IUD HOEST Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 31 Maart 1923. PKUILLBTON. VAN DB QROOTEN DER AARDEI No. 64. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) NIEUWE BRONNEN. Als het getij verloopt, verzet imen de bakens. Dat is een oud gezegde en van de waarheid ervan is menigeen nog doordrongen. Als het met een bedrijf niet ai te best wil vlotten, don poogt men het, door nieuwe bron nen aan te boren, wat beter te krijgen. Ook hier is dat streven merkbaar. Men houdt allerlei steekproeven en poogt door het speuren in allerlei richtingen onze stad wat meer leven In te blazen die econo mische positie van Helder wat te verbeteren De scheepvaart, eenmaal brom ;jjj groote inkomsten, poogt men weer tot zich te trek ken De Industrie tracht men op te voeren; de visscherij zou men met nieuw leven willen bezielen. De algemeen© down-stemming In geheel de i niet gunstig. Als ik ook eens een dluiüt ln het zakje zou wereld Is voor dat strevend pogen mogen gooien, dan zou ik de aandacht willen vragen voor het volgende: Eiken dag zie ik wagens vol pul (d. 1. allerlei vlsch en zeeproduot, hetwelk ln de netten wordt opgehaald en op de vlsdhmarkt geen waarde kan vertegenwoordigen, aan den bui tenkant staan, dat in motoren wordt geladen en zoo naar het zuiden wordt vervoerd. Ik meen, dat het allemaal gaat naar Landsmeer, (Joetzaan en omstreken, waar het meet dienen voor eendenvoer. Daar dat eiken dag schier gebeurt, ls het >r bew bedrijf de kosten van hét vervoer van hier voor rijs, dat het eenden- mij een zeker jlö naar het zuiden kan UJden, want anders zou men met die toch kostbare voedering wel op houden. Dat heeft ml) vaak de vraag doen stellen: waarom zou men hier toch met die eenden- houderlj niet beginnen? Zou de gelegenheid om hier eendien te houden minder gunStlg zijn dan elders? Als men de enorme uitgebreidheid dier be drijven te Volendam, Landsmeer en1 elders heeft gezien, dan krijgt men den Indruk van hoe groot belang.dat voor een plaats kan zHn en welk een enorme tak van riljveitheld ln die plaats daar nog steeds bezig ls te groeien. Want steeds komen er nleu/we hokken, of eigenlijk zijn het rijen van schuren» bij. Er moet dus een bestaan ln gevonden worden. Ik weet jvel, het olsolit wat kapitaal en voor al veel erlbeld, doch zonder wat ondernemings geest en aanpakken kan er nu eenmaal niets bereikt worden. Geen dag haast gaat er voorbij of men hoort klachten over de resultaten van het vls- sdherlJbedrHf. Als dat oon Inderdaad niet zoo loonend ls, dan diunikt me, kan er toch op ander gebied Iets gepoogd worden en dan lijkt het eenden- houden, luwt door visschers, (het aangewezen nevenlbedrljf. Hoeveel visschers bijv. te Volendam zjjn er eondenhouder geworden? En ook op Texel ls men, naar lk vermeen, op kleine scnaal met dat bedrijf begonnen. Het voer voor de eenden ligt hier als 't ware bjjna voor het opaeherppen. Puf Is -nog ln groote hoeveelheid te krijgen i n de grootere kosten, die misschien noodig ijn voor het vervoer der eieren naar de con- umptieoenitra, kunnen waarschijnlijk ruim- i choots worden gedekt door de mindere koe- 'an, die men heeft bij het aanschaffen van iet viachvoeder. Mosselen bjv. rijn een geliefkoosd kostje oor de eenden en we weten, dat die in de Waddenzee nog by groote hoeveelheden aan wezig rijn. Hoeveel motorbotters uit Zeeland sleepen der geen scheepsladingen van die mosselen ?eg. Wieringer vaartui"jes zijn geregeld bezig aet het mosselkorren voor de eemdenhoudiers e Volendam. Door sommige visschers wordt zelfs over wogen hun schuiten van een motor te voor- len om des te spoediger hun vracht te kun- en vervoeren naar