Uit het vorenstaande blijkt afdoende, dat
sa menwerking noodzakelijk is, zoowel natio
naal als internationaal. Wat het laatste be
treft, spreekt daarvoor voldoende de groote
hoeveelheden valsch Nederlandsch geld,
welke den laatsten tijd in Duitschland (de
•valuta!) vervaardigd en over of nabij de
grens in omloop gebracht
De afwerking van valsche bankbiljetten
is dikwijls zoodanig, dat herkenning zeer
moeilijk is en wij hebben eens een geheel
met de hand geteekend bankbiljet gezien,
dat van een echt haast niet was te onder
scheiden.
Men dient dus wel voorzichtig te zijn en
van eventueele verdenking onmiddellijk ter
bevoegder plaatse kennis te geven.
Op valschheid en vervalsching hopen wij
intusschen nog nader terug te komen.
BABBEL-UURTJE OVER MODE.
„Varlation."
KLEINIGHEDEN.
Het Vest
DE OUDSTE MAN TER WERELD.
Iemand met een verleden.
Km: geleden deed in de Bnigelsché pers
het opzi mbarend gerucht de ronde, dat een
Lngelscih journalist ergens in Kanstantino-
pel oen oude Koerd' had opgeduikeld, die
niet minder dan anderhalve eeuw zou ge
loefd hébben.
Waar een journalist al niot goed voor is.
Inmiddels is bij een meer nauwgezet on
derzoek gebleken dat het bericht hoewel
sensationeel zuivere waarheid bevat en
dat de man inderdaad bestaat
Hij heet Zorah en woont in een niet al
te zindelijk verblijf in de wijk Top Horah,
dicht bij den1 blauwen Bosphorus. Sinds
hij o„ntdekt" is ontvangt bij daar op de meest
waardige wijze allerlei soort van nieuws
gierige omgeloovige honden (zooals hij de
niet-mahomedanen noemt), waarvan de
(mieesten hem stielrum en weer anderen hem'
openlijk: fotegrafeeren, maar welke honden
teniminSte deze eene goede eigenschap heb
ben om biji het einde van het bezoek een
tastbaren blijk van waardeering in handen
van Zorah achter te laten.
Intusschen is hij niet géheél en al inge
nomen met al die vreemdelingen, want on
der hen zijn al zonderlinge heeren geweest,
die terwille van het wetenschappelijk onder
zoek een paar druppels bloed van hem
hebben afgetapt en zoowaar monsters van
zijn resteerend' hoofdhaar genomen hebben.
Zorah beweert geboren te zijn in het Mo-
hamedaansche jaar 1191.
Daar het op het oogenblik volgens de
Mohamedaansche tijdrekening het jaar
1377 is, zou de eerwaardige man juist ge
teld 146 jaar oud zijn. Wel is waar waren
er in het jaar 1191 nog geen bepaald be
trouwbare geboorteregisters in zijn streek,
maar in ieder geval zelfö al ontbreken er
een paar jaartjes aan zijn telling Is Zorah
een bijzondere oude man, die uit de ver
schillende •betrouwbaar aandoende mede-
deelingen, den indruk geeft iemand met
een respectabel verleden te zijn.
Hjj ziet er naar rato nog flink uit. Wel
is zijn gelaat een en al rimpeltjes en is z$n
hals als het ware tot leer verschrompeld,
maar zijn rug is niet meer gekromd en ge
bogen, dan die van de „Laméls" (Turksehe
laisbdragers) in het algemeen, En daarbij ia
Zorah's geest nog volkomen helder.
De oude man heeft een zoon, die op het
oogenblik den aanvallgen leeftijd heeft van
97 jaar. En hij bezit daarenboven nog een
ietwat Jeugdige" dochter van ruiim 61. Hij
kan nog heel gemakkelijk 200 pond op zijn
rug dragen en zijn voornaamste grief is dat
de Engelschen toen zij de wapenfabriek
te Top Haneh overnamen en waar hij
werkte, hem (Zie het verhaal van den
ouden tuinman op een andere plaats in dit
nummer) na een slordigen diensttijd van
tachtig jaren zijn ontslag gegeven hebben.
Zorah kwam als zeven en dertig jarige
jonge man naar Konstantinopel, toen Sultan
Mohamed H op den troon kwam. En hij
weet zich de moordpartijen van de Janitsa-
ren in 1828 nog heel goed te herinneren,
Hjj was in zijn tweede jeugd toen hij eigen
handig dén-fcrimoorlog meemaakte en zestig
jaren later nam hjj nog dienst als vrijwil
liger in den Balkanoorlog.
