VOOR DE VROUWEN
x komt de naam van een
w' X bloem.
xxxxxxxxx Gp de le regel een
SOPHIE DOROTHEA.
Gezellige reis.
De moderne vakman.
Dat ging ook.
Kinderkleedlng.
Ja vertelde m'n gastvrouw mij je
begrijpt, dat als je veel zelf moet doen en Je
wil het toch aardig en net hebben, dan ga
je zooveel mogelijk dingen bedenken, die
aan het doel beantwoorden en toch niet te
veel tijd en geld kosten.
Waarop ik dadelijk toestemde in bnnr ge
lijk.
En haar tegelijk verzocht mij te ^villen
waarschuwen, wanneer ze weer eens iets
practisch uitvonden had...., Want dat ik
heel veel vrouwen en moeders kende (al
is het dan maar uit de verte die in dit
vraagstuk van het dagelijksch leven een
groot belang stelden.
ELSJE, TOBIE EN DE BABY.
maar ze was veel te be
naar het strand, vuimen spelen.
dr««*d om pretij d eil de kleine
^n waren aile droog. De baby lag
zandbanken i kindermeisje zat naast
Daarom ging Elsje weer naar den dui.
nenkant er. trachtte een zandkasteel te ma-
'iVwm Elsie huiswaarts holde, ontmoette
ze den vader van het jongetje. Toen hjjj
Elsje zag riep hij: „Heb je mijn baby ookj
gezien? ?k dacht dat hij hier was." J
„Ja", zei Elsje. „HÜ was daar ook Enl
ze wees naar den voet van duin dichtby. En l
ja, daar lag baby's vacht en daar was de 1
strandstoel van het kindermeisje. „O zei
de vader. „Ik denk, dat het meisje een
eindje met hem is gaan fandelen. Ze zal
dadelijk wel terugkomen."
„En hebt u mijn hondje ook gezien?
Nee", zei baby's vader. „En om je de
waarheid te zeggen, zie ik hem liever niet!"
Juist toen echter hoorden beiden hem.
„Waf, waf, waf," blafte Tobie en daar zag
Elsje hem staan op een zandbank rondom
in het water. Hij maakte een vreeeelijk
lawaai.
„O, o, lieve Tobie. Hij zal verdrinken!"
huilde Elsje.
„Wel nee, troostte de heer. „Die terriërs
kunnen uitstekend zwemmen. Roep hem
maar."
„Tobie, Tobie!" gilde Elsje. Maar Tobie
kwam niet. Hij blafte en blafte steeds har
der.
„O, hij verdrinkt straks", riep Elsje. „O,
kunt u hem niet redden?"
'De heer keek het strand langs. Er ras
geen boot te zien.
„Lieve kind, ik weet zeker, dat hij zwem
men kan!" zeide hij.
Maar Elsje sloeg haar armpjes om zijn
beenen en huilde: „Maar hij is nog zoo erg
klein! Hij heeft nog geen zwemmen geleerd!
O, o!"
„Lieve help, wat een kind", zuchtte de
heer en hij trok zijn jas en vest en schoenen
uit
„O, toe gauw!", gilde Elsje en ze duwde
ïem haast in het water. De heer zwom naar
de zandbank en kroop erop. Maar net toen
ïlj ging staan, sprong Tobie te water en
zwom vroolijk naar het strand! Toen holde
lij naar Elsje en schudde overhaar het water
verrukt blaffende.
laar wat deed de vader van de baby
toch? Hij raapte iets van de zandbank op en
zwom toen terug, terwijl hij iets ln zijn
eene hand boven de golven hield. Het was.
de lieve kleine baby.
Op hetzelfde oogenblik kwam het kinder
meisje aanhollen met een politieagent en
nog heel wat andere menschen. Ze zei, dat
emand de baby gestolen had!
Toen werd alles duidelijk. De baby was
ilsje en Tobie achterna gekropen naar den
seekant toe. Maar hij kon niet weer terug
rnjipen. Noch Elsje noch het kindermeisje
ïadden het gezien. Maar Tobie weL Hij bleef
by de baby op de zandbank, ook toen het
water steeds diohterby kwam. Hy bleef tot
de zandbank rondom in het water lag. Toen
rond hy het tyd, dat er hulp kwam en hy
blafte, zoo hard hy maar koa
Tobie werd natuuriyk niet weg gedaan.
„Je kunt zoo'n schat van een hond toch
niet weg doen!" zei Elsje.
tv.5? dl"™der van de baby was het heele-
'het oogenblik is Tobie bezig Groot
moeders vierde paar pantoffels te vernielen.
