AMBTfiB8AlfB€Sl BBOVB*.
HOND DUN DAM.
ffet Jtomantliieh Tornooi Do
Kring. Kon Paaaoh-ol,
Sarah Bernhardt, „la dlvlne Sarah" ia niet
meer. Zij werd neergelegd In die rozenhouten
doodkist, die, dertig jaar geleden op ^araan-
wii zingen voor 'haar gemaakt, haar steeds op
haar buitenlandsche tourné's vergezelde. Met
haar ging een van de grootste sterren heen
van het oudere tooneeügeslaoht, dat naast de
pave voor het „romantische" spel, ook 'blijk
baar het privilége bezat van een sclne1" on
verwoestbare vitaliteit. Het geslacht begint
uit te sterven; al leven er ook in ons land nog
enkele vertegenwoordigers van en trachten
enkede jongeren, afkeerig .van het „moderne
spel, hen na te volgen voor wat het »roman-
tosme" betreft. Br zijn dien taatsten tijd
zelifs plannen in de maak, deze vertegen-
woord i ge rs, benevens genoemde jongeren, zoo
troed als allen behoorenid tot de familie Bouw
meester, 3n een gezelschap te vereenigen on-
der den naaim „Het Romantisch Tocxneel B
aldus het talent van die oudere, groote krach
ten, alsook hét door hen vertegenwoordigde
„romantische" spel, nog éénmaal gelegenheid
te geven voluit te schitteren. De heer Louis
Bouwmeester Jr. is bezig een en ander te or-
ganlseeren en gezien zijn organisatie-talenten
en zijn energie zal het heim wel lukken ook.
Dat aldus deze krachten, die door allerlei
omstandigheden wat op den achtergrond ge
raakten, weer naar voren zullen komen, valt
toe te juichen; zij zijn er nog waardevol ge
noeg voor. Het „tooneel" ls. dikwijls een
vreemde, hardvochtige wereld; dat, om een
ander voorbeeld te noemen, Mevr. De Boer—
van Rijk, de alombekenide en beminde „Knier
tje" uit Heljerman's „Op Hoop van Zegen
dit seizoen, noodgedrongen bijna avond' aan
avond heeft moeten optreden in zóóveelste-
ranigs stukken in het Rozen-theater, heeft
veel verwondering en ergernis gehaard.
En. of zij haar aanstaand vijf tig-jarig tooneel-
jubileum wel In een passend milieu zal kun
nen vieren, staat zelfs nog te bezien, niette
genstaande van verschillende kanten stemmen
opgaan (haar, voor die gelegenheid een derge
lijk milieu te bezorgen.
Een vreemde wereld, van vrijheid, joviali
teit eenerzljds, maar van felle jalouzie, „ge
roddel", en kuiperijen aan den anderen kant.
Gelukkig zijn er tijden op den dag, dat, in
de vrije uren, die „andere kant" grootendeels
wegvalt. Dat zijn dan meestal de uren, des
avonds laat, als men, na afloop der voorstel
ling, samenkomt met andere altisten om in
genoegelijke kout wat uit te blazen.^Parijs
kent zijn artistenrcafé's, München zijn Künst-
ler-kneipe, Amsterdam heeft den laateten
tijd zijn „Kring", die, voortgekomen uit en
kele vroegere, gedeeltelijk mMuikte pogingen
in die richting, .tenslotte toch een vast, levens
krachtig kunstenaars-middelpunt werd. De
primitieve, pijpenta-achtige localitelt aan den
Amistel, gedécoreerd met enkele helle, „ex
pressionistische kleurvlakken", voorzien van
een sober ameublement, hier en daar een doek
en ingetiimmerde banken langs de muren,
en waar de schilders-leden af en toe iets van
hun werk ophangen, herbergt onder etenstijd
en 's avonds laat, vele grootheden uit de Am-
sterdamische „bohème". Br zijn ernstige
avonden, dat in lezing of voordracht een bin
nen- of buitenlandsohe „confrère" zijn inzich
ten doet kennen of iets uiit zijn werk voorleest.
Er zijn er ook minder ernstige, waarop ge
danst en gestept wordt; het opgewondenste
jonge sohilderesje met een ouderen, meest-
cynischen criticus, de vurige communiste
met een, naar het' oude régime terugverlan-
genden „Camelot du Roi"
Men vindt er aan één tafeltje de bewegelijke,
kwieke, moderne schilder, de jonge tooneel-
schrijver, met de „constructieve" plannen, de
scherpe vogelkop, het wat gewrongen gebaar
en de nasale stem; de cynische hekelaar,
nuchter doodslaander van alle illusie's en toch
voor-de-wijSbegeerte-gepassioneerde criticus
de „verzworven", veelal zwijgende, dichter;
de min of meer „imesjogge" musicus, en
tenslotte de philosoof-ziener-dichter-7de Inter
nationalist!
