Uit het vorenstaande blijkt afdoende, dat sa menwerking noodzakelijk is, zoowel natio naal als internationaal. Wat het laatste be treft, spreekt daarvoor voldoende de groote hoeveelheden valsch Nederlandsch geld, welke den laatsten tijd in Duitschland (de •valuta!) vervaardigd en over of nabij de grens in omloop gebracht De afwerking van valsche bankbiljetten is dikwijls zoodanig, dat herkenning zeer moeilijk is en wij hebben eens een geheel met de hand geteekend bankbiljet gezien, dat van een echt haast niet was te onder scheiden. Men dient dus wel voorzichtig te zijn en van eventueele verdenking onmiddellijk ter bevoegder plaatse kennis te geven. Op valschheid en vervalsching hopen wij intusschen nog nader terug te komen. BABBEL-UURTJE OVER MODE. „Varlation." KLEINIGHEDEN. Het Vest DE OUDSTE MAN TER WERELD. Iemand met een verleden. Km: geleden deed in de Bnigelsché pers het opzi mbarend gerucht de ronde, dat een Lngelscih journalist ergens in Kanstantino- pel oen oude Koerd' had opgeduikeld, die niet minder dan anderhalve eeuw zou ge loefd hébben. Waar een journalist al niot goed voor is. Inmiddels is bij een meer nauwgezet on derzoek gebleken dat het bericht hoewel sensationeel zuivere waarheid bevat en dat de man inderdaad bestaat Hij heet Zorah en woont in een niet al te zindelijk verblijf in de wijk Top Horah, dicht bij den1 blauwen Bosphorus. Sinds hij o„ntdekt" is ontvangt bij daar op de meest waardige wijze allerlei soort van nieuws gierige omgeloovige honden (zooals hij de niet-mahomedanen noemt), waarvan de (mieesten hem stielrum en weer anderen hem' openlijk: fotegrafeeren, maar welke honden teniminSte deze eene goede eigenschap heb ben om biji het einde van het bezoek een tastbaren blijk van waardeering in handen van Zorah achter te laten. Intusschen is hij niet géheél en al inge nomen met al die vreemdelingen, want on der hen zijn al zonderlinge heeren geweest, die terwille van het wetenschappelijk onder zoek een paar druppels bloed van hem hebben afgetapt en zoowaar monsters van zijn resteerend' hoofdhaar genomen hebben. Zorah beweert geboren te zijn in het Mo- hamedaansche jaar 1191. Daar het op het oogenblik volgens de Mohamedaansche tijdrekening het jaar 1377 is, zou de eerwaardige man juist ge teld 146 jaar oud zijn. Wel is waar waren er in het jaar 1191 nog geen bepaald be trouwbare geboorteregisters in zijn streek, maar in ieder geval zelfö al ontbreken er een paar jaartjes aan zijn telling Is Zorah een bijzondere oude man, die uit de ver schillende •betrouwbaar aandoende mede- deelingen, den indruk geeft iemand met een respectabel verleden te zijn. Hjj ziet er naar rato nog flink uit. Wel is zijn gelaat een en al rimpeltjes en is z$n hals als het ware tot leer verschrompeld, maar zijn rug is niet meer gekromd en ge bogen, dan die van de „Laméls" (Turksehe laisbdragers) in het algemeen, En daarbij ia Zorah's geest nog volkomen helder. De oude man heeft een zoon, die op het oogenblik den aanvallgen leeftijd heeft van 97 jaar. En hij bezit daarenboven nog een ietwat Jeugdige" dochter van ruiim 61. Hij kan nog heel gemakkelijk 200 pond op zijn rug dragen en zijn voornaamste grief is dat de Engelschen toen zij de wapenfabriek te Top Haneh overnamen en waar hij werkte, hem (Zie het verhaal van den ouden tuinman op een andere plaats in dit nummer) na een slordigen diensttijd van tachtig jaren zijn ontslag gegeven hebben. Zorah kwam als zeven en dertig jarige jonge man naar Konstantinopel, toen Sultan Mohamed H op den troon kwam. En hij weet zich de moordpartijen van de Janitsa- ren in 1828 nog heel goed te herinneren, Hjj was in zijn tweede jeugd toen hij eigen handig dén-fcrimoorlog meemaakte en