MM
BABBEL-UURTJE OVER MODE.
„Fantasie de Plumes...."!
Het ging goed!
Het ging uitstekend!
Ik voelde ine buitengewoon op m n gomalc
ln de kleine zitkamer van het eenvoudige,
doch smaakvolle heerenhuis, waarin ik op
den bewusten middag verzeild geraakt was
om zooals mijn lezeressen weten een
journalistiek'bezoek te brengen aan het mo
derne handels-artikel, dat „paying Guest
jhflfttl n
Nu deze paying guest oftewel: logée,
die haar inwoninghonoreert, was van een
bijzonder prettige soort. Het was in het ge
heel geen handelsartikel, maar eep aller
aardigst innemende jonge vrouw, kwiek en
toch rustig uiterst voorkomend en van
een heerlijke Fransche gratie.
Zo was genoodzaakt in de stad Amster
dam verblijf tehouden in verband met een
werkzaamheid, welke haar was opgedragen
aan het Fransch Gener aal-Consulaat, aldaar.
En van deze gelegenheid 'had ze nu gebruik
gemaakt om de prettige omstreken van
Amsterdam in hot bijzonder het onvol-
prezen Gooi eens van nabij te leeren
kennen.
Vandaar dat ze bij een familie te Dus-
sum uit „logeeren" tegen betaling van een
zekeren pensionprijs, inplaats van op uit-
noodiglng.
En daardoor was ze.Paying GuestI
En we babbelden maar.
Met haar innemende voorkomendheid
praatte ze zonder ophouden over het onder
werp waarvoor ik in het bijzonder gekomen
was: n.'l. over de medegebrachte garderobe!
En en passant liet ze maar zien.
Eensklaps zag ik tussohen een 'paar luch
tige japonnetjes Iets schemeren.iets
donzigs wulverlgs.Het voorwerp er
voorzichtig tussohen uit halen was het werk
van een oogenblik en in m'n handen Meld
ik een hoopje dons en veeren
In voor inijn beseffing grillige wanorde
was deze hoop vastgenaaid op z.g. gaze de
solo.
Maar mijn vriendelijke gastvrouw nam
het van mij' over enéén, twee, drie.
hing het hieele gevul haar om de schouders
en vertoonde zij zich voor mijn verbaasde
op de wijze zooaïa op plaat I te zien is.
En wat was het nu?
Een kleine cape gemaakt op een on
dergrond van „gaze de soie", van Marabout
randen en struisveerranden beginnend
aan den hals met drie maraboutranden,
daarna een struisveerrand.dan weer
drie maraboutranden en dan weer een struis
veerrand. en zoo doorgaand tot er van
ieder vijf herhalingen waren 1
Ziedaar!
Het was uiterst eenvoudig en niettemin
een beeldig, sierlijk „dingie" prachtig ge
schikt om 's zomers-avonds mee te nemen
naar ooncert- of restaurant-tuin of voor een
avondwandeling. Bovendien zeer aangewe
zen om 's wintersavonds voor schouwburg
of bal dienst te doen en nog voor duizend
en een andere gelegenheden meer.
Toen we nu eenmaal aan het „veeren"
thema doende waren, kreeg ik in verband
daarmee nog meer te zien.
Daar was dan b.v. in de eerste plaats nog
een kleine „col" om zoo luchtigjes weg bij,
een japon op straat te dragen. Deze was
samengesteld uit drie maraboutranden voor
de kol en een touf van lange struisdraden
sloot haar af.
Herblj was er een snoep van een taschje
voor avondgebruik, geheel zwart gehouden.
De sluiting was van zwart hoorn, de tasch
zelf van zwarte moiré-zijde en de versiering
was weer van zwarte lange struisveer 1
En ten slotte voor eenvoudige bruin-
zijden japon bestemd: was daar nog een
kunstig gemaakte heupceintuur.
Aan een rij van uit struisveer gemaakte
roosjes Mng een franje van lange struisveer
draden, terwijl het geheel sloot met twee
igrootere roosjes.
