Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 4 Aug. 1923.
VAN 'S LEVENS
WIJSGEERIGEN KANT
NO. 82. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
VOLKS-METEOROLOGIE.
Waarnemingen zonder
Instrumenten.
Wij in den sleur van het dagleven ten
onder gegane stadsmensdhen weten zoo
goed als niet wat de natuur en het weer
buiten en de luchten en de sterren en de
wolken en al het andere in de natuur te
beteekenen heelt.
Als het regent ikunnen we dat zien en als
het sneeuwt ook en als het heel hard vriest
ook. En als het erg warm is beginnen we
het te voelen en als het erg boud is dito.
Ja onze knapheid gaat nog verder:
Als er zwarte wolken in de ruimte aandrij
ven, dan kunnen we met eenlge kans van
zeikerheid zeggen, dat het zal gaan regenen
of soms: dat het wel eens ban gaan on-
weerenl
We weten als de wind naar het Oosten
dreigt, dat er dan kans op vorst is {het jaar
getijde gunstig zijnde) en ais de wind zich
in of in de buurt van het Zuid-Westen gaat
.ophouden, dat er dan kans op regen begint
te komen.
En zoo weten we nog een stuk of wat bui
tengewone bijzonderheden. tMaas daar blijft
het ook vrijwel bij.
Want uit de kleur en de schittering en het
gehoele aanzien van een avondsterren-hemel
de atmosfeer en de temperatuur en het weer
in het algemeen voor de eerstvolgende dagen
voorspellen dat kunnen wij, stadarotten,
niet!
Uit de soort van wolken en de manier
waarop ze door den hemel reizen te voor
spellen, welke veranderingen er op til zijn,
dat ikunnen er niet velen van hen, die di
ploma dubbel boekhouden en handelareke-
nen hebben!
Uit verschillende kleine geluidjes uit den
bodem zoo 's avonds of 's nachts op het
vrije veld hij voorbaat oonstateereni wat
er in de lucht zal gaan gebeuren dat ver
staan we niet 'best!
En zoo zijn er een heeleboel dingen ln de
ruimte otm ons en boven ons b.v. de maan,
do zon de dampkringen, dauw, wind; wol
ken en soortgelijke dingen die. ons heel
wat voorspellen en ons verschillende aandui
dingen weten te geven voor den dag van
morgen.als we ze maar verstonden!
In dit opzicht staan we meerondeefls ten
achter bij verscheidene dieren, vogels, rifl-
schen en insecten die soms dagen te vo
ren weten, wat er zal gaan gebeuren en het
ons in hun handelingen laten zoen.
We moeten echter toegeven: Als de hier
boven gebrandmerkt» stedelingen zijn we de
allerslechtste in dit opzloht. Da stedeling
kent de natuur niet weet van da natuur
niets af en leeft er niet mee. Daarom weet
de stedeling er ook niets van af ook niet
van het zeer betrekkelijke onderdeel van de
„Natuur* 'het: „weer"!
De fijnere nuanoes van de weersverande
ringen ontgaan in den regel den stedeling.
Hij onderscheidt slechts regen of geen re
gen, zon of geen zon en winderig of niet
winderig!
De landman en de zeeman steken hierbij
gunstig af. De 'bewoner van het land' zoowel
als de bewoner van de zee-oppervlakte leven
meer intens met de natuur en hare ver-
DE VROUW MET DEN SLUIER.
Novelle door
JOHN AUSTIN.
Een uur later belde de gesluierde dame
aan het rijke huis, waar de steenkoolmag
naat Charles Akron woonde. De bediende,
die met haar naamkaartje naar binnen was
geweest, kwam haastig terug en verzocht
haar een oogenblik plaats te nemen in een
dicht bijgelegen salon.
Meneer zal zoo dadelijk bfl u zijn eed
de bediende.