Totzoover is de geschiedenis van Zorah
vrij' geloofwaaaxdig al is het ontegenzeg
gelijk: een bijzonderheid. Maar men begint
te 'gelooven dat de oude beer aan het fan-
taseeren slaat, wanneer hij vertelt, dat hij
niet minder dan driemaal nieuwe tanden
gekregen heeft. De laatste maal op zijn hon
derdsten verjaardag of daaromtrent. Het zul
len wel1 een paar kunsttanden geweest zijn.
Intusschen beroemt de Engelsohe pers
zich op deze nieuwe vondst en vindt ze mis
schien wel zoo merkwaardig als de vondsten
in het graf van Toet Arikh Amen. Boven
dien heeft het de herinnering wakker ge
maakt en weten de Engelsche bladen nu
ook weer te vertellen van een soortgelijk
unicum op eigen bodem n-L „Old Parr"
een Engelsohe oétebriteit op oudérdomsge-
bied en die leefde van het jaar 1483 tot het
jaar 1626.
HET MENSCHELUK HAAR.
Laat mfl uw haar zien en Ik zal zeggen
wie gfl zilt.
Het haar en zijn kleur op het mensehe-
lijk hoofd speelt in die leer dier karakteri
stiek een belangrijke rol.
Een acteur zal voor een bepaalde rol en
de daarvoor te kiezen grime allereerst zorg
besteden aan die pruik. De kleur van de te
kiezen pruik en de wijze waarop het haar
bevestigd is, de wijze van nagebootste coif
fure en alle andere kleine bijeenkomstig-
heden1 zijn van het hoogste gewicht voor den
voor te stellen „kop".
•Het zal menigeen opgevallen zflin, dlat een
clown of een pias en in ieder ander geval
van voor te stellen domheids- of potsema-
kerssymbool de drager in de eerste
plaats in het bezit is van een harde, stugge
vuurroode haardos.
Krullend of gegolfd haar daarentegen is
een volgens de voiksmeening onmis
kenbaar bewijs van genie.
Muiskleurig haar weer Is een teeken van
bet ontbreken van eenigerlei bekwaamheid.
Zwart haar, dat aan de slapen krult, wijst
op de bekwaamheid om veel geld te ver
dienen.
Mooi zacht en blond haar ls een teeken
van een edelmoedig, maar onbetrouwbaar
karakter. Degenen wier haar vlug groeit
hebben een vlugge bersenrcapaciteit Zij
worden echter in den regel-niet oud.
Degenen wier haar vanaf het voorhooia
naar achteren groeit hebben een prikk®**
baar karakter, doch groote bekwaamheidlii
zaken. Zij munten uit door organisatorisch
vermogen.
Het heet dat van de vrouwen van Europa
de geboren Roemeensche vrouwen het
prachtigste hoofdhaar hebben.
Geen drankgeen eten.
De beste en meest beroemde koks in de
Vereeitigde Staten, keeren dit land lang
zamerhand den rug toe als protest tegen de
„drooglegging"'. Zij zeggen dat de droog
legging aan hun. 'kunst den doodsteek toe
brengt, want dat ze nooit de exquise ge
rechten zullen kunnen blijven klaarmaken,
wanneer zo niet de vrijheid hebben daarbij
'm scheutje „van dit of dat" te gebruiken!
De eerste klas hotels en restaurants heb
ben een aanvraag ingezonden om een kleine
hoeveelheid wijn en spiritualiën voor dit
doel in voorraad te mogen houden, maar
de betreffende ambtenaar Mr. Jannes
Chevlin heeft verklaard, dat er niks van
komen kan.
(New York Herald.)
Mammie, vindt u niet, dat die aap op
oom George lijkt?
Hst, jongen, zulke leeüjke dingen mag
Je niet zeggen.
Maar de aap verstaat hot toch niet,
mammie.
Van wie is dat mooie huls? vroeg
een vreemdeling, die het dorp door wan-
i i h? ic
Van ons, antwoordde de jongen
trotsch. Maar het is nog niet af, want vader
zeit, dat er nog een mooie hippeteek ook
op komt
GMds: Het houwen van de pyramdde
heeft honderd jaren geduurd.
Tourist: Dat was zeker werk voor re
kening van de rogeering.
VOCKS.
HOE DE WERELD ER TEGENWOORDIG
UITZIET.
De strooien hoed.