zestig jaren later nam hjj nog dienst als vrijwil liger in den Balkanoorlog. Totzoover is de geschiedenis van Zorah vrij' geloofwaaaxdig al is het ontegenzeg gelijk: een bijzonderheid. Maar men begint te 'gelooven dat de oude beer aan het fan- taseeren slaat, wanneer hij vertelt, dat hij niet minder dan driemaal nieuwe tanden gekregen heeft. De laatste maal op zijn hon derdsten verjaardag of daaromtrent. Het zul len wel1 een paar kunsttanden geweest zijn. Intusschen beroemt de Engelsohe pers zich op deze nieuwe vondst en vindt ze mis schien wel zoo merkwaardig als de vondsten in het graf van Toet Arikh Amen. Boven dien heeft het de herinnering wakker ge maakt en weten de Engelsche bladen nu ook weer te vertellen van een soortgelijk unicum op eigen bodem n-L „Old Parr" een Engelsohe oétebriteit op oudérdomsge- bied en die leefde van het jaar 1483 tot het jaar 1626. HET MENSCHELUK HAAR. Laat mfl uw haar zien en Ik zal zeggen wie gfl zilt. Het haar en zijn kleur op het mensehe- lijk hoofd speelt in die leer dier karakteri stiek een belangrijke rol. Een acteur zal voor een bepaalde rol en de daarvoor te kiezen grime allereerst zorg besteden aan die pruik. De kleur van de te kiezen pruik en de wijze waarop het haar bevestigd is, de wijze van nagebootste coif fure en alle andere kleine bijeenkomstig- heden1 zijn van het hoogste gewicht voor den voor te stellen „kop". •Het zal menigeen opgevallen zflin, dlat een clown of een pias en in ieder ander geval van voor te stellen domheids- of potsema- kerssymbool de drager in de eerste plaats in het bezit is van een harde, stugge vuurroode haardos. Krullend of gegolfd haar daarentegen is een volgens de voiksmeening onmis kenbaar bewijs van genie. Muiskleurig haar weer Is een teeken van bet ontbreken van eenigerlei bekwaamheid. Zwart haar, dat aan de slapen krult, wijst op de bekwaamheid om veel geld te ver dienen. Mooi zacht en blond haar ls een teeken van een edelmoedig, maar onbetrouwbaar karakter. Degenen wier haar vlug groeit hebben een vlugge bersenrcapaciteit Zij worden echter in den regel-niet oud. Degenen wier haar vanaf het voorhooia naar achteren groeit hebben een prikk®** baar karakter, doch groote bekwaamheidlii zaken. Zij munten uit door organisatorisch vermogen. Het heet dat van de vrouwen van Europa de geboren Roemeensche vrouwen het prachtigste hoofdhaar hebben. Geen drankgeen eten. De beste en meest beroemde koks in de Vereeitigde Staten, keeren dit land lang zamerhand den rug toe als protest tegen de „drooglegging"'. Zij zeggen dat de droog legging aan hun. 'kunst den doodsteek toe brengt, want dat ze nooit de exquise ge rechten zullen kunnen blijven klaarmaken, wanneer zo niet de vrijheid hebben daarbij 'm scheutje „van dit of dat" te gebruiken! De eerste klas hotels en restaurants heb ben een aanvraag ingezonden om een kleine hoeveelheid wijn en spiritualiën voor dit doel in voorraad te mogen houden, maar de betreffende ambtenaar Mr. Jannes Chevlin heeft verklaard, dat er niks van komen kan. (New York Herald.) Mammie, vindt u niet, dat die aap op oom George lijkt? Hst, jongen, zulke leeüjke dingen mag Je niet zeggen. Maar de aap verstaat hot toch niet, mammie. Van wie is dat mooie huls? vroeg een vreemdeling, die het dorp door wan- i i h? ic Van ons, antwoordde de jongen trotsch. Maar het is nog niet af, want vader zeit, dat er nog een mooie hippeteek ook op komt GMds: Het houwen van de pyramdde heeft honderd jaren geduurd. Tourist: Dat was zeker werk voor re kening van de rogeering. VOCKS. HOE DE WERELD ER TEGENWOORDIG UITZIET. De strooien hoed. Do strooien hoed gaat verdwijnen, allhains volgens de Moming Post. Hot blad heeft de strooien hoeden geteld, die