De Praktijk van Helder
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 14 Juli 1923.
VAN 'S LEVENS
WIJSGEERIGEN KANT
NO. 70. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Zijde als ziekte-oorzaak.
't Juttertje
ZWEMMEN.
Alleen reeds bij bet schrijven van bet; woord
„zwemmen" voel je je, in deze tropische hitte,
al een heel ander mensch worden.
Vroeger waren er velen, die zeiden, dat het
water alleen was voor de visschen en niet voor
de menschen.
Dat aantal is in de laatste vijf-en-twintig jaar
wel heel wat minder geworden, maar toch zijn
er beden ten dage ook nog een reeks porsonen
te vinden, die van dezelfde gedachte n.
Langzamerhand is de gezonde gedachte om
je nu en dan eens heelemaal af te sp-oelen bi,
de groote meerderheid der menschen wel door
gedrongen, doch vaak zijn er allerlei bezwaren
die je in dat voornemen verhindereni
Als de natuurtemperatuur, zooals deze da
gen, tot een hoogte is gekomen en zet}- en bin
nenwater daarvan de gevolgen ondervinden,
duurt het niet lang of heele karavanen zie je
er op uittrekken om zich, door dat vroeger zoo
gevreesde element, te laten afspoelenu.
Opvallend is zeer zeker, dat er zich onder die
tijdelijke amphibiën heel wat bevinden van hei
zoogenaamde zwakke geslacht. (Weldra zal die
uitdrukking absoluut niet meer begrepen wor
den).
Er moet dus wel een heele ommekeer hebben
plaats gehad in de gedachtengang der men
schen.
Denk eens b.v. vijf-en-twintig jaar terug
en vraag dan eons bij uzejf of ge toen er nie
iets stuitends in vondt als een vrounv zich aan
het natte element ging toevertrouwen.
Ik schat, dat 99 percent van de menschen,
die er toen iets „shockings" in vonden, nu he;
de natuurlijkste zaak van de wereld achten, da'
het vrouwelijk deel der menschheid zich onder
dompelt.
Het jongere geslacht kan het zi.cjh absoluut
niet indenken, dat er vroeger van. die stoet
haspels waren, die daartegen kondem zijn.
We leven in dat opzicht dus wel zeer snel en
inderdaad lijkt me deze vooruitgang in het ge-
dachtenleven wel een der meest belangrijkste,
Al ben ik geen dweper met de absolute ge
lijkstelling van man en vrouw, hier waar het
geldt een der meest belangrijke hygiënische
belangen voor het lichaam, kan ik niet anders
dan het toejuichen, dat zoo talrijke' vrouwen en
meisjes van het bad gebruik nïakijn.
Bij het gemeentelijk zwembassiji in de Bin
nenhaven is het thans een voortdurend va-et-
vient) en jongens en meisjes, vrouwen en man
nen verdringen zich op de voor iedere categorie
vastgestelde uren om de onderdompeling te
ondergaan.
Aan het strand is het idem hetzelfde. Bad
koetsjes komen er te kort, doch het strand Is
lang en de ettelijke personen, dtle het zonder
badkoetsje doen of zich in een tent behelpen,
is legio.
En dan is het opvallend hoe duar ieder sans
gêne kan zijn, zonder dat Iemand! zich daaraan
ergert. Aan het strand toch schijnt opeens alle
begrip van conventie verdwenen te zijn en je
verbaast je er over, dat iemand, zich wel kan
ergeren aan het baden b.v. langu den dijk, en
aan het N.-H. Kanaal, terwijl dat niet gebeurt
als er aan het strand gebaad wordt.
Ondanks dat zie je ze toch ovoral baden met
dit weer en ik kan me er in verkneuteren hoe
veel echte waterrotten deze gemeente binnen
haar poorten heeft.
(Van den mondsteiger afjompen is voor velen
maar een peuleschilletje, klimmen op den roer-
staart van een voorbijgaand vaartuig in het
Kanaal, daar rechtop gaan staan en dan met
een forschen sprong onderduiken is een klei
nigheid; van het vlot in de Binnenhaven af dui
ken is niet meer dan een handomdraaien.
Aan den dijk heb ik wel gezi en, dat een jon
gen een eind in zee zwom, zich met den vloed
liet meedrijven tot het Wierhoofd en daar zijn
plunje aantrok, die hem door 'een goedwillend
kameraad of broertje was nagedragen.