Do strooien hoed gaat verdwijnen, allhains
volgens de Moming Post. Hot blad heeft de
strooien hoeden geteld, die Dinddiag om 3
uur in de Strand, tusschen Ludgate Cimi3
en CharinJg Cross werdén gedragen. Dit ga i
een gemiddelde van 62 strooien hoeden
tegen 2000 andere. De strooien hoed werd
nog het meest gedragen door mannen van
midedlharen leeftijd. De jongelui droegen
over het algemeen slappe hoeden, en onge
veer 4 van de 10 een haxda In de vestiaire
van een club in de city hingen 3 strooien,
33 harde en 67 slappe vilten hoeden.
Een hoedenwinkelier, over dit verschijn
sel ondervraagd; kon er geen verklaring
van geven, anders dan dat het mode was
waarmee het mysterie niet wordt opgelost,
evenmin ais bijv. de vraag, waarom ieder
een 20 jaar geleden in de city nog een
hooge hoed' en een gekleede jas droeg; en
nu niemand meer.
Een rosarium ln de gevangenis.
Op een plaats waar men het allerminst
zou verwachten, namelijk in de grootste ge
vangenis in de Ver. Staten, dé smg-sing
gevangenis, wordt thans een prachtige ro
zentuin aangelegd. De tuin zal volgens de
plannen een rechthoek worden van meer
dan 20 bij 60 meter, m het midden waarvan
een fontein wordt geplaatst, welke men
langs mooie grintpaden kan bereiken. De
reizen worden in kleinere rechthoeken langs
den eenen en in halve cirkels langs den
anderen kant van den grooten' rechthoek
geplaatst. Het plan dankt zijn ontstaan en
zijn uitvoering aan eenige gevangenisbe
ambten en de aanplanting wordt uitgevoerd
onder leiding van een bekend rozenkwee-
ker, F. R. Pierson. Bij de keuze van dé ro
zen is men uitgegaan van de gedachte hoe
men gedurende den roizentijd een zoo welig
mogelijken bloei zou kunnen bereiken.
Amerlkaansch.
Donahy is gouverneur van Ohio en heeft
een korte vacantie doorgebracht in Canada.
Hjj heeft zich daar vermaakt en had; het
naar zijn zin. Ook zijn chauffeur en zijn kok
waren tevreden over het uitstapje. Beiden
zijn lieden die een vonnis van levenslange
gevangenisstraf ondergaan. Donahy was
persoonlijk bij de Canadeesohe grens-antori-
tdten garant geweest voor dén terugkeer
uit Canada van de beide veroordeelden. Zij
zijn dan ook stipt op tijd met Donahy weer
teruggekeerd.
Een vriji onbegrijpelijke historie!
Jansen kwam met den laatsten trein met
vrouw en twee kinderen thuis, en het re
gende. Gélukkig stond er nog een huur
auto. De chauffeur vroeg vijf gulden voor
den nt naar huis.
Laten) we er om gooien, stolde jaT]r
sen voor dubbel of niets.
enwoh6 dw:uffour 8temd® tee, hij gooide op
Nu zie je wat ©en pechvogel ik hen,
zei Jansen tot zijn vrouw, nu kunnen wtf
naar huis gaan loopen.
ELSA EN DE KABOUTER.
n.
Ofschoon er na de zoogenaamde hittegolf
dagen lang de meest beangstigende geruchten
liepen van een terugkomen der heete dagen
van een nog heviger golf van hitte, na den
eersten keer schijnt het met die buitenge
wone hitte tooh wél biji die eene onrustbarende
maal te blijven, want hoewel het warm en
zomersch is, is het daarbij voldoende koel en
frisch! Hét is „je" weer op het oogenblik en
we merken het allerbest het verschil, doordat
we nu niet als lustelooze, amechtige, hittezieke,
dorstlijdende en moedelooze menschen neer
zitten of op het eerste het beste geschikte plek
je neer vallen! We kunnen nu weer zitten en
tegelijk van het weer genieten. We zijn bij be
wustzijn. We vragen naar iets en we vragen
iéts te doen!
Op zulke ^ogenblikken dat leert ons de
ervaring vraagt de serieuze vrouw en bet
serieuze meisje als bet ware onbewust naar
een van haar levensbezigheden: Handwerken!
Men kan met de meeste gerustheid beweren:
„Als de vrouw niet werkt, handwerkt ze!"