Dinddiag om 3 uur in de Strand, tusschen Ludgate Cimi3 en CharinJg Cross werdén gedragen. Dit ga i een gemiddelde van 62 strooien hoeden tegen 2000 andere. De strooien hoed werd nog het meest gedragen door mannen van midedlharen leeftijd. De jongelui droegen over het algemeen slappe hoeden, en onge veer 4 van de 10 een haxda In de vestiaire van een club in de city hingen 3 strooien, 33 harde en 67 slappe vilten hoeden. Een hoedenwinkelier, over dit verschijn sel ondervraagd; kon er geen verklaring van geven, anders dan dat het mode was waarmee het mysterie niet wordt opgelost, evenmin ais bijv. de vraag, waarom ieder een 20 jaar geleden in de city nog een hooge hoed' en een gekleede jas droeg; en nu niemand meer. Een rosarium ln de gevangenis. Op een plaats waar men het allerminst zou verwachten, namelijk in de grootste ge vangenis in de Ver. Staten, dé smg-sing gevangenis, wordt thans een prachtige ro zentuin aangelegd. De tuin zal volgens de plannen een rechthoek worden van meer dan 20 bij 60 meter, m het midden waarvan een fontein wordt geplaatst, welke men langs mooie grintpaden kan bereiken. De reizen worden in kleinere rechthoeken langs den eenen en in halve cirkels langs den anderen kant van den grooten' rechthoek geplaatst. Het plan dankt zijn ontstaan en zijn uitvoering aan eenige gevangenisbe ambten en de aanplanting wordt uitgevoerd onder leiding van een bekend rozenkwee- ker, F. R. Pierson. Bij de keuze van dé ro zen is men uitgegaan van de gedachte hoe men gedurende den roizentijd een zoo welig mogelijken bloei zou kunnen bereiken. Amerlkaansch. Donahy is gouverneur van Ohio en heeft een korte vacantie doorgebracht in Canada. Hjj heeft zich daar vermaakt en had; het naar zijn zin. Ook zijn chauffeur en zijn kok waren tevreden over het uitstapje. Beiden zijn lieden die een vonnis van levenslange gevangenisstraf ondergaan. Donahy was persoonlijk bij de Canadeesohe grens-antori- tdten garant geweest voor dén terugkeer uit Canada van de beide veroordeelden. Zij zijn dan ook stipt op tijd met Donahy weer teruggekeerd. Een vriji onbegrijpelijke historie! Jansen kwam met den laatsten trein met vrouw en twee kinderen thuis, en het re gende. Gélukkig stond er nog een huur auto. De chauffeur vroeg vijf gulden voor den nt naar huis. Laten) we er om gooien, stolde jaT]r sen voor dubbel of niets. enwoh6 dw:uffour 8temd® tee, hij gooide op Nu zie je wat ©en pechvogel ik hen, zei Jansen tot zijn vrouw, nu kunnen wtf naar huis gaan loopen. ELSA EN DE KABOUTER. n. Ofschoon er na de zoogenaamde hittegolf dagen lang de meest beangstigende geruchten liepen van een terugkomen der heete dagen van een nog heviger golf van hitte, na den eersten keer schijnt het met die buitenge wone hitte tooh wél biji die eene onrustbarende maal te blijven, want hoewel het warm en zomersch is, is het daarbij voldoende koel en frisch! Hét is „je" weer op het oogenblik en we merken het allerbest het verschil, doordat we nu niet als lustelooze, amechtige, hittezieke, dorstlijdende en moedelooze menschen neer zitten of op het eerste het beste geschikte plek je neer vallen! We kunnen nu weer zitten en tegelijk van het weer genieten. We zijn bij be wustzijn. We vragen naar iets en we vragen iéts te doen! Op zulke ^ogenblikken dat leert ons de ervaring vraagt de serieuze vrouw en bet serieuze meisje als bet ware onbewust naar een van haar levensbezigheden: Handwerken! Men kan met de meeste gerustheid beweren: „Als de vrouw niet werkt, handwerkt ze!" Vooral in onze landenl Als een degelijke hol- landöcbe huisvrouw volgens baar eigen bewe ring „klaar" is met haar werk, dan gaat ze kousen stoppen of verstellenl Als ze op baar gemak zit te visite of met