Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 23 Juni 1923.
Zonderlinge lotgevallen
in het Dagelijksch leven
OP DE HELLING.
No. 76. (auteursrechten voorbehouden)
NIEUWE DINGEN UIT DEN OUDEN
TIJD!
Niets nieuws onder de zon.
Er is niets nieuws onder de zon!
l>e gesehiedvorscher is wel de eerste die
ervaart, dat deze op zichzelf oeroude
spreuk nog altijd de waarheid zegt! Want
hoeveel dingen en zaken zijn er niet waar
van wij moderne menschen gelooven, dat
het met of in onzen tijd geboren of ontstaan
is, en waarvan langzamerhand is gebleken
dat het reeds het geestelijke eigendom was
van do oudste volken en beschavingen? Hoe
vaak blijkt niet uit de jongere onderzoekin
gen, dat wat wij meenen in de perfectie te
bezitten door de oude volken nog volmaak
ter. in toepassing werd gebracht?
In het bijzonder de oude Egyptische oor
konden leeren ons vele bijzonderheden, dié
ons niet alleen dieperen kijk op het veelvor
mige en rijke leven van dien tijd geven,
maar ons niet minder de verbluffende over
eenkomst van die oude tijden met den tijd
van ons zelf doen zien.
lh de Egyptische papyrusrollen worden
de meest uitoenloopende en verschillende
onderwerpen behandeld. Het zijn meeren-
deels onschatbare Grieksche geschriften, die
daar in Egypte zijn opgegraven. En waren
ze niet op dezo wijze gedurende oouwen voor
ons gooonsorveerd, dan zouden zo naar alle
waarschijnlijkheid voor ons vorloron goraokt
zijn!
Men vindt onder dezo papyrusrollen wer
ken van Homerus van Sappho van
Arlstophanus van Xenophon van He-
rodotes van Polybios en nog vele anderen.
Men vindt er verklaringen en handleidingen
voor Homerus. Verzamelingen van oude
spreuken een geschiedkundige boschrij-;
ving van Athene.
Men vindt er zoowel philosophlsohe- als
astrologische verhandelingen modisohe'
handleidingen een leerboek over de koort
sen oen handboek voor oogartsen
Grieksdie schoolgrammatica's en nog ver
scheidene andere boekwerken en geschrif
ten.
Ook hot dagolijksch leven dier tijdon
wordt ons door de documenten veel zuiver
der in het licht gesteld.
Want onder de vole teruggevonden papie
ren treffen we ann: wetten en verordenin-
gop, kwitanties en assignaten, afregeningon
van belastingen en leveranties bevol
kingsregisters, stratonlijsten, dorpslljsten,
hulsinvontarlsson, tompellnvonfarlsson, bo-
talingslijston en verzookschriftten aan de
ovorhodon tot ontheffing van bolasting. Ver
der goboorteaankondlglngon en doodsbo-
riohton berichten van inbraken, pachten
en koop Rcgistratlovorzooken en hypo
thecaire acten. Testamenten en koop-aver-
eenkomsfcon, enkelvoudige en hoofdelijke
schuldbekentenissen, huuroontraoton on hu-
wolijksohe voorwaarden. Boedelscheidingen,
adoptie's, stichtlngsacton, volmachten,
schenkingen, uitnoodIgingen voor feesten
en partijen en huwelijken. Huishoudboeken,
droomverklaringen, vragen aan het orakel,
pandhuisbriefjes, rooepten en horosoopon,
catalogi van bookworkon, amulotten en ge
beden en verdor do moest uiteonloopende
privaat-brieven.
Zoodat ik maar zoggen wil.Veel
nieuws onder de zon schijnt er wezenlijk niet
te zijn!
Zelfs de wolbekende.imestvnnlt is niet
van jongen datum! Want in do oudsto tijden
had ieder dorp reeds een vaste plaats waar
alle afval moest worden gedeponoord. En
naast de mestvaalten had men alroeds de ge
woonte ook veel oude papleren aldaar te de-
poneeren.
