OP DEN UÏÏKÏJK. Wat gebeuren er toch tegenwoordig merk waardige dingen 1 Nauwelijks Is men bekomen over de verbazing over het een, of een ander feit doet weer die vraag stellen hoe het toch komt, dat men op velerlei gebied zoo door en door In de war is. Op buitenlandsch politiek gebied' is dat speciaal opmerkelijk. Nauwelijks is de toestand in de officieele kringen te Berlijn weer wat geconsolideerd en is de kans op een algeheel uiteenvallen van Duitschland weer wat verminderd, of inen moet weer hooien, dat voor de zooveelste maal een voorstel tot regeling van het herstel en de scha devergoeding van Duitsche zijde gedaan in Frankrijk een slecht onthaal heeft gevonden en aldaar door Poincaré is afgewezen. De conversatie tusschen Parijs en Berlijn is toch wel gezellig! Maar men schiet geen steek opDe vraag is of er op deze wijze wel ooit iets bereikt zal worden. We zijn nu al zoowat vijf jaar aan 't „gedachtenwisselen" en ettelijke conferenties en besprekingen werden gevoerd, zonder dat het iets heeft opgeleverd1. En nog steeds hakt men met hetzelfde bijltje voort, da intussohen wel aardig bot geworden zal zijn, zoodat het eigenlijk toet meer hakt.. Toch schijnt het groote publiek, vooral in het neutrale buitenland, zich weer heel weinig te interesseeren voor den politieken kant. Men is het beu geworden. Helaas, bedenkt men dan te weinig de onprettige gevolgen, die ook wij van de onzekerheid op internationaal gebied onder vinden-. Heeft men wel eens te Rotterdam ge in formeerd, gezien en gevoeld, wat de Roer bezetting, mitsgaders de uitschakeling van het transito-verkeer met Duitschland, voor de scheepvaartbeweging en wat daarmee annex is, beteekent? Men komt dan tot droeve, depri- meerende ervaringen. En de conversatie over dit onderwerp is dan ook in den grond1 all ^behalve gezellig! Alsof we op financieel gebied -tegenwoordig nog toet genoeg narigheid brieven, komt daar plotseling het schandaal van de Brusselsche Bank te Amsterdam annex Haagsche Orediet- en Oommissie-Bank nog eens even „olie in het vuur werpen". Vijf zes millioen gulden noemt men glo baal het bedrag, dat eenige gewetenlooze menschen, die zich bankdirecteur believen te noemen, vermoedelijk grootendeels in eigen zak hebben gestoken. En de voornaamste ver dachten hebben de plaat gepoetst, vermoede lijk met den buit Wanneer men leest, hoe de hoeren te werk gingen en hoe zij er in geslaagd zijn een groot aantal- „kleine luyden" en plattelanders van hun vermogen te beroov-en, dan vragen wjj ons af: „Kan daar nu toet eens paal en perk aan wor den gesteld?" Dat de slachtoffers, vermoede lijk toet of slechts weinig op de hoogte met effecten-beheer, er zoo ingevlogen zijn, is dom, maar ook beklagenswaardig. Maar dat de Nederlandsche wetgeving toe laat, dat dergelijke schandalen meer dan eens plaats kunnen vinden, is een groote tekortko ming. Ons handels- en administratief recht is verre van volledig en up to date en vraagt ai jaren lang om voorziening, om aanpassen aan de eisehen van het moderne zakenleven. Doch, terwijl men zij1 het ook zonder be kwamen spoed en stelselloos de strafwet geving gaat wijzigen, als de stand der crimi naliteit en de bestrijding daarvan zulks in eenige richting scherp naar voren doen komen, laat men de zakenwereld de hartader van de natie opgescheept zitten met oude en ver ouderde voorschriften. Om van het Burgerlijk Wetboek nog maar niet te spreken. De déMcle van verschillende levensverzeke ringsmaatschappijen heeft, weliswaar een soort gelegenheidswetgeving op dit gebied in het leven geroepen, evenals de misère der Hanze- Banken, doch veel meer dan lapwerk is het toet. Het millioenen-schandaal