HELDEU COURANT
Herman Nypels,
Tweede Blad.
HELDER - SGHAGEN.
VAN DONDERDAG 26 APRIL 1923.
Gemeenteraad van Helder.
-
Vergadering van Dinsdag.
s (Vervolg van het Eerste blad.)
Reiniging.
Voorstel tot reorganisatie van de Gemeente-
Reiniging.
Held. Crt. 19 April.
De heer 1! o t begrijpt de Bijlage niet goed. De
zaak is spr. niet duidelijk; hij vraagt nadere uit
eenzetting van het hoofd van den diensttak. Dat
het werpen in zee van alle vuil verhooging van
kosten medebrengt, begrijpt spr. niet; ook niet
dat aankoop van .een motorschuit en het gedeel
telijk in zee werpen bezuiniging oplevert. Laten
wij <te zaken uit elkaar houden; dat de vuilnis
in zee wordt gestort, is uitstekend. Maar daar
voor is het door den directeur aangegeven ma
teriaal voldoende. De heele buitendienst kan dan
worden opgedoekt. Een stortplaats in de ge
meente acht spr. niet gewenscht, omdat dan alles
in de gemeente blijft. Dan liever het vuil in 'on-
derlossers gesmeten in het Kanaal, die regel
matig in zee kunnen worden gelost.
De heer Van Breda wil ook eerst de zaak
liever met den directeur der reiniging bespreken.
Meerdere leden zijn het in dezen met spr. eens-
De heer Schoeffelenberger vraagt of
bet College thans de zekerheid heeft, dat het
vuil in zee kan worden gestort. Overigens meent
spr., dat de berekening, zooals die gemaakt is,
foutief is. Er is o. a. geen rekening gehouden met
renteberekening. Ook zal ,het materiaal niet
steeds in gebruik zijn en dus een tijdlang rente
loos staan. Bij vorst e. d. zal men dan weer paard
en wagen meftten gebruiken, enz. Spr. stelt voor
de bestaande brikettenfabriek voor het doel:
vuilverbranding, te bestemmen. Daar is nog een
motor in ook. De proef met een boot met onder-
lossers wordt een positieve mislukking. Laat
men een proef nemen met een huurboot. Spr.
zal tegen de voordracht stemmen.
De heer Bok onderschrift een groot deel van
dit betoog. Qnderlossers zijn onbruikbaar voor
het vervoer van vuil; een proef hiermede zal
ongetwijfeld tot een fiasco lijden. Deskundigen
hebben spr. verzekerd, dat het vuil, dat in zee
gestort wordt, zwaar, zinkend vuil moet zijn,
omdat drijvend vuil hinderlijk is aan de visscherij
en bij oostenwind.
De heer Verstegen meent, dat er weinig
positiefs in ingebracht tegen het voorstel van het
College. Er wordt gezegd, dat het zal mislukken,
maar aangetoond wordt het niet. Het is ook
moeilijk aan te toonen. Deskundigen hebben den
lieer Bok aangetoond, dat de proef alleen met
zinkend vuil kan worden genomen. Ditzelfde had
de heer Bok evenwel ook in de stukken kunnen
vinden. De onderlossers doen alleen dienst in
den winter als er veel zinkend vuil is, liaardasch
e. d. Wat huren betreft, de heer Bok zal het met
spr. eens zijn, dat het voor een gemeentebedrijf
uiterst moeilijk is dit voor een proef van mis
schien een paar dagen geheel om te zetten.
Juist omdat herhaaldelijk in den Raad aange
drongen werd op bezuiniging in dezen tak van
dienst, is dit voorstel gekomen, dat inderdaad
eene bezuiniging geeft. De geraamde bezuinigin
gen zijn zeer matig, d. w. z., dat ze in de praktijk
blijken zullen veel grooter te zijn. Hier wordt
met. de stukken aangetoond, dat 14500 per jaar
kan worden bezuinigd, en dat is toe te juichen.
Verschillende berekeningen zijn door het hoofd
van de Centrale administratie, in overleg met den
directeur der gemeente-reiniging, gemaakt. Beide
ambtenaren komen tot de conclusie, dat de thans
aangegeven methode de beste is. Als het noodig
blijkt alle vuiL in zee te storten, kan dat later
altijd geschieden. Hoe spoediger deze reorgani
satie thans haar beslag krijgt, hoe beter, op het
oogenblik gaan er eiken dag 80 M3. vuil naar de
belt. Men begrijpt wat een opcenhooping dat
geeft. Er liggen op het oogenblik stapels. Een
verbrandingsoven is erg duur, de gemeenten, die
hem hebben, gebruiken hem nu eenmaal, omdat1
zij geen andere wijze van opruimen hebben. Spr.
geeft in overweging het voorstel aan te nemen.