En zoo is hot gekomen, dat do öudhoidvor-
sc/hers voornamelijk ln dezo mestvaalten hun
grootste vondsten gedaan hebbon. Evenals
tegenwoordig had men al vroeger de ge
woonte om afval en waardeloos gewordon
dingen bijleen te pakken in oud papier en het
daarna weg te werpen. En nu zijn die oer
oude en waardelooze vodden voor don late-
ren vortscher weer van groot belang gewor
den!
Merk hieruit op waarde lezer d© be
trekkelijkheid van alle dingen! Wat is van
waarde en wat niet? Wat is mooi en wat is
slecht? Zoo zal het kunnen gebeuren, dat
'hetzelfde Juttertje, waarin gij dit leest en
wat gij daarna waardeloos weg smijt over
drie duizend jaar een vondst van belang is
om vast te stellen wat gij op regenachtige
Zondagen in het jaar 1923 las!
Een volgende maal zullen we eenig© na
dere bewijzen bijbrengen omtrent de werke
lijke overeenkomst van den ouden en nieu-
weren tijd. Want niet alleen werden er ver
schillende papieren gevonden, die overeen
komen met de onze, maar ook de daarin
voorkomende inhoud en de gebruiken blij
ken niet of weinig van de huidige te ver
schillen.
Dr. B.
IN HET TEEKEN VAN „TOET-ANKH-
AMEN".
De Egyptische opgravingen.
Zo'o puntdichtje niet lang geleden een lezer
van de „Haagsche Post". Het is, inderdaad
juist. Hot Is een van die ontelbare juistheden
van inkonsokwentle, waaraan de menschheid
onderhevig ls en waaraan niet schijnt te kun
nen wordeni ontkomen.
Want Jn don grond ls de heele Toet-Ankh-
Ainon geschiedenis niet anders dan een staal
van' de al-oude politiek der Engelsche natie.
Men moet de Engelscben toegeven, dat zij
immer een levendige 'belangstelling hebben ge
toond voor het bezitten van bijzondere waar
den, privileges of voorkeuren. Vandaar dat
het ook de Engelsche natie is, die over heel de
wereld de meest belangrijke en strategische
OUDJE.
Daar kwam hij aangestrompeld langs Bas
singracht, koersende naar de Botbrug. Steu
nend en zoekend plantte hij zijn stok voor zich
uit, meer schuivend! dan loopend! langs de
straat
Nu en dan bleef hij even staan om wat op
adem te komen.
Ja, ja, dat was weer een ongewoon gedoe
voor hem. Heel den langen winter had hij ln
zijn hoekje gezeten, niets anders ziende, dan
het klompje huisjes aan den overkant van de
straat en wat lawaaiende, spelende kinderen.
En nu hij de zonnekitsingen zag op de daken
der huisjes en als er iemand binnenkwam, de
voorjaarslucht in zijn neus voelde prikkelen,
nu gevoelde hij behoefte om zijn hoekje nog
oons te verlaten on te gaan naar don buiten
kant, waar hij heel zijn leven lang had ge
sjouwd en geploeterd, doch waar hy ook intens
had genoten van wijde luchten en verre hori
zonten; blakering van zonnesoheuton en bol
ling van winden.
Was die genieting hem vroeger onbewust
geweest, nu, nu hij den geheelen winter ver
schrompeld had gezeten in zijn hoekje, nu
voelde hij, wat er vroeger, ondanks de zorgen,
toch een blijheid in zijn leven was geweest.
Al dat schoone, waar hij vroeger onbewust
van had genoten, wilde hij nu nog eenmaal
zien en dan met volle teugen al dat mooie in
dronken.
En nu was hy op weg.
Ja, hy voelde wel, dat het niet zoo gemak-
keiyk meer ging! De scharnieren van zijn boe
nen waren gaan roesten; de luchtbanden in
zijn carcas hadden kleine poreuse plekjes. Het
ging lang niet zoo gesmeerd als vroeger!
Even ruston! Nog eens de tandon op elkaar
(figuuriyk gesproken) en stevig plantte hy
■rijn stokje weer voorwaarts en trok daar zyn
lichaam aan voort.
