Natuur en Techniek
xxxxxxxx
x
x
x
X
X
X
Met groot genoegen luisterde Jk
tyd naar haar vlot gebabbel «n bewonderde
haar eenvoudige, onopgesmukte
door juist innemende manieren.
Maar u begrijpt met noS mee.r ge
noegen zat ik te kijken naar de min of
meer uitgebreide garderobe, die langzamer
hand stuk voor stuk ten mijnen gerieve voor
den dag kwam.
tt In alle stilte ging ik zoover om eens een
Hoe het beroemde Maurltshuls ln Den Haag h€ime]jjke berekening te maken van wat
(lat allemaal kosten zou. En ik was al tot
een aardig bedragje gekomen
ontstaan ls!
Eenigen tijd geleden was het honderd jaar
sinds het beroemde Museum in Den Haag,
't Mauritshuis", voor liet publiek opengesteld
werd. En hét is de moeite waard er eens op te
wijzen boe deze stichting zich in honderd jaren
ontwikkeld heeft.
Dank zij verschillende uitnemende mannen,
die er een groot deel van hun leven en veel
aandacht en ook veel geld aan besteed hebben,
is het Mauritshuis nu een van de meest be-
Toen plotseling, alsof ze telepathisch
mijn gedachten geraden had zei mijn
gastvrouw:
Het is wel heerlijk, nietwaar, zoo'n
goed voorziene garderobe mee te kunnen
brengen, wanneer je ergens 'n poosje denkt
te zullen vertoeven.Maar voegde zij
eraan toe het is nog veel heerlijker, wan
neer zoo'n uitzetje weinig gekost heeft!
U bedoelt toch niet?meende ik te
roemde musea van Europa.
Maar in den beginne was dat niet zoo.
Voor honderd iaar terug was het Maurits-1 mogen vragen.
huis een eenvouige klein! publieke gelegen- - Ja zeker - dat meen ik - antwoordde
held waar aSei rariteiten" te zien waren. zij.Want heel veel van wat ik by me
Volgens het reglementaire voorschrift moest heb heb ik zelf gemaakt.Zie maar eens
pon hwneker wilde hij toegelaten kunnen I hier.
worden - „welgekleed" zijn en „geen kinde
ren bij zich hebben". Alsdan werd hij in de
gelegenheid gesteld zich te vergasten aan de
z.g. „Zeldzaamheden" in het museum aan
wezig.
En zij toonde mij een visite-toiletje, dat
u hier op afbeelding No. I ziet.
En wat waren dan deze „zeldzaamheden"?
Er was o. m. volgens de lijst een „zeer oude I
notenkraker van zeer zonderling maaksel"! Er
was „een ijzeren hemd van den berucht en
Abbo Bakker op Macassar, in denzelfden
smaak als die van de oude ridders"! Er was.,
„een bedd'ekwaSt uit de bedstede van Czaar I
Peter" 1
En zoo was het meerendeel der zeldzaamhe
den uit hét Kabinet. Het was een inrichting
in den geest der oude en geliefde Duitsdxe in
richtingen, genaamd: „Schatz- und Wunder-1
kaïmmer", niettegenstaande er toen toch ook
al evenals nog op dit oogenblik aanwezig J
was de „Stier van Potter"!
Maar de vorstelijke bescherming, welke de
verzameling ondervond van de eerste Hollan'd-
sche koningen, bracht op den duur een zoo
danige verandering, dat men, er langzamerhand
aan kon gaan denken de werkelijke kunst
schatten van de z.g. „zeldzaamheden" te schei
den en liever aan een enkele kunstsoort alle
aandacht te schenken, dan aan verschillende
soorten een gedeeltelijke aandacht.
En de kunstsoort, waaraan men zich dan in j
hoofdzaak ging wijden, was de schilder-kunst
Zoodoende was het lot van het Mauritshuis
beslist! Het zou in de eerste plaats een zoo
goed mogelijke schilderijenverzameling wor
den.
Het duurde echter aanvankelijk nog lang
voor de goede man gevonden werd, die de
eigenschappen in zich vereenigde om deze
sohilderijeiXHverzameling superieur te doen
worden.
De eerste goede man in dezen zin was Jhr.
Victor de Stuers de kunstzinnige Haagsohe
aristocraat en latere referendaris van het De
partement van Binnenlandsche Zaken en chef
van de Afdeeling Kunsten en Wetenschappen.
