SCHETSEN VAN HET LAND
VOOR DE VROUWEN
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 14 April 1923.
No. 66. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
VAN 'S LEVENS
WIJSGEERIGEN KANT
De Wijsgeer Plato.
Het ia zeer leerzaam na te gaan wat de
vroegere wijageeren, kunstenaars en volken
hebben verzonnen en beproefd om geluk
kiger te leven. Daarom is het lezen van een
boek als Plato'a „Phaidoon" kort geleden
door Dr. P. G. Boutens opnieuw uit het
Grieksch in het Hollandsch overgebracht
zoo nuttig. Vooral als dit overbrengen toe
vertrouwd is aan een zoo kundig en fijn ge
voelig taalkunstenaar als dezen dichter.
Maar al is Phaidoon nu ook in een Neder-
landsoh kleed gestoken zoo helder, zuiver en
eenvoudig vloeiend als dit oude Grieksch
zelf, daarom kan nog niet elkeen, die Hol-
landsnih. verstaat, het met oordeel des onder-
scheids Lezen.
Wat bewoog Boutens dit vaartuig zonder
loods binnen te doen loopan vroeg kort
sleden een medewerker in de Haagsche
ost. Waarom gaf hij er geen Melding
bij?
In de Phaidoon geeft Plato in den vorm
van een samenspraak tussohen zeven man
nen een verslag van den laatsten dag en het
sterven van zijn leermeester Socrates. Men
weet niet of het geheel een zuiver verslag
is met objectieve waarheid of het een
mengsel ls van deels waarheid en deels ver
dichting.Mogelijk is het grootendeels
verdichting of niet anders dan een too-
neolwerk met „strekking", waarvoor alleen
het geval Socratea als gegeven gediend
heeft.... Wellicht ia hot van allo'drie
Jets?.
Stel u in leder geval het tooneel voor:
Drie mensohen van de soort, die door alle
eeuwon hoen het buitengewone hebben ver
volgd en doorgaans met suooes: 'n populaire
rijkaard 'n mislukt poöet en een redenaar,
hebben Socratos beschuldigd de jeugd te ver-
lelden en goden in te voeren. De wjjsgoer
wordt dientengevolge ln de gevangenis op
gesloten. eenigo maanden gevangen gehou
den en daarna heeft hij zijn vonnis te onder
gaan: n.L een beker met oen gifdrank leeg
te drinken. Hierdoor en dat ls zijn straf
verstijft hij langzaam van de voeten tot
het hart et. moet langzaam sterven.
Op den laatsten dag van zijn leven komen
nu weer als naar gewoonte vrienden den ze
ventig-Jarigen wijsgeer bezoeken.
Zijn vrouw Xantippe die luide wee
klaagt, wordt weggeleid met zijn belde nog
jonge kinderen. jNu is hij met zijn zes be
droefde vrienden alleen en deze voelen in
hem ,/n vader te zullen verliezen''.
De wijsgeer— dicht bij den onafwend
baren dood zal nu toon en wat hij aan ziels
kracht vermag. HU zal laten zien of hij <1©
man is van zijn woorden of niet meer dan
een gewoon schrander wereldling. Soerates
evenwel toont zich een man van waarachti
overtuiging geweest te zijn voor wien
dood geen verschrikking hoeft. HU spreekt
on den laatsten dag zijns levens kalmpjes
over het wezen van de ziel over het ge-
helm dos doods, die in den grond niets ver
schrikkelijks heeft en sterft waardig.
Maar, lozer wees nu voorzichtig on
word gocn slachtoffer van de lectuur, maar
weet erboven te staan. Want deze zevontlg-
Jarlgo wijsgeer, wiens lijfspreuk was: „Allos
wat ik weet ls.dat ik niets weetl"
spreekt hier zeer verzekerd en doet alsof
hem geopenbaard ls. wat aan geen ander
monsohelijk wezen tot beden geopenbaard
was. Dus: zorg dat gij niet doet gelijk de ma-
troos van hot sohollinkje, dio hot tooneolspel
voor werkelijkheid' aanzag en den Marqué
oen pak slaag gaf on don P4ro Noblo zijn
beurs ten geschenke gaft.
