AIZENA-PUDDIN GEN
WMWmn VEBKRyGBAAR.l§k^tIÉj U
Ingezonden mededeellng.
Mr. ANTONIO.
ITALIË.
GRIEKENLAND.
Revolutionaire beweging.
VEREENIGDE STATEN.
De uitvaart van Harding.
KORTE BERICHTEN.
Algemeen bekende kuiali- A
^teitsartikelen voorelkë_ [g
tëljSj huishouding, pggj]
overal
Een 107-jarige.
De verlenging van den arbeidstijd.
INGEZONDEN.
Teekenen des UJda
DAMRUBRIEK.
OP EN OM HET BINNENHOF,
GEMENGD NIEUWS.
Ais pas-gekozen minister van Oorlog.
Plundering van een kiosk.
Beklaagde hield vOl, dat dit niet mogelijk
UIT DEN OMTREK.
•TexeL
En schreed naar de groene Regeerings-tafel.
En even toefde bij fauteuiltje aan hoek.
En ar in neerplofte.
-Met de welbehageüjke „pose" van man, die
zegt: ,;Qa y est!Ik bén er!...."
Laten wij aanstonds vastleggen, dat er in de
Rechtsche gelederen zoowat niemand is, die
wat de gave betreft om door zijn woord de ver
gadering te boeien, in Oolijn's schaduw kan
staan.
iMr. Rutgers vermoeit, irriteert U door een
schrikkelijk-nerveuzig gehik en gehak, over
blijfsel van het stotter-gebrek, dat deze zeer
begaafde afgevaardigde met enorme inspan
ning wist te overwinnen.
Van een parlementaire of andere vergade
ring „beheerschen" is bij den heer Rutgers
geen sprfke. De heer Van der Voort van Zijp
galmt als iemand van de soort der zalvende
preekerij, met rollende r's en knallende t's,
ter verlossing waarvan reeds De Génestet eene
smeekbede, weet men immers opzond in
de beroemde regels:
„Verlos onS van den preektoon, Heer,
Geef ons natuur en waarheid weêrl.
Er zijn wel schrandere figuren onder de jon
ge anti-revolutionnairen. Ik noem slechts den
heer Schouten, den „selfmade-man".
Maar: in H. Oolijn's schaduw kunnen zij
heusdh niet staan.
iHij, de leider, de opvolger van Kuyper,
vraagt het woord. En 't is een „moment"!
t Wordt stiller in de woelige, oneerbiedige,
onceremonieele Tweede Kamer.
De journalisten staken gesprekjes, klemmen
potlood of vulpen vaster in de hand. Kijken
met spaning-in-de-oogen naar dat bankje, hoog
in Rechts, waar nu zal gaan spreken de man
van de vergrijsde stoppelharen, de scherper
geworden trekken, den haviksneus der zeer-
schranderen, wiens voorkomen U telkens doet
denken aan portretten van Engelsche „busi-
nes-s-men", Parlements-kerels van betee-
kenisUit wiens physionomie heelemaal is
weggestreken de Hoïïandsche boerenzoon, die
H. Oolijn toch van afkomst is.
Hij redevoert langzaam, met nadruk. Hij
bouwt de zinnen van zoo'n rede op met de artist-
ticiteit van den mensch, die ingeboren gevoel
heeft voor wat goede smaak en -stijl gebieden.
Hij doet1 het ook met den nadruk van
een, die weet, dat hetgeen hij béoogt, iets van
beteekenis is.
Hij, H. Golijn, gevoelt met zeer-fflne
intuïtie, wanneer zijn woord in de hooge
vergadering niet heeft het gewicht, niet
ondergaat de vereering, welke hij ervan ver
wacht
Hij is bescheiden, zoodra de leider der anti-
rev. partij gevoelt, dat dit noodig, tactisch
wordt....
Hij versmaadt het zalvende, pathetische. Is
zakelijkMengt dan plotseling iets van
meer-éthischen aard in dé rede.
Als minister van Oorlog maakte hij schitte
rend figuur.
In den Senaat kwamen de officieren van de
ouderwetsch-conservatieve garde met geestdrift
naar hem toe, was hiji voor generaal Van
Voorst het ideaal.... H. Colijn wist in eene
gespierde, kort-en-bondig saamvattende rede
te verduidelijken. Aan de groene tafel waren
Excellentiën der Defensie, die de gave van het
woord bezaten, spierwitte raven, „rarae aves
in terra"! door alle tijden heen.