Deze bereidde in 1875 een radicale verandering
voor. De vele goede dingen, die alsnog onder
de oude ^zeldzaamheden" schuilden, werden
door hem geclassificeerd en tot een kern ge
maakt voor het latere museum voor geschie
denis en kunst. Een groot gedeelte ervan vond
ook zijn weg naar het Ethnographisch museum.
Zoodoende kwam het gebouw vrij leeg in de
beide verdiepingen en kwam nu geheel ter be
schikking voor het lang verbeidde doel: Schil
derijen-verzameling!
]i&; -• ;v'Wb 11
Tot zoover was het Mauritshuis in zijn nieu
wen vorim een schepping van Jhr. de Stuers.
En nu kwam de tweede „goede man op de
goede plaats". Dat was Abraham Bredius!
Abraham Bredius werd in het jaar 1880 met
de leiding belast en in de volgende twintig ja
ren, waarin hij deze behield, heeft hij het
Mauritshuis gemaakt tot eeni museum van in
derdaad internationale beroemdheid.
De tegenwoordige inhoud van de verzame
ling dient tot leerschool en ontspanningsobject
van zeker alle kunstkenners en historici van
internationalen naam! En dat is voornamelijk
te danken aan het levenswerk van Dr. Bredius.
Want nu is mede door de toevallige omstan
digheid, dat het Mauritshuis als museum
eigenlijk over weinig „ruimte" beschikt en
vanwege zijn eigenaardige ligging nimmer
voor vergrooten of uitbouwen in aanmerking
komen kan dit museum een werkelijke
keurcollectie geworden. Alle overdadigs is er
uit verdwenen. Wat geen wezenlijke beteeke-
nis heeft, heeft plaats gemaakt voor nieuwe
aanwinsten van wel wezenlijke beteekenis. Het
museum is niet zooals het Rijksmuseum een
verzamelplaats van allerlei kunstvoortbreng
selenZelfs zijn langzamerhand' alweer
grootere stukken naar elders gebracht en is
er een soort systeem in de plaatsing gebracht.
Inmiddels is door ontdekkingen van de la
tere jaren, door schenkingen van belangrijke
stukken en door aankoop voor Rijksrekening
van belangrijke collecties zooals b.v. de Col
lectie Steengracht ook voor dit museum het
gevaar ontstaan, dat het te voi en te druk wor
den zal. En het is de wensch van de vele min
naars van de verzameling en van het Maurits
huis als museum, dat hieraan onder de tegen
woordige directie van Dr. Martin, aandacht zal
worden gegeven en dat de mogelijkheden zul1- J
len worden gezocht en gevonden om de be
teekenis van dit volksbezit niet minder te doen
worden bij het ingaan van de tweede eeuw!
Dr. B.
BABBEL-UURTJE OVER MODE.
Visite-toilet en Cape.
;Nu ik had het volstrekt niet slecht bij
mijn „Francaise" waarvan ik u de vo
rige week vertelde, dat zij was aangekomen
als „betalend logé" van goede huize en
bij wie ik mij had verstout een intervieuw
te verzoeken om eens aan de weet te komen
hoe haar garderobe er uit zag.
Ik had het er volstrekt niet slecht!
er aan geduld en vaardigheid gegeven
wordt, wanneer er door de betere oostuum-
ateliers iets moois geleverd worden
moet!
Hetgeen nu vertoond werd was n.1. een
Cape en eene zoo fijn bewerkt en zoo nobel
van uitvoering en materiaal, als ik nog niet
velen gezien had.
De Cape was gemaakt van uiterst tyne
blauwe Serge en was heel wijd in klok-vorm.
De fijne bewerking bestond in een zeer
hooge en breede band, (over de geheele
wijdte der cape aangebracht), welke niet
anders was dan een borduring in kleine,
doffe roode en blauwe kralen met daartus-
schen door stopwerk van.... oud-goud
draad!
Een smalle band in dezelfde opvatting
geborduurd werd bij den hals door
knoopsgaten heengehaald en gaf gelegen
heid tot wijder en nauwer sluiten der cape.
Hierbij was ter voltooiing een donker
blauw gedrapeerd hoedje met roode en
blauwe slappe veertjes gegarneerd!
Mme Corry.
Dit was doodeenvoudig begon mi;
de vertelster uit te leggen. Van twee me
ter 40 zwarte en 1 meter wit Marocain-Crepe
maakte ik dit lieve toiletje. Voor het rokje
gebruikte ik 1.40 Mr. zwarte zijde en nam
de breedte voor de lengte, terwijl de eene
naad, die er in komen moest, op de linker
zijde geplaatst werd.