Vooral in onze landenl Als een degelijke hol-
landöcbe huisvrouw volgens baar eigen bewe
ring „klaar" is met haar werk, dan gaat ze
kousen stoppen of verstellenl Als ze op baar
gemak zit te visite of met yisite, dan veront
schuldigt ze zich binnen bet kwartier en
vraagt vergunning om „en passant" wat te mo
gen handwerken. Want met de banden in de
schoot zitten dat kan de goede Hollandsche
vrouw moeilijk!
Om deze reden bloeit in onze landen het
handwerken zoo ik bedoel niet het kunst
handwerken., zooals kant maken of weven,
maar het gewone, pretentielooze handwerken,
zooals naaien, breien, mazen, haken, bordu
ren enz.
In de latere jaren is daar veel bijgekomen.
Er wordt ook bij ons tegenwoordiig zelfs veel
geweven, geschilderd, geklost, en op alle an
dere manieren kant en fijn werk gemaakt!
En een van die nieuwe manderen nu van den
laat9ten tijd1 (ik sprak er reeds meermalen
over, omdat ik er een enthousiast voorstand
ster van ben) is het toegepast handwerken op
de kleeding.
En voor hen, die zich met dit werk bezig
houden en in deze warme maar niet te
warme dagen van vacantie, iets te doen willen
hebben* publiceer ik onderstaande modellen.
Wanneer we b.v. een costuumpje hebben,
dat nog dienen moet voor de loopende zomer
dagen of nog beter: wanneer we nog keus
hebben voor het geheele kleed, dan is het zeer
aanbevelenswaardig om als materiaal te gebrui
ken een blonde of tabakkleurige crêpe maro-
caine of een zelfde soort Crêpe de Ohine.
Is het costuum dan gemaakt ongeveer in het
model als boven dan is het een uitgezocht kar
weitje om de garneeringen zelf aan te brengen
in borduursel. De onderrand van den mantel
en de kraag-das worden met een eenvoudig ge-
styleerd patroon, min of meer naar eigen
smaakvolle verkiezing uit zwarte koordzij
geborduurd. Voor het fijnere effect wordt de
das met zwart crêpe Marocain of crêpe de
Chine uitgevoerd.
Voor de rest geeft het costuum geen moei
lijkheden. Onder het manteltje wordt een glad
lijfje van 't zelfde materiaal gedragen. Het
rokje is er zonder geheimzinnigheid aan be
vestigd.
Mocht u inmiddels het geheel liever alvast
in gereedheid willen brengen voor het a.s. na
jaar of voor het komendé voorjaar. Nu: dan
neemt u inplaats van de aangeraden zijde stof
een zeer fijne kamgaren of laken!
Intusschen kan men ook het handwerken
op eigen kleeding toepassen, zonder dat er
noodzakelijk een heel nieuw costuum aan te
pas komt. Zie b.v. plaat twee. Met de noodige
meters zijden bandfluweel (het moet ongeveer
2 cM. breed' zijn!) en met een flinke dosis ge
duld kan men heel gemakkelijk bovenstaande
sierlijke „omhang" maken.
Het maken is heel eenvoudig. Van voren
zijn alle „draden" vast gehecht onder één
dwars bandfluweeltje, hetwelk dan tevens de
halslijn aangeeft. Voor den rug neemt men
tweemaal de lengte en laat de helft met de
zijden kant naar buiten eenvoudig als kraag
overvallen. Alle bandjes tezamen worden dan
beneden vast gehouden door een flinke kwast.
Op de heuphoogte en op dezelfde wijdte wor
den de banden nog eens vast gezet op een
dwarsband en verder hangen de linten met
den zoom van de rok gelijk!
Ten slotte nog een gezellig dingske voor de
eventueel kille avonduren in den tuin. En nog
eenvoudiger dan de bandeivcape!
Ofschoon men het ook een cape noemen kanl
Men maakt dit ding van een leuke, levendig
kleurende flanel en borduurt het langs alle
randen met een vlotte en aardig afstekende
steek uit dikkere wol. Van ditzelfde materiaal
maakt u ook de kwastjes en het koord van de
ceintuur.
De splitten opzij dienen om de armen doof
te steken, zoodat het een karakter van losse
mantel krijgt. Laat men echter het voorge
schreven ceintuurtje er af en komt dus het
heele geval los te hangen, dan kan men ook'
de armen er onder laten en draagt men het
kleedje ongeveer als een echte „cape"!
Mme. Corry.