Hier had men een burgerman-van-afkomst,
die niet spotte met den eisch der landsverdedi
ging; een officier van schitterende kwaliteiten,
die de brug ging leggen tusschen de men
sch en van „geen man en geen cent", en de
anderen.
De politieke val1 van het Kabinet-Heemskerk,
waarin de heer Oolijn na het vertrek van den
minister Gooi de portefeuille van Oorlog bezat,
bracht den heer H. C. tot het zaken-leven.
Hij werd mede-directeur van de „Konink
lijke". Vestigde zich te Londen. Verdiende
schatten. Werd de Ne^erlandsche Rockefeller.
Kwam terug
Liet de Petroleum-business varen.
Werjji, na Kuyper's verscheiden hoofd
van de anti-revolutionnaire partij.
En zou dan nu, mag men sommige ge
ruchten gelooven, de man zijn, aangezocht
om mr. De Geer's plaats in het Kabinet-Ruys
in te nemen?
Bij de Algemeene-Beraadslagingen over de
Steatsbegrooting voor 1923 heeft de heer H.
Golijn gehouden zijne opzienbarende rede tot
beperking van defensie-uitgaven, wat betreft
bovenal ons vesting-stelsel.
Bij de replieken is de heer Colijn toen wel
ietwat teruggekrabbeld.
En onopgelost is gebleven, eigenlijk,
wat hiji tenslotte bedoelde.1
Hij kent Insulinde door-en-door.
lis financier, zakenman, oeconoom, pienter
en met scherpen blik, onder de besten.
"Hij heeft de anti-revolutionnaire fractie wel
in bedwang.
De tucht, daar, is van-ouds steviger dan bij
de chr.-historischen.
En ook: na Lohman's vertrek hadden de
chr.-historischen geen „gespierde vuist",
om van gepantserde, met den ex-keizerlijken
grondeigenaar te Doorn, niet eens te reppen,
meer!
Zoo iemand, dan is de heer H. Colijn de man
om in deze hachelijke omstandigheden wèt er
nog aan Rechtsche samenwerking is overge
bleven, te redden.
De vraag' blijft, wat na zijn eventueel op
treden als minister van Financiën, in de
anti-revolutionnaire gelederen aan politieken
tucht werkelijk zou blijven?
Is het mogelijk, dat de leiding toch dan nog
op den Kneuterdijk zou resten, met een
nominalen chef op het Binnenhof?
Gelijk het geval was in de nadagen van Kuy
per, toen nauwelijks bekende figuren „voor
trekkers" van de anti-revolutionnairen werden
genoemd?
Dit is zeker, dat de heer H. Colijn in zich
vereenigt finantieel-oeconomische en tevens
deskundig militaire kennis van zeer bijzonderen
aard, waarmeê gepaard: rijke ervaring van
strategische en andere soort op koloniaal ge
bied.
Zulk-een, bovendien redenaar en Stylist
van buitengewone gaven, lijkt wel aange
wezen om den zetel in te nemen, door mr. De
Geer's ontslag-aanvrage open gekomen.
In fijnen tact, in meesterschap over het
woord is H. Colijn verreweg de meerdere van
De Geer.
En dan: in Nederland is thans niemand'te
vinden, mag veilig gezegd, geschikt en
opreid om opvolger van mr. De Geer te zijn.
Mocht dus het gerucht worden bewaarheid
over 's heeren H. Colijn's optreden; aan den
Haagschen Kneuterdijk: ja, dan heeft men alle
reden om te zeggen, dat het Kabinet-Ruys
toch, ondanks alle tegenslagen, welke het
had te verduren, onder een gelukkig ge
sternte is geboren!....
Naar do Ita'ilaansche bladen vernemen,
heeft Paus Plus XI een commissie benoemd
om de door het Vatioaansch oonclilie van
1870 (niet af gedane zaken aan een onderzoek
te onderwerpen.
Men brengt de benoeming van deze com
missie in verband met het plan, het Vati
caansch concilie, dat op den 18en Juli 1870,
toen de pauselijke onfeilbaarheid afgekon
digd werd, eerst tot den len October 1870
uiteen ging, maar toen voor onbepaalden
tijd verdaagd! werd, opnieuw bijeen te roe
pen.