„De Botbrug", dat schie.... dat schiet ten
minste op; hó hé!"
Schuivend, strompelend ging het de Nieuwe
brugstoeg in. Nu dwars overstekon naar de
Ankerpark-brug. Dat was nog een heele on
derneming, want welken kant hy ook keek (zyn
oogon waren nog het best van heel z4jn oorpus),
overal zag hy fietsen en daar was hy een
beetje bang -voor.
Maar hij was wel tusschon andere dingen
heongestevond. Vooruit dus maar!
Maar.wat was dat? Het was of hem het
restje bloed', dat hy nog had, door zyn beenen
wegzakte in zyn schoenen.
Daar hoorde hy eeni ding blazen als een
misthoorn on een gebonk van geluiden, alsof
er een ketting door de kluizen liep. En meteen
gord© hem eon ding, met eon vont er op in
een duikerpak, als eon wervelwind voorbij.
Daar stond hy toch als verd.louls van
En daar kwam al weer zoo'n monster. Geen
poot durfde le meer verzetton.
Is me dat eon gekkenhuis geworden?
Daar kwam een helpende hand', nam hem
by don arm on bracht hem naar het huisje van
Esonn, waar een bank, als rustend vluchtoord
voor oudjes, gereed stond.
Daar zat hij nu. Veilig on wel, maar nog
lang niet aan den buitenkant.
Maar hier was bet ook lekker. Hot zonnetje
scheen hem zoo lekker ln zijn snuit; hij zat
net in de luwte, beschut voer net oostenwindje
on hot was of oen zachte streeling hem langs
de ledon ging. Hy voelde zich gekoesterd; do
kilheid gloed uit zyn oorpus on het was hem
zoo goea.
Do stok tusschon de beenon geplaatst, de
handen daarop gevouwen, zoo zat hij' ln de
koestering dor zonnestralen on het werd1 hem
weldadig te moede. Hier zat hy mummplend,
droomond voor zich uit; niet gestoorddoor
kakelende vrouwen of ruzieënde kinderen en
dan die warmte, die heerlijke, bloedstuwende
warmte!
■Zoo zat hy stil, o zoo stil, tot zijn hoofd be
gon te nijgen en zijn gedachten gingen toeven
in het verledens
Het was hem als toen: het'leven hem lachend
wenkte; het leven, dat lachend u tegemoet
treedt en dat later rimpels graaft in het voor
hoofd en groeven delft rond' uw mond.
Het was hem .alsof lachend© maagden dan
send rond hem kringelden en zwaaiend met
reukvaten heeriyke geuren hem toezwierden.
Het vonkje, dat zoo diep onder de asch be
dolven lag, werd aangeblazen door den mach
tigen ann, die stond aan de natuunblaasbalg
en het begon weer te gloeien.
Teere handen streelden hem; lachende mon
den spraken hem toe en rond zijn slapen ging
een suizing van wekkend leven, dat zijn hart
deed gloeien en zyn mondhoeken plooiden tot
een glimlach.
Zyn hoofd was van zijn handen gegleden
en met een ruk werd bij wakker.
Doch binnen-in hem juichten de heeriyke
dingen, die zyn geestesoog zoo onduidelijk had
den aanschouwd, nog in hem na.
Lachend keek hy om zicbi en zag, dat ook
andere oudjes zich naast hem hadden gezet, die
mede genoten van de krachtwekkende voor-
jaarszonnewarmte.
Hy dacht niet meer aan zyn buitenkantje.
Het was hem goed zoo hier.
Hy sprak niet van wat er juichend in hem
had plaats gegrepen; het was een kleinood1,
dat hy gierig bewaarde voor zichzelf.
Dat zou hy meen doem!
Hy droomde dus weer van toekomst, terwyi
hy meende, dat het leven hem niets meer had
kunnen brengen.
Dat had gebracht de levenwekker, die al wat
ademt, weer nieuwe kracht had ingeblazen: de
voorjaarszon.
Tusschen twee In.