De heer Tielrooij twijfelt niet aan de woor
den van den wethouder. Niettemin zijn er belangi
rijke opmerkingen gemaakt en vragen gesteld,
die niet zijn beantwoord. De directeur der reini
ging hééft in 1920 rapport uitgebracht, waarin
hij zegt, dat het in zee storten van het vuil zoo'n
groot ongerief oplevert. Waaraan is zijn veran
derd inzicht van thans te danken?
De heer Verstegen antwoordt, dat de mee
ning van den heer Maas dezelfde is gebleven.
Vandaar, dat hij thans voorstelt alleen het zin
kend vuil in zee te storten, niet het drijfvuil.
De heer Schoeffelenberge r heeft nog
geen antwoord op zijn vraag of men dc toestem
ming heeft van Waterstaat voor het in zee wer
pen. Spr. meent, dat de visscherij reden tot kla-*
UIT DE OUDE DOOS.
Helder 1850—1860.
L
Wat eene deftige i lijk statie zien wij lang
zaam door de straten van den ouden Helder
zich voortbewegen, wanneer wij in Mei van
1850 ons daar ter plaatse bevinden. De voor
naamste ingezetenen zijn er bij tegenwoordig
en geen wonder, want het is het geachte
hoofd der gemeente, de heer burgemeester
J. In 't Velt, die daar statig, grafwaarts ge
dragen wordt- De man die, tijdens de opkomst
onzer woonplaats zoo veel voor haren bloei
heeft gedaan, was ons op den 18 Mei van dal
jaar ontvallen en nu bewijst men aan zijn
stoffelijk overschot de laatste eer. Wie den
droeven stoet volgen, kunnen de opmerking
niet onthouden dat de weg naar de algemeene
begraafplaats, niet ver van Huisduinen ge
legen, noodzakelijk verbetering behoeft, want)
het pad daarheen is zoo oneffen, dat de lijk
en volgkoetsen gevaar loopen omver te val
len. Volgens het gevoelen van velen is een
tocht om oen bloedverwant te begraven, niet
ontbloot van gevaar zelf zijn graf, althans
zijn dood te vinden.
Men mag daarover echter het bestuni geen
verwijt maken als men ziet en opmerkt hoe
veel er in een tijd van spoedige ontwikke
ling eener gemeente voor de levenden noodig
is. Kort voor zijn verscheiden werkte de heer
In 't Velt nog mede aan de voorbereiding tol
eene zeer nuttige stichting te Helder. Wi
bedoelen het nieuw Algemeen Weeshuis, dat
onze woonplaats ten sieraad verstrekt, niet
alleen als een gewrocht van bouwkunst,
maar tevens om de nuttige strekking. Wee
zen van alle christelijke gezindheden worden
daar ten koste der gemeente opgenomen en
verpleegd. In de Haarl. Courant van 10 Juni
gen heeft wegens dit in zee werpen. De heer
Verstegen verwijt ons geen positieve voorstellen
te doen. Het College komt al evenmin met een
positief voorstel Het heeft ook geen zekerheid,
a dit plan afdoende is. Spr. heeft gesproken
van het stilleggen van de schuiten voor een
m.i.ipd of wat, doch kreeg daarop evenmin ant
woord. Wat moet er in dit geval met den kapi
tein en de dekknechts van die schuit gebeuren?
liet voorstel is 'n sprong in het duister.
De beer Kuiper vraagt hoe men het zinkend
vuil wil scheiden van liet drijvend? Moet de bur
gerij er twee vuilnisbakken op na gaan houden?
Onderwijs.
Voetstel om den onderwijzer aan school
iio. 12, C. van Sclieijen, overeenkomstig zijn
verzoek eervol ontslag je verleenen ingaande
op een nader dopr Burgemeester en Wethou
ders te bepalen datum.
Eervol verleend.
Onderwijs.
Voorstel pin aan de openbare lagere school
No. 8 onderwijs te geven in de vakken a t/m
k, n en o.
Held. Crt. 21 April.