Op 't agendum zouden twee belangrijke
punten komen, ml. in die eerste plaats de
quaéstie der opleiding van de Roomsch-Ka-
tholieke geestelijkheid over het heole we
reldrond; en in de tweede plaat» de weder-
vereenigimg 'met (de) Oost-Europ eesche ker
ken, welke vereeniging men te Rome in af-
zienbaren tijd; hoopt te zien tot stand komen,
zoo al niet met het heele Oosten dan toch
in elk geval met een deel van het Oosten.
Volgens te Rome ontvangen berichten uit
Athene is er in Griekenland! een revolutio
naire beweging uitgebroken. De oorzaak
daarvan is nog niet met zekerheid bekend.
Sommige berichten spreken van, een monar
chistische beweging, aimdere schrijven de
oorzaak toe aan de ontevredenheid van de
bevolking, die den heerschenden nood; aan
de regeering wijt. Het centrum van de bewe
ging bevindt zich te Salonükl, waar ook het
plaatselijk garnizoen in opstand is geko
men, doch te Athene en in andere steden
zijn er eveneens onlusten uitgebroken.
Bi) de overbrenging van de kist uit het
Witte Huis naar het Kapitool op Woens
dag stonden meer dan honderdduizend
menschen saamgedrongeh op dien korten
afstand. Er was een weg voor den stoet vrij
gehouden; en {.oldaten en mariniers hieldien
den doortocht open. Afpcral bij het Kapitool
was de menigte overweldigend. In de koe
pelruimte, waar de kist werd neergezet, had
den alleen de hoogstgeplaatsten met hun
vrouwen en de diplomaten toegang. Overal
waren rouwkleeren en Amerikaansche vlag
gen aangebracht.
Ooolidge, Hughes, minister, de leden van
Huis en Senaat, ook Taft en Wilson, waren
tegenwoordig. In den stoet reed Wilson on
middellijk achter Coolidge.
Mevr. Harding reed achter de affuit met
de kist.
In de koepelruimte wérd een lijkdienst ge
houden.
Van twaalf uur 's middags tot 's avonds
vijf uur defileerde het publiek langs de baar.
De trein naar Marien vertrok 's middags
om zes uur. De hoeveelheid kransen' en bloe
men die onder den Kapitool-koepel waren
opgestapeld, was ontzaglijk. Er waren er
vele bfj, daar neergelegd uit naam van bui
tenlandsche staatshoofden en buitenlandsche
regeeringen.
Het Duitsche postbestuur geeft thans
nieuwe cijferpostzegels van 1000 en 6000
mark uit.
De ïzwestia bericht, dat op den 23en Juli
in het Donbekken opnieuw 30 gevallen van
cholera werden geregistreerd.
In 1879 was'een Italiaan, zekere Sisiltoi,
tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld,
thans heeft de koning hem de rest van zijn
straf kwijtgescholden. De man heeft 44 jaar
in de gevangenis doorgebracht.
De Poolsche minister van financiën zal
ontslag nemen. Volgens sommige berichten
zal het geheeie kabinet Witos een recon
structie ondergaan.
HÖNIG'Sf
Tegen hem eisohte het O. M. twee jaar
en zes maanden gevangenisstraf.
Tenslotte had zich voor deze zaak nog te
verantwoorden de ^7-jarige M. H., huis
vrouw van B. T„ werkster, gedetineerd, 'be
klaagd van heling van een deel der gas-
penningen.
Beklaagde ontkende. Zi} vertelde de op
ham- .gevonden penningen van haar melk
boer ontvangen te hebben. Deze, als getuige
gehoord, ontkende dit Uit het getuigen
verhoor bleek voorts, dat zij de penningen
op de komst der politie verborgen heeft.
Tegen haar requireerde het O M. acht
maanden gevangenisstraf.
Engelsche bladen hebben het bericht van
een mevr. Truelove te Piumstead, die
Woensdag 107 jaar oud zou zijn geworden.
Zij is al paar jaar zoo zwak,'dat zij haar ka-
maar niet meer verlaat, doch zij is overigens
wel en eet en drinkt nog normaal Het oudje
is opgewekt, doch kan niet meer lezen. Op
haar verjaardag dineerde zij stevig. Het*re-
gende gelukwenschen.