En om dan de pret als het ware te vervol
maken, kreeg ik te zien een klein avond
schoentje van satijn, waarop ook al heel ge
makkelijk ten einde het eventueel toilet
van struisveer geheel compleet te maken
een toufje van struisveer te bevestigen
was. ...I 1
Zoo kon dus deze vrouw met Ibehulp van
volstrekt eenvoudige hulpmiddelen want
in vertrouwen: het zag er alles gewichtiger
uit dan het em te maken of o m te koop en
wasl zich op een oogenblik kleeden „in
het struisveer", waarbij dan alles van de
Weeding „navanana" was!
En ik dacht zoo bij me zelve: Jawel
deze vrouw is nu een teero, slanke, zelfs
fraglle vrouw om te zien en zij kan dus zon
der bezwaar al dit zachts en luchtigs dra
gen. Bovendien zal niet iedere jonge smaak
volle Hollandsohe vrouw het aandurven om
maar dadelijk in „struisveer" te wandelen.
Maar zoo dacht ik dat is ook maar
bijzaak i De hoofdzaak is de idee, om een
oompleete kleeding door een en dezelfde ver
siering of materiaal-aanwending „af" te ma-
kon.
En wat dan kan van struisveer- en rnara-
boutmaterlaal, dat kan ook van stof of van
wol of van bepaalde kleuren, of van kant
of van kralen of van honderdduizend andere
dingen.
Dit zei ik als mijn simpele meening aan
de gastvrouw!
En zij was het volmaakt met mij eens
zeggende, dat het allemaal alleen maar aan
kwam op de durf en de smaak en de vin
dingrijkheid van de vrouw.zelfl
[Hiermede was mijn bezoek voor dezen
middag afgeloopen on ha een hartelijk, af
scheid een vervolg-bezoek vastgesteld op.
een middag in de aanstaande week.
KLEINIGHEDEN.
Aangesneden kaas kan men goed houden als
men ze in een met zont water bevochtigde
doek wikkelt.
'Zeemleeren lappen blijven zacht en schoon
wanneer men1 ze na het gebruik flink wascbt
met zout water eni ze dian naspoelt in laiuw
water waarin een paar druppels glicerine.
Om te kunnen vaststellen of op azijn of zuur
ingemaakte viscb, zooals gemarioneerde ha
ring, augurken en uitjes of andere soorten
ingemaakte levensmiddelen (nog wel goed zijn
na eenigszins langdurig bewaren, is het aan
te bevelen zooveel mogelijk in te maken in
wijde en open flesschen waarvan, de opening
kan worden, gesloten met een overtrek van
peifeament of perkamenltpapier.
Dit ils dan tegelijk de oontrolemeter. Want
wanneer blijkt dat het perkamenten deksel
langzaam, bol naar boven gaait staan, dan is
dit bet toeken dat de inhoud aan het beder
ven ia
Trekt het Vlies 'daarentegen hol en strak
naar binnen dan is alles in orde!
Als iets overkookt strooie men dadelijk een
weinig zout op de kachel of de gasplaalt op de
plaats waar 'het overgekookte te land geko
men is. In de eerste plaats voorkomt dit het
ontstaan van vlekken in de tweede plaats
voorkomt het de ^ebniikelijlke onaangename
reuk, zooals b.v. bij het overkoken van melk.
Haarborstels kan men reinigen ddor twee
borstels dicht met meel te bestrooien en deze
dan beide tegen eikaaT te wrijven. Ook was-
sohen met lauw salmiakwater en naspoelen
met lanw-koud water heeft hetzelfde resul
taat.
Geelgeworden goéd, dat weer blank ge
maakt worden moet wascht men goed uit
of nog liever wanneer het dit verdraagt,
kan men het uitkoken. Daarna wrijft imcn het
rijkelijk met witte zeep in, overgiet het met
kokend water waarin wat borax is opgelost en
dekt daarna alles toe tot het vanzelf koud ge
worden is. Hierma bleekt men het een nacht
lang!
De Dokter.
Zoo zoodus dokter Fransen heeft
het niet tot echtgenoot van Clara kunnen
brengenHeeft Clara het uitgemaakt?.