toont weer eens aan, dat het vrijwel voor 'den eersten den bes ten avonturier mogelijk is, zich in Nederland als bankier te vestigen en gelden van goed vertrouwende lieden tot zich te trekken. Als hij maar „groot lef" heeft en zich als gentle man weet voor te doen! Heben we nog geen droeve ervaring genoeg? Zijn de Oranje-hank, Leenaert-s Wagner, de Haagsche Coöperatieve Voorschot-Vereeniging en Spaarbank, het dagblad „De (Christelijke) Amsterdammer", om maar eenige voorbeelden te noemen, geen herhaalde waarschuwingen geweest? Moeten er nog vele meer volgen tot schade van honderden? We vreezen het ergste, want de regeerings- machlne verwerkt dit soort zaken langzaam of in 't geheel toet. Misschien echter bestaat er -nu een kansje, de zaak is -er schandalig -en ernstig -genoeg voor! En arrestatie en gerechtelijke bestraffing der schuldigen hoe goed en terecht ook kan het rechtsgevoel niet bevredigen en de pu blieke opinie niet geniststellen. De wetgeving op dit stuk moet spoedig en grondig herzien worden. LEO TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag 19 October. De Vlootwet Vrijdag is de heer van Gij 11 (v.b.) aan bet woord, die het vlootfonds bespreekt. Hij acht het -een groot bezwaar, dat men zich voor lange jaren vastlegt. Uit dit vlootplan zijn de .groote eenheden vervallen. Slechts dan was het voorgestelde fonds verdedig baar, indient de voorgestelde vloot als een eenheid is te beschouwen, zonder welker volledige totstandkoming wij niet in staat zijn de neutraliteitsplichten na te komen. Spr. verwijt de regeering, dat zij in de ja ren van schijnweel<je niet meer deed voor onze weermacht. Hij waarschuwt tegen de oprichting van 'bedoeld fonds. De heer van Vuuren (r.k.) bespreekt de Vlootwet uit finantieel oogpunt Voor de staatsrechtelijke bezwaren van den heer Van Schaik is spr. hijzonder gevoe lig. Deze bezwaren droegen echter geen principieel, doch een opportunistisch ka rakter. Met nadruk komt spr. op tegen de voorstelling alsof hier een vloot op afbeta ling wordt gekocht. Wij doen hier slechts wat alle groote scheepvaartmaatschappijen doen, behalve in tijden van hijzonderen voorspoed. Er wordt hier eerder een vloot gekocht op vooruitbetaling dan- op afbeta- w limg. Het woord fonds is echter slecht ge-Ivoor een dergelijke vloot Spr?' gevoelt zich" kozen. De 'bedoeling is alleen, dat de vloot [niet geroepen om Indië overmatig zwaar te Zooals de Kaken nu thans staan beteekent deze Vlootwet geen stijging, doch eer eon verlaging van de gewone uitgaven voor e Marine lzi Nederland. Wij verbinden ons tot niets dan den bouw van dit organisatorisch geheel. Niets valt in te brengen tegen de be rekening van deni minister van financiën dat deze Vlootwet voor 1914 een besparing van 83,000 op do Marine-begrooting geeft Het betoog van den heer Oud vindt spr. onjuist; de cijfers van den heer Gerritsen acht hij bedenkelijk. De heer Colijn is te optimistisch, meent spr. De voorstellen der commissie komen' in hoofdzaak overeen met hetgeen thans van de Vlootwet wordt gevraagd. Spr. bestrijdt voorts het stand punt van den heer Bomans.» Spr. betoog wordt met ironisch handgeklap van links (begroet De heer Feber (rJk.) beschouwt de Vlootwet van Indisdh standpunt De kans voor de vredesid-ee is in het Verre Oosten nog veel geringer dan in Europa; de Com munistische Partij in Indië is wel groot in omvang, maar niet in diepte-ontwikkeling. Het Indische volk wenscht een weermacht. Wjji moeten met dien wensch rekening hou den maar dan moeten wij de Vlootwet ook zien als element in den opbouw van het zelf beschikkingsrecht in Indië. Deze tmeeninig is in hoofdzaak dezelfde als die van den