OP DEN UÏÏKÏJK.
Wat gebeuren er toch tegenwoordig merk
waardige dingen 1 Nauwelijks Is men bekomen
over de verbazing over het een, of een ander
feit doet weer die vraag stellen hoe het toch
komt, dat men op velerlei gebied zoo door en
door In de war is. Op buitenlandsch politiek
gebied' is dat speciaal opmerkelijk.
Nauwelijks is de toestand in de officieele
kringen te Berlijn weer wat geconsolideerd en
is de kans op een algeheel uiteenvallen van
Duitschland weer wat verminderd, of inen moet
weer hooien, dat voor de zooveelste maal een
voorstel tot regeling van het herstel en de scha
devergoeding van Duitsche zijde gedaan in
Frankrijk een slecht onthaal heeft gevonden
en aldaar door Poincaré is afgewezen.
De conversatie tusschen Parijs en Berlijn is
toch wel gezellig! Maar men schiet geen steek
opDe vraag is of er op deze wijze wel ooit
iets bereikt zal worden. We zijn nu al zoowat
vijf jaar aan 't „gedachtenwisselen" en ettelijke
conferenties en besprekingen werden gevoerd,
zonder dat het iets heeft opgeleverd1. En nog
steeds hakt men met hetzelfde bijltje voort, da
intussohen wel aardig bot geworden zal zijn,
zoodat het eigenlijk toet meer hakt..
Toch schijnt het groote publiek, vooral in het
neutrale buitenland, zich weer heel weinig te
interesseeren voor den politieken kant. Men is
het beu geworden. Helaas, bedenkt men dan te
weinig de onprettige gevolgen, die ook wij van
de onzekerheid op internationaal gebied onder
vinden-. Heeft men wel eens te Rotterdam ge
in formeerd, gezien en gevoeld, wat de Roer
bezetting, mitsgaders de uitschakeling van het
transito-verkeer met Duitschland, voor de
scheepvaartbeweging en wat daarmee annex
is, beteekent? Men komt dan tot droeve, depri-
meerende ervaringen.
En de conversatie over dit onderwerp is dan
ook in den grond1 all ^behalve gezellig!
Alsof we op financieel gebied -tegenwoordig
nog toet genoeg narigheid brieven, komt daar
plotseling het schandaal van de Brusselsche
Bank te Amsterdam annex Haagsche Orediet-
en Oommissie-Bank nog eens even „olie in het
vuur werpen".
Vijf zes millioen gulden noemt men glo
baal het bedrag, dat eenige gewetenlooze
menschen, die zich bankdirecteur believen te
noemen, vermoedelijk grootendeels in eigen
zak hebben gestoken. En de voornaamste ver
dachten hebben de plaat gepoetst, vermoede
lijk met den buit
Wanneer men leest, hoe de hoeren te werk
gingen en hoe zij er in geslaagd zijn een groot
aantal- „kleine luyden" en plattelanders van hun
vermogen te beroov-en, dan vragen wjj ons af:
„Kan daar nu toet eens paal en perk aan wor
den gesteld?" Dat de slachtoffers, vermoede
lijk toet of slechts weinig op de hoogte met
effecten-beheer, er zoo ingevlogen zijn, is dom,
maar ook beklagenswaardig.
Maar dat de Nederlandsche wetgeving toe
laat, dat dergelijke schandalen meer dan eens
plaats kunnen vinden, is een groote tekortko
ming. Ons handels- en administratief recht is
verre van volledig en up to date en vraagt ai
jaren lang om voorziening, om aanpassen aan
de eisehen van het moderne zakenleven.
Doch, terwijl men zij1 het ook zonder be
kwamen spoed en stelselloos de strafwet
geving gaat wijzigen, als de stand der crimi
naliteit en de bestrijding daarvan zulks in
eenige richting scherp naar voren doen komen,
laat men de zakenwereld de hartader van de
natie opgescheept zitten met oude en ver
ouderde voorschriften. Om van het Burgerlijk
Wetboek nog maar niet te spreken.
De déMcle van verschillende levensverzeke
ringsmaatschappijen heeft, weliswaar een soort
gelegenheidswetgeving op dit gebied in het
leven geroepen, evenals de misère der Hanze-
Banken, doch veel meer dan lapwerk is het
toet.
Het millioenen-schandaal toont weer eens
aan, dat het vrijwel voor 'den eersten den bes
ten avonturier mogelijk is, zich in Nederland
als bankier te vestigen en gelden van goed
vertrouwende lieden tot zich te trekken. Als
hij maar „groot lef" heeft en zich als gentle
man weet voor te doen!
Heben we nog geen droeve ervaring genoeg?