Ja en ik wil je eens wat vertellen?.
Hij heeft haar niet alleen zijn cadeaux terug
gevraagd maar hij heeft haar een rekening
ingediend voor zevenenveertig gemaakte
visites!
OVER MIBDAAD EN MISDADIGERS.
door Leo Folix.
Opsporing door «Itfnatemont,
Wij hebben reeds terloops opgemerkt, dat
naari het dwtylowopÏÏKk
hoe langer boo meer alle andere voi '"R",
nog «rider» methoden bestaan ter opsporing
of norkennlna van verdachten, vcrmiaten en
andere gezochte personen.
Een methode, die geruim» tijd ln zwang
Is geweest on nog gebruikt wurdt ls het
.stoom van don Franaohman Bartlllom ook
wel „Bertülonago" of „ie portrait parté gc-
n°Bortillon ging uit van d'e stelling, dat het
menschélijk beenderstelsel vanaf het twin
tigste jaar geen merkbare veranderingen,
wat de afmetingen betreft, meer ondergaat
en dat de. verhoudingen tusschen die afme
tingen bij geen twee personen hetzelfde zijn.
De juistheid van deze stelling is natuurlijk
élechts aan te toonen langs den weg der
waarschijnlijkheidsrekening en wordt beves
tigd door de praktijk. Bertillon liet van den
betrokken persoon elf maten nemen, name
lijk: lengte en breedte van het hooiu, lengte
van den middelvinger van. de linkerhand,
i'dem vain den linkervoet, idem van do lin-
ker-beruedeniarmi, de lengte van het lichaam,
de lengte van d# pink van de linkerhand,
lengte en breedte van het rechter-oor, de
spanwijdte der uitgestrekte armen en de zit
hoogte. (van bekleen tot schedel). Bovendien
stelde hij de kleur der oogen vast naar een
indeeling in zeven klassen. Daarbij werd ge
voegd een nauwkeurige beschrijving van het
lichaam en de daarop en aan voorkomende
bijzondere kenteekenem. Deze bijzonderhe
den werden op een kaart geschreven (van
vastgesteld model), waarop die gewone gege
vens (naam, adres, enz.) evenmin ontbraken,
evenals het dachtyloacopisch signalement.
Door de goedgekozen indeeling in klassen,
afdeelingen, secties, enz., werd mogelijk op
do eenvoudigste manier na te gaan of en
waar zich een bepaald! signalement in de ver
zameling vond.
De Bertülonage is bijna overal in gebruik
genomen en in vele landen ook in ons
land heeft men een oentrale verzameling
aangelegd, welke in voorkomende gevallen
kan worden geraadpleegd.
Tooh raakt aè laatste jaren de Bertlllonage
meer en meer in onbruik en moet het terrein
afstaan aan do dactyloscopie. Zoo werden in
Berlijn, om een voorbeeld' te noemen in
191.0 462 signalementen volgens Bertillon, in
1911 slechts 242, opgenomen. De reden Mer-
van is, dat men voor de Bertülonage over
nauwkeurige meetinstrumenten en geoefen
de opmeters moet beschikken en dat dnn nog
de kans op onnauwkeurigheden die ver
warrend werken blijft bestaan. Ook kost
deze methode veel en veel meer tijd dan de
dactylosoople [hetzelfde geldt voor de foto
grafische opname (metrische fotografie) van
3e plaats des misdrijfs volgens Bertillon.]
Uit hetgeen wij ovor de dactyloscopie
schreven, zal het vel voldoende duidelijk
zijn, dat dit hulpmiddel verre de voorkeur
heeft, omdat het betrekkelijk eenvoudig is
en veel meer „zegt", l
Overal zien we dan ook langzaamaan de
anthropometrlsohe h erkonningsm othod e ver
drongen worden dooii de dactyloscopie, die
vooral door Helndl tqt een groote volmaakt
heid is opgevoerd. Dporom meenen wij dan
ook met deze korte beschrijving te mogen
volstaan.
0*0
Ter afwisseling bieden wij den lezer dit
maal een beschouwing over
Openlucht-gevangenissen.
