VOOR DE VROUWEN x komt de naam van een w' X bloem. xxxxxxxxx Gp de le regel een SOPHIE DOROTHEA. Gezellige reis. De moderne vakman. Dat ging ook. Kinderkleedlng. Ja vertelde m'n gastvrouw mij je begrijpt, dat als je veel zelf moet doen en Je wil het toch aardig en net hebben, dan ga je zooveel mogelijk dingen bedenken, die aan het doel beantwoorden en toch niet te veel tijd en geld kosten. Waarop ik dadelijk toestemde in bnnr ge lijk. En haar tegelijk verzocht mij te ^villen waarschuwen, wanneer ze weer eens iets practisch uitvonden had...., Want dat ik heel veel vrouwen en moeders kende (al is het dan maar uit de verte die in dit vraagstuk van het dagelijksch leven een groot belang stelden. ELSJE, TOBIE EN DE BABY. maar ze was veel te be naar het strand, vuimen spelen. dr««*d om pretij d eil de kleine ^n waren aile droog. De baby lag zandbanken i kindermeisje zat naast Daarom ging Elsje weer naar den dui. nenkant er. trachtte een zandkasteel te ma- 'iVwm Elsie huiswaarts holde, ontmoette ze den vader van het jongetje. Toen hjjj Elsje zag riep hij: „Heb je mijn baby ookj gezien? ?k dacht dat hij hier was." J „Ja", zei Elsje. „HÜ was daar ook Enl ze wees naar den voet van duin dichtby. En l ja, daar lag baby's vacht en daar was de 1 strandstoel van het kindermeisje. „O zei de vader. „Ik denk, dat het meisje een eindje met hem is gaan fandelen. Ze zal dadelijk wel terugkomen." „En hebt u mijn hondje ook gezien? Nee", zei baby's vader. „En om je de waarheid te zeggen, zie ik hem liever niet!" Juist toen echter hoorden beiden hem. „Waf, waf, waf," blafte Tobie en daar zag Elsje hem staan op een zandbank rondom in het water. Hij maakte een vreeeelijk lawaai. „O, o, lieve Tobie. Hij zal verdrinken!" huilde Elsje. „Wel nee, troostte de heer. „Die terriërs kunnen uitstekend zwemmen. Roep hem maar." „Tobie, Tobie!" gilde Elsje. Maar Tobie kwam niet. Hij blafte en blafte steeds har der. „O, hij verdrinkt straks", riep Elsje. „O, kunt u hem niet redden?" 'De heer keek het strand langs. Er ras geen boot te zien. „Lieve kind, ik weet zeker, dat hij zwem men kan!" zeide hij. Maar Elsje sloeg haar armpjes om zijn beenen en huilde: „Maar hij is nog zoo erg klein! Hij heeft nog geen zwemmen geleerd! O, o!" „Lieve help, wat een kind", zuchtte de heer en hij trok zijn jas en vest en schoenen uit „O, toe gauw!", gilde Elsje en ze duwde ïem haast in het water. De heer zwom naar de zandbank en kroop erop. Maar net toen ïlj ging staan, sprong Tobie te water en zwom vroolijk naar het strand! Toen holde lij naar Elsje en schudde overhaar het water verrukt blaffende. laar wat deed de vader van de baby toch? Hij raapte iets van de zandbank op en zwom toen terug, terwijl hij iets ln zijn eene hand boven de golven hield. Het was. de lieve kleine baby. Op hetzelfde oogenblik kwam het kinder meisje aanhollen met een politieagent en nog heel wat andere menschen. Ze zei, dat emand de baby gestolen had! Toen werd alles duidelijk. De baby was ilsje en Tobie achterna gekropen naar den seekant toe. Maar hij kon niet weer terug rnjipen. Noch Elsje noch het kindermeisje ïadden het gezien. Maar Tobie weL Hij bleef by de baby op de zandbank, ook toen het water steeds diohterby kwam. Hy bleef tot de zandbank rondom in het water lag. Toen rond hy het tyd, dat er hulp kwam en hy blafte, zoo hard hy maar koa Tobie werd natuuriyk niet weg gedaan. „Je kunt zoo'n schat van een hond toch niet weg doen!" zei Elsje. tv.5? dl"™der van de baby was het heele- 'het oogenblik is Tobie bezig Groot moeders vierde paar pantoffels te vernielen. RAADSELS. 