De vrouw bleef alleen. Ze ging niet zit
ten, ondanks de uitnoodiging van den be
diende, maar bleef midden in de kamer
staan. Haar oogen gingen steelsgowjja langs
de wanden en de meubels, terwijl ze over
al haar leden beefde. De cheque van de
vijf en twinltig honderd guinjes ging heen
en weer in haar hand.
Geen drie minuten waren verloopen of
de deur werd weer geopend en binnen trad
een kleine, ineen gedrongen man.
Hij kon ongeveer zestig jaren zija Zijn
hoofd was kaal, zijn oogen diep ^g^od
koud onder een paar zware brauwt». Zijn
lippen staken als dunne strepen over zijn
gezicht en wezen naar de slappe wangen,
die een hard-roode kleur haddea
Uit heel zijn kleine wezen sprak een on
miskenbare triumf. Hij gnig gemakkei ijk
in een grooten stoel zittea
Wol zoo! begon hij op een toon van
triumfantelijke voldoening dat doet me
wezenlijk genoegen.Ik dacht het wet
Ik dacht wel, dat die cheque van mij je
hierheen zou brengen.Want Harnmarvs
beschrijving van jou was 'niet bepaald
sdhijnselen samen i en loeren derhalve ook
langzamerhand haar taal verstaan.
Een''goed landman staat 'e avonds op het
erf zijn pijp te rooken, ziet een koppel wilde
ganzen over zijn tooofd gaan en zegt: Mor
gen Zuid-Oosten vrind!
Zonder dat de «ifbedeling hem begrijpt, Mdt
de boer dit af uit de richting waarin de gan
zen vliegen.
Als 's avonds de schippersvrouw op het
roefdelk zit eü beizdrgd naar de gesluierde of
geringde maan zi et, dan zegt de schipper ge
ruststellend:
"n Kring icvm de maan
Die kan vergaan.
Maar 'n krin,j; om de zon,
Daar huilt monig vrouw en kindje om.
Het weer voorspellen voor de naaste da
gen en deze voorspelling in een klein rijmpje
belichamen is enen trouwe gewoonte gewor
den van den HoJlandschien boer en dien Hol-
landschen schip jpen.
Zij zeggen:
Avondrood
Mooi wexjr aan boord.
iMaar:
Morgenrood
Regen in: de Sloot.
Of:
Sneeuw op Slik
Is binnecQ drie dagen dun of dik.
Hiermede wordt te kennen gegeven, dat
een plotselinge» sneeuwval in een regenach
tige temperatuur binnen drie dagen1 harden
vorst ten gevolge hebben kan.
In Zuid^Ned'erland zegt inen:
Komen d® meeuwen op het strand,
Dan gaati de storm over het land.
En de landman, in de provincie zegt:
Sïiuid West
Ltogennost
Het aantal afleidingen, welke de boer b.v.
kan maken' lult verschillend» 'bewegingen en
geluiden van de vogels en de kleine dieren
op het land Is legio. Zoowel de koekoek als
de krekel e:n de regenworm en de koeien
aan den slootkant en daarnaast de laag
vliegende zwaluw en de fladderende vleer
muis, de in t schemerlicht dansende muggen
zwermen ent de eeuwig zwijgende egel ver
tellen hem van allerlei omtrent het naderen
de weer en op til zijnde veranderingen, zon
dier dlat de boer daarbij fijn bewerktuigde in
strumenten van nood» heeft.
C3AKEL BRENSA.
Willet lesen ende
Jonstlch begrepen.
'De kunst van het lezen.
„Het publiek kan niet lezen!" was de revo-
lutionnair-rechtstreeksche uitspraak van (Mul-
tatuli en de kunst van het lezen streng wijs
geerig genomen, moeten wij hem gelijk geven.
Lezen doen we allen groot en klein, jong
en oud, rijk en arm. Vanaf het kleine kind, dat
de bijschriften van zijn prenteboeken tracht te
ontcijferen, tot aan den ouden grijsaard, die met
bril en pijp en tabakspot in de onmiddellijke
vleiend, maar niettemin herkende if je er
door. Ik vergeet niet zoo gauw zelfs
niet na zooveel jaren!