De minister van Justitie heeft besloten dat
de proef met de openluohtgevangenissen" te
Veenhuizen, zooals de gevangenis ln Veen-
huizen I wel .genoemd wordt, zal worden
voortgezet, schrijft het Maandblad v. Berech
ting en Reclaseering. Onder den druk der
overtalrijke straffen in den oorlogstijd en
met het doel door een krachtigen maatregel
het mogelijk te maken den achterstand' in de
executie van opgelegde gevangenis-straffen
op te ruimen, werd in 1917 een wet aange
nomen, krachtens welke het veroorloofd
werd, in afwijking van het cellulaire systeem,
te Veenhuizen de gevangenisstraffen in ge
meenschappelijke opsluiting te executeeren.
De maatregel had in zoover het resultaat dat
gewenseht werd', dat inderdaad plotseling
zonder aanmerkelijke kosten een groote
extra gevangenisruimte geschapen werd,
wiaarin achtereenvolgens eenige duizenden
gevangenen hun straftijd zonder al te veel
uitstel konden ondergaan. Nu echter aldus
het geval er toe lag, dat in ons land door de
omstandigheden onopzettelijk een proef met
gemeenschappelijke opsluiting werd geno
men, die door velen reeds geruime®! tijd uit
meer principieele overwegingen werd aan
bevolen ter gedeeltelijke vervanging van het
stelsel nu werd de belangstelling van bree-
de groepen gericht op Veenhuizen.
Deze proef zal worden voortgezet met een
gevangenisbevolking van hoogstens 120 man.
Dit vormt dus een ingrijpend verscMl met
de wisselende massabevolking, die er tijdens
de laatste oorlogsjaren .door de Veenhuizen-
gevangenis trok.Voor die 120 man zullen wor
den uitgekozen de beste veroordeelden. Maar
wat zijn de beste en volgens welk criterium
zal over opname in Veenhuizen worden be
slist? Besloten is, dat zoo weinig mogelijk
criteria zuüen worden voorgeschreven, maar
dat als algemeen criterium zal worden opge
geven: wordt de veroordeelde al of niet ge
schikt geoordeeld om in een groep van ge
meenschappelijk opgesloten gevangenen te
worden opgenomen, van leeftijd noch op
grond van recidieve of duur van straf. Hei
spreekt echter van zelf, dat zekere practisohe
beperkingen zullen gelden. Zoo zullen over
het algemeen geen mannen met minder dan
twee maanden straf worden opgenomen, ter
wijl als regel ook geen personen met een lam
gere straf dan anderhalf jaar zullen worden
gekozen. Ook zullen vrijwel uitsluitend man
nen worden uitgezonden, die geschikt, zijn
voor landarbeid' (niet alleen landarbeiders,
maar alleen personen, die uit hoofde van hun
licbaméiyko gesteldheid geschikt voor dien
arbeid zijn). Een verdere, en in. dit stadium
van de proef ongetwijfeld uitstekende be
paling is, dat alleen mannen zuüen worden
gezonden, die met bun voüe bewilliging en
gaarne naar de gevangenis in gemeenschap
gaan.
Zoowel veroordeelden, die reeds in de ge
vangenissen zijn opgesloten, kunnen worden
overgebracht naar Veenhuizen als andere,
die reeds dadelijk bij den aanvang van hun
Straf in Veenhuizen worden ondergebracht.