gouverneur-generaal. Dit voert spr. tot de vraag van de finan- cieele uitvoerbaarheid van die Vlootwet Zal deze leiden tot verzwaring van den belas tingdruk op de Mandsche bevolking of tot besnoeiing op hun vitale belangen? Tot ver zwaring van den belastingdruk op de in- landsche bevolking zou spr. niet willen me dewerken. Maar daarvan zal geen sprake zijn, getuige de financieele uiteenzettingen van den minister van financiën. Spr. maakt zijn stem vóór die wet afhankelijk van het antwoord der regeering op die vraag: Is do regeering bereid en acht zij, zich in staat op de uitgaven voor leger en vloot het verst mogelijk gaande bezuiniging aan te bren gen? De heer Albsrda (s.-d.) wil zich. bezig houden met het mak-en van opmerkingen over de redevoeringen, waarmede het wets ontwerp is aanbevolen. De uitspraak van den Volksraad heeft ongetwijfeld waarde, doch deze is niet altijd over groot. Nu kent men in dit geval teveel waarde toe aan dén Volksraad. Deze toch kan niet als een orgaan van de publieke opinie worden beschouwd. Spr. betoogt vervolgens tegenover den heer Snoeck Heckemians, dat het vaststaat, dat er ook in1 de tweede zes jaar zal moeten worden gebouwd. Trouwens, niemand in den Volksraad heeft er aan getwijfeld, dat -men hier te doen hadl met een eerste gedeelte, dat door een tweede zal moeten worden ge- volgd.Het is zeer de vraag of de Volksraad met het beperkte vlootplan van de heeren Colijn en Snoeck Henkemans genoegen zou den willen nemen, en of aan het vlootplan wél zoo'n gunstig onthaal zou zijn tebeurt gevallen. Reeds in1 1914 betoogde de heer van Deventer in de Gids, dat het onverant woordelijk zou zijn de verdediging van In dië in eenig opzicht ten laste der Indische bevolking te brengen. Kan deze het thans >eter dragen dan in 1914? Meent de heer Snoeck Henkemians, dat de Volksraad nu nog voor de Vlootwet zou zijn? Dat de publieke opinie hier te lande zich overweldigend tegen dit ontwerp heeft uit gesproken valt niet te ontkennen. Maar men tracht haar te disqualiiiceeren, als een kunst matige agitatie, uitingen van onkunde, van minderjarigen, enz. Men heeft hier echter ;e doen met een verzet uit alle kringen, ook uit alle politieke kringen. Trots de voor- ehting aan katholieke kiezers heeft eene desbetreffende vergadering zich met over weldigende meerderheid tegen- de Vlootwet uitgesproken. Men heeft met zekere gering schatting gesproken over het volkspetition nement. Daardoor sneed men1 in eigen vleesch en schond,meer eigen historie. Heb ben dan de antirevolutionairen en christe- lijk-historischen hun petititonnement in 1853 en 1878 vergeten en de katholieken' het hunne eveneens in 187? Natuurlijk zul len op het petitionnement wel handteekenin- gen zijn die er dubbel op staan of er niet op hooren. Maar laten er 100.000 verkeerde handteekeningen op staan, dan blijven er nog een millioen over. Dat blijft spr, noe men, evenals dr. Kuyper in 1878 van de 300.000 handteekeningen van het petition nement: „een groot evenement". In de Groote Kerk te 's GTavenhage heeft de minister van onderwijs gesproken op een bijeenkomst van den Wereldbond der ker ken over den wereldgeest, die overwonnen moet worden. Welnu, deze önderteekenaars van het petitionnement zijn strijders voor dien wereldgeest. Maar deze regeering offert aan dien boazen wereldgeest. (Applaus op de publieke tribune.) De Voonzitter: Ik verzoek de bezoe kers van' de publieke .tribune zich van iedere uitlating te onthouden. Anders laat ik de tribune ontruimen. De heer Al ban dia eindigt miet de ver zekering dat hij; en de zijnen alles zullen doen om dien boozen miiitaristischen we reldgeest uit te drijven. De heer