Zijn de Oranje-hank, Leenaert-s Wagner, de
Haagsche Coöperatieve Voorschot-Vereeniging
en Spaarbank, het dagblad „De (Christelijke)
Amsterdammer", om maar eenige voorbeelden
te noemen, geen herhaalde waarschuwingen
geweest? Moeten er nog vele meer volgen tot
schade van honderden?
We vreezen het ergste, want de regeerings-
machlne verwerkt dit soort zaken langzaam
of in 't geheel toet.
Misschien echter bestaat er -nu een kansje,
de zaak is -er schandalig -en ernstig -genoeg
voor! En arrestatie en gerechtelijke bestraffing
der schuldigen hoe goed en terecht ook
kan het rechtsgevoel niet bevredigen en de pu
blieke opinie niet geniststellen.
De wetgeving op dit stuk moet spoedig en
grondig herzien worden.
LEO
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag 19 October.
De Vlootwet
Vrijdag is de heer van Gij 11 (v.b.) aan
bet woord, die het vlootfonds bespreekt. Hij
acht het -een groot bezwaar, dat men zich
voor lange jaren vastlegt. Uit dit vlootplan
zijn de .groote eenheden vervallen. Slechts
dan was het voorgestelde fonds verdedig
baar, indient de voorgestelde vloot als een
eenheid is te beschouwen, zonder welker
volledige totstandkoming wij niet in staat
zijn de neutraliteitsplichten na te komen.
Spr. verwijt de regeering, dat zij in de ja
ren van schijnweel<je niet meer deed voor
onze weermacht. Hij waarschuwt tegen de
oprichting van 'bedoeld fonds.
De heer van Vuuren (r.k.) bespreekt
de Vlootwet uit finantieel oogpunt
Voor de staatsrechtelijke bezwaren van
den heer Van Schaik is spr. hijzonder gevoe
lig. Deze bezwaren droegen echter geen
principieel, doch een opportunistisch ka
rakter. Met nadruk komt spr. op tegen de
voorstelling alsof hier een vloot op afbeta
ling wordt gekocht. Wij doen hier slechts
wat alle groote scheepvaartmaatschappijen
doen, behalve in tijden van hijzonderen
voorspoed. Er wordt hier eerder een vloot
gekocht op vooruitbetaling dan- op afbeta- w
limg. Het woord fonds is echter slecht ge-Ivoor een dergelijke vloot Spr?' gevoelt zich"
kozen. De 'bedoeling is alleen, dat de vloot [niet geroepen om Indië overmatig zwaar te
Zooals de Kaken nu thans staan beteekent
deze Vlootwet geen stijging, doch eer eon
verlaging van de gewone uitgaven voor e
Marine lzi Nederland. Wij verbinden ons tot
niets dan den bouw van dit organisatorisch
geheel. Niets valt in te brengen tegen de be
rekening van deni minister van financiën
dat deze Vlootwet voor 1914 een besparing
van 83,000 op do Marine-begrooting geeft
Het betoog van den heer Oud vindt spr.
onjuist; de cijfers van den heer Gerritsen
acht hij bedenkelijk. De heer Colijn is te
optimistisch, meent spr. De voorstellen der
commissie komen' in hoofdzaak overeen
met hetgeen thans van de Vlootwet wordt
gevraagd. Spr. bestrijdt voorts het stand
punt van den heer Bomans.» Spr. betoog
wordt met ironisch handgeklap van links
(begroet
De heer Feber (rJk.) beschouwt de
Vlootwet van Indisdh standpunt De kans
voor de vredesid-ee is in het Verre Oosten
nog veel geringer dan in Europa; de Com
munistische Partij in Indië is wel groot in
omvang, maar niet in diepte-ontwikkeling.
Het Indische volk wenscht een weermacht.
Wjji moeten met dien wensch rekening hou
den maar dan moeten wij de Vlootwet ook
zien als element in den opbouw van het zelf
beschikkingsrecht in Indië. Deze tmeeninig
is in hoofdzaak dezelfde als die van den
gouverneur-generaal.
Dit voert spr. tot de vraag van de finan-
cieele uitvoerbaarheid van die Vlootwet Zal
deze leiden tot verzwaring van den belas
tingdruk op de Mandsche bevolking of tot
besnoeiing op hun vitale belangen? Tot ver
zwaring van den belastingdruk op de in-
landsche bevolking zou spr. niet willen me
dewerken. Maar daarvan zal geen sprake
zijn, getuige de financieele uiteenzettingen
van den minister van financiën. Spr. maakt
zijn stem vóór die wet afhankelijk van het
antwoord der regeering op die vraag: Is do
regeering bereid en acht zij, zich in staat
op de uitgaven voor leger en vloot het verst
mogelijk gaande bezuiniging aan te bren
gen?
