IUD HOEST
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 31 Maart 1923.
PKUILLBTON.
VAN DB QROOTEN DER AARDEI
No. 64. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
NIEUWE BRONNEN.
Als het getij verloopt, verzet imen de bakens.
Dat is een oud gezegde en van de waarheid
ervan is menigeen nog doordrongen.
Als het met een bedrijf niet ai te best wil
vlotten, don poogt men het, door nieuwe bron
nen aan te boren, wat beter te krijgen.
Ook hier is dat streven merkbaar.
Men houdt allerlei steekproeven en poogt
door het speuren in allerlei richtingen onze
stad wat meer leven In te blazen die econo
mische positie van Helder wat te verbeteren
De scheepvaart, eenmaal brom ;jjj groote
inkomsten, poogt men weer tot zich te trek
ken De Industrie tracht men op te voeren; de
visscherij zou men met nieuw leven willen
bezielen.
De algemeen© down-stemming In geheel de
i niet gunstig.
Als ik ook eens een dluiüt ln het zakje zou
wereld Is voor dat strevend pogen
mogen gooien, dan zou ik de aandacht willen
vragen voor het volgende:
Eiken dag zie ik wagens vol pul (d. 1. allerlei
vlsch en zeeproduot, hetwelk ln de netten
wordt opgehaald en op de vlsdhmarkt geen
waarde kan vertegenwoordigen, aan den bui
tenkant staan, dat in motoren wordt geladen
en zoo naar het zuiden wordt vervoerd. Ik
meen, dat het allemaal gaat naar Landsmeer,
(Joetzaan en omstreken, waar het meet dienen
voor eendenvoer.
Daar dat eiken dag schier gebeurt, ls het
>r bew
bedrijf de kosten van hét vervoer van hier
voor
rijs, dat het eenden-
mij een zeker
jlö
naar het zuiden kan UJden, want anders zou
men met die toch kostbare voedering wel op
houden.
Dat heeft ml) vaak de vraag doen stellen:
waarom zou men hier toch met die eenden-
houderlj niet beginnen? Zou de gelegenheid
om hier eendien te houden minder gunStlg zijn
dan elders?
Als men de enorme uitgebreidheid dier be
drijven te Volendam, Landsmeer en1 elders
heeft gezien, dan krijgt men den Indruk van
hoe groot belang.dat voor een plaats kan zHn
en welk een enorme tak van riljveitheld ln die
plaats daar nog steeds bezig ls te groeien.
Want steeds komen er nleu/we hokken, of
eigenlijk zijn het rijen van schuren» bij.
Er moet dus een bestaan ln gevonden
worden.
Ik weet jvel, het olsolit wat kapitaal en voor
al veel erlbeld, doch zonder wat ondernemings
geest en aanpakken kan er nu eenmaal niets
bereikt worden.
Geen dag haast gaat er voorbij of men
hoort klachten over de resultaten van het vls-
sdherlJbedrHf.
Als dat oon Inderdaad niet zoo loonend ls,
dan diunikt me, kan er toch op ander gebied
Iets gepoogd worden en dan lijkt het eenden-
houden, luwt door visschers, (het aangewezen
nevenlbedrljf.
Hoeveel visschers bijv. te Volendam zjjn
er eondenhouder geworden?
En ook op Texel ls men, naar lk vermeen,
op kleine scnaal met dat bedrijf begonnen.
Het voer voor de eenden ligt hier als 't ware
bjjna voor het opaeherppen.
Puf Is -nog ln groote hoeveelheid te krijgen
i n de grootere kosten, die misschien noodig
ijn voor het vervoer der eieren naar de con-
umptieoenitra, kunnen waarschijnlijk ruim-
i choots worden gedekt door de mindere koe-
'an, die men heeft bij het aanschaffen van
iet viachvoeder.
Mosselen bjv. rijn een geliefkoosd kostje
oor de eenden en we weten, dat die in de
Waddenzee nog by groote hoeveelheden aan
wezig rijn.
Hoeveel motorbotters uit Zeeland sleepen
der geen scheepsladingen van die mosselen
?eg.
Wieringer vaartui"jes zijn geregeld bezig
aet het mosselkorren voor de eemdenhoudiers
e Volendam.
Door sommige visschers wordt zelfs over
wogen hun schuiten van een motor te voor-
len om des te spoediger hun vracht te kun-
en vervoeren naar Volendam.
