Nou juffrouw, we zelle de vertelling maar beware tot 'n aêre keer, en maar allien over de stoele prate. Kaik m ik je nou 'n goeie reid geve mag den zou Ik zegge: moot je de stoele alle dage gebruike dèn neem je de gekoope maar moete ze in de mooie kamer kommie neem den deuze, niet dat die d'r nio i teuge kenne, maar ik vin t wel wat ibegroo- telijk as zukke faine stoeltjes alle dage ge bruikt worre." Vrouw Spees vond 't ok en nam de mooie: 't boerde nogal goed en dus hoefde ze toch ok niet op 'u paar guide te zien. De juffrouw nam na betaald te hewwe ofskaid. Korlevink brooht ze weg tot de deur en wou net fnit de domenie beginne toe Hannes de knecht de winkel 'kwam instappe en vroeg: Meneer, 't kippehok is skoon, maar weer moetik mit de mis heen. Zelik ze maar bai de roseboompies doen, want me oomzeg ger, die op een landbouwcursis loopt, zait dat kippemis merakel goed is voor roze." Nou oomzegger mag voor main part ne. de maan loope en de rozeboome d'r bai. Wou jai me deer die kostelijke inis, die 'n raiks- daalder 't kilo waard is, zoo maar weg smeite bei 'n paar magere roseboome? Weet je wat je doene? Je gane nei de pakhuiszolder en hale 'n zoodje zakke. Deer doen je de imis in en -bringe dèn nei t klaine boetje. Be- grepe?" Hannes had 't begrepe en gong weg. Domenie Gralpkerk had 't heele gesprek anhoord en op zn fieselemle was de 'groote verbazing te leze. Dat had ie nag nooit wete Kippemis die verkocht wier voor 'n raiks- daalder 't -kilo? Deer most ie meer van wete. ,Alaar mijnheer Korlevink," begon ie zon- der omweg, „dat was toch zeker 'n grap met die kippenmest?" „Wel toen U vertelde dat ze 'n rijksdaalder per kilo waard was!" „Wel nei domenie, da's de zuivere waar- lever ze an 'n fabrikant, die ze ge bruikt om r bloelmenimia van te maks. Hai Vandaag", zei Ruskie Wj zich' IAK wil ik een Jongen zljin. Ik kan uien. waarom RiuHltle zoo plotaeia BIK 0üoom soiivtDu, w** - - t, Het leek hem heerlijk i De jongens met flanellen pakken op het korte, dikke Karei, die zijn uwe oogen en I groep jongens klaar moest ma ken voor den wodstryd, die dien middag ge peeld zou -worden, besteedde heel wat tijd om -e „sufferd" /te oefenen in het goed vasthou den van zijn slaghout en In heit vangen van don bal, maar het was alles nutteloos. „0, suffend!" bromde Karei: „Jij «uit nog maken, dat onze school vanmiddag verliestI De sufferd kroop weg In het bosch, dat bij iet speelterrein lag en ging onder Ruakle's boom zitten. Tranen rolden over zijn wangen en hij mompelde: „Ik wil niet! Ik wil van middag niet spelen! Ik zal alléén domme din gen doen en Iedereen zal me uitlachen en sufferdi noemen. Ik zal wegloopon!" „O, sufferd!" riep een zacht stemmetje en verschrikt opkijkend zag de sufferd een klein, bruin Elfje op een tak boven zijn- hoofd zitten schommelen. De sufferd keek hem vol ver bazing aan en riep uit: ..Wel, Ik geloofde ln lfeni, maar op school laohten ze me allemaal uit en noemden ze me sufferd. En nu geloof er niet meer 1-nl" Ruskie schudde van het lachen. „Ha, ha. Je hield op met ln Elfen te gelooven, omdat ze je een sufferd noemden. En nu loop je weg van het slagbalveld, ook omdat ze Je een suf- "erd noemen!" „Wel," vroeg het jongetje:- „Wat zou jij doen?" „Als ik jou was," antwoordde Ruskie: „zou tot mezelf zeggen: Ik weet wel, dat ik een p sufferd ben, maar ik zal probeereo, anders te worden!" „O, dat kun jij gemakkelijk zeggen", zei de _ongen weer: jij bent een Elf en kunt doen, wat je wilt. Je kunt jezelf in een goede slag- balspeler veranderen en wel honderd punten maken, niaar je weet niet, hoe ik me voel, als ik meespeel!" Ruskie zuchtte. Dat had hij nu juist zoo jraag gedaan: Karei een lesje geven door lem te laten voelen wat het is, als een ander veel beter speelt. Maar nu vond hij, dat hij wat anders moest doen. Hij zei tegen den jon gen: „Weet je wat? Ik zal jou zijn vanmiddag en in jou plaats