HELDEU COURANT Herman Nypels, Tweede Blad. HELDER - SGHAGEN. VAN DONDERDAG 26 APRIL 1923. Gemeenteraad van Helder. - Vergadering van Dinsdag. s (Vervolg van het Eerste blad.) Reiniging. Voorstel tot reorganisatie van de Gemeente- Reiniging. Held. Crt. 19 April. De heer 1! o t begrijpt de Bijlage niet goed. De zaak is spr. niet duidelijk; hij vraagt nadere uit eenzetting van het hoofd van den diensttak. Dat het werpen in zee van alle vuil verhooging van kosten medebrengt, begrijpt spr. niet; ook niet dat aankoop van .een motorschuit en het gedeel telijk in zee werpen bezuiniging oplevert. Laten wij <te zaken uit elkaar houden; dat de vuilnis in zee wordt gestort, is uitstekend. Maar daar voor is het door den directeur aangegeven ma teriaal voldoende. De heele buitendienst kan dan worden opgedoekt. Een stortplaats in de ge meente acht spr. niet gewenscht, omdat dan alles in de gemeente blijft. Dan liever het vuil in 'on- derlossers gesmeten in het Kanaal, die regel matig in zee kunnen worden gelost. De heer Van Breda wil ook eerst de zaak liever met den directeur der reiniging bespreken. Meerdere leden zijn het in dezen met spr. eens- De heer Schoeffelenberger vraagt of bet College thans de zekerheid heeft, dat het vuil in zee kan worden gestort. Overigens meent spr., dat de berekening, zooals die gemaakt is, foutief is. Er is o. a. geen rekening gehouden met renteberekening. Ook zal ,het materiaal niet steeds in gebruik zijn en dus een tijdlang rente loos staan. Bij vorst e. d. zal men dan weer paard en wagen meftten gebruiken, enz. Spr. stelt voor de bestaande brikettenfabriek voor het doel: vuilverbranding, te bestemmen. Daar is nog een motor in ook. De proef met een boot met onder- lossers wordt een positieve mislukking. Laat men een proef nemen met een huurboot. Spr. zal tegen de voordracht stemmen. De heer Bok onderschrift een groot deel van dit betoog. Qnderlossers zijn onbruikbaar voor het vervoer van vuil; een proef hiermede zal ongetwijfeld tot een fiasco lijden. Deskundigen hebben spr. verzekerd, dat het vuil, dat in zee gestort wordt, zwaar, zinkend vuil moet zijn, omdat drijvend vuil hinderlijk is aan de visscherij en bij oostenwind. De heer Verstegen meent, dat er weinig positiefs in ingebracht tegen het voorstel van het College. Er wordt gezegd, dat het zal mislukken, maar aangetoond wordt het niet. Het is ook moeilijk aan te toonen. Deskundigen hebben den lieer Bok aangetoond, dat de proef alleen met zinkend vuil kan worden genomen. Ditzelfde had de heer Bok evenwel ook in de stukken kunnen vinden. De onderlossers doen alleen dienst in den winter als er veel zinkend vuil is, liaardasch e. d. Wat huren betreft, de heer Bok zal het met spr. eens zijn, dat het voor een gemeentebedrijf uiterst moeilijk is dit voor een proef van mis schien een paar dagen geheel om te zetten. Juist omdat herhaaldelijk in den Raad aange drongen werd op bezuiniging in dezen tak van dienst, is dit voorstel gekomen, dat inderdaad eene bezuiniging geeft. De geraamde bezuinigin gen zijn zeer matig, d. w. z., dat ze in de praktijk blijken zullen veel grooter te zijn. Hier wordt met. de stukken aangetoond, dat 14500 per jaar kan worden bezuinigd, en dat is toe te juichen. Verschillende berekeningen zijn door het hoofd van de Centrale administratie, in overleg met den directeur der gemeente-reiniging, gemaakt. Beide ambtenaren komen tot de conclusie, dat de thans aangegeven methode de beste is. Als het noodig blijkt alle vuiL in zee te storten, kan dat later altijd geschieden. Hoe spoediger deze reorgani satie thans haar beslag krijgt, hoe beter, op het oogenblik gaan er eiken dag 80 M3. vuil naar de belt. Men begrijpt wat een opcenhooping dat geeft. Er liggen op het oogenblik stapels. Een verbrandingsoven is erg duur, de gemeenten, die hem