Volendam. Allemaal bewijzen, dat het Ibedrijf het ken ijden. En zou men dan hier met zoo'n bron van to nmaten eens geen proef kunnen nemen? Is er niet een onarmemend man te vinden, <Le daarin een paar ('uiten wil steken? En als er eenmaal verscheidene van die i endenlhoudera zijn, dan kan er door ooöpera- lef werken zooveel worden bereikt. Wie er Iets voor givoelt» die neme eens een i ijkjo te Volendam ör Landsmeer of Ooetizaan. Dat kan toch den kop Als het getij verloopt, wilden betalen, béterende deze vondst schad ïiadepostjo voor de bank. worden verzet. niet kosten, moeten de bakens R oblnaon. ZONDERLINGE LOTGEVALLEN UIT HET DAGBLIJKSOH LEVEN. Hooge Bankbiljetten. Menig lezer kent stellig wei het interessent ■«'orhaal van den beroemden Amorlkaarmcbon humorist Mark Twato: „Het bankbiljet van 3 0.000.000 Dollars", waarin hij vertelt, hoe hJJ iJs doodarme man eens werd aangezocht te rien hoever de crodlotwaardighold zich zou uitstrekken bij het rien van zóóto bankbiljet. Nu, het lukte schitterend. Overal waar de jonge man rijn biljet liet zien, kreeg hij ombe- lerkt crediet, want geen winkel was ln staat iet geld te.... wisselen! Zoo was de geluk kige bezitter binnen veertien dagen een rijk ultgedoseht gentleman en verkeerde' in de hoogste Landensche kringen alles op cre diet en met het beiwuste biljet (dat een waarde looste proefdruk was) to den zak! Nu langzamerhand Ln de Oostelijke landen :ronen, roebejp en zelto markblljetten met ge weldig hooge cijfers worden gemaakt en waarvan men zou rneonen, dat aH to de meer Westelijke landen hum weerga niet haddon ls het aardig een» te wijzen op een verhaal ln de „Daily Ohronlole". Volgens dit blad werden eens twee bankbiljetten van 80.000 pond ge drukt. Een dlreoteur, welke een huls gekocht had, wilde met een bUJet van 80.000 pond betalen en te zijnen behoeve wend het door de bank vervaardigd. HU was echter zoo handig, om het to zijn eigen huls te veriiezen en daar men veronder- steldle, dat het ln de haard gevallen was, werd er nog een dergelijk biljet voor hem gedrukt, met deze voorwaarde, dat <Je dlreoteur de Zalig rijn de eenvoudlgen van Geest Belgische blad „Pourquoi pas"? de volgende amusante ge- In het lazen w schieden Een gewezen militair, vader van een talrijk kroost, een naief en zeer vroom man, had dringend geld noodig en besloot een brief te schrijven aan Mij nheer denGoeden God, waarin hij zijn nood bekende en om 100 frs. vroeg. De post wist niet wat met dezen brief aan te vangen, maar omdat die afzender een mili tair was, besloot men bet epistel te zenden aan het gannizoansbureau in de naburige stad. De officieren waren geroerd1 dioor de nalevi- teit van den armen kerel en hielden een col lecte voor hem, welke 50 francs opbracht. Zij stuurden hem deze som toe imet de woorden: „Van Mijnheer, den Goeden God" Hoe groot was echter hunlne verbazing toen rij een week later weer een brief kregen, waar in bet volgende: „Mijnheer de Goede God. Ik dank u wel, dat u zoo gauw iiebt geant woord en mij geld hebt gestuurd. Maar ik zóu graag willen, dat u mij deze som in het ver volg niet meer Stuurde door bemiddeling van het garnizoen te X., die schurken van offi cieren hebben mij 50 francs ontstolen. SNIPPER. Na de roode hemden Jer Garibaldianen heb ben wij 'thans de zwarte hemden der Fascis ten, nagebootst to de blauwe hemden der natio nalisten. Italië, waar die kleurige hemden burgerrecht 'hebben verkregen, zou er geluk kiger aan toe zijn, wanneer men er bedacht, dat» als in de Ooflterache wenteling de geluk kigste man degene ls, die er géén hemd op na houdt zc sdhade zou vergoeden, worden gevonden. todden het eerste