Kersten (Geref. Staatspartij) zegt dat het een plicht is, ons door God voor geschreven, het nationale bestaan te verde digen en den vijand neer te leggen. Dit is ons van Gereformeerde zijde steeds voor gehouden» Maan wij moeten waken tegen toomeiooze opdrijving van lasten. Bij deze Vlootwet is daarvan geen sprake. Voor het bepalen van zijn stem zou spr. antwoord wil len hebben op een drietal vragen, n.L of tij dens de uitvoering van de Vlootwet rekening kan1 worden gehouden met de ontwikkeling van de techniek, of uitstel inderdaad on verantwoordelijk zal zijn en of de regeering zich met dit1 plan voldoende verantwoord voelt tegen dreigend gevaar. Mejuffrouw Werstman (v.-b.) verklaart tegen de wet te zullen stemmen-, om-dat het kleine Nederland in dezen tijd, waarin de gedachte aan overleg 'tusschen de volken veld wint, zich voor jaren gaat vastleggen op een plan, dat door deskundige tegenstan ders veroordeeld wordt. Ook mievrouw BakkerNort (v.-d.) zal tegenstemmen; spr. meent dat Neder land groot behoort te zijn in de bevordering van de internationale rechtsidee. Daarin kan1 een klein volk groot zijn. De heer B r a a t (p-latt.) ia tegen het wets ontwerp in deze dagen van bezuiniging. Men gebruike de gelden voor verbetering van verkeersmiddelen in Indië. Wjj zijn te klein zal kosten. Waarom dan belasting op thee, tabak, bier en fietsjes? Spr. vraagt of het vertrouwen in den Volkenbond is geschokt Zoo ja, waarom moeten we daar dan langer lid van1 blijven? Zoo neen, waartoe dan deze vloot? Het is ook niet aangetoond waarvoor déze vloot noodig is. Aam het petitionnement hecht spr. geen waaide» Dinsdag voortzetting. WETENSCHAPPELIJK NIEUWS. De verjongingskuur. Dr. Dartigues heeft op het te Parijs ge houden chirurgische congres, verslag gedaan over talrijke gevallen, waarin hij chimpansé-klieren op oude en verzwakte mannen geënt heeft Dr. Baudet steunde zijn betoog. Als de operatie slaagt, keert bij den mensch zijn kracht in twee of drie we ken terug. Dit geldt voqral voor het ver stand» De geopereerden waren voornamelijk ingenieurs, kooplieden en intellectueelen, die wegens overwerktheid gedwongen waren hun werk neer te leggen. De operatie is niet altijd geslaagd. In -andere gevallen her vatten de geopereerden hun werk met op merkelijke lust en helderheid. Het ingrijpen behoeft geen lange practijk. Vele gevallen moeten verzameld; alvorens de waarde der overenting nauwkeurig kan 'gewogen wor den» De schaarschte van de hiertoe noodige bijzondere apen beperkt de studie. (N. R. Ot) De paling als muggenverdelger. Dubois heeft voor de Fransche Akadtemie van Wetenschappen een lezing gehouden over het nut dat jonge aal kan hebben1 voor de muggenveiHielging in verhand met he; mialariavraagistuk. De jonge palingen zijn buitengewoon overvloedig in de monden der rivieren en de braikke poelen aan de kust i'n Maart en April trekken zij in gesloten colonnes de rivieren op (speciaal de Rhöne) en kan men ze in grooten getale vangen. Zj; hebben een buitengewoon 'groot weerstands vermogen. Baudrillard heeft reeds kunnen vaststellen dat ze -maanden en zelfs jaren in het leven bleven in de modder van1 uitge droogde poelen en in de gaten en holen van afgedamde rivierbeddingen. Ook kunnen zi; in buitengewoon sterk verontreinigd riool water leven en zeer groote afstanden over Land afleggen. Men beweert, dat ze zich on derweg voeden met insecten en wormen. Ge durende den winterslaap eten ze niet, maar wj het ontwaken in het voorjaar leggen ze een buitengewone vraatzucht aan den dag. Dubois niu merkte op, dat in de groote aqua ria waarin hij zijn proefdieren had, nooit muggenlarvem te vinden waren, nadat