Ik vraag dezen keer verlof een, klein verslag
te geven van een, gedeeltelijk historisch, ge
sprek, gevoerd aan dit tafeltje, nog niet zoo
heel lang geleden. Ik vraag dit verlof met
des te meer vrijheid, omdat nd, In deze Paasch-
vacantie-stemming, de A'damische menschheld,
Inclusief Gemeenteraad en andere openbare
lichamen, toch ook even uitpuft en het dage-
lijköch werk laat rustenom, rond1 Paasch-
kip en Paasch-el, vroölljk te zijn.
Overigens, voor wie niet heelemaal een
vreemdeling in Jeruzalem ls, houdt dit gedeel
telijk gefantaseerde gesprek enkele niet moei
lijk herkenbare, „verborgen portretten" lm
Het geval wilde dan, dat bovengenoemde
leden van „De Kring" over de resten van een
eenvoudig maal natafelden en, alhoewel mee-
rendeels theoretisch fël anti-„rol-prent", toch
tangdradiiglijk overwogen welk bioscoop-thea
ter dien avond hun ctandisle zou hebben. Het
debat werd onderbroken door één hunner, die,
met een „die ls goed; moet je hooren", het
avondblad uitspreidde en het volgend bericht
voorlas: „..-..Een vijftiental jaren geleden
heeft eens Iemand' uit het Stedelijk Museum
een onbeduidend schilderijtje van Fller gesto
len. Het was een dief zonder smaak, want een
waardevolle Bosboom van klein© afmeting hing
er naast. De man heeft niet veel pleizler ge
had van zijn arbeid, want hij moest zijn bult
te Utrecht weer voor 2.verkoopen.
Zóó „goed" werd-ie nu wel niet gevonden
men grinnikte slechte gelaten vluchtig -
maar daar, Ineens, bijna gelijktijdig, ging het
volgende ldée als een vlieger op: „Praebt-
onderwerp voor een 1001-Dag!" (Het was, dit
dient er bij gezegd, op het einde van de maand
ende 1001-Dag-rubriek betaalt goedII)
De „artistieke" vlsle's braken los
„Nee, zeg, jongens, een fijne bak, wat?!
Die dief maakt je tot een Sherlook Holmes,
hèrl Gaatje ln de lijst daarin een parel
van reuzen-waarde; het vastgelegde, stlekum-
verborgen kapitaal van een internationale gok-
kersben'de. Alle spelen van die bende dra
gen op de „Jolly Joker" een aanwijzing wéér
de schat (tot een jong aotricetje aan een ander
tafeltje: Schat, wat!?") tijdelijk werd
ondergebracht. Nou, hè, Sherlook, ook niet van
gisteren, speelt met hen. Laat ze veel winnen,
maar krijgt, uit die Jolly Jokers een heel stel
aanwijzingen, ln handen. Maar de gokkers
krygen dat in de gaten. Er ls geen tijd meer
eifl da tei da HM te
da&foffl da öwte mihhf ww. M?
«cm vl etrntflch I1S MFFF Hu tP Jlfli «HwPni
Kteflï Jal i'te"tei wpt?l - W, <1p km-
ten. (Aehfercei). gauw «ven ee» po-
toonooloohrljvor mot do
tlove" plannen, do scherpo vogelkop, het wat
gewrongen gebaar en de nasale stem!
„Moet je niet doen, zeg. Je neemt een
man. Laat hem in „Eén" een Museum binnen
wandelen. Die „opkomst" bereidt je voor, door
twee suppoosten eerst even met elkaar te laten
praten over diefstallen en ze dan bijvoorbeeld
met een „zullen we er samen nog eentje pak
ken" te laten verdwijnen. Dan laat je den
„man" binnen komen. Je kunt er dan hijvoor
beeld eeni vrourw bijhalen, die achter hem aan
komt. Er ontstaat eeni gesprek. Daarin moet
je dadelijk taten uitkomen, dat „de man" een
arm, droomerig schilder ls. In de woorden
van „de vrouw" moet naar voren komen, dat
zij sterk de vrouwelijke eerzucht kent van den
man te willen als „roofridder". Je laat 'het tot
een uitspraak tusschen hen beiden komen.
Hij wil haar trouwen en herhaalt een vroeger
voorstel in die richting. Zij Iaat meer en meer
uitkomen, dat zij den man niét wil, die er
materieel en maatschappelijk „niet komt".