De groot© componist Feiix Mendelssohm
was de kleinzoon van den philosoof Mozes
Mendelssohn. 7Jjn vader placht te zeggen
(zelf was hij Berlijnsch bankier): „Ik zou
wel eens willen weten, wie ik eigenlijk ben.
Toen ik jong was, noemde men mij de zoon
van Motzes Mendelssohn en nu Ik oud ben
word ik niet nnders dan de vader van Feiix
Mendelssohn genoemd.
De heer des huizes.
Vreemdeling aan de deur tot de dienst
maagd: Kan ik den heer des huizes spro
ken?
Dienstmaagd1: Wees zoo goed binnen
te komen, mijnheer, ik zal mevrouw ornnid-
deliyk roepen.
De Mark!
In een Duitsoh blad verschenen eenige
staaltjes in verband met de geweldige da
ling van de Duitsche Mark. Zy mogen een
denkbeel tgeven van de ombeteekenendheid
van dit waardeiniddel
Wel, wat beb je daar?
Een biljet! De familie Milller noodigt me
uit om op bun bal te komen.
"Maar wat hoeft dat biljet een vreemde
kleur! Op wat voor papier is dat geschreven?
Op een duizend Mark biljet! Ja zoo
is bet nou. De menscheiyke schraapzucht
kent geen grenzen. Ze willen wel meedoen
en bals geven, maar een fatsoenlyk stuk
wit papier voor de uitnoodiging gebruiken
vinden ze te duur!
In de rechtzaaL
Beklaagde, hoeveel hebt u nou eigen-
Ujfc van die vermoorde oude vrouw gestolen?
Een millioen, edelachtbare.
Een millioen En schaam je je nou niet
om voor zoo'n bagatel een moord te begaan?
Och ja, edelachtbare. Maar vele klein
tjes maken een groote! Als ik er nog drie
by vermoord had ook voor 'n millioen, dan
bad ik vier millioen gehad.Dan had ik
me een nieuw zomerpakje kunnen tooopen!
In den wlnkeL
Wat voor vreemde waren heeft u daar
in de etalage?
Dat zijn geen waren. Dat zijd pan
den; pakken papiergeld!
En waar zyn de waren dan?
In de brandkast!
Op het kantoor.
Maar, meneer u hebt daar een stapel
geld' in uw brandkast liggen.
Ja drie millioen!
En' sluit u haar dan niet?
Neen!
Waarom niet?
Omdat ik bang ben voor dieven.
Dat snap ik niet.
Toch is 't heel eenvoudig. Als ik de
kast sluit, zal oen dief denken dat er wonder-
wat in zit en de kast foroeeren.Dat zou
me 200 millioen kunnen kosten voor een
nieuwe kast. Als ik haar nu open laat, kan
de dief met eigen oogon zien, dat er niet
meer dan 8 millioen in ligt. Laat hij die ne
men als het hem de moeite is.
O VEIS MTftm ATS EN ÏH23DADIGE3S.
door Leo Feiix.
Geheimschrift
Het ontcyferen van geheimschriften die
meer gebruikt worden dan de meeste auto
riteiten meenen is een werk, dat niet
alleen 'groote vaardigheid, maar ook een uit
gebreide 'kennis van de soorten en van den
bouw er van vereisoht Slechts een beperkt
aantal deskundigen zal daarom in staat zyn
met succes dit werk te verrichten. Dit wil
daarom niet zeggen, dat de leek niet een
eenvoudig geheimschrift zou kunnen ont
cyferen. Natuuriyk is dit zeer wel mogelijk,
al hangt hierbij veel af van het toeval. W ant
de deskundige zoekt systematisch, terwyi de
leek er naar moet raden. Wellicht zullen wij
een volgende maal eens een eenvoudig ge
heimschrift aan onze lezers voorleggen, dan
kunnen zyi er hun kreahten op beproeven,
hetgeen wel het beste middel is om te zien,
hoeveel verscheidenheid er op dit gebied
bestaat.