1 Oplossingen der vorige raadsels. m o 1 steen voetbal tobbe kar 1 Willen is kunnen. va^eVa^ng9n van raadsels ont- die manier gewichtige ervaringen te boek gesteld en het moeten zeer zeker geen aan- genante herinneringen zijn geweest, die iemand op zij 11 borst doden zetten. „Malheur aux femmes infidèles'Heel dikwijls wordt ook het portret van het uitverkoren meis je op die manier 'bij zich gedragen. Vooral bij souteneurs e<n dergelijke min derwaardigen vindt men de meest zede- kwetsende voorstellingen. Toch zou het on juist zijn te beweren dat het tatoueeren bij beschaafde personen altijd een bewijs van minderwaardigheid is. De meesten hebben in hun jeugd het in een overmoedige bui ge daan, gewoonlijk alleen met de bedoeling om aan anderen te toonen, dat zij niet opzagen tegen de pijn. Hoewel op zich zelf onschadelijk, kan de tatoueering hierdoor gevaarlijk worden, dat daarbij ziektekiemen in de huid gebracht worden. Besmettingen met syphilis zijn daar door herhaaldelijk voorgekomen. Ook de tu berculose is op die wijze overgebracht en zoo is 'n geval bekend, waarin 'n jongen van vijftien jaar zijn beide broertjes en een vriendje op die wijze besmette. Gewoonlijk geschiedt het door het gebruikte speeksel, soms ook wel doordat voor het aanmaken der kleurstof tuberculeuse melk gebruikt was. Zelfs zijn er besmettingen waargenomen die den dood ten gevolge hadden De meeste menschen, <Me zich in hun jeugd hehben laten tatoueeren gevoelen later daar over spijt en verlagen ernaar de sporen weer te vdoen verdwijnen. Dit is zeer moeilijk en kan alleen door deskundigen geschieden, Want meestal wordt voor het tatoueeren ge bruikt oostindische inkt en cinnaber, twee stoffen die zeer moeilijk ontleed worden en meer dan vijftig jaren onveranderd in de huid blijven. Bovendien worden de stoffen vrij diep in de huid aangebracht, namelijk in de boven ste lagen van de lederhuid, zoodat het weg nemen bijna altijd gepaard gaat met min of meer zichbare litteekens. Uitgebreide ta- toueeringen over het geheele lichaam kun nen niet meer verwijderd worden. Het eenige wat men doen kan is, dat men de stuitende gedeelten overtatoueert en er iets anders van maakt. Kleine figuren kunnen uitgesneden worden, zoodat een weinig zichtbaar streep- vormig litteeken ontstaat Zeer weinig zicht baar zijn ook de litteekens, die men verkrijgt als men over de tatoueering alleen de opper ste lagen der huid wegneemt Er blijven dan hier en daar nog wel enkele diep liggende kleurstof deeltjes liggen maar die zijn niet hinderlijk. Meirowsky deed' de ervaring op, dat door de Finsen'sche lichtbebhandeling tatouages verbleeken en soms verdwijnen kunnen, wat dus allicht te probeeren isl Verder kan men door chemische middelen de opperhuid als het ware oplossen, waardoor de kleurstof deeltjes ook grootendeels verdwijnen, maar meestal zijn de litteekens daarna niet fraai. Het Slachtoffer van Eerzucht en Minnenijd. Maria Stuart was de eenige niet, voor wie de zon der blijde jeugd achter zware, don kere wolken schuil gingOok de vorstin, wier naam hierboven staat, mocht klagen, dat het leven, eens een bloeiende gaarde voor haar. een eenzame troostelooze woes tijn was geworden. Dertig jaren lang zag zij in droeve verlatenheid de uren en dagen elkander opvolgen op het vervallen slot te Ahlen, waarin haar onwaardige gemaal, de keurvorst van Hannover en, als George I, Koning van Engeland, haar op een valsche aanklacht had laten opsluiten. Als eenig dochtertje van George Wilhelm hertog van Zelle, zoon van den hertog van Brunswijk-Hannover