Driftig verdedigen beiden hun standpunt
Hier moet de climax beginnen, die tenslotte
stijgt tot haar uitroep: „No<* liever den man,
die 'hier, onder mijn oogen, een schilderij
steelt!".... Plotseling grijpt hij het stukje
van Fller, bergt het onder zijn jas en, terwijl
zij hem on; den hals valt, beiden snel af.
Later bljjkt dan, dat hij toch nog, ln z'n wan
hoopsdaad, om haar te winnen, zoozeer den
fljngevoeligen, voor de gemeenschap voelen
den kunstenaar bleef, dat hij dadelijk met
kennersoog het goedkoopste prul meenam dat
er hing. Vooral de opkomst en het afgaan
in „Eén" moet je goed voorbereiden. Nee,
er zit wel een heel tooneelstuk in!"
„Nademaal het rewoiutionnalre in de men-
schen toch te eenlger tijd zijn veiligheidsklep
moet vinden en ln mensch en samenleving
van dezen tijd reeds vrijwel alle dergelijke
kleppen versleten zijn, zoodat een nieuwe te
openen nüet wel doenlijk schijnt, zal deze drift
zich moeten uiten déór, waar de samenleving
en de mensch niet meer is: m. a. w. in de
musea!Diefstal ln de musea" beteekent
dan ook het opentrekken van een revolutlon-
naire klep, ditmaal dan toevallig goedkoo-
pelijk beklbdderd door Fller en aangezien
nu eenmaal stelen uit dets wat verstoken ls
van maatschappij en tmensch, 'beteekent terug
keer van het gestolen© ln Bet leven, blijkt
ook hier weer, dat het revohrttonnaire oude
waarden (al gaat "t hier dan ook maar om 2)
terugbrengt zooals nieuwe waarden dan
weer geleidelijk zoek raken ln de Musea.
Nee, een 1001-Dag zit er toch eigenlijk niet
in."
„Hjj kon 't natuurlijk niet laten! Er zit iets
in z'n hoofd Van Flder, Vlier en Mirre,
eindtelooze geneugten van reukalléén te
zijn daarmee.... Vèr weg.j».Zag hjj het
niet mooi?.... En trouwens, hij heeft 't niet
verkocht. Dat deed een ander natuurlijk. Mis
schien is hij al lang dood.... Vlier Vlier
Flier Iéts van een vlucht, een weggaan,
flitsen; flieren, een vlucht met een na
sleep (slieren, flieren) zóóiete zit er in."
„Ik hou van Flier,
Heb geld geen'zier,
Geef maar geen bier,
Bonjour, Messieurs, et au plaisir/
(Plotseling opstaande). „Dames en heeren,
ik heb vanavond den prijls gewonnen. Werke
lijk waar! Omdat ik uitgevonden heb hoe je
kunstkippen maakt! Je neemt een zakje snuif,
hangt het op d'e plaats van het gestolen schil
derijtje en.de bunstkip wandelt zóó van
den muur.... Verder heb ik.... Nee, niks.
Dag, dames en heeren(Verdwijnt).
„Flauw! Nee....; flauwe bul, zeg. Maar
waarachtig, je moet er niet mee spotten.
Weet jullie Wie Flier eigenlijk was? Nee?
Ncu, ik al lang! En dat schilderijtje zou
verkocht zijn?.... Ha, ha, ha.... Dat kran
tenberichtje?.... Ze weten er niks van....
Dat schilderijtje?.... Hebben ze al lang in
Ruisfland. Wist Ik al lang! In de afmetingen
van de boomen die er op staan, zit ©en bere
kening waar de geheele bourgeoisie, Wijnkoop
en Lenin Incluis, nog van schrikken zal! Het
zjjn de afmetingen ln de vierde dimensie waar
op onze Internationale gebouwd zal worden.
Dezelfde afmetingen, die In de Marselltaise
verborgen zitten. Wacht maar.... tot mijn
nieuwe boek uitkomt. Voor mijn part mag je
die afmetingen ook de maten van den „Steen
der Wijzen' noemen. En zijn die maten soms
de laatste jaren, zoolang het schilderijtje weg
ls, niet heelemaal zoekP...."
.Nu ik dit „versla", brengt deze pijnlijke
vraag mijzelf waarachtig weer aan het pein
zen! En ik houd dus maar op met hrt koken
van dit voor U, waarde lezers, in het „Krlng"-
water te vuur gezette Paasoh-el
GEMENGD NIEUWS.
De belladonna-vergiftlglng.
Donderdag heeft het hof te Amsterdam ln
hooger beroep behandeld de zaak tegen A.
D., 88 jaar, bootwerker, en de vrouwen N.
D. en J. S., onderscheidenlijk 22 en 28 jaar
oudi, die de zesde kamer der rechtbank ver
oordeeld had wegens diefstal met geweldple
ging lin vereenlging: A. D. tot 7 jaar gevan-
Ksilsstraf en N. D. tot 1 jaar voorwaarden
k en J. S. tot 7 maanden voorwaardelijk.