meespelen. Kom na het kof- fiedrinkenjbier en verstop je gedurende den Wi doen, maar ik zal erg mijn 'best doen. Hoe heet je? „Hans," zei de jongen. „In orde, Hans. Tot na de koffie!" Het kostte hemtod"pJJHjJïh?t hfa&Jrt „Be zal het ln elk geval probeeren- nei «wn niet, als ik mijn best maar doel En WJ liep naar het kle^okje met een anelkloppend hart en een ™ode kleur, Het hoofd van de kortachoolrilep tam teg£ moet en zei vriendeUlk: Hans, wees flink. Toon .vaom;-.i-li.g wat je kunt. w«t snel benul. Ruskie was het laatst aan d,"tTIS»1 Karei, tóen-hei ÏÏovï w Je hebt niet. doen dn den bal flink te slaan. Laat Jan d© loop maar ma- keürfi- Met alle kradht, die In hem was, sloeg hij dfnbal een ^o elnd^er de grenslijn, zoodat Jan r' een flinke loop. Ruskie wel kon loopen, van Karei, bleef hijjÉM^j 7'Tb"D zoódat Jan gelegenheid kreeg voor -^Ruskie voelde, dat hij «elf ook n, maar denkende aan het bevel weef Wj staan Nfl een poosje kwam de andere «mooi in de s£lï,^erW de partM van Karei zich om het veld verspreidde. Ruskie zorgde op een plaats te komen, waar maar zelden de bal heen werd geslagen. H« hoopte, dat er dezen kw? niet één zou komen. Maar o, wat was dat Een harde slag, de bal rees hoog ln de Lucht en kwam recht op Ruskie af. V-ang, vang!" gilde de school. Ruskie deed al 'zijn best, maar Hans had zulke slappe han- den en die had Ruskie nu natuur^ ook. De bal slipte door zijn vingers en kwam in Rus- kie's middel terecht. Maar onmiddellijk rouw de Ruskie zich dubbel en hield zoo Jen ball nog vast. Het waa geen mooie „vangbal maar het wès er een. En wat meer zegt, door dezen vangbal werd de wedstrijd gewonnen. De school schreeuwde „Hoeral" WeL Hans," zei Karei ln het kleedhokje: „Als Je zoo doorgaat, zal-ik Je nooit meer suf ferd kunnen noemen." Ruskie holde naar het bosch en vond daar Hans nog. ,N< zei hij: ..Heb je nu gezten, wat Je kunt, al» Je Je best maar doet. Maar het Ie niet gemakkelijk, dat heb ik ondervondnn. Ga niu maar gauw heen en wees geen sufferd meer!" En hfl vertelde Hor», wat Karei ge zegd had. Ha m. nnti ging terug naar de school en WJ was wericelljk nooit meer een sufferd. Hij deed steeds zijn best. zooveel hJJ kon en langwuner- hand vergat iedereen, dat hij eens zoon suf ferd geweest was. En toen Ruskie 's avonds weer een Elf waa en near,jjjn paddestoel terugvloog, lag daar weer een rozenlnadje bovenop. Hll dekte zich toe met het zachte dekentje en Sliep heerlijk na de vermoeienis van den middag. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. s a ft e a d e 1 e e l e 1 1 a II. Arreslede a Urk Lorre rekenen arreslede brullen meeuw lila e. Goede oplossingen van belde raadsels ont vangen van: B. v. A.; N. de B.; O., G. en L. v. d. B.; W. B.; C. B.; P. en O. B.; J. B.; 8. B.; G. B. v. D.; A. D.; 8. en N. G.; P. J. G.; B. en II. En Ha-n» kwam werkelijk na de koffie. Hij geloofde weer in Elfen. „O," zuchtte hij: ,Net was afschuwelijk aan de koffietafel. Ze zeiden allemaal, dat ik zou maken, dat. we den wed strijd verloren. Ik heb nooit kunnen spelen!" Nog voor Hans uitgesproken had, stond er naast hem een jongen, volk-omen gelijk aan ïemzell. Ruskie had zich in Hans veranderd. Maar o, arme Ruskie. Op het oogenblik, dat Wj zich in Hans veranderde, voelde hij zich even ongelukkig als Hans zelf. Hij voelde al zijn moed zinken, zijn 'oogen stonden vol tra nen en ky had grooten lust om weg te loopen. de B.; M. D.; G.; M. S. de G.; H. de G.; C. Gd N. v. d. G.; W. G.; R. v. H.; J. v. d. H.; A. K.; G. K.; B. K.; W. K.; W. en L. K.; G. K.; W. K.; H. en J. L.; C. J. v. M.; O. v. M.; D. M.; D. M.; P. G. M.; P. N.; T. N.; M. O.; H. en G. P.; J. P.; F. G. v. P.; H. R; H. J. en A. J. de R.; A. R.; O. en A. R.; M. R.; J. de R.; A. 8.; M. S.; J. A. 3.; A. 8.; J. S.; H. 8.; O. en O. H. 8.; J. G. S.; J. de S.; N. T.; H. J. T.; A. v. H.; W. V.; K. V.; H. v. V.; M. en Th. V.; S. W.; M. v. d. W.; E. W.; J. de W.; A. IJ.; E. de Z.; 8. J. v. Z. Nieuwe raadsels. I. Met b ben ik een boom; met k een ge- x>uw; met m een teeken; met w iets, wat laast ieder meneoh dagelijks verricht; met z de bedekking van een graf. II. Mijn geheel ls een spreekwoord van woorden of 84 letters. 