Het water, dat zie (je en jdat voel je, is hier
het element der menschen.
Was het vroeger bijna het monopolie van
jongens en mannen, thans plant het zich voort
tot de meisjes en vrouwen en er zijn er velen
onder de laatste twéé categori ën, die niet voor
de twee eerste groepen onder doen.
Dat is verblijdend.
Daarom: laat je afspoelen, dan zal de warmte
je niet tot zoo'n grooten last zijn en zal er veel,
hetgeen anders ons in de neuzen drong, in den
breeden schoot van de wijde zee worden opge
nomen.
En ook dat is veel waard.
Robinson.
Eenigen tijd geleden kwam in een der
Londensche ziekenhuizen een merkwaardig
geval van z.g. zijd ©ge voeligheid voor. De
patiënte verklaarde, dat isfl geen- zijde kon
dragen, omdat haar huid. daardoor ontsto
ken raakte.
Thans wordt een tweede, dergelijk geval
gemeld. Een 21-jarig meiarje heeft verklaard,
dat rij geen rijde kan dragen, omdat ook
haar huid ef door wordt aangetast. Alleen
de nabijheid van rijde-weefsel is reeds vol
doende om het meisje een gevoel van onbe
haaglijkheid te geven. Een kwartier nadat zil
een zijden blouse heeft aangetrokken, ver-
toonen haar armen en hals overal roodo
vlekken. Men bereidde een extract uit rijde
en gaf de patiënte daai-mede een injectie.
Het gevolg was, dat zij begon tè hoesten en
te niezen, terwijl de oogon begonnen te tra
nen, welke verschijnselen gepaard gingen
inet netelrooa
Het verlangen naar „den goeden ouden
rijd" is meestal niet anders dan het verlan
gen naar de vervlogen j eugd.
Het „Zeggen!
„Ik zal het hem zeggen!"
mag
„Het mag hem wel eens goed gezegd
worden!"
„Dat zou ik best durven zeggen."
„Dat heb ik eens goed gezegd."
Etoetera
Er zijn in onze spreekwijzen tientallen voor
beelden van de waarheid,- dat een belangrijke
factor in onze samenleving wordt gevormd door
bet begrip „zeggen".
Van het zeggen of van het niet zeggen
oudere menschen, met de noodige levenserva
ring, weten dit: hangt veel af.
Maar of er wel alles van af hangt?
Dat is een moeilijk vraagstuk en nog
niemand schijnt de juiste formule te hebben
gevonden om deze vraag op té lossen.
Uit de manier waarop wij dit begrip zeggen
en durven zeggen in de wandeling gebruiken,
blijkt, dat wij het niet altijd makkelijk vinden
om iemand „iets" d. w. z. een „waarheid''
te zeggen.
Want al hooren we in het dagelijksch leven,
ik zou haast zeggen-: tot vervelens toe „De
waarheid bovenal" of „Durf ieder te zeggen
wat ge meent" of „Het zou veel beter zijn
als we rechtstreeks zeiden zooals het was".
schier niemand houdtzich In de praktijk
aan dezen inderdaad gulden regel.
Er ls een overdaad van voorbeelden, waaruit
zou kunnen blijken, dat we bijna nooit de waar
heid rechtstreeksch zeggen, of het moet be
vorderlijk voor ons directe belang zijn.
Het tegenovergestelde doen we echter zoo
lang ons leven duurt.
Zoo blijven we in gebreke in dubbele mate.
Want niet alleen „zeggen" we niet voortdurend
wat heel vaak bitter noodig zou zijn gezegd te
worden, maar zelfs als we dit doen tegen
onze kinderen of vrienden b.v. dan gebeurt
het nog in de meeste gevallen, dat hetgeen we
gezegd hebben niet in ernst wordt opgenomen
on niet wordt behartigd.
WTant zelfs al zeggen we zoo veel en zoo
eerlijk mogelijk wat we voor waar houden in
het leven dan nog is zeggen alleen lang niet
voldoende.
Het zeggen van.de waarheid alleen is in het
hoogste geval: een deur openzetten van de deur
naar de waarheid. Maar dat beteekent nog niet,
dat degeen, voor wie het gedaan werd, nu ook
dat geopende gebouw van de waarheid binnen
treedt.
En daar komt het toch op aan.