Allemaal bewijzen, dat het Ibedrijf het ken
ijden.
En zou men dan hier met zoo'n bron van to
nmaten eens geen proef kunnen nemen?
Is er niet een onarmemend man te vinden,
<Le daarin een paar ('uiten wil steken?
En als er eenmaal verscheidene van die
i endenlhoudera zijn, dan kan er door ooöpera-
lef werken zooveel worden bereikt.
Wie er Iets voor givoelt» die neme eens een
i ijkjo te Volendam ör Landsmeer of Ooetizaan.
Dat kan toch den kop
Als het getij verloopt,
wilden betalen, béterende deze vondst
schad
ïiadepostjo voor de bank.
worden verzet.
niet kosten,
moeten de
bakens
R oblnaon.
ZONDERLINGE LOTGEVALLEN UIT
HET DAGBLIJKSOH LEVEN.
Hooge Bankbiljetten.
Menig lezer kent stellig wei het interessent
■«'orhaal van den beroemden Amorlkaarmcbon
humorist Mark Twato: „Het bankbiljet van
3 0.000.000 Dollars", waarin hij vertelt, hoe hJJ
iJs doodarme man eens werd aangezocht te
rien hoever de crodlotwaardighold zich zou
uitstrekken bij het rien van zóóto bankbiljet.
Nu, het lukte schitterend. Overal waar de
jonge man rijn biljet liet zien, kreeg hij ombe-
lerkt crediet, want geen winkel was ln staat
iet geld te.... wisselen! Zoo was de geluk
kige bezitter binnen veertien dagen een rijk
ultgedoseht gentleman en verkeerde' in de
hoogste Landensche kringen alles op cre
diet en met het beiwuste biljet (dat een waarde
looste proefdruk was) to den zak!
Nu langzamerhand Ln de Oostelijke landen
:ronen, roebejp en zelto markblljetten met ge
weldig hooge cijfers worden gemaakt en
waarvan men zou rneonen, dat aH to de meer
Westelijke landen hum weerga niet haddon
ls het aardig een» te wijzen op een verhaal ln
de „Daily Ohronlole". Volgens dit blad werden
eens twee bankbiljetten van 80.000 pond ge
drukt.
Een dlreoteur, welke een huls gekocht had,
wilde met een bUJet van 80.000 pond betalen
en te zijnen behoeve wend het door de bank
vervaardigd.
HU was echter zoo handig, om het to zijn
eigen huls te veriiezen en daar men veronder-
steldle, dat het ln de haard gevallen was, werd
er nog een dergelijk biljet voor hem gedrukt,
met deze voorwaarde, dat <Je dlreoteur de
Zalig rijn de eenvoudlgen
van Geest
Belgische blad „Pourquoi pas"?
de volgende amusante ge-
In het
lazen w
schieden
Een gewezen militair, vader van een talrijk
kroost, een naief en zeer vroom man, had
dringend geld noodig en besloot een brief te
schrijven aan Mij nheer denGoeden God,
waarin hij zijn nood bekende en om 100 frs.
vroeg.
De post wist niet wat met dezen brief aan
te vangen, maar omdat die afzender een mili
tair was, besloot men bet epistel te zenden
aan het gannizoansbureau in de naburige stad.
De officieren waren geroerd1 dioor de nalevi-
teit van den armen kerel en hielden een col
lecte voor hem, welke 50 francs opbracht. Zij
stuurden hem deze som toe imet de woorden:
„Van Mijnheer, den Goeden God"
Hoe groot was echter hunlne verbazing toen
rij een week later weer een brief kregen, waar
in bet volgende:
„Mijnheer de Goede God.
Ik dank u wel, dat u zoo gauw iiebt geant
woord en mij geld hebt gestuurd. Maar ik zóu
graag willen, dat u mij deze som in het ver
volg niet meer Stuurde door bemiddeling van
het garnizoen te X., die schurken van offi
cieren hebben mij 50 francs ontstolen.
SNIPPER.
Na de roode hemden Jer Garibaldianen heb
ben wij 'thans de zwarte hemden der Fascis
ten, nagebootst to de blauwe hemden der natio
nalisten. Italië, waar die kleurige hemden
burgerrecht 'hebben verkregen, zou er geluk
kiger aan toe zijn, wanneer men er bedacht,
dat» als in de Ooflterache wenteling de geluk
kigste man degene ls, die er géén hemd op na
houdt
zc
sdhade zou vergoeden,
worden gevonden.
todden het eerste zou
I Éenlge Jaren na den dood van den directeur
werd1 het biljet in eert richel gevonden door
sloopers, die het aan de bank aanboden ter In
wisseling. Daar de erfgenamen de schuld niet
'EEN OPVALLEND STAALTJE VAN
WELSPREKENDHEID.