8, 16, 22, 81 is een zwarte vloeistof. 24, 7, 14, 20 is een hemellichaam. 1, 5, 25, 29, 84, 4, 8 is een bloedverwant. 12, 22, 18 is een voorwerp, dat men bijna aan elk huis vindt 6, 82, 83, 21 ia een lichaamsdeel. 10, 8, 25, 28, 9 la een ander woord voor Uit 15, 19, 82, 27 groeien planten. De enkele overblijvende letters kunt ge zelf wel raden. wou wel graag meer hewwe, maar ik hew glen plan om meer klppe te houwe en om de j—la op te koope deer hew ik glen tald voor."' „Maar als ik U nu de niest bezorg van mijn kippen, Tc heb er 'n dertig, kunt U die gebruiken voor dien prijs?" „Zeker wel, maar Wer lev-ere." Natuurlijk. En komt 't er nog op aan wanneer ik lever." ,,'t Liefst op Zaterdag, want ziet U dèn verzend ik maine ok en dèn is 't mit de vracht voordeeliger. Vindt U 't 'goed?" „Uitstekend, de volgende week zal ik U n partijtje bezorgen.'* „Mooi, en weermee ken ik U nou diene?' vOja, daar zon ik door de mestgeschiodo- nis mn boodschap vergeten!" De 'booskip was gauw dein, want domenie was gien man die groote bestellingen kon doen en vol haast verliet ie 't meubelmaga- zam. Hai most nog wel nei de -boekhande- laar, maar dat most nou wachte: de kippemis dreef m nei huis. "t Was zoo as ie verwacht had: Jan, de ouwe werkman, die altaid Zaterdag de boel wat opknapte had 't kippehok nag niet dein en deerolm gaf domenie 'm last om deermee te wachte tot d© vollegede Vraidag/ waar Jan niks op teu-ge had, skoon ie niet begreep weer dat voor noodig was. Hai wier van d8OTWl"Ik" re- M„r ..1 1 P. D.; C. D.; T. D.; A. D. best teuge koemis of te menste ze groeide beter van kippemis. Domenie von 't erreg vrundelijk maar de leste had ie "t liest. Op deuze en dergeleuke menier sprak ie bai al z'n keimisse en overal mocht ie de kippehokke leite misse zoodat ouwe Jan 't de heele volleged-e week r drok van had. Van 's oches tot 's elves gong ie mit 'n zak op 'n klein krossie dr op uit en toe 't Vraidag- pived was stinge der tien zakke vol kippe mis in de skuur. Zaterddagsoches zag je de ouwe mit de heele bezending op 'n kar nei Hoore raie. Domenie nam de train en had t zoo berekend dat ze zoowat gelaik bai Korevtnk ankomme zouwe. De berekening kwam persies uit hoor! Ze wazze dr gelaik. Korlevink kwam vrundemk groeted nei d? vï £°meiüe bin 1® deer mit de mis? Zet de zakke maar effies van de wage ouwe man! P® ouJe man dein 't en domine zai: „We hebben de partij nog niet gewogen want ik wiri/6™ SCUle, ^aar «Chat het ge wicht op ongeveer 200 pond." vrnrr! trT6??' 6er9^ 111004 n0K Wat menie? n baan bfll de kippe Do- „Gek, waarom?" «Wel Domenie, ik heb verlede week taid, dat ik n raiksdaaider geve kon voor 'n kilo Kippemis, maar de hanemls ls waarde loos, en die mag er beslist niet in ritte om dat die skadelijk is voor de plante. As Do menie of die ouwe man d'r nou de hanemls uitzoeken kenne, kenne we gaan wege, maar Aars niet." Weer Domenie mit s'n mis bedaard is, weet lk «iet. In de Aimeocikaansche bladen lezen wij het wel begrijpelijke -bericht, dat de invoe ring en ten uitvoerlegging van de anti- drankwetten in de Unie, een gunstigen in vloed heeft gehad op de kleeding der man nen in de Ver. Staten, Het geld dat door vele mannen vroeger in sterken drank werd omgezet, wordt thans voor een deel besteed aan de kleeding; en het resultaat is dat te genwoordig denmannen in de Unie er In den regel veel netter uitzien dan in de da gen dat de Unie nog niet „droog" was. ,,'n Grap domenie? Hoe zoo?" g r.,Ly nou das nikfl> we zelle ze strakkiea hJ®. Ja, en wat 'n mooie!" gekr^erl°°^ dat 8 8ek Beval De's

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 4