hebben, gebruiken hem nu eenmaal, omdat1 zij geen andere wijze van opruimen hebben. Spr. geeft in overweging het voorstel aan te nemen. De heer Tielrooij twijfelt niet aan de woor den van den wethouder. Niettemin zijn er belangi rijke opmerkingen gemaakt en vragen gesteld, die niet zijn beantwoord. De directeur der reini ging hééft in 1920 rapport uitgebracht, waarin hij zegt, dat het in zee storten van het vuil zoo'n groot ongerief oplevert. Waaraan is zijn veran derd inzicht van thans te danken? De heer Verstegen antwoordt, dat de mee ning van den heer Maas dezelfde is gebleven. Vandaar, dat hij thans voorstelt alleen het zin kend vuil in zee te storten, niet het drijfvuil. De heer Schoeffelenberge r heeft nog geen antwoord op zijn vraag of men dc toestem ming heeft van Waterstaat voor het in zee wer pen. Spr. meent, dat de visscherij reden tot kla-* UIT DE OUDE DOOS. Helder 1850—1860. L Wat eene deftige i lijk statie zien wij lang zaam door de straten van den ouden Helder zich voortbewegen, wanneer wij in Mei van 1850 ons daar ter plaatse bevinden. De voor naamste ingezetenen zijn er bij tegenwoordig en geen wonder, want het is het geachte hoofd der gemeente, de heer burgemeester J. In 't Velt, die daar statig, grafwaarts ge dragen wordt- De man die, tijdens de opkomst onzer woonplaats zoo veel voor haren bloei heeft gedaan, was ons op den 18 Mei van dal jaar ontvallen en nu bewijst men aan zijn stoffelijk overschot de laatste eer. Wie den droeven stoet volgen, kunnen de opmerking niet onthouden dat de weg naar de algemeene begraafplaats, niet ver van Huisduinen ge legen, noodzakelijk verbetering behoeft, want) het pad daarheen is zoo oneffen, dat de lijk en volgkoetsen gevaar loopen omver te val len. Volgens het gevoelen van velen is een tocht om oen bloedverwant te begraven, niet ontbloot van gevaar zelf zijn graf, althans zijn dood te vinden. Men mag daarover echter het bestuni geen verwijt maken als men ziet en opmerkt hoe veel er in een tijd van spoedige ontwikke ling eener gemeente voor de levenden noodig is. Kort voor zijn verscheiden werkte de heer In 't Velt nog mede aan de voorbereiding tol eene zeer nuttige stichting te Helder. Wi bedoelen het nieuw Algemeen Weeshuis, dat onze woonplaats ten sieraad verstrekt, niet alleen als een gewrocht van bouwkunst, maar tevens om de nuttige strekking. Wee zen van alle christelijke gezindheden worden daar ten koste der gemeente opgenomen en verpleegd. In de Haarl. Courant van 10 Juni gen heeft wegens dit in zee werpen. De heer Verstegen verwijt ons geen positieve voorstellen te doen. Het College komt al evenmin met een positief voorstel Het heeft ook geen zekerheid, a dit plan afdoende is. Spr. heeft gesproken van het stilleggen van de schuiten voor een m.i.ipd of wat, doch kreeg daarop evenmin ant woord. Wat moet er in dit geval met den kapi tein en de dekknechts van die schuit gebeuren? liet voorstel is 'n sprong in het duister. De beer Kuiper vraagt hoe men het zinkend vuil wil scheiden van liet drijvend? Moet de bur gerij er twee vuilnisbakken op na gaan houden? Onderwijs. Voetstel om den onderwijzer aan school iio. 12, C. van Sclieijen, overeenkomstig zijn verzoek eervol ontslag je verleenen ingaande op een nader dopr Burgemeester en Wethou ders te bepalen datum. Eervol verleend. Onderwijs. Voorstel pin aan de openbare lagere school No. 8 onderwijs te geven in de vakken a t/m k, n en o. Held. Crt. 21 April. '15er .Grunwald vraagt hierover het woord. Het is niet spr. gewoonte over onderwijs zaken het woord te voeren, ijiaar spr. vindt, dat *J} W- hier vreemd handelden. Als niet des kundige meent spr., dat hier niet goed door het College is gehandeld- Hier krijgt een hoofd een bizonderc klasse, waar onderwijs wordt gegeven in vakken, die niet tot het lager onderwijs be- hooren. De Inspecteur heeft wel meer adviezen gegeven, die niét bevorderlijk waren aan het on derwijs. Het is niet spr. bedoeling op het onder wijs te bezuinigen, daar men daardoor de volks kracht ondermijnt. Maar de klasse hoort naar spr. meening niet in sthool 8 thuis, maar aan de u.l.o.