Wat moeten wij er dan wol tan denken?
Dit:
In de eerste plaats moeten we beseffen dat
hot die wijsgeer Plato was, die het werk
schreef en dat deze naar de gewoonte van
dien tijd eend ge abstractè en wijsgeerige
lessen aan zijn volk wilde geven en voor die
abstracties een goed klinkenden naam zocht.
Dio naam was in dit geval Socrates!
En wij moeten dus niet in de eerste plaat»
denken de geschiedenis te lezen van Socra
tes zelf, maar veel meer een serie moreele
lessen, uitgegeven-- onder het klinkend mo
tief: Socrates' laatste levensdag.
En aldus kort saamgevat, komt datgene
wat ons Plato leeren wil op het volgende
neer:
Beschouw sterveling uw ziel in die
eerste plaats als iet» levends en romend in
het lichaam, maar daarmede niet vast ver-
eenigd.
Beschouw het lichaam als het noodzake
lijke, maar zwakke vleesch om de ziel te her
bergen. Want de ziel is het wakend geweten
en het lichaam moet hieraan onder alle om
standigheden ondergeschikt weten te zijn.
Want wanneer eenmaal het lichaam sterft
dan gaat de ziel naar een soort overgangs
plaats *n hemel-en-heL En hier vooral
blijkt in hoeverre de mensoh macht heeft ge
had deugzaam te leven. HU die geesrteiyk het
sterkst ls geweest, zal de minste moeite heb
ben om uit die hei-periode in de volmaakt ge
lukzalige hemelparlode over te gaan!
Men merkt hier de wijze les van Plato. En
men woet hieruit meteen de bronnen, waar
uit Dante oeuwen"later putte toen hij zün be
roemd levenswerk schreef.
De grondstelling van geheel Plato's le
vensbeschouwing komt neer op de volgende
overweging:
Het gewone aardsohe leven ls gelijk aan
een soort ziekte welke wU moeten doorwor
stelen en waaruit wij door den dood ten
slotte worden gered. Het sterven is pas ein
delijk goed en voor altijdi gezond worden.
Deze beschouwing gevoegd bij de voor
gaande stolling, dat het leven aan waarde
wint, wanneer wjj het karakter zoo hoog
mogelijk opvoeren on niet ln de eerste plaats
de lichamelijke d.w.z. de stoffelijke belan
gen en genoegens zoeken zou ook weer
voor onze zoo veelbewogen stoffelijke tijds
periode van veel waarde kunnen zijn. Het
zou onmogelijk zUn te oonoludeeren, dat als
in dezen tijd het mensohdom wat meer zocht
te streven naar geestelijke waarde er vrij
wat minder stoffelijke ellende te verduren
zou wezen.Op grand hiervan is zelfs het
antieke drama Phaidoon van Plato waard te
worden gelezen.
OVER MISDAAD EN MISDADIGERS,
door Leo Felix.
Andere sporen.
Uit den aard der zaak ls helt aantal soorten
van sporen, die de misdadiger kan achterlaten
op of nabij de plaats des misdrijf*, zeer groot.
De belangrijkste bespraken wij reeds; het
waren alle materlöele sporen en wij meenen
nog enkele daarvan te moeten noemen, al zijn
ze niet zoo vefll voorkomend.
Tandensporen zijn in handen van den des
kundige, Ir. dit geval de tandarts, kostbaar be
wijsmateriaal. Inum ra, het ls duidelijk, dat de
mond van geen Uwe-' monachen gelijk kan zijn,
wat 'betreft stand, ijrooWe, breedte, gaafheid,
eniz., van tanden en kiezen. Zelfs al zouden
alle mensohen met oreoles hetzelfde gebit (ln
aanleg) worden geboren worden, dan zouden
er al spoedig verschillend* omstandigheden als
voeding, beschadiging, ziekte, enz. afwijkingen
ontstaan, dia steeds talrijker worden.