RAADSELS.
1 Oplossingen der vorige raadsels.
m o 1
steen
voetbal
tobbe
kar
1
Willen is kunnen.
va^eVa^ng9n van raadsels ont-
die manier gewichtige ervaringen te boek
gesteld en het moeten zeer zeker geen aan-
genante herinneringen zijn geweest, die
iemand op zij 11 borst doden zetten. „Malheur
aux femmes infidèles'Heel dikwijls wordt
ook het portret van het uitverkoren meis
je op die manier 'bij zich gedragen.
Vooral bij souteneurs e<n dergelijke min
derwaardigen vindt men de meest zede-
kwetsende voorstellingen. Toch zou het on
juist zijn te beweren dat het tatoueeren bij
beschaafde personen altijd een bewijs van
minderwaardigheid is. De meesten hebben
in hun jeugd het in een overmoedige bui ge
daan, gewoonlijk alleen met de bedoeling om
aan anderen te toonen, dat zij niet opzagen
tegen de pijn.
Hoewel op zich zelf onschadelijk, kan de
tatoueering hierdoor gevaarlijk worden, dat
daarbij ziektekiemen in de huid gebracht
worden. Besmettingen met syphilis zijn daar
door herhaaldelijk voorgekomen. Ook de tu
berculose is op die wijze overgebracht en
zoo is 'n geval bekend, waarin 'n jongen van
vijftien jaar zijn beide broertjes en een
vriendje op die wijze besmette. Gewoonlijk
geschiedt het door het gebruikte speeksel,
soms ook wel doordat voor het aanmaken
der kleurstof tuberculeuse melk gebruikt
was. Zelfs zijn er besmettingen waargenomen
die den dood ten gevolge hadden
De meeste menschen, <Me zich in hun jeugd
hehben laten tatoueeren gevoelen later daar
over spijt en verlagen ernaar de sporen weer
te vdoen verdwijnen. Dit is zeer moeilijk en
kan alleen door deskundigen geschieden,
Want meestal wordt voor het tatoueeren ge
bruikt oostindische inkt en cinnaber, twee
stoffen die zeer moeilijk ontleed worden en
meer dan vijftig jaren onveranderd in de
huid blijven.
Bovendien worden de stoffen vrij diep in
de huid aangebracht, namelijk in de boven
ste lagen van de lederhuid, zoodat het weg
nemen bijna altijd gepaard gaat met min
of meer zichbare litteekens. Uitgebreide ta-
toueeringen over het geheele lichaam kun
nen niet meer verwijderd worden. Het eenige
wat men doen kan is, dat men de stuitende
gedeelten overtatoueert en er iets anders van
maakt. Kleine figuren kunnen uitgesneden
worden, zoodat een weinig zichtbaar streep-
vormig litteeken ontstaat Zeer weinig zicht
baar zijn ook de litteekens, die men verkrijgt
als men over de tatoueering alleen de opper
ste lagen der huid wegneemt Er blijven dan
hier en daar nog wel enkele diep liggende
kleurstof deeltjes liggen maar die zijn niet
hinderlijk.
Meirowsky deed' de ervaring op, dat door
de Finsen'sche lichtbebhandeling tatouages
verbleeken en soms verdwijnen kunnen, wat
dus allicht te probeeren isl Verder kan men
door chemische middelen de opperhuid als
het ware oplossen, waardoor de kleurstof
deeltjes ook grootendeels verdwijnen, maar
meestal zijn de litteekens daarna niet fraai.
Het Slachtoffer van Eerzucht en Minnenijd.
Maria Stuart was de eenige niet, voor wie
de zon der blijde jeugd achter zware, don
kere wolken schuil gingOok de vorstin,
wier naam hierboven staat, mocht klagen,
dat het leven, eens een bloeiende gaarde
voor haar. een eenzame troostelooze woes
tijn was geworden. Dertig jaren lang zag
zij in droeve verlatenheid de uren en dagen
elkander opvolgen op het vervallen slot te
Ahlen, waarin haar onwaardige gemaal, de
keurvorst van Hannover en, als George I,
Koning van Engeland, haar op een valsche
aanklacht had laten opsluiten.