De heer Albsrda (s.-d.) wil zich. bezig
houden met het mak-en van opmerkingen
over de redevoeringen, waarmede het wets
ontwerp is aanbevolen. De uitspraak van
den Volksraad heeft ongetwijfeld waarde,
doch deze is niet altijd over groot. Nu kent
men in dit geval teveel waarde toe aan dén
Volksraad. Deze toch kan niet als een orgaan
van de publieke opinie worden beschouwd.
Spr. betoogt vervolgens tegenover den
heer Snoeck Heckemians, dat het vaststaat,
dat er ook in1 de tweede zes jaar zal moeten
worden gebouwd. Trouwens, niemand in den
Volksraad heeft er aan getwijfeld, dat -men
hier te doen hadl met een eerste gedeelte,
dat door een tweede zal moeten worden ge-
volgd.Het is zeer de vraag of de Volksraad
met het beperkte vlootplan van de heeren
Colijn en Snoeck Henkemans genoegen zou
den willen nemen, en of aan het vlootplan
wél zoo'n gunstig onthaal zou zijn tebeurt
gevallen. Reeds in1 1914 betoogde de heer
van Deventer in de Gids, dat het onverant
woordelijk zou zijn de verdediging van In
dië in eenig opzicht ten laste der Indische
bevolking te brengen. Kan deze het thans
>eter dragen dan in 1914? Meent de heer
Snoeck Henkemians, dat de Volksraad nu nog
voor de Vlootwet zou zijn?
Dat de publieke opinie hier te lande zich
overweldigend tegen dit ontwerp heeft uit
gesproken valt niet te ontkennen. Maar men
tracht haar te disqualiiiceeren, als een kunst
matige agitatie, uitingen van onkunde, van
minderjarigen, enz. Men heeft hier echter
;e doen met een verzet uit alle kringen, ook
uit alle politieke kringen. Trots de voor-
ehting aan katholieke kiezers heeft eene
desbetreffende vergadering zich met over
weldigende meerderheid tegen- de Vlootwet
uitgesproken. Men heeft met zekere gering
schatting gesproken over het volkspetition
nement. Daardoor sneed men1 in eigen
vleesch en schond,meer eigen historie. Heb
ben dan de antirevolutionairen en christe-
lijk-historischen hun petititonnement in
1853 en 1878 vergeten en de katholieken' het
hunne eveneens in 187? Natuurlijk zul
len op het petitionnement wel handteekenin-
gen zijn die er dubbel op staan of er niet
op hooren. Maar laten er 100.000 verkeerde
handteekeningen op staan, dan blijven er
nog een millioen over. Dat blijft spr, noe
men, evenals dr. Kuyper in 1878 van de
300.000 handteekeningen van het petition
nement: „een groot evenement".
In de Groote Kerk te 's GTavenhage heeft
de minister van onderwijs gesproken op een
bijeenkomst van den Wereldbond der ker
ken over den wereldgeest, die overwonnen
moet worden. Welnu, deze önderteekenaars
van het petitionnement zijn strijders voor
dien wereldgeest. Maar deze regeering offert
aan dien boazen wereldgeest. (Applaus op
de publieke tribune.)
De Voonzitter: Ik verzoek de bezoe
kers van' de publieke .tribune zich van iedere
uitlating te onthouden. Anders laat ik de
tribune ontruimen.
De heer Al ban dia eindigt miet de ver
zekering dat hij; en de zijnen alles zullen
doen om dien boozen miiitaristischen we
reldgeest uit te drijven.
De heer Kersten (Geref. Staatspartij)
zegt dat het een plicht is, ons door God voor
geschreven, het nationale bestaan te verde
digen en den vijand neer te leggen. Dit is
ons van Gereformeerde zijde steeds voor
gehouden» Maan wij moeten waken tegen
toomeiooze opdrijving van lasten. Bij deze
Vlootwet is daarvan geen sprake. Voor het
bepalen van zijn stem zou spr. antwoord wil
len hebben op een drietal vragen, n.L of tij
dens de uitvoering van de Vlootwet rekening
kan1 worden gehouden met de ontwikkeling
van de techniek, of uitstel inderdaad on
verantwoordelijk zal zijn en of de regeering
zich met dit1 plan voldoende verantwoord
voelt tegen dreigend gevaar.
Mejuffrouw Werstman (v.-b.) verklaart
tegen de wet te zullen stemmen-, om-dat het
kleine Nederland in dezen tijd, waarin de
gedachte aan overleg 'tusschen de volken
veld wint, zich voor jaren gaat vastleggen
op een plan, dat door deskundige tegenstan
ders veroordeeld wordt.