-school. Zooals het voorstel thans luidt, wordt de klas te groot, waardoor dus weer reor ganisatie noodig zal zijn. Het hoofd zal zich niet voldoende bij den gang van zaken kunnen bepa len. Voor tijdelijk kan spr. zich met dit voorstel vcreenigen, niet echter voor definitief; spr. vraagt of B. en W. het plan hebben een onderwijzer aan te stellen, temeer omdat geen extra kosten noodig zijn daar het RJjk nog tot 1925 vergoedt- De Voorzittef zet uiteen het verloop der ge schiedenis. Geruitnen tijd geleden vervoegde zich het hoofd der m.u.l.o.-school bij spr. met de mede- deeliqg, dat hij last had van jongens der zeevaart school, die op zijn school onderwijs ontvingen. Deze beschouwen het onderwijs geheel als voorbereidend voor de Zeevaartschool, en degvakken, die daar bui ten vallen, interesseeren hen niet. Zoodoende wa ren ze al in een afzonderlijke klasse ondergebracht. De heer Avenarius gaf als oplossing aan deze „zeevaartklasse" aan den heer Blom te geven als 7e klasse. De Inspecteur kon zich tenslotte met de zaak vereepigen. De heer Blom is zeer ingenomen met de verandering, die aan het onderwijs ten goede komt. Wat de kwestie betreft van de andere hoof den spr. denkt hierbij aan het gezegde van een hoofdambtenaar aan het departement van marine, wien men vroeg of hij last had van zenuwenper- soonlijk heb ik er geen last van, maar ik heb wel last van andermans zenuwen. Op deze wijze zal de ambitie voor de 7e klasse toenemen als daar wat meer dan het gewone onder wijs gegeven wordt. Voor andere scholen word*, deze regeling ook overwogen en het verbaast spr. juist van den heer Grunwald dezen toon te hoo- ren. daar het toch ook voor de Ambachtsschool een goede oplossing zou zijn. De vrees, dat Je toeloop te groot zal worden, deel ik ook, maar dat zpu juist een bewijs zijn, dat deze proef zal slagen. De heer De Zwart zet een uitlating nader recht. Niet uit overwegingen van zuinigheid is dit voorstel gedaan, maar juist om het 7e leerjaar aan trekkelijk en daardoor het onderwijs beter te ma ken. De heer H e y b 1 o k meent, dat hij tekort zou doen aan de waardeering voor den arbeid van het College, indien hij niet zeide, dat dit voorstel met instemming ook van de demorratische leden van den Raad was ingediend. Ook dezen willen gaarne medewerken het 7e leerjaar aantrekkelijk te ma ken. De heer Grunwald: Ja, meneer de voorzitter, ik zei al, dat ik me huiverig voelde te spreken over een zaak waarvan ik geen verstand had. De heer Borkert: En nu heb je er spijt van? De heer Grunwald: Integendeel, M. d. V., er blijkt uit deze discussies, dat de bedoeling is even tueel dit ook voor andere scholen in te stellen en dus geen differentie te maken. Het gemeentebe stuur stelt dus aan iederen ouder de gelegenheid open hun kind les te kunnen geven in Engelsch en wiskunde. Spr. geeft verder in overweging bij aan stelling van nieuwe onderwijzers tevens taalacten te eischen. Het voorstel wordt vervolgens aangenomen. Onderwijs. Verzoek vao C. M. Mooleniburgh om eervol ontslag als: a. .voorzitter der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs; b. lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs; c. lid der Commissie van Toezicht op het' Nijverheidsonderwijs. Voorgesteld wordt het ontslag uit de drie betrekkingen eervol te verleenen-, onder dank- 1850 werd een prijsvraag uitgeschreven tot het verkrijgen van een plan voor den bouw van een nieuw weesjpuis alhier. Uit de inge komen antwoorden werd dat van den lieer A. J. Sevenhuijsen, van Amsterdam, den