Zevenöende-eeuwsche
beeldspraak.
Hieronder geven wij een voorbeeld van de
eigenaardige en wljdloopige beeldspraak,
waartoe men zich to vroeger tijd verleiden
liet.
Het is de grafrede van een kloosterling bi
het graf van een overleden pater Narcaasus
to een kleine Noord-Duitsohe stad.
De kloosterbroeder sprak aldus rijn waar
deering uit:
„Kruis en Ellende, mijne gieloovlgen,
zijn de twee windhonden, door welke de haas
des menschelijken levens altijd vervolg*
wordt Zoodra de mortier der verzorgend©
natuur ons to de wereld werpt zoo laten wf
reeds op de guitaar d'e eene angstige trom
meling na de andere hooren en loopen de
tranen uit de dakgoten onzer oogen als kar
nemelk uit een gesprongen boterkarn.En
wanneer wij ons lang genoeg op de vuur
wereld gelijk de medkatten gewarmd
hebben, zoo komt dan eindelijk de afschuwe
lijke kok des doods en werpt ons als pool-
sche kreeften to de ketel des grafs, alwaar
de worm-faculteit zóó lang van het gebraad
proeft totdat er geen portie meer voor een
van allen over blijftl
Wat is dus ons leven?.
Ach!.slechts een ellendig stroodak,
hetwélk door den geringsten wind afge
scheurd en vernield wordt.'t Patrijs, dien
do veldtuigmeester des doods elk uur van
den dag met zijn afschuwelijke sleutelbos
naar den gevoeligen snavel miktl 'n Teervat,
hetwelk dan hier en dan weer daar been ge
rold wordtZoo ls het leven!
Wenden wij onze oogen op den pater Nar-
olssus. zoo was het geen wonder dat wö een
geheel bataljon zuchten uit het wachthuis
van onze monden martóheeren lieten.
Want dleze man was als het ware een bak
pan, waarin die pamnekoek 'aller deugden be
slagen werdl Zijn vroomheid schitterde ge
lijk de kruin eens olijfbooms to den mane
schijn.Zijne handen waren een zeef,
waardoor het fijne meel des weldadigen dag-
lichts viel! BH rijn leven stak er zooveel
vroomheid in hem, als er vlooien ln een al-
gedragen pels rijn!.
En nu ligt hij daar! Helaas!.Evenals
de gewijde ketel voor een paar dagen door
den gowijden kerkmuur viel!
De weemoedigheid zal gelijk een rockaf-
leider de kachelpijp mijner keel toestoppen
en de treurigheid wil mij zelfs den haan voor.,
het zinkgat mijner oogen wegscheuren.
Ik sidder als het paardenhaar aan een
strijkstok, wanneer ik bedenk hoe het lust
huis onzer R.O. Kerk aan hem zulk een
grooton standaard verloren hoeft! Hij brand
de to zijn
Naverteld door
CAREL J. BRENSA.
(o)
Voorliefde van beroemde Mannen
en Vrouwen.
getok een oude stroowlsse
slechts hoorde, dat een kottor-
zoodra
sche muis zich verstouten wilde om aan het
fijne hagelkoren der Roomsche leer te knab
belen.
Zijne tang donderde als een oude gar-
aii zoenstrommel en zoo dikwijls hij de
rieden der afgestorvenen evenals fusten ptok-
sternakken met den schoffel der mis uit het
vermaledijde vagevuur haalde, stond hij in
aandacht als een houten wegwijzer aan den
kruisweg!
Wanneer hij de voorbroek van onze ooren
toegeknoopt vond door den knoop der onge
hoorzaamheid, zoo verhief hij zijn stem als
een oude waldhoorn waarop geen mondstuk
gestoken ls.
Summa gummarum;.Onze Nar-
olssus blies met do blaasbalg van zijnen
mond de uitgedoofde deugd der nakomeling
schap zoo geweldig aan, dat de vonken der
vergetelheid1 ze bij hoepen om de ooren vlo-
^°Nu laten wij hem in zijn houten slaaprok
alleen gelijk een medkat, dile in een oud
hemd opgebakerd 1».Wij laten -hem ln
ruste, totdat de heilige Xeverius zich zijner
erbarmt en hem met de tang zijner verdien
sten uit do sptonewebben uit het vagevuur
trekt!.