Ik ben gekomenbegon de vrouw
met trillende stem. Maar de man tegenover
haar, het moment blijkbaar zeer op prijs
stellend-, was niet voornemens het woord al
over te geven.
- Nu ik moet zeggen ging hij on
verbiddelijk verder je bent niet zoo mooi
meer, iris toen Henri Davidor het portret
van je schilderde! Overigens Is het een
knap stuk werk, hoor,.Heel goed! Weet
je nog hoe je mij vroeger placht te vertel
len, hoe volkomen Davidor jou begreep?
Nu ik bon blij dat je me in de gelegen
heid hebt gesteld er nu eens een bewijs van
te ziend Het portret is goedkoop voor den
prijs!
Het is een vergissing - een afschu
welijke) vergissing! sprak nu de gesluier
de vrouw geagiteerd.Ik wil het schilde
rij in het geheel niet verkoopen! Hier
is Je 'Cheque! Geef mij het doek terug.
Do spreker lette schijnbaar niet op haar
woorden.
Je hebt zeker geen voorspoed gehad
met je genialen minnaar? vroeg hij op
sarcajïtischen toon.Je had vermoedelijk
beter gedaan den ouden saaien mijneigenaar
trouw te blijven
De gesluierde vrouw stond op en kwam
voor den kleinen man.
Ik wil het schilderij terug! sprak
ze. Ik ben hier gekomen om de gesloten
koop- ongedaan te maken
Nog steeds antwoordde de rijke bewoner
van het huis niet op haar gezegden. Hij
volo.'indde zijn eigen redeneering.
Henry Davidor heeft niet erg lang
plezier gehad van het eigendom, dat hij mij
in den vorm van jou ontstolen heeft
ging! hij verder! Op zijn hoogst twee ja-
renL. Het was spoedig met hem gedaan.
Met hem gedaan! 1 riep nu de ge
sluierde vrouw met fonkelende oogen, ter
wijl zij driftig den sluier terugwierp...- Ga
daan?. Henry Davidor zal altijd blijven
voortbestaan ook als jij en ik. al lang
vergeten zijn!.
Groot Js zij niet, „onze" Hel-
dersohe vloot. Volgens de gege
vens, in den nieuwen „Gids voor
Helder" verstrekt, bestaat zij op
het oogenblik uit 181 vaartuigen.
128 hiervan beoefenen de zooge
naamde kustvisscherij, bemand
door 494 personen. De viascherij
hier ter stede wordt beoefend
door ongeveer 600 personen, die
er hun' hoofdbestaan in vinden.
Het is dus slechts een klein ge
deelte van de HeMersche bevol
king.
Het is over het algemeen een
hard en moeizaam bestaan, dat
van den vissoher. Meer dan een
ander 'bedrijf Btelt het hem, die
het uitoefent, 'bloot aan de risi
co's van kleine of in 't geheel
[geen verdienste. En het vergt
'nochtans harden en onverpoosden
arbeid van hen, did het beoefe
nen. Meestal zijn de vaartuigen
in de week op de visohvangst
uit; des Zondags kan men de
vloot dan achter in onze haven
zien liggen, waar ènze teekenaax
haar vond en uitbeeldde, zooals
zij' daar haar netten heeft uitge
spreid, die de zeewind droog zal
waaien. „Onze zegenbrengende
vloot" noemde hij haar, omdat
rij' het kostelijk voedsel uit onze
Noordzee omhooghaait ten zegen
van de bevolking.
Groot is zij niet, onze Heldeav
sche vloot; weinig in aantal zijn
haar scheepjes. Maar zij vormt
een bron van bestaan In on
ze plaats, en zij vertegenwoordigt
op de balans van ons maatschap
pelijk leven een hoog actief van
«toeren; gesta&gon arbeid.
nabijheid, zich met het bestudeeren van de dag
bladen onledig houdt.