prijs waardig gekeurd en ofschoon dat plan, met het oog op de financiën, eenigszins werd gewijzigd, is het Algemeen Weeshuis, dat wij later afzpnijerlijk zullen bezoeken, in het daarop volgende jaar gebouwd. In Juli van 185Ó werd de plaats van den; overleden burgemeester verviild door de be-; noeming van Mr. Lette van Oostvoorn, die' tot Mei 1853 deze betrekking vervulde, en toen naar elders verplaatst werd. Omtrent dezen tijd, en wel in Juni van 1853, had er nog eene verandering in het Be-' stuur onzer gemeente plaats. De nieuwe ge-, meentewet veroorloofde den toenmaligen secretaris van den Helder, den heer J- Schoon, notaris aldaar, niet langer deze be trekking vereenigd met het notarisambt waar te nemen. Ten gevolge daarvan werd de heer' L. Verhey, eerste commies ter secretarie, van! jongs af daar werkzaam, en om zijn huma niteit door ieder geacht en bemind, tot deze: betrekking geroepen. Door deze benoeming werd Helders secretarie nog meer dan vroe ger eene plaats waar men met de grootste welwillendheid en voorkomendheid niet al leen ieder te woord staat, maar tevens helpt en goeden raad geeft, zoodat dit kantoor, en terecht, als een model, voor vele dergelijke bureaux in ons vaderland kan worden aange wezen. Doch laat ons de secretarie verlaten' om te zien wat daarbuiten voorvalt. Wat. is de reden dat we uit zoo menige wo ning de driekleur zien wapperen? Is het misschien de verjaardag van een lid der ko ninklijke familie? Wel neen, want wjj schrij ven 21 of 22 Januari en dan verjaart er nie mand van het koninklijk huis. W|j willen meêdeelen wat den ingezetenen van onze ge meente aanleiding geeft tot het uitsteken van zegging voor de bewezen diensten. Conform. Keuringsdienst. Voorstel tot het verleenen van een vergoe ding van 100 voor'het jaar 1923 aan den eer vol ontslagen keurmeester bjj den voormali gen Keuringsdienst van voedings- en genotmidde len alhier, L. Jongimans, zulks in verband met zijn benoeming tot adjunct-keurmeester bij den Keuringsdienst van Waren in het gebed Alkmaar. Aangenomen. De heer Van Breda blijft bezwaar maken tegen dadelijke afhandeling. Laten wij al. deze dingen eerst met den directeur bespreken. Na tuurlijk kan men niet met een handomdraaien een proef nemen met een onderlegger. Maar om gekeerd kunnen wij ook niet met een handom draaien dit voorstel accepteeren. O-ok de heer B o k -heeft geen nadere inlichtin gen gekregen waarom het in zee storten van alle vuil meer kost dan dat van zinkend vuil alleen. De wethouder geeft zelf toe, dat wellicht later alle vuil kan worden in zee gestort. Wat de vis scherij betreft, die zal er geen last van hebben, dat argument is inderdaad sterk overdreven. Als men die stoffen ten westen van de havep in zee gooit, is ér' geen vissclier, die er last van heb ben zal. De heer Grunwald Ipd gehoopt, dat het voorstel-Van Rreda méér ondersteuning zou vinden. pe heer Boogaard, wij zich neerleggen bij de voorstellen van het College, maar meent toch, dat een proef moet worden genomen mej de on derlossers- Bevalt dat niet, dan neme men drie dekschuiten, al zijn de kosten daarvoor ietwat hooger. De heer Verstegen meent, dat met al deze op- en aanmerkingen „alweer een argument om met den directeur te bespreken" de zaak opzette lijk weder op de lange baan geschoven wordt. De huidige plannen zijn ontstaan uit de herhaalde klachten van de raadsleden omtrent de hooge kosten van den dienst. Alle gestelde vragen zijn in de stukken beantwoord, ook die van den heer Schoeffelenberger. De Marine brengt haar sintels én asch ook naar buiten. Als men de voorstellen niet aanvaardt, kost dit dé gemeente veel geld. De vraag van den heer Bot waarom het meer kost om al het vuil in zee te storten dan een ge deelte, kan spr. beantwoorden met de opmer king, dat voor het drijfvuil weder extra