Het spreekt vanzelf, <1*t de
de vlottende bwotkLrvan
van hei ttllorfiwotsohe ouantt oplovtrt, wflwrj
weliAften of m Men vandeproef
kan wwlen boillft. Die kfu\d1llshfiSL')'ï,
(o, 1,. twrcohi) gecentraliseerd, Allo hiervoor
in aanmerking komende gevallen
aan de beoordeling van «Tón. u&l^M tcr
ReolMieering onderworpen, Bovendien
wordt aan den Hoofd-Dlrwtour van Ve«jj£
zon do bevoegdheid' gogevoü om ©Ikon ver»
oordeelde, dio hem wordt toegezonden, om
de enkele rwum, dat dl© persoon, hetzij ree da
terstond hetzij na een tijd van kennismaking,
ongesohikt blykt voor de gevangenis in ge
meenschap, eenvoudig weg te zenden naar
een gewone gevangenis. Ook dit schijnt ons
een zeer waardevol en zeer noodzakelijk, ele
ment in de nieuwe proefneming: de Dirce-
teur van dien het welslagen, mede ln ver
band met wat wij straks nog zullen mede-
d'eelen, in de allerhoogste mate afhankelllk
is, behoort een zeer groote mate van gezag
en van vrijheid van handelen te hebben
die hij dan ook krijgt. tJ. a
Wat den arbeid betreft: die zal uitrit: itenu
bestaan (behalve in huisarbeid) in landar
beid, onder technische leiding van burger-
voorwerkers, op dé uitgestrekte terreinen
in de omgeving van Veenhuizen I; de fa
brieksarbeid aldaar zal worden gestaakt.
Menigeen zal. zich, dit lezende, reedis ver
baasd hebben hoe het mogelijk is, dat een
proef als deze, die veel geld zal eiscfcion, in
dézen tijd van bezuiniging genomen wordt.
Het antwoord is eenvoudig. Men zal de proef
nemen met inachtneming van dé bezuini
ging. Dat heeft het allerbelangrijkste gevolg,
dat besloten is die „openluchtgevanglküs" te
laten functioneeren zoo goed als zonder be
waking. Van militaire bewaking, zooals die
bij de aanvankelijke proef werd ingesteld,
zal eenvoudig geen sprake meer zijn. En de
bewaking door gevangenisbewaarders zal be
perkt worden tot het denkbare minimum. In
het geheel zal de 'bewaking van die 120 man
worden toevertrouwd aan een paar bewakers,
die dus in de dagverblijven, waarin groepen
van elk ongeveer 60 man zullen worden sa
mengebracht, elk zulk een groep te bewaken
zullen hebben, terwijl dezelfden, ook wanneer
de geheele bevolking op het land werkt, met
de „bewaking" van die allen zullen zijn be
last. Behalve deri Directeur, een paar be
waarders en het noodigo administratief en
huishoudelijk personeel, geen andere ambte
naren of beambten 1n dienst van deze gevan
genis met 120 veroordeelden van 2 maanden
tot 1 llt jaar toe.
'Wat moeten wij daarvan zeggen? In de
eerste plaats dit. Dat het alléon aan een man
van eminente gaven gegeven kan zijn een
dergelijke proef tot succes te voerea Wij
kennen Directeur Franck, die, in de zeer
moeilijke jaren dl© achter ons liggen, te
Veenhuizen I zijn sporen verdiend en zijn
gaven getoond heeft, en dat geeft ons vol
vertrouwen ln het welslagen van het expe
riment. En ln do tweede plaats moeten vjj
dit opmerkea Dat het bijna onvermijdelijk
is, dat, bij de leiding van oen zoo betrekke
lijk groote gevangenisbevolking door een
uiterst gering aantal gevangenispersoneel,
de Directeur een beroep doet op de krachten
onder do gevangenisbevolking zelf om een
Êoed fuaiotloneeren van het geheel te verze-
eren en om een geest onder die bevolking
wakker te roepen en te onderhouden die aan
het gevangenlsleven tot steun en tot eer zal
strekken.
Indien de proef slaagt zal zij ©en gelukkig
voorbeeld zijn van wat ondanks de heer-
schende bezuiniging en wellicht zelfs ten
deelo ten gevolge van de bezuiniging kan
worden tot stand gebracht
Doorzien.
Nou Is me die steenkool alweer opgesla
gen, zei hij.
Zool zei zijl.
Ja, en de huren mogen met 50 procent
verhoogd worden, t Is tem verschrikkelijk!
Zeg, riep ze opstuivend, als je soms je
engagement wil verbreken, zeg het dan liever
ronduit; ik houldl niet van menschen; die altijd
langs omwegjes op hun doel afgaan.
De Schoonzoons.