De resteerende meter zwarte zijde knipte
ik nu schuin door zoodat ik twee groote
driehoeken kreeg, welke moesten dienen
voor de mouw-pellerines.De schuine
kant werd hierbij aan de buitenzijden van
het gladde witte tailledeel gezet. En de over
tollige punten bij de hand tot een gelijke
rondte afgeknipt.
Voor het lijfje gebruikte ik een halven
meter witte stof en de resteerende halve
meter werd opgemaakt aan zoom aan de
rok, heupceintuurtjes en slipjes opzij!
Gezien dus het feit, dat er weinig stof
gebruikt is en bovendien de japon vlug en
gemakkelijk in elkaar te zetten was, heeft
alles bij elkaar niet al te veel geld en werk
tijd gekost en héb ik aan het geheel een
zeer chic en modern visite-toiletje gekre^
gen, vindt u ook niet?
Ik vind het inderdaad! moest ik toe
geven. Een ander dan toestemmend ant
woord kon ik niet geven en de trouwe le
zeres zal het ongetwijfeld met mij eens zijn.
De gastvrouw kwam inmiddels met een
tweede kleed.
En tegenover de hierboven besproken
eenvoudige en toch smaakvolle japon, kreeg
ik nu -echter oen specime te zien, van wat
Iets nieuws op het gebied van
meter-opnemen.
Door het Toron-to Hydro-electric Systeem is
onlangs een nieuwe manier wan meter-opne
men in toepassing gebracht, waarbij van iedere
wijzerplaat van een meter een fotografische
opneming gemaakt wordt. Totnogtoe strekt
zich deze methode slechts uit tot wattmeters,
docli het is te begrijpen, dat zij voor eiken
meter op welk gebied ook kan worden toe
gepast.
Het grootste voordeel van dit systeem is ge
legen in het feit, dat deze fotografie met on
loochenbare nauwkeurigheid en getrouwheid
afleest, waardoor een niet te betwisten meter-
stand bij de administratie wordt ingeleverd.
Verschil van meening over een al of niet goe
de meteropneming kan hierdoor niet ontstaan
en -mocht zulks een enkeie maal voorkomen,
dan heeft men slechts de betreffende foto
grafie op te halen ten einde alle misverstand
op te heffen.
De hier bedoelde fotografieën worden met
een speciale voor dit doel geconstrueerde ca
mera opgenomen. Deze camera is voorzien
van een anastigmaatlens met korte focus, een
eenvoudigen automatisch en sluiter, welke door
den meteropnemer kan worden versteld, waar
door belichtingstijden kunnen worden verkre
gen van 1/5 sec., terwijl voorts een eleotrische
lamp de belichting teweegbrengt. De opne
ming geschiedt door deni voorkant van de ca
mera tegen de wijzerplaat aan te drukken, het
geen verkregen wordt door het neerdrukken
van een hefboompje. Door deze handbeweging
wordt tevens de stroomsluiter voor de lamp
bewogeiy wordt de momentsluiter in beweging
gebracht en by het loslaten van dit hefboompje
wordt de film voor een volgende meteropne
ming voorgeschoven. Hierdoor wordt de mo
gelijkheid ontgaan, dat twee opeenvolgende
opnemingen elkaar zullen bedekken.
(„Sterkstroom").
vandaan. De Bemiddeld»
deze soort „Braziliaansche bedraagt u.
van
geveer 10.000.000 zakken. v,»*
g Het vorige jaar evenwel waren door het
slechte weer zooveel bioemen yei] g
de plantages, dat de oogst slechts op wexii g
meer dan een derde van de normaio oogst
een Beweld.B
ruimte in zeer beperkte mate kon \v<
geëxporteerd. Zelfs van den oogst
en dien van het daaropvolgende jaarlage
er nog beduidende hoeveelheden koffie
de Braziliaansche steden op „stapel
Nu had de Braziliaansche regeermg ge
holpen door vermogende particulieren
een geldleening tot stand gebracht om al
deze resteerende koffie op te koopen en
de pakhuizen op te slaan. Deze wyze van
doen nu heeft voorkomen, dat er op onregel
matige wijze kon worden gespeculeerd in
koffie en dus de prijzen beduidend zouden
^Tegdykèrtijd heeft deze politiek verhoed,
dat de planters met het oog op de nog be
schikbare voorraden al te lage prijzen vooi
hun oogst zouden ontvangen. Het prysrege-
lend optreden van deze regeering heeft dus
stabiliseerend naar beide zijden gewerkt en
heeft ex-toe gebracht dat ook nu de kolfie-
pi-iizen voor de planters vry normaal zijn,
zoodat dezen nu ongeveer evenveel zullen
ontvangen voor hun kleinen oogst als anders
voor een normalen.