Lijk aangespoeld.
Bij den Zuiderdam te Hartogen is aan
gespoeld het in zeer verren staat van ont
binding verkeerende lijk van een jonge
vrouw, met lage kwarte schoenen, lange,
zwarte, dunne kousen en lichte onderklee-
ding.
In het „Weekblad" van den A. N. D. B.
behandelt Henri Polak den brief van den
directeur-generaal van den arbeid aan den
Metaalbewerkersbond in zaike de 567a-urige
werkweek bij Wilton. „Een gewichtig docu
ment" noemt H. P. dit schrijven en hij
vraagt:
Zijn de motieven, die deni Directeur-Generaal
van den Arbeid geleid hebben tot bet verleenen
van verlof tot verlenging van de arbeidsweek
met In wezen ll1/» uien, gegrond?
De schrijver beantwoort deze vraag o.a.
met de volgende opmerkingen:
Het is een lastige quaastie, die niet met een
groot gebaar ter zijde gesteld kan werden. Zij
vereischt grondige overweging. Want als inder
daad de wettelijke maximale arbeidsduur bet
coneurrentie-vennogen der Nederlamdsche nijver
heid ten) opzichte van de buitenlandsche belem
meren, laat staan vernietigen, en due gieote
werkeloosheid veroorzaken zou, dan ware bet
erger dan dwaasheid de betreffende bepalingen
te handhaven.
Niet ontkend kam worden, dat er zeer veel
waarheid gelegen ia in de beschouwingen die de
heer Zaalberg in zijm brief aam dem Metaalbewer
kersbond geeft. De productiekoeten zijm hier on
getwijfeld hooger dam in vele andere lamdeni; het
ie inderdaad niet te verwachten, dat in die lan
den „zeer spoedig het bedrijfsleven in gezonder
positie zal komen."
Im het algemeen kam er dit van gezegd worden,"
dat de arbeidsvoorwaarden hier te lande onmo
gelijk zoo laag gesteld kunnen werden, dat con
currentie met Duitsethlamd of Oostenrijk er mo
gelijk door gemaakt wordt Dit woiuit door de
hier heerschende kosten van het levensonder
houd onmogelijk gemaakt.
Daar zijn bijvoorbeeld, Denmarken en Noor
wegen waar de gulden wel agio doet doch in
betrekkelijk bescheiden mate, daar zijn ook Bel
gië en Frankrijk, waar dit in veel grootere
mate het geval is, docK niettemin het geld nog
lang niet nagenoeg volkomen waardeloos ge
worden is. De vraag ie nu, kan de gedragslijn,
gevolgd door den directeur-generaal van
den Arbeid, natuurlijk in overeenstemming met
ten deze geldende opinies vam den Minister van
Arbeid, de mogelijkheid van concurrentie met
zulke landen scheppen?
Men zal zich (moeten vergewissen, hoe
hoog de voortbrenlgin'gskosten der in aan
merking toornende artikelen zijn daar ginds,
en hoe hoog zij zijn hier. Dan eerst zal het
mogelijk wezen, de kwestie te beoordeelen en
vast te stellen of, en zoo ja, welke maatre
gelen gevorderd worden.
Thans hangt vrijwel alles in de lucht.
De arbeiders zullen niet de domheid heb
ben zich vast te klemmen aan regelingen
en bepalingen die hen in de gegeven om
standigheden in het verderf zullen storten.
Zij; zullen stellig bewilligen deze te laten wij
zigen, indien dit onvermijdelijk is. Doch de
onvermijdelijkheid moet 'hun dan ook ge
bleken zijn. Duidelijk moeten zij dan kun
nen zien, dat het niet mogelijk is het be
staande ongerept te handhaven duidelijk,
met te controleeren cijfers en feielijke ge
gevens. De verklaringen en verlangens van
werkgevers zijn daartoe niet -voldoende.