En wat al stadiën daartusschen.
Den schooljongen vindt gjj in z*n vrije uren
op het trapje van het achterhuis met een school-
of een bibliotheekboek in de handen. Het jonge
meisje kunt ge vinden in don tuinstoel, in de
hangmat of op een soortgelijke plek.... met
een deeltje verzen of een meisjesroman. De
huisvader en de beursman de student en de
politicus de kroniekschrijver en de leeraar
zij allen lezen, lezen het meest voor de hand
liggende: de krant of bet meer speciale: de
studieboeken en de deelen uit het archief, die
over hun speciaal vak handelen.
Zoo lezen we allen.
Maar, lezen we nu ook!!
Gedeeltelijk wel. Want we lezen wat er staat.
En voor het overgroot» deel meent men, dat
ltzen beteekent: kunnen ontcijferen wat er
staat d. w. z. de leesteekens in hun ware
betoekenis verstaan.
'Maar dat is geen lezen.
Het waarachtige lezen, dat is riet kunnen
zien wat er staat, maar dat is: Het daar staande
in zijn diepere beteekends begrijpen.
Lezen is riet den, maar verstaan. Het is niet
een technisch kunnen, maar een geestelijk ver
mogen.
Zelfs in de Heilige Schrift kan men een
waarschuwing ten opzichte van dit verkeerd
begrip vinden, want daarin wordt uitdrukkelijk
gewaarschuwd: De letter doodt, maar de
geest maakt levend.
Dus lezen is rieti enkel zien wat er staat,
maar gebrijpen wat er bedoeldi wordt.
Maar zelfs het simpel lezen wat er staat. Dat
is voor velen, die zich toch vernieten te kunnen
en Ite hebben leeren lezen, een groote kuDSt.
Zou je denken? was het antwoord.
Je bedoelt door rijn schilderijen! Je weet
nu zeker, dat ik een vermogen besteed
heb om zoo langzamerhand zijn beste en
bijna al zijn werk in handen te krijgen?
Ik wist niet dat jij zooveel om kunst
gaf! sprak zij nu op haar beurt sarcas
tisch.
01 dat doe ik ook eigenlijk niet. Het
is alleen het werk van jouw vroegeren min
naar, dat mij zooveel genoegen inboezemt,
dat ik er telkens een sommetje voor over
heb.... Vooral dat laatste portretl Dat
schilderij, waarop jij voorgesteld bent.
Het was erg vriendelijk van je het mil te
verkoopen....
Dacht je dat ik dat gedaan zou heb
ben, als ik alles geweten had? borst zij
uitLiever had ik mij laten verhonge
ren! Neem. je geld terug en geef mij het
schilderstuk weer. Ik hadi Henry Davidor
lief en niettegenstaande al mijn leedi, heb
ik er nooit spijt van gehad, dat ik jou voor
hem verlaten hlebl
Dat zou je nog kunnen krijgen
sprak hij geheimzinnig.
Nooit!Hier is je cheque terug.
-— Die checque kun je hemden! Ik houd
het portret. Het is van mij en alles wat ik
van Davidor in bezit gekregen heb, is van
mij. Onthou goed; dat ik van hem niets heb
gestolen, maar dat ik alles ruim heb be
taald. Terwijl hij jou van moj.
Geef mü het portret terugbad de
vrouw
Je kunt het niet terug krijgen,al wou
je er je heele verdwenen schoonheid voor
in de plaats geven herhaalde hij al
wou je nu je schoonheid geven even vrij
willig als je ze voor jaren aan den kunst
schilder gegeven hebt.
Charles - het kan voor jou niet zoo
veel waarde hebben als voor mij.Ik bid
1e.Ik smeek je.