en een Fransche mar kiezin, groeide Sophie Dorothea onder het waakzame oog harer verstandige moeder op tot een beschaafde jonkvrouw, volleerd' in al wat men van een jeugdige vorstin mocht verlangen. Met haar slanke gestalte, zwarte oogen en blonde haren was het een interes sante verschijning. Verafgood door haar va der, bewonderd door allen, werd zij al vroeg een wezentje met een hoog gevoel van on afhankelijkheid. Aan de zijde van den voor haar bestemden prins August van Wolfenbuttel droomde zij zich een heerlijke toekomst. Toen kwam een wolk «opzetten, die haar geheele volgende leven zou verduisteren Het gerucht van de huwelijksplannen be reikte het paleis van den broeder baars vaders, Ernst August, titulair bisschop van Osnabrück. De schitterende, weelderige hof houding aldaar had de finanoieën in een treurigen toestand gebracht. Gravin Platen, de alles beheerschende maitresse van Ernst August, vond daarom een huwe lijk van George, den zoon van den bisschop 5?et rijke erfdochter van Zelle gewen,scht .tsernstorff, de inhalige minister van Zelle werd door de belofte van een kasteel en een gouden snuifdoos gewonnen. Voor de over- r- van dezen sluwen minister bezweek eindelijk de zwakke George Wilhelm De prins van Wolfenbuttel kreeg zijn afl scheid en 21 November 1682 werd de beval lige, 'beschaafde zestienjarige verbonden met den onooglyken George, wiens .grootste ge noegen bestond in slapen, drinken en spe- rn en omgang met minnaressen. T°oh verliepen de eerste jaren van het huwelijk betrekkelijk goed.Sophie Do rothea was er door haar moeder op voorbe reid dat een vorstelijke gemalin veel moet dulden en verdragen.De verzorging ha rer kinderen, de veelvuldige bezoeken van haar moeder en het stichten van liefdadige instellingen hielden haar bezig, terwijl haar man meestal op het oorlogspad was. Bovendien vond zijn vader, die inmid dels keurvorst van Hannover was gewor- ~T.ve?lbehagen in de voor hem onge wone mschheid en onverdorvenheid van de jonge vrouw en moeder, en ook zijn gemalin, de beroemde keurvorstin Sophie, gevoelde zich zeer tot haar ontwikkelde schoondoch ter aangetrokken Tengevolge hiervan begreep gravin Pla ten, dat de tijd van haar hoogste triomfen voorhij was Haai- demonische geest zocht nu naar middelen om den opkomenden invloed van Sophie Dorothea te vernietigen. Zij begon met op geraffineerde wijze lasterpraatjes over Sophie rond te strooien. Deze ge ruchten moesten natuurlijk ter oore komen aan haar gemaal en zij kwamen dit ook. Toen zijn vrouw hem met tranen in de oogen smeekte aan deze inblazingen geen gehoor te schenken, mishandelde hij haar op ruwe wijze Dit juist bracht de triumf aan gravin Platen. Want de zwaar beleedigde vrouw wilde nu naar haar ouders vluchten en be sprak dit plan in het geheim met den graa:' van Köningsmark, dien zij in haar jeugd vaak ontmoet had. Deze Zweed, 'n avontuur lijk ridder, had aan menigen strijd deelge nomen aan vele hoven verkeerd en door zijn geestige opsnijderij en aangename ma nieren de .gunst van vele vrouwen gewonnen. Hierop baseerde de gravin van Platen haar wraakneming. m De graaf 'had namelijk vaak samenkom sten met Sophie Dorothea en naar hofdame om alles voor de vlucht in orde te maken. De jonge vrouw dacht er niet aan dat dit onvoorzichtig was, maar de oude courtisane wist hierdoor argwaan bij Ernst August te wekken. Met een valsch briefje lokte zij den graaf op een avond in de vertrekken van de prinses en liet hem toen hij na lang durige besprekingen heenging, door haar handlangers vermoorden.. George bracht