Als eenig dochtertje van George Wilhelm
hertog van Zelle, zoon van den hertog van
Brunswijk-Hannover en een Fransche mar
kiezin, groeide Sophie Dorothea onder het
waakzame oog harer verstandige moeder op
tot een beschaafde jonkvrouw, volleerd' in al
wat men van een jeugdige vorstin mocht
verlangen. Met haar slanke gestalte, zwarte
oogen en blonde haren was het een interes
sante verschijning. Verafgood door haar va
der, bewonderd door allen, werd zij al vroeg
een wezentje met een hoog gevoel van on
afhankelijkheid.
Aan de zijde van den voor haar bestemden
prins August van Wolfenbuttel droomde zij
zich een heerlijke toekomst. Toen kwam een
wolk «opzetten, die haar geheele volgende
leven zou verduisteren
Het gerucht van de huwelijksplannen be
reikte het paleis van den broeder baars
vaders, Ernst August, titulair bisschop van
Osnabrück. De schitterende, weelderige hof
houding aldaar had de finanoieën in een
treurigen toestand gebracht. Gravin Platen,
de alles beheerschende maitresse van
Ernst August, vond daarom een huwe
lijk van George, den zoon van den bisschop
5?et rijke erfdochter van Zelle gewen,scht
.tsernstorff, de inhalige minister van Zelle
werd door de belofte van een kasteel en een
gouden snuifdoos gewonnen. Voor de over-
r- van dezen sluwen minister bezweek
eindelijk de zwakke George Wilhelm
De prins van Wolfenbuttel kreeg zijn afl
scheid en 21 November 1682 werd de beval
lige, 'beschaafde zestienjarige verbonden met
den onooglyken George, wiens .grootste ge
noegen bestond in slapen, drinken en spe-
rn en omgang met minnaressen.
T°oh verliepen de eerste jaren van het
huwelijk betrekkelijk goed.Sophie Do
rothea was er door haar moeder op voorbe
reid dat een vorstelijke gemalin veel moet
dulden en verdragen.De verzorging ha
rer kinderen, de veelvuldige bezoeken van
haar moeder en het stichten van liefdadige
instellingen hielden haar bezig, terwijl haar
man meestal op het oorlogspad was.
Bovendien vond zijn vader, die inmid
dels keurvorst van Hannover was gewor-
~T.ve?lbehagen in de voor hem onge
wone mschheid en onverdorvenheid van de
jonge vrouw en moeder, en ook zijn gemalin,
de beroemde keurvorstin Sophie, gevoelde
zich zeer tot haar ontwikkelde schoondoch
ter aangetrokken
Tengevolge hiervan begreep gravin Pla
ten, dat de tijd van haar hoogste triomfen
voorhij was
Haai- demonische geest zocht nu naar
middelen om den opkomenden invloed van
Sophie Dorothea te vernietigen. Zij begon
met op geraffineerde wijze lasterpraatjes
over Sophie rond te strooien. Deze ge
ruchten moesten natuurlijk ter oore komen
aan haar gemaal en zij kwamen dit ook.
Toen zijn vrouw hem met tranen in de oogen
smeekte aan deze inblazingen geen gehoor
te schenken, mishandelde hij haar op ruwe
wijze Dit juist bracht de triumf aan gravin
Platen. Want de zwaar beleedigde vrouw
wilde nu naar haar ouders vluchten en be
sprak dit plan in het geheim met den graa:'
van Köningsmark, dien zij in haar jeugd
vaak ontmoet had. Deze Zweed, 'n avontuur
lijk ridder, had aan menigen strijd deelge
nomen aan vele hoven verkeerd en door
zijn geestige opsnijderij en aangename ma
nieren de .gunst van vele vrouwen gewonnen.
Hierop baseerde de gravin van Platen
haar wraakneming.
m
De graaf 'had namelijk vaak samenkom
sten met Sophie Dorothea en naar hofdame
om alles voor de vlucht in orde te maken.
De jonge vrouw dacht er niet aan dat dit
onvoorzichtig was, maar de oude courtisane
wist hierdoor argwaan bij Ernst August te
wekken. Met een valsch briefje lokte zij
den graaf op een avond in de vertrekken
van de prinses en liet hem toen hij na lang
durige besprekingen heenging, door haar
handlangers vermoorden.. George bracht nu
een aanklacht wegens overspel en een eisch
tot echtscheiding voor den hoogen kerke-
raad.Sophie Dorothea betuigde onder
een eed haar onschuld en de kerkeraad wees
nu het vreemde vonnis, waarin van overspel
niet gerept maar toch de echtscheiding
uitgesproken werd
Nu begon het droeve eentonige leven
van treurige verlatenheid, ver van kinderen
en bloedverwanten, dat dertig jaren duurde.