Mocht hem toch inltussohen de verkoelen
de vrucht van onze vrome wensohen vel
smaken!.
De Fransche componist Lulily behoorde tot
de wonderlijkste menschen in den dagelijk-
schen omgang. Wanneer hij bij het ten ge-
hoore brengen van rijn werk ook maar een
enkelen valschen toon boorde, kende zijn
gramschap geen grenzen. Meer dan eens ge
beurde het, dat hiji bij een repetitie een minder
fortuinlijk muzikant zijn Instrument uit de
handen rukte, hem met een vloed van minach
tende woorden van de repetitie verwijderde of
hem en zijn onkunde belachelijk maakte ten
aahhooren van de overige aanwezigen.
Maar even spoedig had entoonde de
meester berouw over zijn eigenaardig optre
den. In de meeste gevallen keerde rijn stem
ming nog op hetzelfde moment ten goede om.
Dan riep hij den musicus terug dan nam
hij hem na de repetitie met rich naar huis,
noodde hem aan rijn tafel en overlaadde hem
met vriendschapsbewijzen. Had wat nogal
eens schijnt te zijn gebeurd in zijn hard
handige bui het bewuste instrument van den
speler wat te lijden gehad, dan vergoedde
Lully dit zoo ruimschoots, dat menige arme
drommel, die in zijn oidhesten zat, vaak tot de
verzoeking kwam dat Luly zijn oud! rammel-
ding of zijn oude klaagfluit eens bij gelegenr
beid to elkaar m ocht slaan
Jean Paul, de lieveling der vrouwen, gaf
niettemin uiterst weinig om zijn uiterlijk. Met
ontbloot© borst, zonder kraag, zonder das, vaak
zonder hoed en dan in een versleten rok en
met ongeregen schoenen doorkruiste hij de
omstreken van Bayreuith.
Eens zelfs werdi hij tengevolge van dit on
hebbelijk voorkomen door een veldwachter
gearresteerd en alleen de tusschenkomst van
den gouverneur der stad redde den dichter
uit de handen van den volijverigen beambte.
De latere koningin van WurteJmherg toen
nog Grootvorstin Katharina Paulowna die
op haar doorreis naar Bayreuth den dichter
verlangde te rien, bemerkte echter, dat hij to
de stad niet te vinden wasl In haar eigen rij
tuig liet zij hem zoeken en men trof hem aan
te RoMwendzeled, een dorp in de nabijheid.
En in de gebruikelijke slordige bedelaarsuit-
rusting zette men ham to het rijtuig van de
grootvorstin en bracht hem tot haar. Zij even
wel ontving den gevierden man met de uiterste
vriendelijkheid!
Maria d'e Gournay was in haar tijd een van
de geestigste en oorspronkelijkste Fransche
schrijfsters. Behalve dit echter ontleende zij
haar 'bekendheid aan het feit, dat zij de aan
genomen dochter en intieme vriendin was
(van Montagne!
Toen haar 'beroemde vriend nu ten slotte
gestorven was, hield Maria het voor haar
■vrome plicht niet alleen de stijl en de gewoonte
cn gebruiken, maar zelfs de Weeding en d©
snit daarvan getrouw te blijven, die zij ten
tijde van haar samenwerken met Montagne
gedragen had.
Zoo kwam het, dat deze vrouw zich op haar
tachtigste jaar. in de meest volle consequentie
rog kleedde naar de mode, welke zij reeds rp
twintig-jarigen leeftijd gedragen had.... Zij
jreneerde zich voor niets en niemand en Bet
rich zelfs op straat door het gelach der spot
zieke parijeenaars niet van haar öbuk brengen!
Zij wenschte hulde te brengen aan de nage
dachtenis van baar overleden vriend, door
rijn tyd in eere te houden.
En zij deed aldus!
Peter Bayle een man van groote kennis
en diepe gedachten* vond zijn grootste genoe-
en ln het kijken naar goochelaars, potsema-
ers en koorddansers op Straat Toen hij al
oen oud man was, kon men hem nog vaak
dergelijke kunstemakers straten ver rien na-
loopenl
Dit brengt ons ln herinnering de voorliefde
van den bekenden schrijver Querido, waarvan
liet bekend ls, dat hij imot grooteni lust en aan
dacht 'boeken leest van het avontuurlijke genre
als Gustave Aimardi e. a. Eveneens, dat Ifiy ex
oen geweldig genot to vindt naar een Amster-
damsohen „volik»"Hcli"iKvT)urg te gaan en daar
meer dan eenmaal achter elkaar een stuk als
„De Jantjes" of iets van dien aard te gaan
zien..