Waar zal mevrouw Dilbbes au heengaan,
nu allebei haar dochters getrouwd zijn, naar
haar schoonzoon in Haanlem of naar baar
'schoonzoon dn Utrecht?
De een wü haar in Haarlem en de ander
in Utrecht hebben.
Jongen I dan heeft ze het getroffen, zulke
schoonzoon® Vindt je niet overal.
Iloe bedoel je? Die uit Haarlem wü haar
ln Uitrecht en .die uit Uitrecht wil haar in Haar
lem hebben.
Verkeerd begrepen.
Dus je hebt Friedla gevraagd je vrouw
te worden?
Ja, maar ik heb geon géluk bij haar ge
had; ze vroeg me naar mijn vooruitzichten.
Nou, en1 heli je haar dan niet van. ie rij
ken erfoom verteld?
Da's juist miijn ongeluk geweest, Friada
is nu mijn tante.
'Fabriekseigenaar: Neen, ik heb tot mijn
spujit geen 'betrekking voor u. Ik krijg zooveel
memsohen, die .mij om een betrekking vragen,
dait ik niét eens hun nomen kan onthouden.
Sollicitant: Zou u mij dan niet kunnen
gébruiken om daar een lijst van b'ij te houden?
Juist ddorttm.
Jonge echtgenoot: Ik heb je toch gete
legrafeerd, dat je je moeder niet i zou mee
brengen?
Jonlge vrouw: Daarom wü ze je tuist
spreken; ze heeft hét telegram gelezen.
Hot voornaamste.
«SSïïtoJ?- i"*> """"O"
'Man, bitter: Wat ze kosten.
Wel erg!
Heer: Ben je werkelijk zoo anm?
Landjooper: Artm? Als een heel ™,t
ren één dubbeltje kostte, Jan zou'ik nïg itet
eens ge d genoeg hebben om één amS van
een vest te koopen. A an
dwaallichtje.
Daar was eens een klein Dwaallichtje «n op
een uvond kreeg dit Dwaallichtje van den Ko-
ning van alle Dwaallichtje» een nieuwe lanta
ren, heel mooi en schitterend. t
Het is een toover-lan torent je'zei de Ko
ning. „Pas op, dat je het goed gebruikt."
Daar ging het Dwaallichtje het boseh door
zoo snel als zijn voetjes hom dragen konden.
Juist vloog mijnheer uit zijn nest, toen het
Dwaallichtje langs ging. „Oehoe, oehoe!riep
heer Uil: „Doe dat aisjebüeft niet
Maar het ondeugende Dwaallichtje lac.ite
alleen en holde door. En heer Uii moest achter
hem aan vliegen, want elk, die het tooverian-
tarentje zag, móést het volgen, of hij wilde of
niet
Daar ontmoetten ze juffrouw Muis, die zich
haastte om thuis te komen.
Klik eens naar mijn mooi nieuw lantaren
tje!" riep het Dwaallichtje. En hij zwaaide het
heen en weer voor juffrouw Muis.
„Alsjeblieft, doe dat niet!" piepte juffrouw
Muis. „Mijn kindertjes wachten op me. Het is
al over hun tijd!"
Maar bet slechte Dwaallichtje lachte alleen
en rende weer verder door het bosch. En mijn
heer UU en juffrouw Muis moesten hem
volgen.
Daar kwam ze voorbij een hol onder een
boomwortel én juist stapte heer Vos naar bui
ten. „Kijk eens naar mijn mooi nieuw lanta
rentje!" riep het Dwaallichtje en hij zwaaide
zijn lantarentje heen en weer voor de oogen
van mijnheer Vos.
„O, doe dat aisjebüeft niet," blafte heer V os.
„Ik moet op jacht naar voedsel voor mijn
vrouw en kinderen 1"
Maar het slechte Dwaallichtje schaterde al
leen en voort ging het weer het bosch door.