Eindelijk bracht de „Gazette" van' Novem
ber 1726 het bericht dat de hertogin van
Ahlen op haar kasteel gestorven was
meer niet. Voor zoover zij niet vergeten
was, bleef er een waas van schuld over haar
nagedachtenis hangen, totdat de uitgave van
haar Memoires, en de bekentenis die gra
vin van Platen, door wroeging gepijnigd
op haar sterfbed aflegde, haar onschuld en
die van Köningsmark aan het licht bracht
De Politiek.
„De politiek,
Het ia een klk"!
Dat hoort men vaak hetwe^n;
Nu ie 't oek waar,
't Gaat wel eens raar,
Nietwaar, mijn dam.ee, hoeren?
Maar als men „leeft",
En men zoo heeft
Een standpunt ingenomen;
Geen sprake van,
Dat men er dan
Geheel aan kan ontkomen.
Bij welk' partij,
Ook hij en zij,
Zich hebben aangesloten;
Geloof 't inaar vrij,
Die kl....k niet meer vergrooten.
Zeg zondier spijt,
Maar wat ge zijt,
En toon het ook elkander;
Maar toch: waardeer,
En respecteer,
Ook 't standpunt van een ander.
Als Jan Kabaal,
In Raad en zaal,
Zich eens wat gaat bezinnen;
Persoonlijkheid,
Zorgvuldig mijdt,
Beginnen we te winnen!
Niet omdat zij,
Of doordat hij,
Iets zegt, heeft 't minder waarde;
Bezorg geen leed,
Als men dat deed,
Omdat men niemand spaarde.
Zij die zoo graag,
Bij elke vraag,
Zich weten op te dringen;
't Zij Jian of Griet,
Ze zijn het niet,
Die juist bezien de dingen.
Zijt ge *t niet eens,
(Dat is niets vreemds,)
Dan niet elkaar bepraten;
Neen, strijd dan Tn«.nr
In 't openbaar,
Maar niet elkander haten.
Niet *t iang gepraat,
Maar meer de daad,
Dat is de ware lenize; 1
Die veel presteert,
Zichzelf niet eert,
Verdient het eerst uw keuze.
De politiek,
Zij is wat ziek,
Gezond haar weer te maken;
Van eerst tot lest,
Doe men zijn best,
Om daartoe te geraken.
Mei' 1923.
VOCKS.
Een -vreemdeling in Engeland' reizend,
ÏÏSÏM
JSJSE&r"1 -£ES
Toen hij aan het loket een kaartje voor
den omnibus nam, werd hem gevraagd of
h;1 eerste, tweede of deixle klas wilde hete
ben en al begreep hij niet goed hoe er drie
eerste11— 6611 01111111)113 konden zijn, nam hij
mi>len vmR de tocht over
een vlakke weg, maar toen kwam men aan
vnu rffk v H? belling en de koetsier riep
af: «Eerste klas passagiers blii-
^?®d® klas uitstappen en loopen
derde klas uitstappen en duwen."
stm-on?"Wat mU d0en' 818 kwam te
ZÜ: 0, Jan, praat daar toch niet van Ik
kan de gedachte niet verdragen, dat onze
arme Wimpie een stiefvader zou krijgen!
Vielen.
Je moet altijd heel beleefd' zijn, wil je
het in ons vak ver brongen zei de kap
per tot den jongen leerling. Je moe. ai
tijd glimlachen en iedereen trachten te
vleien.
Be zal mijn best doen, mijnheer, ant
woordde de leerling maar hoe moet ik nu
bijvoorbeeld iemand met een kaal hoofd
vleien?
Dat is gemakkelijk genoeg, antwoordi-
de kapper, je vraagt hem beleefd of hij
zijn haren ook geknipt wil hebben.
Spijt me wel, juffrouw, maar uw klokkie
is nog niet klaar, Maandag en Dinsdag heb
ik vacantie gehad van de baas en Woensdag
moest ik natuurlijk uitslapen. Gisteren
moest ik naar een trouwpartij en ik kon niet
wegblijven, anders had ik het met mijn fa
milie aan den stok gekregen. Vandaag is
het die eerste dag, dat ik weer aan het werk
ben en morgen is het Zaterdag nou en1
met den vrijen Zaterdagmiddag doe je na
tuurlijk niet veel, dus u l>egrijpt wel, dat
het mijn schuld niet is, dat u nog een paar
dagen zult moeten wachten.
Schilder: Maar mijnheer, u hebt mijn
doek, zonsondergang, op den kop gezel
Kunsthandelaar: O, da's niks, we noe
men het eenvoudig „zonsopgang".