Tooh zyn de geheimschriften in 't alge
meen wel steeds in bepaalde groepen! onder
te brengen, waardoor het oplossen verge-
makkelykt wordt. Een bekend geheimschrift
dat ook, naar ik vernam, wel 'gebruikt
wordt door verliefden en verloofden, die in
stilte (zonder dat pa of ma het weten mag)'
elkaar allerlei intieme mededeelingen wil
len doen is het permutatie- en combinatie-
geheimschrift Het is wel zeker, dat dit in
zyn eenvoudigsten vorm1 de meeste lezers wei
bekend zal zyn. De 'grondslag berust hierop,
dat de letters van het alphabet eenvoudig!
verwisseld worden, dat aan de letters een
andere beteekenis wordt toegekend, dat de
letters vervangen worden door oyfers of
breuken; ook worden deze systemen gecom
bineerd, volgens bepaalde regelen. Op deze
wyze kqn nog een vrij ingewikkeld 'geheel
verkregen worden, dat niet gauw voor on
deskundige derden leedbaar is. Dit geheim
schrift werd o.a. gebezigd door Julius Cae
sar (ook daarnaar genoemd), door den Fran-
schen staatsman de Mirabeau, door Frifr-
heimi e.dL
Dan hebben we het sleutelgeheimschri ft
waarby de beteekenis van de afzonderiyke
letters slechts met behulp van een sleutel
d.i. een samenstel van letters, die onder
ling zyn overeengekomen kan worden
gelezen. By dit geheimschrift kunnen vele
moeiiykheden de oplossing in den weg wor
den gelegd. Het klinker gehoimschrift be
hoort hiertoe, terwijl het vooral bekend la
door het z.g. chiffro quarré of chiffre Indé-
chiffrable, ook wol Russisch quadrirt ge
noemd, omdat het veel door (Russische)
anarchisten gebruikt werd.
(Het gehelmschritf van Napoleon ook
punten ter zee bezet. Successleveiyk heeft zy
zich deze toegeëigend of weten te 'bezetten.
'Zoo is het precies met 'Ontdekkingen en on
derzoekingen. Geen andere Staat of geen ander
volk heeft verhoudiingsgewys zooveel gedaan
voor ontdekken van nieuw land en het onder
zoeken van zee en zeebodem. Het zyn Engel
schen) geweest, die het eerst en het meest en.
het verst de Noordpool, zoowel als de Zuidpool
genaderd zyn. Binnen-landen van Afrika,
Australië, Thabet en 'Middel-Amerika zyn door
Engelsche expedities en onder steun van En
gelsche regeeringen bezocht en doorzocht.
Diepzee- en oceanografisch hebben de Engel
schen het meeste enl het moedigste werk ver
richt.
iMaar niettegenstaande het feit, dat wij
jwenid zyn dit buitengewone geschenken voor
e beschaafde wereld te noemen wy moeten
nimmer uit het oog verliezen, dat de eenige
en groote voorwaarde van Engeland altijd was:
Voor my zyn de resultaten.
Om deze reden gaf regeering na regeering
groote credleten. Hierom werden alle ontdek
kingstochten met opperste medewerking in
Engeland populair gemaakt en gehouden'.
Hetzelfde is het geval met meerdere vroe
gere en latere opgravingen enook met de
laatste, zoo opzienbarende opgravingen van
de grafgewelven van Toet-Ankh-Amen. Enge
land interesseerde zich stellig voor het oud
verleden en ontziet desnoods geen geld en geen
hulp aan de voortvarende mannon, die zich
met dezen tak van sport bezighouden. Het is
vooral het wereldberoemde British Museum,
dat reeds beduidende sommen aan deze werk
zaamheden besteed heeft.
Maar onder de voorwaarde: Wat even
tueel te voorschyin komt, is by voorbaat eigen
dom van het museum.
Vandaar dan ook, dat geen museum ter we
reld zooveel schatten in dit opzicht bezit als
het Britsohe. 1
Intusschen zou men zich vergissen door te
meenen, dat de zucht om in den ouden Egyp-
tischen bodem te graven een van de laatste
jaren was.