'15er .Grunwald vraagt hierover het
woord. Het is niet spr. gewoonte over onderwijs
zaken het woord te voeren, ijiaar spr. vindt, dat
*J} W- hier vreemd handelden. Als niet des
kundige meent spr., dat hier niet goed door het
College is gehandeld- Hier krijgt een hoofd een
bizonderc klasse, waar onderwijs wordt gegeven
in vakken, die niet tot het lager onderwijs be-
hooren. De Inspecteur heeft wel meer adviezen
gegeven, die niét bevorderlijk waren aan het on
derwijs. Het is niet spr. bedoeling op het onder
wijs te bezuinigen, daar men daardoor de volks
kracht ondermijnt. Maar de klasse hoort naar
spr. meening niet in sthool 8 thuis, maar aan de
u.l.o.-school. Zooals het voorstel thans luidt,
wordt de klas te groot, waardoor dus weer reor
ganisatie noodig zal zijn. Het hoofd zal zich niet
voldoende bij den gang van zaken kunnen bepa
len. Voor tijdelijk kan spr. zich met dit voorstel
vcreenigen, niet echter voor definitief; spr. vraagt
of B. en W. het plan hebben een onderwijzer aan
te stellen, temeer omdat geen extra kosten noodig
zijn daar het RJjk nog tot 1925 vergoedt-
De Voorzittef zet uiteen het verloop der ge
schiedenis. Geruitnen tijd geleden vervoegde zich
het hoofd der m.u.l.o.-school bij spr. met de mede-
deeliqg, dat hij last had van jongens der zeevaart
school, die op zijn school onderwijs ontvingen. Deze
beschouwen het onderwijs geheel als voorbereidend
voor de Zeevaartschool, en degvakken, die daar bui
ten vallen, interesseeren hen niet. Zoodoende wa
ren ze al in een afzonderlijke klasse ondergebracht.
De heer Avenarius gaf als oplossing aan deze
„zeevaartklasse" aan den heer Blom te geven als
7e klasse. De Inspecteur kon zich tenslotte met de
zaak vereepigen. De heer Blom is zeer ingenomen
met de verandering, die aan het onderwijs ten goede
komt. Wat de kwestie betreft van de andere hoof
den spr. denkt hierbij aan het gezegde van een
hoofdambtenaar aan het departement van marine,
wien men vroeg of hij last had van zenuwenper-
soonlijk heb ik er geen last van, maar ik heb wel
last van andermans zenuwen.
Op deze wijze zal de ambitie voor de 7e klasse
toenemen als daar wat meer dan het gewone onder
wijs gegeven wordt. Voor andere scholen word*,
deze regeling ook overwogen en het verbaast spr.
juist van den heer Grunwald dezen toon te hoo-
ren. daar het toch ook voor de Ambachtsschool een
goede oplossing zou zijn. De vrees, dat Je toeloop
te groot zal worden, deel ik ook, maar dat zpu
juist een bewijs zijn, dat deze proef zal slagen.
De heer De Zwart zet een uitlating nader
recht. Niet uit overwegingen van zuinigheid is dit
voorstel gedaan, maar juist om het 7e leerjaar aan
trekkelijk en daardoor het onderwijs beter te ma
ken.
De heer H e y b 1 o k meent, dat hij tekort zou
doen aan de waardeering voor den arbeid van het
College, indien hij niet zeide, dat dit voorstel met
instemming ook van de demorratische leden van
den Raad was ingediend. Ook dezen willen gaarne
medewerken het 7e leerjaar aantrekkelijk te ma
ken.
De heer Grunwald: Ja, meneer de voorzitter,
ik zei al, dat ik me huiverig voelde te spreken over
een zaak waarvan ik geen verstand had.
De heer Borkert: En nu heb je er spijt van?
De heer Grunwald: Integendeel, M. d. V., er
blijkt uit deze discussies, dat de bedoeling is even
tueel dit ook voor andere scholen in te stellen en
dus geen differentie te maken. Het gemeentebe
stuur stelt dus aan iederen ouder de gelegenheid
open hun kind les te kunnen geven in Engelsch en
wiskunde. Spr. geeft verder in overweging bij aan
stelling van nieuwe onderwijzers tevens taalacten
te eischen.
Het voorstel wordt vervolgens aangenomen.
Onderwijs.
Verzoek vao C. M. Mooleniburgh om eervol
ontslag als:
a. .voorzitter der Commissie van Toezicht
op het Lager Onderwijs;
b. lid der Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs;
c. lid der Commissie van Toezicht op het'
Nijverheidsonderwijs.
Voorgesteld wordt het ontslag uit de drie
betrekkingen eervol te verleenen-, onder dank-
1850 werd een prijsvraag uitgeschreven tot
het verkrijgen van een plan voor den bouw
van een nieuw weesjpuis alhier. Uit de inge
komen antwoorden werd dat van den lieer
A. J. Sevenhuijsen, van Amsterdam, den
prijs waardig gekeurd en ofschoon dat plan,
met het oog op de financiën, eenigszins werd
gewijzigd, is het Algemeen Weeshuis, dat wij
later afzpnijerlijk zullen bezoeken, in het
daarop volgende jaar gebouwd.