BABBEL-UURTJE OVER MODE.
Ziezoo: „Overmits" zooals onze goede
voorouders zeiden de groote dames weer
eens een beurt hebben gehad en de Fran
sche Payirug Guest nog niet van haar Pink-
stervacantie terug is zullen we van de ge
legenheid profiteeren om de veelzijdigheid te
betrachten en onze kleintjes weer eens aaa-
kleeden!
Het weer is er nog wel niet heelemaal aan
lokkelijk voor, maar toch.als de warmte
komt, dan dienen we klaar te zijn!
Want nietwaar? die peuterkleertjes ma
ken we graag zelf! Ze kosten immers in de
winkels een „schat" van geld en zelf ma
ken we ze van een overgeschoten lapje of
een goedkoop couponnetje voor minder dan
een schijntje"!
De kunst is maar weer om het juiste te
vinden en het aardigste.
Nu ik was kort geleden op bezoek bij
een jong vrouwtje in haar pas buiten de stad
betrokken landhuisje. Het was een klein een
voudig huisje, van de soort zooals er tegen
woordig vele buiten de stad in gewoon wo
ningmodel worden gebouwd, en die we graag
'n klein viUatje noemen!
En bat hiergenoemde huisje leek ook wer
kelijk wel op 'n kleine villa. En waarom?
Uitsluitend door de hoogst eenvoudige, maar
zeer persoonlijke smaak van de nieuwe be
woners! Het was .alles op z*n gezelligst aan
gekleed'.
Ondermeer had de jonge vrouw ook nieu
we gordijntjes gemaakt van een snoezig ecru-
kleurig batist met een groote, flinke, zwarte
ruit, overdrukt van een roos met blaadjes.
Als gordijnstof voldeed het wonderwel
en ik zei dit onomwonden
•Maar stel u nu mijn verrassing voor toen
op een gegeven oogenblik de deur open ging
en daar zoo iets als zoo'n klein raampje met
ireoies zoo'n gordijntje ervoor naar mij toe
cwam huppelen!.En me met 'n lief stem
metjegoeden middag zegt?.
Eh ik zag, dat dit raampje geen raampje
was, maar het dochtertje van de jonge vrouw!
Deze had van een overgeschoten lap van de
gordijntjes een allerliefste jurk voor haar
peuter gemaakt!
Hier is het! i
OEn ik ben ervan overtuigd, dat u het ook
hef vindt!
Zoo ging het ook mijl Ik maakte mijn com
pliment aan de maakster,
v Van wit neteldoek was een geplooid1 kraag-
ia gemaakt, waarvan de slipjes van voren
geknoopt waren en los gingen wanneer het
gewasschen moest worden. Overigens was het
een doodeenvoudig recht jurkje.
Maar 't stond?.
Toen nu het moedertje zag, dat ik de vin
ding byzonder apreccieerde, vatte ze blijk
baar moed. Ze troonde me voor het raam
en toonde mij twee andere kindertjes, die
in het achtertuintje speelden:
zoon en m'n nichtje.zei ze.
Die heb ik ook maar zoo aangekleed met
„gordijnenstof". Want ik vind daar zoo
lieve patroontjes in!.
En zoonlief had een kieltje aan van don
kerblauwe cretonne met gele streepjes, waar-
tusschen roode bloempjes met groene blaad
jes. Het kieltje werd' gedragen op een don
ker blauw keperen broekje.
„TT ,wordt die robbedoes niet zoo gauw
vuü, zie je.tenminste je ziet bet vuil
er niet zoo vlug op!» zei mammie lachend.
En njchtje-hef had van de goede tante
een schat van een Japon" oadeau gekregen
en was er dan ook buitengewoon keurig op.
Ook deze jurk was van een
dijmneteldoek. De fonc r)O,i0 kersjes
korenblauw streepjes en roo
schen groene blaadjes erover g
gor-
met
tus-
De jonge moeder nu erg in baar sas
gekomen, doordat ik de door haar ontworpen
en gemaakte Meeding zoo snoezig en tevens
zoo doelmatig vond' riep nu ba^ beide
kindertjes uit den tuin bij zich en tooverde
ze voor mijn oogen om.... dón twee
drie.in „gekleed" tenue!
Broer kreeg een hesje aan van wit linnen
en daaroverheen een broek met kruisbanden
van frotté geweven in een blauw en witte
ruit, terwijl zus een japon aan kreeg ook
van rotté witte fond met dunne cerise
ruit.