Hij trommelde onbewogen met de vingers
0P_5 Eens smeekte ik jou.... Herinner je
dat goed! Eens smeekte ik jou om den schil
der Davidor niet meer te ontmoeten. Je
beloofde het en je deed het niet! Nu smeek
je mij en' ik doe het op mijn beurt niet
Denk maar eens aan het overstelpend aantal
misverstanden; aan het soms averechts ver
keerd uitleggen, aan het noodeloos geschrijf en
gewrijf, aan het eindeloos gepraat en gerede
kavel.... alles ontstaan door het riet juist
lezen (in casu: het riet juist verstaan) van an
dermans woorden.
Denk eens aan, dat een scherpzinnig advo
caat soms in staat is het al of niet schuld
van zijn cliënt gewoon voor onbepaalden tij
op zijde te schuiven, door het juist lezén van
wat de opsteller van het proces-verbaal ver
keerd schreef. De redacteur van zoo'n verbaal
heeft derhalve zelf riet juist gelezen wat hij
zelf schreef.
Herinner u bovendien hoe vaak het voor
komt, dat twee verschillende personen uit een
en hetzelfde geschrift haast iets tegenoverge
steld lezen, althans meonen te kunnen lezen.
En tenslotte: en wijsgeerig gesproken
heeft dit de allermeeste waarde en is tevens het
meest doorslaande bewijs voor de stelling:
Hoeveel duizende mensèhen geven riet dage
lijks blijk de kunst van het lezen, 41. het ge
lezone te vatten, riet te verstaan? Volgens rede
lijke berekening is er geen modern jong of oud
mensoh meer, die riet leest, veel leest zelfs en
dan liefst van de best» boeken met de schoon
ste levenswaarheden erin en de prachtigste
raadgevingen voor het leven. O, de tegenwoor
dige mensch leest zooveel ware woorden en
goede gedachten. Het aantal werken van bui
tengewoon begenadigde dichters en schrijvers
is legio. Het aantal van de menschen, die het
overgroot» deel van deze werken gelezen heb
ben is ook legio.
Maar het aantal, dat deze werken en de daar
in vervatte gedachten en wenken en woorden
begrepen heeft, is riet legio.
De van smart gebroken vrouw met den
dichten sluier voor het gelaat, liet wanhopig
het hoofd op de borst zinken. De bezitter
van het rijke huis zag haar meadoogenloos
aan. Plotseling stond zij zonder een woord
te spreken overeind en wendde zich naar
de deur.
Haastig veerde nu Akron overeind en
volgde haar.
Wacht eens zeide hij Zou je voor
je heen gaat nog niet eens de volledige col
lectie willen zien? Ik ben en zeen trotsch
opl
Zij wendde het hoofd om en hij zog dat
de verleiding haar te sterk was.
Ja! zei ze zacht.Ik wil züh werk
nog zien.
En den sluier terug slaande volgde zij hem
werktuigelijk langs een aantal deuren, trap
pen en kamera.
Op een oogenblik stond Charles Akron,
de kolenmagnaat, stil en ontsloot een hoogo
deur. Daarna wenkte hij de vrouw binnen
te gaan.
Zij trad in een hooge en lange zaal, ge
lijk aan een zaal in -een museum, en van een
schittering van sober goud en grijs in de
schildering. Uit hooge daklichten viel een
zee van licht, maar in tegenstelling met mu-
seumlioht, was het hier helle en goudglan
zende zonneschijn. De heete stralen vielen
tegen de wanden, waaraan op rijen zonder
ling aandoende schilderijen hingen van on
gelijke grootte.
Alleen in bet midden van de zaal stond
een groote ezel, waarop een omgekeerd
schilderij stond;.
De vrouw bleef verstomd staan. Een druk
kende stilte was in de wijde zaal. De oogen
van de bezoekster gingen rond langs de
wanden en monsterden de langs den muur
hangende gouden lijsten met vreemdsoor-
tigen blik.
Vaag drong de werkelijkheid tot haar
door.
Wat ze voor zich zag waren geen schilde
rijen meer. Het waren bespottingen van
schilderijen. Het waren mismaakte schilde-
Want en dit is een wijsgeerig onaantast
bare waarheid dan zou de wereld veel rijker
zijn aan goede daden!