Zooals vanzelf spreekt, worden deize bijzon
derheden ln de gevonden sneren geheel of ton
deala teruggevonden, zij bet negatief. Doch
oen handig gemaakt gipsafgietsel is dikwijls
roede voldoende om het gebit van dongen©, air
gebeten heeft ln eerv bepaalde stof, ln optima
forma voor zich te halen.
Tooh ls dit niet steeds het geval, wat wel
FEUILLETO
duidelijk zal zijn al* men bedenkt» dat voor eott
goede afdruk steeds een beet ln een bol voor
werp, b.v. een appel, wordt verelsobt. Anders
ook
krijgt men slechts sohaafsporen, die echter
gewoonlijk wel dienst kunnen doen»
Ook de stof, waarin gebeten wordt, speelt
een groot© rol. Een afgebeten boterham zal
zelden een goeden afdruk opleveren; daarte
gen wel kaas of appel en andere vaste
ronde vruchten.
Eens vond Rei» na een Inbraak in een zui
velfabriek in enkele klonten boter tandenspo
ren, welke lamgs fotografisdhen weg werden
gecopieerd. Deze aanwijzing leidde dan ook
tot de arrestatie van den verdachte.
Bij lustmoord komt het nogal eens voor, dat
sommige lichaamsdeelen van het slachtoffer,
b.v. de schouders en de .borsten, door den
bruut met de tanden bewerkt zijn. Dikwijls
hebben ook deze sporen gewichtige resultaten
opgeleverd;.
Het spreekt vanizelf, dat men na aanhouding
van een verdachte moet zorgen voor vergelijk
kingsmateriaal. M. a. w. men moet van heim
een gelijksoortigen afdruk hebben als gevon
den werd. Beet hij dus in een middelmatig
grooten appel, dan moet een zooveel mogelijk
gelijk voorwerp óok nu dienst jdoen. Is dit be
zwaarlijk, dan kan men van 'brood deeg mrfken
en dit zooveel mogelijk het model geven van
het betreffende voorwerp. Ook toiletzeep kan
daartoe dienst doen.
Het beste leent zich echter bijenwas voor
dit doel; ook de tandartsen gebruiken was
voor hun gebit-afdrukken
Het gebit kan bovendien een mooi identifi
catiemiddel zijn. Heeft men b.v. iemand aan
gehouden, die weigert inlichtingen te verstrek
ken of vindt men'een bewustelooze of dood©,
dan kan men. soms met succes nagaan of bij
hem zichtbare reparaties of veranderingen aan
tanden of kiezen zijn te vindlen. Zoo heelt men
b.v. de bekende goutivuMagem, gouden-band
jes, oaoutchouc-dito, enz. Het is nu zaak bij de
plaatselijke of andere tandartsen te informee-
ren of zij een dergelijk persoon hébben be
handeld en dikwijls zullen zij aan de hand
van hun aanteekeningen in Staat zijn naam
en adres van den gezochte op te geven. H
Dat dus gebit en tandensporen van belang
kunnen zijn voor het onderzoek, blijkt duB
hieruit wel voldoende.
Faecaliën of wel uitwerpselen kunnen ook
zeer .belangrijk zijn, temeer waar sommige
heeren van de vlakte zooals wij reeds eer
der opmerkten nog al eens de gewoonte
hebben hun- visitekaartje achter te laten. Dan
kan al gauw vastgesteld worden, wat zij den
laatsten tijd gegeten hebben, terwijl ook soms
Inwendige kwalon kunnen' worden vastge
steld. En deze aanwijzingen zijn veelal goud
waard.
Zelfs is een bekend Amsterdaimsch inbreker
eens gearresteerd, doordien hy zijn urine
achterliet, die bijzondere eigenschappen had.
Een rechercheur slaagde er op handige wijze
in door hem te zeggen, dat (hij zich vanwege
de bewaking niet verwijderen mocht het
vergelijkingsobject te krijgen en men kan zich
de woede van meneer voorstellen, toen hij te
laat ontdekte, hoe hij er ln gevlogen was!