Ook mievrouw BakkerNort (v.-d.)
zal tegenstemmen; spr. meent dat Neder
land groot behoort te zijn in de bevordering
van de internationale rechtsidee. Daarin
kan1 een klein volk groot zijn.
De heer B r a a t (p-latt.) ia tegen het wets
ontwerp in deze dagen van bezuiniging. Men
gebruike de gelden voor verbetering van
verkeersmiddelen in Indië. Wjj zijn te klein
zal kosten. Waarom dan belasting op thee,
tabak, bier en fietsjes? Spr. vraagt of het
vertrouwen in den Volkenbond is geschokt
Zoo ja, waarom moeten we daar dan langer
lid van1 blijven? Zoo neen, waartoe dan deze
vloot?
Het is ook niet aangetoond waarvoor déze
vloot noodig is. Aam het petitionnement
hecht spr. geen waaide»
Dinsdag voortzetting.
WETENSCHAPPELIJK NIEUWS.
De verjongingskuur.
Dr. Dartigues heeft op het te Parijs ge
houden chirurgische congres, verslag
gedaan over talrijke gevallen, waarin hij
chimpansé-klieren op oude en verzwakte
mannen geënt heeft Dr. Baudet steunde
zijn betoog. Als de operatie slaagt, keert bij
den mensch zijn kracht in twee of drie we
ken terug. Dit geldt voqral voor het ver
stand» De geopereerden waren voornamelijk
ingenieurs, kooplieden en intellectueelen,
die wegens overwerktheid gedwongen waren
hun werk neer te leggen. De operatie is
niet altijd geslaagd. In -andere gevallen her
vatten de geopereerden hun werk met op
merkelijke lust en helderheid. Het ingrijpen
behoeft geen lange practijk. Vele gevallen
moeten verzameld; alvorens de waarde der
overenting nauwkeurig kan 'gewogen wor
den» De schaarschte van de hiertoe noodige
bijzondere apen beperkt de studie.
(N. R. Ot)
De paling als muggenverdelger.
Dubois heeft voor de Fransche Akadtemie
van Wetenschappen een lezing gehouden
over het nut dat jonge aal kan hebben1 voor
de muggenveiHielging in verhand met he;
mialariavraagistuk. De jonge palingen zijn
buitengewoon overvloedig in de monden der
rivieren en de braikke poelen aan de kust
i'n Maart en April trekken zij in gesloten
colonnes de rivieren op (speciaal de Rhöne)
en kan men ze in grooten getale vangen. Zj;
hebben een buitengewoon 'groot weerstands
vermogen. Baudrillard heeft reeds kunnen
vaststellen dat ze -maanden en zelfs jaren in
het leven bleven in de modder van1 uitge
droogde poelen en in de gaten en holen van
afgedamde rivierbeddingen. Ook kunnen zi;
in buitengewoon sterk verontreinigd riool
water leven en zeer groote afstanden over
Land afleggen. Men beweert, dat ze zich on
derweg voeden met insecten en wormen. Ge
durende den winterslaap eten ze niet, maar
wj het ontwaken in het voorjaar leggen ze
een buitengewone vraatzucht aan den dag.
Dubois niu merkte op, dat in de groote aqua
ria waarin hij zijn proefdieren had, nooit
muggenlarvem te vinden waren, nadat hjj er
zijn aaltjes ingebracht had, terwijl die lar
ven daarin voor dien tijd in grooten getale
voorkwamen. De boeren in Provence dloen
daarom altijd een paar palingen in hun wa
terputten. De vreetiust dezer dieren zou pre
cis zijn hoogtepunt bereikt hebben in1 den
tijd daarin de larven bijna rijp zijn.
De verwekker der roodvonk.
Professor G. di Cristina, directeur van het
instituut voor klinische kindergeneeskunde
aan de Universiteit van Palermo, slaagde er
in 1921 in bij lijders aan roodvonk een kleine
anaërobe diplocoocus af te zonderen, die -hij
als den verwekker der ziekte beschouwde.
Caronia en Sindoni te Rome zijn er thans in
geslaagd déze vondst te bevestigen en zijn er
evenzeer van overtuigd, dat deze ziektekiem
n oorzakelijk verband staat tot dé roodvonk.
Zij publiceeren hun gegevens in het Italiaan-
sche geneeskundig tijdschrift "„Pediatrie,
waarin zij ook de ontdekte ziektekiemen in
beeld brengen» Verschillende serologische
reacties konden zij op grond daarvan reeds
uitwerken en langs proefondervindeljjken
weg met deze ziektekiem bij' konijnen een
overeenkomstig ziektebeeld te weeg brengen.