En heer Uil en juffrouw Muls en heer Vos
moesten wel volgen of ze wüden of niet. Zoo
gingen ze een heel groot eind tot ze den Ko
ning van alle Dwaallichtjes ontmoetten, die ln
zijn wagentje van boomblaadjes reed, dat door
nachtvlinders werd voortgetrokken. En toen
ze hem zagen, kraste en piepte en blafte heer
UU en juffrouw Muis en heer Vos tegeüjk:
„O, lieve Koning der Dwaallichtjes, zeg toch
aan dit slechte Dwaallichtje, dat hij zijn lanta
rentje dooft, want hij zwaait het maar steeds
voor ons heen en weer en wjj moeten hem
volgen I"
Toen Uet de Koning van alle Dwaallichtjes
zijn wagentje stil staan. Hij keek naar het on
deugende Dwaalüchtje en zei: „Wat heb Ut Je
gezegd? Het is een toover-lantarentje. Pas op,
dat je het goed gebruikt!"
Het slechte Dwaalüohtje Uet zijn hoofdje
hangen. Toen slapte de Koning uit zijn wa
gentje. Hij nam het Dwaallichtje bij de hand
en ging. terug door het bosch. Heer UU, Juf
frouw Muis on heer Vos volgden.
Eerst hield de Koning stü bij het huls van
heer Vos en Uet dien naar binnen gaan, zoo
dat hij het lantarentje niet meer zag. Toen Uep
de-Koning door naar het holletje van Juffrouw
Muis. Ze kroop er gauw in en zag ook het lan
tarentje niet meer. En daarna ging het naar
den boom, waar heer UU zijn nest in had. Toen
ook heer Uü veilig In zijn neet was en het lan
tarentje niet meer kon zien, nam de Koning
het lantarentje van het stoute Dwaalüchtje en
zei tegen hem: „Volg mei"
En nu moest het stoute Dwaallichtje volgen,
of hij wilde of niet, juist zooals hij het de die
ren had laten doen. En de Koning liet hem
loopen, het heele bosch door, velden over,
heuvel op heuvel af, tot tenslotte zijn kleine
voetjes zoo'n pijn deden, dat hij geen stap
meer loopen kon.
Toen stond de Koning stü en zei: „Als ik
je nu thuis breng en je het lantarentje terug
geef, wü je me dan beloven, dat je heusch een
goed Dwaalüchtje zijn zult?"
En het DwaalUchtje antwoordde, toen hij
wat op adem was gekomen: „O, ja, dat wil ik
graag!"
Toen bües de Koning op een züveren horen
tje en even later kwamen de nachtvlinders met
het wagentje aangevlogen.
De Koning bracht het stoute Dwaallichtje
thuis en gaf hem het mooie lantarentje terug.
Het Dwaallichtje was zóó moe, dat het dadelijk
naar bed ging en toen hy zyn oogjes sloot, zei
'Hl 'Ht zichzelf: „Ik zal het nooit meer voor
slechte dingen gebruiken."
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsels.
I. Er gaan vele makke schapen in een hok.
II. Kastanje
aschbak
school
trouw
anna
mait
ja
e
Goede oplossingen van beide raadsels ont-
vangen van:
N. de 13,j M. 13,O. en O. v d' T3 T
OBWP"1 Bi;
0 Tf7' H G-; C.'J. G.;
w k'- t' t'. 5,; €n L- K-«R K-
(1 Tv' M nw kV' d' M-5 N- en M- M->
F G v P' a M' °-5 H- G. P
h'. s T A A" R"- H- R-;H-
O' S O n r 5 S-; M' 8': J- de s-: J-
V G W. re5 ^rV,; K' V-'> w' d« V.; W.
1 d W J" d" W-'' S- w-; M-
i- a. W.; A. de W.; A. IJ.
Nieuwe raadsels.
J:J[t eer®to «en deel van hatn, het
ten hemellichaam en het derde een
in ons Tand V°°r Het
D- Het geheel is oen spreekwoord van 6
woorden of 27 letters.
een deel van een wagen.
I19 j8 ten hemellichaam.
i' Tl'teQ deel van een schoen.
J,' 14» 2:)> 26» 10 is een vloeistof.
in iq' o' i dt men °P tuinpaden.
18, 18, 8, 17 is een smaak.
o een hemellichaam.
2' Mi 15 is een duinplant.