Het betreft hier de beroovhxgen ma
vergiftiging met belladonna (atroplnesul-
faat). Beklaagde A. D. was ln appel geko
men. Het O. M. had in de zaken van alle
drie beklaagden hooger beroep aangetee-
kend.
Het hof behandelde de zaak met open deu
ren.
Beklaagde A. D. kwam op enkele vroegere
bekentenissen terug. De algemeene afspraak
met P. B., om personen met belladonna te
bedwelmen en daarna te berooven, erkende
hij. HU verklaarde sterk gestaan te hebben
onder dan Invloed van P. B. Zijn pogingen
om zich aan diend invloed te onttrekken le
den schipbreuk.
Beklaagde N. D. bleef bij haar vroeger af
gelegde bekentenissen. Zij had de ouderlijke
woning moeten verlaten, omdat zij te veel
uitging. Vervolgen» vu zij op kamers gaan
WOB» JÖ Jtetl
kt btt (te kR-
Ui BBBFB*
die »ulke attkiuido oogen ü#<i. te*
<1o verloor»! wn» mot haar tegonwoordlgon
man, liooft*U vlch vrijwillig teruggetrokken.
Bokluagde J. S. was niot versohenon. ZIJ
bevindt zich ln het ziekenhuis tot hot onder
gaan van een operatie.
Vier getuigen décharge verklaarden, dat
beklaagde A. D. goed was voor zijn werk en
goed bekend stond Voor zijn huwelijk dronk
hii nog al. Na zijn huwelijk niet meer.
De advocaat-generaal, mr. van Geuns, wees
er in zijn requisitoir op dat do gepleegde
feiten van zulk een ernstig karakter zijn, dat
zij zelfs in een zeer verdorven maatschap
pij de aandacht zullen trekken. Hij nam niet
aan dat A. D. het slachtoffer is van p. B.,
den man met het booze oog, maar dat nam
hij wel aan van de beide vrouwen, die de
zesde kamer met zeldzame durf voorwaarde
lijk heeft veroordeeld. Toch vindt spreker
termen een geringere straf te eiscben tegen
A. D. Hij vorderde tegen A. D. 6 jaar gevan
genisstraf en voor de beide vrouwen de
voorwaardelijke straf, haar door de recht
bank opgelegd, op grond dat zij als gere-
classeerd zijn te beschouwen.
Verdedigers waren mrs. Th. Muller Mas-
sis en D. Wierstra;
De Goudsche Politiezaak.
Donderdag werd voor het Haagsche Ge
rechtshof ln hooger beroep de bekende zaak
tegen het Goudsche lid van den Raad K. R.
van Staal, redacteur van het arbeidersweek
blad. behandeld, die den: inspecteur van po
litie te Gouda zou hebben beschuldigd van
dronkenschap, voor welke uitlating hij tot
4 maanden gevangenisstraf was veroordeeld.
De belangstelling van de pers was buiten
gewoon groot.
De burgemeester van Gouda, de heer Mys,
heeft op den bewust en avond den commissa
ris opgebeld en hem gevraagd of de inspec
teur dronken was, hetgeen de commissaris
ontkende. De burgemeester heeft gedurende
de 5 jaar, dat hjj in Gouda burgemeester is,
nimmer iets van dronkenschap bij den In
specteur bemerkt. Daartegenover staat de
mededeeling van bekL, dat de burgemeester
ln een onderhoud aan hem heeft verteld, dat
er een tijd is geweest, dat van Hoorn wel
dronk, dat hij hem daarover heeft onderhou
den en dat hét na dien tijd niet meer la voor
gekomen. (Gefluit op de tribune; er wordt
gedreigd met ontruiming.)
De burgemeester: Ik ontken beslist dit to
gen beklaagde gezegd te hebben. (Bewe
ging.)
Beklaagde: Op mijn woord van waarach
tig, verklaar ik, dat de burgemeester mij wel
degelijk gezegd heeft, dat er een tijd is ge
weest, dat de inspecteur van Hoorn wel
dronk.
De inspecteur ontkent dien avond dronken
te zijn geweest. De verdediger, mr. Mendels,
brengt enkele enkele getuigenverklaringen
in herinnering, o.a. die van den ontslagen
politieklerk Baass, destijds te Gouda woon
achtig. Deze heeft om een bewijs van eervol
ontslag te krijgen hij was wegens een den
liet oneervol ontslagen een verklaring on-
derteekend, dat hij den.' inspecteur Van
Hoorn nooit dronken had gezien. De verde
diger vroeg of het waar was, dat de inspec
teur op de motorfiets naar De Bilt was ge
gaan om Baars te bewegen de verklaring te
teekenen.