Maandelijks staat in de Heldersche Courant
een stukje, dat rnjj met schrik vervult, het is
de statistiek van de Rijkspostspaarbank. Elke
maand weer blijken de terugbetalingen grooter
dan de inlagen en wel) zeer veel, nl van
25.000 tot 30.000 per maand. Men moet
dus ooncludeeren, dat de Heldersche bevol
king alleeD bij die Bankinstelling 300.000 tot
ƒ360.000 per jaar van haar bezit inteert. Hoe
het bij de 'particuliere banken staat? Ik vrees
niet beter. Een ding is echter zeker, de Helder
sche uitgaven moeten met minstens 300.000
verminderd worden, eer het evenwicht in het
zicht komt. Helder's uitgaven bestaan uit par
ticuliere en gemeente-uitgaven.
Acht het gemeentebestuur zich verantwoord
door te gaan met van Helder te maken een bol
werk van achturendag en 46-urige werkweek,
of is het van inzicht, dat ook hier de tering naar
de nering gezet moet worden, en dat alle
idealen, die na verwezenlijking practisch on
houdbaar bleken, voorloopig in het archief op
geborgen moeten worden.
Gelooft het, dat hier alleen houdbaar is, wat
elders afgeschaft werd, t w. 45-urjge werkweek,
strikte achturendag, premievrij pensioen, va-
cantietoeslag. Acht het zich tegenover de meer
derheid zijner belastingschuldigen, Rijksper
soneel, hetwelk dit alles moet missen, gerecht
vaardigd, als het het gemeentepersoneel daar
mee bevoordeelt, is dat gelijkheid voor allen.
Gelooft het, dat „zoo maar" in steden van
30000 inwoners de huizen met bovenhuizen
gebouwd werden, en dat dit geen eoonomische
dwang was. Het kleine eengezinshuisje is te
duur, door de te groote uitgestrektheid van de
stad (grondbedrijf, bestrating, rioleering, gas-
en waterleiding) en het meer benoodigde bouw
materiaal.
Gelooft het, dat het verstandig is een stad te
gaan aanleggen voor een inwonertal van onge
veer 60000, als de laatste 5 jaar een bevolkings
daling van bijna 34000 tot ongeveer 29000 te
zien gaven.
Gelooft het, dat het verstandig is, thans al
lerlei diensten te reorganiseeren of nieuw te
stichten. Het geeft te vreezen als in een tijd
van malaise als nog nooit gekend werd, zelfs
maar getracht wordt, bet ziekenhuis te vernieu
wen, een nieuw abattoir te stichten, de ge
meente-reiniging nogmaals te reorganiseeren,
een nieuw raadhuis te stichten.
Een dergelijk gemeentebeheer moet stellig
naar een bankroet voeren, tenzij inflatie de
schulden decimeert en zoo (slechts zeer tijde
lijk) redding brengt. Doch dit middel is ruïneus
voor de bevolking, en buitendien niet in één
gemeente des Rijks door te voeren. Goddank.
Gij étuurt een gevaarlijke koers.
Alles betreffende deze rubriek te adres-
seeren aan:
Den Damredacteur der Heldersche
Courant,
Valeriusstraat 64hufs,
Amsterdam.
Ini verband met mijn match tegen Sprin
ger, welke in Zuid-Frankrijk: Marsefile, Mon-
te-Carlo, Monaco en Nioe gespeeld is en die
in remise eindigde, ieder twee partijen ge
wonnen en zes remises, heeft de publicatie
der problemen voor den oplossingswedstrijd
eenige vertraging ondergaan.
Herm. de Jongh.
Hieronder volgen twee vraagstukje»
Wedstrijdprobleem No. 5.
Den Haag, 8 Augustus.
H. Colijn opvolger van mr. De
Oeer? Tekort aan ,^ubliemen".
De ,jight man".
Inderdaad, het is een goed denkbeeld, en
„vruchtbaar idee", om den heer Hendrik
Colijn te plaatsen op den zetel, door mr. De
Geer verlaten....
Eigenlijk moet men er zich over verhazen,
dat niet dadelijk toenjiet bericht door den lande
vloog van jhr. De Geer's wensch om af te tre
den, als minister van Financiën om de bekende
reden, ieder zei: „Natuurlijk, nu wordt Colijn
de man!...."
Er zijn zeer zeker aan het geval moei
lijkheden verbonden, mócht het zich ^inderdaad
voordoen.
Wie moet leider van de anti-revolutionnaire
Kamerclub worden?
Ook hier ligt eigenlijk het antwoord gereed.