Vrees van beroemde Personen.
Tycho de Brahe, eon van de beroemdste
sterrenkundigen, placht elkeen scherp te he
kelen en ln de maling te nemen, die aan zons-
of maansverduisteringen, het verschijnen van
kometen of het vallen van sterren etc, ook
maar een schijn van voorspelling of geheim
toeken toeschreef.
Maar hijzelf was zoo bljgeloovig, dat wan
neer hij des morgens op rijn weg het aller
eerst een oude vrouw of eon zwarte kat tegen
kwam, hij ©ogenblikkelijk rechtsomkeert
maakte en 'n eind terug liep.... Alleen uit
vrees dat bij een slechten dag zou hebben!.....
De vrijgeest iByron behoorde to den grond
van zijn wezen wël degelijk tot de bijgeloovige
menschen. Hij geloofde stellig aan geestver
schijningen, aan voorgevoelens, aan •voorspel
lingen en aan droamon.
Op zijn kalender stond de Vrijdag altijd met
zwart krijt aangeteekenld!
Toen hij eens een reis [maakte naar Grie
kenland en hem begrijpelijkerwijs wel eens
wat onaangenaams nier en daar overkwam,
besefte hij niet, dat dit zonder uitzondering
voor Ieder mensoh Is woggelegd maar hij
riep telkens en bij lederen tegenslag uit, dat
al die ongelukken te wijten waren aan het feit,
dat hij die vermaledijde reis op een Vrijdag
was begonnen.
In Genua gaf hij een 'kleermaker zijn af
scheid, omdat hij' hem een galacostuum op een
Vrijdag afleverde 1 In Pisa wilde hij eeiyj een
voorname dame bezoeken, maar keerde bij
haar deur niet schrik terug, omdat hij zich
nog juist bezon, dat hetVrijdag wasl
Voltaire die zich over alles wat naar bij
geloof zweemde, vroolijk maakte, hield het
niettemin voor een slecht voorteeken, wanneer
hij zat te werken en er kwamen dan kraaien
Ln den omtrek!
Hij zeide, dat het hem niemendal kon sche
len» maar hij reikte aan tafel toch niet graag
iemand het zoutvaatje aan. Ook hijzelf vroeg
het nooit aan een ander.Het kon de vriend
schap eens to gevaar brengen, zei hij! En een
zoutvaatje omgooien of bet brood laten vallen,
waren dingen, die men toch moest rien te ver
mijden Het breken van een spiegel was
trots alles, het voorteeken van den naderen
den dood!....
De Engelsche schrijver Johnson had er een
bepaalden afkeer van om het eerst met den
linkervoet over een drempel te stappen. Deed
hij het zonder erg toch, dan zag hij er geen
bezwaar in om te keeren, het aantal schreden
te tellen en daarna met den rechtervoet binnen
te stappen.
Dikwijls zag men hein een vrij grooten om
weg maken om een zekere hem noodlottig
voorkomende laan in Leioester Fields te kun
nen vermijden.
In weerwil van zijn geschriften over gods
dienstige wijsbegeerte had Johnson een ge
duchte vrees voor den dood!
Geestige gezegden
personen
van beroemde
De componist Rosstol was gestorven en
werd ter aarde besteld.
De plechtigheid werd bijgewoond door den
vier en-tachtig-jarigen componist Auber
de schepper van o.m. „De stomme van Por
tie!".
Op den terugweg nu zei de oude Artber tot
den jeugdigen Goumod:
Het zul vandaag wel de laatste keer we
zen, dat lk als amateur een begrafenis mee
maak....!
Spontini, de componist van vele pompeuze
en vergeten opera's, was een IJdel man Hij
had daarna, st echter een groote en innige be
wondering voor Mozart
Tengevol je van zijn ijdelheid en zijn voort
durend streven naar uiterlijke bewiêrooking,
was hij in het gelukkige bezit gekomen van
een beduid* nde serie ridderorden.