„Zeggen" is een schoon ding een van dé
wonderlijkste geschenken, die ons het wonder
bare leven gegeven heeft.
Dat merken we eerst goed, wanneer het ons
eens lukt om door middel van „zeggen" die
bovengenoemde deur van het Waarheidsge
bouw niet alleen open te krijgen, maar er ook
de aangewezene door te zien binnen gaan.
Voor het .„zeggen" van wat we meenen te
zeggen te hebbeni, staan den mensch vele wegen
open len vele middelen ten dienste.
Men kan het in de eerste plaats doen op de
wijze als in het Oude Testament wordt voorge
schreven: Allereerst onder vier oogenl Daarna
wanneer dit niet geholpen heeft, meer in het
algemeen en ten slotte in het openbaar.
De laatste manier n.L om wat mem te zeg
gen heeft naar waarheid in het openbaar te doen
heeft in onze dagen een vrij uitgebreid ge
bruik gevonden. Het is ook voorzeker een uit
stekende manier om de waarheid te zeggen in
het openbaar, d. w. z. dpor middel van den kan
sel of doof middel van een of andere wijze van
schriftuur. Vooral wanneer het geldt een waar
heid, die niet in het bijzonder een persoon aan
gaat, maar meer in het algemeen de menschheid
of de samenleving.
Het is ook de minst gevaarlijke manier, omdat
men niet bevreesd behoeft te zijn -op deze wijze
een bepaald mensch te kwetsen.
Aan dem anderen kant evenwel blijft de kans
groot, dat het „ware" woord aan den-gene, voor
wie het in beginsel bedoeld wps, ontgaat.
Toch is die breede weg van de waarheid zeg
gen in het algemeen en in het openbaar wel
zeer verkieslijk. Niettegenstaande het feit, dat
er vooral in onze dagen van licbtelijke verwor
ding em van twijfel em van leed om het leven,
weinig waarde en geloof wordt gehecht aan de
waarheid, die uitkomt in een schriftuur, zou
het aanbevelenswaardig zijn, wanneer er meer
heiligen arbeid van werd gemaakt
Want in het algemeen is het met de goede
woorden als met de zaadjes uit de bekende ge
lijkenis: Een deel valt op een steenrots en
gaat te niet een ander deel mislukt op weer
andere wjjze.Maar eenige goede woorden
hebben de kans toch nog altijd in goede aarde
in casu: in goede ooren terecht te komen.
En is dit eenmaal geschiedt, dan sterft dit
gezaaide zaad niet meer. Dan begint het onwil
lekeurig te groeien en op deze wijze wordt
menig mensch in stilte in zijn leven voortge
holpen of op den juisten weg gebracht. Want
wat hij of zij tevoren niet begreep, hoort men
nu onder woorden brengen. Wel kan en zal
het in den aanvang nu troebel en vaag zijn,
maar allengs neemt, het in de voorstelling vaste
vormen aan en wortelt in het bewuste wezen
van het individu op zoodanige wijze, dat het
met zijn wezen zelf vergroeit en er niet meer
uit te verwijderen is.
Ingezonden Mededeellng.
in de gemoederen zijner hoorders.
Maar zelfs al is de schijn tegenovergesteld
ze zullen- er niettemin zijn of komen.
Een schrijver, die door middel van een< of
ander voertuig van publiciteit, zijn meeningen
heeft voorgedragen, zal bijna nimmer kunnen
weten of men hem leest wie hem leest en
welke resultaten dit lezen -ten slotte heeft
gehad.
Maar niettemin kunnen we als een vaste wet
aannemen, dat er al-tijd iets van blijft neerval
len in goede aarde daar ontkiemt en wortel
schiet
En aangezien het dus vaststaat, dat van ieder
gestrooid zaad eenige planten wortelen, is het
van de grootste beteekenis zich voor te houden
zooveel mogelijk het zaad der waarheid te
strooien.
Dr. Brensa,
En al is het waar, dat hij of zy, die de drang
of de gave in zich voelt om de waarheid te zeg
gen, veelal daarvan eenige bittere ervaringen
te verduren krijgt het wezenlijke loon blijft
niet uit.
Een spreker, die in een verzameling van
medemenschen waarheden gezegd heeft, zal
nimmer by machte zijn om de uitwerking van
zijn woorden en gezegden te kunnen nameten
DE „POP".