Een onderwerp, dat wij naast de materieele
sporen afzonderlijk willen bespreken, zijn de
Psychologische Sparen.
Over 't algemeen wordt er aan het bestaan
en de
weinig
ambtenaar bij
of getuigen dikwijls, welke bun gamoedsstam-
zU tege:
staan, toch bezitten él echts weinigen de kunde
ming ls on hoe
nover een bepaald feit
om hier ongemerkt profijt van te trekken
Wij bedoelen hier geenszins, dat uien door
door
strikvragen, bedreigingen e.d. zal trachten
lr.vloed op den te veroo'
oefenen. De resultaten met deze methode zijn
Doren persoon uit te
geenszins van dien aard, dot zjj te wettigen
zijn on het nieuwe Wetboek van Strafvorde
ring verbiedt ook terecht het zoodanig stellen
van vragen bij een verhoor, dat de antwoorden
niet ln vrijheid zijn gegeven. Beïnvloeding van
getuigen bevordert bovendien geenszins een
objootleven kijk op de zaak en kan tot do
grootste- verwarring lelden, waardoor wellicht
het geheel® onderzoek absoluut wordt ver
knoeTd1.
Neen, Ihet opzoeken en ooiista toeren van
psychologische sporen moét Juist .geheel on
gemerkt en bulten weten van den verdachte
of getuig® om geschil oden. De finesses van
Het ls hier te lande ln H bijzonder Van Bed
den Hulsebosoh, de bekende Amaterd&msohe
déze motïiodon meonen wij niet to moeten pu
blloeeron, omdat dit minder gewenscht ls.
Wel willen wij er van zoggen, dalt de poi*
slag en de gemoedsrust er «on grooto rol spe
len. Bovendien rit er véél ln het reageeren op
bepaalde gezegde n, uitdrukkingen of hande
lingen, welke zoo terloops plaats vindon.
De
voor
8)
IV.
De Bode Baan.
In hot als grijpbare donker van de lange
Meerlaan waren Deun, iLleke, Wlmple en
l'allng en Marlen steunend togen den wind
tussohen de boomenrtjon van daan geko
men. Nu ln de open vlakte van de
hol tin de landweren rochton ie den weg!
I>aar. vèr ln de vlakte lelt 't hulale
lichtte Paling, de gids, ln.*... Maar ver
domd as 'k 'v wegpad vinden kan!
Steunend aan. elkaar on bU beurten los-
brallend van uttvlerdende dronkenschap
apourden «IJ bij den dijk naar 't vertoopon
grindpad, dat ln zwlorlgo kronkelingen weg
liep door de hol-aohtlgo voenlandcn.
t Denk nou, jong.... da'Jo niet ln de \ccn-
"loot duvelt -- zol IJeko en Deun waar-
"éhuwdo tegelijk:.„Vorsulp niet, jong.
Jo moer hert Jo voor niks niet gebroohtl.
Zoo glngon zo verder.
Den hoogen knnt naor de hol uit
zoohton ze eerst. Met de handen laag bij den
Krond om het gauw te weten als er soms
'mn veenaloot kwam, of den voet vooruit ln
de dlopo donkorte-massa rondom beonden
zo voorzichtig. Kebrond voor den wlndzels,
dio hun adoui anoo, bepaalden zo den af
stand ln de donkere deining van lucht on
boonien en hulzen achteruit ln 't dorp....
P"n vloekte er een, want er zat geen schot
ln...
Maar Paling de andere molleeteker, die
afgunstig was op den ouwe Louwo, sooht
onder 't hijgoud ademhalen telkens nieuwe
toeven cxm den ouden glupert in s'n hol te
pesten en beurde daarmee de jongens op.