vervoer- matejria.al noodig is, terwijl dit ook veel verder in zee moet worden gebracht Bovendien wordt er dan ook waardevol vuil weggeworpenmest, •etc., hetgeen economisch een nadeel is. Ook dat de bèjt zoover weg is, levert nadeden op. 1 De heer Van Breda constateert, dat de wet-' houder verdachtmakingen signaleert zonder na men te noemen. Het is niet waar, dat het voor stel met opzet op dé lange baan geséhoven wordt. Dit voorstel is ontstaan uit het feit, dat" het vo rige niet werd geaccepteerd. Nu willen verschil lende leden nog gaarne besprekingen houden met' den directeur der reiniging. Verschillende ingrij pende bezwaren worden geopperd, en het gaat niet aan hier verdachtmakingen te uiten. Ook de heer JBo t protesteert tegen de uitla ting als zou hij de zaak op de lange baan willen schuiven. Spr. acht het van belang de zaak nog eens onder de oogen te zien; hij meent niet, datj het noodig is het drijfvuil zoo ver weg te brengen. De heer Van der Veer wijst er op, dat del heer Verstegen de woorden van den heer Kuiper belachelijk trachtte te maken. Zijn opmerking was evenwel volstrekt niet zoo dwaas, want in-r derdaad dient dit vuil gesorteerd te worden. En' de burgerij kan daaraan medehelpen. Als lid van de Commissie is spr. met deze plannen medege gaan, maar de personeeikwestie acht hij wat ergf krap opgezet. Daar zal nog wel een mannetje' bijkomen. Spr. is evenwel geheel leek en als 200-j danig aanvaardt hij geen verantwoordelijkheid. De heer Van.Os meent, dat wij met het aan-} vankelijke uitstel toch resultaten hebben bereikt.} Het eerste voorstel gif een bezuiniging van f 8000, dit geeft meer. Wellicht leiden nadere besprekingen tot nog grootere bezuinigingen. 1 De Voorzitter vraagt of de heer Van' Breda zijn voorstel tot verdaging handhaaft. De' zaak is in extenso besproken, de cijfers zijn in 't groot geraamd. Verwacht dé heer Van Breda'1 véél heil van een nadere bespreking? Het heen-' en weer rijden wordt vermeden en op Alle ma nieren wordt bezuinigd. Van allé kanten is de zaak bezien, en over een dag of 14 staan we dan wederom voor een beslissing. De heer B o t wilde aanvankelijk tegen het' voorstel stemmen, maar om<iqt het in elk geval' een stap in de goede richting is, gaat hij thans, mee. j, De heer Van Breda handhaaft zijn voorstel tot verdaging. De heer Van Loo motiveert zijn stem. De' zaAk is al eenige jaren hangende; verschillende' voorstellen zijn ingediend, besprekingen hierom trent gehouden, en nog vertrouwt men de zaak niet. Laat men dan met andere voorstellen ko men. Spr. voelde aanvankelijk wel voor uitstel, maar we staan elk jaar opnieuw voor de vraag. Spr. kan het voorstèl-Van Breda dan ook niet steunen. de vlag. 's Is een bijzonder feest, 't Is de of- ficieele afkondiging van de emancipatie van den Helder. Daarom wordt in het Hotel „Den Burg" ook een diné gehouden door de leden eener oommissie, die sedert geruimen tijd heeft gearbeid om voor onze woonplaats de vrijheid te verwerven, welke bij een aan schrijven van den Minister van Financiën, dat wij in zijn geheel laten volgen, wordt verleend. Het stuk luidt: Afdeeling In- en Uitgaande Rechten. No. 233. „De Minister van Financiën, gelet op her „verzoek door C. Bakker Bz. en andere inge- „zetenen van den Helder aan Zijne Majesteit „gedaan, om die plaats tot los- en laadplaats „voor zeeschepen aantowijzen, brengt namens „den Koning ter kennisse van adressanten „dat de gemeente Helder, voor zoo verre zij „binnen zoodanigen kring der vesting, als „nader van punt tot punt zal worden aange wezen, gelegen is, dQor Zijne Majesteit onder „de los- en laadplaatsen bij in- en uitvoer der „zee, zal worden aangewezen, zoodra de ver-, „schillende gebouwen, inrichtingen en schik-j „kingen, welke door de administratie poodig „geoordeeld worden, zullen zijn