In Juli van 185Ó werd de plaats van den;
overleden burgemeester verviild door de be-;
noeming van Mr. Lette van Oostvoorn, die'
tot Mei 1853 deze betrekking vervulde, en
toen naar elders verplaatst werd.
Omtrent dezen tijd, en wel in Juni van
1853, had er nog eene verandering in het Be-'
stuur onzer gemeente plaats. De nieuwe ge-,
meentewet veroorloofde den toenmaligen
secretaris van den Helder, den heer J-
Schoon, notaris aldaar, niet langer deze be
trekking vereenigd met het notarisambt waar
te nemen. Ten gevolge daarvan werd de heer'
L. Verhey, eerste commies ter secretarie, van!
jongs af daar werkzaam, en om zijn huma
niteit door ieder geacht en bemind, tot deze:
betrekking geroepen. Door deze benoeming
werd Helders secretarie nog meer dan vroe
ger eene plaats waar men met de grootste
welwillendheid en voorkomendheid niet al
leen ieder te woord staat, maar tevens helpt
en goeden raad geeft, zoodat dit kantoor, en
terecht, als een model, voor vele dergelijke
bureaux in ons vaderland kan worden aange
wezen. Doch laat ons de secretarie verlaten'
om te zien wat daarbuiten voorvalt.
Wat. is de reden dat we uit zoo menige wo
ning de driekleur zien wapperen? Is het
misschien de verjaardag van een lid der ko
ninklijke familie? Wel neen, want wjj schrij
ven 21 of 22 Januari en dan verjaart er nie
mand van het koninklijk huis. W|j willen
meêdeelen wat den ingezetenen van onze ge
meente aanleiding geeft tot het uitsteken van
zegging voor de bewezen diensten.
Conform.
Keuringsdienst.
Voorstel tot het verleenen van een vergoe
ding van 100 voor'het jaar 1923 aan den eer
vol ontslagen keurmeester bjj den voormali gen
Keuringsdienst van voedings- en genotmidde
len alhier, L. Jongimans, zulks in verband met
zijn benoeming tot adjunct-keurmeester bij
den Keuringsdienst van Waren in het gebed
Alkmaar.
Aangenomen.
De heer Van Breda blijft bezwaar maken
tegen dadelijke afhandeling. Laten wij al. deze
dingen eerst met den directeur bespreken. Na
tuurlijk kan men niet met een handomdraaien
een proef nemen met een onderlegger. Maar om
gekeerd kunnen wij ook niet met een handom
draaien dit voorstel accepteeren.
O-ok de heer B o k -heeft geen nadere inlichtin
gen gekregen waarom het in zee storten van alle
vuil meer kost dan dat van zinkend vuil alleen.
De wethouder geeft zelf toe, dat wellicht later
alle vuil kan worden in zee gestort. Wat de vis
scherij betreft, die zal er geen last van hebben,
dat argument is inderdaad sterk overdreven. Als
men die stoffen ten westen van de havep in zee
gooit, is ér' geen vissclier, die er last van heb
ben zal.
De heer Grunwald Ipd gehoopt, dat het
voorstel-Van Rreda méér ondersteuning zou
vinden.
pe heer Boogaard, wij zich neerleggen bij
de voorstellen van het College, maar meent toch,
dat een proef moet worden genomen mej de on
derlossers- Bevalt dat niet, dan neme men drie
dekschuiten, al zijn de kosten daarvoor ietwat
hooger.
De heer Verstegen meent, dat met al deze
op- en aanmerkingen „alweer een argument om
met den directeur te bespreken" de zaak opzette
lijk weder op de lange baan geschoven wordt.
De huidige plannen zijn ontstaan uit de herhaalde
klachten van de raadsleden omtrent de hooge
kosten van den dienst. Alle gestelde vragen zijn
in de stukken beantwoord, ook die van den heer
Schoeffelenberger. De Marine brengt haar sintels
én asch ook naar buiten. Als men de voorstellen
niet aanvaardt, kost dit dé gemeente veel geld.