Mr. Rutgers, de Zuid-Hollandscbe gedepu
teerde.
Maar: hij' is de nerveuse fanaticus. De drij
ver, het heethoofd. Die de gemoederen prikkelt.
De man van „Local Option", yan Zondags-ver-
dorring, met den aankleve van clandestien
aloohol-geslurp
Neen, dèn is H. Colijn een gansch-ander
man.
Geen Kuyper!
Maar toch
Ik herinner mij nog zoo goed, zoo scherp en
levendig, dat moment, toen de Indische su
balterne officier op non-aotiviteit H. Colijn voor
het eerst in de Tweede Kamer, als afgevaar
digde, verscheen.
De vrij kleine, slanke man van het glim
lachende, door de Indische zon licht-getinte ge
laat. Met de vroolijke, schrandere, levendige
grijze oogen. 'En de toen nog- niet grijze bor
stelharen. Hoe hij, H. Colijn, hoffelijke bui
gingen maakte voor de nieuwe collega's.
De tijd spoedde voort.
De dikke kapitein Duymaer van Twist
bracht door zijne bekende motie minister Cool,
van Óorlog, ten val.
Toen was mr. Th. Heemskerk premier.
En hy dacht er natuurlijk! niet aan om
den heer Van Twist voor de portefeuille van
Oorlog te nemen.
Ik zie dat vóór mij, in de film der herin
nering, als was het een week geleden,
hoe de heer H. Colijn in de vergaderzaal der
Tweede Kamer tradL
In den middag van den SOsfcen Mei j.L
vervoegde zich een juffrouw bij de ver
koopster in de 'kiosk, staande aan het Oost-
plein te Rotterdam. Ze overhandigde haar
een briefje, luidende: „Geachte Mejuffrouw.
U imoet dadelijk op het kantoor der ven
nootschap komen. Deze juffrouw zal' zoo
lang uw plaats innemen1, v. Ditmar."
De verkoopster begaf zich terstond naar
het kantoor, doch. vernam «daar, dat van een
dergelijk briefje niets bekend was.
Terstond keerde de Juffrouw naar het
Oostplein terug, waar haar bleek, dat men'
van haar 'afwezigheid gebruik gemaakt had,
de kiosk te plunderen. Vermist werden 136
gaspenningen, 600 postzegels van 10 cenit,
200 van 5 cent, 200 van 2 cent en 100 in
'baar geld, alles in eigendom toebehoorende
aan de N.V. Van Ditm'ar's Kiosken Maat
schappij. Donderdagmorgen stond in ver
band met deze zaak in de eerste plaats te
recht, de 27-jarige M. J. K., huisvrouw van
J. S., zonder beroep, gedetineerd. Zij had
zich te verantwoorden wegens diefstal van
voormelde goederen.
Beklaagde legde een volledige bekentenis
af. Zij vertelde dien dag met haar broer
naar de kiosk gegaan te zijn. Deze broer
heeft het briefje geschreven en terwijl be
klaagde in de kiosk was buiten op den uit
kijk gestaan, verklaarde ze.
Het O.M. requireerde tegien haar één
jaar gevangenisstraf.
Mr. Teieneira de Mattos pleitte clementie.
Vervolgens stond de 20-jarige koopman
G.K., recidivist en gedetineerd, .terecht, be
klaagd van medeplichtigheid aan dezen
diefstal bij herhaling.
Beklaagde erkende het hriefje geschre
ven te hebben. Hij beweerde evenwel niet
geweten te hebben, waarvoor het briefje
dienen moest, noch waarom hij er Van Dit
mar onder 'schrijven moest. Hiji hielp wel
meer zijn zuster bij het schrijven van brie
ven. Beklaagde ontkende met zijn zuster
naar de kiosk geweest te zijn.
Eenige buren als getuigen gehoord, ver
klaarden evenwel zich te herinneren be
klaagde op den dag van de plundering van
de kiosk met zijn zuster gezien te hebben.
Beiden droegen toen groote pakken.
Wedstrijdprobleem No. 6.
Deze stukjes zijtn uit „Dammen" door
Mijer, overal is Wit aan zet en wint Wit.
Deze week werden van hier verzonden:
666 lammeren, 440 schapen, 0 kalveren, 5
varkens, 8 koeien, 1 veulen.