daargesteld en, „tot stand, gebracht. i 's Gravenhage, 20 Januari 1851. (was get.) „van Bosse." Na de lezing van dit stuk zal het ieder dui delijk zijn (jat er reden bestaat om feest te vieren, want de zoo lang gewenschte ophef fing van het onvrij territoir is er door tot stand gekomen. Wij willen in 't kort verhalen wat men door onvr|j territoir, verstaat en wie voor de opheffing er van geijverd hebben. Omtrent het onvrij territoir bestonden da volgende bepalingen. „Langs alle grenzen des lands is eene strook gronds, aan de landzijde, ter breedte van 5500 Meter, aan de zeezijde ter breedte van In stemming gebracht, wordt het voorstel met 13 "tegen 5 stemmen verworpen en het voorstel van het College met dezelfde verhouding aange-, nomen.Vóór- resjl. tejjetistertimers wafén dé hee- ren Grunwald, Sthoeffelefiberger, Vah Os, Van Breda en Bok. Erfpacht, Voorstel tot uitgifte van grond in erfpacht aan J.Roomëijëf. Aangenomen. Straatnaam. Voorst^ tot het geven van een naam aan de straat evenwijdig loopejide aan de Van IIoo- gendorpstraat. Held. Crt. 21 April Tusschen de heeren Van Breda en Verste gen ontstaat over deze benaming eenige discussie. De heer van Breda meent, dat de benoeming naar een oud-burgemeester rationeeler is, doch dc heer Verstegfen zet 'uiteen, dat juist voor deze straat de naam van Limburg Styrumstraat beter is. De naam van Hogendorpstraat is eigenlijk foutief, maar de moeilijkheid zit hem in het veranderen van namen van een groot aantal straten. Ten slotte vereenigt zich de heer van Breda met het voorstel, hetwelk met alg. stemmen wordt aan genomen. Een negental voorstellen worden achtereenvol gens 2ondcr discussies of sJemniinÊ aangenomen. Dit zijn de volgende: Verkoop Grond. Voorstel tot verkoop van een stukje grond aan de LoQdsgt'acht aan A. Klopper. Erfpacht. Voorstel tot uitgifte van grond in erfpacht aan J. H. Staalman c.s. Voorstel tot uitgifte van gronden in erf pacht aan C. Bot en M. J. 't Hart; P. J. van Os; J. Geurts; J. Geurts. Ruiling van grond. Voorstel tot ruiling van een stukje grond aan de Van G-alenstraat met A. Lastdrager. Zeevaartschool. Voorstel om ten behoeve voor het onder wijs api de Zeevaartschool een lokaal van hët bij-postkantoor aan het Ankerpark te huren; Held. Crt. 19 April. Schattingscommissie Rijksinkomsten- belasting. Benoeming van leden van de Sehattings- comniissie. Held. Crt. 19 April. Onvoorziene uitgaven. Voorstel tot het doen van betaling uit den post voor onvoorziene uitgaven. Grondbedrijf. Voorstellen tot het inbrengen van gronden in het grondbedrijf. Schuthok. Voorstel tot aankoop van den grond waar op het schuthok staat, noodig voor de ver betering van de Javastraat. Men is nu genaderd tot de Rondvraag. De heer Grunwald bespreekt de opheffing van dé voorbereidende klassen der Normaalschool, waardoor met Mei 22 leerlingen op straat komen te staan. Deze weten niet waar ze naar toe moe ten. Hét Rijk bemoeit er zich niet meer mee. Kan de gemeente ze niet een plaatsje geven op de u.l.o.- school? vraagt spr. Gelukkig raken we nog niet de geheele normaalschool kwijt; in-Deventer is onmid-j dellijk van gemeentewege een nieuwe gesticht. Maar( in ieder gevAl is voor die leerlingen, die nu een maal dèzé richting voor hun loopbaan gekozen heb-, ben, een onderwijskracht noodig. De Voorzitter antwoordt, dat van ge meentewege pogingen zijn gedaan déze opleiding' te behouden. Thans zal worden getracht iets voor hen te doen. De heer Van Breda heeft ten vorigen jare toezegging gekregen van de benoeming eener, commissie voor het nazien dér rekening, en dringt alsnog op de samenstêlling daarvan aan. De .heer Schoeffelenberger vraagt of het waar is, dat er inzake de navorderingen een; requèst is ingediend met een groot aantal hand- teekehingen, dat nog niet op de agenda is ver-: meld, hoewel