Aan den anderen kant konden zij konijnen
tegen deze, roodvobkverwekkers imraunisee-
ren door inspuiting van roodvonk-reconva-
lescenten-serumi en kinderen immuniseeren
door ze met gedoode roodvonkbacillen te be
handelen. Zij vaccineerden zelfs met succes
eenige kinderen met verzwakte roodvonk-
bacillen. Deze kinderen kregen een zeer lich
te roodvonk, die hen onvatbaar maakte.
Worden deze onderzoekingen, die meer
resultaat hadden en verder gingen dan ooit
te voren, dan nadert het roodvonkvraagstuk
zeker zijn oplossing. („Geneesk. Gids").
LANDBOUWNIEUWS.
De ontwatering van grasland.
zal worden afgeschreven in 12 jaar.
belasten. Men zegt dat het Nederland niets
Er heerscht nog altijd verschil van mee
ning over de vraag hoe bij grasland de
waterstand moet zijn om een zoo hoog moge
lijke opbrengst te verkrijgen. Voorheen was
men vrij algemeen van oordeel, dat voor
grasland een vrij hooge stand, althans gedu
rende den zomer, voordeelig is. Tegenwoor
dig is die meening lang niet zoo algemeen
meer en begint zelfs in sommige polders
de meerderheid tot het inzicht te komen, dat
een lage waterstand in den winter en in het
voorjaar voor het grasland zeer wenschelijk
is, en dat een hooge waterstand in den zomer
geen voordeel geeft, indien men op andere
wijze voorzien kan in de behoefte van drink
water voor het vee.
De voorstanders van een vrij hoogen
waterstand in den zomer beroepen zich in
den regel op hetgeen men in droge jaren
kan waarnemen in de laag-veenstreken. Het
water is daar in den regel veel hooger dan
in de kleipolders en men ziet dit gepaard
gaan met een weliger grasgroei; het ver
schijnsel, dat het grasland hinder heeft van
de droogte, wordt in die streken in veel
geringere mate waargenomen dan in de
kleistreken en men is licht geneigd dit toe
te schrijven aan den hoogeren waterstand.
Men vergeet dan evenwel, dat er mogelijk
andere oorzaken kunnen zijn, die dit op
vallende verschil teweegbrengen en het
komt mij voor, dat Inderdaad zulk een oorzaak
is aan te wijzen. In de laag-veenstreken
bestaat de ondergrond uit een dikke laag
veen, die vol water zit, dat naar den boven
grond kan opstijgen, als het watergehalte
daarvan door langdurige droogte vermindert.
Dat opstijgende water is zoet, zoodat het
gras daarvan welig kan groeien en de hoe
veelheid is bijna onuitputtelijk, want het
onderzoek leert dat van zulke veenmassa
niet zelden 90 pCt. van de ruimte door water
wordt ingenomen, terwijl zelfs in den grond,
die boven het waterpeil ligt, nog wel vaak
80 pOt. van de ruimte met water is gevuld.
Dat daar met een hoogen waterstand eer
welige grasgroei gepaard gaat, is dus me i
toe te schrijven aan dien hoogen waterstand:
die grasgroei zou bij een veel lageren water
stand niet minder welig zijn, wat trouwens
ook wel gebleken is in de poldertjes, die
een eigen bemaling hebben. Een bezwaar
tegen een zeer lagen waterstand is daar,
dat de veenmassa bij droogte te sterk zou
kunnen uitdrogen en daardoor zijn vermogen
verliest om op nieuw water op te zuigen
evenals wij dit bij turf kunnen waarnemen
Daarom zal men in veenstreken den water
stand niet al te laag mogen maken, wa
bovendidn niet gunstig zou werken op he -
heiwerk van de gebouwen.
In de kleipolders heb ik in het zeer droge
jaar 1921 op verschillende plaatsen kunnen
waarnemen, dat bij hetzelfde grasland een
hooge waterstand geen beteren grasgroei
gaf dan een lage waterstand en dat hoog
boven het watèr gelegen grasland er beter
uitzag op de plekken, waar extra mest was
gekomen. Op die plekken ondervond he'-
dus van de droogte minder nadeel dan op
minder goed bemeste gedeelten. Toch is het
bekend, dat een welig groeiend gewas meer
water uit den grond haalt en dezen dus
meer uitdroogt dan een minder goed gewas,
zoodat men hieruit zou moeten afleiden, dat
die goed bemeste plekken eerder de ken
merken van droogte zouden moeten ver-
toonen. Dat het omgekeerde het geval is,
meen ik hieraan te moeten toeschrijven, dat
het gras op de sterk bemeste plekken dieper
met de wortels in den bodem is doorge
drongen tengevolge van een meer weligen
groei en ook omdat meer voedsel in den
ondergrond is weggezakt. De wortels moeten
daar dus zooveel dieper in den grond zitten,
dat zij in staat zijn geweest uit de dikkere
grondlaag, die tot hunne beschikking staat,
niet alleen het meerdere water te halen, dat
voor de weliger groei méér gevorderd werd,
maar ook nog een vochtiger grond over te
houden, getuige de betere groei van het
gras op het oogenblik der waarneming.