hjj er zijn aaltjes ingebracht had, terwijl die lar ven daarin voor dien tijd in grooten getale voorkwamen. De boeren in Provence dloen daarom altijd een paar palingen in hun wa terputten. De vreetiust dezer dieren zou pre cis zijn hoogtepunt bereikt hebben in1 den tijd daarin de larven bijna rijp zijn. De verwekker der roodvonk. Professor G. di Cristina, directeur van het instituut voor klinische kindergeneeskunde aan de Universiteit van Palermo, slaagde er in 1921 in bij lijders aan roodvonk een kleine anaërobe diplocoocus af te zonderen, die -hij als den verwekker der ziekte beschouwde. Caronia en Sindoni te Rome zijn er thans in geslaagd déze vondst te bevestigen en zijn er evenzeer van overtuigd, dat deze ziektekiem n oorzakelijk verband staat tot dé roodvonk. Zij publiceeren hun gegevens in het Italiaan- sche geneeskundig tijdschrift "„Pediatrie, waarin zij ook de ontdekte ziektekiemen in beeld brengen» Verschillende serologische reacties konden zij op grond daarvan reeds uitwerken en langs proefondervindeljjken weg met deze ziektekiem bij' konijnen een overeenkomstig ziektebeeld te weeg brengen. Aan den anderen kant konden zij konijnen tegen deze, roodvobkverwekkers imraunisee- ren door inspuiting van roodvonk-reconva- lescenten-serumi en kinderen immuniseeren door ze met gedoode roodvonkbacillen te be handelen. Zij vaccineerden zelfs met succes eenige kinderen met verzwakte roodvonk- bacillen. Deze kinderen kregen een zeer lich te roodvonk, die hen onvatbaar maakte. Worden deze onderzoekingen, die meer resultaat hadden en verder gingen dan ooit te voren, dan nadert het roodvonkvraagstuk zeker zijn oplossing. („Geneesk. Gids"). LANDBOUWNIEUWS. De ontwatering van grasland. zal worden afgeschreven in 12 jaar. belasten. Men zegt dat het Nederland niets Er heerscht nog altijd verschil van mee ning over de vraag hoe bij grasland de waterstand moet zijn om een zoo hoog moge lijke opbrengst te verkrijgen. Voorheen was men vrij algemeen van oordeel, dat voor grasland een vrij hooge stand, althans gedu rende den zomer, voordeelig is. Tegenwoor dig is die meening lang niet zoo algemeen meer en begint zelfs in sommige polders de meerderheid tot het inzicht te komen, dat een lage waterstand in den winter en in het voorjaar voor het grasland zeer wenschelijk is, en dat een hooge waterstand in den zomer geen voordeel geeft, indien men op andere wijze voorzien kan in de behoefte van drink water voor het vee. De voorstanders van een vrij hoogen waterstand in den zomer beroepen zich in den regel op hetgeen men in droge jaren kan waarnemen in de laag-veenstreken. Het water is daar in den regel veel hooger dan in de kleipolders en men ziet dit gepaard gaan met een weliger grasgroei; het ver schijnsel, dat het grasland hinder heeft van de droogte, wordt in die streken in veel geringere mate waargenomen dan in de kleistreken en men is licht geneigd dit toe te schrijven aan den hoogeren waterstand. Men vergeet dan evenwel, dat er mogelijk andere oorzaken kunnen zijn, die dit op vallende verschil teweegbrengen en het komt mij voor, dat Inderdaad zulk een oorzaak is aan te wijzen. In de laag-veenstreken bestaat de ondergrond uit een dikke laag veen, die vol water zit, dat naar den boven grond kan opstijgen, als het watergehalte daarvan door langdurige droogte vermindert. Dat opstijgende water is zoet, zoodat het gras daarvan welig kan groeien en de hoe veelheid is bijna onuitputtelijk, want het onderzoek leert dat van zulke veenmassa niet zelden 90 pCt. van de ruimte door water wordt ingenomen, terwijl zelfs in den grond, die boven het waterpeil ligt, nog wel vaak 80 pOt. van de ruimte met water