Zoo bevo id hij zich eens op een belangrijk
muriekfees' te Salzburg. Al zijn orden prijk
ten op zijn borst en dit wekte de gramschap
op van eeni ouden orcbestmusicus. Deze stootte
een collega aan en zeide wijteend op den
getooiden SpontM
Kfjk eens wat een ijdeltuit met zooveel
ridderorden!.... De groote Mozart had er
geen enkele I
Spontini hoorde dit en keerde rich tot den
spreker. Al zijn zucht van eigen grootheid
verliet hem op dit oogenhlik en met een stem
van diep gevoelde bewondering antwoordde
hij:
MozartMfjn waarde vriend t- die
had geen ridderorden ooodlgl
Field, de componist van vele beroemd ge
worden noc tornen, lei op sterven. Zfln familie
ziende c' it het einde nabij was stuurde
to allerijl om den naast hij zijinden priester.
De priesier kwam cn terwijl hij zich over
den zieke loog, was zijn eerste vraag:
Zljt gij katholiek of Calvinist?.
Pianist, eerwaarde.... fluisterde Field,
on overleed!
De phenomenale vioolspeler Faaha Helfetz
debuteert te New-York.
De ook te New-York reedis vermaarde vio
list Mlcha Eknan, rit te zomen met den wereld-
beroemden pianist Leopold Godowski ln een
loge en ls getuige van het uitbundig succes
van zijn concurrent.
Terwijl Helfetz een nieuw nummer aan
vangt, wendt Ehnan rich tot Godowski en
vraagt:
Vtodt u het hier niet buitengewoon
warm?
nd lag m<
met een
werd
O hemel, ik hoop d'at ik ze niet gebro
ken heb, riep de oude dame uit, die ln
een kist met eieren gevallen wpa.
Neen, mevrouw - antwoordde de bel
eefde winkelier, er rijn er alleen maar
twee een beetje verbolgen.
Die confituren smaken allemaal net
eender, vind lk.
Maar je kunt aam de etiketten toch wel
merken, dat het niet dezelfde zijn?
Best mogelijk, maar de etiketten heb ftc
niet gep:
De schrijver Frank Wedektod
gebroken l>een te bed. In deze
hh bezocht door den schrijver Max Haibe.
Weliswaar bestond er sedert lang een scher
pe oneenlgheld tusschen de twee schrijvers,
maar Halbe kwam nu bij Wedektod op bezoek,
omdat zooals hy zei: voor het geval Wede-
kind mocht sterven, ze geen kwaiae vrienden
mochten rijnl
Wedektod stelde deze gevoeligheid zeer op
prijs en de 'belde mannen verzoenden rich!
Maar inplaats van dood te gaan, genas
Wedekind en liep na ettelijk© weken weer op
straat.
Op een middag ontmoet hjj Max Halbe.
Deze stapt op hem toe en groet hem. Maar
Wedökind' kijkt vierkant de lucht in,
Maar Frank zegt Dr. Halbe.... we
zijn toch weer goede vrienden?
Nou ja zegt de ander.... dat was
voor het geval dat lk dood zou gaan, Dr.
Halbe....
En Wedekind ging verder.
Al to boog.
Ze warem uit roeien en hij vermaande
haar: BUJf mu heel kalm ritten, want zoo'n
kano kan heel erg gauw omslaan.
Zjj zat onbewegelijk maar Informeerde
tenslotte benepen: Zeg, Heori, zou ik
mijn bonbons van mijn linker naar mijn
rechter wang kunnen brengen?
Hé, hebt u weer een nieuw meisje?
Nieuw? WetoewL, ze is al bijna acht da
gen by mij.
I
3t Jutte rt je
De reproduetle, die wy heden geven van een nienwe teekening van den heer Pinkhof,
betreft weder een gezicht uit het b\j uitstek schilderachtige stadsdeel, dat w(j als „oude
Helder" kennen. Uit oude kronieken en archiefstukken weten w\J, dat dit gedeelte van
onze stad omstreeks 1500 is ontstaan, al bestonden er ook vóór dien tfld al enkele boeren-
en visscherswoningen. Men vindt dan ook nog menig oud geveltje en schilderachtig
plekje in deze buurt, en de heer Pinkhof heeft met artistiek oog het oude Wachtstraatje
ontdekt met de selmiten, hoog op den dyk, als achtergrond en de alom-tegenwoordige
jeugd als stoffeering.
8)
Voot mij niet antwoordt Godowski.
maar misschien voor violisten welt
e periode
Max Hal!