yisite, dan veront schuldigt ze zich binnen bet kwartier en vraagt vergunning om „en passant" wat te mo gen handwerken. Want met de banden in de schoot zitten dat kan de goede Hollandsche vrouw moeilijk! Om deze reden bloeit in onze landen het handwerken zoo ik bedoel niet het kunst handwerken., zooals kant maken of weven, maar het gewone, pretentielooze handwerken, zooals naaien, breien, mazen, haken, bordu ren enz. In de latere jaren is daar veel bijgekomen. Er wordt ook bij ons tegenwoordiig zelfs veel geweven, geschilderd, geklost, en op alle an dere manieren kant en fijn werk gemaakt! En een van die nieuwe manderen nu van den laat9ten tijd1 (ik sprak er reeds meermalen over, omdat ik er een enthousiast voorstand ster van ben) is het toegepast handwerken op de kleeding. En voor hen, die zich met dit werk bezig houden en in deze warme maar niet te warme dagen van vacantie, iets te doen willen hebben* publiceer ik onderstaande modellen. Wanneer we b.v. een costuumpje hebben, dat nog dienen moet voor de loopende zomer dagen of nog beter: wanneer we nog keus hebben voor het geheele kleed, dan is het zeer aanbevelenswaardig om als materiaal te gebrui ken een blonde of tabakkleurige crêpe maro- caine of een zelfde soort Crêpe de Ohine. Is het costuum dan gemaakt ongeveer in het model als boven dan is het een uitgezocht kar weitje om de garneeringen zelf aan te brengen in borduursel. De onderrand van den mantel en de kraag-das worden met een eenvoudig ge- styleerd patroon, min of meer naar eigen smaakvolle verkiezing uit zwarte koordzij geborduurd. Voor het fijnere effect wordt de das met zwart crêpe Marocain of crêpe de Chine uitgevoerd. Voor de rest geeft het costuum geen moei lijkheden. Onder het manteltje wordt een glad lijfje van 't zelfde materiaal gedragen. Het rokje is er zonder geheimzinnigheid aan be vestigd. Mocht u inmiddels het geheel liever alvast in gereedheid willen brengen voor het a.s. na jaar of voor het komendé voorjaar. Nu: dan neemt u inplaats van de aangeraden zijde stof een zeer fijne kamgaren of laken! Intusschen kan men ook het handwerken op eigen kleeding toepassen, zonder dat er noodzakelijk een heel nieuw costuum aan te pas komt. Zie b.v. plaat twee. Met de noodige meters zijden bandfluweel (het moet ongeveer 2 cM. breed' zijn!) en met een flinke dosis ge duld kan men heel gemakkelijk bovenstaande sierlijke „omhang" maken. Het maken is heel eenvoudig. Van voren zijn alle „draden" vast gehecht onder één dwars bandfluweeltje, hetwelk dan tevens de halslijn aangeeft. Voor den rug neemt men tweemaal de lengte en laat de helft met de zijden kant naar buiten eenvoudig als kraag overvallen. Alle bandjes tezamen worden dan beneden vast gehouden door een flinke kwast. Op de heuphoogte en op dezelfde wijdte wor den de banden nog eens vast gezet op een dwarsband en verder hangen de linten met den zoom van de rok gelijk! Ten slotte nog een gezellig dingske voor de eventueel kille avonduren in den tuin. En nog eenvoudiger dan de bandeivcape! Ofschoon men het ook een cape noemen kanl Men maakt dit ding van een leuke, levendig kleurende flanel en borduurt het langs alle randen met een vlotte en aardig afstekende steek uit dikkere wol. Van ditzelfde materiaal maakt u ook de kwastjes en het koord van de ceintuur. De splitten opzij dienen om de armen doof te steken, zoodat het een karakter van losse mantel krijgt. Laat men echter het voorge schreven ceintuurtje er af en komt dus het heele geval los te hangen, dan kan men ook' de armen er onder laten en draagt men het kleedje ongeveer als een echte „cape"! Mme. Corry. Een van de meest belangrijke onderdeelen van het vrouwelijk tailor made costuum is te genwoordig