Het koper
Het koper werd als mineraal ontdekt in
Japan in het jaar 708. De ontdekking bracht
groote vreugde in het land en de regeermg
van deze periode onder de toenmalige kei
zerin werd zelfs naar dit nieuwe mineraal
genoemd en is in de geschiedenis nog als
zoodanig bekend zooals wij spreken van
de regeering-Kuiper of Van Houten.
Aan het mineraal werd dadelijk een
groote toekomstige waarde toegekend.
Aanvankelijk wei-d het slechts in kleine
hoeveelheden aan de oppervlakte gebracht
en daar in de eerste jaren uitsluitend ge
bruikt voor de vervaardiging van munten.
In de vijftiende eeuw werd een belang
rijke vei-betering in het smeltproces aange
bracht. Deskundigen zeggen, dat het toen
maals iin Japan toegepaste proces zeer veel
overeenkoxnst vertoonde met het tegenwoor
dige Bessemer-proces ten opzichte van staal.
De eerste export van koper kwam eerst in
de vijftiende eeuw en was gericht op China.
Doch al vrij spoedig kwamen daarna de Hol-
landsche zeevaarders koper in Japan halen,
dat zij op hun beurt weer in Europa aan de
markt brachten.
Hét waren eveneens Hollanders, die in
dezen tyd voor het eerst in Japan onderricht
ontvingen in het bewerken van koper en
brons zooals voor het vervaardigen van ge
schut en het gieten van klokken.
De Japansche Klokken-industrie.
Wij zullen er vermoedelijk wel niet bij nar
denken, dat de gx-oote verscheidenheid van
klokken en wekkers, welke wy dagelijks
waarnemen in de winkels en bazars voor het
grootste deel uit.Japan komen!
Toch is dit het geval.
Gedurende de laatste vijf en dertig jaren
heeft, zich een uitgebreide industrie in deze
artikelen ontwikkeld in Japan. De beide
grootste centra hiervoor zijn Nagoya en
Tokio.
De industrie dateert van ongeveer 1886
toen een handig Japanner die in dit op
zicht altijd handig zijn geweest er in
slaagde een klok na te maken, die oorspron
kelijk afkomstig was uitWeenenl- Hij
werkte een rond jaar aan de eerste twee
exemplaren. Maar toen de mogelijkheid een
maal gebleken was, werd een kleine werk'
plaats opgericht later uitgebreid tot een
eenvoudige fabriek welke reeds in het
jaar 1890 begon af te leveren.
Reeds in het vierde jaar van de productie
kon het binnenland geheel van de gemaakte
klokken voorzien worden en vrij snel hier
op begon de export, die zich ten slotte over
het geheele Oosten en zelfs over het Westen
begon uit te breiden!
Zooals het meer gaat met zulke dingen,
werden de eigenlijke ondetrdeelen nog in
hoofdzaak uit het buitenland betrokken. De
voeren en d'e stalen onderdëelen werden
voornamelijk betrokken uit Engeland en
Zwitserland. Tijdens den oorlog moest dit
ophouden en moest men zich in Japan van
bnxnenlandsch fabrikaat bedienen. Dadelijk
na den oorlog weiden de bestellingen weer
in het buitenland gedaan. Op het oogenblik
heeft Amerika de leverantie.
En nu maakt Japan allerlei soorten van
klokken van de gx-ootste regulateurs tot
de kleinste en goedkoopste bazar-wekkers
toe. Het blik voor deze wekkers maakt men
langzamerhand in de eigen fabrieken en de
Japansche fabrieken beginnen nu ook meer
en meer ixieuwe Amerikaansche machines
aan te schaffen voor het zelf persen van de
verschillende onderdooien.
Zoodoende wordt de prijs steeds lager.
Aangezien ook het in elkaar zetten van de
klokken in Japan veel goedkooper kan ge
schieden, dan in Europa, zal de overheer-
sching van de Japansche klokken hoe lan
ger hoe grooter worden.