De vraag van den heer Bot waarom het meer
kost om al het vuil in zee te storten dan een ge
deelte, kan spr. beantwoorden met de opmer
king, dat voor het drijfvuil weder extra vervoer-
matejria.al noodig is, terwijl dit ook veel verder
in zee moet worden gebracht Bovendien wordt
er dan ook waardevol vuil weggeworpenmest,
•etc., hetgeen economisch een nadeel is. Ook dat
de bèjt zoover weg is, levert nadeden op. 1
De heer Van Breda constateert, dat de wet-'
houder verdachtmakingen signaleert zonder na
men te noemen. Het is niet waar, dat het voor
stel met opzet op dé lange baan geséhoven wordt.
Dit voorstel is ontstaan uit het feit, dat" het vo
rige niet werd geaccepteerd. Nu willen verschil
lende leden nog gaarne besprekingen houden met'
den directeur der reiniging. Verschillende ingrij
pende bezwaren worden geopperd, en het gaat
niet aan hier verdachtmakingen te uiten.
Ook de heer JBo t protesteert tegen de uitla
ting als zou hij de zaak op de lange baan willen
schuiven. Spr. acht het van belang de zaak nog
eens onder de oogen te zien; hij meent niet, datj
het noodig is het drijfvuil zoo ver weg te
brengen.
De heer Van der Veer wijst er op, dat del
heer Verstegen de woorden van den heer Kuiper
belachelijk trachtte te maken. Zijn opmerking
was evenwel volstrekt niet zoo dwaas, want in-r
derdaad dient dit vuil gesorteerd te worden. En'
de burgerij kan daaraan medehelpen. Als lid van
de Commissie is spr. met deze plannen medege
gaan, maar de personeeikwestie acht hij wat ergf
krap opgezet. Daar zal nog wel een mannetje'
bijkomen. Spr. is evenwel geheel leek en als 200-j
danig aanvaardt hij geen verantwoordelijkheid.
De heer Van.Os meent, dat wij met het aan-}
vankelijke uitstel toch resultaten hebben bereikt.}
Het eerste voorstel gif een bezuiniging van
f 8000, dit geeft meer. Wellicht leiden nadere
besprekingen tot nog grootere bezuinigingen. 1
De Voorzitter vraagt of de heer Van'
Breda zijn voorstel tot verdaging handhaaft. De'
zaak is in extenso besproken, de cijfers zijn in
't groot geraamd. Verwacht dé heer Van Breda'1
véél heil van een nadere bespreking? Het heen-'
en weer rijden wordt vermeden en op Alle ma
nieren wordt bezuinigd. Van allé kanten is de
zaak bezien, en over een dag of 14 staan we dan
wederom voor een beslissing.
De heer B o t wilde aanvankelijk tegen het'
voorstel stemmen, maar om<iqt het in elk geval'
een stap in de goede richting is, gaat hij thans,
mee. j,
De heer Van Breda handhaaft zijn voorstel
tot verdaging.
De heer Van Loo motiveert zijn stem. De'
zaAk is al eenige jaren hangende; verschillende'
voorstellen zijn ingediend, besprekingen hierom
trent gehouden, en nog vertrouwt men de zaak
niet. Laat men dan met andere voorstellen ko
men. Spr. voelde aanvankelijk wel voor uitstel,
maar we staan elk jaar opnieuw voor de vraag.
Spr. kan het voorstèl-Van Breda dan ook niet
steunen.
de vlag. 's Is een bijzonder feest, 't Is de of-
ficieele afkondiging van de emancipatie van
den Helder. Daarom wordt in het Hotel „Den
Burg" ook een diné gehouden door de leden
eener oommissie, die sedert geruimen tijd
heeft gearbeid om voor onze woonplaats de
vrijheid te verwerven, welke bij een aan
schrijven van den Minister van Financiën,
dat wij in zijn geheel laten volgen, wordt
verleend. Het stuk luidt:
Afdeeling In- en Uitgaande Rechten.
No. 233.
„De Minister van Financiën, gelet op her
„verzoek door C. Bakker Bz. en andere inge-
„zetenen van den Helder aan Zijne Majesteit
„gedaan, om die plaats tot los- en laadplaats
„voor zeeschepen aantowijzen, brengt namens
„den Koning ter kennisse van adressanten
„dat de gemeente Helder, voor zoo verre zij
„binnen zoodanigen kring der vesting, als
„nader van punt tot punt zal worden aange
wezen, gelegen is, dQor Zijne Majesteit onder
„de los- en laadplaatsen bij in- en uitvoer der
„zee, zal worden aangewezen, zoodra de ver-,
„schillende gebouwen, inrichtingen en schik-j
„kingen, welke door de administratie poodig
„geoordeeld worden, zullen zijn daargesteld en,
„tot stand, gebracht. i
's Gravenhage, 20 Januari 1851.
(was get.) „van Bosse."