'Reeds tenger dan dertig jaren is men op
deze plaats bezig. 1
Het plan om op deze plaatsen wetenscbap-
peiyk onderzoek te doen naar Egypte's grys
verleden, ontstond, toen opgravingen op an
dere meer verwyderde plaatsen tot verrasson
de resultaten geleid hadden.
Want reeds in het jaar 1842 was men be
gonnen te gfaven in de omgeving van het
dorpje öhorsabad in het oude Mesopotamië.
Hier was eenmaal de bakermat der oude be
schaving en twee Franschen Botta en Vic-
tor Place vonden al granende en borende
den weg naar de oude ruïnen van den Tempel
en de paleizen van het oude Ninevé....
Toen was onmiddeliyk de aandacht van het
Britsch Museum levendig! Zy zond op haar
kosten en onder de boven aangehaalde voor
waarde den Engelschmam Austen Henry
Layard uit en deze groef van 1845 tot.... 1852
in een naby gelegen heuvel. Hieruit blykt, dat
het graven inmiddels geen kleinigheid is.
De volharding van Austen Layard werd be
loond. Hy ontdekte een (koninklijk paleia En
doorzoekend vond hy1 in een van de oude zalen
lysten met geheimzinnige teekens, die een on
bekend' schrift deden vermoeden. Dit vermoe
den werd bevestigd toen de 'bodem werd bloot
gelegd en deze allerlei beschreven kleiplakken
of tabletten bevatte, welke by nader onderzoek
bleken deel uit te maken van de Koninklyke
bibliotheek.
Nog later werd uitgemaakt, dat het de biblio
theek geweest was van Koniag Assurbanipal.
Intusschen was dit veld van onderzoek nog
a! ver verwijderd van het nu zoo vaak genoem
de Toet-Ankh-Amen gebied. Want Koning
Assurbanipal was een vorst, die van 668685
vóór Obr. over Assyrië regeerde. Hy was het,
dit met zy© leger door Palestina trok en de
Egyptenaren bestreed'. Aanvankeiyk hoopte
men dan ook in deze vondsten veel aanwijzing
te vinden omtrent het oude Israël. Behalve
eenige chronologische aanteekenimgen, leverde
een en ander echter voorloopig niet veel op.
Maar de zucht tot graven en boren en on
derzoeken was nu geboren en men hield niet
meer op.
Voor de.kennis van Oud-Israël waren zeer
belangrijk de'vondsten in Egypte in de buurt
van Tell-el-Amaroa op den Oosteiyken Nyi-
oever en ongeveer 800 K.M. ten Zuiden van
Kaïro. In het jaar 1887 werd hier bloot gelegd
het eveneens uit kleitabletten bestaande staats
archief van den Egyptischen koning Ameno-
pfiis IV. Deze vorst regeerde omstreeks 1400
jaar vóór Ohr.
De kleitabletten bleken niet anders te zyn
dan brieven van vazalvorsten en Egyptische
stadhouders in Kanafin. Merkwaardigenvys
zyn de brieven geschreven in Babylonisch
spykerschrift, waaruit is afgeleid, dat Pales
tina hoewel het stond onder Egyptisch be
wind geheel werd' 'beheerscht door de z.g.
Babylonische beschaving.
De op deze wyze van onder het stof der
eeuwen te voorschyn gehaalde documenten
noemen verschillende Palestymsche steden
reeds by name. Zoo b.v. Aooo, Ajalon, Askalon,
Byblos, Gezer, MegMdo, Sidon, Tyrus en ook:
Jeruzalem. In oudere geschriften heet het
eerst nog Uruzaiim.
Uit den inhoud van de kleitabletten bleek
verder, dat de stad-staten byna voortdurend
met elkaar in oorlog waren en dat het Egyp
tische oppergezag te zwak bleek om een ;nd
te maken aan de onverkwikkeiyke veete
t Juttertje
m
Als iemand begeerte jo graf schendt,
Dan noemt men dat Lij krootMaar zie;
Zoodra jo drieduizend jaar dood bont,
Don hoot hot.Egyptoloigie!
Tlóblnson.