In 1818/19 gingen er in totaal 255.000
stuks naar China, 7000 naar Malakka en
9700 naar Ned. Indlë. De totale export in
dat jaar bedroeg 285.000 stuks. Zelfs Enge-
and importeerde er nog ettelijke duizen
den.
Braziliaansche Koffie.
Brazilië levert meer dan 75% van den ge-
heelen wereldoogst van de koffie, al komen
weliswaar de allerbeste kwaliteiten er niet
Zijn beroep.
Mevrouw tot bedelaar: Zeg eens man,
zou je xxiet liever werken voor je brood in
plaats van te bedelen?
Bedelaar: Zeker mevrouw, maar helaas
kan ik op het oogenblik mijn vak niet uit
oefenen. Ik heb een seizoenbetrekking weet
u.
Mevrouw: Zoo! en wat is dat dan?
Bedelaar: Glaasjes zwart maken bij de
zonsverduistering.
Verliefde jonge man: Ik kom u vertel
len,-mijnheer, dat ik mij met uw dochter ver
loofd hebt.
Vader, die zijn dochter kent: U hoeft
bij mij heusch xxiet op medelijden te rekenen.
Alle avonden kwam u haar hier opzoeken,
hoe had u dan wat anders kunnen verwach
ten?
Zeldzaam.
Deze revolver, zeide de antiquair is
een uiterst zeldzaam exemplaar: Ze was het
eigendom van Columbus.
Maar zeide de klant ten tijde van
Columbus bestonden er toch nog geen revol
vers?
Dat is het juist, wat deze zoo zeldzaam
maakt was het gevatte antwoord.
HET VERJAARSGESCHENK VAN DE
KONINGIN.
I.
De bloemenkoningin was jarig. (Jullie weet
natuurlyk dat de roos de koningin van de
noemen is.) Alle bloemen waren gekomen,
om haar geluk te wenschen. Dat was een
heele massa, zoodat de kleine madeliefjes,
die achteraan stonden, duwden en drongen
n hun lyfjes uitrekten, om beter te kunnen
zien.
Nu was de Koningin, hoewel ze jarig was
niet vroolyk gestemd. Dc viooltjes die zoo
verstandig „ren gewee3t, te
men, zoodat ze vooraan een plaatsje konden
krygen, zagen, dat ze zelfs bleek was
toSnrfak«kroos hield haar gewone
toespraak. Zy was langer dan de andero
groeneil""! "T?
bracht/ opgevangen'1)» meege-
gerhoedsfcrnid b"
stapel mooie mrvrlp ,!i„ hadden een
maakt van C1??ge"
lelies hadden !en heel bloemblaadjes. De
gouden bewaardf'zoodat'de
nlngln haar troon mooi glanzend kon
houden.
En o, er waren nog zooveel andere
schenken, te veel om op te noemen,
alle bloemen hadden hun best gedaan, het
de Koningin naar den zin te maken, zoodat
de ontevreden trek op haar lief rosé
zichtje wel wat ondankbaar scheen.
„Ik vind alles heel mooi en heerlijk, Wat
jullie me gegeven hebt vervolgde ze, ter.
wijl de duizendschoonen, haar lylgarde, hi
koninklijk rood gekleed, zich haastten 0m
atle geschenken te verzamelen. „Maar er k
één ding, dat ik zoo graag, zoo dól graa„
wilde hebben en dat heeft niemand meege.
bracht!"
De bloemen keken elkaar terneergeslagen
aan en zuchtten, terwijl de Koningin zeide;
Het is een heel moeilijk ding om te geven
maar ik weet, dat jullie allen het even graag
willen hebben als ik!"
II.
O, Majesteit", zei een oude papaver, die
de Koningin al gekend had, toen ze nog een
knopje was, „ik geloof, dat ik weet, wat
u bedoelt. We verlangen allen naar regen]"
Een heel rumoer ontstond na deze woor.
den Alle bloemen riepen: „Regen! Ja, dat
is het, wat we allen wenschen. Regen! Re
gen!" O, de bloemen waren zoo opgewonden.
Toen zei een groote boterbloem spottend:
„Het is goed en wel, dat we allen regen
'wenschen, maar door zoo dwaas te doen,
krygen we geen regen. Hoe kunnen we nu
regen krijgen?"
Het was heel ruw om zoo tegen de Ko
ningin te spreken en ze werd nog wat
blcckcr.
„Ik moet regen hebben", zeide ze beslist.
„En jullie moet me die brengen. Dat is mijn
bevel!" En zijn draaide haar hoofdje naar
de lucht.