Een praatje over den „namaak"-meii.sch.
Een pop is een klein mensch en is in
ieder opzicht altijd bedoeld geweest om als
klein mensch dienst te doen! In de pop wil
de mensch zichzelf ten voeten uit terug zien
en met zich zelf spelen als een gedresseerd
dierl
Reeds de oude Egyptenaren kenden kleine
poppen kleine primitieive menschen-na-
bootsingen uit klei gebakken. En van dien
tijd af zijn poppen bij den mensch bekenc
geweest en heeft de pop zich gehandhaafd
in de eerste plaats als speelgoed voor het
kind.
Nu is niet de pop in het bijzonder voor
het kind bedoeld, maar het kind houdt zici
in het bijzonder met de pop bezig, omdat he
kind als zoodanig het nog onbeheerschte en
onbedorven mensch-figuurtje ia Grootere
menschen zouden ook nog wél met deze o:
een soortgelijke liefhebberij willen spelen,
maar Ijun zit een zekere bewustheid een
zekere beheerschln-g in den weg. Zij durven
niet meer naief-spontaan te zijn en (zooals
het kind dit doet) het popje behandelen als
was het een menschenkind met oogen en
ooren en rede en verstand!
De aandacht en liefhebberij voor de pop
heeft natuurlijk een' poppen-fabricatie in het
leveri gebracht.
In den voor-ooriogschen tijd van. Europa
h ad Duitschland de -grootste popp en indu
strie. Speciaal Sonnenberg in Thuringen
was hiervan het centrum.
De poppen werden vervaardigd in fabrie
ken, maar dit geschiedde niet zonder behulp
van ©en uitgebreide huisindustrie. En juist
deze poppen-huisnijverheid leverde een
staaltje van den huisvlijt met al haar kwade
zijden. Ontzettende lange arbeidsdagen wer
den, (en worden) er gemaakt.menig
nachtuur opgeofferd' voordat zoo een klein
en snoeperig popje langs alle mogelijke we
gen eindelijk in banden komt van het kleine
kind.
9
Niet alleen is de pop een klein mensch,
maar in de streken waar zich de poppen-
industrie ontwikkeld heeft vinjlt men uitge
breide -groep eeringen van menschen in pop
pen-arbeid, gelijk men ze elders voor men-
schenarbeid vindt. Want de gevestigde fa
brieken in een poppenstreek leggen wel de
laatste hand aan de pop, maar het ontstaan
en de verschillende eerste en ruwe bewer
kingen dankt de pop aan de huisvlijt.
Zoodoende vindt men in* de poppenmakers-
dorpen den poppen-coiffeur, den poppen-
schoenimaker, den -kleermaker.den -schil
der enz.!
De fabrieken hebben hun leveranciers,
aan wien ze het te ontvangen kwantum een
voudig opgeven. Deze leveranciers hebben
weer onder-leveranciers cn zoo komt men
ten slotte terecht in het werken in huis aan
huis! De een maakt zooveel rompen, de
ander zooveel armen en beenen, de derde
zooveel kopppen en zooveel pruiken en zoo
veel schoentjes en zooveel hoedjes en zoo
veel jurkjes.
En zoo gaat 'het verder!
Op den laatsten werkdag der week wordt
afgeleverd-en het afgeleverde werk terstond
betaald-
Vroegea was het gewoonte dat het afge
leverde werk in -groote manden door de vrou
wen naar de fabrieken wend gedragen. La
ter stuurden de fabrieken paard en wagen
om langs de huizen- al-les in te zamelen.
Men heeft poppen uit één stuk, men
heeft ze waarvan de armen en beenen een
beetje kunnen draaien. Men heeft ook zjg.
beweegbare poppen, waarvan handen, voe
ten, knie en elleboog ja dikwyls zelfs de
vingers in hun geledingen beweegbaar zijn!
Men heeft de „slaap"poppen, die de oogen
kunnen openen on weer sluiten men heeft
spreek-poppen, die papa en mama zeggen.
Enkele fabrieken hebben zelfs wel eens
exemplaren gemaakt, die loopen konden
door middel van een mechaniek en weer an
deren die konden' spreken door middel van
een iniwendig verborgen „gramafoon"-sy-
steem!
'Maar dat waren natuurlijk de enkele bui
tengewone stukken.