En twee aan twee de handen ln elkaar
gegrepen gingen se zingend in den
stormnacht 't laatste eind va n den weg naar
't verweerdo Vlekl -
Zo kwamen bU het huisje op de vlek ver
voorbij de voonkora het lage huisje onder
t rieten dak, schoof gezakt on laag op de
"n Paar schrale wllgenboo-
VWAï
plok.
eensame
men en een laag hokje van boome-takken
gingen er voorlangs. Verderop stond
de
regenton en 't hok van de geitl
Hier mo'-wo wozori, Jongen,nou weet
Je 'tl praatte nu Paling woer on hij ging
al op speur langs het huisje voorzlohtlg
on koordo na 'n rondte terug,wat
mo'-we nou ultkuronP.
De stormwind van den' Novembernacht
sllorde glerond om de wanden van het kleine
krnakgovaarto, terwijl de dronken Jongens
daar stonden.De onzichtbare hoozen
knerpten en knoerwton sohrll-fljn met de
los bengelende haken. Dan woer ln donker-
dor toon «peéldo er een vlaag nnt de oude
houten goot langs het rietdak on aanhou
dend daartuasohendoor zwiepten' de aangol-
vende gieren met de wilge-teenen en
brlosohten 't afgebrokto riet van de hulk-
dekking.
diepe donkerte plompte het huisje weg
't gozioht droef een duisternis tot
dicht voor do oogen en weer vandaar én-
oindJji ver ovomI ÏMTI,Zoo word ftU'tfl lot
één de lucht, bet land, de wilgen en bet
hul*Je.
Totdat terwijl se daar besluitloos tegen
den wind gebogen stonden Deun een
lichtflits sag boren üjn hoofd,
De vonken slaan Wf-tijden uit 1 rook
gat I riep hU hard.silene Jullie.
Dan welt ik t' (meteen.Verdomd!
schoot Taling uit.... Dan sulle-we se
loten stikken in de rook wat Jongos?.
We sullen ze rooken als bokken».
waarentlgl gierde Wimnie in den storm.
Hew'we niet 'n plnnkio?.
Paling was al voelende bij et dak..
Hij keerde weer af on ging sookend langs
het huisje om den afstand to meten en vast
te stellen waar hU op 't dak kon.
Laat mijn nou 's 'begaan! sel-dlo
hard togen do koppen1 van de Jongens, als
hij er oen dicht ln de buurt kwam. En gie
rend laohto de rust van de inmonse lol.
„Gart-vor-gart-oio.Nou!" dat tege
lijk verloren ging in don storm.
Paling voelde nog eens hot huisje om en
kwam bij hot geitenhok uit. In een vlaag
van opwellenden: overmoed sloeg hU de hou
ten klink van do lage deur en trok de weor-
stroevondo geit uit het hok. Tastend tang»
de rug en do schoften van het trillende
beest knoopte h« het gonjodok van don
rug.Liet® kwam or MJ om meo to spe
len HU knipte de geit los van de sohakel-
kettlng en Wllmple gaf haar op de tast een
«chop tegen de toere ulerplek, dat se angst-
blatend en schrikkend van de glerlngon
door de wllgonteenen wegsprong ln den
storm
Hier heb *k wat.Help me nou 's Jongl
schreeuwde Paling.... 'k mot er bovenop I
Twee jongens gingen staan tegen de
Amsterdam die van de psychologische spo
ren gébruik heeft gemaakt,
Een tweetal praktijk-gevallen mogen dit
nader toelichten.
Het eerste geval speelde zich af in het Noor
den des lande. Daar was op een avond door
een gemaskerd individu ingebroken bij de 84-
jarige Mevr. B. De indringer had het dienst
meisje -en de dame gebonden en had daarop
zün slag geslagen, waarop hij vertrok.
Den volgenden morgen werd^er tevergeefs
gébeld en toen men een onderzoek instelde,
vond' men de beide gebonden vrouwen. Het
viel direct op, dat de 84-jarige oude dame veel
zwaarder gebonden was dan het nog jonge
dienstmeisje en dit gaf natuurlijk grond tot
vermoedens.