zou I Éenlge Jaren na den dood van den directeur werd1 het biljet in eert richel gevonden door sloopers, die het aan de bank aanboden ter In wisseling. Daar de erfgenamen de schuld niet 'EEN OPVALLEND STAALTJE VAN WELSPREKENDHEID. Zevenöende-eeuwsche beeldspraak. Hieronder geven wij een voorbeeld van de eigenaardige en wljdloopige beeldspraak, waartoe men zich to vroeger tijd verleiden liet. Het is de grafrede van een kloosterling bi het graf van een overleden pater Narcaasus to een kleine Noord-Duitsohe stad. De kloosterbroeder sprak aldus rijn waar deering uit: „Kruis en Ellende, mijne gieloovlgen, zijn de twee windhonden, door welke de haas des menschelijken levens altijd vervolg* wordt Zoodra de mortier der verzorgend© natuur ons to de wereld werpt zoo laten wf reeds op de guitaar d'e eene angstige trom meling na de andere hooren en loopen de tranen uit de dakgoten onzer oogen als kar nemelk uit een gesprongen boterkarn.En wanneer wij ons lang genoeg op de vuur wereld gelijk de medkatten gewarmd hebben, zoo komt dan eindelijk de afschuwe lijke kok des doods en werpt ons als pool- sche kreeften to de ketel des grafs, alwaar de worm-faculteit zóó lang van het gebraad proeft totdat er geen portie meer voor een van allen over blijftl Wat is dus ons leven?. Ach!.slechts een ellendig stroodak, hetwélk door den geringsten wind afge scheurd en vernield wordt.'t Patrijs, dien do veldtuigmeester des doods elk uur van den dag met zijn afschuwelijke sleutelbos naar den gevoeligen snavel miktl 'n Teervat, hetwelk dan hier en dan weer daar been ge rold wordtZoo ls het leven! Wenden wij onze oogen op den pater Nar- olssus. zoo was het geen wonder dat wö een geheel bataljon zuchten uit het wachthuis van onze monden martóheeren lieten. Want dleze man was als het ware een bak pan, waarin die pamnekoek 'aller deugden be slagen werdl Zijn vroomheid schitterde ge lijk de kruin eens olijfbooms to den mane schijn.Zijne handen waren een zeef, waardoor het fijne meel des weldadigen dag- lichts viel! BH rijn leven stak er zooveel vroomheid in hem, als er vlooien ln een al- gedragen pels rijn!. En nu ligt hij daar! Helaas!.Evenals de gewijde ketel voor een paar dagen door den gowijden kerkmuur viel! De weemoedigheid zal gelijk een rockaf- leider de kachelpijp mijner keel toestoppen en de treurigheid wil mij zelfs den haan voor., het zinkgat mijner oogen wegscheuren. Ik sidder als het paardenhaar aan een strijkstok, wanneer ik bedenk hoe het lust huis onzer R.O. Kerk aan hem zulk een grooton standaard verloren hoeft! Hij brand de to zijn Naverteld door CAREL J. BRENSA. (o) Voorliefde van beroemde Mannen en Vrouwen. getok een oude stroowlsse slechts hoorde, dat een kottor- zoodra sche muis zich verstouten wilde om aan het fijne hagelkoren der Roomsche leer te knab belen. Zijne tang donderde als een oude gar- aii zoenstrommel en zoo dikwijls hij de rieden der afgestorvenen evenals fusten ptok- sternakken met den schoffel der mis uit het vermaledijde vagevuur haalde, stond hij in aandacht als een houten wegwijzer aan den kruisweg! Wanneer hij de voorbroek van onze ooren toegeknoopt vond door den knoop der onge hoorzaamheid, zoo verhief hij zijn stem als een oude waldhoorn waarop geen mondstuk gestoken ls. Summa gummarum;.Onze Nar- olssus blies met do blaasbalg van zijnen mond de uitgedoofde deugd der nakomeling schap zoo geweldig aan, dat de vonken der vergetelheid1 ze bij hoepen om de ooren vlo- ^°Nu laten wij hem in zijn houten slaaprok alleen gelijk een medkat, dile in een oud hemd opgebakerd 1».Wij laten -hem ln ruste, totdat de heilige Xeverius zich zijner erbarmt en hem met de tang