nu een aanklacht wegens overspel en een eisch tot echtscheiding voor den hoogen kerke- raad.Sophie Dorothea betuigde onder een eed haar onschuld en de kerkeraad wees nu het vreemde vonnis, waarin van overspel niet gerept maar toch de echtscheiding uitgesproken werd Nu begon het droeve eentonige leven van treurige verlatenheid, ver van kinderen en bloedverwanten, dat dertig jaren duurde. Eindelijk bracht de „Gazette" van' Novem ber 1726 het bericht dat de hertogin van Ahlen op haar kasteel gestorven was meer niet. Voor zoover zij niet vergeten was, bleef er een waas van schuld over haar nagedachtenis hangen, totdat de uitgave van haar Memoires, en de bekentenis die gra vin van Platen, door wroeging gepijnigd op haar sterfbed aflegde, haar onschuld en die van Köningsmark aan het licht bracht De Politiek. „De politiek, Het ia een klk"! Dat hoort men vaak hetwe^n; Nu ie 't oek waar, 't Gaat wel eens raar, Nietwaar, mijn dam.ee, hoeren? Maar als men „leeft", En men zoo heeft Een standpunt ingenomen; Geen sprake van, Dat men er dan Geheel aan kan ontkomen. Bij welk' partij, Ook hij en zij, Zich hebben aangesloten; Geloof 't inaar vrij, Die kl....k niet meer vergrooten. Zeg zondier spijt, Maar wat ge zijt, En toon het ook elkander; Maar toch: waardeer, En respecteer, Ook 't standpunt van een ander. Als Jan Kabaal, In Raad en zaal, Zich eens wat gaat bezinnen; Persoonlijkheid, Zorgvuldig mijdt, Beginnen we te winnen! Niet omdat zij, Of doordat hij, Iets zegt, heeft 't minder waarde; Bezorg geen leed, Als men dat deed, Omdat men niemand spaarde. Zij die zoo graag, Bij elke vraag, Zich weten op te dringen; 't Zij Jian of Griet, Ze zijn het niet, Die juist bezien de dingen. Zijt ge *t niet eens, (Dat is niets vreemds,) Dan niet elkaar bepraten; Neen, strijd dan Tn«.nr In 't openbaar, Maar niet elkander haten. Niet *t iang gepraat, Maar meer de daad, Dat is de ware lenize; 1 Die veel presteert, Zichzelf niet eert, Verdient het eerst uw keuze. De politiek, Zij is wat ziek, Gezond haar weer te maken; Van eerst tot lest, Doe men zijn best, Om daartoe te geraken. Mei' 1923. VOCKS. Een -vreemdeling in Engeland' reizend, ÏÏSÏM JSJSE&r"1 -£ES Toen hij aan het loket een kaartje voor den omnibus nam, werd hem gevraagd of h;1 eerste, tweede of deixle klas wilde hete ben en al begreep hij niet goed hoe er drie eerste11— 6611 01111111)113 konden zijn, nam hij mi>len vmR de tocht over een vlakke weg, maar toen kwam men aan vnu rffk v H? belling en de koetsier riep af: «Eerste klas passagiers blii- ^?®d® klas uitstappen en loopen derde klas uitstappen en duwen." stm-on?"Wat mU d0en' 818 kwam te ZÜ: 0, Jan, praat daar toch niet van Ik kan de gedachte niet verdragen, dat onze arme Wimpie een stiefvader zou krijgen! Vielen. Je moet altijd heel beleefd' zijn, wil je het in ons vak ver brongen zei de kap per tot den jongen leerling. Je moe. ai tijd glimlachen en iedereen trachten te vleien. Be zal mijn best doen, mijnheer, ant woordde de leerling maar hoe moet ik nu bijvoorbeeld iemand met een kaal hoofd vleien? Dat is gemakkelijk genoeg, antwoordi- de kapper, je vraagt hem beleefd of hij zijn haren ook geknipt wil hebben. Spijt me wel, juffrouw, maar uw klokkie is nog niet klaar, Maandag en Dinsdag heb ik vacantie gehad van de baas en Woensdag moest ik natuurlijk uitslapen. Gisteren moest ik naar een trouwpartij en ik kon niet wegblijven, anders had ik het met mijn fa milie aan den stok gekregen. Vandaag is het die eerste dag, dat ik weer aan het werk ben en morgen is het Zaterdag nou en1 met den vrijen