een vest. Al sinds de laatste twee of drie jaren is het vest als onder- of bijstuk van het mantelcostuum in de eerste plaats een belangrijke rol gaan spelen. Wanneer we tegen woordig een tailor made dragen, dan dragen we daarin in acht van de tien gevallen een vest. En aangezien de tailor made nog lang niet uit de mode is Integendeel meer dan ooit tot vaste dracht geworden is worden er veel vesten gedragen. En vesten in de meest mogelijke verschei denheden. Stel u b.v. voor als bescheiden-gedistin- gueerde vrouw dan kiest ge een vest van wit laken, zwart of donkerblauw omboord'. En met een klein exquise omgeslagen kraagje er aan vast. Kleed u daarentegen Franschimodieus en gij zult een gestreept gilet nemen, in onge zochte nuances van fraise, van turkoois, van smaragd of geel. Hebt ge toevalligerwijs voorkeur voor Oos- tersche kleuren, dan wordt uw vest naar alle waarschijnlijkheid bont-kleurig en gebrocheerd met goud of zooiets. Of desnoods rood of blauw of fel-paars of geelAlles is ge oorloofd. Ge kunt u ook allerlei uitspattingen veroor loven op het gebied' van de sluiting. De knoop jes van geslepen git zijn zeer in de mode. Ook die van gehaakte zijde, van fijn uitgesneden ivoor, van fel kleurig lak, zelfs van fijn diskreet tintelend zilverig paarimoer. Dit alles wat betreft het wandeltoilet. De mogelijkheden zijn intusschen nog groO' ter. De practische vrouw, die in haar kleeron eenigerlei maatschappelijk werk moet verrich ten, dient voor alles te zorgen voor het prac- tisch nut Zij kiest derhalve veelal vesten van ruige wollen tricot ja soms zelfs van Schot- sehe tweed. De tint Patte-de-Canard is in dit geval voor het tricot zeer gezien, vooral als het met stoere festonsteken in zwart, paars of don kerblauw is afgezet Mme. Corry. De draaiende zanger. Daar staat hij bij t strand, Eea vroolijke klant, De draaier. Ziju orgeltje speelt. Of 't nooit hem verveelt, Dat draaien! Hij blijft op zijn post, Het kost wat het koet, De speler. 1 Al 1b hij reeds oud, 4 Toch zingt hij nog boud, Bij t spelen. Wij heden aan t strand, AI' ls 't aan dien kaait, De draaier. Ga heen en weerom, Hij1 braadt in de zon, En draaien! Och zijt ge te. voet, Bedenkt dan eens goéd. De speler. Genietende jeugd, Breng ook eene wat vreugd'. Voor *t spelenl Halt! peddelend paar. En luister 'eens De zanger. Toe sneltuffend heer, Stop ook eene een keer. Voor t zingen! Helder, Augustus *23. s „Ik zal alleen maar voor een poosje weg gaan r" zei Hobo. Elsa wendde haar hoofdje af, zoodat Hobo de tranen in haar oogen niet kon zien. „Ik zal zoo vreeselijk alleen zijn", fluisterde ze. „Vandaag over één maand zal ik terug ko men," beloofde Hobo. „En dan zal je nooit meer alleen zijn." „Een maand duurt heel lang," antwoordde Elsa bedroefd. „Maar je weet wel, Elsa, belofte maakt schuldtroostte'Hobo. Neem deze talisman en kom over een maand weer hier. Je zult me hier vindén!" Pas 'a avonds, toen ze in haar klein bedje kroop, herinnerde Elsa zich haar talisman. Ze haalde het voorwerpje uit haar zak, om te zien, wat het eigenlijk was: een onooglijk, ver schrompeld boontje en anders niets!" „Maar ik heb het van Hobo gekregen," zei ze zachtjes, terwijl ze het boontje vast in haar hand klemde. „En een talisman is iets, dat je geluk brengt! Ik zal t aan een koordje rijgen en om mijn hals dragen, zoodat ik het niet kan verhezen, voor de maand voorbij ia Belofte maakt schuld. Hij komt vast en zeker terug!" Eiken dag, dat Elsa naar het bosch ging om hout te sprokkelen, kwam ze met een meer eenzaam en verlaten gevoel terug. Was die maand dan nooit voorbij? Elsa dacht er wel eens aan, hoeveel langer de tijd haar nu scheen dan toen haar vriend er nog was. Ze had geen