zijner verdien sten uit do sptonewebben uit het vagevuur trekt!. Mocht hem toch inltussohen de verkoelen de vrucht van onze vrome wensohen vel smaken!. De Fransche componist Lulily behoorde tot de wonderlijkste menschen in den dagelijk- schen omgang. Wanneer hij bij het ten ge- hoore brengen van rijn werk ook maar een enkelen valschen toon boorde, kende zijn gramschap geen grenzen. Meer dan eens ge beurde het, dat hiji bij een repetitie een minder fortuinlijk muzikant zijn Instrument uit de handen rukte, hem met een vloed van minach tende woorden van de repetitie verwijderde of hem en zijn onkunde belachelijk maakte ten aahhooren van de overige aanwezigen. Maar even spoedig had entoonde de meester berouw over zijn eigenaardig optre den. In de meeste gevallen keerde rijn stem ming nog op hetzelfde moment ten goede om. Dan riep hij den musicus terug dan nam hij hem na de repetitie met rich naar huis, noodde hem aan rijn tafel en overlaadde hem met vriendschapsbewijzen. Had wat nogal eens schijnt te zijn gebeurd in zijn hard handige bui het bewuste instrument van den speler wat te lijden gehad, dan vergoedde Lully dit zoo ruimschoots, dat menige arme drommel, die in zijn oidhesten zat, vaak tot de verzoeking kwam dat Luly zijn oud! rammel- ding of zijn oude klaagfluit eens bij gelegenr beid to elkaar m ocht slaan Jean Paul, de lieveling der vrouwen, gaf niettemin uiterst weinig om zijn uiterlijk. Met ontbloot© borst, zonder kraag, zonder das, vaak zonder hoed en dan in een versleten rok en met ongeregen schoenen doorkruiste hij de omstreken van Bayreuith. Eens zelfs werdi hij tengevolge van dit on hebbelijk voorkomen door een veldwachter gearresteerd en alleen de tusschenkomst van den gouverneur der stad redde den dichter uit de handen van den volijverigen beambte. De latere koningin van WurteJmherg toen nog Grootvorstin Katharina Paulowna die op haar doorreis naar Bayreuth den dichter verlangde te rien, bemerkte echter, dat hij to de stad niet te vinden wasl In haar eigen rij tuig liet zij hem zoeken en men trof hem aan te RoMwendzeled, een dorp in de nabijheid. En in de gebruikelijke slordige bedelaarsuit- rusting zette men ham to het rijtuig van de grootvorstin en bracht hem tot haar. Zij even wel ontving den gevierden man met de uiterste vriendelijkheid! Maria d'e Gournay was in haar tijd een van de geestigste en oorspronkelijkste Fransche schrijfsters. Behalve dit echter ontleende zij haar 'bekendheid aan het feit, dat zij de aan genomen dochter en intieme vriendin was (van Montagne! Toen haar 'beroemde vriend nu ten slotte gestorven was, hield Maria het voor haar ■vrome plicht niet alleen de stijl en de gewoonte cn gebruiken, maar zelfs de Weeding en d© snit daarvan getrouw te blijven, die zij ten tijde van haar samenwerken met Montagne gedragen had. Zoo kwam het, dat deze vrouw zich op haar tachtigste jaar. in de meest volle consequentie rog kleedde naar de mode, welke zij reeds rp twintig-jarigen leeftijd gedragen had.... Zij jreneerde zich voor niets en niemand en Bet rich zelfs op straat door het gelach der spot zieke parijeenaars niet van haar öbuk brengen! Zij wenschte hulde te brengen aan de nage dachtenis van baar overleden vriend, door rijn tyd in eere te houden. En zij deed aldus! Peter Bayle een man van groote kennis en diepe gedachten* vond zijn grootste genoe- en ln het kijken naar goochelaars, potsema- ers en koorddansers op Straat Toen hij al oen oud man was, kon men hem nog vaak dergelijke kunstemakers straten ver rien na- loopenl Dit brengt ons ln herinnering de voorliefde van den bekenden schrijver Querido, waarvan liet bekend ls, dat hij