Getuige Van Hoorn: Daar is iets van waar,
maar het meeste niet Ik ben naar De Bilt
geweest met het doel een einde te maken
aan de lasterpraatjes. Ik heb Baars verteld,
dat de lasterpraatjes over mij moesten op
houden. Ik ben niet dronken geweest 'op het
landbouwdiner. Alleen heb ik een glaasje
wijn gedronkeru
De president: Is het waar, dat Baars nu
naar Canada ls geëmigreerd?
Getuige: Dat is zoo.
Beklaagde: Is de vrouw van den inspec
teur ook naar de Bilt geweest?
Getuige geeft dit toe.
De commissaris van politie legt verklarin
gen ft décharge, een bestuurder van de Fa-
brieksarbeidersvereenlging te Gouda daar
entegen bezwarende verklaringen af.
Reizigers, dit uit den trein kwamen, werd
den doorgang belemmerd, o.a. den heer van
Staal. Van verre was het -geroep en getier
van den inspecteur al hoorbaar. Get. had zeer
stellig den indruk, dat de Inspecteur dron
ken was. HU zag er opgeblazen uit, had ge
broken oogen en zUn gezicht zag er heel wat
anders uil dan thans voor het Hof.
Algemeen loopt trouwens in Gouda het ge
rucht, dat van Hoorn wel eens borrelt.
Do getuige Wolf, controleur van don
Naohtveiilgholdsdlenst te Gouda was 20 Juli
ook op de bewuste plaats. De inspecteur liep
volgens hem te draaien en te zwaaien als
iemand die half krankzinnig was. HU had
naar diens gedragingen on wUze van loopen
stellig den indruk, dat hU dronken was. Deze
opinie werd gedeeld door daar ln de buurt
wonende winkeliers, die evenmin als getuige
bU de stakingsongeregeldheden betrokken
waron.
Na hem kwam als getuige, de koetsier
Muis uit Gouda, een bedeesd mannetje, die
eenigszlns angstig sohUnt voor dit hoog© ge-
zeischap. HU heeft dostUds den inspecteur
van Hoorn van het landbouwdiner gehaald,
's naohts om 1 uur. Voordat het rUtuig voor
het huis stilstond, was do inspecteur er ai uit.
HU zeido niets en gaf geen fooi (gelach).
Getuige vermoedde wol, dat de inspecteur
iets gebruikt had. Toen hU bU het wegrijden
twee agenten tegenkwam, had hU nog g&.
zegd: Ik heb je baas thuisgebracht. Je mu,g
wol eens ldjkon of het wol goed gaat (hilari
teit)- Later ls de brigadier Oudenaerde bU
hom geweest om de zaak te sussen.
Belangrijk is de verklaring van den agent
de KnegL HU zag den inspecteur uit hotel
„De Zalm" komen na het landbouwdiner.
ZUn gang was waggelend en hU maakte den
indruk dronken te zUn.
De verdediger: Als het ©en ander was ge
weest, had u hem dan gearresteerd?
Getuigen Ja zeker, ik had hem dan we
gens dronkenschap gearresteerd, (beweging).
Toen de inspecteur uit „De Zalm" kwam',
viel hjj bUna op den' grond. De inspecteur
heeft later getuigen bU zich laten komen
om over het goval te spreken en zeide, dat
hU een glaasje wUn had gedronken en bU
het bulten komen door de lucht bevangen
was.
Een gewezen politieklerk te Gouda ls be
werkt om niets te zeggen. Hij heeft ook ge
zien, dat de Inspecteur dronken was.
De procureur-generaal, mr. Del Oampo,
itafc telt vbb <te droiikeiHiblMP ijtei
wn», te ftlöi vpotuml, I^gituigw-jw*
uun acht hij auur vhh«. "J i'w
kor, dut do Inspecteur nlot
we est, HU vraagt bevestiging van hot von-
Mr. Mendels oonstateert ln zUn pleidooi,
dat zi. de objectiviteit van den procureur-
generaal, dien pl. al jaren kent er niet op is
vooruitgegaan. Nog nimmer heeft pleiter in
zUn veeljarig© praktijk een requisitoir KIV
hoord, dat een zoo absoluut gemis aan ob
jectiviteit toonde.
HU is er eenvoudig perplex van. Hier
heeft de auto-suggestie van zü'n taak als ad
vocaat-generaal, het besef, dat luj het gezag
heeft hoog te houden, hem groote parten ge
speeld.