Een van de meest belangrijke onderdeelen
van het vrouwelijk tailor made costuum is te
genwoordig een vest. Al sinds de laatste twee
of drie jaren is het vest als onder- of bijstuk
van het mantelcostuum in de eerste plaats een
belangrijke rol gaan spelen. Wanneer we tegen
woordig een tailor made dragen, dan dragen
we daarin in acht van de tien gevallen een vest.
En aangezien de tailor made nog lang niet uit
de mode is Integendeel meer dan ooit tot
vaste dracht geworden is worden er veel
vesten gedragen.
En vesten in de meest mogelijke verschei
denheden.
Stel u b.v. voor als bescheiden-gedistin-
gueerde vrouw dan kiest ge een vest van
wit laken, zwart of donkerblauw omboord'. En
met een klein exquise omgeslagen kraagje er
aan vast.
Kleed u daarentegen Franschimodieus en
gij zult een gestreept gilet nemen, in onge
zochte nuances van fraise, van turkoois, van
smaragd of geel.
Hebt ge toevalligerwijs voorkeur voor Oos-
tersche kleuren, dan wordt uw vest naar alle
waarschijnlijkheid bont-kleurig en gebrocheerd
met goud of zooiets. Of desnoods rood of
blauw of fel-paars of geelAlles is ge
oorloofd.
Ge kunt u ook allerlei uitspattingen veroor
loven op het gebied' van de sluiting. De knoop
jes van geslepen git zijn zeer in de mode. Ook
die van gehaakte zijde, van fijn uitgesneden
ivoor, van fel kleurig lak, zelfs van fijn diskreet
tintelend zilverig paarimoer.
Dit alles wat betreft het wandeltoilet.
De mogelijkheden zijn intusschen nog groO'
ter. De practische vrouw, die in haar kleeron
eenigerlei maatschappelijk werk moet verrich
ten, dient voor alles te zorgen voor het prac-
tisch nut Zij kiest derhalve veelal vesten van
ruige wollen tricot ja soms zelfs van Schot-
sehe tweed. De tint Patte-de-Canard is in dit
geval voor het tricot zeer gezien, vooral als het
met stoere festonsteken in zwart, paars of don
kerblauw is afgezet
Mme. Corry.
De draaiende zanger.
Daar staat hij bij t strand,
Eea vroolijke klant,
De draaier.
Ziju orgeltje speelt.
Of 't nooit hem verveelt,
Dat draaien!
Hij blijft op zijn post,
Het kost wat het koet,
De speler. 1
Al 1b hij reeds oud, 4
Toch zingt hij nog boud,
Bij t spelen.
Wij heden aan t strand,
AI' ls 't aan dien kaait,
De draaier.
Ga heen en weerom,
Hij1 braadt in de zon,
En draaien!
Och zijt ge te. voet,
Bedenkt dan eens goéd.
De speler.
Genietende jeugd,
Breng ook eene wat vreugd'.
Voor *t spelenl
Halt! peddelend paar.
En luister 'eens
De zanger.
Toe sneltuffend heer,
Stop ook eene een keer.
Voor t zingen!
Helder, Augustus *23.
s
„Ik zal alleen maar voor een poosje weg
gaan r" zei Hobo.
Elsa wendde haar hoofdje af, zoodat Hobo
de tranen in haar oogen niet kon zien. „Ik zal
zoo vreeselijk alleen zijn", fluisterde ze.
„Vandaag over één maand zal ik terug ko
men," beloofde Hobo. „En dan zal je nooit meer
alleen zijn."
„Een maand duurt heel lang," antwoordde
Elsa bedroefd.
„Maar je weet wel, Elsa, belofte maakt
schuldtroostte'Hobo. Neem deze talisman en
kom over een maand weer hier. Je zult me hier
vindén!"
Pas 'a avonds, toen ze in haar klein bedje
kroop, herinnerde Elsa zich haar talisman. Ze
haalde het voorwerpje uit haar zak, om te zien,
wat het eigenlijk was: een onooglijk, ver
schrompeld boontje en anders niets!"
„Maar ik heb het van Hobo gekregen," zei
ze zachtjes, terwijl ze het boontje vast in haar
hand klemde. „En een talisman is iets, dat je
geluk brengt! Ik zal t aan een koordje rijgen
en om mijn hals dragen, zoodat ik het niet kan
verhezen, voor de maand voorbij ia Belofte
maakt schuld. Hij komt vast en zeker terug!"