Zaterdagmiddag doe je na tuurlijk niet veel, dus u l>egrijpt wel, dat het mijn schuld niet is, dat u nog een paar dagen zult moeten wachten. Schilder: Maar mijnheer, u hebt mijn doek, zonsondergang, op den kop gezel Kunsthandelaar: O, da's niks, we noe men het eenvoudig „zonsopgang". BABBEL-UURTJE OVER MODE. Ziezoo: „Overmits" zooals onze goede voorouders zeiden de groote dames weer eens een beurt hebben gehad en de Fran sche Payirug Guest nog niet van haar Pink- stervacantie terug is zullen we van de ge legenheid profiteeren om de veelzijdigheid te betrachten en onze kleintjes weer eens aaa- kleeden! Het weer is er nog wel niet heelemaal aan lokkelijk voor, maar toch.als de warmte komt, dan dienen we klaar te zijn! Want nietwaar? die peuterkleertjes ma ken we graag zelf! Ze kosten immers in de winkels een „schat" van geld en zelf ma ken we ze van een overgeschoten lapje of een goedkoop couponnetje voor minder dan een schijntje"! De kunst is maar weer om het juiste te vinden en het aardigste. Nu ik was kort geleden op bezoek bij een jong vrouwtje in haar pas buiten de stad betrokken landhuisje. Het was een klein een voudig huisje, van de soort zooals er tegen woordig vele buiten de stad in gewoon wo ningmodel worden gebouwd, en die we graag 'n klein viUatje noemen! En bat hiergenoemde huisje leek ook wer kelijk wel op 'n kleine villa. En waarom? Uitsluitend door de hoogst eenvoudige, maar zeer persoonlijke smaak van de nieuwe be woners! Het was .alles op z*n gezelligst aan gekleed'. Ondermeer had de jonge vrouw ook nieu we gordijntjes gemaakt van een snoezig ecru- kleurig batist met een groote, flinke, zwarte ruit, overdrukt van een roos met blaadjes. Als gordijnstof voldeed het wonderwel en ik zei dit onomwonden •Maar stel u nu mijn verrassing voor toen op een gegeven oogenblik de deur open ging en daar zoo iets als zoo'n klein raampje met ireoies zoo'n gordijntje ervoor naar mij toe cwam huppelen!.En me met 'n lief stem metjegoeden middag zegt?. Eh ik zag, dat dit raampje geen raampje was, maar het dochtertje van de jonge vrouw! Deze had van een overgeschoten lap van de gordijntjes een allerliefste jurk voor haar peuter gemaakt! Hier is het! i OEn ik ben ervan overtuigd, dat u het ook hef vindt! Zoo ging het ook mijl Ik maakte mijn com pliment aan de maakster, v Van wit neteldoek was een geplooid1 kraag- ia gemaakt, waarvan de slipjes van voren geknoopt waren en los gingen wanneer het gewasschen moest worden. Overigens was het een doodeenvoudig recht jurkje. Maar 't stond?. Toen nu het moedertje zag, dat ik de vin ding byzonder apreccieerde, vatte ze blijk baar moed. Ze troonde me voor het raam en toonde mij twee andere kindertjes, die in het achtertuintje speelden: zoon en m'n nichtje.zei ze. Die heb ik ook maar zoo aangekleed met „gordijnenstof". Want ik vind daar zoo lieve patroontjes in!. En zoonlief had een kieltje aan van don kerblauwe cretonne met gele streepjes, waar- tusschen roode bloempjes met groene blaad jes. Het kieltje werd' gedragen op een don ker blauw keperen broekje. „TT ,wordt die robbedoes niet zoo gauw vuü, zie je.tenminste je ziet bet vuil er niet zoo vlug op!» zei mammie lachend. En njchtje-hef had van de goede tante een schat van een Japon" oadeau gekregen en was er dan ook buitengewoon keurig op. Ook deze jurk was van een dijmneteldoek. De fonc r)O,i0 kersjes korenblauw streepjes en roo schen groene blaadjes erover g gor- met tus- De jonge moeder nu erg in baar sas gekomen, doordat ik de door haar ontworpen en gemaakte Meeding zoo snoezig en tevens zoo doelmatig