De boterbloem schaamde zich over haar
onbeleefdheid en de andere bloemen verza
melden ziclx rondom de papaver. Ze wisten,
dat als die geen raad wist, geen der ande
ren ook x-aad wist. „Ja", zei de papaver.
„Onze Koningin heeft groot gelijk", en hjj
schudde zijn mooi, road hoofd. „We moeten
regen hebben. Als er geen regen komt,
zullen vijvers en beken gauw opdrogen en
dan hebben we niets meer te drinken. Maar
wie kan regen vangen? Wie kan den regen
gaan zoeken?"
Natuurlyk wist zelfs het kleinste bloempje
wel, dat de regen heel ver weg was, boven
in de wolken, boven hun hoofdjes en onbe
reikbaar, hoe ze ook hun steeltjes uitrekten.
HL
„Ik geloof', zeide papaver, „dat we beter
hulp konden vragen aan onzen vriend, den
lijster."
„Ja, ja, laat ons dat doen!" riepen de an
dere bloemen.
Daar kwam juist de lyster aanvliegen.
De bloemen riepen hem en vertelden hem
hun verdriet. Nu was de lyster een heel
goed, vriendelijk dier en hy zei dan ook
dadelijk: „Welzeker wil ik jullie helpen, als
ik kan. Ik vlieg vaak in de richting van
regen's huis. Ik zal vanavond zoo hoog vlie
gen als ik kan en zien of ik hem een teeken
kan geven, naar beneden te komen."
Dien avond keerden alle bloemen hun
hoofdjes naar den hemel om te kijken naar
het zwarte stipje, ver, ver boven hen. Dat
was de lijster, die den regen zocht. Toen
begon de lyster te zingen en de bloemen
vonden dat ze nog nooit zoo mooi hadden
hooren zingen en dachten, dat hy einde
lijk den regen gevonden had.
En ja, dienzelfden nacht kwam de regen
zacht en warm op de bloemen, toen ze slie
pen. Den volgenden morgen zond de Ko
ningin al vroeg een boodschap naar den
lyster. De lyster kwam en de Roos zei: „Ik
hoor van mijn onderdanen, dat ge zoo mooi
voor den regen gezongen hebt en hem ge
vraagd hebt omlaag te komen.
„O, het was geen moeite, Majesteit", ant
woordde de lyster. Het is me steeds een ge
noegen u een plezier te kunnen doen!"
En zoo komt het, dat we vaak 's avonds
de lyster heel hoog in de wolken hooren
zingen. Dan kijkt hy weer uit naar den re
gen en verzoekt dien omlaag te komen naar
Bloemenland.
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsels.
I. 1. Speenkruid.
2. Madelief.
3. Boterbloem.
II. In den nood leert men zijn vrienden
kennen. Drijven, kiel, den, mennen, Noord
zee, neen, tin, n.
Goede oplossingen van beide raadsels ont
vangen van:
F en M. B.; M. B.; T. B.; A. B.; C. B.;
N. de BP. en C. B.; J. B.; W. C. B.; G.
x D,; A* D*' A -D-; A. D.; P. en
o' o'' R' A- J- en J. F.; M. de G.;
C. G C. J G.; B. en T. G.; W. G.; II. do
?-V^AVK-5 W. enL. K.; B. K.J
m" KW' K,; J- L-: n- en M. M.; F. v. d.
Mn D' M>: D- N- M- N- T-M,;
p' 2'' {v d H- en G- p-; F- G. v. P.; A. R.;
m; e o de R-; H- R-; J-de s-'< A-
G w: A- s-; J- A- S-; c. S.; J.
K V v Y;; L" C- en O. v.; W. v.;
a 1 m- ln de w-; E. W.; S. W.;
A. de W.; M. v. d. W.; J. de W.; A. IJ.
Nieuwe raadsels.
F Welk spreekwoord leest ge hieruit?
-a-- v... m--ke --h--e- -n
- e - - o -.
II.
Op de staande en lig
gende kruisjeslijn komt
van boven naar beneden
en van links naar rechts
de naam van een boom.
Op de le regel het ge
vraagde woord; op de 2e
regel een voorwerp, dat
en by het rooken noodig hebben; op de
Wn0 t0en gebouw> waar jullie dagelijks
vnnrai^8 4e re8el een deugd, die
SnLÏ n 1>ezitten; op de 5e regel een
vu. °j de de regel een eigenschap
stelde vnn' °P 7e regel het tegenoverge-
neen; op de 8e regel een kinker.