Na de lezing van dit stuk zal het ieder dui
delijk zijn (jat er reden bestaat om feest te
vieren, want de zoo lang gewenschte ophef
fing van het onvrij territoir is er door tot stand
gekomen. Wij willen in 't kort verhalen wat
men door onvr|j territoir, verstaat en wie voor
de opheffing er van geijverd hebben.
Omtrent het onvrij territoir bestonden da
volgende bepalingen.
„Langs alle grenzen des lands is eene strook
gronds, aan de landzijde, ter breedte van
5500 Meter, aan de zeezijde ter breedte van
In stemming gebracht, wordt het voorstel met
13 "tegen 5 stemmen verworpen en het voorstel
van het College met dezelfde verhouding aange-,
nomen.Vóór- resjl. tejjetistertimers wafén dé hee-
ren Grunwald, Sthoeffelefiberger, Vah Os, Van
Breda en Bok.
Erfpacht,
Voorstel tot uitgifte van grond in erfpacht
aan J.Roomëijëf.
Aangenomen.
Straatnaam.
Voorst^ tot het geven van een naam aan de
straat evenwijdig loopejide aan de Van IIoo-
gendorpstraat.
Held. Crt. 21 April
Tusschen de heeren Van Breda en Verste
gen ontstaat over deze benaming eenige discussie.
De heer van Breda meent, dat de benoeming naar
een oud-burgemeester rationeeler is, doch dc heer
Verstegfen zet 'uiteen, dat juist voor deze straat de
naam van Limburg Styrumstraat beter is. De naam
van Hogendorpstraat is eigenlijk foutief, maar de
moeilijkheid zit hem in het veranderen van namen
van een groot aantal straten.
Ten slotte vereenigt zich de heer van Breda met
het voorstel, hetwelk met alg. stemmen wordt aan
genomen.
Een negental voorstellen worden achtereenvol
gens 2ondcr discussies of sJemniinÊ aangenomen.
Dit zijn de volgende:
Verkoop Grond.
Voorstel tot verkoop van een stukje grond
aan de LoQdsgt'acht aan A. Klopper.
Erfpacht.
Voorstel tot uitgifte van grond in erfpacht
aan J. H. Staalman c.s.
Voorstel tot uitgifte van gronden in erf
pacht aan C. Bot en M. J. 't Hart; P. J. van
Os; J. Geurts; J. Geurts.
Ruiling van grond.
Voorstel tot ruiling van een stukje grond
aan de Van G-alenstraat met A. Lastdrager.
Zeevaartschool.
Voorstel om ten behoeve voor het onder
wijs api de Zeevaartschool een lokaal van
hët bij-postkantoor aan het Ankerpark te
huren;
Held. Crt. 19 April.
Schattingscommissie Rijksinkomsten-
belasting.
Benoeming van leden van de Sehattings-
comniissie.
Held. Crt. 19 April.
Onvoorziene uitgaven.
Voorstel tot het doen van betaling uit den
post voor onvoorziene uitgaven.
Grondbedrijf.
Voorstellen tot het inbrengen van gronden
in het grondbedrijf.
Schuthok.
Voorstel tot aankoop van den grond waar
op het schuthok staat, noodig voor de ver
betering van de Javastraat.
Men is nu genaderd tot de
Rondvraag.
De heer Grunwald bespreekt de opheffing
van dé voorbereidende klassen der Normaalschool,
waardoor met Mei 22 leerlingen op straat komen
te staan. Deze weten niet waar ze naar toe moe
ten. Hét Rijk bemoeit er zich niet meer mee. Kan
de gemeente ze niet een plaatsje geven op de u.l.o.-
school? vraagt spr. Gelukkig raken we nog niet de
geheele normaalschool kwijt; in-Deventer is onmid-j
dellijk van gemeentewege een nieuwe gesticht. Maar(
in ieder gevAl is voor die leerlingen, die nu een
maal dèzé richting voor hun loopbaan gekozen heb-,
ben, een onderwijskracht noodig.
De Voorzitter antwoordt, dat van ge
meentewege pogingen zijn gedaan déze opleiding'
te behouden. Thans zal worden getracht iets
voor hen te doen.
De heer Van Breda heeft ten vorigen jare
toezegging gekregen van de benoeming eener,
commissie voor het nazien dér rekening, en dringt
alsnog op de samenstêlling daarvan aan.
De .heer Schoeffelenberger vraagt of
het waar is, dat er inzake de navorderingen een;
requèst is ingediend met een groot aantal hand-
teekehingen, dat nog niet op de agenda is ver-:
meld, hoewel het al een week of zes is geleden.1
De heer De Zwart zegt, dat er bij de recla
mes van hedenavond een request is dat behan
deld moet worden. Een tweede request is gericht
aan Gedeputeerde Staten en^komt van daar om
advies bij ,B. en ,W.