kalender, maar kon alleen aan de maan zien, of er weer een maand om was. En nu was de maan al dagen lang achter dikke wolken ver borgen. Toen gebeurde er iets 'heel ergs. Op een mor gen vergat Elsa de broodjes in de oven om te keeren en ze verbrandden alle. „Jij, akelige meid," schreeuwde haar stiefmoeder, wit van woede. „Goed voedsel te bederven. Maak, dat je wegkomt!" Ze greep Elsa bij de schouders, duwde haar door de deur en gooide die hard achter het meisje dicht! Rillend van kou en angst bleef Elsa eenige ^ogenblikken voor de deur staan. Toen liep ze plotseling hard weg. Voort ging het, steeds voort op haar dunne pantoffeltjes, zonder man tel of hoed. Ze struikelde telkens of gleed uit op de gladde sneeuw, maar ze keek niet om, eer zc het boseh en het hutje van Hobo bereikt had. Doodmoe ging ze op den hard bevroren bosch- grond zitten. Belofte maakt schuld. Ik ben teruggeko men!" |Elsa sprong overeind. Dat moest de stem van Hobo zijn. Maar neen, die groote, knappe jonge man met zijn fluweelen mantel en hoed met veeren was zeker niet haar vriend, de leelijie kabouter. Toch kwam hij vriendelijk lachend, met uitgestrekte handen op haar af, alsof hij wel een vriend was. „Het is een droom," fluisterde Elsa. „Wist je niet, dat de maand voorbij was en dat ik vandaag hier op je wachtte?" vroeg hij. Maar Elsa stond onbeweeglijk half versuft te staren. Ja, het was dezelfde stem van Hobo, maar. Zachtjes leidde hij haar naar de deur van de hut. „Luister, Elsa, dan zal je begrijpen, dat het geen droom is," zei hij. Ik was door een booze Jee in Hobo, den kabouter, veranderd' en naar dit bosch verbannen, tot een hartje van goud medelijden met me zou hebben. Dèt was het, wat ik in het bosch gevonden had, klein vrien dinnetje, het kostbare ding, waarover ik sprak. Je zag me op reis gaan als Hobo, den kabou ter. Je ziet me nu terug in mijn ware gedaante als een prins!" „Een prins," stamelde Elsa. Ze sloot haar oogen en voelde naar de talisman om haar hals. Dat was tenminste werkelijkheid! Toen gebeurde er iets wonderlijks. De ver schrompelde boon veranderde in haar handje in een prachtige stralende robijn, haar oude pan toffels werden fijne schoentjes, haar verstelde jurk werd een' kostbaar gewaad van zijde en bont. Elsa hield haar adem in van verbazing over zooveel prachtigs. Klein goudhartje," zei de prins. „Ik heb je ln het bosch gevonden en je zult nu nooit meer eenzaam en bedroefd zijn, of koud en vermoeid. Je gaat met mij mee naar mijn vaders konink rijk over d'e blauwe bergen. En daar zal je leeren, hoe Je mooie buigingen moet maken en hoe je sierlijk moet dansen eni hoe je een flu weelen of hermelijnen sleep op moet houden en hoe je een gouden kroon in evenwicht moet houden op je lieve hoofdje! En dan.... dan zul je mijn prinsesje zijn." Toen de prins zoo gesproken had, blies hij op een Ivoren fluitje en even later verscheen oen zilveren slede, getrokken door twee ren dieren. Hobo's hutje, het bosch, het dorp, de stief moeder, alles werd achtergelaten en Elsa en prins vlogen voort als de wind naar het koninkrijk over de blauwe bergen. En alles ge beurde precies zooals de prins het gezegd had. Maar gelukkig werd prinses Elsa nooit trotsch, al woonde ze ook in een paleis en al had ze ook voor elk uur van den dag wel een andere japon en kisten vol juweelen en een i>i Mendonstoet. Want als je ooit een reis mocht maken naar het koninkrijk over de gouden berden, dan zul Je nog steels hooren spreken over prinses „Goudhart". Alleen vrees ik, dat je hot. land niet zult terug vinden, als je niet een tattaum hebt en .een zilveren slede met rendieren, om je er heen te brengen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 12