In deze riohiting weid' door den betrokken
commissaris geaocht en al spoedig haid hij
reden tot arrestatie van twee sdhildersknechts
en het dienstmeisje, dat met een hunner ver
loofd was. Een der aanwijzingen was, dat het
touw, waarmede de personen gebonden waren,
inbet schildersbedrijf was gebruikt
Het meisje viel bij nader verhoor al spoedig
door de mand en het proces-verbaal hiervan,
alsmede de aandrang op het geweten, deden
ook den verloofde bekennen. Doch hij wei
gerde 'hardnekkig de plaats aan te wijzen, iwaar
de gestolen voorwerpen verborgen waren. De
aandacht van de politie was al spoedig geves
tigd op de vijvers in het nabijzijnde park, doch
die waren zoo uitgestrekt dat een onderzoek
zeer veel tijd zou kosten.
Van Ledden Hulsébosdh, wiens hiulp hier
was ingeroepen, gebruikte toen de psycholo
gische sporen. Hij wandelde, vergezeld van
een'ige politie-ambteriaren, kalm met den ver
diacbte langs de vijvers een eind voor de an
deren uit Hij hiéld daarbij de hand' aan den
pols van den verdachte, sprak zoo nu en dan
over het gebeurde. On een zeker punt geko
men, voelde de geleider den verdachte onrustig
worden en toen men hem eens aanzag, liep hij
op den vtijver toe en zeide: „Nou, Ik zal het
wel zeggen, hier zit 't"
'Achteraf bleek nog, dat de zaak tusséhen de
schilders en het meisje vooruit was afgespro
ken. Dat het meisje die mensohen had openge
daan en zich had laten binden om achterdocht
te voorkomen (Goed beschouwd op te wékken!
Leo). Haar vrijer hadi daarop het zaakje op
geknapt, terwijl diens vriend op den uitkijk
stond. Deze laatste had nog even van de sohoo-
no gelegenheid gebruik gemaftt om in de
salon op den d'lvan met het meisje ontucht te
plegoni
Tro
■nu wens was de aanleiding tot het geval
Iets dergelijks, want de verloofden moesten
trouwen en daarvoor was geld noodig!
Een ander géval speelde zLch in het Zuiden
af, waar een lustmoord had plaats gehad en
de dadter het slachtoffer in het bosoh onder
takken en dennennaalden had begraven. Eerst
veel later werd deze verdwijning met miedaad
in verband gebracht, toen voorwerpen, die
verdacht voorkwamen, werden1 gevoriden, o. m.
het wapen, dat al spoedig op den verdachte
weea
(Deze ontkende echter iéts met bét gpval te
méken te hebben gehad, beweerde zelfs nim
mer in dde buurt te zijn geweest Van het
slachtoffer en de plaats waar het lijk lag, zeide
h|j niets af te weten.
Toen werden weer de psychologische proef
nemingen gedaan. Men ging weer uit wande
len; de -verdachte bij den pols gehouden door
diens geleider, gevolgd op eenlgen afstand
door. bet parket en andere autoriteiten.
De geleider sprak voortdurend over het
verdwenen meisje, het gemeene van de daad,
enz., enz. Al spoedig bleek hem, dat men niet
dwaalde, doch onbewust door den verdachte
In eon bepaalde richting werd geleid. En in
derdaad op een 'bepaalde plek gekomen, ver-
andorde plotseling do schijnbare kalmte van
den verdachte ln obrimt en wees hU tenslotte
de plaats, waar het Itfk, dat grootendeels ver
gaan was, aan.
Een tweede bowtts dus voor de groote waar
de dozor methode, aio voel gelijkt óp telepathie
h la Rublnll
Keog.
Willem Opschepper was uit Amerika te
ruggekeerd, waar hg gewerkt had als electri-
olen en verteld» au ziju kameraads van New-
York,
Hebben ze daar werkelijk zulke hooge
gebouwen als ze zoggein* Willem? vroeg
&r eon,
Hoog» gebouwen? zei Willem ïfou
wrikkende planken van bet lage zijmuurtje,
begenadigd door den toetenden wind* die
«11e kraakgeluiden wegnam van de twee
ouden, die binnen op de vlagen te wachten
liepen.Paling klom op hun saaöi ge
vouwen banden 't geitendek stijf onder
don arm en een uitgetrokken graspol* die
Marlen gegeven had, Jn een hand.Éérst
trok WJ nog 'n touwend mee van de gooi-
kardoes, dat hem slingerde la bet gezicht!