Den heer Zondervan is indertijd toegezegd,
een interpellatie omtrent de huren van de wonin
gen van „Volkshuisvesting". Daar door de be
woners reeds een adres aan de regeering is ge
richt, waaromtrent bij de gemeente adhaesie zal
2600 Meter, dat onvrij territoir is, waar zee
schepen niet mogen lossen of laden. Alles wat
zich op dat terrein bevindt, wordt geacht
slüikwaarle zijn, als niet door behoorlijke bil
jetten de aankorhst aldaar wordt gejustifi-
ceerd. Geen invoer mag geschieden, dan langs
de bepaald aangewezen wegen en elke lading
modt naar de evenzeer aangewezen los- en
ladingplaateen Worden aangevoerd, om dóar'
door de ambtenaren met de aangifte te worden
vergelekèn. Ojj dat onvrije territoir mogen
geene magazijnen opgericht, geene goederen
neêrgelegd worden; diiar mogen geene zout
ziederijen, raffinaderijèh, 'brouwerijen, distil
leerderijen, ajjjjninakejjijen, geene spijker-,
papier-, .Wollen stóffcn- of andere groote fa
brieken, ja zelfs geene molëns zonder bijzon
dere verêunriing dés konings worden ópge-
richt; ddar pipgen de ambtenaren onderzoekt
doen ih ajle liuiz^p of panden, waar zij het
aanwezen jan verboden magazijnen vermoe
den ep ieder particulier wordt geacht een ver
boden magazijn te bezitten, als hij zijn voor-,
raad zout boven de vijf kilogram, zijn gedis
tilleerd boven de drie, zijn azijn boven de zes
liter niet met behoorlijke inslagbiljetten weet
te'justifice ren."
(Nu had eene wet van 26 Aug. 1822 van
dpze bepalingen vrijgesteld: allte besloten ste
den en ,forJen, onidat daar de invoer niet
overal, ra&ar alleen lapgs de afgebakende we
gen ën" bepaalde toegangen kon geschieden,
die zeer gemakkelijk zijn te bewaken. Boven
dien' was de',Helder ;bjj koninkljjk besluit van
8 Juli 1844 uitdrukkelijk onder de vestingen
of sterkten van (de eerste of tweede klasse
opgenoemd. Door hooge dijken en fortifica
tiën .ontsloten, was de bewaking gemakkelijk
en nlettegenstapp|de dit alles bleef onze ge
meente Onvry territoir. Wel werd het lossen
van .hopt, steenkool, enz., voor eigen con
sumptie soms toegelaten, maar eindelijk werd
dit doo,r tpsschenkomst van Amsterdainsehe
handelaren ge,weigerd.
aI lil II. l.MJWI1!1 liB I. ll J l Ml mi 1 I)
Ingezonden mededeeling.
MOTOR-
KLEEDING
worden gevraagd, is spr. interpellatie niet meer
noodig.
De heer Zonder van heeft nog een andere
klAc'ht. In de scheden zijn namelijk na de schoon
maak de kachelpijpen weggehaald, zoodat niet
meer kan wórden gestookt. Deze zaak is in
handen bij het College.
De heer Van Loo zou gaarne nog antwoord
ontvangen op een destijds gedane vraag betref
fende den duur van een gasmunt, n.J. hoelang
daatvan gebrand kan worden. Zal worden on
derzocht.
De Voorzitter sluit hierop de openbare
vergadering, waarna de Raad in comité gaat ter
behandeling van reclames pl. dir. belasting.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Muziekschool A. J. Leewens.
In aanvulling op hetgeen wij elders om-
tent de 25-jarige voordrachtsoefening van
de Muziekschool van den heer Leewens me
dedeelden, kunnen wij nog het volgende be
richten:
De Muziekschool werd opgericht 1 Sept.
1895. De le openbare les had in November
1896 plaats in Tivoli, waar ook de 2e en 3e
werd gegeven. Nadien telkens in Casino,
waar, uitgenomen 1916 (wegens kolen- en
lichtnood) tot nu toe de voordrachtoefening
plaats vond.
Van 1897 af waren de opvolgende viool-
leeraren dé heeren: Jacques Vischer, G-.
Hop, Jan Sluis en nu mej. Marcelle de Haas,
terwijl vóór 1914 alsnog verbonden waren
de dames E. Siepkens en Willy von Saher als
leerareressen zang, welk vak thans tot de
competentie van den directeur behoort.