De massa is het welke de huisindustrie
schept en het zijn de duizenden van gewone
en1 bekende houten of geperst papieren pop
pen die aan duizenden menschen levenson
derhoud verschaffen.
Het verdoelen van den arbeid1 gaat niet
zond-er systeem. De romp van de pop wordt
in houten vormen uit papier geperst. Do
•groote exemplaren perst de man de klei
nere komen voor rekening van de vrouw en
de kinderen. Het afsnijden van de door het
persen ontstane randen gebeurt uitsluitend
door de kinderen.
De aldus ruw gemaakte producten1 worden
dan verdeeld onder de verschillende speci-
aal-schilders: de arm- en de been- en de
kopsohild-ers.
'Het zou wel juister zijn hier te spreken
van de schilderessen want meestentijds zijn
het de vrouwen alleenstaande vrouwen of
de weduwen met dochters van het dorp,
welke dit gedeelte van de industrie beoefe
nen.
Naar men zegt is met twaalf vaste hand
grepen en streken het hoofd op de juiste
wijze beschilderd. Dan heeft de pop haar,
wenkbrauwen, wimpers neusgaten, mond en
roze-wangetjes.
Het hoofd komt nu bij den oogeninzetter,
die op zijn beurt in vier of vijf handgrepen
de „spiegels der ziel" vastzet! De oogen zelf
ontvangt deze van den glasblazer in het
dorp!
De latere jaren' gebruikt men veel koppen
van porselein en celluloid. De eigenlijke
schedel wordt dan aangebracht los op den
romp en in 1215 grepen voltooid de coif
feur het uiterlijk me een schoonen haardos!
Het hoedje (als het er een krijgt!) wordt
erop vastgezet!
De kartonage-werker heeft inmiddels de
doozen op de vereischte maten afgeleverd.
De kant en klare popjes worden nu in de
doozen vastgenaaid door de verpaksters.
En hiermede is de eenvoudige bazarpop
gereed, wordt op den trein gebracht en
gaat de wijde wereld in om aan de kleine
kindertjes veel vreugde te bezorgen!!!
Dr. B.
„LA MUETTE."
Het kasteel der Koningen.
'Dicht bij Parijs, achter het beroemde Bois
de Boulogne, ligt het sierlijke, wondermooie
kasteeltje „La Muette"! Dit kasteeltje is op
het oogeniblik voorbeschikt om te verdwij
nen en met dit verdwwijnen zal een belang
rijk deel van het wijdsohe geschiedenisveld
van oud-Frankrijk verdwijnen.
„La Muette" was het eigendom van de
Fransche koningen in de zestiende eeuw.
En in deze hoedanigheid heeft zich op dit
klein kasteel een deel van Frankrijks hof
geschiedenis afgespeeld, die meer dan
merkwaardig is.
Ozaar Peter de Groote kwam hier op be
zoek als gast van de Hertogin de Berry.
Lodowijk XV braóht er een- deel van zijn
jeugd door.
Van deze Lodewijk Louis Ie Biem Aimé,
wordt uit deze periode het volgende voorval
van grofheid verteld: Over de groene ga
zons, die het paleis omgaven, liep een wit
hert rond. eens de lieveling des konings. Op
zekeren dag kwam het dier als naar ge
woonte naar zijn meester om geliefkoosd te
worden. Lodewijk echter, in een sadistische
bui, riep, met een kouden lach, een dienaar
liet het hert tot op een bepaalden gf-
stand verwijderen en vermaakte er zich me
de als.schietschijf!
Voornamelijk tijdens de regeering van
Lodewijk XVT heeft „La Muette" de zwij
gende getuige haar sohoonste dagen ge
kend. Nog vrij kort tevoren hadden de favo-
rites van den vroegeren Louis dezen gnonc:
betreden w.o. die markiezinnen de Nesle, de
Pompadour en La du Barry, die daar ach
tereenvolgens 's Konings gunst 'bezaten.
Doch met de entree van den jongen Lode
wijk XVI en de behoorlijke Marie Antoi-
nette kwam er een gansch andere geest te
heerschen.
-In „La Muette" ontving Marie Antoinotte
•haar broeder, Jozef II van Oostenrijk.
Hier gebeurde het ook, dat een vrij scha
mel gekleed man de wacht van het kasteel
zoo -lang smeekte hem toegang tot den ko
ning te verschaffen, dat men hem eindelijk
binnen liet!