Mag de advocaat-generaal maar alles zeg
den? vraagt pL HU keurt de houding van
len burgemeester af, die alleen afging op
Ie verklaringen van den commissaris van
lölitie en geen nader onderzoek deed instel-
en. In het bewuste artikel wordt slechts
roorzichtig de veronderstelling geopperd, dat
ie inspecteur dronken zou zijn geweest. De
npzefcteUjke wil tot beleedigen heeft niet
'oorgezeten; is het publiceeren van een ver-
noeden al strafbaar?
Enkele maanden na het geval-v. Staal is
le inspecteur dronken van het Landbouw-
liner gekomen; Politie-agenten bevestigen
ilt. Pi. bewondert den moed van dien agent
lie hier getuigde en hU hoopte, dat deze
jeen nadeel zal ondervinden van zUn hou-
Ling, ander» zal pleiter het hierbU niet la-
en. Het geval-Baars vindt pL uitermate be-
denkelUk. Het kwaad is, dat het O. M. dit
aeeft goedgepraat De jong© Baars heeft bU
den inspecteur van Hoorn, waar hU aan huis
was, het drinken geleerd ZUn vader heeft
het onder tranen aan hem bekend. (Bewe
ging). Nu is hij naar Canada geëmigreerd
Het eervol ontslag was hem reeds door den
burgemeester gezonden en alleen onder pres
sie heeft hU de verklaring geteekend Dit is
een zeer bedenkelijke praktUk en mag niet
vergoelijkt worden. Er was wel degelijk ver
band gelegd tusschen het eervol ontslag en
de onderteekeniug.
De commissaris Berthieu zit van neen te
schudden.
De verdediger: Och, mUnheer zit u niet
van neen te schudden. U heeft hedenmorgen
alleszins onbevredigende verklaringen afge
legd en fout gehandeld
In zUn dupliek wUst mr. Mendels er nog
op, dat de straf onhoudbaar is.
Men zou de pers verlagen tot advertentie
blaadjes als men ging ©lachen, dat van te
voren moest vaststaan dat gepubliceerde be
richten juist waren.
Het recht in Nederland staat te hoog, al
zijn er ook onaangename dingen gezegd, dat
een veroordecLing kan volgen.
De beklaagde bracht ten slotte zUn verde
diger d'ank voor zUn pleidooi
De uitspraak werd bepaald op Woensdag
11 April 's morgens 10 uur.
De Inbraak ln het postkantoor te Steenwtfk.
Eendgen tijd geleden werd, gelUk bekend
is, ingebroken in het postkantoor te Steen-
wijik, waarbU een belangrijke hoeveelheid post
en renltezegels werd' ontvreemd.
Verleden week liepen nu twee Haagsche
venters in de omgeving van Wouw en Bergen
op Zoom met rentezegels en postzegels, die
z(j beneden de geldende prijzen aan den man
poogden te brengen, hetgeen de aandacht van
de marechaussee trok. ZU werden aangehou
den en gefouilleerd. Op een hunner werd een
afgescheurd stuk van de „Nieuwe Rotterdam-
sche Courant" gevonden, waanin een uitvoerig
bericht vooricwam omtrent genoemde inbraak
in het 'postkantoor. De beide venters werden
daarop naar den officier van justitie te Pee
renveen gezonden, die hen ondervroeg. ZU
ontkenden pertinent, iets met die inbraak uit
staande te hebben. De zegels hadden zU ont
vangen van iemand, diem dj uitsluitend van
aanzien kenden en diie hun verzocht had, die
zegels voor heim te vericoopeni Later zouden
zU wel eens afrekenen. Tijdstip en plaats
waren daarvoor niet afgesproken, omdat rij
dezen persoon vaak genoeg ontmoetten.
De officier hechtte aan dit verhaal niet veel
geloof en toonde hun het stuk courant
Op de vraag, waarvoor dit stuk bewaard
was gebleven, antwoordde degeen, 'hdj wien
het gevonden was, dat er op de andere zijde
een hoofdartikel voorkwam over het Doekje
van den burgemeester van Utrecht: Ieder
wordt geacht de wet te kennen. HU had be
langstelling voor dit onderwerp en het artikel
daarom bewaard. Dat op de achterzijde van
deze papierstrook een verslag van die Inbraak
voorkwam, was louter toeval
De officier van justitie kon echter niet aan
nemen, dat een eenvoudig man als de aange-
hoiiden© belang stellen kon in een dergelijk
artikel, waarop deze het volgende verhaal deed:
nAlreed, onlangs van Den Haag naar
utrecht en het gesprek tusschen eenige han-
aeiareizigens en 01U kwam op het gezegde:
e' ®r J^ordt geacht de wet te kennen. Ik had
verteld, dat imen op sommige plaateen wèl, op
andere geen vergunning om te venten noodig
bppft en men niet volstaan kan op een gegeven
oogenbliik, als men door politie aangesproken
i zet?f?en: ik wist niet, dat venten hier
vehboden Was.