is gevuld. Dat daar met een hoogen waterstand eer welige grasgroei gepaard gaat, is dus me i toe te schrijven aan dien hoogen waterstand: die grasgroei zou bij een veel lageren water stand niet minder welig zijn, wat trouwens ook wel gebleken is in de poldertjes, die een eigen bemaling hebben. Een bezwaar tegen een zeer lagen waterstand is daar, dat de veenmassa bij droogte te sterk zou kunnen uitdrogen en daardoor zijn vermogen verliest om op nieuw water op te zuigen evenals wij dit bij turf kunnen waarnemen Daarom zal men in veenstreken den water stand niet al te laag mogen maken, wa bovendidn niet gunstig zou werken op he - heiwerk van de gebouwen. In de kleipolders heb ik in het zeer droge jaar 1921 op verschillende plaatsen kunnen waarnemen, dat bij hetzelfde grasland een hooge waterstand geen beteren grasgroei gaf dan een lage waterstand en dat hoog boven het watèr gelegen grasland er beter uitzag op de plekken, waar extra mest was gekomen. Op die plekken ondervond he'- dus van de droogte minder nadeel dan op minder goed bemeste gedeelten. Toch is het bekend, dat een welig groeiend gewas meer water uit den grond haalt en dezen dus meer uitdroogt dan een minder goed gewas, zoodat men hieruit zou moeten afleiden, dat die goed bemeste plekken eerder de ken merken van droogte zouden moeten ver- toonen. Dat het omgekeerde het geval is, meen ik hieraan te moeten toeschrijven, dat het gras op de sterk bemeste plekken dieper met de wortels in den bodem is doorge drongen tengevolge van een meer weligen groei en ook omdat meer voedsel in den ondergrond is weggezakt. De wortels moeten daar dus zooveel dieper in den grond zitten, dat zij in staat zijn geweest uit de dikkere grondlaag, die tot hunne beschikking staat, niet alleen het meerdere water te halen, dat voor de weliger groei méér gevorderd werd, maar ook nog een vochtiger grond over te houden, getuige de betere groei van het gras op het oogenblik der waarneming. Een diepe beworteling verkrijgt men niet als in den winter in het voorjaar het water hoog wordt gehouden, want dan staat de grond te hoog vol met water. Daarom zal in de graslandpolders evenals in de bouw landpolders het wachtwoord moeten zijnin winter en voorjaar het water uit de slooten, zelfs wanneer daardoor in den zomer minder water in de slooten mocht overblijven dan men gewoonlijk daarin aantreft. Een lage waterstand in het voorjaar geeft een vroege ontwikkeling van het gras. want de grond wordt dan spoediger warm, doordat hij minder water verdampt. O. Nobel. MARINEBERICHTEN. Hr. Ma „Tromp". Hr. Ma Tromp is den 16eni October jl. van Algiers vertrokken. Hr. Ma „Pelikaan*. Hir. Ms. Pelikaan en de onderzeebooten zijn 18 October te Alexandrië aangekomen. Gibraltar, Bishop Rock. Lichtschip TerscheULngerbank. Het lichtschip Terschellinigerbank is Don derdag binnengehaald en door een boei ver vangen. Burgerlijke stand der gemeente Helder VISSCHERIJBERICHTEN. STOOMV AARTBERICHTEN. Stoomvaartmaatschappij Nederland. V0rtT' 18 Y" Mlam Weet P'S;£™NM6^1md*,,' Wrtr' 18 A'ta n. Bz£r 16 oa SÏL'£Trd,Un' 10 *o«««o te 8» MARKTBERICHTEN. VERGADERINGEN, VERMAKELIJK HEDEN. ENZ. Dagelijks van IA—6 uur Schilderijenten toonstelling „Rembrandt", Musis Sacrum, Koningstraat. Zondag geopend van 10—8 u. Zat»"1»» 20 October. Uitvoering Gymniastiekvereen. Pro-Patria Casino 8 uur. Zondag 21 October. Tooneeluitvoering R.