Hij had den koning niets anders te vragen
dan de beschikking over een klein lapje
zandgrond! Op diezen zandgrond zoo voor
spelde 'hij zou hij een uitstekend eetbare
knollensoort planten, welke tot op heden in
Frankrijk niet gekend was!
De koning willigde zijn ernstige verzoe
ken in, de man ging aan het planten en
wachtte de resultaten af.
Deze schamele man heette Parmentier en
de eetbare knollensoort welke hij ontdekt
had, was de.aardappel die hiermede
zijn intrede deed op het vasteland van (Eu
ropa I
hun tijd' als gast. Zelfs de grimmige Wagner
ging toen hij in de Parijsohe periode was de
salon van Madame Erard—Spontini niet
voorbij. Hij heeft haar het eerste exemplaar
van de „Tanhauser"-partituur met een op
dracht op „La Muette" overhandipidl
9
Thans is het oude koningspaleisje met
zijn honderde herinneringen van 'historische
beteekenis, gedoemd te verdwijnen. De
grond zal als bouwgrond worden verkocht!
Kort voor de -groote revolutie dwong de
geldnood in Frankrijk tot den verkoop van
„La Muette". Maar omdat men er de kleinig
heid van 780.000 pond sterling voor vroeg
kwam er geen enkele kooper opdagen.
Tijdens de revolutie was 'hot kasteel na
tionaal bezit, doch omstreeks 1820 ging het
eindelijk in particuliere handen over. Be
zitter werd nu Erard de beroemd gewor
den fabrikant van de Fransche piano
Erard". In deze familie bleef het heel
langden tijdens deze periode vloeide het
vaak over van muziek.
Want een zuster van Erard was gehuwd
met den componist Spontini en op „La
Muette" werd nu in den loop der jaron.me
nige soiré musical gegeven. Aubor, Adam,
(Tallevy, Gounod, Beriioz, Massenet, Meycr-
beer, Rossini en anderen kwamen er op
OVER MISDAAD EN MISDADIGERS.
door Leo Felix.
Geheimschrift.
Een uitvoerige beschouwing te geven over
het ontcijferen-van geheimschriften, zou eener-
zijds te ver voeren, maar anderzijds ook zeer
langdradig worden. Want dit werk is nog heel
wat moeilijker dan raadseltjes oplossen; het
'vereischt, zooals wij reeds eerder opmerkten,
een grondige kennis van de theorie en daar
naast practische vaardigheid.
Wij zullen dan ook slechts langs de opper
vlakte loopen en enkele algemeene opmerkin
gen maken. Vraagt men zich af, of en zoo ja,
welke beteekenis -er aan geheimschrift te hech
ten is, dan kunnen wij'niet beter doen dan de
meening te citeeren van Prof. Dr. Hans Gross,
die zegt:
„Wanneer wij nu vragen, wat men moet
doen om geheimschrift te ontcijferen, dan moe
ten wij vóór alles zeggen, dat men geheime
mededeelingen steeds voor belangrijk moet
houden. Voor onverschillige zaken wordt geen
geheimschrift gebruikt. Eén ontcijferde medé-
deeling in geheimschrift brengt in den regel
meer licht over een zaak dan vele weken wer
ken en ijverig overal heenschrijven. Daarom
moet men alle krachten inspannen, wanneer
men verdenking heeft, dat in een strafzaak
geheimschrift wordt gebruikt, -om iets te vin
den, waarmede men het kan ontcijferen. Dit
moet men echter niet alleen doen in een groote
strafzaak, maar ook in een, die dat niet schijnt
te zijn, want dikwijls is een zaak, die schijn
baar van weinig beteekenis was, van gewicht
geworden, doordat een stukje papier met ge
heimschrift werd gevonden en ontcijferd.
Heeft men alzoo verdenking, dan zorge men
in de eerste plaats voor nauwkeurige doorzoe
king van den aangehoudene. Men denke er
aan, dat hij niet gewoon is zijn correspondentie
netjes geordend in een portefeuille te bewaren,
maar dat dikwijls de belangrijkste, even nietige
als smerige stukjes papier en* lapjes kunnen
zitten in de naden der kleeren, voornamelijk
waar de stof dubbel is (jaskraag, broekgulp),
in schoenen, waar het leder dubbel of voering
is aangebracht, en zelfs in het lichaam. Alles
wat is gedrukt en geschreven of gekrabbeld,
ook strepen en teekeningen, kan van gewicht
zijn, ja zelfs onbeschreven papier; dit laatste
kan immers met onzichtbaren (sympatischen)
inkt zijn beschreven.