De handelsreizigers waren van meening,
at in een dergelijk geval geen proces-verhaal
zou volgen, als aangetoond werd, dat de over-
tieder niet met de plaatselijke verordeningen
op de hoogte kon zijn, maar daarop antwoonlde
ik ontkennend, want ieder wordt geacht de
vet te kennen. Dit dispuut werd' nog lang
voortgezet, en toen ik na eendgen tijd in den
Ü11I1 lenj rouran|t vond', waarin ik tas, dat ik
gelijk had met imUn bewering, heb ik het artl-
te toilie^U' 0tn h6t later aai1 dIe reiz'8er9
hertnn«fü!?er d®?roP' of zich kon
dit ^rek had P'a'"s
krihl ™6 *af wn vermoede!ij-
van de ri?i °P 6?v 6en Per80°™beschriiv!ng
van de reizigers. De mak werd ter onderzoek
zonden6 rvf°1?ePdhe ln Den Hafte IU-
zouden. Na uitgebreide nasporingen slaafde
een inspecteur van de recherche er in rXi
«S|eXÏS,Sn±L0,,f<,™?ï te <h
denen 0 oh leid -nA-j bekl© aangehou-
beaZij werden JA1" de te heb-
l>§ teflM BW& rtte te (teftpwiiwte «Kmlti»
gun, te VHfltemil Btat (te tehPHHk te M jutei*
kamonr i« Htetiawljli wwfiitMW M föfi
Do troinroof bU Hwirlom.
Donderdagmiddag hohbon voor do Haar-
lemsohe rechtbank in hooger beroep terecht
gestaan: W. J. O. de Valk, B. J. Faure, J.
Kroet, alle drie van beroep koopman te
Amsterdam, thans gedetineerd ln het Huis
van Bewaring te Haarlem. ZU worden be
schuldigd dat zU omstreeks 2 November
1922 te Haarlem in een spoortrein een gelds
bedrag van circa 4000 hebben weggeno
men van L. Schilling, welke diefstal was
vergezeld en gevolgd door geweld tegen
Sohilling voornoemd.
De beroofde Haagsche boekhouder <ieed
een uitvoerig verhaal van het voorgevallene
niet naar!" Beklaagden waren toen aan het
een horloge te koop aangeboden; hU wei
gerde dit en zei: „Neen; daar zUn do tUden
nie naar!" Beklaagden waren toen aan het
kaartspelen gegaan en noodigden getuige
uit met hen mee te spelen, voorloopig om
niets. Daarna ging het om een rijksdaalder,
die door getuige gewonnen werd. HU zette
toen vUf gulden in, die hU verloor. HU
haalde een 'bankbiljet van duizend gulden
uit zijn portefeuille en vroeg aan de drie
beklaagden, dit te wisselen. Dit geschiedde,
maar op hetzelfde oogenhlik, dat hU het
terugontvangen geld in zijn portefeuille
wilde steken, werd hU aangegrepen en van
de portefeuille beroofd. Beklaagden ver
hinderden hem, aan de noodrem te trek
ken. Nog vóórdat de trein te Haarlem stil
stond, sprongen de roovers uit den trein.
Getuige slaagde er evenwel in, een van de
dieven en juist dongen©, die het allergroot
ste deel van het geroofde geld in zUn bezit
had, te grijpen. De andere daders wisten te
ontvluchten, maar werden later gearres-
töcrd
De drie beklaagden ontkenden allen, zich
aan deze berooving te hebben schuldig ge
maakt.
De Officier yan Justitie eisohte tegen alle
beklaagden een gevangenisstraf van twee
jaar. Uitspraak 12 April. Op het verzoek
van de verd. om bekl. uit de preventieve
hechtenis te ontslaan, besliste de rechtbank
afwijzend.
Deatschland Ober alles.
Men schrijft o. in. aan „De Tijd":
Dezer dagen was ik op reis in het vriende
lijke Hilversum, waar het echoone lenteweer
tdi van lindenneisjes met wagentjes, waarin
dottige kleinen, naar buiten had gelokt. Ik
meest bU iemand zjjn, doch wist den weg niet.
Wat kan ik beters doen, dan den weg te vra
gen aan deze bekoorlijke wandelende adres
boeken, alias kindermeisjes. Ik sprak dus het
eerste beste kindermeisje aan, en vroeg: „Ach,
kunt u mq den weg wijzen naar d© Holtand-
sche Laan?"
„Bitte Verzeihung; bin hier auch fremd,"
scluneichelde zU in vriendelUk Duitsch. „Aha,
darxke," zeide ik, en dacht bU mezelf, ik zal
bet eens vragen aan die kinderjuf, die daar op
't bankje zit.