-K. Volksbond. Maandag 22 October. Intieme Kunstavond Musis Sacrum, 8 uur. Woensdag 29 October. met Mildred' Wellerson als soliste. Casino, 8 uur. UIT DEN OMTREK. Wlerlngen. Ponderdagmorgen is de voormalige Duitsche Kroonprins in gezelschap van bur gemeester Kolff, voor een 8-tal dagen naar huize Doorn vertrokken ten einde een bezoek aan zijn vader de ex-Keizer te brengen. De reis gaat geheel per auto. Werden tot heden hier met het oog op de bewaking der ex-Kroonprins en Zuiderzee werken verschillende rijksveldwachters ge detacheerd, thans- heeft men het dorpje )osterland alhier, als nieuwe en vaste stand- plaats voor een rijksveldwachter aangewezen, lot rijksveldwachter is benoemd of over geplaatst met Ingang van heden, de heer vn Gijswijt, thans rijksveldwachter te Nieuw-Vennep. Gezellige eojwersattel Eet MllUoenen-schandaal Luit. ter zee le kl. J. J. van de? Linden is te Nieuwediep geplaatst als le officier aan boord van Hr. Ms. artillerie-instructieschip Gelderland. Off. van den marineHStoomvaartxlienfet le kl. J. Montanus zal 3 Nov. per stoomschip Tarmbora zijn bestemming naar Oost-Indië volgen. Luit. ter zee le kl. F. J. Heeris is als comman dant van 'het vliegkamp de Mok op Texel ge plaatst, ter vervanging van luit. ter zee le kl. J. S. C. Olivier, die ter beschikkinigg is gesteld. Luit. ter zee le kl. J. J. Heilbron is uit Oost- Indië teruggekeerd. y Op verzoek eervol ontslagen uit Rijks dienst wegens langdurigen dienst kap. ter zee C. L. van Buuren. Bij besch. van den Min. van Marine is luit. ter zee le kl. J. W. H. Vogelzang, gepl. bij bet dep. van Marine, den teen Nov. a.s. ter besch. gesteld. 10 Nov. overgeplaatst van de Marine-kaz. te Willemsoord naar Hx. Ms. Wachtschip te Wil lemsoord1: serg.-zvpl. P. C. Mastenbroek, scbrij- ver-maj. J. W. F. Everts, G. iSalm, serg.-maj. der mars. E. H. van Dtntel, serg. der mars. C. G. Gassman» P. Romein, J. de Jong, J. Klaucke, W. F. Louwvrier, J. Brugts, C. P. J. Stikkelman, D. F. C. de Vries, D. Obbes. 10 No/v.: serg.-maj. der mars. M. van den Bos vani id. naar afd'. Rotendaim; serg. d. mars. A Touw van id. naar Wachtschip Vlissingen; id. J. Lassee van Wachtschip Vlissingen naar afd. Roterdam; serg.-schrijver P. J. de Longte, serg. der mars. W. J. F. van Genderen, van Marine-kaz. te Wil lemsoord geplaatst bij de kernbemanniagr Marine- kaz. te Willemsoord. 10 Nov.Oppertorpedist G. Snijders en, machine- drijveT-maj. J. Bolland van Marine-kaz. te Wil lemsoord naar Wachtschip Willemsoord. (Zijn on blijven gedetacheerd aan boord Njord.) 1 Nov.: hoofdofficier van gez. 2e k'L A. G. Theunisse thans geplaatst in het Commandement der Marine te Middelburg wordt geplaatst, te Amsterdam, voor diensten hem op te dragen door den Inspecteur van den geneeskundigen dienst der Zeemacht. Florapark, verte. 10 Oot. v, Holland—Amerika Lijn. Breedijk, v. R'dam n. Boston, pas», 19 Oot Maasdam, v. R'dlam n. N.-Orleans, aar. 19 Oet. to Havana. Rotterdam, v. R'dam n. New-Yotrk, verte. 18 Oot. v. Souithampten. Edam, v. R'dami n. N. Orleane, pass. 10 Oct. Vila- singen, van Antwerpen. Veendan», v. R'dam m. New-York, pass. 17 Och Gapo Race. HollandBritsch-Indië Lijn. Koudekerk, thuisr., pass. 18 Oct. Portin. Ridderkerk, thuisr., pass. 18 Oct Gibraltar. Andijk, uitr., arr. 17 Oot,. te Kurachoo. Streefkerk, thuisr., vertr. 17 Oct v. Calcutta» Holl.O.-Azië Lijn. Kerboeono, thuisr., vertr. 17 Oct» v. Cebu. Saleier, arr. 19 Oct. v. Aarhuua te A'dam. Ouderkerk, uitr., vertr. 18 Oct v. Manilla» Zosma uitr., vertr. 17 Oct. v. Genua» Holland—Oost-Afrika Lijn. Rijperkerk, uitr., vertr. 17 Oct v. Das-os-Salaam. Madioen, arr. 17 Oct» v. Zanzlbar te Das-as-B* 1 mm Nijkerk, thuisr., pass. 19 Oct Gibraltar. Tosari, uitr., arr. 18 Oct. te Antwerpen. Holland—Zuid-Afrika Lijn. Rietfontein, uitr., arr. 19 Oct. to Kaapstad. JiagaDsfonteinj, tihuiiör., arr. 19 Oct. to East Londiom Holland—Wost-Afrika Lijn. Gaastarland) thuisr., arr. 19 Oct. to Huil. Rotterdamsche Lloyd. Tambora, thuisr., pass. 19 Oct. Gibraltar. Blitar, thuisr., vertr. 