het al een week of zes is geleden.1 De heer De Zwart zegt, dat er bij de recla mes van hedenavond een request is dat behan deld moet worden. Een tweede request is gericht aan Gedeputeerde Staten en^komt van daar om advies bij ,B. en ,W. Den heer Zondervan is indertijd toegezegd, een interpellatie omtrent de huren van de wonin gen van „Volkshuisvesting". Daar door de be woners reeds een adres aan de regeering is ge richt, waaromtrent bij de gemeente adhaesie zal 2600 Meter, dat onvrij territoir is, waar zee schepen niet mogen lossen of laden. Alles wat zich op dat terrein bevindt, wordt geacht slüikwaarle zijn, als niet door behoorlijke bil jetten de aankorhst aldaar wordt gejustifi- ceerd. Geen invoer mag geschieden, dan langs de bepaald aangewezen wegen en elke lading modt naar de evenzeer aangewezen los- en ladingplaateen Worden aangevoerd, om dóar' door de ambtenaren met de aangifte te worden vergelekèn. Ojj dat onvrije territoir mogen geene magazijnen opgericht, geene goederen neêrgelegd worden; diiar mogen geene zout ziederijen, raffinaderijèh, 'brouwerijen, distil leerderijen, ajjjjninakejjijen, geene spijker-, papier-, .Wollen stóffcn- of andere groote fa brieken, ja zelfs geene molëns zonder bijzon dere verêunriing dés konings worden ópge- richt; ddar pipgen de ambtenaren onderzoekt doen ih ajle liuiz^p of panden, waar zij het aanwezen jan verboden magazijnen vermoe den ep ieder particulier wordt geacht een ver boden magazijn te bezitten, als hij zijn voor-, raad zout boven de vijf kilogram, zijn gedis tilleerd boven de drie, zijn azijn boven de zes liter niet met behoorlijke inslagbiljetten weet te'justifice ren." (Nu had eene wet van 26 Aug. 1822 van dpze bepalingen vrijgesteld: allte besloten ste den en ,forJen, onidat daar de invoer niet overal, ra&ar alleen lapgs de afgebakende we gen ën" bepaalde toegangen kon geschieden, die zeer gemakkelijk zijn te bewaken. Boven dien' was de',Helder ;bjj koninkljjk besluit van 8 Juli 1844 uitdrukkelijk onder de vestingen of sterkten van (de eerste of tweede klasse opgenoemd. Door hooge dijken en fortifica tiën .ontsloten, was de bewaking gemakkelijk en nlettegenstapp|de dit alles bleef onze ge meente Onvry territoir. Wel werd het lossen van .hopt, steenkool, enz., voor eigen con sumptie soms toegelaten, maar eindelijk werd dit doo,r tpsschenkomst van Amsterdainsehe handelaren ge,weigerd. aI lil II. l.MJWI1!1 liB I. ll J l Ml mi 1 I) Ingezonden mededeeling. MOTOR- KLEEDING worden gevraagd, is spr. interpellatie niet meer noodig. De heer Zonder van heeft nog een andere klAc'ht. In de scheden zijn namelijk na de schoon maak de kachelpijpen weggehaald, zoodat niet meer kan wórden gestookt. Deze zaak is in handen bij het College. De heer Van Loo zou gaarne nog antwoord ontvangen op een destijds gedane vraag betref fende den duur van een gasmunt, n.J. hoelang daatvan gebrand kan worden. Zal worden on derzocht. De Voorzitter sluit hierop de openbare vergadering, waarna de Raad in comité gaat ter behandeling van reclames pl. dir. belasting. PLAATSELIJK NIEUWS. Muziekschool A. J. Leewens. In aanvulling op hetgeen wij elders om- tent de 25-jarige voordrachtsoefening van de Muziekschool van den heer Leewens me dedeelden, kunnen wij nog het volgende be richten: De Muziekschool werd opgericht 1 Sept. 1895. De le openbare les had in November 1896 plaats in Tivoli, waar ook de 2e en 3e werd gegeven. Nadien telkens in Casino, waar, uitgenomen 1916 (wegens kolen- en lichtnood) tot nu toe de voordrachtoefening plaats vond. Van 1897 af waren de opvolgende viool- leeraren dé heeren: Jacques Vischer, G-. Hop, Jan Sluis en nu mej. Marcelle de Haas, terwijl vóór 1914 alsnog verbonden waren de dames E. Siepkens en Willy von Saher als leerareressen zang, welk vak thans tot de competentie van den