Eiken dag, dat Elsa naar het bosch ging om
hout te sprokkelen, kwam ze met een meer
eenzaam en verlaten gevoel terug. Was die
maand dan nooit voorbij? Elsa dacht er wel
eens aan, hoeveel langer de tijd haar nu scheen
dan toen haar vriend er nog was. Ze had geen
kalender, maar kon alleen aan de maan zien,
of er weer een maand om was. En nu was de
maan al dagen lang achter dikke wolken ver
borgen.
Toen gebeurde er iets 'heel ergs. Op een mor
gen vergat Elsa de broodjes in de oven om te
keeren en ze verbrandden alle. „Jij, akelige
meid," schreeuwde haar stiefmoeder, wit van
woede. „Goed voedsel te bederven. Maak, dat
je wegkomt!" Ze greep Elsa bij de schouders,
duwde haar door de deur en gooide die hard
achter het meisje dicht!
Rillend van kou en angst bleef Elsa eenige
^ogenblikken voor de deur staan. Toen liep ze
plotseling hard weg. Voort ging het, steeds
voort op haar dunne pantoffeltjes, zonder man
tel of hoed. Ze struikelde telkens of gleed uit
op de gladde sneeuw, maar ze keek niet om, eer
zc het boseh en het hutje van Hobo bereikt had.
Doodmoe ging ze op den hard bevroren bosch-
grond zitten.
Belofte maakt schuld. Ik ben teruggeko
men!"
|Elsa sprong overeind. Dat moest de stem van
Hobo zijn. Maar neen, die groote, knappe jonge
man met zijn fluweelen mantel en hoed met
veeren was zeker niet haar vriend, de leelijie
kabouter. Toch kwam hij vriendelijk lachend,
met uitgestrekte handen op haar af, alsof hij
wel een vriend was.
„Het is een droom," fluisterde Elsa.
„Wist je niet, dat de maand voorbij was en
dat ik vandaag hier op je wachtte?" vroeg hij.
Maar Elsa stond onbeweeglijk half versuft te
staren. Ja, het was dezelfde stem van Hobo,
maar.
Zachtjes leidde hij haar naar de deur van de
hut.
„Luister, Elsa, dan zal je begrijpen, dat het
geen droom is," zei hij. Ik was door een booze
Jee in Hobo, den kabouter, veranderd' en naar
dit bosch verbannen, tot een hartje van goud
medelijden met me zou hebben. Dèt was het,
wat ik in het bosch gevonden had, klein vrien
dinnetje, het kostbare ding, waarover ik sprak.
Je zag me op reis gaan als Hobo, den kabou
ter. Je ziet me nu terug in mijn ware gedaante
als een prins!"
„Een prins," stamelde Elsa. Ze sloot haar
oogen en voelde naar de talisman om haar hals.
Dat was tenminste werkelijkheid!
Toen gebeurde er iets wonderlijks. De ver
schrompelde boon veranderde in haar handje in
een prachtige stralende robijn, haar oude pan
toffels werden fijne schoentjes, haar verstelde
jurk werd een' kostbaar gewaad van zijde en
bont. Elsa hield haar adem in van verbazing
over zooveel prachtigs.
Klein goudhartje," zei de prins. „Ik heb je
ln het bosch gevonden en je zult nu nooit meer
eenzaam en bedroefd zijn, of koud en vermoeid.
Je gaat met mij mee naar mijn vaders konink
rijk over d'e blauwe bergen. En daar zal je
leeren, hoe Je mooie buigingen moet maken en
hoe je sierlijk moet dansen eni hoe je een flu
weelen of hermelijnen sleep op moet houden
en hoe je een gouden kroon in evenwicht moet
houden op je lieve hoofdje! En dan.... dan
zul je mijn prinsesje zijn."
Toen de prins zoo gesproken had, blies hij
op een Ivoren fluitje en even later verscheen
oen zilveren slede, getrokken door twee ren
dieren.
Hobo's hutje, het bosch, het dorp, de stief
moeder, alles werd achtergelaten en Elsa
en
prins vlogen voort als de wind naar het
koninkrijk over de blauwe bergen. En alles ge
beurde precies zooals de prins het gezegd had.
Maar gelukkig werd prinses Elsa nooit
trotsch, al woonde ze ook in een paleis en al
had ze ook voor elk uur van den dag wel een
andere japon en kisten vol juweelen en een
i>i Mendonstoet. Want als je ooit een reis
mocht maken naar het koninkrijk over de
gouden berden, dan zul Je nog steels hooren
spreken over prinses „Goudhart". Alleen vrees
ik, dat je hot. land niet zult terug vinden, als je
niet een tattaum hebt en .een zilveren slede
met rendieren, om je er heen te brengen.