„Adh, juffrouw, weet u de Holtandsche laan
misschien?"
„Bin ganz fremd bier," zei het kind met
weemoedig© oogen.
„Dan'ke, bestens," bemoedigde ik bet meisje.
Toen werd ik koppig en met den moed van
een verwoed statisticus, klampte ik elk kinder
meisje en kinderjuf aan. Opsnijden heb ik in
de oorlogsjaren verleerd, maar beuech, alle
vijf meisjes, wien ik den weg vroeg, waren
„hier ganz fremd".
Toen vroeg ik het een smidsjongen, met een
vuilen toet, en in echt onvervaJscht HoJtandscb
zei hU: „Daar mot je weeen!" en stak rijn
zwarte klavier in de richting van de Holland-
snhe laan, waar ik vlak bU scheen te rijn-
UIT DEN OMTREK.
Schagen.
Er moet iets gedaan worden, om den vee
handel in den harden, strijd om het (bestaan bU
te staan; er moet iets gedaan worden, roepen
velen, en juist, omdat er zooveel roependen
zUn, weTden er allerlei verwarde redmiddelen
aan de hand gedaan, die blUken onuitvoerbaar
te izUti. Den invoer verbieden, zegt de een, een
hoog Invoerrecht heffen, zegt een amder; weer
anderen willen een verkooppremie op het In-
la niisch vlees»h ln 't leven roepen. Allemaal
kwakzalversmiddelen, die de oorzaak van de
z akte niet wegnemen. Voor den grooten oor
log werden de thans aangehaald© klachten niet
gehoord. Derhalve zUn de misstanden in den
veehandel gevolgen van dien oorlog. Men moet
■dus zooveel imogelUk die misstanden wegne
men, dan b!Jjven de gevolgen ook aohtenwege.
Het lijkt ons een goed Idee, dat de exporteur»,
•tmniissiormalra en andere geïnteresseerden
bU den. veehandel, gemeenschappelijk d© kwes-
t;e zullen bespreken en d© middelen opzoeken,
zij het ook geleidelijk, om verbeteringen in
den toertand te brengen. Bovengenoemde per
sonen toch zUh mammen ter zake, van hen kan
men in de eerste plaats vecrwadhten, dat zU
aanwijzen, wat er gedaan moet en kan wor
den. Donderdag 29 Maart zou er te Leeuwar
den eene bespreking plaats hebben. WU zul-
'en onze lezer9 daarvan het voomaajnste me-
dedaelen.
Als we de klaagliederen, over den terugloop
»er prijzen van het vette vee hooran, kunnen
bijna niet geloovem, dat de inzet van de
.magere gek!© koeien voor d© weide op de
markt te S- hagen zoo hoog is geweest. Daar
1» naliuurlUk veel tegenstrijdigs ln. Een dier,
dat mager is, dat heel waf zal kosten, voordat
'het met 100 150 pond vleesrh in gewicht ta
toegenomen, staat boog, terwijl de vooru't-
zVhten zoo zijn, dat wanmeer het belangrijk
n «.'«wicht zal toegenomen zijn, de waardever-
hoog ng soms maar gering zijn. En toch
"'is d®f ver'e len jaar zoo en 's ©""ze'f 'e toe-
s'arvj voor 1028 niet uitgesloten. Voor goede
npger© koeten, nog lan" ntet de beate, werd
cent hft'noH Dat worden prljzten van f 250
8' 5. Ve'te koeten liepen van 40 tof 05 cent.
Den hoogsten marktprijs verkreeg J. .Stam-
"te-i, Anna Paulowna, niet 400. Melk- en
kalfkoelen waren, prijshoudend; nuchtere kal-
veren 2 8 gld. lager. De prUeten liepen ven
r 8 tot 25. Deze laatste pr(js was voor fok-
k al ver en. Schapen uitsluitend voor de weide
waren stug, duur. De pTij» liep van 88 tol
f 54. Vette varkens waren Iets lager; voor de
lichte varken® van 150 tot 175 pond, die de
Londensche markt meer te 't bijzonder elscht,
besteedde men 44 46 oent, zware staohitvar-
ken® 49 li fil cenit.
De bewegelijke, kwieke, moderne schilder:
De cynische hekelaar, nuchter doodslaqnder
van alle illusie's en toch voor-de-wl]sbegèerte-
gepasslonneerde criticus:
De verzworven dichter, die lang gezwegen
heeft:
De „mesjogge" musicus:
De phllosoof-ziener-dichter-?de-Internatio
nalist:
Ieder wordt geacht de wet te kennen.
Hl» tMtonwinfor grweKkt Mn dun touw
dut jioitkimloor, ruim «uit Juar guludun»