Dat alles moet worden verzameld, desnoods
gedroogd en -nauwkeurig gereinigd1. Waar en
hoe het is gevonden, moet worden aangetee-
kend. Maar ook vele andere dingen kunnen
van belang zijn. Wij noemen slechts het num
mer van het horloge, het fabrieksmerk van
hoed, zakmes, pijp, enz. Dat alles moet, opdat
men het steeds onder de oogen hebbe, nauw
keurig op een lijst worden vermeld, welke bij
de stukken in het dossier wordt gelegd."
.Ook andere deskundigen komen -tot dezelfde
opvatting en als we b.v. eens herinneren aan
het bekende zakboekje van Landru, waar ook
allerlei aanduidingen e. d-. in stonden opgetee-
kend, welke het voornaamste bewijsmateriaal
leverden en tot zijn terdoodveroordeeling leid
den, dan zal men met ons eens zijn, dat gehei
me aanteekeningen niet mogen worden onder
schat.
Hetzelfde merkt de heer P. Frima, politie
deskundige te de 'Bildt op; hij zegt: „De al
gemeen verspreide meening, dat geheimschrift
door Hollandsche misdadigers zelden wordt
gebruikt, kan voorioopig niet met voldoende
stelligheid worden tegengesproken. Maar toch
heeft dezè heersehende opvatting bitter weinig
bestaansrecht. Waarop steunt ze eigenlijk?
Alleen op negatieve waarneming: men merkte
tot den ïmidigen dag niets van geheimschrif
ten en concludeert daaruit overhaast tot alge-
heele afwezigheid. En de waarde van deze ge
volgtrekking nadert verdacht het nulpunt der
waardemeterschaal, wanneer men bedenkt* dat
naar geheimschriften nooit ernstig en op des
kundige wy'ze werd gezocht."
De heer Frima, die zich jn 't bijzonder bezig
hield -met geheimschriften, publiceerde voor
eenigen tijd in het Alg. Ned. Pol. Weekblad
daarover een interessante verhandeling, waar-
iri hij o. m. de volgende geheime mededeelingen
weergaf. Zoo b.v.:
LEWSELLAD
LETSEGGNI
DNIBREVNI
NEDARE'MAK
EDTEMEMBE
HNETSEEWE
GLNINEBKI
De lezer zal bij nadere beschouwing al heel
gauw het geheim van dit schrift ontdekken;
het bericht is n.1. van achteren naar voren
geschreven en duidt: „Ik ben in L. geweest en
heb me met de kameraden in verbinding ge
steld, alles wel."
Hetzelfde, maar met Hebreeuwsche schrijf
wijze, is toegepast op:
TIZIJH ILEONI
EEWTBlNEVEZ
Daar staat vermeld: „Hij zit in cel B twee
zeven" (vleugel B, 2e verdieping, cel 7).
Aan belangstellende lezers geven wij het,
eveneens aan Frima ontleende, volgende ge
heimschrift ter oplossing. Zij kunnen hun vin
ding tot Donderdagavond 12 Juli, 8 uur n.m.
doen toekomen aan de Redactie van dit blad,
met vermelding „Oplossing Geheimschrift" op
de gesloten enveloppe. In.het volgend artikel
zullen wij de oplossingen bekend maken.
De- betreffende mededeeling luidt:
VTOEJ VfOQTI GPOXQ
PFQRJ GVBGN HFGWW
C H I G U
V U V G M
TQRFG
P R N O O
R' T Q M
Q O G P D
Bij de meer ingewikkelde geheimschriften,
als .chiffre quarré, moet men naar den sleutel
zoeken. Deze is een vierkant, dat op bepaalde
wijze bewerkt is en' heel goed een stuk krant
vol gaatjes geprikt kan zijn. Zoeken naar het
overeengekomen woord is bij het chiffre quarré
nog een tweede werk.
Het geheimschrift van Napoleon is afhan
kelijk van een gekozen woord of getal en de
ervaring leert, dat gewoonlijk daarvoor voor
de hand liggende woorden en getallen *-
ken, geboortedatum e. <L) gebruikt wor'