18 Oct. v. Colombo. Insulinde, uite., ivertr. 18 Oct. v. Colombo. Buitenzorg, thuisr., vertr. 17 Oct v. Gibraltar. Garoet, arr. 19 Oct. v. Batavia te R'dam. Kedoe/uitr., arr. 17 Oct. te Singapore. Sookaboomi, uitr., arr. 18 Oct. te Antwerpen. Anjer, uitr., arr. 17 Oct. te Oa/tanla.- Edam, thuisr., vertr. 18 Oot. v. Port Said. RotterdamZuid-Amerika Lijn. Algarab, arr. 19 Oct. v. Bei ra te R'dam. Alhena, thuisr., arr. 18 Oot te Rio Janeiro. Alcyone, arr. 17 Oct v. Hamburg te Antwerpen. Stoomvaartmaatschappij Oceaan. Mentor, v. Japan n. R'dam, pass. 17 Oct. Periin. Agapenor, v. Japan n. R'dam, arr. 18 Och te Penang. Phamius, v. Japan n. A'dam, arr. 17 Oct, te Sin gapore. Elpenor, vertr. 17 Oct. v. Hongkong n. R'dam. Ixion, v. Japan n. R'dam, arr. 17 Oct, v. Golombq, Palamed', vertr. 17 Oct v. Batavia m. A'dam. Eurymachus, v. A'dam n. Batavia, pass. 17 Oct Perirn. Java—Bongalon Lijn. Ceram, v. Calcutta n. Java, arr. 17 Och te Be- lawan. Jlava, v. Samarang n. Calcutta, vertr. 17 Oct v. Sabang. Billiton, vertr. 18 Oct v. Calcutta n. Java. Jaootia, vertr. 17 Oct v. Calcutta n. Java. JavaNew-York Lijn. Samarinda, vertr. 16 Oct v. Batavia n. New-York. Vecihitdijk, v. New-York n» Java, vertr. 16 Oct v. Newport News. Baweam, arr. 17 Oct» v. Batavia to New-York. JavaChinaJapan Lijn. Tjikexnbang, vertr. 17 Oct v. Batavia m_ Tand jong Pandan. van 18 en 19 Oot 1923. BEVALLEN: M. Wesdorp-Stam, z. OVERLEDENM. Bruin, m., 39 jaar, echtgen. van L. Kooanan. GETROUWD: A. Benning en J. Bruijn; H. G. Lacher en A. Snijder; C. Bakker en J. M. Hu- bTögtsen; P. van *t Hert en E. CLowting; J. J. Vink en J. van Veen. 18 Oct 1923. Aangevoerd door 3 garnalenvisschers240 K.G. gekookte garnalen p. K.G. 0J7—0.26 19 Oct. 1923. Aangevoerd door 27 korders: 1080 middeltongen P. stuk 0.600.70; 360 kleine tongen p. stuk 0.20; 2 tarbotten p. stuk 67; 30 roggen p. stuk 155; 40 kisten zetschol p. kist f 1217- 64 kisten schar p. kist 4—7.50; 36 kisten schar p. kist 3—4; door garnalenvisschers: 160 K.G. gekookte garnalen p. K.G. 0.16—0.24; door trekkers: 1 tal haring p. tal 10. Johan de Witt, uitr., arr. 17 Oct. te Singapore K-akatau, thuisr., arr. 19 Oct. te Marseille Rotti, thuisr., arr. 18 Oct» te Suez. Karimoen, uitr., arr. 17 Oct» te Ncwcastle. Prins der Nederlanden, thuisr., vertr. 18 Oct v Port Said. Radja, uitr., vertr. 18 Oct. v. Suez Boeroe, uitr., pass. 17 Oct. Periin. Oucs^ant^01" ^e(^erlan^ei1' toto., pass. 17 Oct. Prinses Juliama, thuisr., arr. 16 Oct. te Belawan. Nias, thuisr., arr. 18 Oct. te Gravesend. Vondel, arr. 18 Oct v. Batavia to A'dam. Kon. Hollandscho Lloyd. Flandria, thuisr., vertr. 18 Oct. v Vigo Orannia, uitr vertr. 18 Oct. v. Pemambuco. Zeelandia, uitr., vertr. 18 Oct. v. Seuthampton en denzölfd'en van. Qhorlbonrg Delftland, uitr arr 17 Oct. te Montevideo. Kon. West-Indische Maildienst Brielle, vertr. 19 Oct. v. Antwemnr, n Stuivesant, vertr. 19 Oot. v. A'dam n. cSom Peseidon, arr. 17 Oct. v. A'dam to Cap HaRi,fiT1 Kon. Paketvaartmaatschappij aiï f^' I" ?T,dam n' Euenos Ayree Octt. Fernando Noronha. Pass. 17 ANNA PAULOWNA, 19 Oct 1923 Groote aardappelen 6-7.10, drielingen 3.40 3.60; slaboonen 1121; snij.boonen 28. BROEK OP LANGEDLJK, 19 Oct 1923. Spercioboonen 7.20—1750, aanvoe- 132 KG.; grovo toen 7-8.80, drielingen 8.80-10, aan- voor E-Q-: fftoe nep 12.10—13.50, aan- voot 2225 K.G.; peen 2.10-2.90, aanvoer 26,150 K.G.; kroten 4.10—4.20, aanvoer 8400 K.G.; bloemkool le art. 6.Ö0-8.Ö0 per 100 stuks, aan voer 28,900 stuks. Uoncert Dubbelmannenkwartet „Inter Nos"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 10