imot grooteni lust en aan dacht 'boeken leest van het avontuurlijke genre als Gustave Aimardi e. a. Eveneens, dat Ifiy ex oen geweldig genot to vindt naar een Amster- damsohen „volik»"Hcli"iKvT)urg te gaan en daar meer dan eenmaal achter elkaar een stuk als „De Jantjes" of iets van dien aard te gaan zien.. Vrees van beroemde Personen. Tycho de Brahe, eon van de beroemdste sterrenkundigen, placht elkeen scherp te he kelen en ln de maling te nemen, die aan zons- of maansverduisteringen, het verschijnen van kometen of het vallen van sterren etc, ook maar een schijn van voorspelling of geheim toeken toeschreef. Maar hijzelf was zoo bljgeloovig, dat wan neer hij des morgens op rijn weg het aller eerst een oude vrouw of eon zwarte kat tegen kwam, hij ©ogenblikkelijk rechtsomkeert maakte en 'n eind terug liep.... Alleen uit vrees dat bij een slechten dag zou hebben!..... De vrijgeest iByron behoorde to den grond van zijn wezen wël degelijk tot de bijgeloovige menschen. Hij geloofde stellig aan geestver schijningen, aan voorgevoelens, aan •voorspel lingen en aan droamon. Op zijn kalender stond de Vrijdag altijd met zwart krijt aangeteekenld! Toen hij eens een reis [maakte naar Grie kenland en hem begrijpelijkerwijs wel eens wat onaangenaams nier en daar overkwam, besefte hij niet, dat dit zonder uitzondering voor Ieder mensoh Is woggelegd maar hij riep telkens en bij lederen tegenslag uit, dat al die ongelukken te wijten waren aan het feit, dat hij die vermaledijde reis op een Vrijdag was begonnen. In Genua gaf hij een 'kleermaker zijn af scheid, omdat hij' hem een galacostuum op een Vrijdag afleverde 1 In Pisa wilde hij eeiyj een voorname dame bezoeken, maar keerde bij haar deur niet schrik terug, omdat hij zich nog juist bezon, dat hetVrijdag wasl Voltaire die zich over alles wat naar bij geloof zweemde, vroolijk maakte, hield het niettemin voor een slecht voorteeken, wanneer hij zat te werken en er kwamen dan kraaien Ln den omtrek! Hij zeide, dat het hem niemendal kon sche len» maar hij reikte aan tafel toch niet graag iemand het zoutvaatje aan. Ook hijzelf vroeg het nooit aan een ander.Het kon de vriend schap eens to gevaar brengen, zei hij! En een zoutvaatje omgooien of bet brood laten vallen, waren dingen, die men toch moest rien te ver mijden Het breken van een spiegel was trots alles, het voorteeken van den naderen den dood!.... De Engelsche schrijver Johnson had er een bepaalden afkeer van om het eerst met den linkervoet over een drempel te stappen. Deed hij het zonder erg toch, dan zag hij er geen bezwaar in om te keeren, het aantal schreden te tellen en daarna met den rechtervoet binnen te stappen. Dikwijls zag men hein een vrij grooten om weg maken om een zekere hem noodlottig voorkomende laan in Leioester Fields te kun nen vermijden. In weerwil van zijn geschriften over gods dienstige wijsbegeerte had Johnson een ge duchte vrees voor den dood! Geestige gezegden personen van beroemde De componist Rosstol was gestorven en werd ter aarde besteld. De plechtigheid werd bijgewoond door den vier en-tachtig-jarigen componist Auber de schepper van o.m. „De stomme van Por tie!". Op den terugweg nu zei de oude Artber tot den jeugdigen Goumod: Het zul vandaag wel de laatste keer we zen, dat lk als amateur een begrafenis mee maak....! Spontini, de componist van vele pompeuze en vergeten opera's, was een IJdel man Hij had daarna, st echter een groote en innige be wondering voor Mozart Tengevol je van zijn ijdelheid en zijn voort durend streven naar uiterlijke bewiêrooking, was hij in het gelukkige bezit gekomen van een beduid* nde serie ridderorden. Zoo bevo id hij zich