Een diepe beworteling verkrijgt men niet
als in den winter in het voorjaar het water
hoog wordt gehouden, want dan staat de
grond te hoog vol met water. Daarom zal
in de graslandpolders evenals in de bouw
landpolders het wachtwoord moeten zijnin
winter en voorjaar het water uit de slooten,
zelfs wanneer daardoor in den zomer minder
water in de slooten mocht overblijven dan
men gewoonlijk daarin aantreft.
Een lage waterstand in het voorjaar geeft
een vroege ontwikkeling van het gras. want
de grond wordt dan spoediger warm, doordat
hij minder water verdampt.
O. Nobel.
MARINEBERICHTEN.
Hr. Ma „Tromp".
Hr. Ma Tromp is den 16eni October jl. van
Algiers vertrokken.
Hr. Ma „Pelikaan*.
Hir. Ms. Pelikaan en de onderzeebooten
zijn 18 October te Alexandrië aangekomen.
Gibraltar,
Bishop Rock.
Lichtschip TerscheULngerbank.
Het lichtschip Terschellinigerbank is Don
derdag binnengehaald en door een boei ver
vangen.
Burgerlijke stand der gemeente Helder
VISSCHERIJBERICHTEN.
STOOMV AARTBERICHTEN.
Stoomvaartmaatschappij Nederland.
V0rtT' 18 Y" Mlam Weet
P'S;£™NM6^1md*,,' Wrtr' 18 A'ta n.
Bz£r 16 oa
SÏL'£Trd,Un' 10 *o«««o te 8»
MARKTBERICHTEN.
VERGADERINGEN, VERMAKELIJK
HEDEN. ENZ.
Dagelijks van IA—6 uur Schilderijenten
toonstelling „Rembrandt", Musis Sacrum,
Koningstraat. Zondag geopend van 10—8 u.
Zat»"1»» 20 October.
Uitvoering Gymniastiekvereen. Pro-Patria
Casino 8 uur.
Zondag 21 October.
Tooneeluitvoering R.-K. Volksbond.
Maandag 22 October.
Intieme Kunstavond Musis Sacrum, 8 uur.
Woensdag 29 October.
met Mildred' Wellerson als soliste. Casino,
8 uur.
UIT DEN OMTREK.
Wlerlngen.
Ponderdagmorgen is de voormalige
Duitsche Kroonprins in gezelschap van bur
gemeester Kolff, voor een 8-tal dagen naar
huize Doorn vertrokken ten einde een bezoek
aan zijn vader de ex-Keizer te brengen.
De reis gaat geheel per auto.
Werden tot heden hier met het oog op
de bewaking der ex-Kroonprins en Zuiderzee
werken verschillende rijksveldwachters ge
detacheerd, thans- heeft men het dorpje
)osterland alhier, als nieuwe en vaste stand-
plaats voor een rijksveldwachter aangewezen,
lot rijksveldwachter is benoemd of over
geplaatst met Ingang van heden, de heer
vn Gijswijt, thans rijksveldwachter te
Nieuw-Vennep.
Gezellige eojwersattel
Eet MllUoenen-schandaal
Luit. ter zee le kl. J. J. van de? Linden is te
Nieuwediep geplaatst als le officier aan boord van
Hr. Ms. artillerie-instructieschip Gelderland.
Off. van den marineHStoomvaartxlienfet le kl.
J. Montanus zal 3 Nov. per stoomschip Tarmbora
zijn bestemming naar Oost-Indië volgen.
Luit. ter zee le kl. F. J. Heeris is als comman
dant van 'het vliegkamp de Mok op Texel ge
plaatst, ter vervanging van luit. ter zee le kl.
J. S. C. Olivier, die ter beschikkinigg is gesteld.
Luit. ter zee le kl. J. J. Heilbron is uit Oost-
Indië teruggekeerd. y
Op verzoek eervol ontslagen uit Rijks dienst
wegens langdurigen dienst kap. ter zee C. L. van
Buuren.
Bij besch. van den Min. van Marine is luit. ter
zee le kl. J. W. H. Vogelzang, gepl. bij bet dep.
van Marine, den teen Nov. a.s. ter besch. gesteld.