Toen beosch hij zich en greep het zachte
dokriet mot zUn vingors. Het kraakte onder
hem tcrwUl hij verschoof en zakte soms en
zich en schoof schuln-omboog naar boven
langs de soheorplank tot op de vorst. Meteen
schoof hij schrijlings naar het baksteenen
pijpsbuk, dat de schoorsteen was en waar
diikke ploggerook door den wind als uit
:en weelderig uit gulpte.
er ©en zwak in
ag- Maar Paling riep niet
een roer gezogen weeldei
-- Gaaf Jong?.riep
m wind van omlaag. Maar
den
terug.
Pardoes ln rake handeling duwde hy de
graspol de nauwe pijapenlng ln en drukte
hot aan mot hot geltodek. Bang-vlug bond
hy do verstopping vast met het touw van de
en voelde na of 't ook weg maaien
on....
Toen gleed hö rrU omlaag langs het riet
on de sohoorplank en liet zléh smakken ln
don veenbodom naast hot huisje.
Do rookgulp uit het plaggovuur was ge
stopt!
Onderwijl soharrolend op den grond,
vond'Deun de.geltonkettlng en trok de yze-
ren pen uit do zuigende v#on. En ln pure
lol van kwado wildheid kwam hy ermee
uit het geitenhok on gaf fel-slingerend tegen
het houten voorluik van het oude huisje 'n
vreemden, geweldigen slag.,,, 'n slag «ls
'n donder.
dat hou Ik denknh. tk heb w etuis op hot
dak van zotAi huls gewerkt en toen moesten
wo plat op onse bulk gaan liggen, om de
maan te laten puseoereü?'
BABBEL-UURTJE OVER MODE.
De Robe-Mantmu.
Tussohen twee haakjes: Schrijven over de
Mode is oud©r dan Vandaag of gisteren. Al
sinds eeuwen zijn er schrijvers, die zich aan
getrokken gevoelen tot het publioeeren van
mode-veranderingen. De prachtigste boeken
en platen, welke' er in den vonm van techni
sche boekdrukresultaten bestaat, zijn de boek
werken en platen over klederdrachten..
Maar ook het gewone artikelen-schrijven
over de meden van den dag heeft niet alleen
plaats in het.... „Juttertje" vriendelijke
lezeres! De grootste dag- en, weekbladen van
de beschaafde wereld doen er al sedert jaren
aan! Hel is geworden tot een politiek tot
het vestigen van een meemng en het bestrij
den van een andermans meening tot het
voeren van een campagne soms.Zooals
b.v. jaren geleden de redacteur van het groote
Amerikaansohe tijdschrift voor vrouwen:.
„The Ladies Home Journal" Bdward William
Bok een felle campagne gevoerd heeft tegen
de pseudo-Fransche damesmode en tegen het
dragen, van de aigrette
iMaar al wordt er tegenwoordig veel over d©
vrouwenmode geschreven lezeres mak
kelijk is het nietl Volstrekt niet! In vertrou
wen kan ik u verzekeren, dat het vaak een
heele toer le week aan week eendge interessante
mededeelingen te doen over onze kleeding, ten
minste zóó, dat het eenige waarde heeft voor
de groote verscheidenheid van lezeressen van
b.v. een dagblad.
En dat het Inderdaad moeilijk is om iedere
week over een goed onderwerp te 'beschikken,
kan ik u met een recent voorbeeld bewijzen.
Zelfs de groote bladen en haar redactrices zit
ten er wel eens verlegen mee!
Want kort geleden kreeg Ik ln handen de
rubriek „Modenieuwtjes" van een groot en
bekend dagblad, en waarvan ik de schrijfster
al sedert Jaren ken al» een hoewel geen
practlsdh, dan toch theoretisch bekwaam en
smaakvol modekundigel
Nu: zooals te begrijpen valt, nieuwsgierig
naar den Inhoud, begon ik zeer geïnteresseerd
te lezen. Maar na eenige regels hield ik ver
baasd en teleurgesteld op!