eens op een belangrijk muriekfees' te Salzburg. Al zijn orden prijk ten op zijn borst en dit wekte de gramschap op van eeni ouden orcbestmusicus. Deze stootte een collega aan en zeide wijteend op den getooiden SpontM Kfjk eens wat een ijdeltuit met zooveel ridderorden!.... De groote Mozart had er geen enkele I Spontini hoorde dit en keerde rich tot den spreker. Al zijn zucht van eigen grootheid verliet hem op dit oogenhlik en met een stem van diep gevoelde bewondering antwoordde hij: MozartMfjn waarde vriend t- die had geen ridderorden ooodlgl Field, de componist van vele beroemd ge worden noc tornen, lei op sterven. Zfln familie ziende c' it het einde nabij was stuurde to allerijl om den naast hij zijinden priester. De priesier kwam cn terwijl hij zich over den zieke loog, was zijn eerste vraag: Zljt gij katholiek of Calvinist?. Pianist, eerwaarde.... fluisterde Field, on overleed! De phenomenale vioolspeler Faaha Helfetz debuteert te New-York. De ook te New-York reedis vermaarde vio list Mlcha Eknan, rit te zomen met den wereld- beroemden pianist Leopold Godowski ln een loge en ls getuige van het uitbundig succes van zijn concurrent. Terwijl Helfetz een nieuw nummer aan vangt, wendt Ehnan rich tot Godowski en vraagt: Vtodt u het hier niet buitengewoon warm? nd lag m< met een werd O hemel, ik hoop d'at ik ze niet gebro ken heb, riep de oude dame uit, die ln een kist met eieren gevallen wpa. Neen, mevrouw - antwoordde de bel eefde winkelier, er rijn er alleen maar twee een beetje verbolgen. Die confituren smaken allemaal net eender, vind lk. Maar je kunt aam de etiketten toch wel merken, dat het niet dezelfde zijn? Best mogelijk, maar de etiketten heb ftc niet gep: De schrijver Frank Wedektod gebroken l>een te bed. In deze hh bezocht door den schrijver Max Haibe. Weliswaar bestond er sedert lang een scher pe oneenlgheld tusschen de twee schrijvers, maar Halbe kwam nu bij Wedektod op bezoek, omdat zooals hy zei: voor het geval Wede- kind mocht sterven, ze geen kwaiae vrienden mochten rijnl Wedektod stelde deze gevoeligheid zeer op prijs en de 'belde mannen verzoenden rich! Maar inplaats van dood te gaan, genas Wedekind en liep na ettelijk© weken weer op straat. Op een middag ontmoet hjj Max Halbe. Deze stapt op hem toe en groet hem. Maar Wedökind' kijkt vierkant de lucht in, Maar Frank zegt Dr. Halbe.... we zijn toch weer goede vrienden? Nou ja zegt de ander.... dat was voor het geval dat lk dood zou gaan, Dr. Halbe.... En Wedekind ging verder. Al to boog. Ze warem uit roeien en hij vermaande haar: BUJf mu heel kalm ritten, want zoo'n kano kan heel erg gauw omslaan. Zjj zat onbewegelijk maar Informeerde tenslotte benepen: Zeg, Heori, zou ik mijn bonbons van mijn linker naar mijn rechter wang kunnen brengen? Hé, hebt u weer een nieuw meisje? Nieuw? WetoewL, ze is al bijna acht da gen by mij. I 3t Jutte rt je De reproduetle, die wy heden geven van een nienwe teekening van den heer Pinkhof, betreft weder een gezicht uit het b\j uitstek schilderachtige stadsdeel, dat w(j als „oude Helder" kennen. Uit oude kronieken en archiefstukken weten w\J, dat dit gedeelte van onze stad omstreeks 1500 is ontstaan, al bestonden er ook vóór dien tfld al enkele boeren- en visscherswoningen. Men vindt dan ook nog menig oud geveltje en schilderachtig plekje in deze buurt, en de heer Pinkhof heeft met artistiek oog het oude Wachtstraatje ontdekt met de selmiten, hoog op den dyk, als achtergrond en de alom-tegenwoordige jeugd als stoffeering. 8) Voot mij niet antwoordt Godowski. maar misschien voor violisten welt e periode Max Hal!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 3