10 Nov. overgeplaatst van de Marine-kaz. te
Willemsoord naar Hx. Ms. Wachtschip te Wil
lemsoord1: serg.-zvpl. P. C. Mastenbroek, scbrij-
ver-maj. J. W. F. Everts, G. iSalm, serg.-maj. der
mars. E. H. van Dtntel, serg. der mars. C. G.
Gassman» P. Romein, J. de Jong, J. Klaucke, W.
F. Louwvrier, J. Brugts, C. P. J. Stikkelman, D.
F. C. de Vries, D. Obbes.
10 No/v.: serg.-maj. der mars. M. van den Bos
vani id. naar afd'. Rotendaim; serg. d. mars. A Touw
van id. naar Wachtschip Vlissingen; id. J. Lassee
van Wachtschip Vlissingen naar afd. Roterdam;
serg.-schrijver P. J. de Longte, serg. der mars.
W. J. F. van Genderen, van Marine-kaz. te Wil
lemsoord geplaatst bij de kernbemanniagr Marine-
kaz. te Willemsoord.
10 Nov.Oppertorpedist G. Snijders en, machine-
drijveT-maj. J. Bolland van Marine-kaz. te Wil
lemsoord naar Wachtschip Willemsoord. (Zijn on
blijven gedetacheerd aan boord Njord.)
1 Nov.: hoofdofficier van gez. 2e k'L A. G.
Theunisse thans geplaatst in het Commandement
der Marine te Middelburg wordt geplaatst, te
Amsterdam, voor diensten hem op te dragen door
den Inspecteur van den geneeskundigen dienst
der Zeemacht.
Florapark, verte. 10 Oot. v,
Holland—Amerika Lijn.
Breedijk, v. R'dam n. Boston, pas», 19 Oot
Maasdam, v. R'dlam n. N.-Orleans, aar. 19 Oet. to
Havana.
Rotterdam, v. R'dam n. New-Yotrk, verte. 18 Oot.
v. Souithampten.
Edam, v. R'dami n. N. Orleane, pass. 10 Oct. Vila-
singen, van Antwerpen.
Veendan», v. R'dam m. New-York, pass. 17 Och
Gapo Race.
HollandBritsch-Indië Lijn.
Koudekerk, thuisr., pass. 18 Oct. Portin.
Ridderkerk, thuisr., pass. 18 Oct Gibraltar.
Andijk, uitr., arr. 17 Oot,. te Kurachoo.
Streefkerk, thuisr., vertr. 17 Oct v. Calcutta»
Holl.O.-Azië Lijn.
Kerboeono, thuisr., vertr. 17 Oct» v. Cebu.
Saleier, arr. 19 Oct. v. Aarhuua te A'dam.
Ouderkerk, uitr., vertr. 18 Oct v. Manilla»
Zosma uitr., vertr. 17 Oct. v. Genua»
Holland—Oost-Afrika Lijn.
Rijperkerk, uitr., vertr. 17 Oct v. Das-os-Salaam.
Madioen, arr. 17 Oct» v. Zanzlbar te Das-as-B*
1 mm
Nijkerk, thuisr., pass. 19 Oct Gibraltar.
Tosari, uitr., arr. 18 Oct. te Antwerpen.
Holland—Zuid-Afrika Lijn.
Rietfontein, uitr., arr. 19 Oct. to Kaapstad.
JiagaDsfonteinj, tihuiiör., arr. 19 Oct. to East Londiom
Holland—Wost-Afrika Lijn.
Gaastarland) thuisr., arr. 19 Oct. to Huil.
Rotterdamsche Lloyd.
Tambora, thuisr., pass. 19 Oct. Gibraltar.
Blitar, thuisr., vertr. 18 Oct. v. Colombo.
Insulinde, uite., ivertr. 18 Oct. v. Colombo.
Buitenzorg, thuisr., vertr. 17 Oct v. Gibraltar.
Garoet, arr. 19 Oct. v. Batavia te R'dam.
Kedoe/uitr., arr. 17 Oct. te Singapore.
Sookaboomi, uitr., arr. 18 Oct. te Antwerpen.
Anjer, uitr., arr. 17 Oct. te Oa/tanla.-
Edam, thuisr., vertr. 18 Oot. v. Port Said.
RotterdamZuid-Amerika Lijn.
Algarab, arr. 19 Oct. v. Bei ra te R'dam.
Alhena, thuisr., arr. 18 Oot te Rio Janeiro.
Alcyone, arr. 17 Oct v. Hamburg te Antwerpen.
Stoomvaartmaatschappij Oceaan.
Mentor, v. Japan n. R'dam, pass. 17 Oct. Periin.
Agapenor, v. Japan n. R'dam, arr. 18 Och te
Penang.