De vraag werpt zich op: Zou er werkelijk
verbetering in dien toestand te brengen zijn?
Vermoedelijk wel, want zooals alle goede capa
citeiten, kan men ook goedi leeren lezen.
En op welke wijze dan wel? zal men vragen.
In de eerste plaats door zioh nimmer t» ver
beelden, dat men de kunst van het lezen ver
staat, zonder dat men er zich meer in het bij
zonder op heeft toegelegd en enkel en alleen,
omdat men de letters van het alfabet verstaat.
In de tweede plaats, door wanneer men
begrepen heeft, dat lezen ook een pari» stu
die vereiaebt deze kunst studeerenderwUs
te gaan beoefenen en zich eenlge moeite en
tijd te getroosten tot het dougdieHjk aanlee-
ren hiervan.
Hiervoor ia in het bijzonder noodlg te be
grijpen, dat men al lezende zijn eigen ge
dachten moet weten opzij te zetten en be
grijpen, dat lezen in de eerst» plaats la: da
gedachten in vorm van een ander te ont
moeten.
Want vele menschen lezen uitsluitend; imet
de oogen en laten middelerwijl hun eigen
gedachten werken, zonder ook maar een
oogenblik den schrijver of dichter gelegen
heid te geven met zijn gedachten door te
dringen.
En dit heeft in de eerst» plaats fatale ge
volgen voor dengeen die leest, want hieruit
voornamelijk ontstaat de situatie, dat het ge
lezen» niet begrepen' ia, d.w.z. dat van het
gelezen» de gedachte niet tot dbn lezend»
doorgedrongen la!
En hierop alleen komt het aan. De ge
schreven letters en woorden en zinnen en
rijen doeken in gouden lijsten, aonia met
poëtische titels in koperplaat)ea erop, maar
waarvan de voorstelling op de meest koel
bloedige en geraffineerde wijze waa onher
kenbaar gemaakt.
De schilderijen en voorstellingen waren
verminkt, bedorven overstreken met al
lerlei vale vegen huisschildersverf en kool
en morsigheden. Heel het levenswerk van
Davidor was hier teniet gedaan.
En in de praal van schitterenden zonne
schijn stond hier dat naakte graf van een
schildersleven.
De gesluierde vrouw Blaakte een gil van
mnteetSnal
01 God.bracht zij uit.Hoe ver
schrikkelijk. Mijn portret! Waar is mijn
portret!.
Hier! antwoordde Akron en trad
op den ezel toe, waarop het omgekeerde
doek stand. Hij' draaide de schilderij om.
Onder een laag verf en vuilsmeren en mes-
krassen was er geen spoor meer te ontdek
ken van de geniale vertolking van het vrou
webeeld.
Ik had het Juist voor een plaats aan
den muur klaar gemaakt vertelde de be
zitter koel aan de vrouw, die gebogen in de
zaal stond, met de handen krampachtig voor
het gezicht geslagenDeze heele verzar
meling! is mijn eigendom en de eigenaar
dige inrichting ervain was heelemaal een
idee van mijOp deze wijze zal ik het
nageslacht toonen welk »en onnavolgbaar
genie de schilder Davidor was.
Hij keerde zich om, maar kreeg geen
antwoord meer. De zaal was leeg. De vrouw
met deh sluier was niet meer te zien. Op
den grond lag de cheque van rijf en twin
tig honderd guinjes.
Charles Akron keerde zich van den ezel
af, raapte de cheque van den grond en
scheurde hem' langzaam in heel kleine stuk
jes. Daarna wendde hij zich naar de deur en
zonder nog een blik op zijn arbeid te wer
pen, sloot bij de deur van de tentoonstel
lingszaal achter zich.
EENDE.
't Juttertje
8)
ONZE VLOOT. - DE ZEGENBRENGENDE.
Ziedaar1