Want er werd in het bewuste artikel ln het
geheel niet gesproken over de vrouwenmode
of over onze kleeding, maar.... over de
„Paying guest" (z.g. betalende logée) en op
welke wijze men deze het best vertroetelen en
tevreden stellen kan!
Nu kan het voor menséhen, die hiermede te
maken hebben, zeer nuttig zijn dit alles te
weten, maar direct 'n „modenieuwtje" kon ik
het niet noemen 1
En toch: en dit is nu weer de flair van
den Journalist, welke moet tegemoet kamen
aan ae moeilijkheid van hét hebben van vol
doende stof, zooals ik boven zei deze ver
baasde verrassing over het onderwerp van
mijn echryvenden collega bracht mij zelf op
een beter idee!
Mijn belangstelling was toch al half en half
gaande gemaakt en Ik dacht ineens by me
zelf: Weet jé wat?.... Die betalende logée
kan me niet scheien! Maar ik zou wel eens
willen weten, wat ze al zoo by zich heeft ais
ze komt!
En Ik héb de stoute schoenen aangetrokken
en ben op zdek gegaan naar de betalende logée
en heb verzocht haar te mogen interviewen
Want cm dit hield ik een «ogenblik ia
petto: de logée in kwestie kwam regelrecht en
kersversöh uit.... Parijs! En nu wilde bat
mij niet uit Jvet hoofd, dat ze in een of ander
opzlébt wel iets bijzonders in haar garderobe
moest hebben!
Nu om kort te gaarv— het hikte! Op i
v«TOoek werd ik toegelaten en
lijkst ontvangen. En na eenige pour ©ariërs en
het doe! van mijn bezoek, di\"irde bei ntet lang
'd Ik had al twee kV-edingstukken voor mij,
die my bijzonder bevielen en waarvan ik mg
lezeressen een kleine beschrijving
haast mijn
te gerent
Het wan
I waren twee
Manteauxl.,.,
zeer smaakvolle Robes
T.
Nou,Louwo Wat kas t w«d®»t, -
schrikte vol plotse angst van dan slag hst
Nou.Louw» - Wat kan t
steken onder den vuurpok
*k Kan t ule* zeggen
1 ©vanger, terwijl hij omkeek
Maar 't ls noodweer, hoor.... ooodwssrt
Zoo's storm kan *k me nis' heugen.
Maar die slag? vroeg hst rrouwljs.
Weggewaaide brokken denkf.
stelde do oude man gerust <Tr vliegt ast
over 't land nou.
Toen kwam er weer 'n Slag 's «elfde,
hevig en vlakbij ais de Mag van een don
der.
De oude vrouw van Lovwe beurde
van de stoel ln sluipenden schrik voor i
slag, Louwe kwam by.Meteen golfde
vcrsch-zworte rook van de nieuwe steken ln
rondo wolk naar omlaag terug.
Hoere Heere.waf is 't toch?—
drong 't vrouwtje en Louwe aei ia «tJu
vreemdheid 'n lichte vloek.
De rook drong dichter terug» uit *t don
ker» gat boven de vuurpot en kwam aao-
Ixdlend als dc golven van een zee vooruit.
dolf over golf kwam al verder uit het -git.
Louwe ging erby maar hy kon 't gat niet
meer zien van de versohe rookl De plaggen
en do steken knapperden de vlam lichtte
nog hoog boven do pot, maar de rook bleef
iri huls.... Ze vermenigvuldigd©.... ver
dikte.... hoopte op al buiten den haard-
mond!
't Was benauwd ineens ln het kleins ka
mertje.
Goelo-god.was' dit tooh?.... be
vraagde zich Louwe, die de rook sag ver
meerderen. Tersluiks keek hy naar de
kleine vrouw, die angstig overeind stond,
't Juttertje
Dr. Brensa.