Phamius, v. Japan n. A'dam, arr. 17 Oct, te Sin
gapore.
Elpenor, vertr. 17 Oct. v. Hongkong n. R'dam.
Ixion, v. Japan n. R'dam, arr. 17 Oct, v. Golombq,
Palamed', vertr. 17 Oct v. Batavia m. A'dam.
Eurymachus, v. A'dam n. Batavia, pass. 17 Oct
Perirn.
Java—Bongalon Lijn.
Ceram, v. Calcutta n. Java, arr. 17 Och te Be-
lawan.
Jlava, v. Samarang n. Calcutta, vertr. 17 Oct v.
Sabang.
Billiton, vertr. 18 Oct v. Calcutta n. Java.
Jaootia, vertr. 17 Oct v. Calcutta n. Java.
JavaNew-York Lijn.
Samarinda, vertr. 16 Oct v. Batavia n. New-York.
Vecihitdijk, v. New-York n» Java, vertr. 16 Oct v.
Newport News.
Baweam, arr. 17 Oct» v. Batavia to New-York.
JavaChinaJapan Lijn.
Tjikexnbang, vertr. 17 Oct v. Batavia m_ Tand
jong Pandan.
van 18 en 19 Oot 1923.
BEVALLEN: M. Wesdorp-Stam, z.
OVERLEDENM. Bruin, m., 39 jaar, echtgen.
van L. Kooanan.
GETROUWD: A. Benning en J. Bruijn; H. G.
Lacher en A. Snijder; C. Bakker en J. M. Hu-
bTögtsen; P. van *t Hert en E. CLowting; J. J.
Vink en J. van Veen.
18 Oct 1923.
Aangevoerd door 3 garnalenvisschers240 K.G.
gekookte garnalen p. K.G. 0J7—0.26
19 Oct. 1923.
Aangevoerd door 27 korders: 1080 middeltongen
P. stuk 0.600.70; 360 kleine tongen p. stuk
0.20; 2 tarbotten p. stuk 67; 30 roggen p.
stuk 155; 40 kisten zetschol p. kist f 1217-
64 kisten schar p. kist 4—7.50; 36 kisten schar
p. kist 3—4; door garnalenvisschers: 160 K.G.
gekookte garnalen p. K.G. 0.16—0.24; door
trekkers: 1 tal haring p. tal 10.
Johan de Witt, uitr., arr. 17 Oct. te Singapore
K-akatau, thuisr., arr. 19 Oct. te Marseille
Rotti, thuisr., arr. 18 Oct» te Suez.
Karimoen, uitr., arr. 17 Oct» te Ncwcastle.
Prins der Nederlanden, thuisr., vertr. 18 Oct v
Port Said.
Radja, uitr., vertr. 18 Oct. v. Suez
Boeroe, uitr., pass. 17 Oct. Periin.
Oucs^ant^01" ^e(^erlan^ei1' toto., pass. 17 Oct.
Prinses Juliama, thuisr., arr. 16 Oct. te Belawan.
Nias, thuisr., arr. 18 Oct. te Gravesend.
Vondel, arr. 18 Oct v. Batavia to A'dam.
Kon. Hollandscho Lloyd.
Flandria, thuisr., vertr. 18 Oct. v Vigo
Orannia, uitr vertr. 18 Oct. v. Pemambuco.
Zeelandia, uitr., vertr. 18 Oct. v. Seuthampton en
denzölfd'en van. Qhorlbonrg
Delftland, uitr arr 17 Oct. te Montevideo.
Kon. West-Indische Maildienst
Brielle, vertr. 19 Oct. v. Antwemnr, n
Stuivesant, vertr. 19 Oot. v. A'dam n. cSom
Peseidon, arr. 17 Oct. v. A'dam to Cap HaRi,fiT1
Kon. Paketvaartmaatschappij
aiï f^' I" ?T,dam n' Euenos Ayree
Octt. Fernando Noronha.
Pass. 17
ANNA PAULOWNA, 19 Oct 1923
Groote aardappelen 6-7.10, drielingen 3.40
3.60; slaboonen 1121; snij.boonen 28.
BROEK OP LANGEDLJK, 19 Oct 1923.
Spercioboonen 7.20—1750, aanvoe- 132 KG.;
grovo toen 7-8.80, drielingen 8.80-10, aan-
voor E-Q-: fftoe nep 12.10—13.50, aan-
voot 2225 K.G.; peen 2.10-2.90, aanvoer 26,150
K.G.; kroten 4.10—4.20, aanvoer 8400 K.G.;
bloemkool le art. 6.Ö0-8.Ö0 per 100 stuks, aan
voer 28,900 stuks.
Uoncert Dubbelmannenkwartet „Inter Nos"