vond' riep nu ba^ beide kindertjes uit den tuin bij zich en tooverde ze voor mijn oogen om.... dón twee drie.in „gekleed" tenue! Broer kreeg een hesje aan van wit linnen en daaroverheen een broek met kruisbanden van frotté geweven in een blauw en witte ruit, terwijl zus een japon aan kreeg ook van rotté witte fond met dunne cerise ruit. Het onderrondje, mouwtjes, halsje en slui ting waren afgebiesd met effen cerise bies jes. Nou en met vele van de kleedingstuk- ken voor de kinders en ook voor mezelf, heb ik bereikt, dat ze keurig staan, niet veel kosten en een minimum aan arbeid vorde ren. Mme Corry. Er wias eens een meisje, dat Elsje heette. Haar vader en moeder woonden in Indiê map daar la het voor kleine Hollandsché meisjes niet erg gezond. Daarom woonde Elsje by baar grootmoeder in Holland in een dorpje aan zee. Grootmoeder was heel hef. Maar ze was ook heel oud en hield van stilte en rust om haar heen. Daarom had ze voor Elsje een hondje gekocht, dat Tobie heette, om mee te spelen. Maar, o, Tobie was zoo ondeugend. Als Elsje een mooie jurk aan had, scheurde To bie die. Als ze een schoon wit schort voor Tobl® met vuile pootjes tegen 'W Was d°Lop Pantoffela Toen hij P081^ gescheurd had zei Grootmoeder; „Heusch, Elsje, we zullen To- Die weg moeten doen!" Maar o, wat huilde Elsje toen Ze bieiH X zien n°8 6611 of to66 aan Iet5 adders, waar Elsje veel van hield was de baby van de buren. Hij had groote blauwe oogen en kuiltjes in zijn ronde aï hij zw^üeWê ïf 7&%> glimlachte jjjj zoo iiex als een babv maar kan hu i«.~ aV «nTel SaS? ^on, ™lde_ hij en kroop heen en weer en Tohte op te eten. iobie hield ook van den snoe-oa-an vi JTt, ïïKt t. eQ 'blaffen tot groot vermaak van de baby. Na Grootmoeders bedreiging wa* tvv dag heel braaf. Maar den Tteols 16 dag was hij stouter dan ooit HH dff^n dwaaste dingen! En toen hit n'w!, de uit te voeren, ging hij zo<> 13 meer wist ten blaffen', 'üt' h/de Sk? k°n, maakte. De vader vim het Wakker bij Grootmoeder ove^klagen^n 3° mtooh «rtaui* jjifS H MS voor. op zijn vacht ennoi^u !löm teinEtete zag maar Hikje liep vlug ze vond dat het wel een beet]? hX's sÏÏÏÏd was dat Tobie heelemaal in ongenade was geraakt. Do arme baby voel- teleurgesteld. Hij verveelde zich zo0. Het kindermeisje was verdiept in haar boek en lette heelemaal niet op hem. Elsje en Tobie liepen verder het strand op en Sar de zandbanken, Een visscher hield hen staande en zei: „Ga niet te ver jo..gejuu frouw want de vloed komt vlug op. SfïL?» to' to' veel Ito ta nakte haar schop, om weer naar huis t„ gaan Maar waar was Tobie. Hij was ner- Sns'to zien. Was litf misschien naar huig Segaan? De vloed was opgekomen en er wh3 noe maar een smalle strook /and over. vroeg Elsje toen. 5gïiS Nu vfadt Toble °°k v GW S'- w B,; N- de B.; T. en DB'iA G- de B.; M B.; M. O'D B'FA 611T. D.; A. D.; G.; W G R" k.%TWG-; G-1 M- s- de W.'KYw L RJ. v W. K.; W. K.; T- M.; D* M K Ttr^w' J* v> M,; F. G. v P 'i p .M(l v- d- M-1 M- °d A. H. 8 M'fl-A o* 8-' HS-: W. V.; Fv-O n Jr G- 8': S-1 S- T" S- W.;'j de W°>G en L. V.; M. v. d. W.; ue w*' E- W.; A. en O. de W. j_ Nlenwe raadsels. eeugrwintf^flir011 wereJddeel vormen samen neemt. Wat' ia dat? tW6e punten van weg a X Op de staande en op X de liggende krulsjeslljn X medeklinker; op d'e 2e X een deel van den dag; X op de 8e een vrucht; op X de 4e een sta din Noord gevraagde wnervf. B0llaTld! °P de 5o het een leeuw voort°P de e6 het geluid, dat op de 80 eem h^ü^' op do 7& een meubel; klinker. bwm; op de 9e ce® mede-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 12