directeur behoort. Leerlingen zijn opgeleid en geslaagd voor diploma N. T. V. en Oratoriumvereeniging, terwijl anderen slaagden voor toelatings examen Conservatorium Amsterdam en den Haag. Een der telegrafische gelukwenschen kwam gepasseerden Maandag van een leer ling (thans gehuwd), die de le openbare lessen meemaakte en nadien herhaalde ma len groote en kleine werken begeleidde. Mej. Sinie Spruit (oud-leerling) begeleidde Maandag de vioolleerlingen. Tooneelvereeniging T.a.v.e.n.u. Bovenstaande vereeniging gaf gisterenavond voor leden en donateurs haar laatste winter- soirée, waarbij opgevoerd werd Frederik van Eeden's blijspel „De Student thuis". Het is een jeugdstuk van dezen veelzijdigen auteur, en draagt daarvan alle keniteekenen. Aan geest ontbrak het den student Van Eeden geenszins; het stuk is eigenlijk meer klucht dan blijspel en bezit tal van aardige vondsten, terwijl de intrigue ook geestig en zeer studen tikoos is. Het stelt aan de opvoering vrij hooge eischen, hoogere, dan waaraan de meeste di lettantenclubs kunnen voldoen. Vooral in het eerste bedrijf bestaat maar al te zeer de ver leiding te chargeeren en van het fijn-geestige en levendige tafereel een drukke, lawaaierige dronkemansboel te maken. Helaas gebeurde dit hier. Beter was het tweede bedrijf, al werd ook hier meer naar den anderen kant gechar geerd dan des schrijvers .bedoeling was. Het stuk is bekend genoeg dan dat wij er nog veel over behoeven te zeggen; een enkel woord over het spel. Over het algemeen viel dit te roemen, de studenten deden erg Studentikoos. De oude heer Van Til (Swart) had een leuke grime, die geheel bij zijn rol paste, en gedroeg zich als eén waardig vader betaamt. Eenig was de vischboer in het eerste bedrijf (Schuit), zoo wel door zijn optreden als door zijn geheele manier 'van doeh. Mejuffrouw Stoker had de lachers op haar hand door als oude, kromge groeide dienstbode te füngeèren, in en Uit Dit gaf aanleiding, dat het Gemeentebe stuur en de ingezetenen van den Helder zich bij herhaling tot den Minister van Financiën wendden met het verzoetk tot opheffing van dien drukkenden last. Het antwoord op dit adres was eerst „dat er geene termen beston den. tot inwilliging van het verzoek", „vervol gens dat er geene jtermen zijn van de genomene beschikking terug te komen", later, „dat het voorschreven verzoek niet kan worden inge willigd." Bjj geen der antwoorden had de Mi nister zich verwaardigd om aan de adres santen dè reden der weigering meê te deelen. Bij de behandeling der wet op de middelen in de zitting van 19 December 1849 werden door de heeren Sloet tot Oldhuis en S. A. de Moraaz, de laatste volksvertegenwoordiger in het district Alkmaar, redevoeringen gehou den in het belang der gemeente Helder, waar na de Minister verktaarde, dat hij eerlang aan het verzoek van den Heider hoopte te voldoen. Nu meenden de ingezetenen niet stil te moe ten zitten. Er vormde zich op aansporing van den heer B. R. de Breuk op nieuw eene com missie, bestaande uit de heeren C. Bakker Bz., voorzitter, B. R. de Breuk, P. A. Beets, E. J. Verweijde, J. Schoon, E. Taylor, Jb. Bakker, S. Lastdrager, J. T. Zur Mühlen, Gebrs. Janzen, J. v. Herwerden en S. Braaks- ma, met den heer Mr. N. A. de Lange, als secretaris, die de handen ijverig aan 't werk sloeg, met dat gevolg, dat ruim een jaar later het onvrij territoir voor onze gemeente werd opgeheven en ze tot los- en laadplaats voor zeeschepen werd aangewezen. Na dien tijd hebben tal van schepen te dezer plaatse gelost en geladen, de handel werd van meer beteekenis en een nieuw tijdperk van ontwikkeling is daardoor voor den Helder aangebroken. Wij zullen later gelegenheid hebben den invloed na te gaan, welke deze gebeurtenis op onze woonplaatB gehad heeft. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 5