Leerlingen zijn opgeleid en geslaagd voor
diploma N. T. V. en Oratoriumvereeniging,
terwijl anderen slaagden voor toelatings
examen Conservatorium Amsterdam en den
Haag.
Een der telegrafische gelukwenschen
kwam gepasseerden Maandag van een leer
ling (thans gehuwd), die de le openbare
lessen meemaakte en nadien herhaalde ma
len groote en kleine werken begeleidde.
Mej. Sinie Spruit (oud-leerling) begeleidde
Maandag de vioolleerlingen.
Tooneelvereeniging T.a.v.e.n.u.
Bovenstaande vereeniging gaf gisterenavond
voor leden en donateurs haar laatste winter-
soirée, waarbij opgevoerd werd Frederik van
Eeden's blijspel „De Student thuis". Het is
een jeugdstuk van dezen veelzijdigen auteur,
en draagt daarvan alle keniteekenen. Aan
geest ontbrak het den student Van Eeden
geenszins; het stuk is eigenlijk meer klucht
dan blijspel en bezit tal van aardige vondsten,
terwijl de intrigue ook geestig en zeer studen
tikoos is. Het stelt aan de opvoering vrij hooge
eischen, hoogere, dan waaraan de meeste di
lettantenclubs kunnen voldoen. Vooral in het
eerste bedrijf bestaat maar al te zeer de ver
leiding te chargeeren en van het fijn-geestige
en levendige tafereel een drukke, lawaaierige
dronkemansboel te maken. Helaas gebeurde
dit hier. Beter was het tweede bedrijf, al werd
ook hier meer naar den anderen kant gechar
geerd dan des schrijvers .bedoeling was. Het
stuk is bekend genoeg dan dat wij er nog veel
over behoeven te zeggen; een enkel woord
over het spel.
Over het algemeen viel dit te roemen, de
studenten deden erg Studentikoos. De oude
heer Van Til (Swart) had een leuke grime, die
geheel bij zijn rol paste, en gedroeg zich als
eén waardig vader betaamt. Eenig was de
vischboer in het eerste bedrijf (Schuit), zoo
wel door zijn optreden als door zijn geheele
manier 'van doeh. Mejuffrouw Stoker had de
lachers op haar hand door als oude, kromge
groeide dienstbode te füngeèren, in en Uit
Dit gaf aanleiding, dat het Gemeentebe
stuur en de ingezetenen van den Helder zich
bij herhaling tot den Minister van Financiën
wendden met het verzoetk tot opheffing van
dien drukkenden last. Het antwoord op dit
adres was eerst „dat er geene termen beston
den. tot inwilliging van het verzoek", „vervol
gens dat er geene jtermen zijn van de genomene
beschikking terug te komen", later, „dat het
voorschreven verzoek niet kan worden inge
willigd." Bjj geen der antwoorden had de Mi
nister zich verwaardigd om aan de adres
santen dè reden der weigering meê te deelen.
Bij de behandeling der wet op de middelen
in de zitting van 19 December 1849 werden
door de heeren Sloet tot Oldhuis en S. A. de
Moraaz, de laatste volksvertegenwoordiger in
het district Alkmaar, redevoeringen gehou
den in het belang der gemeente Helder, waar
na de Minister verktaarde, dat hij eerlang aan
het verzoek van den Heider hoopte te voldoen.
Nu meenden de ingezetenen niet stil te moe
ten zitten. Er vormde zich op aansporing van
den heer B. R. de Breuk op nieuw eene com
missie, bestaande uit de heeren C. Bakker
Bz., voorzitter, B. R. de Breuk, P. A. Beets,
E. J. Verweijde, J. Schoon, E. Taylor, Jb.
Bakker, S. Lastdrager, J. T. Zur Mühlen,
Gebrs. Janzen, J. v. Herwerden en S. Braaks-
ma, met den heer Mr. N. A. de Lange, als
secretaris, die de handen ijverig aan 't werk
sloeg, met dat gevolg, dat ruim een jaar later
het onvrij territoir voor onze gemeente werd
opgeheven en ze tot los- en laadplaats voor
zeeschepen werd aangewezen.
Na dien tijd hebben tal van schepen te dezer
plaatse gelost en geladen, de handel werd van
meer beteekenis en een nieuw tijdperk van
ontwikkeling is daardoor voor den Helder
aangebroken. Wij zullen later gelegenheid
hebben den invloed na te gaan, welke deze
gebeurtenis op onze woonplaatB gehad heeft.
(Wordt vervolgd).