Het onderrondje, mouwtjes, halsje en slui
ting waren afgebiesd met effen cerise bies
jes.
Nou en met vele van de kleedingstuk-
ken voor de kinders en ook voor mezelf,
heb ik bereikt, dat ze keurig staan, niet veel
kosten en een minimum aan arbeid vorde
ren.
Mme Corry.
Er wias eens een meisje, dat Elsje heette.
Haar vader en moeder woonden in Indiê
map daar la het voor kleine Hollandsché
meisjes niet erg gezond. Daarom woonde
Elsje by baar grootmoeder in Holland in
een dorpje aan zee. Grootmoeder was heel
hef. Maar ze was ook heel oud en hield van
stilte en rust om haar heen. Daarom had ze
voor Elsje een hondje gekocht, dat Tobie
heette, om mee te spelen.
Maar, o, Tobie was zoo ondeugend. Als
Elsje een mooie jurk aan had, scheurde To
bie die. Als ze een schoon wit schort voor
Tobl® met vuile pootjes tegen
'W Was d°Lop Pantoffela Toen hij
P081^ gescheurd had zei
Grootmoeder; „Heusch, Elsje, we zullen To-
Die weg moeten doen!"
Maar o, wat huilde Elsje toen Ze bieiH
X zien n°8 6611 of to66 aan
Iet5 adders, waar Elsje veel van hield
was de baby van de buren. Hij had groote
blauwe oogen en kuiltjes in zijn ronde aï
hij zw^üeWê ïf 7&%> glimlachte
jjjj zoo iiex als een babv maar kan hu i«.~
aV «nTel SaS?
^on, ™lde_ hij en kroop heen en weer en
Tohte op te eten.
iobie hield ook van den snoe-oa-an vi
JTt, ïïKt
t. eQ 'blaffen
tot groot vermaak van de baby.
Na Grootmoeders bedreiging wa* tvv
dag heel braaf. Maar den Tteols 16
dag was hij stouter dan ooit HH dff^n
dwaaste dingen! En toen hit n'w!, de
uit te voeren, ging hij zo<> 13 meer wist
ten blaffen', 'üt' h/de Sk? k°n,
maakte. De vader vim het Wakker
bij Grootmoeder ove^klagen^n 3°
mtooh «rtaui*
jjifS H MS voor.
op zijn vacht ennoi^u
!löm teinEtete zag maar Hikje liep vlug
ze vond dat het wel een beet]?
hX's sÏÏÏÏd was dat Tobie heelemaal in
ongenade was geraakt. Do arme baby voel-
teleurgesteld. Hij verveelde zich zo0.
Het kindermeisje was verdiept in haar
boek en lette heelemaal niet op hem. Elsje
en Tobie liepen verder het strand op en
Sar de zandbanken, Een visscher hield hen
staande en zei: „Ga niet te ver jo..gejuu
frouw want de vloed komt vlug op.
SfïL?» to' to' veel Ito ta
nakte haar schop, om weer naar huis t„
gaan Maar waar was Tobie. Hij was ner-
Sns'to zien. Was litf misschien naar huig
Segaan? De vloed was opgekomen en er wh3
noe maar een smalle strook /and over.
vroeg Elsje toen.
5gïiS Nu vfadt Toble °°k
v
GW S'- w B,; N- de B.; T. en
DB'iA G- de B.; M B.;
M. O'D B'FA 611T. D.; A. D.;
G.; W G R" k.%TWG-; G-1 M- s- de
W.'KYw L RJ. v W. K.; W. K.;
T- M.; D* M K Ttr^w' J* v> M,;
F. G. v P 'i p .M(l v- d- M-1 M- °d
A. H. 8 M'fl-A o* 8-' HS-:
W. V.; Fv-O n Jr G- 8': S-1 S- T"
S- W.;'j de W°>G en L. V.; M. v. d. W.;
ue w*' E- W.; A. en O. de W.
j_ Nlenwe raadsels.
eeugrwintf^flir011 wereJddeel vormen samen
neemt. Wat' ia dat? tW6e punten van weg
a
X Op de staande en op
X de liggende krulsjeslljn
X medeklinker; op d'e 2e
X een deel van den dag;
X op de 8e een vrucht; op
X de 4e een sta din Noord
gevraagde wnervf. B0llaTld! °P de 5o het
een leeuw voort°P de e6 het geluid, dat
op de 80 eem h^ü^' op do 7& een meubel;
klinker. bwm; op de 9e ce® mede-